Uit de autobiografie van Luis Buñuel (1900-1983)
    
    Het toeval is de grote heerser over alle dingen. De noodzaak
    komt pas daarna.
    Een voorbeeld van historisch toeval (uit het boek Ponce
    Pilate van Roger Caillois). Pontius Pilatus heeft alle reden
    om zijn handen te wassen en Christus te laten veroordelen.
    Het wordt aangeraden door zijn politiek adviseur, die bang
    is voor wanordelijkheden in Judea.
    Tegenover de argumenten kan Pilatus slechts zijn
    rechtschapenheid plaatsen, zijn verlangen naar gerechtigheid.
    Na een slapeloze nacht neemt hij zijn besluit en stelt hij
    Christus in vrijheid. Deze wordt door zijn leerlingen met
    vreugde ontvangen en sterft op hoge leeftijd. Een paar
    eeuwen later zal zijn graf bezocht worden door pelgrims.
    Dan zal men hem vergeten. En de geschiedenis van de wereld
    zal natuurlijk heel anders zijn.
    Ik weet best wat men mij allemaal kan vertellen over de
    almachtige wil van God, die Pilatus ertoe gebracht heeft
    zijn handen te wassen. Hij kon ze echter ook niet wassen
    waarmee hij de hele toekomst zou hebben veranderd.
    Het toeval heeft gewild dat hij zijn handen waste.
    
    Ik heb in feite het idee dat het bestaan van deze wereld
    niet noodzakelijk is, dat het niet noodzakelijk is dat we
    hier bezig zijn te leven en te sterven. Omdat we niets meer
    zijn dan kinderen van het toeval, hadden de aarde en het
    heelal zonder ons door kunnen gaan, tot aan het einde der
    tijden. Een onvoorstelbaar beeld, het beeld van een leeg
    en oneindig heelal, in theorie nutteloos, dat door geen
    enkele intelligentie kan worden aanschouwd, dat in zijn
    eentje bestaat, duurzame chaos.
    
    Laten we ons eens voorstellen dat het toeval niet bestaat
    en dat de hele wereldgeschiedenis, opeens logisch en
    voorspelbaar geworden, te herleiden valt tot een paar
    wiskundige formules. In dat geval zou het noodzakelijk
    zijn om te geloven in God, om het werkzame bestaan van
    een grote klokkenmaker, van een regelend opperwezen, als
    onvermijdelijk aan te nemen.
    Maar kan God, die almachtig is, niet in een gril een
    wereld hebben geschapen die is overgeleverd aan
    het toeval?