Woman in the Dunes (1964)
    
    
    Leraar is insecten aan het vangen in de duinen. Hij heeft drie dagen vrij. Ligt een dutje te doen, tot een bewoner hem er op attendeert dat de laatste bus naar Tokio al is vertrokken. Men biedt hem een overnachtingsplek aan in het dorp. Bij een vrouw die in een gat (circa 15meter) in de duinen in een houten huisje woont. Hij daalt via een touwladder af. De volgende ochtend is de touwladder verdwenen. Hij doet verwoede pogingen om de plek te verlaten. Later in de film lukt het ‘m zelfs met een touw, maar de bewoners ontdekken hem bij zijn ‘ vluchtpoging’. Tijdens zijn vlucht komt hij in drijfzand. De bewoners redden hem en brengen hem terug in het gat in de duinen. Vrouw: Ik heb daarboven niks te zoeken. Man: Het is heerlijk om te kunnen gaan en staan waar je wil. Vrouw: Maar dat is toch veel vermoeiender. Man: Zelfs honden worden gek aan een ketting. En wij zijn mensen. Maar zonder ’t zand zou niemand zich om mij bekommeren. Waar of niet? Zelfs jij bent hier vanwege het zand. Vrouw: Ik ben bang dat ik weer in mijn eentje wakker word. Dat is mijn grootste angst. ** Er zit veel meer in dan je bij de beperkte ‘setting’ zou verwachten. De suffe leraar doet een dutje. Ontwaakt, en is al snel in een nacht- merrie beland. Hij komt in situaties die goed zijn voor het ontwikkelen van emoties, zou ik willen zeggen. De achtervolging bij een vluchtpoging heeft slapstickachtige trekjes. De manier waarop die scène is opgenomen vind ik veel minder in vergelijking met de rest van de film, een beetje amateuristisch zelfs. De scènes in de ‘diepte’ zijn beklemmend. Net als bij een goede Polanski-film had ik de neiging om te willen ingrijpen; achteraf gezien heeft hij het eigenlijk zo slecht nog niet bij haar. Een uitermate fascinerende film.