Tristana (1970)
    
    
    Een film van Luis Buñuel uit 1969 naar een roman van Benito Perez Galdós met in de hoofdrollen Catherine Deneuve en Fernando Rey. Alleerst een paar fragmentjes uit "Mijn laatste snik", de autobiografie van Buñuel. "Door het schandaal van Viridiana werd het project verboden. Het verbod werd in 1969 opgeheven. Ofschoon ze volgens mij helemaal niet in het universum van Galdós paste, hervond ik met genoegen Catherine Deneuve, die me meermalen over de rol had geschreven." "Ofschoon deze roman in briefvorm niet tot de beste werken van Galdós hoort, voelde ik me al lang aangetrokken tot de figuur van don Lope. Ook trok het idee mij aan, de handeling van Madrid naar Toledo te verplaatsten en op die manier hulde te bewijzen aan mijn zo geliefde stad." "De maaltijden gebruikten we ofwel in een van de eenvoudige eethuizen, ofwel in de Venta de aires, een stukje buiten de stad. Als we teruggingen, te voet, voerde een verplichte stop ons naar het graf van kardinaal Tavera, gebeeldhouwd door Berruguete. We stonden dan een paar minuten in overpeinzing voor het uitgestrekte lichaam van de kardinaal, een dode van albast met bleek en reeds ingevallen wangen, nauwelijks een paar uur voor het begin van het rottingsproces door de beeldhouwer vereeuwigd. Zo'n gezicht is te zien in Tristana. Catherine Deneuve buigt zich dan over dat verstarde beeld van de dood. Vervolgens gingen we weer de stad in om ons te verliezen in het stratenlabyrint." "..het tweede deel, vanaf de terugkeer van de jonge vrouw nadat haar zojuist een been is afgezet. Ik hoor nog haar pas in de gang, het geluid van haar krukken en het kouwelijke gesprek van de geestelijken met hun kop chocola voor zich."
    Ik heb Tristana op Video bewaard, uitgezonden door de BBC op 6 mei 1996. Een samenvatting/synopsis:
    De moeder van Tristana is overleden. Ze heeft Tristana aan Don Lope toevertrouwd. Tristana heeft de eerste nacht in huis van Don Lope een nachtmerrie waarbij de Don zijn hoofd als klepel in de klokkentoren hangt. De huishoudster en Don Lope zijn wakker geworden van het geschreeuw. Tristana, met Don Lope aan haar bed, krabt verdwaasd aan haar linkerborst. De Don bedekt de borst snel met haar nachtkleding. "Je schreeuwde alsof je de duivel (lacht) had gezien. Toen je klein was schreeuwde je iedere keer wanneer je mij zag." Ze zien een dief met een handtasje wegrennen. De Don stuurt de politie de verkeerde kant op. Tristana: "Waarom misleid je hen?" Don Lope: "De politie representeert een macht. Mannen zoals ik beschermen. Altijd. Onthoud dat, Tristana." Hij vlijt haar. Je bent adorabel. Ik wil alleen dat je me adoreert als een vader. Saturno, de dove zoon van de huishoudster Saturna, beroert Tristana haar billen in de klokkentoren. Onder z'n vrienden in het café. Wat liefde en vrouwen betreft sta ik het bestaan van de zonde niet toe. Er zijn twee uitzonderingen: een vrouw van een vriend en een onschuldig schepsel. We zijn slaaf van het smerige geld. Tristana en Don Lope lopen door de stad. Tristana buigt zich over een crèmekleurige graftombe in de kerk. "Dus je vindt me zelfs leuk. Kus me dan." Ze kust hem op de wang. "Nee anders." Ze kust hem op de mond en giechelt naderhand. Don Lope stuurt tijdens de siësta de huishoudster naar huis en gaat met Tristana slapen. [..] Don Lope is ziek. Don Lope is weer beter en bezoekt zijn vrienden in het café. De huishoudster en Tristana wandelen door de straten van Toledo. Tristana zegt dat ze wel zou willen weglopen, maar nog afhankelijk is van de Don. De huishoudster volgt een groep mensen die achter een hondsdolle hond aanzitten. Tristana komt op een binnenplaats en ziet daar een kunstschilder op een patio een man met een ezel schilderen. De schilder uit Barcelona is een knappe jonge man. De huishoudster ziet hoe de politie de hond afmaakt. Het geluid van het schot krijgt de kijker niet te horen en het doodschieten blijft buiten beeld. De Don krijgt van de huishoudster te horen dat Tristana een man heeft ontmoet. In het park. De Don: "Je zegt alles. Anders maan ik jou dood. Ik heb twee plichten: Ik ben jouw vader en jouw echtgenoot." Tristana bezoekt de schilder en biecht hem haar verhaal op over haar niet zo onschuldige begintijd bij Don Lope. Eerst wil hij niks meer van haar weten, maar hij kust haar ten slotte hartstochtelijk wanneer ze vol verdriet wil vertrekken. Don: "Waar was je zo laat alleen." Tristana: "Het is niet laat en ik was niet alleen." Don Lope vertrekt gehaast, hij heeft een afspraak, maar wil haar later over dit voorval spreken. Buiten. Donker. Tristana en de schilder. Ze heeft de afgelopen nacht weer de nachtmerrie gehad. "Verlaat het huis en kom met me mee." "Heb geduld", is Tristana haar antwoord. Binnenshuis volgt een stevige woordenwisseling tussen Don Lope en Tristana. Tristana komt bij haar minnaar om voor bereidingen te treffen voor hun vertrek. Don Lope stuurt een loopjongen naar binnen met een bericht dat hij de minnaar wil spreken. Don Lope gaat de confrontatie aan. Tristana en de schilder vertrekken per trein. De Don tegen de huishoudster: "Ze komt terug. Dat weet ik zeker." [..] De Don zit alleen aan tafel. Hij is dronken. Zogenaamd in gespreek met Tristana. Het is twee jaar na haar vertrek. De schilder komt om hulp vragen. Tristana is ernstig ziek. Ze heeft een tumor in haar been. In ruil voor hulp zal hij alles doen. Tristana houdt haar ziekbed bij Don Lope. Hij schenkt haar een piano. Tijdens een onderzoek ontdekt deze dat ze bloedvergiftiging heeft opgelopen. Om haar te redden zal het been geamputeerd moeten worden. De Don weigert een priester in huis voor een confessie. Ook al weet hij dat Christus de eerste socialist was. De Don vraagt haar geliefde om Tristana iedere dag te bezoeken. (Hij weet dat ze dit op den duur niet aankan.) Tristana speelt piano met 1 been. "Je had me hier niet gebracht wanneer je van me hield." Het is winter. Een verbitterde Tristana komt in een rolstoel de kerk uit, gevolgd door de Don en Saturno. Het is lente. Tristana zit in de tuin met een priester. Hij wil haar overhalen om met de Don te trouwen. Saturno gooit steentjes tegen de slaapkamerruit van Tristana. Ze komt in een duster op het balkon staan. Saturno gebaart dat ze de duster open moet houden. Dat doet ze met een groots minachtende glimlach. Saturno schrikt en doet een paar stappen achteruit om vervolgens tussen gouden regenboog te verdwijnen. [..] De Don en Tristana trouwen in de kerk. Thuis weigert ze met hem te slapen en gaat naar haar eigen slaapkamer. Tristana heeft weer de nachtmerrie. Wanneer ze wakker is geworden hoort ze de Don. Hij roept dat hij pijn in zijn borst heeft. Tristana gaat naar de woonkamer om een dokter te bellen. Ze legt de hoorn echter geruisloos weer neer en doet alsof ze belt. Terug in de slaapkamer van de Don: "Hoor je me, de dokter is onderweg." De film eindigt met de hoogtepunten uit de film, in omgekeerde vertelvolgorde getoond.