Zondag 10 september 2017
Volkskrant op Zondag
Max Pam 40 jaar columnist
Ter gelegenheid van het verschijnen van zijn grote roman Leviathan of het
hart in de steen een middag met columnist en schrijver Max Pam, collega’s
en vrienden.
Peter Buwalda zal het gesprek aangaan met schrijver en columnist Max Pam.
Afgelopen 40 jaar schreef hij onder andere columns voor Het Parool, De
Volkskrant, NRC Handelsblad en Vrij Nederland. Begin september zal zijn
grote roman Leviathan of het hart in de steen verschijnen.
Verder zullen er deze middag gesproken columns zijn van Jaap Cohen, Jeroen
Henneman, Theodor Holman, Daniela Hooghiemstra, Willem Melching, Nelleke
Noordervliet, Kristofer Schipper, Hans Teeuwen en H.L. Wesseling.
Gespreksleiding: Martin Sommer.
Ik was een beetje laat. De trein van Schiphol naar Amsterdam CS stond
onderweg ook nog tien minuten stil. Vanaf CS ben snel ik binnendoor naar de
Keizersgracht gelopen. Zonder opzet kwam ik langs het Multatuli-museum. Om
tien voor vier ben ik bij de Rode Hoed. Na vorige bezoeken wist ik dat ik
graag eens boven wilde zitten. Daar was nog plek genoeg. Beneden waren alle
stoelen bijna bezet. Achteraf gezien zat ik iets te ver naar voren. Ik had
halverwege moeten kiezen maar zit niet graag ingeklemd.
Veel ouder publiek. Ik dacht dat ik Michiel Romeyn en Olga Zuiderhoek zag.
En nog een paar bekende gezichten waar ik zo snel de namen niet van weet te
noemen.
Martin Sommer, vriend van Max Pam, leidde de middag.
Nelleke Noordervliet was de eerste spreker. Ze haalde o.a. de Tafel van Pam
aan. Over de gemene trekjes van Pam en haar in een rol plaatsen.
Jaap Cohen (zoon van de voormalig burgemeester, helaas geen scherpe foto)
vertelde dat hij bezig is met de biografie van Theo van Gogh. Een enorm
archief met chaos. Een beetje een serieus en plichtmatig stuk. Waarom niet
even goed uit de doeken doen waarom Max Pam zijn poging om die biografie te
schrijven mislukte?
Dan de tachtig jarige H.L. Wesseling. Oud columnist. Die zittend in een
column pleit voor terugkeer naar het oude onderwijsstelsel. Zeer broos
persoon. Neemt daarna in zijn ouderwetse pak de plek in naast de vriendin
van Buwalda.
Daniela Hooghiemstra had een mooie voordracht. De eerste die voornamelijk
over Pam ging.
Historicus Willem Melching. Ik weet niet meer wat die zei. Ter plekke heb
ik geen aantekeningen gemaakt. Ze moeten sowieso de teksten van dit soort
bijeenkomsten publiceren, vind ik.
Theodor Holman over Theo van Gogh en wat die nu zou zeggen en denken
wanneer hij nog zou hebben geleefd. Aanleiding om Jesse Klaver en Alexander
Pechtold onderuit te halen. En over Theo die Guusje ter Horst neukte.
Jeroen Henneman doet een goocheltruc met het hondje van Max Pam dat door
brilglazen springt. Geslaagd.
Peter Buwalda interviewt met Max Pam in een zithoekje. Heeft geen vragen op
papier. O.a. De poging van Pam om bij Hermans op bezoek te gaan in Parijs
kwam aan bod. Dat verhaal had ik al eens ergens gelezen. Buwalda maakte
geen sterke indruk. De jonge vrouw die naast hem zat wel...
Hans Teeuwen is niet op komen dagen omdat hij geen babysitter kon krijgen.
Zijn stuk zou over geitenneukers gaan.
Overhandiging van het eerste exemplaar door de uitgever. Max Pam over een
geboorteadvertentie van een zeker Max Pam Stokvis. Een komisch stukje.
Sinoloog Kristofer Schipper had een goed inhoudelijk stuk over het boek,
maar helaas helemaal op het einde en daar was niet veel aandacht meer voor.
Tot slot rond kwart voor zes een drankje op kosten van Balans.
Op zich een aardige middag, maar ze hadden er meer uit kunnen halen.
Ik ben niet lang gebleven en snel naar huis gegaan.
Sowieso geen interesse in het boek.
Inmiddels heb ik online het intveriew met Pam in de Volkskrant van een dag
eerder gelezen, waarin een deel van mijn vragen beantwoord worden. Grote
kans dat een groot deel van het publiek die krant al wel had gelezen.
Voordat dat interview achter een betaalsite verdwijnt, zal ik hier in ieder
geval het stuk over Theo van Gogh plaatsen:
Waarom schreef u die biografie van Theo van Gogh nou uiteindelijk niet?
'Ik vond dat het momentum voorbij was. Zo'n boek had een of twee jaar na
Theo's dood moeten verschijnen, niet eindeloos veel later. En ik was er ook
niet geschikt voor. Ik heb niet het karakter om me jarenlang aan een ander
te wijden. Maar er was ook een belangrijk praktisch punt: de nalatenschap
kwam niet vrij. De erven hadden onderlinge spanningen. De enige wettelijke
erfgenaam, Lieuwe, de zoon, was minderjarig. Lieuwes moeder had ruzie met
de ouders van Theo, de zusjes speelden ook een rol - doet er allemaal niet
toe, maar ze konden niet met elkaar overweg en ik zat er middenin. Ik heb
het project laten rusten. Een paar jaar geleden zocht ik alsnog contact met
Lieuwe en hebben we samen de nalatenschap opgehaald. Alles stond, precies
zoals ik in mijn roman beschrijf, opgeslagen in containers in Aalsmeer.
Samen hebben we de spullen naar het Instituut voor Sociale Geschiedenis
gebracht. Jaap Cohen - nota bene de zoon van Job Cohen, of all people, maar
het bleek een heel goeie jongen te zijn - heeft gevraagd of hij ze mocht
uitzoeken. Hij is nu met de biografie bezig. Daar sta ik volkomen achter.'
U noemt Van Gogh de laatste bohemien van Nederland. Waarom zijn bohemiens
volgens u in Nederland een uitstervend ras?
'Ik ben opgegroeid in een tijd dat er echte bohemiens waren, zoals Apie
Prins. Die woonde op Sociëteit de Kring, niet bij wijze van spreken, maar
echt: hij sliep daar, waste zich daar - als hij zich waste. Ik weet nog dat
we allemaal naar het ziekenhuis moesten omdat bij hem open tbc was
geconstateerd. Theo was ook een echte bohemien. Die kon je 's ochtends om
zes uur in een portiek aantreffen, omdat hij daar in slaap was gevallen.
Zijn hang naar antiburgerlijkheid heeft mij altijd aangesproken.'
Maar waarom is het een uitstervend ras?
'De maatschappij is er niet meer op ingericht. Mensen leven in hun
telefoontje, iedereen loopt almaar te communiceren, en als men uitgaat, dan
is het met z'n duizenden naar een festival om daar samen te hossen. In zo'n
wereld past de bohemien niet. Zelfs niet in de schaakwereld, want schakers
zijn tegenwoordig ook alleen maar bezig met computers en met trainen in de
sportschool. Alles is geprofessionaliseerd. Jammer.'
Waarom werd u vrienden met Theo van Gogh? Of was uw hang naar
antiburgerlijkheid de enige reden?
'Hij was totaal open, had geen barričres. Ook lastig, af en toe. Dan maakte
ik een grapje over Mabel en dan las ik de volgende dag in zijn column:
'Volgens Max Pam heeft Mabel in een bordeel gewerkt.' Hij nam zichzelf niet
serieus, dus kon ik hem ook niet serieus nemen. Dat is jammer, want
daardoor was echte intimiteit nauwelijks mogelijk. Hij heeft uiteindelijk
niets uit zijn leven gehaald, vind ik, hij ging ten onder in clowneske
onzin. De omslag van geintjes naar serieus gedrag heeft hij nooit kunnen
maken.'
Omdat hij als bohemien die omslag misschien helemaal niet wílde maken?
'Het bohemienschap kan ook de opmaat zijn naar een groot kunstenaarschap.
Hij had alle obsessies om een echte filmer te worden, zoals Fassbinder. Het
is nooit wat geworden. Ik denk door zijn afkomst. Misschien dat dat mij ook
heeft gehinderd bij het schrijven van die biografie, dat het boek zou gaan
over iemand die in wezen is mislukt.'
Waarom heeft zijn afkomst iets met die mislukking te maken, volgens u?
'Hij kreeg te veel geld van zijn ouders. Daar kon hij weinig aan doen, aan
die erfenis, maar het geld was er altijd. In mijn boek houdt iemand een
redevoering en zegt: 'Het beste wat Theo van Gogh is overkomen, is dat hij
werd vermoord.' Omdat dat zijn weg naar roem is geweest. Maar genoeg over
Theo. Ik ben klaar met het onderwerp. In Nederland is men ook helemaal niet
geďnteresseerd in die moord, dat heb ik allang gemerkt. Naar het toneelstuk
over Theo ging niemand, die biografie gaat niemand lezen. Nederlanders
willen het niet meer weten. Het past niet bij Nederland, dus wordt het
langzaam uit het bewustzijn gewist. Als straks in de krant staat dat mijn
boek over Theo van Gogh gaat, koopt niemand het.'
Dus voor de duidelijkheid: uw boek gaat niet over Theo van Gogh.
'Precies.'
Johan (11 september 2017)