Paranoia (1953)
*Preambule
*Manuscript in een kliniek gevonden
*Paranoia
*Het behouden huis
*Glas
*Lotti Fuehrscheim
Tijdens mijn reis naar IJsland lees ik dit boek; mijn eerste kennismaking
met korte verhalen van Hermans. En dat blijkt een aangename verrassing
te zijn. Het behouden huis is één van zijn meest bekende en geprezen
verhalen. Peambule is een mager opwarmertje. Manuscript in een kliniek
gevonden is soms fragmentarisch. Paranoia een oorlogsverhaal met een
zeer kleine bezetting. Glas een verhaal met een idee waar meer schrijvers
zich aan hadden kunnen wagen. Het is een fantasie over de Führer die in
een kliniek ligt met zware brandwonden en een geschiedenis in
Zwitserland en Spanje met een open einde, maar niet typische Hermans.
Met opvallend veel erotiek. Lotti Fuehrschein gaat over schijn en
waandenken.
*Preambule
Over "briefpapier [..] de keuze te schrijven en beschreven te worden - of
voorgoed verloren te gaan. De mens denkt in een orde die niet werkelijk
bestaat en is blind voor de oorspronkelijke chaos. [..] Mijn grootste ongeluk
is dat ik niet als machine ter wereld ben gekomen en dat ik niet met licht
kan schrijven als een fototoestel."
*Manuscript in een kliniek gevonden.
Over gepest worden op school. "Nooit streek ik een lucifer af, zonder hem
eerst in mijn oor gestoken te hebben. Zij wisten dat. Zo moest de aanslag
met dodelijke zekerheid slagen. [..] Ik ontwaakte in de hoge zaal van het
gasthuis. Mijn hoofd zat in verband. Op een dag viel de druppelbui
langzaam uit mijn oor. Een dikke, witte worst kwam met onweerhoudbare
kracht uit mijn oor gekropen. Ik ben de enige die wist wat er gaande was,
zoals ik altijd ben geweest. [..] Zij lachte, zij wierp het hoofd achterover
terwijl een rilling door haar omhoog kroop en met een schaar knipte zij
een stuk van mijn oorschelp dat pijn deed, af. Ik heb mij verweerd, maar
hoe kon ik tegen negenhonderd? [..] Het rood van zijn haren ging
onmerkbaar over in dat van een groot aureool van bloed."
*Paranoia
"Natuurlijk praten zij over hem. Zij zagen hem iedere dag. Zijn schouder zó
hoog opgetrokken, of hij wilde dat de kraag van zijn jas zijn hoofd als een
koker zou omhullen."
Over fotografie en een donkere kamer: "[..] op te leiden in het vak. Maar
de oom had geweigerd, zeggend (niet zonder mededogen in zijn stem) dat
hij te zenuwachtig was en dientengevolge ongeschikt voor dit beroep."
"Ik heb zeven veiligheidssloten op mijn deur laten zetten, maar sluit ik ze
alle zeven af, hij komt toch binnen. [..] hij liep naar de wastafel, dronk
water en terwijl hij het glas weer vulde, keek hij zichzelf aan in de spiegel.
Het zou mooi zijn als ik hier met z’n tweeën was."
"Als kind was zijn lievelingsboek Robinson Crusoe."
"Hij schudde zijn hoofd. Zij vergat altijd alles! Ik kan nooit meer uit deze
kamer. Zij troostte hem door te zeggen dat de mensen zo snel vergaten,
dat zij foto’s in de krant niet nauwlettend bezagen.
"[..] Er waren hem talrijke voorbeelden bekend van vrouwen die
ongelukkig geworden waren door geestesziekte van haar man."
"Kijk in de spiegel. ‘Arnold’, riep zij, ‘kom dan hier staan. Kijk in de spiegel
en vergelijk. Je bent het helemaal niet."
"Ze voelde zich als een rups, door een kleine jongen gevangen in een
jampot vol dorre balderen."
*Het behouden huis.
Oorlogswreedheid en waarzin, ergens in Oost-Europe.
Duitsers en bolsjewisten.
"[..] in een kamer geheel met spiegels bekleed, daar zou ik altijd in kunnen
blijven zonder mij ooit te vervelen, als Robinson Crusoe op zijn eiland. Wie
alleen denkt, heeft maar half contact met zichzelf. Zien is meer waard,
zien is alles."
"Ik bevoelde de hielen en de gladde hoge hakken met de palm van mij
hand. Ik zette ze twee bij twee in het rond in de kamer. Zo stonden er
vijfentwintig vrouwen om mij heen."
"Maar de vrouw was niet dood. Zij wilde mij schoppen. Ik drukte haar neer
en sloeg haar achterhoofd zolang tegen de rand van het bad, tot ik iets
hoorde barsten. Nu bewoog zij niet meer. [..] toen ging ik op bed liggen
naast de vrouw. Ik deed mij ogen dicht en legde mijn hand op verschillende
delen van haar lichaam, verwachtend dat het plaatselijk was blijven leven,
miniem bewegen zou, huiveren of onmerkbaar uitzetten en inkrimpen."
"Daar stond ik, precies zoals ik begonnen was, een smerige soldaad op de
tapijten tussen de marmerwanden van een vreemd huis. De tijd had de
helling niet kunnen nemen en rolde terug."
*Glas
"Zij kuste mij met haar gehele mondholte. Liefde blies mij op als een
kinderballon."
"Ik ben geen non! Een non is niets dan een vrouw die op de verkeerde
plaats is kaalgeschoren!"
"Ik was doorzichtig als glas. Wat ik werkelijk was, kon niemand zien."
Op pagina 144 staat chaffeur in plaats van chauffeur.
*Lotti Fuehrscheim
Over Bernard en zijn twintig jaar oudere broer Gerard uit in Amerika.
Pagina 157: "Wij hebben alles geprobeerd om hem terug te houden."
(Belgisch voor tegen te houden.)
"Iets dergelijks heeft alle schijn van toevalligheid en het kan toch niet op
rekening van het toeval worden geschreven."
"Omdat hij ten eerste wist dat zijn woorden op anderen geen uitwerking
hadden en hem dit (ten tweede) ook eigenlijk niet schelen kon."
"Op het propvolle achterbalkon stond hij met zijn gezicht tegen het glas en
keek naar binnen in vuile kamers. Ergens had een man zijn luid gillende
vrouw op de tafel vastgebonden."
"Ik geloof dat de mensen alleen uit onoplettendheid optimist zijn."
"Het gesprek dat wij tot dusverre hebben gevoerd, is volkomen idioot."
"Zij stonden tot hun knieën in het haar, en nog was de oude vrouw niet
geheel kaal geschoren."
"Het probleem waar uw broer in verstrikt is geraakt, is een
schijnprobleem.’
"Ons heden is het verleden van dat andere wezen. Alleen, dat andere
wezen herinnert zich zijn verleden (ons heden dus) niet nauwkeurig meer
en bij het schrijven van zijn geschiedenis, maakt het dikwijls fouten; soms
maakt het zich schuldig aan anachronismen, het brengt iets van zijn heden
in zijn verleden, iets van deze toekomst in ons heden."
Johan (26 september 2010)