Les trois Polonaises et la Suisse (2004)
    
    
    Afgelopen september leerde ik aan het meer van Genève de Poolse au pair Agata kennen. Zie "De dame in het blauw (2003)". Dit is het vervolg in vier delen.
    Les trois Polonaises et la Suisse (1) De afgelopen winter hebben we middels een briefwisseling elkaar van het wel en wee op de hoogte gehouden. Ik heb haar ook een paar zelf samengestelde ceedees gestuurd. Een beetje onnodig dat ze vervolgens de drang voelde hetzelfde voor mij te doen. Die correspondentie bleef voornamelijk steken bij feitjes en oppervlakkigheden, mede door het onvoldoende beheersen van de Engelse taal. Maar zoals ze in de laatste brief schreef: "Ik denk veel over het verleden en over de toekomst, maar het is lastig daar over te schrijven." Nu was het dan zover. Zaterdag 8 mei, bijna acht maanden later, ontmoeten we elkaar op dezelfde plek waar we afscheid namen. Het is bewolkt, maar zacht weer. Het straatje, "Chemin", van de afgelegen woonwijk straalt de tevredenheid en onverschilligheid van Zwitserland uit. Daar is ze, Agata, glimlachend komt ze aanlopen. Een groenkleurige trui en jeans dragend. Er volgt een warme omhelzing. We drinken koffie (zij) en thee (ik) op haar kamer. De vader van haar bazin is gisteren overleden. Hij was ruim 80, sterk dementerend en lag al twee maanden in het ziekenhuis. Onze samenscholing dreigde bijna in het water te vallen omdat ze door dit voorval oorspronkelijk dit weekend ook op de kinderen zou moeten passen (normaal is ze weekends vrij). Maar gelukkig, ze hoeft niet te werken. Op de enorme spiegel in haar kamer staat in grote rode letter op stukken papier geschreven, in het Pools. Ik lees hardop voor wat er staat. De betekenis is eenvoudig te raden: "Ik moet 5 kilo afslanken". Ze moet lachen. "Don't tell that to anyone!" Rond elf uur gaan we op pad. Na wat inkopen bij de supermarkt, onder anderen haar favoriete koekjes, vertrekken we naar haar vriendin Monika. Die is een paar kilometer verderop als au pair gestationeerd. We brengen een verrassingsbezoek. Monika is ongeveer even groot als Agata. Ze heeft lang zwart haar, is energiek, heeft een diepe stem (waar ik geen zware rookstem mee bedoel) en brede jukbeenderen. Het gezin heeft net de lunch achter de kiezen. Ze wonen in een groot oud huis, een soort van hobbyboerderij. Er zijn vijf puppy's, de moeder en een tante van de hondjes. Ook de tepels van tante krijgen ruim aandacht van de kleintjes. Wat je au pair noemt; in wezen zijn de jongens oud genoeg om zichzelf te redden, dertien en vijftien jaar namelijk. Haar hoofdtaak is dan ook het mee verzorgen van de paarden van de van oorsprong Engels bazin en wat huishoudelijk schoonmaken. Kay, het is alsof ik een vrouw uit Britse televisieserie ontmoet. Een zelfverzekerde versie van Lady Di, om enigszins een beeld te geven. Ze hoort direct aan mijn accent dat ik uit Nederland kom. De man van Kay, Pierre, heeft een Boulangerie. Hij spreekt nauwelijks Engels en dat stoort hem enorm. Het gezin woont in een dorpje op een soort van hoogvlakte ten noorden van het meer van Geneve. De weg er naartoe voert in lange kronkels tussen wijnbergen. Ik krijg de foto's te zien van Monika haar avonturen in Zwitserland. Meteen krijg ik er spijt van dat ik in de winter niet ben langsgekomen, die winterse plaatjes bekijkend. Ze weten te vertellen dat het in januari prachtig zonnig weer was. De rechter wenkbrauw van Monika is voorzien van een zwart streepje: hechtingen. Ik mag niet verklappen hoe dat zo is gekomen. Ze hebben vorige week een feestje bezocht en in de toiletruimte is ze door een glazen deur gelopen. Ze zit er over in of ze de schade zou moeten vergoeden. Met de andere wenkbrauw maakt ze verleidelijke beweginkjes. En anders wel door met een nonchalante krulbeweging een tijdelijke staart in haar haar te maken. 's Middags gaan we naar een steengroeve. Kay neemt de komende week deel aan een wedstrijd dressuur in Windsor. Ze wil vanmiddag trainen, om de dieren in vorm te houden. We laden oranje pionnen achter in mijn auto en gaan alvast vooruit om een parkoers uit te zetten: een acht waar Kay met koets en paarden tussendoor moet rijden, de aftand tussen de pionnen mag maximaal 1m70 zijn. Leuk om dit een keer mee te maken! De 's avonds eten we pizza in het stadje aan het meer. Ik krijg van Kay de opdracht goed op de dames te passen. Ze mogen geen fratsen uithalen. "Like walking through doors of glass", floept er uit mij. Oeps. "O that's what she has done." De dames giechelen. De brandkranen in het stadje zijn beschilderd, waarschijnlijk om een aanvaardbaar Zwitserse straatbeeld te geven. We lopen nog wat rond omdat het restaurant pas om halfzeven opengaat. Monika heeft de lunch overgeslagen en heeft een erge trek. Even later zit Agata tegenover mij met rode wangen te nippen van haar pivo. Ook Monika heeft het zichtbaar warm gekregen van het pittige eten. Nasdrav je! De volgende ochtend ben ik weer rond tien uur bij het huis van Agata. De familie is naar de kerk. Ze maakt net als gisteren sandwiches voor de lunch. We zijn vandaag van plan naar nog een andere vriendin te gaan, een au pair aan de oostzijde van het meer, Ania. Wederom een verrassingsbezoek. Haar vriendinnen hebben hier dankzij haar een plekje gevonden. Ik merk dat ze veel aan hen heeft, want ze moet niet meer zonodig haar verhaal kwijt, wat vorig jaar wel het geval was. We komen er rond het middaguur aan. Ania woont in een villawijk met fleurige huizen; zachte kleuren en bijna allemaal voorzien van een zwembad. Ania heeft halflang donker haar. Ze is klein en heeft in tegenstelling tot de twee anderen niet van die typisch, Poolse, brede jukbeenderen. Haar ontbijt bestaat uit chocoladerepen, koffie en een sigaret (dat laatste uiteraard op het terras). Ania praat veel, maar zegt weinig. Ook maakt ze de woorden vaak niet af. Haar gastgezin verwent haar in overvloed met cadeaus. De kinderen zijn Jean-Claude (sjon-kloot) en Daniëlle. Hij een verwend jochie, zij een creatief kunstenaresje (ze had leuke dingetjes gemaakt voor moederdag). Later vertelt Agata dat de thuissituatie van Ania op een vergelijkbare manier 'armoedig' is als die bij haar. Ania wenst daar niet over te praten met haar gastgezin. Ze is bang dat er dan vragen over gesteld worden en ze nog meer overladen wordt met luxe. Het gezin van Ania is van oorsprong Brits. De hond Lucky heeft lasagne gehad en dat is hem niet goed bekomen: "He pukes". Hij moet buiten op het terras blijven, wat hij ook moeiteloos doet: geen beweging in te krijgen. Unlucky dus. De knuffelgrage rode kater, die ons gezelschap houdt, heet Garfield. De haartjes op de trui van Ania verwijdert ze regelmatig met een borsteltje met een soort van plakpapier (zoiets had ik nog niet eerder gezien). De kat moet zijn slaperigheid veelvuldig ontgelden door het gepulk door Ania met een potlood. Later die middag wandelen naar het meer. Het toerisme is nog niet op volle toeren gekomen. Het is er rustig. Na de wandeling krijgen we door de vrouw des huize een Zwitserse specialiteit voorgeschoteld: een soort dikke rode ham met kaas en uitjes, voor op brood.
    Les trois Polonaises et la Suisse (2) [Van maandag tot en met vrijdag ben ik naar de Franse Riviera, alwaar ik onder meer twee dagen de voorbereidingen en start van het filmfestival in Cannes meemaak. Een belevenis op zich.] De zaterdag voor mijn vertrek gaan Agata en ik nog een keer naar Monika. Voor de gastgezinnen heb ik rode wijn meegenomen uit Alpes de Haute Provence. Agata is nog maar net wakker wanneer ik haar ophaal. Gehaast maakt ze zich gereed voor het vertrek. Een zucht van haar roept in mij een traditionele wederzucht op. Ons ritueel. We glimlachen naar elkaar. Bij de oprit naar de snelweg staat politie. "I see Police everywhere." "They are looking for you, or for me, or for someone who walked through a door of glass ". Het gehele huis draagt sporen van de paardrijsport: foto's, lintjes en medailles. Monika weet te vertellen dat Kay bij de eerste wedstrijd 1 na laatste is geworden. We, dat wil zeggen Pierre, de twee jongens, de twee dames en ik, hebben een snelle onordelijke lunch: stokbrood, kaas, salami, sla en ijsthee. Agata, van het uitslooftype, ruimt op. Even later spelen we met de puppy's in de tuin. De ontlasting van de kleintjes valt ten prooi aan de tante. Lekker oppeuzelen maar. Viezeriken. "That's nature", aldus Monika. Bij de thee eten we bavaroistaart. Pierre en de jongens eten alleen verse bakwaren. De taart blijft onaangeraakt, zodra hij in de koelkast heeft gestaan. Het was dus overbodig dat we de taart in zes stukken hebben gesneden. (Ik schrijf we, omdat ik het in gedachten veel handiger had gedaan). Agata gaat deze middag voor het eerst paardrijden: een schitterend gezicht tussen de gele bloemenvelden (koolzaad hoor ik net van mijn vader). Ze is nauwelijks zenuwachtig en het rijden gaat haar ook heel goed af. Monika gaat vervolgens nog alleen een rondrit maken. Agata en ik wandelen in de tussentijd rondom het dorpje. Ze vertelt dat ze geïnteresseerd is geraakt in Boeddhisme en ooit graag naar India wil. We hebben het over de festiviteiten van de Poolse gemeenschap van afgelopen 1 mei, vanwege het toetreden tot de EU. Per dag krijgt ze soms meer dan 1 SMS van haar moeder: een overbezorgde moeder, die alles willen weten wat haar dochter in den verre uitvreet. Het liefste blijft Agata zoveel mogelijk in het buitenland. Haar kinderen en kleinkinderen zullen een veel beter leven/toekomst hebben. Na het paardrijden (huh, ik niet, ben je mal) eten we nog een ijsje bij het recreatieparkje "Signal de Bougy". De dames willen samen op de foto op een standbeeld ezel. Ze horen een klein meisje iets in het Russisch roepen. We hebben het over overeenkomsten tussen diverse talen. Ik leer onder anderen wat links en rechts in het Pools is. De Poolse taal heeft de eigenschap om zelfs namen te veranderen: Monika kan bijvoorbeeld in sommige gevallen Monike of Moniki worden. Maar dat gaat me allemaal te ver om te leren. Volgens Monika hebben de smurfen als allereerst westerse cartoon de communistische televisie verovert. Mijn voorkeur voor Tom & Jerry kan ze niet delen: te gewelddadig. Gisteren, vrijdag, heeft Agata bij de school van 'haar' jongens nog een au pair ontmoet. Bij haar vraag waar die 'nieuwe' vandaan kwam, bleek het ook een Poolse te zijn. Een Poolse invasie. Ik breng de twee terug naar het huis van Monika en een half uurtje later 'wil' ik weg. Mja, pleziertjes duren niet eeuwig. Afscheid nemen, kun je het beste zo kort mogelijk houden. Kussen: links, rechts en links. (Het gaat goed met mijn sociale vaardigheden.) Op naar mijn hotel. Over vijf weken kom ik terug. De plannen voor dan: "to the mountains". Johan (8, 9 en 15 mei 2004)
    Les trois Polonaises et la Suisse (3) Het weekend van 26 en 27 juni heb ik weer afgesproken met de Poolse dames in Zwitserland. Maar voorafgaand aan die ontmoeting breng ik nog een traditionele week door in Zuidoost-Frankrijk. Na een vlotte vrijdagse reisdag door Duitsland en Zwitserland zoek ik op zaterdag mijn vertrouwde plekjes op aan Lac d'Annecy. Een rustdag. De volgende dag staat een lange bergroute op het programma. Maar een storing geeft tijdens het ontbijt een aanblik van bewolkt en regenachtig weer. De twijfel slaat toe. Wanneer ik het hotel verlaat, zie ik dat de achterband aan de bestuurderszijde bij lange na niet de juiste bandenspanning meer heeft. Ik rijd rustig naar een tankstation; het is zondagochtend, niet racend meegesleurd wordend door de plaatselijke bevolking. Tja, een defecte bandpompinstallatie. De madame van ESSO verwijst me naar een BP-station in de richting van Chambery. Ik ontdek dat er een houtschroef in de band zit. Maar op zondag hoef ik geen bandreparatie te verwachten, dus eerst maar bijvullen. Ik hoor de lucht bij het lek weer uitstromen. Toch heeft het weinig nut om hier triestig in Annecy te blijven hangen. Enfin, ik ga dus maar richting Albertville. Net voor Albertville is een Intermarche (Les mousquetaires) open. Ik haal vers eten voor vandaag. Op zich was ik al voorbereid op een zondag zonder supermarkt; een meevaller dus. De band loopt leeg, maar niet zichtbaar snel. Ik besluit toch richting Grande Alpes te rijden, par Route National, direction Turin. Bij de beklimming van Mont Cenis zit ik tijdelijk in een dichte mist. Een grijze stier blaast naar me wanneer ik een kiekje van hem maak. Slechts een dun elektrisch draadje scheidt ons van elkaar. Zodar de top is bereikt, de Italiaanse grens naderend, klaart het weer op. Ik blijf een paar uur bij het schitterende bergmeer van Mont Cenis: picknicken, wandelen en ik rijd met de auto nog naar de andere kant van het meer. De bewolking afgewisseld met blauwe stukjes lucht, de vele bruine koeien, leveren mooie plaatjes op. Aangezien het weer steeds beter aan het worden is, waag ik het ook Col de L'Iseran te beklimmen. De dag voor mijn vakantie was volgens www.infotrafic.com deze col nog gesloten, maar onderweg stond inmiddels al aangegeven dat de col "Ouvert" was. Sporen van de winter zijn nog goed te zien; het asfalt is deels vernield en op sommige stukken rijd ik tussen flink hoge sneeuwmuren. De top van de col ligt op 2770 meter. Het is 5 graden en af en toe zit ik met mijn neus in de wolken. De band loopt inmiddels niet meer (hoorbaar) leeg. De schroef heeft zich misschien loom versmolten in de heet geworden band. De volgende ochtend ga ik naar een officiële autodealer waar ik de band laat repareren. De beste man zegt in Engels klinkend Frans of Frans klinkend Engels, eerst dat hij me pas om tien uur kan helpen. Maar wanneer ik ga zitten en hij het toch niet zo druk blijkt te hebben, mag ik om twintig over negen mijn reis al weer voortzetten. Kosten: 27 euro 51. Via de kortste route rijd ik naar de spectaculaire Gorges de la Bourne en Les Grandes Goulets, werkelijk bijzonder. De D518 voert door een zeer waterrijke kloof ('goulet' = bergengte) die aan alle kanten zwaar begroeid is, alsof je door een tropische broeikas rijdt. Het is vandaag 21 juni, met veel zonneschijn, ideaal weer dus voor geslaagde foto's in deze donkere krochten. Ik rijd door naar het zuiden; eens iets anders dan de N75 of N85. Dit is een mooi en rustig alternatief. Tolwegen zijn voor mij in Frankijk sowieso geen optie. Je doet er wel wat langer over, maar vakantie is er om te onthaasten. Deze hoogvlakte is zondermeer de moeite waard: prachtige velden met klaprozen, omringt door bergen, en de afdaling richting het stadje Die is ook mooi. In Cannes parkeer ik de auto op de grens met het stadje La Napoule. Wanneer ik de achterklep opendoe om een verse voorraad frisdrank in mijn rugzak te laden en de wandelschoenen te pakken, zie ik een beangstigend groot gat in de stoeprand zitten: een afvoerput met in de straat nog een groot rooster. Als daar de autosleutel maar niet in valt, denk ik. Aan het begin van de avond, terug bij de auto. Wederom sta ik met de achterklep open naast die gevaarlijke put, maar denk daar niet meer aan. Totdat de sleutel van de achterbumper valt en, je raadt het al, in dat gat valt. Oeps, kortstondige paniek. Ik zie nog dat de sleutel in twee etapes nog verder naar beneden valt. Maar hij blijft zichtbaar. Ik trek hard aan het rooster in het asfalt. Dat klapt wonderwel eenvoudig open. Met mijn bovenlichaam in de put gedoken, probeer ik uiterst gestrekt de sleutel te pakken. Zonder spierverrekking lukt dat ook nog. Pfoeh, mazzel gehad. Na twee dagen aan de Middellandse Zee, vertrek ik weer richting het noorden. Overigens, het uitzicht op de Mont Blanc bij Plataeu d'Assy is schitterend. Ander hoogtepunten waren Col de Forclaz met het uitzicht op Lac d'Annecy (mooi wandelgebied en ideaal voor parazeilen) en de afdaling naar, en het uitzicht op, de stad Martigny zodra je Zwitserland binnenkomt. Zaterdag 26 oktober om 11 uur sta ik bij het huis van Agata. Haar spullen staan al aan het begin van de oprijlaan. De enige geluiden in de luxe woonwijk zijn die van vogels. Rust is hier de heerser.
    Les trois Polonaises et la Suisse (4) Agata is afgelopen woensdag teruggekeerd uit Polen waar ze voor haar examens was (die heeft ze gehaald; volgens haar een te laag niveau, maar ze wil er ook niet veel moeite voor doen). Ze heeft zomerse kleding voor haar vriendinnen meegebracht. We halen eerst Monika op en rijden na een koffie- en theepauze door naar Ania. Het is inmiddels tegen de dertig graden. Als verlate lunch krijgen we bij Ania overgebleven pasta uit de microgolfoven. Agata fluistert me in het oor dat ze proberen een ander gezin te vinden voor Ania. De mensen doen er met cadeaus alles aan om het verblijf aangenaam te maken, maar Ania vindt het er niet prettig en ze vrolijkt dan ook helemaal op zodra ze haar vriendinnen ziet. Agata blijft nog tot oktober in Zwitserland. Ze wil na haar studie wel weer terugkeren, maar dan ook bij een ander gezin. De sfeer bij het huidige gezin is bijna nooit prettig. Op haar kamer voelt het soms alsof ze in een gevangenis zit, ondanks dat ze de ruimte leuk aangekleed heeft. (Een kamer onder het huis met slechts een beetje buitenlicht via een rooster.) Het doel van vandaag is "The mountains". Dat hadden we vijf weken geleden afgesproken. In de loop van de middag rijden we via L'Aigle richting het bergdorpje Leysin. Agata zit dit keer naast me (ze rouleren) en vindt de afgrond rechts naast haar maar niks. Van Monika moet ik korte stuurbeweginkjes naar links en rechts maken. Uiteraard doe ik dat. Agata en Ania krijsen! Nog net voor 17 uur gaan we met z'n vieren in een ei-vormig bakje met de kabelbaan naar Le Berneuse. Het weer is nog steeds uitstekend en het uitzicht rondom is formidabel, adembenemend, wondervol. We eten een ijsje bij het restaurant en leggen vervolgens de terugweg lopend af. Onderweg houden we een picknick waarbij de dames chips en blikken pivo uit de rugzakken tevoorschijn halen. Ik houd het bij een flesje ijsthee. Na de Pivo gaan we nog sneller naar beneden, inclusief een plaspauze (vanwege de pivo). Ik constateer dat ze een goede conditie hebben voor zo'n stevige wandeling. Anja plukt onderweg ieder nog niet eerder geziene bloem. Monika had van tevoren via internet een hostel gevonden voor slechts 27 CHF per persoon. De hostellier wil veel weten, ik merk aan de dames hun terughoudendheid dat ze hem te nieuwsgierig vinden. Tot na middernacht zitten we te genieten op het balkon van de Hiking Sheep: uitzicht op besneeuwde bergen. De dames drinken weer pivo. Later, wanneer een Canadees met een paardenstaart aanschuift, komt er nog een fles wino tevoorschijn. Af en toe loop ik naar de televisiekamer om de stand tussen Nederland en Sverige te zien: nul nul. De volgende ochtend wandelen we naar een niet zo hoog gelegen bergrestaurant, op aanraden van Kay (de bazin van Monika). Ik stel voor dat ik in oktober hun ga opzoeken in Poznan. Via de mail zullen we nog een weekend vastleggen. Onderweg komt een koe ons tegemoet. Ze drinkt uit de waterbak en krijgt cornflakes van Monika. De handen van Monika zitten onder het kleverige speeksel; dat krijgt ze er maar moeizaam af. Na deze schitterend zondag in de bergen eten we mixed salad in een dorpje aan Lac Lemain. Ania vindt een stukje mais in de salade. Ik vind later ook slechts 1 stukje. Wat karig zegh. Misschien is de mais hier erg duur. Mja, eigenlijk is alles in Zwitserland duur. Als toetje kies ik aardbeien met slagroom. De dames eten ijs. Smullen maar! We zijn inmiddels allemaal moe. Ania blijft achter bij haar gastgezin. "I will be the next", zegt Monika. Tja, helaas wel. Kay is net terug van een dressuurwedstrijd. Een van de paarden is aan een voet gewond geraakt doordat de ander er bij een stuurmanoeuvre op stapte. Van de vijf puppies zijn er vier inmiddels verkocht. Volgens Monika hebben ze de minst slimme gehouden. Het maakt eigenlijk niet uit wat je roept. Ze reageert op jouw stem. Aldus Monika, die uit wandelen is geweest en onderwijl het sprookje van Roodkapje vertelde. Als laatste breng ik Agata thuis. We zeggen onderweg weinig meer. Vermoeidheid. Rond half tien zit ik nog naar een voetbalwedstrijd te kijken in het hotel, wachtend tot ik slaap krijg. Morgen weer naar Nederland. Overmorgen weer uitrusten op het werk. Johan (18 t/m 28 juni 2004)