Veverka in Scandinavië (2004)
    
    
    Zondagochtend 11 juli. Rond 6 uur arriveer ik bij Utrecht CS. Er stapt een naar alcohol stinkend figuur op me af. Hij geeft me een hand. Even, heel even, dacht ik dat hij bij mijn liftster hoorde, omdat hij me een goede reis wenste. "Je hebt het bijzonder met haar getroffen." "Maar ik zie haar nu voor het eerst." "Nee!" "Jawel, ik heb haar nog nooit eerder ontmoet." "Jij moet niet liegen!" (Zulke figuren hebben weinig vertrouwen in de medemens.) In de tussentijd hebben de liftster (Brabantse) en ik elkaar begroet. De man begint op een gegeven moment vervelend opdringerig te worden. We blijven erg rustig op dit onuitgeslapen tijdstip. Maar we zijn blij dat we in de auto zitten en weg kunnen rijden, alvorens de man de deur weer open heeft gedaan. Een beetje een merkwaardige start van de vakantie. De liftster is nog gehuld in de kampvuurlucht van de dag ervoor, althans haar kleding. De sfeer is onderweg aangenaam gezellig en soms is het net alsof we een stel zijn. Ze nodigt me uit om te kanoen in haar woonplaats. Het schijnt dat er onder haar bezielende leiding nog nooit iemand te water is gegaan, dus dat moet dan maar. Zweden Om 17 uur 16 arriveren we in Zweden. Sverige verwelkomt ons met een paar stevige buien. We hebben 1040 kilometer afgelegd. Gelukkig is het droog weer wanneer we het tentje opzetten. En de aspergesoep smaakt uitstekend! De volgende dag gaan we via een door mij nog niet eerder gereden route tussen de grote zuidelijk gelegen meren door. De wegen zijn - speciaal voor ons - net vernieuwd. De reis verloopt voorspoedig. In de buurt van Karlstad wil de liftster graag met de trein of bus naar Stockholm (mijn route zal middendoor Zweden naar het noorden lopen en ik doe Stockholm pas op de terugreis aan). Bij het station van Mariestad zien we bordjes met echter alleen lokale busroutes. De trein moet je volgens een Zweedse dame, die op de trap naar de stationshal zit, van tevoren reserveren. Bovendien blijken de treinkaartjes elders in het stadje te verkrijgen, een heel gedoe dus. Het stationsgebouw en de omgeving zien er weinig hoopvol uit. Op naar het volgende stadje dan maar. In Kristineholm aangekomen kunnen we geen station vinden. We rijden wat rond. Plots ziet de liftster een bus met de tekst "Stockholm Expres" tegemoet komen. Snel er achteraan luidt het advies. Okay, dan doen we dat. Ze heeft mazzel: er is nog een plekje vrij en als ik het goed heb is 200 kronen niet duur voor die 3 a 4 uur reizen. Snel, snel de bagage overladen, betalen, de chauffeur geeft geen tijd meer voor een bezoekje aan de WC, dag zeggen en nog een foto maken. De volgende dag ontmoet ik mijn zus en kinderen, die in de zuidelijke helft van Zweden en Noorwegen (ver)blijven. We maken uitstapjes naar Nusnas (van de Dalahastens, de beschilderde houten paardjes), Tallberg (voor de kopermijnrood geverfde huisjes), Rattvik (Dalhalla theater in een kalkgroeve omgeven door water) en Leksand (pizza's en kipsalade). In Nusnas zien we een werkelijk prachtig beschilderde dekenkist staan (3000 kronen) . Ik besluit het niet nu te kopen, maar misschien op de terugweg. Een verstandig mens denkt eerst na voor zhij iets koopt (of mist weer eens een kans). Want wat moet ik eigenlijk met een dekenkist? Vanaf Ostersund begint Zweden pas echt: minder frequent steden, ruimte, stille gebieden met bossen, meren, moerassen en toendra. En uiteraard Rust. Werkelijk verslavend! In Gallivare, Lappland, is tot 15 juli de middernachtzon nog te zien, in het bijzonder vanaf de Dundretberg. In een reisverslag van een zuiderbuur werd dit verschijnsel hallucinerend genoemd, en dat is het ook. Een dag eerder, en dus zuidelijker, had ik tijdens een slaaponderbreking (voor wat gezeik in de natuur) al een bijzondere paars-rode lucht mogen waarnemen. Het is dat ik vaak erg moe ben en graag een goede nachtrust geniet, anders zou je hier 's nachts van de overvloed aan licht (verschijnselen) moeten genieten. Bij Kiruna bezoek ik het verkoelende Ice-hotel (zie ice-hotel.com, met dank aan Stefko) en in Abisko bewandel ik een deel van de historische route Kungsleden: hangbruggen, muggen, watervallen en moeras; waarbij je bij dat laatste overigens veelvuldig over balken kunt lopen. Gelukkig heb ik uitstekende wandelschoenen. Noorwegen Dezelfde dag nog ben ik in Noorwegen. Noors is eigenlijk Zweeds met een Duits accent. De middelste week breng ik het grootste deel door op de eilandengroepen Vesteralen en Lofoten. Het weer is vele malen beter dan vorig jaar. Nu kan ik de foto's maken die ik toen had willen maken: besneeuwde bergflanken, spiegelend water, idyllische rood en geel gekleurde kleine haventjes met pakhuizen op palen. Kortom, genieten geblazen. Ook voor de vogelaars zijn de eilanden een paradijs. Een gemiste kans, voor wat een aardige foto betreft, was een zeemeeuw met een net van de weg heropraapte zee-egel. De camera ligt vaak binnen handbereik, vliegensvlug volautomatisch, maar deze meeuw had daar geen geduld voor. De visseizoenen van de vissers in deze regio waren vroeger: - in de winter en voorjaar op kabeljauw; - zomers op walvissen (waarbij slechts 0,7 % van een populatie van inmiddels 100.000 gevangen wordt, dus die protestacties tegen walvisvangst zijn slechts gebaseerd op vooroordelen); - en in de herfst op haring. Tegenwoordig zijn er veel kwekerijen, let maar eens op de bassins langs de kust. Een andere hoogtepunt was de route naar Melfjordbotn, in de buurt van Mo i Rana, reeds op de terugweg in Midden Noorwegen. Qua ligging valt te zeggen dat dit overeenkomsten vertoond met de beroemde Geirangerfjord, maar dit heeft minstens, zoniet nog meer, indruk op me gemaakt. Zonder meer de moeite waard! Terug in Zweden Op de terugweg, in Zweden, koop ik nog twee knalrood geverfde klassieke stoeltjes in dezelfde verkoophal (Loppis/Antik) waar ik vorig jaar een witte gungastol (schommelstoel) heb aangeschaft. Zo blijft er geen plek meer over voor de dekenkist, of ik moet de hele kofferbak en achterbank anders gaan indelen. Maar die kist kan immers bij een volgende reis mee worden gebracht. Aldus democratisch besloten. In de laatste week breng ik nog twee dagen door in Stockholm. Wat zijn er hier toch veel mooie vrouwen. Alsof het 1 grote catwalk is. Parijs stelt wat dat betreft niks voor. Een poging om in het zuiden van Zweden nog geeimigreerde medecursisten van zweedse les te ontmoeten is mislukt. Ik heb nog wel hun huisjes gevonden (althans dat vermoed ik), maar niemand thuis getroffen. Tot slot heb je nog titelverklaring tegoed. Eerst zag ik bij Leksand een veverka (eekhoorntje) uit de boom afdalen om water te drinken uit een meertje. Leuk, aangezien ik net bezig was met het lezen van "Herinneringen van een Engelbewaarder" van W.F. Hermans (een prachtige speciale gebonden heruitgave). In dat boek speelt Veverka namelijk een rol. Noordelijker, bij Hoting, helaas midden op de weg nog een doodgereden eekhoorntje. Na 8634, veelal schitterende, kilometers mag ik mijn stulpje aan de Oude Rijn weer begroeten. Alwaar ik dit verslag op het dakterras zit te schrijven en zodadelijk, wanneer de schemer invalt, de vleermuizen weer opdoemen. Johan (11 juli t/m 1 augustus 2004)
    Hoogtepunten op Lofoten: - Nusfjord, zo'n typisch vissershaventje (de mooiste) - Henningsvaer, uitzicht op de haven, na 17 uur, met name vanaf de Hellansgata - Stokvissen, hangend aan houten stellages of opgeslagen in pakhuizen Aan te raden campings op Lofoten/Vesteralen - Sandsletta, Nederlandstalige eigenares (mooie dochters) - Brustranda, met schreeuwende meeuwen - Stokmarknes, aangenaam primitief - Sortland moet ik dan nog noemen als af te raden Lekkernijen: - Blamuggost (blauwe kaas) - Tunfisk (tonijn) i sataysaus - Puddingbroodjes met kokos als ontbijt, in iedere supermarkt te verkrijgen Overtochten (prachtig): - Melbu - Fiskebol, 77 NOK voor 1 auto + 1 pers. - Svolvaer - Skutvika, 222 NOK Tips Vesteralen en Lofoten: - Koop kaarten schaal 1:100 000 voor 110 NOK per stuk - Tank vullen op het vaste land, vanwege de brandstofprijs - Rijd niet alleen de E10, de (soms doodlopende) kleinere wegen hebben vaak meer te bieden