Paris - informatief (2005)
    
    
    [overnachten] Ik overnacht in de regel in één van de vele eenvoudige tweesterren hotels in Montmartre. Geen pretje voor mensen met claustrofobie, want: krappe kamers en een kleine piepende en krakende lift. Bij het boeken van drie of meer nachten krijg je vaak korting. Dat kan zelfs resulteren in een gratis nacht. In Bois de Boulogne zit eventueel een camping, maar die is matig van kwaliteit en mogelijk overvol, voor zover ik dat nog van 1984 kan herinneren. Die situatie kan intussen uiteraard zijn verbeterd. Tot laat in de avond zit ik op de zesde verdieping van het hotel op de rand van het raamkozijn, de voeten op het smalle balkon, te genieten van de volle maan over de beroemde Parijse daken met de veelvoudige schoorstenen. Her er der verlichte dakkapelletjes. Af en toe word ik uit mijn dromen opgeschrikt door een voorbij gillende sirene. Beneden draait een dubbele deur naar binnen toe open. Er komt een wit hondje tevoorschijn die al snuffelen even een pootje optrekt bij een autowiel. Daarna dribbelt het diertje weer naar de deur om in het holst van de nacht te verdwijnen. De deur sluit zich, zonder dat er een mensenhand aan te pas lijkt te komen. [metro] De metro is een must om je naar alle uithoeken van de stad te verplaatsen. Ik koop meestal de dag na aankomst bij het eerste de beste metrostation een "Paris Visite" kaartje voor 3 of 5 dagen. Reizen met de metro is sowieso een belevenis. Zweterige openbaar-vervoer-gezichten, die vaak een pocket lezen. Bedelaars die zich van wagon naar wagon verplaatsen. Muziekanten in de gangen. Luidruchtige toeristen die tellen na hoeveel stations ze moeten uitstappen. Een walhalla voor mensenkijkers. Let op de figuren die achter je meeliften bij de tourniquetten; druk de driepoot altijd stevig naar voren. Waarschijnlijk komt het doordat ik zo slank ben dat men al minstens twee keer met een welluidend "merci" mijn doorgang heeft benut door de driepoot even hardhandig terug te trekken.
    Hieronder beschrijf ik enkele plekken die ik in 1984, 1997, 1998, 1999 en 2005 heb bezocht. Ik verdeel de stad in drie delen. De Seine vormt daarbij een scheidslijn.
    [Noordzijde Seine] In 1997 arriveerde ik met de Thalys op Gare du Nord. Eenmaal met mijn koffer op straat gekomen, voelde ik me toch wel even verloren in deze levendige wereldstad. Eerst maar eens de plattegrond tevoorschijn halen. In de buurt van Gare du Nord loopt Boulevard de Rochechouart. Enkele zijstraatjes leiden in noordelijke richting naar de Sacré Coeur; daar heb je geen wegwijzer voor nodig. Onderaan de trappen een foto maken, want dit is daar de mooiste plek voor. Daarna een weg naar boven banen tussen de illegale verkopers met nepleren damestasjes door. Links van de kerk kom je uit op het plein met de portrettekenaars (in het voormalige kunstenaarsdorp Montmartre). Terug op Boulevard de Rochechouart sleuren twee net geklede dames een Engelsman een club in. Hij en zijn 'mate' kunnen het lachen niet laten, lachen om de volhardheid van de dames. Ik houd het bij het bewonderen van de etalages van de foto's bij de entree van de Moulin Rouge. Afhankelijk van hoe je de afbeeldingen bekijkt, dragen de dames meer of minder sieraden, veren en kledij. Aan de zuidzijde van Boulevard de Rochechouart zit een grote moderne Casino supermarkt. Ik noem hem even, want ik wil de lunch tijdens vakanties graag zelf samenstellen door een bezoekje te brengen aan een supermarkt. Iets noordelijker, bij metrostation Château Rouge, zit een rommelige marktstraat met voornamelijk groenten en vis. Deze straat is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Er heerst een duidelijk invloed van Afrikaanse immigranten. Helemaal in het Noordoosten van de stad zit het Parc de la Villette. Daar kun je een tochtje maken over het enige kanaal van Parijs. Aan dit kanaal zit overigens het 'beroemde', maar wel erg sobere, Hotel du Nord. Het meest indrukkwekkende park van Parijs, is Parc des Buttes Chaumont: met een waterval in een grot en een rotseiland. Dit eiland is bereikbaar via twee bruggen. Een stenen brug en een hangbrug. Vooral indrukkwekkend vanwege de enorme hoogteverschillen. Ik heb me laten vertellen dat dit park is gebouwd van/op afval. Bij de ingang tegenover het gemeentehuis poseren vaak bruidsparen voor een foto. Rond het meertje zijn tientallen aan het joggen. En op de schuine ligweiden is men aan het zonnen of bezig met meditatiesporten. In ieder land bezoek ik graag begraafplaatsen. Père Lachaise is extra bijzonder omdat er vele beroemdheden liggen. Enfin, koop een plattegrond net buiten de begraafplaats en zoek je favorieten in dit waanzinnige 'doolhof'. Tussen het Louvre en Place de Bastille zitten een paar aardige plekken om te bezoeken. Les Halles kun je overslaan, tenzij je van overdekt shoppen houdt. Ik vind dit gebouwencomplex maar een onoverzichtelijk 'wangedrocht'. In Rue Montergueil is het namelijk veel aangenamer vertoeven. Evenals de winkelstraten Rue Pierre Lescot en de obscure Rue Saint Denis (ten oosten van Les Halles). Aan het einde van Saint Denis staan vaak wat oudere dames van plezier hun diensten aan te bieden. Wandel door tot aan een Romeinse triomfboog en verwonder je. Aan de oostzijde van Boulevard de Sébastopol kom je uit bij Centre Pompidou. Dit door W.F. Hermans treffend omschreven "binnenstebuiten gekeerd gebouw", zit vol met - moderne - kunst. Hermans schreef tevens: "Het is een groot geluk in een stad te wonen waar zulke wonderwerken tot stand kunnen worden gebracht." Verder naar het oosten kom je op een gegeven moment door Rue des Rosiers. In deze straat zit onder andere een Joodse specialiteitenbakker. Let op de typische inrichting van het pand. Verder richting Place de Bastille, kom je langs Place des Vosges. Een bijzonder fraai parkje. Boeken en cd's? Aan Avenue des Ternes, op nummer 26, via metrostation Ternes, zit een grote FNAC-winkel. In de buurt van het Louvre zit ondergronds een Virgin Megastore. Aan Boulevard Montmarte zit eveneens een V. M. bij het metrostation Grand Boulevards, en er zit ook nog één aan de Champs Elysées. Ik kom regelmatig bij metrostation Grand Boulevards weer boven de grond. Naast het wassenbeeldenmuseum (Musée Grevin) zit de passage Jouffoy. In deze passage zitten een exclusieve meubelzaak, speelgoedwinkels, een banketbakkerij, en een winkeltje boordevol met filmaffiches, kaarten en posters. Ten noordoosten van dit metrostation loopt de Faubourg Montmartre. In deze straat zitten bij elkaar in de buurt een paar uitstekende - betaalbare - restaurants: Chinees (onbeperkt buffet), Japans ("Takemuto"), Italiaans en Mexicaans (verrukkelijke salades). Je kunt natuurlijk ook malse kip eten met chocolademouche toe in een typsich Frans restaurant. Bij de Chinees had ik de mazzel dat de familie die de zaak runt rond zeven uur zelf gingen eten. Bij hun op tafel lag een grote platte vis in een soepterrine. Helaas heb ik daar geen foto van gemaakt. In deze regio, in Rue Grande Marie, zit een supermarkt. Voor een nieuwe voorraad drinkwater en de lunch. Wandel ten zuiden van het metrostation Grand Boulevards, eventueel via een passage, naar de Bibliotheque Nationale. Tegenover die bibliotheek zit een klein parkje waar ik een keer de lunch heb genuttigd. In het midden staat een fontein met vier vrouwenbeelden - voorzien van charmante buikjes - die op een trotste manier vier grote Franse rivieren representeren: La Seine, La Saone, La Loire en Garonne. [Seine] Bij warm weer breng ik het liefste de avond door op de gietijzeren wandelbrug bij het Louvre. Lange tijd heette deze brug Pont des Arts. Maar Fransen eren graag hun prominenten, vandaar de hernoeming naar Mitterrand. En wat te denken van het parkje op het eiland bij Pont Neuf. Dit zijn ultieme romantische plekjes. Als variant kan het ook prettig zijn om de avonduren door te brengen op de trappen van de Opera, Palais de Chaillot (tegenover de Eiffeltoren), of in de vaak overvolle grasvelden onderaan de Eiffeltoren. Vanaf Palais de Chaillot, met mooie gouden vrouwenbeelden en kanonnen die als fontein dienen, heb je wat mij betreft het mooiste uitzicht op de Eiffeltoren. In een vleugel van dit 'paleis' zit een authentiek filmmuseum. De rondleiding was eind vorige eeuw alleen in het Frans mogelijk. Sinds enkele jaren is vanaf Pont Neuf een deel van de weg langs de Seine tussen (plusminus) 21 juli en 21 augustus voor het verkeer afgesloten. Die plek heet dan "Paris Plage". En jawel: er ligt dan een heus strand en er worden allerlei zomerse activiteiten georganiseerd. Uiteraard bezoeken vele toeristen de Notre Dame op Ile de la Cité. Persoonlijk vind ik het maar een lelijk bouwsel. Maar wie ben ik. [Zuidzijde Seine] Tussen Boulevard Saint Michel en Rue Saint Jacques lopen enkele smalle straatjes (Metrostation Cluny-Sorbonne.) Dit is de studentenwijk; let maar op het grote aantal Lycée's en Ecole's in dit arrondissement. In die gezellige straatjes zitten veel restaurants. Eén van de meest door mij gebruikte metrostations aan deze zijde van de Seine heet Mabillon. Je kunt hier ook wandelend komen door vanaf het Louvre over de Mitterand-brug naar het zuiden te gaan via Rue de Seine. In Rue de Seine zijn enkele galerieën gevestigd. En aan het einde, in de buurt van de drukke Boulevard Saint Germain, zit een Casino supermarkt. Dan vergeet ik nog bijna Musée d'Orsay. Dit museum is een bezoek waard voor het geval het in augustus regent. Ik ben persoonlijk geen museumliefhebber, tenzij het om foto of film draait. Voor mij ligt, staat en loopt de kunst vaak op straat. Vanaf metrostation Mabillon zuidelijk naar Place Saint Sulpice (bekend uit de Da Vinci Code). Dit plein is ook een favoriet lunchplekje van mij. Tegenover de muffige kerk, aan Rue Bonaparte, woont op nummer 76 de Franse Actrice Catherine Deneuve. Ik heb haar daar toevallig - waarschijnlijk was dat in 1998 - uit een auto zien stappen na een middagje winkelen, met een grote bril op de neus en allerlei tassen met dure kledij. Nog iets zuidelijker ligt Jardin du Luxembourg. Met prachtige beelden (ik hoop dat de namen nog steeds leesbaar zijn). Mensen die er schaken, tennissen, zonnen of lezen. De stadsdrukte ontsnapt. In het weekend is er vaak live muziek in de muziekkiosk. Nog zuidelijker, bij metrostation Denfert Rochereau, zitten de catacomben van Parijs. Dit gangenstelsel geeft onderdak aan een enorme hoeveelheid menselijke overblijfselen. Het is even zoeken naar de ingang. Maar de moeite waard! Impresive! In 1984 ben ik tot de tweede verdieping van de Eiffeltoren geweest. Maar eigenlijk is het uitzicht over de stad vanaf Tour Montparnasse (209 meter) mooier. En dat komt met name doordat je vanaf die toren de Eiffeltoren kunt zien! Dankzij W.F. Hermans heb ik ontdekt dat er in Parijs zelfs straten naar Nederlanders zijn vernoemd, zoals daar zijn: Rue Rembrandt, Rue Spinoza, Rue Huychens en Rue Erasme. Verder kan ik de tuinen van Versailles aanraden. Blijf daar minstens een paar uur. Want het is een enorm uitgestrekt gebied. En dan hoop ik dat de fonteinen in werking zijn.
    Tot slot enkele passages uit "De Weerspannige Slaper", Parijse notities van Hermans. Ingeleid door Arjan Peters, de samensteller van het boek.
    Hermans verruilde in 1973 zijn Villa in Haren voor een etage in Parijs. Hij heeft zich in het dynamische straatleven kunnen overgeven aan het voor hem karakteristieke intense kijken. Als anonieme wandelaar heeft hij zijn eigen persoon kunnen relativeren op een manier die hem in Nederland niet mogelijk was. "Hoe langer ik hier ben, hoe minder ik kan begrijpen dat niet iedereen er al lang vandoor gegaan is in Nederland." "En is het niet een schandaal en een monsterlijk gevolg van de Nederlandse hokjesgeest, die als bewezen aanneemt dat schilders geen schrijvers zijn, dat je in de Nederlandse literaire bloemlezingen zelden of nooit een brief van Van Gogh aantreft? En dit, terwijl zijn brieven een van de weinige werkelijke grote literaire monumenten van internationale klasse vormen." "Al onze buren zijn weg. Zelfs de conciërge heeft vakantie. Wij blijven natuurlijk, want geen maand van het jaar is in Parijs zo heerlijk als augustus, wanneer grote troepen mensen de stad uit zijn." "De Japanse toeristen zijn de sympathiekste die je kunt ontwaren: smaakvol en simpel gekleed, lopen ze stilletjes rond, vallen niemand lastig en praten ook onder elkaar zeer zachtjes." "Stad waar alles mogelijk lijkt, omdat wie er komt, onmiddellijk vergeet wat alles is waar hij thuis over heeft zitten soezen." "Fooien geven is trouwens mensonwaardig. Karl Marx zal er ook wel tegen zijn geweest." "Hoe Pompidou, een cultureel man, constateerde dat er in geen veertig jaar te Parijs een werkelijk monument was neergezet. Hoe hij met verdriet waarnam dat Parijs, jarenlang het artistieke brandpunt van de wereld, deze ereplaats begon te verliezen en dat hij daar wat tegen wilde doen." "Pompidou, opvolger van de 'rechtse'generaal De Gaulle, was 'rechts', tenminste dat heeft Links zo vastgesteld. En 't is bekend dat Links nooit vergissingen begaat, nooit iets herroept, nooit een dwaling erkent want dwalen doet het nooit, ook al weet iedereen dat het gedwaald heeft." "Hoe mooi de Europese steden vroeger waren en hoe lelijk ze worden dankzij de industrialisatie - sterk bevorderd door twee wereldoorlogen." "Omdat ik - ziekelijke gewoonte - graag gelijk heb, scheidden we als de beste vrienden." "De meeste toeristen gaan naar plekjes waar andere toeristen ook naartoe gaan. Of zoeken het avontuur in restaurants waar anderen ook al avonturen hebben beleefd."
    Johan