Spanje & Portugal (2007), Spanje deel 2
    
    
    Terug in Spanje Om tien voor twee ben ik weer in Spanje. En eigenlijk ben ik lichtelijk blij Portugal achter me te laten. Misschien was het bezoek aan Portugal te kort om helemaal enthousiast te raken over het land. Het grijze weer van vanmorgen hielp daar ook niet bij. Ik voel me blijkbaar meer thuis in Spanje. Ciudad Rodrigo Een verrassend authentieke binnenkomer in Spanje is Ciudad Rodrigo. Ik las ergens dat het één van de minst verprutste historische steden van Spanje is. En de zon breekt door! Alsof die ook een siësta heeft gehouden. Het oude stadsdeel ligt op een heuvel aan de Rio Agueda. Tussen de nieuwe en oude stad loopt een éénrichting straat, althans volgens een verbodsbord. Bij nader inzien toch niet. Volgens het onderschrift geldt het bord niet voor mij: "excepto turismos". Het is zondag, vandaag is het Plaza Mayor autovrij. Gelukkig maar, dat is mooier voor de foto’s. Ik eet espárragos (asperges) en stukjes cabrito (berggeit) met salsasaus, aceitunas (olijven), en een mandje pan (brood). Na het eten wandel ik twee stukjes over de stadsmuren; bij het paradorhotel en boven de stadspoort bij de kathedraal. Je kunt tenslotte niet bij iedere stad over de muren lopen. Wanneer ik bij de gemeentecamping van de stad kom, schrik ik even. Is dit alles? Een ommuurd terreintje aan de andere oever van de rivier met veel bomen, een gesloten receptiegebouwtje waarop staat dat de camping open is, en zo op het eerste gezicht sterk verwaarloosde sanitairgebouwen. En misschien wel het meest vervelende: geen campinggasten. Tja, wat zal ik doen? Ik check even of er warm water uit de douche komt. Yep, dat zit goed. En het gras is ook prima voor mijn tentje, dus waarom eigenlijk niet? Dan maar alleen op de camping. Wanneer ik mijn tentje heb staan, komt een jonge vrouw aanlopen die vraagt of ik meekom naar de receptie. Her en der hangen teksten met voorschriften in het Spaans en Engels. Hm, slecht vertaald, sommige woorden hebben ze gewoon in het Spaans laten staan. Even later komt een oude Volvo met een caravan het terrein oprijden. He! De bestuurder loopt naar me toe om te vragen of er wel iemand bij de (weer gesloten) receptie komt? "Ja", zeg ik, "Ga maar ergens staan. Er komt zo wel iemand." De bestuurder van de Volvo is de roodharige Nederlander die ik in Coimbra bij de universiteit zag. Hij reist samen met zijn vader. Ik vertel ‘m dat ik hen daar heb gezien. Hun auto en caravan zijn voorzien van Spaanse kentekens, uit Ronda zo te zien. Vader en zoon gaan vanavond uit eten. Ik kom ze niet meer te spreken. Het Finse echtpaar ruziet de rest van de avond. Las Hurdes Maandag 28 mei. Vandaag ga ik naar de streek Las Hurdes. Vroeger één van de armste streken van Spanje. Na een lange rechte weg over een vlakte, nader ik het gebergte van de Sierra de Peña de La Francia. De Peña de La Francia is een bergtop van 1732m waarop een klooster en televisietoren staan. De 11 kilometer lange weg naar de top doet me denken aan Franse Alpenpassen. In de afdaling kom ik door een mooie frisse en groene omgeving. Perfect om te wandelen. Bij het klooster van Las Batuecas begint een wandeling door de vallei. De wandelroute volgt de rivier. Na de wandeling heb ik honger. Ik rijd speciaal 15 km (enkele reis) om voor het menu del dia in hostel Montesol van Cáceres las Hurdes. En wat krijg ik daar om twee uur ’s middags te eten? Een mandje brood en een schaaltje met 4 plakjes spek. Zeer gebonden soep met paar stukjes spek, groenten en stukjes aardappel, daarna maar liefst drie stukken lamsvlees, dunne bruine patat en sla. Als toetje flanpudding. En een fles aqua. Voor 8 euro. Ik kan me voorstellen dat je na zo´n zware maaltijd toe bent aan een siësta. In de eetzaal zitten verder onder andere werklui die de toegangsweg verbreden en een moeder met 6 kinderen in de leeftijd van 3 tot 10... Let op de datum van de kassabon:
      menu del dia
    Inmiddels ben ik weer afgezakt tot in de provincie Extremadura. Ik kom langs het mooie ommuurde stadje Galisteo, en door het boerendorp Mirabel met een kasteelruïne. Even later ontvouwt zich een gigantisch uitzicht voor me richting het zuiden: E I N D E L O O S. Ergens in de verte moeten Guadalupe en Trujillo liggen. Parque Monfrague Na de afdaling duik ik in een kloof die door de Taag is uitgeslepen. Aan de overkant rijd ik enkele kilometers naar het oosten, langs diverse finca’s, om vervolgens naar Parque Monfrague af te slaan. In de nauwe kloof, de poort van de Taag, nestelen heel veel vale gieren. Daarna kom ik weer via een brug over de Taag. Aan de rand van het park zit een uitstekende camping waar ik vannacht kampeer. Dinsdag 29 mei. Vanmorgen reis ik eerst pakweg 18 kilometer terug het Parque Monfrague in. Want ik wil toch iets meer van het park zien. Vooral de vale gieren zijn indrukwekkend. Het is een fantastisch schouwspel hoe ze over de kloof vliegen, met hun wijde vleugels. Naast me staan vogelaars met indrukwekkende verrekijkers en videocamera’s met 20 keer zoom. Ik blijf hier minstens een uur staan om te genieten wat er boven ons gebeurt. Granadilla Daarna reis ik naar het spookdorp Granadilla. Dit dorp is bereikbaar vanuit Zarza de Granadilla, via een niet al goede weg. In de jaren zestig werd Granadilla ontruimd omdat er een stuwmeer werd aangelegd. Maar het stuwmeer is nooit tot aan het dorp gekomen. Na jaren van verwaarlozing heeft de universiteit van Salamanca hier een project gestart waarbij de studenten het centrum rehabiliteren. Het lijkt een soort van zomerkamp met gebruikmaking van de gebouwen die er stonden. Voor een groot deel keurig gerestaureerd. Daarnaast hebben ze voor wat vertier een sporterrein en openluchtzwembad aangelegd. Als ik het goed begrijp horen de schapen ook bij de universiteit en de diverse projecten die ze hier ondernemen. De woningen die rondom de stadsmuren staan, zijn niet onderhouden. Die vind ik het meest fotogeniek. Vervolgens ga ik de bergen in. Candelario Candelario ligt ruim 1700 meter boven de zeespiegel. Het zou op zich een bergdorpje in de Franse Alpen kunnen zijn. Dit dorp staat bekend om de halve deuren die nog voor de voordeur zitten. Het is een mooi dorp; vandaag niet door de toeristen overlopen. Bij de fontein halen twee oude vrouwtjes elk twee kruiken water. Ik laat Candelario achter me en reis verder richting het noorden. Onderweg passeer ik dorpjes met namen als Fresno en Buenavista. Langs de weg nestelen ooievaars op hoogspanningsmasten. Vanaf de laatste bergpas (1186m) zie ik Salamanca al liggen. De afstand naar deze studentenstad is vanaf hier nog zeventien kilometer. Mijn enthousiasme neemt toe! Salamanca Halverwege de middag arriveer ik in Salamanca. Ik parkeer de auto in de wijk tegenover de oude Romeinse brug en wandel via die brug naar de stad. Vanaf die brug heb ik een prachtig zicht op de stad. De kathedraal steekt boven alles uit. Dit blijkt overigens een goede actie te zijn. Eigenlijk had ik Salamanca pas voor morgen op het programma staan, maar wat blijkt: vooral op de namiddag worden de belangrijkste historische gebouwen het beste door de zon beschenen. Dus ik begin met foto’s maken, zodat ik morgen de stad in alle rust nog eens tot in de details kan verkennen en volop kan genieten van het leven in deze zeer fraaie studentenstad. Eén van de meest fotogenieke ‘attracties’ is de beroemde plateresco-gevel van de oude universiteit. In de buurt van de universiteit, zie ik tot mijn verbazing in het Nederlands op de gevel staan: "ERASMUS, bruin café" (www.erasmuscafe.com). Het interieur is door Nederland geïnspireerd: op een muur zijn grachtenhuizen afgebeeld, er hangt een zwarte weduwefiets, enzovoorts. Op het Plaza Mayor staan maar een paar bankjes. Ik deel één van die bankje met vreemden. Mijn oog valt op een oud duifje dat onverstoorbaar op het plein blijft zitten. Ik houdt het vogeltje lange tijd in de gaten. De mensen die het plein diagonaal oversteken, van winkelstraat naar winkelstraat, verwachten dat de duif opvliegt, maar tot hun verbazing gebeurt dat niet. Ze kijken naar vreemd naar de vogel om. Ik voel me net het oog van de camera van Bananasplit. Een groepje studenten komt af en toe een kijkje nemen bij het duifje. Ik ben dus niet de enige die de duif in het vizier heeft. Wanneer één van de meisjes kruimels neerlegt en weg- loopt, komt snel een houtduif aanvliegen. In plaats van dat het oude duifje de kruimels eet, verdedigt ze haar territorium. Maar de vitale houtduif is vele malen sterker en pikt de oude duif fel in de nek, pikt een paar kruimels, en pikt nog even extra bestraffend in de nek van het zielige vogeltje. Dit niet gebeurt vast niet voor het eerst, want de verenhuid van het duifje ziet er niet meer al te fris uit. Een harde wereld, de wereld van de duiven. Ik eindig mijn verkenning aan het begin van de avond op één van de gezelligste plekken van de stad onder de cipressen aan het Plaza Anaya. Studenten van de faculteit filosofie en letteren zitten op de trappen voor hun ‘thuisfront’. Woensdag 30 mei. Vanmorgen allereerst naar de hypermarkt E.Leclerc voor ontbijt. Daarna parkeer ik de auto weer bij de brug. Johan gaat weer aan de wandel. [fragmentje uit de mail] Inmiddels dus in Salamanca. Een minstens zo levendige studentenstad als Coimbra. Erg mooi historisch stadsdeel. Alle gebouwen in een zelfde kleur en mooie bestrating in veel autoloze straten. Erg prettige stad om te zijn. Ook veel buitenlandse studenten die hier Spaans leren. En de stad heeft een prachtig Plaza Mayor; het meest symmetrische Plaza Mayor van Spanje. Hier op een pleintje tussen een universiteitsgebouw en de kathedraal (eigenlijk de oude, met daaromheen de nieuwe als ´steunbeer´) kwam gisteravond een zustertje in zwart naast me zitten. Ze liep moeilijk en had een kruk bij zich. Begon een heel verhaal tegen me af te steken. Vroeg mij af en toe wat. Waar ik vandaan kwam, of ik hier alleen was, waar ik sliep en wat ik deed? "Registria." Toen ik een salamandertje op het muurtje voor ons zag sluipen, en haar daar op wees, pakte ze de kruk en sloeg in de richting van het diertje. Mis uiteraard. Prachtig hoe ze aan het vertellen was, af en toe verstond ik een woordje, ik begreep dat ze voor me zou bidden. We hebben samen veel gelachen. Ik heb haar ook op de foto gezet. Toen ik haar vroeg of ik een foto van haar mocht maken, zei ze dat ze dat ze maar lelijk was en altijd heel raar op de gevoelige plaat kwam. Er staat flink wat wind. Dat maakt het wat koeler. Temperatuur rond de 20 graden. De zon is er vandaag iets minder dan de vorige 2 dagen (toen tussen de 20 en 24). Maar een ideale temperatuur om grote afstanden per voet door de stad af te leggen - ik leg wat kilometers af - en niet zo afhankelijk te zijn van airco. Op de camping van Salamanca werd ik aangesproken door twee Duitse motorstellen. 4 BMW-motorfietsen en 2 tentjes. Tussen de 45 en 50 jaar en pas sinds een paar jaar wat avontuurlijker op reis - verder van huis - sinds de kinderen oud genoeg zijn om alleen thuis te vertrouwen. Ze waren zeer geïnteresseerd in mijn reizen en ik heb ze wat tips meegegeven. [einde mail] Donderdag 31 mei. Ik volg de weg naar Avila (tevens richting Madrid). Net voor Avila neem ik eerst een omweg richting de Sierra de Gredos (tevens Toledo), naar het dorp Hija los Dios, letterlijk: De Dochter van God. Daar ben ik in 2005 ook geweest, maar heb er toen geen foto’s gemaakt. Vandaar. Ik ontdek nu ook dat aan de rand van het dorp een informatiebord staat voor het natuurpark aan de voet van de Sierra. Daarna dezelfde weg terug naar Avila. Avila is met 1130 meter boven de zeespiegel de hoogstgelegen provinciehoofdstad van Spanje. Allereerst maak ik een stop bij het panoramapunt voor de stad. Daar staat een leuk Romeins ‘prieeltje’. Iemand vraagt me om een foto te maken van een groep. Een hele rij fototoestellen wordt vervolgens naast me neergezet. Ha. Nou ja, vooruit dan maar. De stadsmuur, met vele kantelen, is prachtig intact. Hij loopt helemaal rond de stad. Binnen de muren stelt Avila weinig voor. Na een uurtje heb ik het hier wel gezien. Coca In Coca staat een waanzinnig kasteel. Helaas staat er geen water in de grachten. Ik moet een kwartiertje wachten tot de siësta voorbij is en het kasteel de deuren opent voor bezoekers. In de jaren vijftig van de vorige eeuw is het kasteel in opdracht van het Ministerie van Landbouw prachtig gerestaureerd. Er is een school voor boswachters in gevestigd. (Mijn toekomstige beroep?). Segovia Vanuit Coca is het niet ver meer naar Segovia. Het landschap gaat geleidelijk over van bos in prairie. De Romeinse invloeden in architectuur nemen toe. Her en der staan zomaar kerkjes in het landschap. Op een gegeven moment zie ik plotseling Segovia liggen. Achter ‘het schip’ ligt in de verte de Sierra de Guadarrama, zwaar in de bewolking. Ik wil graag proberen de stad bij de noordpunt te benaderen. Vanaf de CL605 houd ik op een gegeven moment links aan, dat is de CL607. En ik kom precies uit waar ik had willen zijn. Het Alcazar (kasteel) ligt bovenop de noordelijke rotspunt van het oude stadsdeel. Af en toe komt de zon tussen de wolken om de stad vol in het zonlicht te zetten. Voor een overzichtsfoto bevind ik me nu echter veel te laag. Dus in plaats van de stad in te rijden, sla ik linksaf richting het dorp Zamarramala (in de richting van Valladolid). Ik kom langs een twaalfhoekig Romaans kerkje dat (dus) buiten de stadsmuren staat. Aan de rand van Zamarramala parkeer ik de auto en ik wandel langs een graanveld richting Segovia. Ik bevind me nu op een vlakte die iets hoger ligt dan de stad. Op een gegeven moment kom ik bij een muurtje dat langs een afgrond loopt. Daar schrikken drie berggeitjes van me. In de diepte stroomt een rivier. Ik zie een hotel en een parkje, de plek waar ik zoëven nog stond, maar veel belangrijker: recht voor mijn neus: het Alcazar en daarachter de rest van de stad. Een schitterende en unieke fotoplek, helemaal voor mij alleen. Daarna volg ik de prachtige rondweg (SG-20), die op een eerbiedwaardige afstand bijna helemaal rond de stad loopt. De oud stad ligt op een heuvel, en rondom de stad is het landschap ook heuvelachtig. Door de hoogteverschillen verdwijnt de stad regelmatig uit het zicht wanneer ik de rondweg volg. Ik hoef niet zeven keer rond de stad te rijden om haar te veroveren, maar het doel van deze omzwerving is om een goed beeld te krijgen hoe de stad geografisch gezien in elkaar steekt. Aan het einde van de rondweg kom ik op het punt waar wegnummer CL-601 vanuit Valladolid de stad inkomt; deze weg leidt direct naar het aquaduct. Aan die weg ligt op een hoger gelegen deel van de buitenstad, zo’n drie kilometer van het centrum, het paradorhotel van Segovia. Daar heb ik een kamer geboekt. Speciaal vanwege het uitzicht over de stad. De receptionist is zo vriendelijk om mij kamer 509 te geven, met zicht op de stad. En dat zicht is vanaf hier ook prachtig! Want nu zie ik ook het aquaduct. Eigenlijk heb ik vanaf hier pas echt de complete stad in beeld! Vrijdag 1 juni. Vanaf de parador rijd ik naar het aquaduct. Net voor de stadsmuren sla ik rechtsaf. Mijn doel is om een parkeerplekje te vinden bij het Alcazar, maar dan onderaan de oude stad. En dat blijkt een verstandige keuze te zijn, want in de ochtend staat het Alcazar mooi in het zonlicht. Het beloofd een prachtige dag te worden. Samen met een Japans meisje start ik het bezoek aan het Alcazar. Een Playmobielachtig kasteel dat veel ouder is dan je zou denken. Het is in de 12de eeuw gebouwd, maar kreeg zijn huidige vorm in de 14de en 15de eeuw. Via het nogal saaie Plaza Mayor kom ik uit op het veel mooiere Plaza San Martín. Daarna bij het beroemde acueducto romano (Romeinse aquaduct): zonder specie op elkaar gestapelde granieten blokken. Een enorm bouwsel! Een goudmijn voor de stad. Van een afstandje doet het me denken aan tekeningen zoals die voor tekenfilms of stripboeken worden gemaakt, met nadrukkelijk onderscheiden steen voor steen afgebeeld. Dichtbij het aquaduct zijn jongelui stellages aan het opbouwen waar graffiti kunstenaars zich op uit kunnen leven. Een soort van blokkendozen. Qua vorm wel passend bij het aquaduct. Aan het begin van de siësta merk ik weer hoe de stad rustig aan het leeglopen is. Naast het aquaduct zit een groot internetcafé. Ik mail naar Nederland. Wanneer ik uit mijn concentratie kom en om me heen kijk, zit er een hele groep jongens, scholieren, bij elkaar spelletjes te spelen. What a life... Daarna eet ik een rijk belegde pizza formaggio. [Fragmentje uit de mail] Ik ben nu in Segovia. Bekend van het grote aquaduct uit Romeinse tijd en een Playmobielachtig kasteel op het uiteinde van de oude stad. Afgelopen nacht in het paradorhotel geslapen, met vanaf het balkon een compleet overzicht van de stad. Schitterend! Een mooie kamer met een heerlijk bad. Even weer wat afwisseling ten opzichte van slapen in het tentje. De vorige keer heb ik op de camping aan de rand van Segovia gestaan, en die is op zich prima. Oorspronkelijk zou ik daar komende nacht gaan staan, maar misschien reis ik alvast een stukje verder richting Soria. Ik maak veel foto´s. De videocamera heb ik niet bij me. Dat zou wat teveel van het goede zijn. Anderhalf uur internetten voor 2 euro 50, dus ik probeer de tijd vol te maken; kijk zo ook even wat voor weer het in Nederland gaat worden. Hier zou het volgens de televisie vooral zondag een mooie dag worden. Vandaag is ook prima. Vanmorgen begonnen met 12 graden, maar de zon warmt snel op. Gemiddeld had het deze reis wel 5 tot 10 graden warmer mogen zijn, dan had ik vaker een korte broek kunnen dragen. Uitschieters qua warmte waren de dagen voor, in en na Toledo en aan de zuidkust was het ook warm. Gisteravond even televisie gekeken. Van de 26 kanalen geen enkele Engelstalige Tv-zender. Wel een paar commerciële, Duitstalige. Ze hebben hier een Spaanstalige versie van CNN. En alle films worden nagesynchroniseerd. Er zijn weinig Spanjaarden die (goed) Engels spreken... [einde mail] Pedraza Aan het einde van de middag verlaat ik met een beetje pijn in mijn hart Segovia en reis af naar Pedraza de la Sierra. Pedraza is als een mooi gerestaureerd middeleeuws ‘Provençaals’ dorp. De route die me door de stadpoort naar het parkeerterrein en terug leidt is ook erg leuk. Een avontuur om met de auto terug-in-de- tijd te rijden. Ik ga vandaag inderdaad niet naar de camping van Segovia. Want in Riaza zou een goede, nieuwe camping moeten zitten. En dat is zeker het geval. Een supermoderne camping zelfs. Bij de slagboom zit een systeem waarmee het kenteken van de auto kan worden gelezen. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt in mijn rijke kampeercarrière. Zaterdag 2 juni. Vandaag kom ik op het punt waar ik in het begin van de reis ook was, namelijk El Burgo de Osma. Vanaf nu ga ik via een iets andere route als op de heenreis richting de Pyreneeën. In de E.Leclerc van Soria koop ik een Michelin plattegrond van Toledo, schaal 1:6000. Daar ben ik erg blij mee! Nu heb ik drie plattegronden van Toledo, want ik had al een A4-tje op de camping gekregen en een uitvouwkaartje van het centro commercial Luz de Tajo. Daarnaast vul ik de voorraad koekjes weer aan. Spanje is bijna net zo’n koekjesland als Zweden. En misschien nog wel meer dan Nederland een land van verkeersdrempels. Tarazona Tarazona is een bijzonder levendig en gezellig stadje. Er staat hier een bijzondere stierenarena: Plaza de Toros Vieja. Die diende vroeger namelijk ook als Plaza Mayor, het centrale plein van de stad. De drie verdiepingen rond het plein zijn bewoond. In de etalage van een bakkerij ziet alles er zo verrukkelijk uit. Ik zwicht voor een vruchtentaartje met ananas. Bij het gemeentehuis zie ik alweer een bruidspaar. Daarna reis ik speciaal naar het dorp met de bijzondere - voor mij tenminste - naam: Buñuel. Net als de filmregisseur. Buñuel is groter dan ik had gedacht. Maar absoluut geen fotogenieke plaats. Een beetje industrie en veel landbouw. Naar schatting 5000 inwoners, met een zwembad, sportvelden en ouderwets aandoende winkels. Buñuel ligt aan de Ebro. Ik kom over de Ebro richting het noorden door een vlak landschap met veel landbouw. Zo rijd ik recht op de zuidrand van de woestijn Las Bárdenas Reales af (zie ook 15 mei). Op de kaart heb ik een klooster gespot: Sancho Abarcal. Dat ligt op een berg van 635m aan de rand van de woestijn. Onderweg naar de voet van de berg rijd ik snel over een smalle rechte asfaltweg met her en der gaten. Goed uitkijken dus! Er steekt bovendien plotseling een vos over. De weg naar boven is van gravel. Net voor de top is een veldje met picknicktafels. Bij het klooster staat een televisietoren. Het waait hier flink. Het uitzicht is adembenemend! Zowel over de woestijn als over het landschap in het zuiden en westen. Uncastillo Een rustig middeleeuws dorp dat niet door de moderne tijd is aangetast. Boven het dorp bevindt zich een nog niet geheel gerestaureerd kasteel. Het is mogelijk om de toren/museum te beklimmen. Via een smalle bergweg, met af en toe niet al te best asfalt (veel gaten), rijd ik door naar Sos del Rey Catolico (Sos de Katholieke Koning). Sos is groter ten opzichte van de vorige plaats. En het heeft een veel ingewikkelder stadsplan, met trappen en onderdoorgangetjes. Zelfs na een oriëntatiestop vanaf het kasteel raak ik zo weer de weg kwijt. Een kwestie van gewoon doorwandelen en maar zien waar ik uitkom. In het dal ligt het klooster Valantuñana. Wanneer ik daar aankom is het inmiddels gesloten. De laatste bijzonderheden van vandaag liggen rond het Embalse de Yesa. Ik ben hier in 2005 ook geweest. Toen te kort, dat ga ik morgen goedmaken. Het enorme stuwmeer kenmerkt zich door merkwaardige bolle grijze heuvels aan de randen. Dan eerst rechts van de weg een verlaten dorp op een heuvel, in de buurt van een camping. Even later links van de weg het verlaten dorp Escó. Nog enkele kilometers verder ligt links van de weg het dorp Berdún prachtig op een tafelberg. Deze noordelijke regio van Spanje tegen de Pyreneeën, is zondermeer erg mooi om te verkennen en vakantie te houden. Zondag 3 juni. Voor 9 uur ben ik al onderweg. Ik praat op de camping eerst nog even met een Nederlandse man die met een groepje per fiets naar Santiago onderweg is. Ik rijd vanmorgen allereerst terug naar het Embalse de Yesa. Spookdorp Escó Bij Escó laat ik de auto bij de weg (N240) staan. Het zou ook niet mogelijk zijn om vanaf hier met de auto dichterbij het dorp te komen; daar is het pad veel te slecht voor. Eerst passeer ik een paar sterk vervallen huizen, die enkele tientallen meters buiten het dorp staan. Rechts is een opmerkelijk mooi - redelijk recent - aangeplant stukje bos. Vervolgens loop ik door de hoofdstraat, voor zover je nog van straat kunt spreken. Ik maak veel foto's: voor een zo compleet mogelijke reportage. In één van de huizen ligt een krant uit 1999. Ik klauter tussen struiken, restanten van muren, naar de kerk. Die kerk zag er op het eerste gezicht nog goed uit, maar van binnen zie ik dat het plafond niet meer intact is en de vloer vertoont ook ernstig verval. Wanneer ik in de kerk foto's maak, verstoor ik met het flitslicht vleermuizen. Dus daar stop maar mee. Ik heb ook geen zin om door een vloer te zakken. Links van de kerk hoor ik plotseling muziek uit een radio: The Dire Straits. Daar staat inderdaad nog een huis dat redelijk intact lijkt. Hm, dan loop ik maar niet verder in die richting. De bewoner is mogelijk niet van bezoekers gediend. Achter het dorp zie ik nog een schuur of boerderij waar een auto bij staat. Eenmaal terug bij de auto, vraag ik me toch af hoe de ‘bewoners’ van het dorp daar nog kunnen komen. Een paar honderd meter naar het westen ontdek ik tussen lage bossage een beter pad, afgesloten door een stalen ketting en een verbodsbord voor gemotoriseerd verkeer. Bovendien een rotplek om met de auto op de weg stil te staan, dus keer ik de auto maar om mijn reis voort te zetten. Castillo de Loarre Alhoewel 't niet op mijn routeschema stond, maar omdat ik er toch in de buurt, en de afstand mee lijkt te vallen, besluit ik naar het kasteel van Loarre te rijden. Daarvoor moet ik ruim 50 kilometer het binnenland in, via een soms wel erg bochtige provinciale weg. De laatste 4 kilometer is een smalle toegangsweg met haarspeldbochten. Het kasteel (entree 2 euro) is die omrijdroute zeker waard. Erg leuk! Boven de indrukwekkende omhoog lopende trap-tunnel-ingang zit een kerk. Voor de rest bestaat het kasteel uit verschillende verdiepingen, kloosterdelen, een crypte, etc. Het kasteel trekt vandaag veel bezoekers. Ik merk dat niet alleen de kinderen enthousiast zijn. Met al die trappen en gangetjes kun je ook verdwalen. Ik weet tenminste op een gegeven moment even niet meer hoe ik bij de uitgang moeten komen... Daarna rijd ik terug richting het noorden. Bij Los Mallos de Riglos sla ik de 8 kilometer doodlopende weg in naar een uitzichtpunt (bij een oorlogsmonument). Rik Zaal omschrijft de omgeving als "Klein Amerika". Inderdaad, alsof je in Utah of Arizona bent. Zo zijn onder andere rode rotsbergen te zien waar je de vorm van een kathedraal of iets dergelijks in kunt herkennen. Vervolgens kom ik door een kloof langs de Rio Gallego. Dit lijkt erg op de Gorges du Verdon in Frankrijk. Op vergelijkbare manier stroomt de rivier door deze kloof, met water vanuit het stuwmeer Embalse de Peña. De weg over het stuwmeer loopt via een smalle brug, direct gevolgd door een tunneltje. Monasterio de San Juan de la Peña Ondanks dat ik weet dat het Monasterio de San Juan de la Peña, een klooster, bijna een paar uur dicht zal gaan vanwege de siësta, ben ik toch nieuwsgierig. Daarom kort ik de route in door de kronkelende bergroute, met soms erg slecht asfalt, langs dat klooster te rijden. Boven bij het nieuwe klooster (uit de 18de eeuw), is een grote picknickplek, met veel dagjesmensen Het is tenslotte zondag. Het oude klooster ligt verscholen in de afdaling aan de noordzijde van het gebergte, waar je overigens slecht kunt parkeren. Voor dat klooster kom ik misschien een ander jaar nog eens buiten het weekend terug. Maar nu rijd ik door tot ik in de afdaling een mooi uitzichtpunt bereik. Hoog tijd voor een pauze, na al die bochtige wegen. Het uitzicht vanaf hier is grandioos! In de verte zijn bij wijze van spreken alle besneeuwde bergtoppen van de Pyreneeën te zien: ik tel minsten 20. Janovas In 2005 ben ik ook in het spookdorp Janovas geweest. En dat was zo leuk, dat ik het dorp dit jaar weer op het programma heb gezet. Van Torla naar Ainsa passeer ik eerst twee verlaten dorpen die aan de linkerkant van de weg liggen. Aan het begin van de Carganta (gorges/kloof) ligt rechts aan de overzijde van de Rio Ara het verlaten dorp Janovas. En daar is iets mee aan de hand. Op een parkeerterreintje langs de N260 is een mirador vanwaar je het dorp ziet liggen. Bij deze Mirador is een informatiebord met daarop in chronologische volgorde de roerige geschiedenis van het dorp beschreven. Helaas alleen in het Spaans, en ik kan er maar weinig wijs uit worden. Het lijkt erop alsof er een juridisch gevecht heeft gelopen, of nog loopt, om het dorp te rehabiliteren van een misstap door justitie. Ergens op het informatiebord kom ik de term Embalse de Janovas tegen. Dat zou er op kunnen duiden dat Janovas ontruimd kan zijn ten behoeve van een stuwmeer. Een situatieschets van Janovas: Er loopt een weg naar beneden naar de rivier. Bij het begin van die weg staat links al een vervallen huisje, met graffiti beklad. En aan beide zijden van de weg zijn spandoeken geplaatst met daarop aantijgingen richting ‘justicia’. Janovas
    Janovas Met de auto kun je tot de rivier rijden. Daar is geen brug meer. In het heldere water zijn betonnen steunen te zien. Die geven aan dat er ooit een brug heeft gelegen. En als ik het me goed herinner was er twee jaar geleden meer van de brug over dan nu. Circa 200 meter naar het oosten is een brede hangbrug gespannen. Aan de overzijde loopt een officieel wandelpad tussen Brozas en Fiscal. Dat pad loopt dwars door Janovas. Het wandelpad zal de aanleiding zijn geweest om picknickbanken naast het dorp aan te leggen. Het prikbord op een muur onder een bordje met de naam Janovas is leeg. In 2005 was dat niet het geval. De paden/straatjes door het dorp zijn keurig gemaaid. De huizen zelf zijn grotendeels ingestort en overwoekerd. Er is overigens nog wel een pand met een deur waar een hangslot op zit. Misschien van de gemeente om materiaal voor de groenverzorging in te stallen? Maar de verrassing staat iets buiten het dorp: de kerk. Die heeft, in tegenstelling tot de meeste huizen, nog een dak en ziet er heel redelijk uit. En de begraafplaats lijkt nog een beetje te worden onderhouden. De grootste verrassing bevindt zich in de kerk. Namelijk een religieuze muurschildering. Foto! Wat heeft er in Janovas plaatsgevonden?
      Jaren later heb ik enkele sites gevonden met meer informatie, zoals dit op www.urbex.nl. Janovas THE ABANDONED GHOST TOWN IN SPAIN ‘Janovas’ is an abandoned ghost town in the north of Spain. It was the victim of political failures. The inhabitants left the place between 1960 and 1970 owing to the pressure induced by the Spanish ‘National Institute for Forestal Recovery’ that had bought the land. In the 1950s the Spanish government planned to built a huge water reservoir and dam along the banks of the river Ara. This meant the forced moving of 150 families in the villages of Janovas, Lavelilla and Lacort. It would be a huge reservoir to produce electricity. Expropriations began in the early 1960s and a few years later, because of the refusal of some of the people to leave, the company began to destroy empty houses without taking any security measures to protect those who still lived in villages. The local school of Janovas was closed by sending away teacher and children by force. The destroyed homes and the closure of the school made it impossible to continue living in Janovas, but the government still ploughed the fields, cut down fruit and olive trees to keep the area uninhabitable. Eventually they cut off the water and electricity and send the army to the prevent people returning. In 1984 the last people were forced out of Janovas. European regulations In 2001, after years of social protests, lawsuits and environmental protests a report about the project’s environmental impact was published. The report showed that the plans were against European regulations and the guessed profits were not feasible. The project was officially stopped in 2005. The remains of the old town are still visible in the valley. The Romanesque church is one of the few buildings standing up at Janovas. Though it is almost in ruins, it still has its roof, the walls, and its beautiful frescos.
    Ik zet de reis voort en doe nog wat laatste Spaanse inkopen in Ainsa (waar ik ook een pizza eet) en Bielsa. Op dit punt zou ik het liefste 2 dagen pauzeren, de was doen, en vervolgens direct starten aan de volgende grote reis door Spanje. Maar ja, dat zit er dit keer helaas niet in. Een paar kilometer na Bielsa laat ik de tank nog maar een keer vullen met goedkope Spaanse diesel. Daarna door de Tunnel de Bielsa (3070m) naar Frankrijk. Voor de tunnel staat dat ik na 1 kilometer in Frankrijk ben. Weemoedig denk ik: "Adios España!" Het mag duidelijk zijn: ik ben dol op Spanje! De weg in de tunnel stijgt nog lichtelijk. Aan de Franse zijde volgt een ellenlange afdaling. Maandag 4 juni. De grillige Pyreneeën zijn aan de Franse zijde bewolkt en het heeft ook nog eens een groot deel van de nacht geregend. Vanmorgen moet ik mijn tentje nat inpakken. Het is inmiddels droog, maar de grijze lucht ziet er weinig belovend uit. Net als op de heenreis overnacht ik halverwege Frankrijk in een hotel van de budgetketen Villages Hotel, in Bourges. Dat beviel me op de heenreis uitstekend. Ik had dit hotel voorafgaand aan de reis voor de heen- en terugreis gereserveerd. Dinsdag 5 juni. De enthousiaste hotelier weet bij het ontbijt nog hoe hij mijn achternaam moet uitspreken. Op mijn hotelkamer kon ik gisteravond op de televisie zien dat de zuidelijke helft van Frankrijk onder een dik wolkendek zat. Het noorden daarentegen was zonnig en veel warmer. Bij Troyes is het al 27 graden! Ik vind een prachtig plekje voor de lunch, naast de N77, in een glooiend slaveld. Dit gebied bestaat uit veel lange rechte stukken weg en veel landbouw. Op routine rijd ik naar huis. Voor het thuisfront heb ik de auto in Soria bijgeladen met koekjes en rode wijn, en in het Franse Auch ook nog met een doos rode wijn. En voor heit, die 25 juni zijn zeventigste verjaardag hoopt te vieren, een verrassing uit Ciudad Rodrigo. Na 8555 boeiende kilometers ben ik om half negen thuis. Johan (12 mei t/m 5 juni 2007)
    Campings Spanje: - Europ camping, St. Jean-Pied-de-Port, prima - Iterbero, Lumbier, uitstekend, mooie ruime grasveldjes - gemeentecamping Fuente La Teja, Soria, prima, lastig te vinden (Rechts van de N111 richting Madrid gelegen: na de grote rotonde die onder de N111 ligt de N111 richting Madrid nemen. Eerste afslag de N111 weer verlaten. Dan links aanhouden, weer richting Soria, maar dan direct weer een 180graden bocht maken naar links. De camping ligt links van deze weg.) - El Greco, Toledo, uitstekend, minpuntjes: duurder en erg harde grond voor tentjes, ook buiten het hoogseizoen druk bezocht - Puerto Peña, Talarrubias, prima (kans op weekendkampeerders) - Mérida, redelijk (er is geen alternatief) - Doñana Playa, bij Mazagón, redelijk, erg groot, buiten seizoen/weekend zeer rustig - Giralda, Isla Cristina, duur, vrije plekjes onder de bomen - gemeentecamping Ciudad Rodrigo, matig, weinig bezocht - Camping Parque Monfrague, Malpartida de Plasencia, uitstekend, incl. vrij terrein - Camping (tevens hotel) Regio, in Santa Maria de Tormes bij Salamanca, uitstekend, goedkoop - Riaza, splinternieuw, nog weinig schaduwplekjes - Pirineos, Santa Cilia de Jaca, veel schaduw, sanitair niet zo schoon (buiten het seizoen tenminste) Campings Portugal: - Orbitur, Evora, zeer matig, druk - Quinta da Cerejeira, bij Tomar, uitstekend - Quinta da Cerca, oost Coimbra bij Tabua, eenvoudig maar prima Camping Frankrijk: - Le Rioumajou, St Lary-Soulan (F), prima, receptie na 18u dicht
    Supermarkten: - E.Leclerc, Soria (noordwest) - E.Leclerc, Aranjuez - Eroski, Toledo (oost) - Carrefour, Zafra, kleine vestiging - Carrefour, La Palma de Condado, kleine vestiging - Carrefour, Cartaya (bij Huelva) - Intermarche, Evora, zuid - Carrefour, Coimbra - Modelo, Guarda, noord - E.Leclerc, Salamanca, splinternieuw, vanaf 10u open - Carrefour express, Salamanca centrum - Carrefour, Avila (oost) - Carrefour, Auch - Géant, Bourges, noordwest - Carrefour, Troyes, west, verouderd - Géant, Troyes, noordwest, aan de D91 richting Parijs. - En in Portugal daarnaast nog veel kleine Intermarches
    Reisvoorbereiding: Recente Michelin totaalkaart van Frankrijk (nr.721). Spanje: Michelin kaarten: 573, 574, 576, 578 en 121 (zoom, Environs de Madrid) - Rik Zaal - Spanje, Een reisgids (Een uitstekende reisgids!) - Alastair Boyd - Agon gids voor Madrid en Midden-Spanje - Lien Blomberg - Mijn avontuur in Spanje, dagboek 1994 - 1997 - De Zilverroute - Bert Sitters (in het bijzonder voor fietsers) - De waanideeën van Don Quichot - Miranda France - De omweg naar Santiago - Cees Nooteboom - her en der info over campings van internet Portugal: Michelin-kaart 733 - Portugal, een reisgids voor vrienden - Rentes de Carvalho - Michelin Groene Reisgids - Een zakenlunch in Sintra - Gerrit Komrij - Het volgende verhaal - Cees Nooteboom (boekenweekgeschenk 1991) - kleine campings met Nederlandse eigenaren via: http://gastvrij.portugal-vakantie.info/camping.html - reisverslagen van internet, in het bijzonder twee zeer informatieve verslagen over Extremadura en Portugal op: http://www.rogerbunnens-reisverhalen.be/ (helaas zijn die weggehaald. Bunnens heeft ze (deel?) in boeken gepubliceerd.)