Spanje & Portugal (2007), Spanje deel 2
Terug in Spanje
Om tien voor twee ben ik weer in Spanje. En eigenlijk ben ik
lichtelijk blij Portugal achter me te laten. Misschien was het
bezoek aan Portugal te kort om helemaal enthousiast te raken
over het land. Het grijze weer van vanmorgen hielp daar ook niet
bij. Ik voel me blijkbaar meer thuis in Spanje.
Ciudad Rodrigo
Een verrassend authentieke binnenkomer in Spanje is Ciudad
Rodrigo. Ik las ergens dat het één van de minst verprutste
historische steden van Spanje is. En de zon breekt door! Alsof
die ook een siësta heeft gehouden.
Het oude stadsdeel ligt op een heuvel aan de Rio Agueda. Tussen
de nieuwe en oude stad loopt een éénrichting straat, althans
volgens een verbodsbord. Bij nader inzien toch niet. Volgens
het onderschrift geldt het bord niet voor mij: "excepto turismos".
Het is zondag, vandaag is het Plaza Mayor autovrij. Gelukkig
maar, dat is mooier voor de foto’s. Ik eet espárragos (asperges)
en stukjes cabrito (berggeit) met salsasaus, aceitunas
(olijven), en een mandje pan (brood). Na het eten wandel ik twee
stukjes over de stadsmuren; bij het paradorhotel en boven de
stadspoort bij de kathedraal. Je kunt tenslotte niet bij iedere
stad over de muren lopen.
Wanneer ik bij de gemeentecamping van de stad kom, schrik ik
even. Is dit alles? Een ommuurd terreintje aan de andere oever
van de rivier met veel bomen, een gesloten receptiegebouwtje
waarop staat dat de camping open is, en zo op het eerste gezicht
sterk verwaarloosde sanitairgebouwen. En misschien wel het meest
vervelende: geen campinggasten.
Tja, wat zal ik doen? Ik check even of er warm water uit de
douche komt. Yep, dat zit goed. En het gras is ook prima voor mijn
tentje, dus waarom eigenlijk niet? Dan maar alleen op de camping.
Wanneer ik mijn tentje heb staan, komt een jonge vrouw aanlopen
die vraagt of ik meekom naar de receptie. Her en der hangen
teksten met voorschriften in het Spaans en Engels. Hm, slecht
vertaald, sommige woorden hebben ze gewoon in het Spaans laten
staan.
Even later komt een oude Volvo met een caravan het terrein
oprijden. He! De bestuurder loopt naar me toe om te vragen of er
wel iemand bij de (weer gesloten) receptie komt?
"Ja", zeg ik, "Ga maar ergens staan. Er komt zo wel iemand."
De bestuurder van de Volvo is de roodharige Nederlander die ik
in Coimbra bij de universiteit zag. Hij reist samen met zijn
vader. Ik vertel ‘m dat ik hen daar heb gezien. Hun auto en
caravan zijn voorzien van Spaanse kentekens, uit Ronda zo te
zien. Vader en zoon gaan vanavond uit eten. Ik kom ze niet meer
te spreken. Het Finse echtpaar ruziet de rest van de avond.
Las Hurdes
Maandag 28 mei. Vandaag ga ik naar de streek Las Hurdes. Vroeger
één van de armste streken van Spanje. Na een lange rechte weg
over een vlakte, nader ik het gebergte van de Sierra de Peña de
La Francia. De Peña de La Francia is een bergtop van 1732m
waarop een klooster en televisietoren staan. De 11 kilometer
lange weg naar de top doet me denken aan Franse Alpenpassen.
In de afdaling kom ik door een mooie frisse en groene omgeving.
Perfect om te wandelen. Bij het klooster van Las Batuecas begint
een wandeling door de vallei. De wandelroute volgt de rivier. Na
de wandeling heb ik honger.
Ik rijd speciaal 15 km (enkele reis) om voor het menu del dia in
hostel Montesol van Cáceres las Hurdes. En wat krijg ik daar om
twee uur ’s middags te eten? Een mandje brood en een schaaltje
met 4 plakjes spek. Zeer gebonden soep met paar stukjes spek,
groenten en stukjes aardappel, daarna maar liefst drie stukken
lamsvlees, dunne bruine patat en sla. Als toetje flanpudding. En
een fles aqua. Voor 8 euro. Ik kan me voorstellen dat je na zo´n
zware maaltijd toe bent aan een siësta. In de eetzaal zitten
verder onder andere werklui die de toegangsweg verbreden en een
moeder met 6 kinderen in de leeftijd van 3 tot 10...
Let op de datum van de kassabon:
Inmiddels ben ik weer afgezakt tot in de provincie Extremadura.
Ik kom langs het mooie ommuurde stadje Galisteo, en door het
boerendorp Mirabel met een kasteelruïne. Even later ontvouwt
zich een gigantisch uitzicht voor me richting het zuiden:
E I N D E L O O S.
Ergens in de verte moeten Guadalupe en Trujillo liggen.
Parque Monfrague
Na de afdaling duik ik in een kloof die door de Taag is
uitgeslepen. Aan de overkant rijd ik enkele kilometers naar het
oosten, langs diverse finca’s, om vervolgens naar Parque
Monfrague af te slaan. In de nauwe kloof, de poort van de Taag,
nestelen heel veel vale gieren. Daarna kom ik weer via een
brug over de Taag. Aan de rand van het park zit een uitstekende
camping waar ik vannacht kampeer.
Dinsdag 29 mei. Vanmorgen reis ik eerst pakweg 18 kilometer
terug het Parque Monfrague in. Want ik wil toch iets meer van
het park zien. Vooral de vale gieren zijn indrukwekkend. Het
is een fantastisch schouwspel hoe ze over de kloof vliegen, met
hun wijde vleugels. Naast me staan vogelaars met indrukwekkende
verrekijkers en videocamera’s met 20 keer zoom. Ik blijf hier
minstens een uur staan om te genieten wat er boven ons gebeurt.
Granadilla
Daarna reis ik naar het spookdorp Granadilla. Dit dorp is
bereikbaar vanuit Zarza de Granadilla, via een niet al goede
weg. In de jaren zestig werd Granadilla ontruimd omdat er een
stuwmeer werd aangelegd. Maar het stuwmeer is nooit tot aan het
dorp gekomen. Na jaren van verwaarlozing heeft de universiteit
van Salamanca hier een project gestart waarbij de studenten het
centrum rehabiliteren. Het lijkt een soort van zomerkamp met
gebruikmaking van de gebouwen die er stonden. Voor een groot
deel keurig gerestaureerd. Daarnaast hebben ze voor wat vertier
een sporterrein en openluchtzwembad aangelegd. Als ik het goed
begrijp horen de schapen ook bij de universiteit en de diverse
projecten die ze hier ondernemen. De woningen die rondom de
stadsmuren staan, zijn niet onderhouden. Die vind ik het meest
fotogeniek. Vervolgens ga ik de bergen in.
Candelario
Candelario ligt ruim 1700 meter boven de zeespiegel. Het zou op
zich een bergdorpje in de Franse Alpen kunnen zijn. Dit dorp
staat bekend om de halve deuren die nog voor de voordeur zitten.
Het is een mooi dorp; vandaag niet door de toeristen overlopen.
Bij de fontein halen twee oude vrouwtjes elk twee kruiken water.
Ik laat Candelario achter me en reis verder richting het
noorden. Onderweg passeer ik dorpjes met namen als Fresno en
Buenavista. Langs de weg nestelen ooievaars op
hoogspanningsmasten. Vanaf de laatste bergpas (1186m) zie ik
Salamanca al liggen. De afstand naar deze studentenstad is vanaf
hier nog zeventien kilometer. Mijn enthousiasme neemt toe!
Salamanca
Halverwege de middag arriveer ik in Salamanca. Ik parkeer de
auto in de wijk tegenover de oude Romeinse brug en wandel via
die brug naar de stad. Vanaf die brug heb ik een prachtig zicht
op de stad. De kathedraal steekt boven alles uit.
Dit blijkt overigens een goede actie te zijn. Eigenlijk had ik
Salamanca pas voor morgen op het programma staan, maar wat
blijkt: vooral op de namiddag worden de belangrijkste
historische gebouwen het beste door de zon beschenen. Dus ik
begin met foto’s maken, zodat ik morgen de stad in alle rust nog
eens tot in de details kan verkennen en volop kan genieten van
het leven in deze zeer fraaie studentenstad.
Eén van de meest fotogenieke ‘attracties’ is de beroemde
plateresco-gevel van de oude universiteit. In de buurt van de
universiteit, zie ik tot mijn verbazing in het Nederlands op de
gevel staan: "ERASMUS, bruin café" (www.erasmuscafe.com). Het
interieur is door Nederland geïnspireerd: op een muur zijn
grachtenhuizen afgebeeld, er hangt een zwarte weduwefiets,
enzovoorts.
Op het Plaza Mayor staan maar een paar bankjes. Ik deel één
van die bankje met vreemden. Mijn oog valt op een oud duifje
dat onverstoorbaar op het plein blijft zitten. Ik houdt het
vogeltje lange tijd in de gaten. De mensen die het plein
diagonaal oversteken, van winkelstraat naar winkelstraat,
verwachten dat de duif opvliegt, maar tot hun verbazing
gebeurt dat niet. Ze kijken naar vreemd naar de vogel om.
Ik voel me net het oog van de camera van Bananasplit.
Een groepje studenten komt af en toe een kijkje nemen bij het
duifje. Ik ben dus niet de enige die de duif in het vizier
heeft. Wanneer één van de meisjes kruimels neerlegt en weg-
loopt, komt snel een houtduif aanvliegen.
In plaats van dat het oude duifje de kruimels eet, verdedigt
ze haar territorium. Maar de vitale houtduif is vele malen
sterker en pikt de oude duif fel in de nek, pikt een paar
kruimels, en pikt nog even extra bestraffend in de nek van
het zielige vogeltje. Dit niet gebeurt vast niet voor het
eerst, want de verenhuid van het duifje ziet er niet meer
al te fris uit. Een harde wereld, de wereld van de duiven.
Ik eindig mijn verkenning aan het begin van de avond op één van
de gezelligste plekken van de stad onder de cipressen aan het
Plaza Anaya. Studenten van de faculteit filosofie en letteren
zitten op de trappen voor hun ‘thuisfront’.
Woensdag 30 mei. Vanmorgen allereerst naar de hypermarkt
E.Leclerc voor ontbijt. Daarna parkeer ik de auto weer bij de
brug. Johan gaat weer aan de wandel.
[fragmentje uit de mail]
Inmiddels dus in Salamanca. Een minstens zo levendige
studentenstad als Coimbra. Erg mooi historisch stadsdeel.
Alle gebouwen in een zelfde kleur en mooie bestrating
in veel autoloze straten. Erg prettige stad om te zijn.
Ook veel buitenlandse studenten die hier Spaans leren.
En de stad heeft een prachtig Plaza Mayor; het meest
symmetrische Plaza Mayor van Spanje.
Hier op een pleintje tussen een universiteitsgebouw en de
kathedraal (eigenlijk de oude, met daaromheen de nieuwe
als ´steunbeer´) kwam gisteravond een zustertje in zwart
naast me zitten. Ze liep moeilijk en had een kruk bij zich.
Begon een heel verhaal tegen me af te steken. Vroeg mij
af en toe wat. Waar ik vandaan kwam, of ik hier alleen was,
waar ik sliep en wat ik deed?
"Registria."
Toen ik een salamandertje op het muurtje voor ons
zag sluipen, en haar daar op wees, pakte ze de kruk en
sloeg in de richting van het diertje. Mis uiteraard.
Prachtig hoe ze aan het vertellen was, af en toe
verstond ik een woordje, ik begreep dat ze voor me zou
bidden. We hebben samen veel gelachen. Ik heb haar ook op
de foto gezet. Toen ik haar vroeg of ik een foto van haar
mocht maken, zei ze dat ze dat ze maar lelijk was en
altijd heel raar op de gevoelige plaat kwam.
Er staat flink wat wind. Dat maakt het wat koeler.
Temperatuur rond de 20 graden. De zon is er vandaag iets
minder dan de vorige 2 dagen (toen tussen de 20 en 24).
Maar een ideale temperatuur om grote afstanden per voet
door de stad af te leggen - ik leg wat kilometers af - en
niet zo afhankelijk te zijn van airco.
Op de camping van Salamanca werd ik aangesproken door twee
Duitse motorstellen. 4 BMW-motorfietsen en 2 tentjes.
Tussen de 45 en 50 jaar en pas sinds een paar jaar wat
avontuurlijker op reis - verder van huis - sinds de
kinderen oud genoeg zijn om alleen thuis te vertrouwen.
Ze waren zeer geïnteresseerd in mijn reizen en ik heb ze
wat tips meegegeven.
[einde mail]
Donderdag 31 mei. Ik volg de weg naar Avila (tevens richting
Madrid). Net voor Avila neem ik eerst een omweg richting de
Sierra de Gredos (tevens Toledo), naar het dorp Hija los Dios,
letterlijk: De Dochter van God. Daar ben ik in 2005 ook geweest,
maar heb er toen geen foto’s gemaakt. Vandaar. Ik ontdek nu ook
dat aan de rand van het dorp een informatiebord staat voor het
natuurpark aan de voet van de Sierra.
Daarna dezelfde weg terug naar Avila. Avila is met 1130 meter
boven de zeespiegel de hoogstgelegen provinciehoofdstad van
Spanje. Allereerst maak ik een stop bij het panoramapunt voor de
stad. Daar staat een leuk Romeins ‘prieeltje’. Iemand vraagt me
om een foto te maken van een groep. Een hele rij fototoestellen
wordt vervolgens naast me neergezet. Ha. Nou ja, vooruit dan
maar.
De stadsmuur, met vele kantelen, is prachtig intact. Hij loopt
helemaal rond de stad. Binnen de muren stelt Avila weinig voor.
Na een uurtje heb ik het hier wel gezien.
Coca
In Coca staat een waanzinnig kasteel. Helaas staat er geen water
in de grachten. Ik moet een kwartiertje wachten tot de siësta
voorbij is en het kasteel de deuren opent voor bezoekers. In de
jaren vijftig van de vorige eeuw is het kasteel in opdracht van
het Ministerie van Landbouw prachtig gerestaureerd. Er is een
school voor boswachters in gevestigd. (Mijn toekomstige
beroep?).
Segovia
Vanuit Coca is het niet ver meer naar Segovia. Het landschap
gaat geleidelijk over van bos in prairie. De Romeinse invloeden
in architectuur nemen toe. Her en der staan zomaar kerkjes in
het landschap. Op een gegeven moment zie ik plotseling Segovia
liggen. Achter ‘het schip’ ligt in de verte de Sierra de
Guadarrama, zwaar in de bewolking.
Ik wil graag proberen de stad bij de noordpunt te benaderen.
Vanaf de CL605 houd ik op een gegeven moment links aan, dat is
de CL607. En ik kom precies uit waar ik had willen zijn. Het
Alcazar (kasteel) ligt bovenop de noordelijke rotspunt van het
oude stadsdeel. Af en toe komt de zon tussen de wolken om de
stad vol in het zonlicht te zetten.
Voor een overzichtsfoto bevind ik me nu echter veel te laag. Dus
in plaats van de stad in te rijden, sla ik linksaf richting het
dorp Zamarramala (in de richting van Valladolid). Ik kom langs
een twaalfhoekig Romaans kerkje dat (dus) buiten de stadsmuren
staat. Aan de rand van Zamarramala parkeer ik de auto en ik
wandel langs een graanveld richting Segovia. Ik bevind me nu op
een vlakte die iets hoger ligt dan de stad.
Op een gegeven moment kom ik bij een muurtje dat langs een
afgrond loopt. Daar schrikken drie berggeitjes van me. In de
diepte stroomt een rivier. Ik zie een hotel en een parkje, de
plek waar ik zoëven nog stond, maar veel belangrijker: recht
voor mijn neus: het Alcazar en daarachter de rest van de stad.
Een schitterende en unieke fotoplek, helemaal voor mij alleen.
Daarna volg ik de prachtige rondweg (SG-20), die op een
eerbiedwaardige afstand bijna helemaal rond de stad loopt. De
oud stad ligt op een heuvel, en rondom de stad is het landschap
ook heuvelachtig. Door de hoogteverschillen verdwijnt de stad
regelmatig uit het zicht wanneer ik de rondweg volg. Ik hoef
niet zeven keer rond de stad te rijden om haar te veroveren, maar
het doel van deze omzwerving is om een goed beeld te krijgen hoe
de stad geografisch gezien in elkaar steekt.
Aan het einde van de rondweg kom ik op het punt waar wegnummer
CL-601 vanuit Valladolid de stad inkomt; deze weg leidt direct
naar het aquaduct. Aan die weg ligt op een hoger gelegen deel
van de buitenstad, zo’n drie kilometer van het centrum, het
paradorhotel van Segovia. Daar heb ik een kamer geboekt.
Speciaal vanwege het uitzicht over de stad. De receptionist is
zo vriendelijk om mij kamer 509 te geven, met zicht op de stad.
En dat zicht is vanaf hier ook prachtig! Want nu zie ik ook het
aquaduct. Eigenlijk heb ik vanaf hier pas echt de complete stad
in beeld!
Vrijdag 1 juni. Vanaf de parador rijd ik naar het aquaduct. Net
voor de stadsmuren sla ik rechtsaf. Mijn doel is om een
parkeerplekje te vinden bij het Alcazar, maar dan onderaan de
oude stad. En dat blijkt een verstandige keuze te zijn, want in
de ochtend staat het Alcazar mooi in het zonlicht. Het beloofd
een prachtige dag te worden. Samen met een Japans meisje start
ik het bezoek aan het Alcazar. Een Playmobielachtig kasteel dat
veel ouder is dan je zou denken. Het is in de 12de eeuw gebouwd,
maar kreeg zijn huidige vorm in de 14de en 15de eeuw.
Via het nogal saaie Plaza Mayor kom ik uit op het veel mooiere
Plaza San Martín. Daarna bij het beroemde acueducto romano
(Romeinse aquaduct): zonder specie op elkaar gestapelde
granieten blokken. Een enorm bouwsel! Een goudmijn voor de stad.
Van een afstandje doet het me denken aan tekeningen zoals die
voor tekenfilms of stripboeken worden gemaakt, met nadrukkelijk
onderscheiden steen voor steen afgebeeld.
Dichtbij het aquaduct zijn jongelui stellages aan het opbouwen
waar graffiti kunstenaars zich op uit kunnen leven. Een soort
van blokkendozen. Qua vorm wel passend bij het aquaduct.
Aan het begin van de siësta merk ik weer hoe de stad rustig aan
het leeglopen is.
Naast het aquaduct zit een groot internetcafé. Ik mail naar
Nederland. Wanneer ik uit mijn concentratie kom en om me heen
kijk, zit er een hele groep jongens, scholieren, bij elkaar
spelletjes te spelen. What a life...
Daarna eet ik een rijk belegde pizza formaggio.
[Fragmentje uit de mail]
Ik ben nu in Segovia. Bekend van het grote aquaduct uit
Romeinse tijd en een Playmobielachtig kasteel op het
uiteinde van de oude stad.
Afgelopen nacht in het paradorhotel geslapen, met vanaf het
balkon een compleet overzicht van de stad. Schitterend!
Een mooie kamer met een heerlijk bad. Even weer wat afwisseling
ten opzichte van slapen in het tentje. De vorige keer heb ik op
de camping aan de rand van Segovia gestaan, en die is op zich
prima. Oorspronkelijk zou ik daar komende nacht gaan staan, maar
misschien reis ik alvast een stukje verder richting Soria.
Ik maak veel foto´s. De videocamera heb ik niet bij me. Dat
zou wat teveel van het goede zijn.
Anderhalf uur internetten voor 2 euro 50, dus ik probeer de
tijd vol te maken; kijk zo ook even wat voor weer het in
Nederland gaat worden. Hier zou het volgens de televisie vooral
zondag een mooie dag worden. Vandaag is ook prima. Vanmorgen
begonnen met 12 graden, maar de zon warmt snel op.
Gemiddeld had het deze reis wel 5 tot 10 graden warmer mogen
zijn, dan had ik vaker een korte broek kunnen dragen.
Uitschieters qua warmte waren de dagen voor, in en na Toledo en
aan de zuidkust was het ook warm.
Gisteravond even televisie gekeken. Van de 26 kanalen geen
enkele Engelstalige Tv-zender. Wel een paar commerciële,
Duitstalige. Ze hebben hier een Spaanstalige versie van CNN. En
alle films worden nagesynchroniseerd.
Er zijn weinig Spanjaarden die (goed) Engels spreken...
[einde mail]
Pedraza
Aan het einde van de middag verlaat ik met een beetje pijn in
mijn hart Segovia en reis af naar Pedraza de la Sierra. Pedraza
is als een mooi gerestaureerd middeleeuws ‘Provençaals’ dorp. De
route die me door de stadpoort naar het parkeerterrein en terug
leidt is ook erg leuk. Een avontuur om met de auto terug-in-de-
tijd te rijden.
Ik ga vandaag inderdaad niet naar de camping van Segovia. Want
in Riaza zou een goede, nieuwe camping moeten zitten. En dat is
zeker het geval. Een supermoderne camping zelfs. Bij de slagboom
zit een systeem waarmee het kenteken van de auto kan worden
gelezen. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt in mijn rijke
kampeercarrière.
Zaterdag 2 juni. Vandaag kom ik op het punt waar ik in het begin
van de reis ook was, namelijk El Burgo de Osma. Vanaf nu ga ik
via een iets andere route als op de heenreis richting de
Pyreneeën.
In de E.Leclerc van Soria koop ik een Michelin plattegrond van
Toledo, schaal 1:6000. Daar ben ik erg blij mee! Nu heb ik drie
plattegronden van Toledo, want ik had al een A4-tje op de
camping gekregen en een uitvouwkaartje van het centro commercial
Luz de Tajo. Daarnaast vul ik de voorraad koekjes weer aan.
Spanje is bijna net zo’n koekjesland als Zweden. En misschien
nog wel meer dan Nederland een land van verkeersdrempels.
Tarazona
Tarazona is een bijzonder levendig en gezellig stadje. Er staat
hier een bijzondere stierenarena: Plaza de Toros Vieja. Die
diende vroeger namelijk ook als Plaza Mayor, het centrale plein
van de stad. De drie verdiepingen rond het plein zijn bewoond.
In de etalage van een bakkerij ziet alles er zo verrukkelijk
uit. Ik zwicht voor een vruchtentaartje met ananas. Bij het
gemeentehuis zie ik alweer een bruidspaar.
Daarna reis ik speciaal naar het dorp met de bijzondere - voor
mij tenminste - naam: Buñuel. Net als de filmregisseur. Buñuel
is groter dan ik had gedacht. Maar absoluut geen fotogenieke
plaats. Een beetje industrie en veel landbouw. Naar schatting
5000 inwoners, met een zwembad, sportvelden en ouderwets
aandoende winkels. Buñuel ligt aan de Ebro.
Ik kom over de Ebro richting het noorden door een vlak landschap
met veel landbouw. Zo rijd ik recht op de zuidrand van de
woestijn Las Bárdenas Reales af (zie ook 15 mei).
Op de kaart heb ik een klooster gespot: Sancho Abarcal. Dat ligt
op een berg van 635m aan de rand van de woestijn. Onderweg naar
de voet van de berg rijd ik snel over een smalle rechte
asfaltweg met her en der gaten. Goed uitkijken dus! Er steekt
bovendien plotseling een vos over.
De weg naar boven is van gravel. Net voor de top is een veldje
met picknicktafels. Bij het klooster staat een televisietoren.
Het waait hier flink. Het uitzicht is adembenemend! Zowel over
de woestijn als over het landschap in het zuiden en westen.
Uncastillo
Een rustig middeleeuws dorp dat niet door de moderne tijd is
aangetast. Boven het dorp bevindt zich een nog niet geheel
gerestaureerd kasteel. Het is mogelijk om de toren/museum te
beklimmen.
Via een smalle bergweg, met af en toe niet al te best asfalt
(veel gaten), rijd ik door naar Sos del Rey Catolico (Sos de
Katholieke Koning). Sos is groter ten opzichte van de vorige
plaats. En het heeft een veel ingewikkelder stadsplan, met
trappen en onderdoorgangetjes. Zelfs na een oriëntatiestop vanaf
het kasteel raak ik zo weer de weg kwijt. Een kwestie van gewoon
doorwandelen en maar zien waar ik uitkom. In het dal ligt het
klooster Valantuñana. Wanneer ik daar aankom is het inmiddels
gesloten.
De laatste bijzonderheden van vandaag liggen rond het Embalse de
Yesa. Ik ben hier in 2005 ook geweest. Toen te kort, dat ga ik
morgen goedmaken. Het enorme stuwmeer kenmerkt zich door
merkwaardige bolle grijze heuvels aan de randen. Dan eerst
rechts van de weg een verlaten dorp op een heuvel, in de buurt
van een camping. Even later links van de weg het verlaten dorp
Escó. Nog enkele kilometers verder ligt links van de weg het
dorp Berdún prachtig op een tafelberg.
Deze noordelijke regio van Spanje tegen de Pyreneeën, is
zondermeer erg mooi om te verkennen en vakantie te houden.
Zondag 3 juni. Voor 9 uur ben ik al onderweg. Ik praat op de
camping eerst nog even met een Nederlandse man die met een
groepje per fiets naar Santiago onderweg is. Ik rijd vanmorgen
allereerst terug naar het Embalse de Yesa.
Spookdorp Escó
Bij Escó laat ik de auto bij de weg (N240) staan. Het zou ook
niet mogelijk zijn om vanaf hier met de auto dichterbij het dorp
te komen; daar is het pad veel te slecht voor.
Eerst passeer ik een paar sterk vervallen huizen, die enkele
tientallen meters buiten het dorp staan. Rechts is een
opmerkelijk mooi - redelijk recent - aangeplant stukje bos.
Vervolgens loop ik door de hoofdstraat, voor zover je nog van
straat kunt spreken. Ik maak veel foto's: voor een zo compleet
mogelijke reportage.
In één van de huizen ligt een krant uit 1999. Ik klauter tussen
struiken, restanten van muren, naar de kerk. Die kerk zag er op
het eerste gezicht nog goed uit, maar van binnen zie ik dat het
plafond niet meer intact is en de vloer vertoont ook ernstig
verval. Wanneer ik in de kerk foto's maak, verstoor ik met het
flitslicht vleermuizen. Dus daar stop maar mee. Ik heb ook geen
zin om door een vloer te zakken.
Links van de kerk hoor ik plotseling muziek uit een radio: The
Dire Straits. Daar staat inderdaad nog een huis dat redelijk
intact lijkt. Hm, dan loop ik maar niet verder in die richting.
De bewoner is mogelijk niet van bezoekers gediend. Achter het
dorp zie ik nog een schuur of boerderij waar een auto bij staat.
Eenmaal terug bij de auto, vraag ik me toch af hoe de ‘bewoners’
van het dorp daar nog kunnen komen. Een paar honderd meter naar
het westen ontdek ik tussen lage bossage een beter pad,
afgesloten door een stalen ketting en een verbodsbord voor
gemotoriseerd verkeer. Bovendien een rotplek om met de auto op
de weg stil te staan, dus keer ik de auto maar om mijn reis
voort te zetten.
Castillo de Loarre
Alhoewel 't niet op mijn routeschema stond, maar omdat ik er
toch in de buurt, en de afstand mee lijkt te vallen, besluit ik
naar het kasteel van Loarre te rijden. Daarvoor moet ik ruim 50
kilometer het binnenland in, via een soms wel erg bochtige
provinciale weg. De laatste 4 kilometer is een smalle
toegangsweg met haarspeldbochten.
Het kasteel (entree 2 euro) is die omrijdroute zeker waard. Erg
leuk! Boven de indrukwekkende omhoog lopende trap-tunnel-ingang
zit een kerk. Voor de rest bestaat het kasteel uit verschillende
verdiepingen, kloosterdelen, een crypte, etc. Het kasteel trekt
vandaag veel bezoekers. Ik merk dat niet alleen de kinderen
enthousiast zijn.
Met al die trappen en gangetjes kun je ook verdwalen. Ik weet
tenminste op een gegeven moment even niet meer hoe ik bij de
uitgang moeten komen...
Daarna rijd ik terug richting het noorden. Bij Los Mallos de
Riglos sla ik de 8 kilometer doodlopende weg in naar een
uitzichtpunt (bij een oorlogsmonument). Rik Zaal omschrijft de
omgeving als "Klein Amerika". Inderdaad, alsof je in Utah of
Arizona bent. Zo zijn onder andere rode rotsbergen te zien waar
je de vorm van
een kathedraal of iets dergelijks in kunt herkennen.
Vervolgens kom ik door een kloof langs de Rio Gallego. Dit lijkt
erg op de Gorges du Verdon in Frankrijk. Op vergelijkbare manier
stroomt de rivier door deze kloof, met water vanuit het stuwmeer
Embalse de Peña. De weg over het stuwmeer loopt via een smalle
brug, direct gevolgd door een tunneltje.
Monasterio de San Juan de la Peña
Ondanks dat ik weet dat het Monasterio de San Juan de la Peña,
een klooster, bijna een paar uur dicht zal gaan vanwege de
siësta, ben ik toch nieuwsgierig. Daarom kort ik de route in
door de kronkelende bergroute, met soms erg slecht asfalt, langs
dat klooster te rijden. Boven bij het nieuwe klooster (uit de
18de eeuw), is een grote picknickplek, met veel dagjesmensen Het
is tenslotte zondag. Het oude klooster ligt verscholen in de
afdaling aan de noordzijde van het gebergte, waar je overigens
slecht kunt parkeren.
Voor dat klooster kom ik misschien een ander jaar nog eens
buiten het weekend terug. Maar nu rijd ik door tot ik in de
afdaling een mooi uitzichtpunt bereik. Hoog tijd voor een pauze,
na al die bochtige wegen. Het uitzicht vanaf hier is grandioos!
In de verte zijn bij wijze van spreken alle besneeuwde
bergtoppen van de Pyreneeën te zien: ik tel minsten 20.
Janovas
In 2005 ben ik ook in het spookdorp Janovas geweest. En dat was
zo leuk, dat ik het dorp dit jaar weer op het programma heb
gezet. Van Torla naar Ainsa passeer ik eerst twee verlaten
dorpen die aan de linkerkant van de weg liggen. Aan het begin
van de Carganta (gorges/kloof) ligt rechts aan de overzijde van
de Rio Ara het verlaten dorp Janovas.
En daar is iets mee aan de hand.
Op een parkeerterreintje langs de N260 is een mirador vanwaar je
het dorp ziet liggen. Bij deze Mirador is een informatiebord met
daarop in chronologische volgorde de roerige geschiedenis van het
dorp beschreven. Helaas alleen in het Spaans, en ik kan er maar
weinig wijs uit worden. Het lijkt erop alsof er een juridisch
gevecht heeft gelopen, of nog loopt, om het dorp te
rehabiliteren van een misstap door justitie.
Ergens op het informatiebord kom ik de term Embalse de Janovas
tegen. Dat zou er op kunnen duiden dat Janovas ontruimd kan zijn
ten behoeve van een stuwmeer.
Een situatieschets van Janovas: Er loopt een weg naar beneden
naar de rivier. Bij het begin van die weg staat links al een
vervallen huisje, met graffiti beklad. En aan beide zijden van
de weg zijn spandoeken geplaatst met daarop aantijgingen
richting ‘justicia’.
Met de auto kun je tot de rivier rijden. Daar is geen brug meer.
In het heldere water zijn betonnen steunen te zien. Die geven
aan dat er ooit een brug heeft gelegen. En als ik het me goed
herinner was er twee jaar geleden meer van de brug over dan nu.
Circa 200 meter naar het oosten is een brede hangbrug gespannen.
Aan de overzijde loopt een officieel wandelpad tussen Brozas en
Fiscal. Dat pad loopt dwars door Janovas.
Het wandelpad zal de aanleiding zijn geweest om picknickbanken
naast het dorp aan te leggen. Het prikbord op een muur onder een
bordje met de naam Janovas is leeg. In 2005 was dat niet het
geval. De paden/straatjes door het dorp zijn keurig gemaaid. De
huizen zelf zijn grotendeels ingestort en overwoekerd. Er is
overigens nog wel een pand met een deur waar een hangslot op
zit. Misschien van de gemeente om materiaal voor de
groenverzorging in te stallen?
Maar de verrassing staat iets buiten het dorp: de kerk. Die
heeft, in tegenstelling tot de meeste huizen, nog een dak en
ziet er heel redelijk uit. En de begraafplaats lijkt nog een
beetje te worden onderhouden. De grootste verrassing bevindt
zich in de kerk. Namelijk een religieuze muurschildering.
Foto!
Wat heeft er in Janovas plaatsgevonden?
Jaren later heb ik enkele sites gevonden met meer informatie, zoals dit
op www.urbex.nl.
Janovas
THE ABANDONED GHOST TOWN IN SPAIN
‘Janovas’ is an abandoned ghost town in the north of Spain. It was the
victim of political failures. The inhabitants left the place between 1960
and 1970 owing to the pressure induced by the Spanish ‘National Institute
for Forestal Recovery’ that had bought the land.
In the 1950s the Spanish government planned to built a huge water reservoir
and dam along the banks of the river Ara. This meant the forced moving of
150 families in the villages of Janovas, Lavelilla and Lacort. It would be
a huge reservoir to produce electricity.
Expropriations began in the early 1960s and a few years later, because of
the refusal of some of the people to leave, the company began to destroy
empty houses without taking any security measures to protect those who
still lived in villages. The local school of Janovas was closed by sending
away teacher and children by force.
The destroyed homes and the closure of the school made it impossible to
continue living in Janovas, but the government still ploughed the fields,
cut down fruit and olive trees to keep the area uninhabitable. Eventually
they cut off the water and electricity and send the army to the prevent
people returning. In 1984 the last people were forced out of Janovas.
European regulations
In 2001, after years of social protests, lawsuits and environmental
protests a report about the project’s environmental impact was published.
The report showed that the plans were against European regulations and the
guessed profits were not feasible. The project was officially stopped in
2005. The remains of the old town are still visible in the valley. The
Romanesque church is one of the few buildings standing up at Janovas.
Though it is almost in ruins, it still has its roof, the walls, and its
beautiful frescos.
Ik zet de reis voort en doe nog wat laatste Spaanse inkopen in
Ainsa (waar ik ook een pizza eet) en Bielsa. Op dit punt zou ik
het liefste 2 dagen pauzeren, de was doen, en vervolgens direct
starten aan de volgende grote reis door Spanje. Maar ja, dat zit
er dit keer helaas niet in.
Een paar kilometer na Bielsa laat ik de tank nog maar een keer
vullen met goedkope Spaanse diesel. Daarna door de Tunnel de
Bielsa (3070m) naar Frankrijk. Voor de tunnel staat dat ik na 1
kilometer in Frankrijk ben.
Weemoedig denk ik: "Adios España!"
Het mag duidelijk zijn: ik ben dol op Spanje!
De weg in de tunnel stijgt nog lichtelijk. Aan de Franse zijde
volgt een ellenlange afdaling.
Maandag 4 juni. De grillige Pyreneeën zijn aan de Franse zijde
bewolkt en het heeft ook nog eens een groot deel van de nacht
geregend. Vanmorgen moet ik mijn tentje nat inpakken. Het is
inmiddels droog, maar de grijze lucht ziet er weinig belovend
uit.
Net als op de heenreis overnacht ik halverwege Frankrijk in een
hotel van de budgetketen Villages Hotel, in Bourges. Dat beviel
me op de heenreis uitstekend. Ik had dit hotel voorafgaand aan
de reis voor de heen- en terugreis gereserveerd.
Dinsdag 5 juni. De enthousiaste hotelier weet bij het ontbijt
nog hoe hij mijn achternaam moet uitspreken. Op mijn hotelkamer
kon ik gisteravond op de televisie zien dat de zuidelijke helft
van Frankrijk onder een dik wolkendek zat. Het noorden
daarentegen was zonnig en veel warmer. Bij Troyes is het al 27
graden!
Ik vind een prachtig plekje voor de lunch, naast de N77, in een
glooiend slaveld. Dit gebied bestaat uit veel lange rechte
stukken weg en veel landbouw. Op routine rijd ik naar huis.
Voor het thuisfront heb ik de auto in Soria bijgeladen met
koekjes en rode wijn, en in het Franse Auch ook nog met een doos
rode wijn. En voor heit, die 25 juni zijn zeventigste verjaardag
hoopt te vieren, een verrassing uit Ciudad Rodrigo.
Na 8555 boeiende kilometers ben ik om half negen thuis.
Johan (12 mei t/m 5 juni 2007)
Campings Spanje:
- Europ camping, St. Jean-Pied-de-Port, prima
- Iterbero, Lumbier, uitstekend, mooie ruime grasveldjes
- gemeentecamping Fuente La Teja, Soria, prima, lastig te vinden
(Rechts van de N111 richting Madrid gelegen: na de grote rotonde
die onder de N111 ligt de N111 richting Madrid nemen. Eerste
afslag de N111 weer verlaten. Dan links aanhouden, weer richting
Soria, maar dan direct weer een 180graden bocht maken naar links.
De camping ligt links van deze weg.)
- El Greco, Toledo, uitstekend, minpuntjes: duurder en erg harde
grond voor tentjes, ook buiten het hoogseizoen druk bezocht
- Puerto Peña, Talarrubias, prima (kans op weekendkampeerders)
- Mérida, redelijk (er is geen alternatief)
- Doñana Playa, bij Mazagón, redelijk, erg groot, buiten
seizoen/weekend zeer rustig
- Giralda, Isla Cristina, duur, vrije plekjes onder de bomen
- gemeentecamping Ciudad Rodrigo, matig, weinig bezocht
- Camping Parque Monfrague, Malpartida de Plasencia, uitstekend,
incl. vrij terrein
- Camping (tevens hotel) Regio, in Santa Maria de Tormes bij
Salamanca, uitstekend, goedkoop
- Riaza, splinternieuw, nog weinig schaduwplekjes
- Pirineos, Santa Cilia de Jaca, veel schaduw, sanitair niet zo
schoon (buiten het seizoen tenminste)
Campings Portugal:
- Orbitur, Evora, zeer matig, druk
- Quinta da Cerejeira, bij Tomar, uitstekend
- Quinta da Cerca, oost Coimbra bij Tabua, eenvoudig maar prima
Camping Frankrijk:
- Le Rioumajou, St Lary-Soulan (F), prima, receptie na 18u dicht
Supermarkten:
- E.Leclerc, Soria (noordwest)
- E.Leclerc, Aranjuez
- Eroski, Toledo (oost)
- Carrefour, Zafra, kleine vestiging
- Carrefour, La Palma de Condado, kleine vestiging
- Carrefour, Cartaya (bij Huelva)
- Intermarche, Evora, zuid
- Carrefour, Coimbra
- Modelo, Guarda, noord
- E.Leclerc, Salamanca, splinternieuw, vanaf 10u open
- Carrefour express, Salamanca centrum
- Carrefour, Avila (oost)
- Carrefour, Auch
- Géant, Bourges, noordwest
- Carrefour, Troyes, west, verouderd
- Géant, Troyes, noordwest, aan de D91 richting Parijs.
- En in Portugal daarnaast nog veel kleine Intermarches
Reisvoorbereiding:
Recente Michelin totaalkaart van Frankrijk (nr.721).
Spanje:
Michelin kaarten: 573, 574, 576, 578 en 121 (zoom, Environs de
Madrid)
- Rik Zaal - Spanje, Een reisgids (Een uitstekende reisgids!)
- Alastair Boyd - Agon gids voor Madrid en Midden-Spanje
- Lien Blomberg - Mijn avontuur in Spanje, dagboek 1994 - 1997
- De Zilverroute - Bert Sitters (in het bijzonder voor fietsers)
- De waanideeën van Don Quichot - Miranda France
- De omweg naar Santiago - Cees Nooteboom
- her en der info over campings van internet
Portugal:
Michelin-kaart 733
- Portugal, een reisgids voor vrienden - Rentes de Carvalho
- Michelin Groene Reisgids
- Een zakenlunch in Sintra - Gerrit Komrij
- Het volgende verhaal - Cees Nooteboom (boekenweekgeschenk 1991)
- kleine campings met Nederlandse eigenaren via:
http://gastvrij.portugal-vakantie.info/camping.html
- reisverslagen van internet, in het bijzonder twee zeer
informatieve verslagen over Extremadura en Portugal op:
http://www.rogerbunnens-reisverhalen.be/
(helaas zijn die weggehaald. Bunnens heeft ze (deel?) in
boeken gepubliceerd.)