USA Noordwesten (2008)
    
    
    Het vervolg op USA Zuidwesten (2008) Idaho is onze zesde staat. Afgaande op kaart nummer 1 van Hallwag zitten we nu in het Noordwesten. Net wanneer het droog lijkt te blijven, zie ik een bordje langs de weg met de naam "Amsterdam". Kennelijk heet dit gehucht zo. Het stelt weinig voor in vergelijking met onze hoofdstad. Want we zien weinig meer dan een paar boerderijen en huisjes. Twin Falls & Perrine Bridge We arriveren in Twin Falls en zijn weer in de bewoonde wereld. Eerst passeren we een aantal oudere motels, dan komen we op een stuk weg waarlangs supermarkten als Albertsons en Fred Meyer en allerlei restaurants zijn. Aan de rechterkant zit een Motel6. Daar checken wij in. In de kamer naast ons zit een echtpaar dat aan de luidruchtige gesprekken te horen hier zit vanwege brand in hun huis. Hun twee hondjes hebben de brand overleefd. We krijgen even bezoek van één. De man heeft het over: "Bella, Bella, Bubblegum." Na het inchecken gaan we op zoek naar het huis van de familie Reitsma. Succesvolle boerenemigranten uit Friesland. Zelfs met het adres en een plattegrondje van Google lukt het niet eenvoudig om hun huis te vinden. We gaan blijkbaar niet ver genoeg de straat in waar ze aan wonen. Ze wonen aan de rim en dus aan de Snake River. Het is een groot huis met een oprijlaan. Twin Falls is een aangenaam stadje, in een voor de rest niet zo interessante omgeving. Yfke is bij een eerdere reis al bij de Shoshone Falls geweest en die vond ze toen niet zo bijzonder. De Perrine Bridge en het gebied rond de golfterreinen in het dal langs de Snake River lijken de mooiste bezienswaardigheden. We eten bij Wendy's. Die hebben we nog niet eerder geprobeerd. Het eten bevalt mij goed en het is ook niet duur. Yfke neemt een broodje spicy chicken club en ik dubbele cheeseburger, samen met Dr.Pepper en Diet Pepsi voor $12,95. We ontdekken overigens ook een Chinese Buffet tegenover Wendy's, bij supermarkt Fred Meyer. Maandag 2 juni. We doen inkopen bij Albertsons op de kruising van de 93 en de 30. Vanmorgen gaan we nog even bij de Perrine Bridge kijken. Het zonlicht schijnt nu vanaf de andere kant en dat is beter om foto's te maken. De dame van dienst in het visitor center praat veel te veel en probeert van alles aan ons te slijten. We internetten even en doneren kleingeld voor de beker koffie. De brug is populair bij paraspringers. Er is net iemand zich aan het prepareren voor een sprong, maar daar willen wij niet op wachten. Dan volgt eerst een saaie route door een groot landbouwgebied van Idaho. Tot Idaho Falls rijden we weer over een stukje I-15. We verlaten de interstate en gaan de bergen in. Het landschap is nog steeds erg groen. De bergen maken 't mooier. Na de lunch passeren we het Palisades Resevoir. Dan komen we in de zevende staat van de reis: Wyoming. We slaan linksaf naar Jackson. In de verte zien we al besneeuwde bergen van Grand Teton. Jackson De meeste gebouwen in Jackson zijn van hout. De supermarkten zijn lastig van de andere gebouwen te onderscheiden. Het Town Square heeft met poorten van hertengeweien. We vinden eindelijk de ideale plek voor cowboyhoeden. In een zaak aan de zuidkant van het plein loopt een man rond die weet hoe je de randjes mooi opstaand krijgt en hij heeft een apparaat waarmee hij de hoed een klein beetje oprekt voor onze dikke Friese koppen. Niet alle maten 'L' passen evengoed. In Jackson kun je met een mooie rode koets een paar rondjes door het centrum afleggen. Stoere cowboys rijden door het centrum met grote wielen onder hun Jeep Grand Cherokee. Het is hier heel normaal om een hond achterop de pick-up mee te nemen. Je kunt er in de zomermaanden dineren met een show bij "The Ballad of Cat Balloo". Toch hebben we moeite om een geschikt restaurant te vinden. Het Cadillac café is net als de Million Dollar Cowboy Bar druk en lawaaiig. Uiteindelijk komen we uit bij The Bunnery. Dat is een bakkerij en restaurant. De porties zijn een beetje klein. Vooral de chicken orient salad die Yfke heeft besteld. Mijn Philadelphia beef met cheese is nog redelijk. Misschien was het de bedoeling dat we ruimte voor een duur stukje taart zouden overhouden. Het eten kost $21,90. Er komt steeds meer bewolking. We gaan vroeg slapen. Grand Teton National Park Dinsdag 3 juni. Wanneer ik het gordijn een beetje open doe, zie ik een blauwe lucht. En de weersvoorspellingen waren zo slecht?! We kunnen het beste zo snel mogelijk vertrekken. De natuur in! Na een paar mijl staat aan de rechterkant het bord dat het begin van het Grand Teton National Park aankondigt. En dat komt niet als een verrassing, want de Tetons zagen we al een tijdje. Bij Schwabacher Landing gaan we een klein stukje over een dirt road die eerst naar een parkeerplaats leidt waar we naar de rivier lopen. Met de rivier op de voorgrond en de besneeuwde Teton Range op de achtergrond. De Grand Teton is met 4.197 meter de hoogste berg. Iets verderop is nog een parkeerterrein. Daar staat al een auto. Wanneer we het pad aflopen, komen we een schilder tegen die les geeft aan een leerling. Iets verderop is een beverdam. De bever slaapt uit of is niet thuis. We hebben plezier van een squirrel die steeds weer op een andere plek uit de grond opduikt. Wanneer we Schwabacher Landing verlaten, is de groep cursisten uitgebreid tot zo'n twintig personen en staat het parkeerterreintje nagenoeg vol. Verder naar het noorden. Grand Teton laten we achter ons. Het hoogtepunt van deze omgeving is Yellowstone. Het park waar we de komende twee en een halve dag door zullen brengen. Na de afslag bij Moran Junction richting Yellowstone komt pas de eerste parkentree van de dag. De handtekeningen op de parkpas van de pashouder en die in het paspoort worden vergeleken om te voorkomen dat we op het pasje van iemand anders binnen komen. Terecht dat ze daar streng op controleren. Die 80$ kan het parkbeheer goed gebruiken. Yellowstone National Park (zuid) Het is tien over elf. We passeren de Lewis River en komen bij Lewis Lake. Minstens de helft van het meer is nog bevroren. Dat levert mooie winterse plaatjes op. In de voorbereiding heb ik de ervaringen van andere bezoekers in Yellowstone in de volgorde gezet van onze route. Dit helpt ons bijzonder goed bij het maken van keuzes in wat we willen zien. Yellowstone is namelijk erg groot. En je legt er niet snel grote afstanden af. Na een sanitaire stop bij het visitor center stoppen we bij West Thumb Geyser Basin. We doen de 'loop' langs de kleurrijke pruttelende bronnen. Dit gebied is extra bijzonder omdat op de achtergrond het Yellowstone Lake te zien is. We lunchen op het parkeerterrein: sesam- en maanzaadbolletjes met salami en een donut. De weg loopt nu steiler omhoog, over de Graig pass (8262ft) en Continental Devide. Eigenlijk zijn het twee passen, de eerste is zelf nog iets hoger (8391ft). Op de tweede pas is een klein meertje, Isa Lake, waarvan het water naar beide oceanen zou stromen. Er ligt nog veel sneeuw. Op de helling aan de overzijde van de weg hebben mensen/kinderen glijbanen in de hellingen gemaakt. Old Faithfull De volgende stop is bij waarschijnlijk de meest bekende plek van het park. Namelijk bij Old Faithfull. Net voor de afslag staat her verkeer stil omdat een kudde buffels de weg oversteekt. Bij de Old Faithfull staan erg veel auto's geparkeerd. Ik hoor van iemand dat de eerstvolgende uitbarsting om vijf over twee zal zijn. Daar zijn we dan mooi op tijd voor. We lopen naar de Old Faithfull Inn om de prachtige houten lobby te bewonderen. Zo hoog! Een heel bijzonder ontwerp. Als het ware een enorme vogelkooi met allerlei steunbalken en een houten omhulsel. Wel een beetje donker. Ook het restaurant ziet er indrukwekkend uit. Maar ook nogal massaal. Langzaam neemt het aantal mensen toe dat plaatsneemt op de tribunes rondom de geiser. Ik denk ongeveer vierhonderd. Het is lastig om in te schatten waar we het beste kunnen zitten. De wind en de bewolking kunnen beslissend zijn voor de kwaliteit van de foto. Iedereen wacht in spanning af. We nemen op de rand voor de tribune plaats, zodat we geen mensen voor ons hebben. De uitbarsting is helaas niet zo spectaculair. De Old Faithfull heeft er geen zin in om vijf minuten op volle kracht kokend water te spuiten, wat theoretisch mogelijk zou moeten zijn. Een tegenvaller dus. Daarna wandelen we langs Geyser Hill over het fietspad om Morning Glory Pool te bewonderen. Onderweg vinden we vooral de originele vormen van Grotto Geyser mooi. Morning Glory doet me erg aan de pools in Nieuw Zeeland denken. En die zijn misschien nog wel mooier. Maar in dit park zijn meer van dit soort pools. In Amerika moet alles natuurlijk groter of meer zijn. Bij de WC bij Morning Glory ligt een karkas van een buffel. Interessant om te bekijken, maar wat een stank! We verlaten het Old Faithfull gebied. Op het parkeerterrein bij Black Sand Basin nemen we een kijkje bij de onverstoorbare buffels die eerder de weg overstaken. We kunnen ze heel dicht benaderen. Om kwart voor vier rijden we verder naar West- Yellowstone. Daar willen we een beetje op tijd zijn want we hebben niks gereserveerd. De bewolking neemt meer en meer toe. Na de afslag bij Madison zien we weer een kudde buffels. Het is moeilijk voor te stellen dat dit park een grote vulkanische dreiging voor de wereld zou zijn. Ik heb eens een reportage op de televisiezender National Geographic gezien waarin werd gezegd dat een uitbarsting van Yellowstone een groot deel van de wereld in as zouden leggen. We komen in West-Yellowstone. Ik heb daar een plattegrondje van gedownload. Het is een plaats aangelegd volgens een schaakbordpatroon, met heel veel motels en in verhouding minder restaurants. We gaan eerst naar het goedkoopste motel op mijn lijstje, maar dat ziet er verwaarloosd uit. Dan naar de bovenste van mijn lijstje. Dat is het Evergreen Motel. Yfke herkent het meteen als het motel waar zij achttien jaar geleden met Ynze ook heeft overnacht. Er is nog een kamer voor ons en deze bevalt uitstekend. Het is koud wanneer we naar een restaurant op zoek gaan. Vooral de wind maakt het kil. De locals vinden het kennelijk in verhouding warm, want die lopen in T-shirt rond. We besluiten te gaan eten bij The Gusher. We krijgen een plekje in een zijkamer bij de bar. Omdat de wind het zo fris maakt, neem ik warme chocolademelk. Boven onze tafel hangt een televisie waar de andere gasten hun ogen naartoe worden getrokken. Leuk is anders. Het eten valt ook tegen. De barbecue pizza's met drie toppings zijn klein en duur. We hebben ook vier stukken knoflookbrood besteld, die krijgen we niet berekend omdat Gene vergeten was door te geven aan de keuken. Kijk, zo zijn ze dan wel weer in Amerika. Snel iets willen goedmaken. Misschien bang voor slechte recensies. Woensdag 4 juni. Afgelopen nacht heeft het geregend. De lucht is grijs en ziet er niet veelbelovend uit. We gaan daarom vanmorgen eerst maar was draaien. De wasmachine in de laundry voor gasten van het motel is niet zo snel en ook duurder dan die van de plaatselijke laundry. Daarom gaan we met alle was in plastictasjes naar Electric Street bij het Conoco-tankstation in de buurt. We zijn niet de enigen. Een paar machines zijn defect, maar al snel kunnen we onze was voor vier quarters per machine draaien en voor een quarter per vijf minuten drogen. Het is er lekker warm en ook wel gezellig. Ik neem alle aantekeningen door en bereken de gereden afstanden per dag; om de hersenen even te laten kraken. Wanneer we de laundry verlaten begint de zon door te breken. We haasten ons om weer naar het park te gaan. Het lijkt er op dat we mazzel hebben. We halen eerst verse broodjes en frisdrank bij de supermarkt. Nog maar net in het park zien we herten. We rijden naar Midway Geyser Basin waar we op het parkeerterrein snel even staand lunchen, inclusief een bekertje yoghurt dat we gisteren zijn vergeten. We steken de Firehole River over. Het warme water uit de bronnen op de heuvels stroom ook de rivier in. Grand Prismatic Spring laat zich nauwelijks zien door de rookontwikkeling. Met de juiste windvlaag en een stralend zonnetje kunnen we ook van dit natuurwonder genieten. Prachtige, heldere bruine en oranje tinten. Ik vind het pad nogal gevaarlijk. Er zijn geen hekken, en je kunt zo in de pools mieteren. Vooral oppassen geblazen met kleine kinderen. Op het parkeerterrein staat een bus van het Duitse Rollende Hotel (www.rotel.de). Die trekken kennelijk de hele wereld over. Ik heb deze rode bussen in het verleden onder andere in Rome gezien. Daarna gaan we naar Fountain Paint Pot waar we ook een trail lopen. We zoeken contact met de roodharige Claire die in een mooi overdekt zitjes op de rug van haar vader zit. De eerst bron aan de rechterkant is Silex Spring, het is meteen de mooiste. De pruttelende verfpot zelf is ook bijzonder. En Glepsydra Geyser is opmerkelijk omdat die voortdurend actief is. Minstens zo leuk zijn kleurige vogeltjes die nestelen in doodgebrande bomen langs het toegangspad. We nemen ook een kijkje bij het Norris Geyser Basin, en lopen naar Steamboat Geyser. Maar dit deel van het park valt ons erg tegen, de bewolking neemt ook steeds meer toe. De Gibbon Falls waren onderweg hier naartoe nog het meest interessant, waar een raaf zo mooi voor ons poseerde. Het is ook leuk om even over het parkeerterrein te lopen en de kentekens van auto's uit verschillende staten te bekijken. Bij Nez Perez Creek zien we fanatieke 'fly fishers'. Na de splitsing bij Madison zien we weer de kudde buffels. Dit keer dichter bij de weg en met opvallend veel kalfjes. In West- Yellowstone gaan we naast Market Place naar de winkel Wild West Old Time Photos. Yfke wil graag een sepia foto van in een cowgirl kostuum. Ze had ook als hoertje gekleed kunnen gaan. Ik ga uiteraard niet mee op de foto. De fotograaf heeft alle aandacht voor ons. Voor $25 mogen we twee uit de serie van veertien van de "mean cowgirl" kiezen. Hij toont ze op een laptop en wij selecteren. Hij gebruikt overigens een Olympus met 20-35mm lens, maar dat terzijde. De beste man heeft in Las Vegas gewoond. Zijn familie woont daar nog. Hij geeft ons een tip om een Moose te zien aan de weg noord van West-Yellowstone, richting Hebgen Lake. Vanavond eten we bij Timberline. Gisteren kwamen we al een gast tegen die het restaurant verliet en zei dat ze "good food" hadden. Dat kunnen wij nu bevestigen. Ook leuk dat we 'baked potato' als side order bestelden. We hadden gebakken aardappelen verwacht, maar het betrof een grote in schil geroosterde aardappel. Zoals je bij een kampvuur ook wel doet. Yfke neemt een stoofpotje, ik kies een buffelburger. Er lopen leuke, jonge Mexicaanse meiden in de bediening. En de bordvulling is royaal voor weinig geld ($21,70). Wat wil je nog meer?! Daarna lopen we nog door het centrum van het stadje. Yfke koopt een cadeautje voor Afke en we nemen een kijkje in de Book Worm. Dat is een erg leuke boekwinkel met een ruime voorraad aan reisgidsen en kaartmateriaal van de directe omgeving. Daarnaast is het een erg leuke zaak om rond te neuzen. Het is gelukkig minder koud dan gisteren. In een etalage ziet Yfke een tekst van James Dean die haar aanspreekt: "Dream as if you'll live forever. Live as if you'll die today." Yellowstone National Park (noord) Donderdag 5 juni. We proberen de supermarkt aan Dunraven, maar die van gisteren beviel veel beter, dus we halen hier alleen een gallon water en daar de broodjes. Het valt Yfke op dat ze complete ei in pakjes verkopen. Vandaag gaan we de noordzijde van het park verkennen. De wegen door het park vormen als het ware een acht. Wij hebben de linker helft van het onderste deel gehad. En gaan nu het oostelijke en noordelijke deel van de bovenste rondte bekijken. We stoppen eerst nog even bij de buffels, op de zelfde plek als gisteren. Daarna rijden we zonder stop naar Canyon. Eerst lopen we naar Upper Falls View. Maar daar is het zicht op de watervallen niet zo geweldig. Het mooiste punt is Inspiration Point. Naar het oosten is een mooi zicht op een kleurrijker deel van de Canyon en naar het westen zijn de Upper Falls het beste te zien. Er is wel veel bewolking, maar desondanks blijft het indrukwekkend. Daarna gaan we naar Canyon Village (7918ft). Er is een grote store, een café en een restaurant en cafetaria. We bellen naar huis. Met de telefoonkaart is weer geen succes, dus probeert Yfke het via de operator met haar VISA-kaart. Dat lukt. In de tussentijd haal ik geld uit de ATM flappentap. Een mini- exemplaar, waar maximaal $200 uit komt. Maar we komen hier voor een toetje: Yellowstone Caldera, een truffeltaartje met warme vloeibare chocolade van binnen. In het restaurant is het is bijna lunchtijd, maar we krijgen te horen dat de Caldera alleen bij het avondeten geserveerd kan worden. Er doet speciaal iemand navraag in de keuken, maar daar hebben ze de vanille nog niet gemaakt en kunnen onmogelijk het gewenste toetje maken. We besluiten op het terras te gaan lunchen met eigen brood en druiven - uit Mexico. Al snel komt er bezoek van een vijftal schooiende squirrels. De weg loopt vervolgens nog verder omhoog tot de afslag naar Mount Washburn (10243ft). Daar ligt nog aardig wat sneeuw. Een laag van meer dan een meter op het parkeerterrein en de toegangsweg is afgesloten. We spelen even in de sneeuw. De uitzichten naar het westen zijn ook mooi. In een bocht zien we allerlei mensen met verrekijkers staan. Kennelijk is ergens in de verte wild te zien. Misschien wel een beer! Even verderop is het inderdaad zo ver. Weer auto's langs de kant van de weg. Ongeveer veertig meter hogerop loopt een kleine zwarte beer. Nog een paar mijl verder, na Tower-Roosevelt, staan weer allerlei auto's stil. Wij rijden door, want park rangers manen de mensen om hier niet stil te staan. Verderop zien we weer een kudde met buffels en relatief veel kalfjes. We komen ook herten tegen die in de bosjes langs de weg lopen. Bij Mammoth Hotsprings is weer bebouwing. Hier geen dieren, maar wel terrasvormige bronnen. Het lower terrace is grotendeels uitgedroogd en grijs geworden. Yfke is teleurgesteld, want dat was anders toen zij hier achttien jaar geleden was. Langs de Upper Terrace Drive zijn nog wel een paar mooie kleurrijke bronnen. Het is een smalle asfaltweg, waar je met de auto over mag met onderweg diverse parkeermogelijkheden. We stoppen eerst op de grens van upper en lower en wandelen naar de prachtige Canary Spring. De bomen erin maken deze bijzonder mooi. De 'overlook' geeft een mooi zicht op het dal. Van het Upper Terrace zijn Orange Spring Mound en Angel Terrace het mooist gekleurd. We rijden voor een tweede keer de Upper Terrace wanneer de zon meer doorbreekt. We verlaten het park want we moeten nog op zoek naar een plekje om te slapen. Voor we Gardiner bereiken, rijden we een stukje door over de oude weg waardoor we onder de Roosevelt Arch door komen. Gardiner De achtste staat van de reis: Montana. Gardiner is min of meer een doorgaande weg met een paar bochten en zijstraten. Bij het Yellowstone River Motel hebben ze alleen nog maar een dure kamer. En het motel bij het Town Cafe is gesloten. Daarmee vallen beide mogelijkheden van mijn lijstje af. We rijden over de brug, naar het andere deel van Gardiner. Hier zitten meerdere motels. Zoals Absaroka Lodge aan het water, en aan de westrand een Best Western, Travelodge en Comfort Inn. Het Westernaire motel ziet er het meest betaalbaar uit. De kamer is oud, en de airco hangt een beetje raar in het raam, maar ze hebben een fris geurend gazon. We gaan eten in het Town Cafe. Dat blijkt een prima restaurant met leuke bediening. Yfke kiest Polish Dog met Moose Drool Beer, ik chicken salad ($20,65). Het is een huiselijk restaurant. Vanavond is het kinderavond, want er zijn nogal wat kleintjes. De zaal naast ons is gereserveerd voor een buslading Aziaten, die wel erg snel eten. Bij ons motel loop ik rond om de omgeving te verkennen. Aziatische meisjes bewonderen de paars bloeiende struiken. Het zonnetje schijnt lekker. Wat hebben we toch een mazzel gehad met het weer in Yellowstone! De menulijsten van Outlaw's Pizza en het Mine Restaurant, beide in de buurt van ons motel, zien er ook goed uit. Zo was Gardiner op het eerste gezicht niet zo'n bijzonder plaatsje, maar blijkt het bij nader inzien goed voorzien. We weten nog niet of we morgen een scenic route naar St. Mary nemen of een snellere naar Kalispell. Dat hang af van het weer. Vrijdag 6 juni. De lucht is vanmorgen helemaal grijs. Bij Tumbleweed Bookstore aan de doorgaande weg kijk ik voor 15 $cent per minuut even op internet of de "Going to the Sun road", over de Logan Pass (6646ft) al geopend is. Maar dat is niet het geval. Daar had ik ook al rekening mee gehouden. Meestal gaat die pas rond half juli open. We mailen een kort berichtje naar de familie en vertrekken dan richting het noorden. Tijdens het eerste stuk van de route tot de snelweg valt flink wat regen. Gelukkig is het vandaag vooral een reisdag om een afstand te overbruggen. Bij Drummont lunchen we. De zon is gelukkig doorgebroken. Langs de weg staan borden met teksten als "This is Gods valley. God Loves You." Dan draaien we de 93 op richting Kalispell. We komen langs de oudste Trading Post van Montana, Four Winds bij St. Ignatius. De winkel is in beheer bij een oudere blanke vrouw, wij hadden een Indiaanse verwacht. Yfke koopt een oude Chinese munt voor Alex. Ik doorzoek een bak met fotoreproducties, maar de ansichtkaarten zijn aanzienlijk beter. We komen langs Flatleak Lake. Aan de overzijde van het meer het gebergte waar ook het Glacier Park ligt. De toppen van de bergen zitten in de wolken. Maar de zon breekt ook steeds meer door. Yfke is meer onder de indruk van de natuur dan ik. Bergen kun je ook in Europa vinden, daarom vind ik het geen opmerkelijke omgeving. Yfke houdt meer van deze natuur dan de zuidelijke woestijnen. Bij mij is dat net andersom. Kalispell In de tweede helft van de middag arriveren we in Kalispell. Bij wijze van spreken op een steenworp van Canada. Tevens de noordelijkste plek van onze reis. We kijken uit naar Moose's Saloon wanneer we door de hoofdstraat komen. Moose zit net voor een grote kruising aan de rechterkant. We vinden ook het motel waar Yfke en Ynze hebben overnacht. Wij kiezen nu de Travelodge net voorbij de grote kruising. De hemel is wolkloos en wij gaan na het inchecken direct op pad. Eerst naar de winkel die naast Moose's Saloon zit. Het is lastig om een keuze te maken uit de enorme voorraad T-shirts met verschillende opdrukken van de saloon. Daarna lopen we verder door het centrum en bewonderen de typische houten gevels. Bij een vintagewinkel die morgen opent, willen ze Yfke haar halsketting kopen. Na dit kuiertochtje brengen we de spullen naar het motel en lopen naar de Chinees in de buurt: King. Daar eten we voor $21 ons buikje weer rond van een heerlijk buffet! Na het eten steken we ons in andere kleding. Met de cowboyhoeden op lopen we naar de beroemde Moose's Saloon. Yfke vertelt van achttien jaar gelden toen de bierglazen over de bar gleden. Er ligt zoals altijd hooi op de vloer en er staat een grote bak pinda's bij bar. Ze gooien niet meer zo veel met pinda's als vroeger. Eerst is het erg lawaaiig met moderne muziek, daarna krijgen we gelukkig meer passende en herkenbare muziek, met klassiekers van onder andere Roy Orbison. Yfke drinkt Moose Drool bier, gemaakt bij de Big Sky Brewing Company in Missoula, Montana. Veel gasten bestellen een pizza. Zaterdag 7 juni. Helaas, het is weer bewolkt. Ik zie alleen grijstinten aan de hemel. Misschien hadden we gistermiddag direct nog een stuk richting de bergen moeten rijden, dat heeft nu geen zin meer. Omdat we toch niet naar Glacier National Park gaan, doen we het rustig aan en nemen een kijkje in een grote antiekzaak aan de hoofdstraat: Norm's News Since 1938, Western Outdoor, Antique Market. Op de begane grond zijn nieuwe artikelen te koop. De kleine laarsjes voor cowgirls zijn bijzonder schattig. Ik overweeg om een mooie hoedendoos te kopen voor onze cowboyhoeden. Maar doe dat toch maar niet. Op hoop van zegen dat ze de vlucht overleven. De gehele kelder is een walhalla voor antiekliefhebbers. Onder drie panden, staan in meerdere allerlei spullen op een prachtige manier uitgestald. Leuk, maar hoe krijg je het in Nederland. En last but nog least: wat moet je er mee? Dus we houden het bij: kijken en niet kopen. Dan rijden we naar het zuiden, tanken in Rollins en nemen dan een route binnendoor naar de interstate I-90. De omgeving is groen en er is weinig bebouwing. Het laatste stuk loopt langs een rivier. In St.Regis lunchen we. Het restaurant waar we voor staan serveert forel uit een aquarium en homemade huckleberry pie. Kort nadat we op de I-90 zijn begint het weer te regenen. Er is ook veel wind. De weg loopt claustrofobisch tussen de bergen en is erg bochtig. Bij Spokane rijden we niet meer tussen de bergen. We zijn in de negende staat gekomen: Washington. Het asfalt in Washington maakt opvallende veel lawaai. Er staat een staatsbord langs de weg, maar we zien zo snel geen afslag naar een visitor center. Spokane is mij te groot en te druk. De zon is intussen wel terug. Bij Coeur d'Alene is de omgeving weer mooier, net als bij Moses Lake, waar we tanken en zonder jas naar buiten kunnen. Wij kiezen er voor om nog even door te rijden en in Ellensburg te overnachten. Dan hoeven we morgen minder ver te rijden. Net voor Ellensburg loopt de weg over de indrukwekkende Columbia River. Het waait hard! Borden langs de weg waarschuwen daar ook voor. Ellensburg In Ellensburg rijden we eerst enkele motels aan de zuidkant van de plaats voorbij. Ik wil graag eerst het centrum verkennen. Aan de andere kant van het centrum rijden we langs het Thunderbird Motel. Dat lijkt ons wel wat. Bij de receptie mopper ik over de hoge prijs. "Er is hier toch bijna niks in de omgeving te zien. Waarom dan zulke hoge prijzen?" Ik overleg met Yfke in het Fries. Wanneer we toch instemmen, heeft de dikke vrouw bij de receptie al tien dollar van de prijs gehaald. Mooi. En dat mocht ook wel. Want de kamer blijkt nogal verouderd. En is zeker geen $80 waard. Met 713 kilometer hebben we vandaag de grootste afstand op een dag afgelegd. We eten bij een uitstekend Italiaans restaurant Pasta & Co in het centrum, op de hoek van Main Street en 6th. Ellensburg is een studentenstad. In het restaurant zijn veel studenten, zowel als klant als in de bediening. Op de menulijst staan daarom denk ik ook studentenprijzen. Het is lastig om een keuze te maken. Er is heel veel lekkers. Yfke eet Lasagne verde met spinazie en wortels. Ik creamy chicken pesto met broccoli, artisjokharten en champignons. Yfke krijgt warme appelcider met kaneelstokjes. Heel goed eten voor weinig geld ($24,03). Zondag 9 juni. Vanmorgen gelukkig weer een blauwe lucht. Het ontbijt is in twee voormalige motelkamers achter de receptie. We mogen zelf wafels maken. Een kwestie van een bekertje op een zwart wafelrooster leggen. En het ander deel van het rooster daar bovenop klemmen. De wafel is in iets meer dan twee minuten gebakken. Zo te zien eet het meisje dat de keuken doet de resterende wafels. Ze is extreem dik en nog jong. Zielig dat iemand op die leeftijd al zo abnormaal dik is. We doen inkopen bij Albertsons aan University Way en zoeken dan weer de I-90 op. We gaan de bergen in. De weg slingert over de Snoqualmie pass, waar het skiseizoen zijn einde nadert. Helaas neemt hogerop de bewolking weer toe. Na de pas nemen we de afslag North Bend. Twin Peaks We zijn op weg naar de dorpen Big Bend en Snoqualmie, waar begin jaren negentig Twin Peaks is opgenomen. Net voor de vakantie heb ik de eerste vier afleveringen van de serie nog een keer gezien. Tot diep in de nacht werd ik weer geboeid door deze fantastische serie. Er is in deze omgeving echter bitter weinig terug te vinden van de beroemde televisieserie. In Snoqualmie kijken we even bij het spoorwegmuseum met een mooie bookstore. Het Great Northern uit de serie is bij de Snoqualmie Falls. We rijden naar die waterval en lopen door het bijhorende parkje met Douglassparren. In het winkeltje met een cafetaria kopen we ansichtkaarten, want er komt te veel water van de waterval om een goede foto te maken. Het hotel boven de waterval is overigens een luxe resort onder de naam Salish Lodge & Spa. Het interieur uit de serie is in Kiana Lodge gefilmd, in Poulsbo. Helemaal aan de westkant van Seattle aan het meertje waar het lichaam van Laura Palmer ook werd gevonden. De enige die nog iets aan de 'TV-show' doet, dat is Twede's Cafe in Big Bend. Dit fungeerde als RR diner in de serie. Dit café- restaurant is strategisch geleden aan het centrale kruispunt in het dorp. Op de gevel staat "Welcome to Twin Peaks" en de vermelding dat ze hier de beroemde cherry pie serveren. We eten elk een overheerlijk stuk kersentaart, met koffie en thee. Special Agent Cooper zou zeggen: "A damn Fine Cup Of Coffee, black as a moonless night." Twede's Cafe, North Bend De menukaart bevat maar liefst vijftig verschillende soorten burgers! Sommige serveersters dragen T-shirts met 'Twin Peaks". Bij de kassa kopen we nog enkele souvenirs die met Twede's en Twin Peaks te maken hebben. Daarna rijden we ruim langs Seattle naar het zuidwesten, binnendoor richting Olympia. We tanken en doen inkopen in Tumwater. We zitten inmiddels op de I-5 naar het zuiden. Wij zijn uit de bergen en de lucht is al snel weer blauwer. Mount St. Helens Omdat het mooi weer is, stel ik aan Yfke voor om vandaag nog naar Mount St. Helens te rijden. Je weet maar nooit hoe het weer morgen is. We beginnen bij het eerste visitor center met een mooi ansichtkaartplaatje van de vulkaan tussen de bomen. Voor de uitbarsting zat er een mooie witte top op de Mount St. Helens. De nieuwe SR 504 is hoog aangelegd. De oude liep langs de rivier, maar daar is bij de uitbarsting weinig van overgebleven. Op 18 mei 1980 kwamen daarbij 57 mensen om het leven. We passeren enkele nieuw aangelegde bossen, waar bordjes bij staan met de vermelding dat ze in 1983, 1985, 1991, 2001 (en vast nog meer jaartallen) zijn geplant. Er zijn meer sporen te herkennen van de uitbarsting. Zo zien we langs berghellingen nog bomen als luciferprikjes liggen. Er lag volgens Yfke zelfs as in de tuin bij omke Lieuwe, een broer van heit, die in het zuiden van de staat woonde. De natuur raakt steeds meer "Reborn from Ash." Bij het Forest Learning Center eten we Frans brood met heerlijk verse kalkoen. De weg loopt na 52 mijl dood bij het Johnston Ridge Observatorium op 4200 feet. We worden beloond met een mooi uitzicht op St. Helens. Volgens Yfke beter dan van de andere kant. Vanaf hier zie je veel beter dat het een vulkaan is. We rijden noodgedwongen de zelfde weg terug. Bij de Interstate in Castle Rock kiezen we een betaalbaar uitziend motel, het 7 West Motel, in een hoek langs de snelweg. De eigenaresse heeft een vermoeiende gezichtuitdrukking. Er zijn weinig gasten. Wij krijgen een kamer achteraan, zo ver mogelijk bij de snelweg vandaan. Het 49 restaurant naast ons motel ziet er op zich goed uit, maar heeft opvallend weinig gasten. In het dorp aan de andere kant van de snelweg kunnen we geen restaurant vinden. Het lijkt er maar een dooie boel. Daarom maar weer naar de andere kant van de snelweg waar de motels en restaurants zitten. Daar kiezen we voor Rose Tree, een restaurant met American food, waar we prima eten krijgen. Twee keer een royale chef's salad, diet coke, hot chocolat en apple juice. Ik kies bewust Apple Juice, want dat krijg je zonder de gebruikelijke lading ijsblokjes. Cedar Creek Grist Mill Maandag 9 juni. Yfke zag in een foldertje dat hier in de buurt een watermolen is. We vinden het gebouwtje op de foto beiden erg leuk en dat is dus een doel van vandaag. Maar eerst doen we inkopen bij Safeway in Woodland. Yfke probeert naar huis te bellen, maar dat is weer geen succes. We bezoeken de molen. Onderweg zien we kinderen die staan te wachten op de schoolbus. De molen uit 1876 zit verrassend mooi verborgen in het bos. Hij is in particulier bezit en vaak gesloten. Langs de I-5 richting het zuiden zijn brede rivieren. We komen in buurt waar een oom van ons heeft gewoond: omke Lieuwe (24/08/1935 - 6/10/1990). Met de beschrijvingen van onze ouders weten we dat we afrit 14 of 16 ter hoogte van Ridgefield moeten hebben. Wanneer we afrit 16 voorbij zijn, zien we links van de weg het bedrijf waar omke Lieuwe vroeger een garage had. Bij afrit 14 gaan we alsnog van de I-5 en maken meteen van de gelegenheid gebruik om nog een keer te bellen. Dit keer lukt dat wel. Dan gaan we een oprit terug en verkennen uitgebreid de omgeving waar vroeger de garage stond en nu een ander bedrijf in is gevestigd. Het ligt aan een ventweg, de Paradise Park Road, en is nauwelijks meer te herkenbaar van hoe het er in 1974 uit zag toen Yfke hier zelf was. Ze weet nog wel enkele dingen te vertellen, zoals waar de woontrailer stond en waar het pad het bos in liep waar neef Bill met de crossmotor langs ging. Vancouver, WA Veel mensen zullen weten dat Vancouver een Canadese stad is. Maar net boven Portland, aan de andere kant van de Columbia River, ligt in de staat Washington ook een stad met die naam. We hebben een kaartje bij ons van Google met het stratenplan en daarop de begraafplaats waar omke Lieuwe ligt. En een foto en beschrijving van onze ouders die hier enkele jaren geleden zijn geweest. De begraafplaats vinden we snel, maar het kost enige moeite om het graf te vinden. We lopen graf voor graf, rij voor rij af. In mijn herinnering zei moeder dat het niet ver van de weg over de begraafplaats was. Maar wanneer we de foto goed bestuderen, dan is het graf in de buurt van een spar. De beheerder ziet ons zoeken en helpt. Om precies te zijn ligt omke Lieuwe op de zevende rij. De grafsteen is niet zo groot, maar goed herkenbaar aan de afbeelding van de 'Dutch windmill'. Eén van de sterkste herinneringen aan mijn oom was dat hij in Nederland kauwgom aan ons uitdeelde. Wrigley's Doublemint, in groene pakjes met elk plakje kauwgom in een stukje zilverpapier gewikkeld. Eerder tijdens de reis hebben we die kauwgom gekocht, met de bedoeling om dat op het graf te leggen. We zoeken naar het visitor center van Washington, maar kunnen dat maar niet vinden. Dan gaan we lunchen in het Waterfront Park bij de brug over de Columbia River. De zon breekt door. Grote trucks rijden vlak langs ons over de brug. Wanneer we wegrijden, zien we een trein. En ook nog een trein die heel langzaam de andere kant op gaat. Dit is de kans om eindelijk een trein op de video te krijgen! En dat lukt! Dan gaan we een stukje richting het noorden, nog steeds op zoek naar het visitor center. We hebben alle tijd. Dan zien we plotseling een perkje rechts van de weg, met de tekst Welcome to Washington. Maar nog steeds geen visitor center. We rijden naar het huis van neef Bill, de zoon van Lieuwe. Ook dat vinden we snel dankzij een kaartje van Google. We bellen twee keer aan. En horen wel hondjes blaffen, maar kennelijk is er niemand thuis. Al denk ik wel iemand te horen die de honden tot de orde roept. De tuin ziet er keurig uit. Op de hoek staat een windmolentje. Daarna gaan we tanken. We zijn nog te vroeg voor het motel. Bij het tankstation bellen we naar tante Alie (Alice), de ex van omke Lieuwe. Ze is verrast en enthousiast. We checken eerst in bij een keurige Motel6 aan de 205 in het zuiden van de stad. Dit is een drukker deel. Onze eerste Motel6 met een koelkast op de kamer. Daarna rijden we naar het huis van tante Alie. Wanneer we rond vier uur bij het hek aanbellen, komt ze al snel aanlopen. Een geblondeerde ouder vrouw (72) in jeans. "Dat is haar", zegt Yfke. "Nog altijd slank". Tante Alie omhelst ons en is erg blij ons te zien. We zijn zeer welkom. Yfke is hier eerder geweest. Toen woonde ze in een appartement aan het begin van het complex. In de tussentijd heeft ze ook ergens anders gewoond. In het appartementje worden we begroet door een zwart hondje genaamd Billy en een vijftal lawaaimakende vogels in twee kooien. De hond is ongehoorzaam, maar ook vertederend. We krijgen het hele verhaal te horen over omke Lieuwe en haar eigen leven. De televisie blijft aan, met het geluid zacht. Tante Alie praat als een Leeuwarder. "Er was een gevecht tussen God en de Duivel gaande in Lieuwe zijn hoofd. Hij zweette alcohol. Het gif moest uit zijn lichaam." Ze is erg blij dat mijn vader en Koosje haar broer nog jaarlijks bezoeken. Koosje is hier nog niet zo lang geleden met Griet geweest. Ze logeerden in het goedkope motel bij de snelweg, waar ook wel drugsdealers zitten. Wij hadden dat motel vanaf de snelweg gezien. Ze werkt nog twee dagen in de week en krijgt een klein pensioen uit Nederland. De hoge stand van de euro is wat dat betreft mooi, maar weer minder voor Bill die graag naar Nederland wil. Brandon, de zoon van Bill uit een eerder huwelijk, is al twee keer in Irak geweest. Tante Alie is fel tegen Bush, al geeft ze ook toe dat ze destijds op hem heeft gestemd. Kort nadat Brandon trouwde moest hij naar Irak. "Daar zag hij zijn buddy's in de auto voor hem opblazen." Het huwelijk heeft maar kort stand gehouden. Brandon lijkt sprekend op de zoon van omke Willem uit Hijlaard. Bill en Sharon zijn onlangs een weekend naar California geweest om Brandon naar zijn basis te brengen. Bill heeft een racewagen mee terug genomen. Dat is nog altijd zijn hobby. "Hoekstra's have 'bezine' in their blood." Ik dacht dat het olie was, maar benzine is ook wel toepasselijk voor onze autofamilie. Ik ben benieuwd waarom ze in de staat Washington zijn gaan wonen. Volgens tante Alie omdat omke Lieuwe het klimaat in Californië te eentonig vond. Hij had behoefte aan een plek waar net als in Nederland alle seizoenen zijn. Tante probeert Sharon nog een keer te bereiken. Ze had haar al op de hoogte gebracht van onze aanwezigheid. Sharon heeft vanmorgen vroeg Bill naar het vliegveld gebracht. Bill is op zakenreis in Montana. We hadden moeten bellen, dan had hij die reis kunnen afzeggen, want er was geen noodzaak bij. Maar helaas, wij wisten niet precies wanneer we hier zouden zijn en ook niet zeker of we tijd zouden hebben voor een bezoek. Sharon en haar twee dochters komen helemaal aan het einde van de middag. Elise is onder het hek doorgekropen en heeft het hek open gemaakt voor de auto van haar moeder. Bill komt graag in Utah bij onze nichten Yvonne. Yfke zal Sharon een lijst sturen met de quartermunten die ze nog mist in haar verzameling. Ze vertelt ook dat haar vader in het graf naast dat van omke Lieuwe ligt. De kinderen hebben honger. Om zes uur had tante Alie al voorgesteld om uit eten te gaan, maar door al het gepraat, en haar kenmerkende eigenschap om nooit op tijd te zijn, gaan we pas om half acht naar Applebee's. Dit blijkt een uitstekend restaurant te zijn. Eerst bestelt Sharon een schaal met hapjes, met van alles wat. Vervolgens hebben we door het praten geen tijd om de menukaart te bestuderen. Sharon belt met Bill. We doen hem de groeten. De kinderen leven in hun eigen wereldje met hun mobieltjes. Volgens Yfke gedragen zich net zoals haar eigen kinderen. Sharon heeft een nogal rooskleurig beeld van Nederland. Wij helpen haar uit de droom door te zeggen dat de sociale voorzieningen net zo rampzalig lijken te worden als in Amerika. En in Nederland is het bovendien veel te druk. De porties zijn groot en het eten ziet er gezond uit. Sharon staat er op om alles te betalen. "I don't want your Yankee dollars." Ze biedt ook aan om de ijstheeblikken naar Nederland te sturen. Ik geef ze mee in een grote papieren boodschappentas. We maken nog enkele foto's in het restaurant en bij de auto (in het donker) en nemen dan afscheid. Iets na tienen zijn we in het motel. We hebben vandaag niet zo ver gereden, maar zijn door het familiebezoek extra moe. Dinsdag 10 juni. Aan de overzijde van de brug nemen we direct de eerste afslag en brengen een bezoek aan het vistor center van de staat Oregon. De tiende staat. Ook daar is na de brug een perkje naast de weg met "Welcome to Oregon." De Columbia River vormt de staatsgrens. De vrouw die het visitor centrum beheert, heeft een grote rustige hond. Maar geen koffie en er is ook geen internet. Ik mag een prikker op de wereldkaart doen om aan te geven waar we vandaan komen. Aan het gastenboek te zien komen hier niet veel bezoekers. We nemen een kaart van Oregon en enkele folders over onder andere Crater Lake mee. Portland - Union Creek Dan komen we via een groot verkeersknooppunt door het drukke Portland. Het verkeer stokt even. Maar na de stad neemt het verkeer af. We lunchen met de zomerjas aan op het parkeerterrein van Albertsons in Eugene. Een vrouw ziet ons in onze jasjes naast de auto broodjes eten, en zegt: "Welcome to Oregon in Summer!" Toch lijkt het weer steeds beter te worden. Dat was ook door de weermensen beloofd. Bij Roseburg tanken we. De rustige, langzaam stijgende scenic 138 naar het oosten is een tikkeltje saai. We komen door de bossen langs een rivier. Er is onderweg weinig bebouwing. We komen boven 5000ft en passeren een bord met de tekst: "North entrance closed." We rijden westelijk langs Crater Lake National Park en passeren de afslag naar de zuidingang. Een paar mijl verderop komen we in het gehuchtje Union Creek. Ik vraag bij de store of we in een Lodge kunnen overnachten. "Yes, sure!" Wij twijfelden daar aan, want er stond bij geen enkel hutje een auto. Maar we zitten nog voor het hoogseizoen; daarom is het zo rustig. Hutnummer acht is voor ons. Een houten hutje in een mooi bos, met een kacheltje. Vooral in de badkamer is het fris. Ik zet de kachel in de buurt van 70 graden Fahrenheit. Vanavond gaat we eten aan de overkant bij Beckie's café. Yfke kiest corn dog en ik fish fillet met patat, aardbei, salade en warme chocolademelk en warme appelcider met kaneel voor $21,35. De naam Beckie refereert overigens aan de bijnaam van een man die Union Creek heeft gesticht. We hebben geen ruimte meer voor een stuk van Beckie's famous pie. We beloven dat we daar morgen voor terug zullen komen. Voor het slapen gaat de stand van de kachel iets lager. Vanaf morgen zou het droog blijven en warmer worden. Later op de avond zitten buiten een paar mannen bij het kampvuur. Wij blijven lekker binnen. Woensdag 11 juni. Wanneer we wakker worden kijk ik allereerst onder de luxaflexen door naar buiten. De lucht is prachtig blauw! Het beloofde mooie weer heeft zich aangediend! Mijn bed stond onder het raam bij de voordeur, maar ik ben vannacht niet door een beer verrast die op de geur van de muffins afkwam. Bij het ontbijt kunnen we uit vier verschillende muffins kiezen. We eten elk één. Het is lang niet zo koud als gisteren. Crater Lake National Park Daarna rijden we in ongeveer een half uur naar de ingang van het Crater Lake park. Een oudere opgetutte vrouw bij de entree heet ons welkom, maar zegt ook "The Rim drive en most of the trails are Under 5 feet of snow." Rond het visitor center ligt nog veel sneeuw. Het parkeerterrein is al wel sneeuwvrij gemaakt. De oostrim is helemaal niet te bereiken. Ze hebben zelfs de wegwijzer naar die rim weggehaald, of nog niet teruggeplaatst. Na enkele meters worden we door een metershoge lading sneeuw tegengehouden. We kunnen wel een stukje langs de westrim rijden tot Discovery Point. Het uitzicht over het diepblauwe meer met het sprookjesachtige Wizard Island is schitterend. De sneeuw maakt het plaatje extra mooi. Informatieborden langs de rim zitten ook nog deels onder de sneeuw. Het meer is een 'overblijfsel' van de uitbarsting van de vulkaan Mount Mazama 7700 jaar geleden. De berg is vermoedelijk 12000 ft geweest en is voor eenderde onthoofd. Het meer is 1943 feet diep, en daarmee het diepste van Amerika. We nemen ook een kijkje in het Rim Village Visitor Center, maar naast souvenirs en een restaurantje hebben we hier weinig te zoeken. Het personeel is bezig om de hoofdingang sneeuwvrij te krijgen. Bezoekers mogen via de zijdeur en een klein trappenhuis naar binnen. Union Creek - Crescent City Zoals beloofd komen we terug bij Beckie's Cafe voor een stuk cherry pie. De taart lijkt in eerste instantie erg lekker, toch zit er iets te veel gelatine op en dat gaat ten koste van de koeksmaak. Maar desondanks is het weer aangenaam vertoeven in het café. Even verderop staat het verkeer een tijdje stil omdat er bomen worden gekapt. Ik eet nog een muffin, want van alleen een stuk kersentaart kan ik niet lunchen. We komen langs een mooi stuwmeer, vervolgens een mooie route over de 99 door Gold Hill richting Grants Pass. Het is zomers warm. De watervoorraad moet worden aangevuld. Ook weg 199 bij Cave Junction is mooi. De saloon in Cave Junction heeft mooie klapdeurtjes. Ik haal geld uit de muur. Het is tijd voor de korte broek. In O'Brien staat een oude politiewagen als blikvanger langs de weg. Terug in Californië Bij het bord van de staat California stoppen we voor een foto daarvan. "You're not the only one, crazy doing that." Zegt een jonge vrouw die met familie in een camper ook een foto van het bord maakt. Ik vertel haar dat het soms moeilijk is om langs een snelweg een foto van een staatsbord te maken. Hier is het eenvoudig, omdat je goed kunt parkeren. Een paar mijl na de staatsgrens moet al het verkeerde weg af bij een fruitcontrole. Wij voeren geen fruit in. De kersen zijn al op weg naar het darmstelsel. Net voor Crescent City worden we verrast door hoge Redwood Bomen. Zonder dat we er erg in hadden zitten we in Jedediah Smith Redwood State Park. De smalle bergweg slingert tussen de reuzenbomen die erg dicht op de weg staan. De Redwoods in deze kustregio van Noord-Californië zijn de hoogste bomen ter wereld. Hoger dan de Sequoia's in de Sierra Nevada. Crescent City In het begin van Crescent City zie ik aan de linkerkant een Econo Lodge. Omdat die motels ons goed bevallen, nemen we daar ons intrek. De zeewind is hard en fris. De lange broek kan weer aan. Eerst verkennen we het stadje met de plattegrond die we bij het motel hebben gekregen. We rijden naar de vuurtoren die op een schiereilandje ligt. Het schiereilandje is een eiland zodra het vloed is. Crescent City is een merkwaardig kuststadje. Enerzijds lijkt het hier vergane glorie, anderzijds moet het seizoen misschien nog beginnen. Voor het avondeten belanden we na een zoektocht door het stadje uiteindelijke bij Pizza Hut aan de overzijde van ons motel. We nemen een menu voor twee personen. Een medium pizza, de saladebar en elk een beker om zelf drinken uit de automaat te halen ($23,05). Dat is volgens het meisje dat ons helpt goedkoper dan wanneer we elk apart zouden bestellen. Er zit een zwerver in het restaurant. Hij heeft buiten een enorme stapel plastictassen. We zijn benieuwd naar wat daar in zou zitten. In een hoekje staan gokkasten. Een moeder met gokverslaafde kinderen heeft koud wordende pizza's op tafel liggen. Donderdag 12 juni. De wind waait vandaag niet zo hard en het is ook veel minder koud. Bij de receptie halen we continental breakfast. Ik zie er ook een parkkaartje liggen van Redwood. We rijden nog even naar de vuurtoren en zetten dan af naar het zuiden. De kust is af en toe mooi, met golven die op het strand schuimen. Redwood National State Parks Bij de brug over de Klammath slaan we rechtsaf richting de kust. Iets verderop linksaf naar High Bluff viewpoint. Een slecht onderhouden weg voert ons onder laag hangende bomen. Het laatste stukje is een korte en smalle dirt road die nog verder naar de kust leidt. Eigenlijk zijn High Bluff twee uitzichtpunten. Naar het zuiden is het zicht niet honderd procent helder. Iets verderop naar het noorden wel. Het is een mooi plekje, afgezien van enkele irritante vliegen. We rijden verder naar het noorden en nemen de afslag naar de acht mijl lange Davison Road. Het eerste stuk is breed en geasfalteerd, maar dan volgt een smalle en donkere dirt road door het bos, die verre van vlak is. Op sommige plekken kunnen (en mogen) we slechts 15 mph rijden. Aan de kust staat een hokje waar we bij een parkwachter $6 moeten betalen voor het Prairie Creek Redwoods State Park. We rijden langs de kust door naar het einde van de weg tot het parkeerterrein bij Fern Canyon. Onderweg moeten we meerdere keren door kreekjes die naar zee lopen, waar nog aardig wat water door loopt. Maar goed dat we een hoge auto hebben. Op het einde van de Davison Road parkeren we de auto en wandelen de Fern Canyon in. En zien daar omgevallen bomen, paddenstoelen en uiteraard varens, die vooral tegen de wand van de canyon groeien. Voor de afwisseling is het een aardige wandeling, maar geen must. De weg er naartoe was eigenlijk nog het leukste. Er is overigens opvallend veel belangstelling voor dit gebied. Terug op het parkeerterrein lunchen we. Vervolgens komen we over een mooi stuk parallelweg aan de 101 tussen een compact redwoodgebied (Newton B. Drury Scenic Parkway). Bij een holle boom stopt kort na ons een grote zwarte pick-up waar luide kindermuziek uit schalt. Het is een jonge vader met Eskimotrekken. Ik zie aan het kenteken dat de auto uit Alaska komt. Zijn zoontje wilde graag naar Disneyland en daarom is hij met drie zoontjes en een dochtertje 4000 mijl naar het zuiden afgezakt. Een maffe en energiek man die de handen vol heeft aan de kleintjes, maar onvoorwaardelijk vrolijk blijft. Mams is misschien wel blij dat ze een paar dagen van die drukte verlost is. We lachen wat af met de vrolijke man en zijn monstertjes. Een volgende afslag gaan we landinwaarts naar Lady Bird Johnson Grove. Daar volgen we de wandeling door het bos. Het is een afwisselende wandeling waarbij een stuk of dertien redwoodreuzen met bordjes zijn gemarkeerd. Sommigen zijn hol, een ander is schuin tegen een soortgenoot gegroeid. Een oudere dame krijgt een persoonlijke rondleiding door een vrouwelijk park ranger. Eureka Het eerst motel langs de weg in Eureka is weer een Econo Lodge. En omdat die keten ons prima bevalt, gaan we daar overnachten. In Eureka staan enkele bijzonder fraaie Victoriaanse huizen. Het meest bekende is het donkergroene Carson Mansion. Het centrum van Eureka bevalt ons ook. We vinden een goede boekhandel en ontdekken ook weer enkele muurschilderingen. Op de restaurantlijst in het hotel had ik al gezien dat hier een restaurant is dat simpelweg Chinese Buffet heet. Dat zit in de buurt van ons motel tussen S- en T-street aan de 4th. En omdat dat in de regel nu eenmaal goed en betaalbaar eten is, gaan we dus weer naar de Chinees! "All you can eat". Onder de gasten zijn dit keer drie Chinese meisjes in prachtige rode en blauwe glitterjurkjes. Vrijdag 13 juni. We zijn vroeg wakker. Ons motel is als het ware in de brede middenberm van de 101 geplaatst. Die doorgaande weg loopt door twee verschillende straten, elk in een richting. In Crescent City liep de weg ook zo. Avenue of the Giants Ik heb een lijstje met drie plekken waarbij je met de auto onder een staande boom door kunt rijden. De tweede daarvan op onze route is de Drive-thru-shrine bij Meyers Flat. Er is niemand wanneer wij daar aankomen rijden. We stoppen twee dollar in een bakje en rijden naar de boom. Yfke gilt dat we er niet onderdoor kunnen! Ze stapt uit om te kijken hoeveel ruimte er nog over is. Omdat de weg niet helemaal vlak is en we een beetje in een bocht onder de boom door moeten, lijkt het erg krap. Maar met de spiegels ingeklapt, krijg ik de Ford Escape er zonder schade door. Trots staat op een bord vermeld dat de shrine nog voor een kwart in leven is; tekenend voor de kracht van Redwood. Even verderop staat het Three-story tree house voor kinderen. De Avenue of the Giants door Humboldt Redwoods State Park is over het algemeen een brede weg, maar nu volgt een smal en bochtig deel tussen de Redwoods. Bij One Tunnel Log staan diverse motorfietsen. Yfke gaat in gesprek met de motormuizen en zo komt ze te weten dat hier een jaarlijks motorevenement is. Een paar mijl verderop staan honderden motors op een camping met kleine tentjes. Iets verderop is de zogenaamde House Tree gesloten. In Leggett kunnen we nog een keer onder een boom doorrijden. Deze Chandelier Drive-thru-tree kost $5. We moeten er een stukje voor door het bos rijden. Dit is de mooiste boom om onder door te rijden, en hij ziet frisser en levendiger uit dan de shrine bij Meyers Flat. Het blijft leuk om onder een boom door te rijden! Dan volg een saaier stuk weg. In Ukiah moeten we tanken. We eten broodjes bij supermarkt Raley's. Die supermarkt hadden we eerst over het hoofd gezien. Later zien we dat bij een zuidelijker afrit een Wal-Mart is. Bij Santa Rosa staan we even in de file. Dan komen we door een gebied met veel wijnbouw. Dit lijkt erg op Zuid-Frankrijk. Point Reyes & Mill Valley Bij Novato verlaten we de 101. We vragen de weg naar de kust, want hebben geen gedetailleerde kaart van deze omgeving. In Point Reyes Station is er plotseling weer allerlei drukte. We stoppen even om te bedenken of we nog naar Point Reyes rijden. Dat zou echter ten koste gaan van het zien van de Golden Gate Bridge. Daarom besluiten we om door te rijden over de Lost Highway richting San Francisco. We komen eerst langs een baai waar een dunne nevel boven hangt. Er zijn ook opvallend veel zilverreigers. Dan slingert de weg de heuvels over, misschien is dit stuk weg in de film "Basic Instinct" gebruikt voor een bloedstollende achtervolgingsscène. Dat zou me niks verbazen. Er steekt een hertje gevaarlijk voor ons de weg over, net nadat we door een politieauto met sirenes aan zijn ingehaald. De mist gaat in de tussentijd met ons mee tegen de hellingen. Aan de andere kant van de heuvels komen we door het leuke havenplaatsje Sausalito. En rijden verder richting de Golden Gate Bridge. Golden Gate Bridge We komen onder de 101 door en parkeren de auto naast de snelweg aan de westkant. Daar mogen alleen fietsers de brug over. Bij het vista Point aan de oostkant van de brug is onder andere een buslading met Chinezen. De brug blijft een enorme attractie. Ook dit keer ontneemt de zeemist steeds meer van het zicht op de brug. Vervolgens moet er nog een motel worden gevonden. Om niet in de dure hotels van San Francisco te belanden, zullen we een stuk terug moeten rijden naar het noorden. We proberen direct het eerst motel rechts naast de snelweg, Tamalpais in Mill Valley. Een Indische vrouw komt bij een loketje en vraagt $95. Dat is duur, maar moet voor deze laatste keer maar. Je kunt in de regio San Francisco kennelijk niet goedkoop overnachten, tenzij we een eind terug naar het noorden waren gereden. We zitten lekker in het zonnetje voor onze kamer. Naast ons nemen twee Australische mannen plaats, ze komen uit Perth. We wisselen wat beleefdheden uit. De dames die bij de mannen horen, blijven in de motelkamer. Ik informeer wanneer het de beste tijd is om de westkust van Australië te bezoeken. Dat gebied staat hoog op mijn wenslijst. Volgens hen kun je dat het beste in oktober en november doen. Ik had dat al gelezen, maar hoor graag een bevestiging van mensen die zelf uit die omgeving komen. Langzaam sluipt de mist over de heuvels. Op een gegeven moment verdwijnt de zon achter de bewolking. De temperatuur daalt snel. Een eindje verderop gaan we bij Cafe Rain Tree in het Strawberry winkelcentrum eten. Hier is ook een Safeway. Yfke eet chicken teriyaki (de kip is niet zo fijn), en ik een heerlijk gegrilde zalmfile. Vooraf krijgen we soep. Daar kijken we vreemd van op. Want we hadden geen soep besteld. Maar op een krijtbord zie ik dat bij elk menu soep van de dag hoort. De restaurants Pizza Classic en Tomodoro zijn aan het aantal gasten te zien veel populairder. Bij het motel halen we alvast spullen uit de auto. Want we naderen het einde van de reis. Helaas. Zaterdag 14 juni. Vandaag rijden we voor het eerst van ons leven over de Golden Gate Bridge. Yfke filmt het gehele traject. Aan de overkant moet $5 tol worden betaald. Terug in San Francisco Aan de overzijde parkeren we de auto en wandelen tot ongeveer halverwege de brug terug. Het verkeer raast langs ons en joggers slalommen om de toeristen. Daarna rijden we naar Twin Peaks. Dit keer is het uitzicht beter, hoewel slechts sporadisch de hoogbouw van het centrum en delen van de baai in het westen te zien zijn. De mist blijft hardnekkig. Indiërs hebben zo te zien Amerika ook ontdekt. We treffen hier een hele buslading. Om half één parkeren we de auto in de parkeergarage van het hotel. We zijn nog te vroeg om in te checken. Bij de Grace Cathedral lunchen we heerlijk in de zon in het parkje. De wind is nog fris, maar er komt ook warmte van de zon. We kunnen zonder jas lopen. Ik ga nog een keer naar de kapper in Chinatown! Na aankomst werd ik immers door een jonge vent geknipt, terwijl wij juist wilden dat ik door een meisje zou worden geknipt. Dat maken we goed door naar een hairstudio te gaan waar alleen vrouwen werken. Hoe ik geknipt wil worden? "Not to short." Yfke legt de actie op foto en video vast. Deze kapper kost 10 dollar, en dat is met de huidige koers een koopje. Ik geef de kapster krijgt een dollar fooi. We lopen verder door Chinatown en zien mooie Geishapoppetjes voor $10,95. Er is ook een uitzendbureau. De vacatures staan in het Chinees en Engels op kaartjes, inclusief uurloon. Niet veel, omgerekend naar euro's. Op Portsmouth Square genieten we van de schakende en kaartende Chinese oudjes. Zowel dames als heren. De oude mannen spugen net als in China op straat. Aan de noodwestzijde van het plein staat een kleine versie van de Hispaniola uit de avonturenroman Schateiland. In een hippe zaak kopen we een appelbroodje en een milkshake. Daarna zitten we lekker in de zon op Union Square en kijken naar de mensen. Naar genieters van de zon, naar een bruidspaar, een groep Chinese jongeren waar we een meisje voor Alex tussen uitzoeken. Wanneer de zon langzaam achter de wolken verdwijnt, lopen we via Chinatown naar ons hotel. De temperatuur daalt snel. Lange mouwen zijn weer nodig. Ik stel voor om bij een restaurant bij ons hotel in de buurt te eten waar allerlei Portugese gerechten op de menukaart staan, maar Yfke eet liever weer bij de Griek Myconos waar we de tweede avond ook hebben gegeten. Voor het restaurant zegt een man op straat: "The best Greek in town." Yfke kiest weer gyros, ik eet pastitos, met het drinken in totaal voor $30,40. We rijden al sinds de derde dag van de reis met een pak waxinelichtjes rond. Het was de bedoeling om die op een avond in het zand te zetten en er een toepasselijke tekst mee te maken. Maar dat is er niet van gekomen. Dus kom ik op het idee om de lichtjes in de hotelkamer op een tafeltje aan te doen. We zijn ruim een uur bezig om alle honderd lichtjes aan te steken. Naast de lol die we er bij hebben, is het resultaat ook nog eens een succes! Ze geven veel warmte af. Voorzichtig blazen we de waxinelichtjes na het maken van foto's uit. Voorzichtig, want anders gaat het rookalarm ook nog af en dan zijn we nog verder van huis. Zondag 15 juni. Ondanks de voorzichtigheid, is er toch kaarsvet op het tafeltje gekomen. We zijn minstens een uur bezig om met de nagels en doekjes het vet te verwijderen. Daarna zetten we het dienblad met koffiezetapparaat op overgebleven sporen. We ontbijten net als de eerst morgen bij Star Bagel. En nemen twee gevulde broodjes mee voor op het vliegveld. De tijd vliegt voorbij. We pakken de koffer en tassen in. Ruim drie uur voor het vliegtuig vertrekt, gaan we naar het vliegveld. We kennen de weg. Bij een verkeerslicht bij de Opera geven we het overgebleven kleingeld aan vrouw met één been in rolstoel. Het is druk bij de 'car return' van Hertz. Peggy, een jonge vrouw van Aziatische afkomst met handschoentjes, krijgt de sleutels en neemt de mijlstand. We hebben de achterbank weer overeind gezet. Beide koelboxen laten we in de kofferbak achter. Het lukt Peggy niet om voor ons een bonnetje uit het apparaatje te krijgen. Kennelijk is er iets mis. We worden doorgestuurd naar een hokje. Daar vragen we om de eindrekening. De dame in het hokje schrikt een beetje van de stand van de odometer. "Jazeker, die waarde klopt!" Dan nemen we de lift en de shuttletrein naar de vertrekhal A. Checken in bij balie 154. Het vliegtuig met vluchtnummer KL606 staat bij Gate 4. De schoenen moeten dit keer zelfs uit en door de scanner. Dat was op Schiphol niet nodig. Op sokken stappen we door het poortje. De terugvlucht Rond half drie mogen we het vliegtuig in, in etappes van tien rijen. Aan het einde van de sluis ligt een stapel kranten. Yfke pakt een AD van zaterdag en tot mijn verrassing lees ik dat Nederland al zes punten heeft en al voor de kwartfinales van het Europese Kampioenschap is geplaats. We zitten op de plekken 40 J en K, ook weer in de buurt van de vleugel. Yfke zit nu bij een raampje. Links naast mij zit een kleine jonge vrouw met een Pakistaanse lijkende achternaam. Ze zegt tijdens de hele reis nauwelijks iets en kruipt soms helemaal onder een deken weg. Wanneer wij slapen gaat zij juist een boek lezen. Het eten op de terugreis is minder lekker dan tijdens de heenreis. Het duurt ook erg lang voordat we het uitgedeeld krijgen. Bij elke ronde moeten opvallend veel persoonlijk bestelde (afwijkende) maaltijden worden rondgebracht. We krijgen weer geroosterde amandelen, kip of pasta met tonijnsalade. Er is weinig turbulentie. Het slapen lukt weer niet echt. Kleine kinderen in onze buurt houden de boel wakker. Na de korte nacht krijgen we ontbijt met yoghurt, warme fruitsalade en een cakeje met honing. Maandag 16 juni. Het toestel daalt door de bewolking en we zien de kustlijn van Nederland liggen. We dalen boven Leiden. Na de landing volgt een bescheiden applausje. De buitentemperatuur is net onder de twintig graden. We zijn snel door de douane. Het duurt even voordat de bagage van ons vliegtuig op de band komt. We zien op een gegeven moment pake, Alex en Afke al achter het glas staan, maar dan is onze bagage er nog niet. Ook nu is Yfke haar koffer eerder dan mijn tas, maar dit keer zit er niet zo veel tijdsverschil tussen. We halen wat te drinken in het supermarktje op Schiphol en stappen dan in mijn auto. Ik neem plaats achter het stuur en maak direct al de fout door de auto als een automaat te willen starten, met de voet op de rem in plaats van de koppeling ingedrukt. Vroeg in de middag zijn we in Friesland. We worden verwelkomd door hongerige kittens, en Beppe die ons nog niet had verwacht. Ze is druk bezig om de vloer te dweilen. Dat is wel nodig met vijf kittens die nog niet allemaal zindelijk zijn. Wiets komt ook al langs. Alex en Afke zijn enthousiast over de thuiskomst van hun moeder en de meegebrachte cadeautjes. *** THE END ***
    Nabeschouwing De reis was schitterend! We hebben een paar dingen niet kunnen doen door het weer. Op sommige dagen was het kouder en natter dan normaal. En soms was er gewoon geen tijd genoeg, maar wat we allemaal wel hebben kunnen doen was vaak top! We hebben veel geprofiteerd van de momenten waarop de zon ons niet in de steek liet en regelmatig overlegd hoe we de dag zo flexibel mogelijk konden vullen. We hebben veel dieren gezien, ook een aantal bijzonder mooie vogeltjes. In de meeste gevallen is het gelukt om daar foto's van te maken. We hebben één beer gezien. Maar ook veel dode dieren op of langs de weg. Op de dag van aankomst heb ik eigenlijk nauwelijks last van jetlag. En de eerste nacht in Nederland slaap ik goed, maar van dinsdag op woensdag lukt dat minder. Ik word vroeg wakker en val pas in de ochtend weer in een diepe slaap. Gelukkig heb ik geen werkverplichtingen want ik zit te wachten op een nieuwe detacheringopdracht. Ik 'krijg' nog een week de tijd om bij te komen, was te draaien, boekhouding van de vakantie doen, en een begin te maken met het verslag. Ik heb een A5-schrijfblokje met 84 bladzijden met aantekeningen. Het zal nog een hele klus zijn om daar iets leesbaars van te maken. De foto's heb ik op de televisie doorgenomen en nog enkele tientallen van gewist. Meestal maak ik meer dan één foto van een onderwerp en alleen de besten blijven bewaard. Sommige foto's zijn puur gemaakt als notitie, onder andere om te gebruiken voor het verslag. Uiteindelijk blijven er 2042 over. Er zijn negen tapes met zestig minuten digitale video op HD kwaliteit. Dat is veel, maar vooral in en rond Death Valley hebben we langere reportages gemaakt om een goed beeld vast te leggen van die fascinerende omgeving. Speciaal voor deze reis heb ik cd's samengesteld met muziek die bij de reis paste. Zoals de typische woestijnmuziek van Ry Cooder en Calexico voor het diepe zuiden, de herkenningsmelodie van Twin Peaks, en het lied Califronia van Joni Mitchell. Daarnaast waren we zonder dat we het vooraf hadden afgesproken van plan op zoek te gaan naar muziek van Frank Sinatra en Johnny Cash. Van beide grootheden hebben we in de Wal-Mart bij Salt Lake City een verzamelalbum gevonden. We hebben met tegoedkaarten vanuit telefooncellen naar Nederland gebeld. Dat was niet altijd een succes, maar is uiteindelijk wel goed gekomen. We hebben een paar keer kort van internet gebruik gemaakt, en in ieder geval de familie steeds een berichtje gestuurd. Op de televisie ging het over de strijd tussen Obama en Clinton, over Sex and the City - The Movie, Indiana Jones IV, de hoge brandstofprijzen en de thunderstorms in het midden van het land. En er zijn heel veel televisiezenders, maar over het algemeen is er werkelijk niks aan. Zelfs The Weather Channel is waardeloos; veel irritante reclame en weinig bijzondere of informatieve programma's. Zelfs de aftiteling van Het Kleine Huis op de Prairie werd door reclame weggedrukt. In totaal hebben we 8215 mijl (13.227 km) afgelegd. Dat is meer dan vooraf berekend was. Gemiddeld hebben we $70 voor een motel betaald. Zie voor meer cijfers het routeoverzicht in Excel elders op mijn site. We hadden een mooi reisritme en waren een goed team wat autorijden, boodschappen doen, kaartlezen, restaurant en motel zoeken betreft. Uiteraard hebben we ook wel eens verkeerd gereden; een afslag gemist of te vroeg genomen. Wat dat laatste betreft ging het steeds mis wanneer we vanuit het centrum van San Francisco naar de Golden Gate Bridge reden. Op de één of andere manier is mij niet gelukt om te zwemmen. De meeste motels hadden een zwembad, maar de ene keer was het gesloten, een andere keer te koud weer, en soms wilde ik niet met een volle maag zwemmen. Gek genoeg waren de zwembaden in het hetere zuiden soms nog leeg. Het kwam ook voor dat je pas vanaf negen uur mocht zwemmen en dan waren wij vaak al 'on the road'. We hebben veel en over het algemeen goed geslapen. In begin waren we vroeg wakker. Eerst kwam dat door de jetlag, maak ook omdat we vaak vroeg onder de wol gingen omdat we moe waren. Het is een lang verslag geworden. Dat kon ook bijna niet anders; qua landkilometers was dit mijn één na langste reis. Ik hoop dat ik een beeld heb kunnen geven van een heel mooi deel van Amerika. Het land dat door politiek en wereldwijd optreden een negatieve indruk kan achterlaten, maar gelijktijd heel veel moois te bieden heeft. Bij sommige plekken heb ik uitgebreider stilgestaan bij slaap- en eetmogelijkheden. In die gevallen kon ik zelf vooraf soms weinig informatie vinden. Door dat te registreren, kan ik misschien anderen helpen. Zoals anderen mij ook dikwijls hebben geholpen - vaak zonder dat ze het wisten. Sommige passages had ik meer kunnen uitwerken, maar dan was het verslag nog langer geworden. Soms koos ik er voor om iets over de geschiedenis te vermelden, af en toe heb ik een dialoogje toegevoegd. En er zullen vast ook zaken zijn die ik achterwege had kunnen laten. Met mijn gedachten ben ik nog in Amerika. Ik ben ook al bezig met het plannen van een volgende reis, of beter: volgende reizen. Johan en Yfke (9 mei t/m 16 juni 2008)