Centraal-China (2010)
Vorig jaar droomden Ling en ik ervan om in 2010 samen te gaan
reizen. Ling heeft toen de wens geuit om naar Japan te gaan
omdat ze naast Engels óók nog Japans studeert. Ze noemde ook
Xi’an. Japan is voor ons beiden onbekend terrein en staat niet
hoog op mijn wenslijst, maar over Xi’an was ik onmiddellijk
enthousiast. "China heeft veel mogelijkheden", aldus Ling. Dat
kan ik alleen maar beamen.
Afgelopen winter zijn plannen ontstaan voor een reis van ruim
twee weken door Centraal-China. Om te beginnen ga ik een week in
Chongqing doorbrengen. Dat is Ling haar woonplaats. Deze
miljoenenstad is weinig op toeristen gericht, met uitzondering
van cruises over de Yangtze-rivier. Daarna zouden we in het
weekend samen naar Xi’an gaan om van daaruit naar het nog meer
authentieke ommuurde stadje Pingyao te reizen. Vorig jaar ben ik
op het traject van Beijing naar Tibet slechts kort in Xi’an
geweest. Nu wil ik graag meer tijd nemen voor dit gebied.
Het liefste ga ik in mei, omdat het dan waarschijnlijk lekker
warm is en er een paar feestdagen in die maand vallen zodat ik
minder verlofdagen kwijt ben.
Gedurende de winter houd ik bijna dagelijks ticketprijzen naar
China in de gaten. Er zijn steeds zeer betaalbare vluchten naar
Beijing via Moskou of Duitsland, maar ik heb weinig zin om over
te stappen. De vluchttijden zijn ook minder optimaal dan die van
een rechtstreekse vlucht met KLM en partner China Southern
Airlines. Mijn keuze valt in eerste instantie op een vlucht van
China Southern naar Beijing, op de heenreis uitgevoerd door de
KLM. Die zelfde vlucht is overigens duurder wanneer je bij KLM
boekt.
Op 7 januari starten bij KLM de werelddealweken. Ik ontdek een
aantrekkelijke ticketprijs voor een retourvlucht op Chengdu. Die
stad ligt niet ver van Chongqing. Het voordeel van Chengdu is
dat ik een nieuwe luchthaven en stad leer kennen. Nadeel is dat
ik na een vermoeiende vlucht nog naar Chongqing moet. Er bestaat
wel een vlucht van Chengdu naar Chongqing, maar alleen in de
avond en het is mooier om op de middag in Chongqing aan te
komen. Dus zal ik per trein of bus moeten reizen. Na overleg met
Ling heb ik snel een retourticket Chengdu geboekt, rechtstreeks
op de site van KLM.
Ling heeft weinig verlofdagen en moet werken tijdens mijn
verblijf in Chongqing. Ze zit erover in dat ik dan overdag te
weinig te doen heb. Maar ik stel haar gerust dat ik ook zonder
toeristische attracties me niet zal vervelen door het boeiende
Chinese straatleven. Ze kan activiteiten voor mij bedenken en
instructies in het Chinees op papier zetten voor taxi- en
buschauffeurs.
Via Skype maken we op 13 februari samen de jaarwisseling in
China mee. Ling stuurt een link waarmee ik een televisie-
uitzending rechtstreeks kan meekijken. Het is een wervelende
televisieshow. Ling is enthousiast en overtuigt dat we alle
moeilijke situaties in de toekomst zullen overwinnen! Maar een
paar weken later denkt ze daar heel anders over. Ze ziet een
toekomst niet meer zitten. Ik ben uiteraard teleurgesteld, maar
wil mijn reisplan wel doorzetten. Deze reis was onder andere
bedoeld om elkaar beter te leren kennen. We kunnen toch
onmogelijk ver in de toekomst kijken? Het is een feit dat het
lastig is om Ling naar Nederland te krijgen. Ze kan haar oude
moeder ook moeilijk achterlaten. Maar misschien lukt het mij wel
om in China werk te vinden.
Eind februari geeft ze aan dat ze mij kan komen ophalen van het
vliegveld in Chengdu. Ze zal de trein nemen. Dat is iets meer
dan twee uur reizen. "Dat zou fantastisch zijn", zeg ik.
Op 10 april doet ze tot mijn teleurstelling moeilijk. Ze zou
namelijk die zaterdag vroeg moeten opstaan om de trein te halen.
"Maar je hebt gezegd dat je me zou ophalen?!", zeg ik. "Wanneer
jij in Nederland zou komen, was ik op ieder uur van de nacht
naar het vliegveld gekomen. Zijn alle Chinese meisjes dan
onbetrouwbaar?" Met dat laatste refereer ik naar de situatie van
vorig jaar. Want ik ben bang dat er weer een China Girl is die
afspraken niet nakomt, al heb ik veel meer vertrouwen in Ling.
Ze schrikt en zal nagaan hoe ze in Chengdu kan komen. Het is
voor haar ook een nieuwe ervaring. Misschien komt ze iets later.
Dat vind ik prima. Ik wel best twee uur op haar wachten en zal
bij aankomst sowieso tijd kwijt zijn met de douane en de bagage.
Daarnaast zegt ze dat ze pas vanaf november bij haar huidige
werkgever in dienst is en zodoende te weinig vrije dagen heeft
opgebouwd. Ze kan dus niet met mij meereizen. Daar was ik al
bang voor, al had ze dat ook eerder kunnen zeggen. Vorig jaar
was ze veel enthousiaster en zei ze nog dat ze haar best zou
doen om vijf dagen vrij te krijgen zodat we een volle week samen
konden reizen.
Dus ga ik over op plan B. Op 17 april toon ik haar via Skype
mijn aangepaste reisplan. In plaats van de nachttrein vanuit
Xi’an naar Pingyao, neem ik het vliegtuig. En ik blijf op de
terugweg een nacht extra in Chengdu zodat ik iets meer van die
stad kan zien.
Op 22 april boek ik de binnenlandse vluchten op
www.travelzen.com. Dat is een reisagentschap uit Hongkong.
Direct daarna boek ik de hotels. Ling heeft voor de eerste drie
nachten een hotel in Chongqing uitgezocht in de buurt van haar
huis. Voor de volgende drie nachten kunnen we ter plekke een
ander hotel uitzoeken in het hart van de stad.
In Xi’an was het hotel van vorig jaar (Han Guan Men) een prima
keuze geweest, maar ik kies het in het centrum gelegen Melody
Hotel. Daar is namelijk ook de halte van de vliegveldshuttlebus.
Ik boek op de site van het hotel.
Pingyao is een bijzondere plek en daarom wil ik er een luxere
kamer. In de middenklasse scoren twee populaire hotels erg hoog
op tripadvisor.com: Pingyao Yide en Tian Yuan Kui. Uit reviews
krijg ik echter de indruk dat ze te populair zijn.
Een goed alternatief lijkt mij het De Sheng Lou Hotel. Dit hotel
lijkt op foto’s bijzonder mooi. Maar op eLong.net zie ik dat de
afmetingen van de kamers relatief klein zijn. Mijn uiteindelijke
keuze valt op het De Ju Yuan Guesthouse. Dit guesthouse boek ik
via eLong.net, een site die heel veel hotels toont en nette
prijzen per kamer in yuan hanteert.
In Chengdu valt mijn oog in eerst instantie op het Dragon Town
Hostel en Wenjun Mansion. Maar van de eerste vallen de kamers op
foto’s tegen. Van de tweede lees ik op tripadvisor.com dat ze
aan het verbouwen zijn. De kamers zien er wel goed uit en
sommige zijn zelfs voorzien van een PC voor 20 yuan per dag.
Door die verbouwing zie ik er toch van af.
Chengdu heeft een ruim aanbod aan hostels. Die zitten op zeer
uiteenlopende locaties. Mijn keuze valt op een standaard kamer
in The Loft Hostel. Het Mix Hostel lijkt een goed alternatief.
Vrijdag 7 mei. Ik check in via internet door op de link uit de
mail van 7 januari te klikken en print de boarding pass. Dat had
gisteren al gekund, maar ik vlieg pas om 17:10 met de KLM naar
Chengdu en kan vandaag rustig beginnen. De gebruikelijk routine
van de afgelopen vliegreizen volgt. Ik bekijk teletekst pagina
761 voor eventuele bijzonderheden. Chengdu staat mooi in het
rijtje.
De laatste spullen gaan in de koffer. Ik heb al jaren een
checklist met dingen die meegaan, zodat ik me niet druk hoef te
maken. Ondanks het moderne tijdperk van elektronica betekent
zo’n reis nog steeds heel wat papierwerk. Ik heb onder andere
een draaiboek met verzamelde informatie, detailplattegrondjes,
e-mails met e-ticketnummers en hotelreserveringen bij me.
In de kofferlabel stop ik een briefje met het reisschema,
vluchtnummers, en hotelgegevens voor het geval de koffer bij één
van de vluchten zoekraakt.
Schiphol Amsterdam Airport
Om kwart over twee brengt een taxi me naar het station. De trein
is mooi op tijd. Binnen een uur ben ik op Schiphol. Bijna twee
uur voor de vertrektijd ben ik in de vertrekhal. Bij een
bankloket staat een Chinees stewardesjes in een uniform van de
KLM. Ik herken haar van de heenvlucht van vorig jaar herfst.
Ik stuur een sms naar Ling en wissel ik mijn contactlenzen om
voor de bril. Om 16:05 gaat gate F2 open. Ik heb stoel 13J, een
rustige plek naast het raam boven de vleugel. We moeten wachten
op een groep van veertig mensen van een andere vlucht. Dat kost
een half uur, maar de piloot zegt dat er extra brandstof is
getankt zodat er door sneller te vliegen iets van de verloren
tijd ingehaald kan worden.
De stewardessen delen achtereenvolgens een gloeiend heet
opfrisdoekje, koptelefoonoortjes en een zakje met zoute amandels
uit. Het avondeten bestaat uit aardappelsalade, schelppasta met
spinaziesaus (de vegetarisch maaltijd), profiteroles met witte
chocolade en een broodje met boter.
Zaterdag 8 mei. Door zes uur tijdsverschil is het al zaterdag.
Maar ik ben nog niet moe genoeg om mijn ogen te sluiten en kijk
tijdens en na het eten naar de films "Oorlogswinter" en "The
Reader". Twee uitstekende films. KLM heeft een mooie selectie
met ‘entertainment’. Daarna heb ik kennelijk nog geslapen. Geen
idee hoe lang, maar de vlucht van ruim negen uur lijkt korter
dan ik had gedacht. Er zit een Engelsman naast me - een
vijftiger - waar ik nauwelijks een woord mee wissel en ook bijna
geen last van heb. Een paar keer raken we elkaars arm tijdens de
pogingen om te slapen.
Chengdu
Iets na negenen leidt een personenauto met zwaailichten het
toestel naar een gate op het uiterste puntje van het
gebouwencomplex. Het vliegveld lijkt erg rustig. De douane is
nogal traag. Mijn koffer ligt al op de bagageband wanneer ik
daar aankom.
Ik wil graag een roos voor Ling kopen. Het Chinese Nieuwjaar
viel op Valentijnsdag. Dat hebben we óók gevierd, maar met een
digitale roos via internet nam ze geen genoegen. Ze wilde een
echte roos!
Ik kan geen pinautomaat vinden, maar wel twee bloemenstalletjes.
Daar worden alleen boeketten verkocht. Gelukkig heb ik nog
Chinees geld van vorig jaar. Ik gebaar dat ik één roos wil. Een
enkele roos kost 20 yuan. Maar ik ben in China, dus begint het
onderhandelen. Ik steek vijf vingers op: 5 yuan vind ik een
mooie prijs. Maar de meisjes zijn stug. Omdat ik tijd genoeg
heb, probeer ik het andere stalletje. In de tussentijd stuur ik
een sms naar Ling maar weet uit ervaring dat niet alle sms’jes
aankomen.
Het is warm en ik heb dorst. Een flesje water kost hier 3 yuan.
Wanneer ik voor de zoveelste keer de aandacht trek, zwicht het
bloemenmeisje.
Wanneer ik een tijdje buiten sta, bel ik naar Ling. Ze is met
een taxi onderweg. Ik ijsbeer wat rond. Het is vochtig warm.
Taxi’s in overvloed. Ling komt rond 11:00 onverwacht aanlopen.
Ik was halverwege de aankomsthal, terwijl zij bij de eerste
ingang (internationale vluchten) was uitgestapt. We begroeten
elkaar met een grote glimlach en de roos is een succes. Ze
draagt de oorbellen die ze ook aan de Li Rivier in Yangshuo
droeg.
We zien geen shuttlebus, dus kiezen we een taxi die ons voor 65
yuan naar het noordelijke treinstation van Chengdu brengt.
Op het plein voor het station heerst een gezellige drukte. We
moeten wachten tot de trein van 14:04 naar Chongqing Bei gaat.
Tegenover het station zie ik in grote letters DUMPLING op een
gevel staan. Daar kunnen we eerst rustig gaan lunchen.
We worden aangesproken door dames die plattegronden van de stad
verkopen. Her en der liggen en zitten mensen met bagage.
Het restaurant ziet er net uit en de bediening is goed. Het
personeel vindt mij interessant. De interesse is wederzijds.
De dumplings hebben diverse vullingen. Ling bestelt gele
noedels, het zijn dikke zachte reepjes. Ze heeft het over "bean
curd". Van sojabonen gemaakt dus. Maar daar vind ik niks aan.
Soja smaakt zo nep. Het schaaltje met komkommer bevalt mij
beter. We delen een flesje Sprite. Ling betaalt.
Bij het station moet de bagage door een scanner. We nemen plaats
in een grote vertrekhal. Naast mij zijn er nog een paar andere
buitenlanders. Een groepje Amerikaanse vrouwen en een man
alleen. Over het algemeen zijn de treinreizigers van onze
generatie of jonger. De conductrices zien er fantastisch uit in
hun paarse uniformen. Het is een mooie moderne trein die op
sommige stukken 200 kilometer per uur rijdt. Het landschap is
heel aardig maar we hebben beiden behoefte aan een dutje en
daarnaast veel om bij te bepraten. Een jonge vent schuin
tegenover ons draagt een T-shirt van Feyenoord.
Chongqing
Op het plein voor het station van Chongqing worden we weer
aangesproken door dames die plattegronden verkopen. Ling koopt
er één voor 4 yuan. We nemen bus 168 die naar de bibliotheek
gaat. In de buurt daarvan zit mijn hotel. De rit duurt langer
dan ik had verwacht. We zijn ongeveer een uur onderweg. Soms
moet de bus behoorlijk klimmen. Chongqing is een bergstad.
Wat mij opvalt zijn de vele hoge woontorens waarvan er nog meer
in aanbouw zijn. Dit is een gigantische stad, die ook wel de
titel "grootste stad ter wereld" draagt. De bus kost ongeveer
twee dubbeltjes. Met Ling haar buspasje krijgen we ook nog
korting. Je mag ook cash betalen (2 yuan).
Het hotel zit schuin tegenover een enorm glazen gebouw waar de
bibliotheek in zit. Naast het hotel zit een Wal-Mart. Dankzij
het creditkaartnummer van een vriendin van Ling hoef ik in
plaats van 208 slechts 168 yuan per nacht te betalen.
Die korting is alleen geldig wanneer je een creditkaart hebt bij
drie specifieke Chinese banken.
Het meisje van de receptie wil 700 yuan voor drie nachten
inclusief borg. Ling betaalt mij direct het geld voor bladmuziek
die ik kort voor de reis voor een vriend van haar uit Amerika
heb besteld. De kamer ziet er uitstekend uit en komt overeen met
de foto’s van internet. Ling is bijzonder content met de
klompjes met de Friese vlag als opdruk. Ook de andere presentjes
vallen in de smaak. Ik ga douchen, Ling doet een dutje, waarna
we thee drinken op de kamer.
Aan de overkant van de straat is een ommuurd basketbalveldje.
Samen met de Wal-Mart een beeld van een beetje Amerika in China.
De wijk van mijn hotel is redelijk modern en vanavond is het
gezellig op straat. In het parkje voor het hotel ‘dansen’
vrouwen op muziek uit een draagbare radio. Boodschaptasjes staan
op het muurtje. Het zijn trage dansjes. Het is net een
sportschool op straat. Op de hoek staan motorrijders die als
taxi dienen.
Dan begint de zoektocht naar een geschikt restaurant. Kleinere
eettentjes hebben volgens Ling alleen spicy eten. Aan de andere
kant van de straat belanden we toch in een hotpotrestaurant. Ik
ga direct voor de bijl. De oorsprong van hotpot ligt in
Chongqing. Chongqing is twaalf jaar geleden losgemaakt van de
provincie Sichuan en een stadprovincie geworden.
Wij hebben gelukkig de versie van hotpot met in het midden een
bowl met minder pepers. De buitenkant is spicy. Deze versie is
de zogenaamde ‘yuan yuang huo guo’.
Ling is die pepers gewend, maar of ik dat zou overleven?
We hebben een eetkamer voor ons tweeën. Ik hoef alleen iets
eenvoudigs, heb ik aangegeven. Maar Ling bestelt van alles.
Zoals champignons, taugé, komkommer en spek die in de bowl gaan.
De sojamelk is bedoelt om af te koelen. Ze bestelt ook een
schaaltje met gefrituurd varkensvlees. Het eten is vettig, maar
smaakt goed en kost in totaal 70 yuan.
"Sichuanpeper heeft een geheel eigen smaak en geur die
lastig met andere smaken te vergelijken is. Het is niet
heet/pedis zoals de naam zou kunnen doen vermoeden, maar
het heeft een droge citrusachtige smaak die een vreemd,
verlammend effect op de tong heeft. Het Chinees heeft
een apart woord voor deze smaaksensatie: ma."
(http://tokowijzer.wordpress.com/ )
Hand in hand lopen we terug naar het hotel. Onze kleding stinkt
naar de olie. Ze is op dit moment ontevreden over haar werk en
denkt erover om van baan te veranderen. We praten nog wat in een
parkje bij het hotel en hebben het over de tijd van voor we
elkaar leerden kennen en ze legt uit waarom ze de weken voor
mijn trip afstandelijk was. Ze is onzeker, bang dat ze te oud
is en ik op den duur een jonger meisje kies.
Ik ben teleurgesteld.
Zondag 9 mei. Op wat dipjes na, heb ik het gisteren lang vol
gehouden. Vandaag verwacht ik meer vermoeidheid te voelen.
Het ontbijtbuffet in het hotel is voor Chinese begrippen
behoorlijk goed. Een enthousiaste jonge vent spreekt een paar
woordjes Engels en brengt mij thee. Ik eet toastbrood, een
gevuld stoombroodje met groente, gekookt ei en cakejes.
De meisjes van de receptie hebben naast hun Chinese naam een
Engels naam op hun naamplaatje. Maria logt voor mij in de op één
van de twee computers in de lobby. Ik stuur een berichtje naar
Nederland. Het toetsenbord van de computer is zoals wij die ook
hebben, maar soms raak ik een toets aan waardoor er een
schermpje opspringt waarmee je Chinese tekens kunt vormen. Het
woordje "De" verandert bijvoorbeeld in een Chinees teken.
Wanneer ik een typisch Nederlands woord gebruik dan is er geen
Chinees alternatief. Deze vertaalfunctie kun je terugzetten met
Ctrl-spatie.
Een groep dames komt zingend de lift uitstappen. Ze glimlachen
naar mij. Zo te zien zijn ze familie van elkaar. Op mijn kamer
werk ik mijn aantekeningen bij en wacht op het telefoontje van
Ling. Vanmorgen gaan we de bibliotheek bekijken en vanavond een
stukje op de rivier varen. Ze zal me ook instructies geven zodat
ik me de komende dagen zelfstandig met de bus kan verplaatsen.
Ik ben benieuwd of dat lukt...
Ling is vandaag fantastisch! Ze draagt een gekleurd rokje. Ze is
zachtaardig en heeft een hele lieve stem. We weten beiden dat
een toekomst samen erg lastig gaat worden. Mijn motto is dat we
moeten genieten van het heden. Ze vraagt of ik "sad" ben. Ik ben
nog een beetje teleurgesteld over haar gedrag van de afgelopen
tijd.
We steken de straat over naar de bibliotheek. Voor 2 yuan krijg
ik een kaartje welke een week geldig is. Het is de grootste
bibliotheek die ik ooit heb gezien. Alleen al de afdeling met
tijdschriften en kranten is gigantisch. Heel veel tijdschriften
hebben op de voorkant een Engels subtitel, maar de inhoud is
alleen in het Chinees. Ze laat me een paar zien, zoals over haar
vakgebied (gezondheidszorg en automatisering) en fotografie. Ik
help haar met hoe ze "photography" moet uitspreken. We lezen de
Shanghai Daily.
Daarna lunchen we in de kantine die erg lijkt op die van een
ziekenhuis of school. Ze ziet dat ik het eten niet zo geweldig
vind. Het is een kom met rijst, botjeskip en champignons. Een
weinig smaakvol geheel. Daarom bestelt ze een schaaltje gebakken
ei en tomaat. Ze kan zich herinneren dat ik dat vorig jaar
lekker vond in Yangshuo.
Wanneer we het complex verlaten en de trap afdalen, komt een
enthousiast jongetje met twee oudere zusjes aanlopen. Ling
vertaalt voor mij wat hij riep: "De buitenlander is in de
bibliotheek geweest!".
Ze is net als ik vandaag niet zo energiek. Langzaam zoekt ze
gelukkig weer meer toenadering. Na de lunch en een dutje gaan we
met de bus naar het Three Gorges Square. Voor twee yuan per
persoon kun je een hele lijn afrijden. We komen in het centrum
van het Shapingba district; een modern winkelgebied met
fonteinen en veel restaurants. Daar drinken we op een terrasje
en kijken naar de mensen. Ling heeft melk met rode bonen en ik
Longshi thee.
Twee moeders gebruiken hun kinderen om bloemen te verkopen aan
koppels. De kinderen klemmen zich soms om een been vast. Ik zie
het eerste westerse koppel sinds mijn komst in Chongqing.
Sommige meiden dragen zeer gewaagde korte rokjes en hoge hakken.
Drie keer komt een oudere vrouw bij ons om geld schooien.
Wanneer ze fit genoeg lijken om te kunnen werken, wil Ling geen
geld geven.
Daarna eten we heerlijk in een sushibar. Onder andere zalm,
paling en fruit voor 58 yuan per persoon.
Ze heeft last van haar maag. Gisteren ook al. We stellen het
avondtochtje op de rivieren uit, want het regent een beetje.
Parapluverkopers doen goede zaken. Op de hotelkamer geef ik haar
ibuprofen voor haar maag.
Maandag 10 mei. Ling moet vandaag werken. De jonge man die bij
het ontbijtbuffet helpt, brengt me met een grote glimlach thee
en een mes en vork. Ik voel me helemaal thuis. De meisjes bij de
receptie dragen vandaag rood met zwarte kleding en een zachtgeel
halsdasje. Ze heten: Sunny, Amy, Maria en Denise. Hun Chinese
namen kan ik niet lezen.
Ik ga vandaag alleen op pad en ben onder andere benieuwd wat ze
allemaal in de Wal-Mart verkopen. Ling heeft een paar plekken
voor me op een papiertje geschreven waar ik naartoe zou kunnen
gaan. Wanneer ik alleen ben dan kan ik me beter concentreren op
het maken van foto's. Eerst verken ik de omgeving bij het hotel.
Een vader met een zeer verlegen dochtertje probeert haar met mij
in contact te brengen. Bij de Wal-Mart moet ik aan tafel komen
zitten bij kapsters die ontbijten. Ze spreken een paar woorden
Engels en slurpen noedels uit grote kartonnen bekers.
Ciqikou Ancient Town (Ciqikou Guzhen)
Met een taxi ga ik voor 18 yuan naar Ciqikou Town, letterlijk
betekent dat: porselein haven. Het is een deel van de stad aan
de rivier die nog in de oorspronkelijke staat is gehouden. Al
zijn veel winkeltjes wel drastisch aangepast. Verderop in de
wijk is alles toch wel zeer authentiek. Ik proef bij diverse
winkeltjes kleine beetjes van lokale specialiteiten.
De populairste snack is ‘ma hua’, een soort gefrituurde
deegwokkels. Bij één van de verkoopstalletjes staat een lange
rij met liefhebbers, terwijl bij de stalletjes in de directe
omgeving nauwelijks klanten komen. Op het oog verkopen ze
hetzelfde. Raar.
Twee meisjes die me eerder aanspraken om een foto te maken, en
een redelijk Engels spreken, staan ook in de rij. Ik vraag hun
om een zak voor mij te kopen en geef hun daar geld voor. Best
lekker, maar na tien stukjes heb ik er wel genoeg van. Ik laat
de zak achter bij een oudere vrouw die op een muurtje zit te
breien. Na alle snacks en koekjes heb ik geen behoefte meer aan
lunch. Ik zie ook doorzichtige afgedekte bekers staan met een
donkerkleurig drankje. Dat is ‘suan mei’ en blijkt zure
pruimensap te zijn.
Omdat er veel Chinezen komen, zijn er weer heel veel winkeltjes
met traditionele instrumenten, kaligrafie, kleding, snoep,
suikerspinnen, etc. Kleine kindneren worden soms in rieten
manden op de rug gedragen. Dat ziet er bijzonder schattig uit.
En ik zie ook dragers met bamboestokken over hun schouders.
Die noemen ze 'bang bang'.
Voor de rest is de stad toch zeer modern. Ze blijven hier niet
achter. De regering heeft veel geld in de stad gepompt om
aansluiting te houden met het moderne Shanghai. Nieuwe
treinverbindingen, snelwegen en gigantische stuwdammen zorgen
voor betere verbindingen.
Op de rivier liggen restaurantboten. Langs het water staan
parasols. Het is vandaag grijzig weer. Alleen rond lunchtijd
breekt de zon even door. Met de zon erbij stijgt de temperatuur
flink.
In een rustiger deel drink ik thee in een ‘tea house’ van een
kleine vrouw. Ze spreekt nagenoeg geen woord Engels en kijkt op
een minilaptop naar een film. Wanneer ik terugwil naar mijn
hotel, krijg ik van iedere taxi die ik aanhoud te horen dat ze
me niet willen brengen. Het is een raadsel waarom niet. Ling
vermoedt later dat het bijna vier uur was en dat ze dan geen
lange ritten meer doen omdat ze de auto rond die tijd overdragen
aan een andere bestuurder. Daarom ben ik aangewezen op een
motorrijder die ik op het laatste stuk moet helpen om op de
juiste plek te komen. Nadeel van het motorritje is dat ik stof
onder een contactlens krijg. Had ik maar een zonnebril bij me.
Ik rust even op mijn kamer en ga dan eten in de Wal-Mart. Een
enthousiast meisje wil me helpen met het uitzoeken van mijn
eten. Ik wil ‘baozi’ (gevulde stoombroodjes), vruchtenyoghurt en
een blikje Sprite. Het gekke is dat zij nota bene voor mij
betaalt! Ze is net negen dagen in de winkel aan het werk voor de
China Sports Lottery en wil graag Engels oefenen. Ik krijg een
krukje aangeboden bij haar werkplek.
Haar Engels is gebrekkig. Ze heeft het één jaar op school gehad
en wil vrienden met me worden. Ze vraagt om mijn telefoonnummer
en e-mailadres. Later komen nieuwsgierige jonge collega's bij
ons zitten. Omdat ik de enige westerling ben, heb ik veel
bekijks. Sommige klanten die voorbij lopen kijken alsof ik een
buitenaards wezen ben.
Dan krijg ik een sms'je van Ling dat ze bij de receptie van mijn
hotel is en ga ik snel weg. Ik had haar pas morgenochtend
verwacht. Mijn sms’je van een paar minuten geleden heeft ze niet
ontvangen. Berichten die ze overdag naar mij heeft gestuurd zijn
nooit bij mij aangekomen. Jammer. Het is een bekend probleem dat
sms’en met sommige Chinese providers moeilijk verloopt.
Ze is benieuwd wat ik vandaag gedaan heb en laat me een
prachtige zwart-witfoto zien van "Little Ling". Haar moeder
heeft een zakje zelfgemaakte gefrituurde wokkels meegegeven voor
haar ‘friend’. Ze durft nog niet te vertellen dat ik uit het
buitenland kom, laat staan mij te introduceren. Haar moeder zal
geen woord Engels kunnen.
Dinsdag 11 mei. Ling heeft vandaag vrijgenomen. We gaan naar
Gele Mountain. Dat is ongeveer twintig minuten met de taxi.
Onderaan de berg zit de Sichuan International Studies
University. Daar wordt onder andere Duits, Russisch, Frans,
Japans en Engels gegeven. We kunnen gewoon het campusterrein
oplopen en maken een praatje met studentes bij een kantoortje.
Ik stel enkele vragen. Ze zitten in een klas van zesentwintig
waarvan slechts drie jongens. De universiteit bevindt zich in
een mooie parkachtige omgeving.
Daarna wandelen we verder naar het begin van een wandelroute.
Ling belt een paar keer met haar vriendin Ling (zelfde naam!),
die ons zal vergezellen. Mijn eigen Ling is hier wel vaker
geweest, daarom ben ik verbaasd dat ze een paar keer de weg
vraagt. Een opa en oma lopen met een prachtig klein meisje met
vier rechtopstaande staartjes. Ik geef haar een ballon. Ling
fungeert als tolk.
De wandeling omhoog gaat grotendeels via trappen. Bij het eerste
plateau ontmoeten we Ling en haar zus Ying. Het grappige is dat
ik in Ciqikou Town in het theehuis van Ying ben geweest, dus die
heb ik al gezien. Hoe een enorme stad een heel klein wereldje
kan zijn!
We lopen een populaire route. Er zijn vooral veel mensen van
middelbare leeftijd. We moeten lachen om een man met luide
muziek uit een kleine radio op zijn heup. Andere Ling heeft een
doorzichtige beker met thee. Heel veel mensen in China lopen
voortdurend met van die bekers rond. Je ziet ze vooral in de
treinen waar ook heet water is om bij te vullen.
Op de terugweg nemen we een route die meer door het bos gaat en
de paden zijn minder eenvoudig. We horen Tibetaanse muziek in
het dal en passeren Boeddhabeeldjes en graven met witte
versiersels.
We komen bij een volkstuin waar een huis is van een ‘landlord’
waar museumpje in is gevestigd. Jiang’s yard. De entree is
gratis. Behalve meubels zijn er foto’s en teksten die ook in het
Engels zijn. Het gaat onder andere over de 'bevrijding'. Daar
verstaan ze hier de overwinning van het communisme onder.
Generaal Ye Ting, divisiecommandant van het Nationale Revolutie
Leger, heeft hier gevangen gezeten. Men eert hem als een moedige,
communistische vechtersbaas. Enkele ruimten zijn aan hem gewijd.
In één van de kamers staat een kast die erg lijkt op de kast in
mijn slaapkamer. Het is een Chinese bruidskast.
We eindigen op het campusterrein. In een groot gebouw met kleine
verblijven hangt allemaal kleding van studenten te drogen. Gele
Mountain vond ik niet zo bijzonder. Maar voor stadsmensen zoals
Ling is dit een aangename plek met frisse lucht.
Daarna nemen we een taxi naar een restaurant. De dames zitten
naast elkaar achterin de Suzuki SX4. Daar krijgen we onder
andere geroosterde eend en weer een soort hotpot die niet te
spicy is. In het midden van de tafel zit een grote soepbowl waar
van alles in drijft. Ook zeer onsmakelijke dingen, die er
kennelijk alleen voor de smaak in zitten want de meiden scheppen
die stukken niet op. In die bowl kun je groenten in koken en
soep uit schenken. Vriendin Hong is bij ons aangeschoven. Andere
Ling en Hong ken ik al een beetje door de gesprekken met Ling
via Skype. Jammer dat ze geen Engels kunnen. Het is onmogelijk
voor Ling om alles te vertalen.
We eten met aan de linkerhand een doorzichtig plastic
handschoentje en in de rechthand eetstokjes. Wanneer we bijna
klaar zijn met de lunch en ik trost ben dat de bief, eend en
groenten op de schaaltjes bij mij in de buurt bijna leeg zijn,
bestelt Ling nog twee schaaltjes bij. Sommige dingen begrijp ik
niks van. Kennelijk mag je hier schaaltjes en borden niet leeg
achterlaten.
Ying en Hong moeten na de lunch terug naar hun werk. Daar nemen
we afscheid van. Ling heeft last van haar nek, dus gaan we naar
een huisje in een achterstraatje van een winkelstraat voor
blindenmassage. De massage is grappig. Ik laat de vrouwelijke
masseuse aan mij voelen omdat Ling en Ling mij beschrijven. De
massage duurt best land, maar Ling krijg waar voor haar geld.
Daarna eten andere Ling en ik een ijsje en daarna gaat die ook
terug naar haar werk.
Ling en ik rusten even op de hotelkamer. We gaan uitzoeken hoe
ik morgen bij mijn tweede hotel kom. Gelukkig kan dat met
buslijn 262 zonder over te stappen.
Chongqing doet me een beetje aan de film Metropolis denken. Met
torenflats, hoge en brede wegen, bruggen en kabelbanen tussen
het schiereiland en de oevers aan de overkant van de rivieren.
Ze reserveert een kamer in Motel168. We mogen even kijken of het
wel een kamer is met uitzicht op de rivier. Zelfs vanuit de
badkamer heb je zicht op het water.
Het avondeten halen we in de Hongya Cave naast mijn hotel. Dat
is een potsierlijk houten gebouwencomplex met allerlei
feestverlichting. Twee eeuwen terug was het een fort. Op een
verdieping halverwege eten we in ‘food street’. Ling kiest
dikke, grijze noedels. Niet mijn smaak.
Er zijn veel eetgelegenheden en er zit ook een hotel in het
complex. Via buslijn 803 gaan we terug naar mijn hotel. De bus
gaat tot haar verbazing naar de noordelijk oever van de rivier.
Op een gegeven moment nemen we een taxi voor het laatste stuk,
want dit is een enorme omweg.
Woensdag 12 mei. Ik blijf vanmorgen in de buurt van mijn hotel
en lunch bij de Wal-Mart. Mijn bagage kan ik bij het hotel
achterlaten. Ik neem afscheid van mijn ‘vrienden’ bij de China
Sports Lottery en om één uur haal ik de koffer op en loop naar
de bus. Ik heb Ling haar buspasje gekregen. De rit duurt ruim
drie kwartier. Het laatste stukje loop ik. Het personeel bij de
receptie is jong, maar er is slechts een enkeling die een paar
woordjes Engels spreekt. Ik geef het briefje met de instructies
van Ling. Het inchecken duurt nogal lang.
In de buurt van het hotel is een Carrefour winkel. Ling heeft
daar als accountant gewerkt toen de vestiging in 1997 opende. Ik
rust even op mijn kamer en ga dan de omgeving verkennen, zoals
de straten rond het Liberation Monument. Dit is het hart van de
stad met een voetgangerszone en vooral veel grote winkels.
Rond zes uur ben ik weer op mijn kamer. Ik wil Ling bellen, maar
moet eerst langs de receptie om te zorgen dat het toestel op
mijn kamer gedeblokkeerd is. Ling heeft weer geen sms van mij
ontvangen.
We eten baozi in de straat waar mijn bus ook stopte. Eén met
groente en één pastei. Even verderop elk een kommetje met ‘tang
yuan’, dat zijn zoete rijstballetjes van zachte witte bloem met
sesamvulling in een zoete bouillon. Bij het InterContinental
wachten we op een busje dat ons naar de Chaotianmen Haven
brengt, waar de rivieren Jialing and Yangtze samenkomen en
rondvaartboten liggen.
Via hoge trappen dalen we af naar de rivier. De tocht kost 65
yuan per persoon. De boten zijn als een soort kerstboom verlicht
en voorzien van veel kitscherige decoraties. Aan boord is een
karaokezaal met een dansvloer. Op de eerste verdieping zijn
tafeltjes rondom een balustrade.
Wij zoeken het bovendek op. Vanwege de wind haal ik mijn dunne
regenjasje uit de rugzak. De Chinezen maken zoals gebruikelijk
erg veel foto’s. Wanneer het nagenoeg donker is, vertrekt de
boot. Op beide rivieren legt hij een stuk af. In het donker is
de omgeving veel mooier. Vooral de verlichting en ‘lichtshows’
op de gebouwen zijn spectaculair. De avondcruise is mooi, maar
ik zou niet dagen op die rivier willen zitten voor een tocht
door de Drie Kloven.
Wanneer we de trappenkade beklimmen, komen we een oud vrouwtje
tegen die suikerspinnen verkoopt. Ik vertaal suikerspin
letterlijk, want ik weet de officiële Engels benaming niet.
Zo ontdek ik dat mijn woordenschat soms onvoldoende is. Ik zou
naast Chinees - Engels/Engels - Chinees ook nog een Nederlands -
Engels woordenboek kunnen gebruiken.
(De juiste vertaling is ‘cotton candy’, met de kanttekening dat
Amerikanen, Britten en Australiërs allen een verschillende
benaming gebruiken.)
Daarna delen we op een terrasje een kommetje met ‘chao shou’.
Dat zijn delicate varkensvlees pasteitjes met een vleugje gember
in hoedvorm gevouwen deeg drijvend in een schaal van bouillon.
De bouillon komt van lang sudderen van botten.
Donderdag 13 mei. Het ontbijt in het hotel is matig. Deels komt
dat omdat ik laat ben. Het meeste warme eten is afgekoeld en er
zijn geen glazen meer voor de vruchtensap. Ik loop weer naar het
Liberation Monument.
In een grote boekenwinkel (www.ecqbook.com) vind ik een mooie
tweetalige overzichtskaart van China. De meeste kaarten zijn
alleen in het Chinees. Ik lunch in Pizza Hut: minestrone soep,
kipsalade en mango juice. Rond het monument ontdek ik een aantal
van de hotels die ik zelf had uitgezocht. Motel168 is de keuze
van Ling op advies van haar vriendinnen. Meer naar het zuiden
kom ik door straten waar nog geen hoogbouw is. In de moderne
winkelstraten laten de ouders hun kinderen nog steeds hun
behoefte op straat doen. Voor de rest ziet het er net en modern
uit en is de politie voorzien van mobiele posten.
Ik koop een zwart Chinees shirt met typische knopen en kunstige
opdruk. Om de hoek neem ik een kijkje bij de Luohan Tempel die
grotendeels is ingebouwd tussen de hoogbouw. De tempel is
misschien wel de redding voor de kleine winkeltjes, zoals die
waar ik het shirt heb gekocht. Anders was hier ook al hoogbouw.
Wanneer ik aan het einde van de middag op mijn kamer ben, belt
Ling dat ze iets later zal arriveren. We spreken af tegenover de
busstop bij de Three Gorges Bank. Het is onze laatste avond.
Ze draagt een jurkje en "a little make-up" en ziet er bijzonder
lief uit. Met het haar in een staart krijgt ze een ronder en nog
liever gezicht. Zelf denkt ze daar anders over.
Het duurt even voor we een restaurant hebben gevonden. Ze heeft
moeite met oriëntatie, maar had volgens mij al een plek in
gedachten waar ze ooit met haar vriendin Hua heeft gegeten.
Het is een restaurant dat ik vanaf de straat nooit zou hebben
gevonden omdat het op de bovenverdieping van een groot
winkelpand zit.
Rondom de eettafels kun je langs ‘balies’ lopen waar maaltijden
zijn uitgestald. Zo weet je wat je kunt verwachten. Bij een
kassa moet je eerst een kaartje kopen waar een tegoedbedrag op
komt. Het bestellen van eten gaat bij Ling bijna net zo lastig
en traag als haar oriëntatievermogen. Volgens haar is deze
omgeving sinds haar kindertijd veel veranderd.
Ik zie snel wat mij lekker lijkt. Voor Ling lijkt mij de vissoep
een goed idee. Ik wijs maar wat aan, want ik heb trek. Ze neemt
mijn keuze over, maar eet in vergelijking tot de lunch van
gisteren erg weinig. Misschien heeft ze tussen de middag veel
gegeten bij haar moeder. Ik heb bief met rijst, ei en ui.
In de buurt van het hotel helpen we een groepje Canadezen die
een taxi nodig hebben naar de boot waarmee ze morgen een cruise
beginnen. Volgens Ling praten ze snel Engels. Het verschil met
mij is dat ik voor haar herhaal en ze mij regelmatig naar de
betekenis vraagt. Daar neem ik alle tijd voor.
Vrijdag 14 mei. Ontbijt haal ik uit de Carrefour: verse
pannenkoek met jam en een beker vruchtenyoghurt. Een jonge vent
brengt mij om half twaalf met zijn taxi vlot naar het vliegveld.
Omdat de rit me meevalt, geef ik hem 10 yuan fooi. Hij heeft net
als mijn chauffeur in Vietnam zorgvuldig gekweekte snorharen.
Bij het moderne vliegveld is een tweede hal in aanbouw.
Ik check in en wacht dan tot ik iets meer trek heb. In de hoek
van de hal is een restaurant waar ik een maaltijd met zalm
bestel (78 yuan). Na het eten maak ik gebruik van gratis
internet. Voor ik achter de computer plaats kan nemen, willen ze
een kopie mijn paspoort. Daar doe ik niet moeilijk over, want ik
wil graag een update mailen.
Vanmorgen heb ik helaas afscheid moeten nemen van Ling ("bye
bye"). Ik laat de gebeurtenissen van de afgelopen dagen de revue
passeren. Haar vriendinnen vonden mij "very kind". In het begin
was ze een beetje terughoudend. Het is lastig voor haar. Ze is
op jonge leeftijd getrouwd geweest en is bijna 38. Wanneer ze
opnieuw wil beginnen, dan wil ze zekerheid. Het ene moment zegt
ze dat ze een paspoort zal aanvragen zodat ze ook een keer naar
Nederland kan komen. Ze heeft al gekeken wat een ticket kost.
Aan de andere kant zegt ze soms dat ik haar moet vergeten en
blijft ze maar haar angst uitspreken dat ze te oud is en ik in
Xi’an vast een jonger meisje zal ontmoeten. Om bij elkaar te
kunnen zijn, zou één van ons het leven in het vaderland moeten
opgeven. De bureaucratie rond emigratie/migratie is verre van
eenvoudig. Elke keer wanneer ik me daarin verdiep zakt de moed
me in schoenen. We hebben dit ook allemaal al eens via Skype
besproken, maar ze denkt er veel aan merk ik wel.
Ik doe mijn handbagage door de scanner. In China willen ze
steeds dat je met je boarding pass zichtbaar door de scanner
loopt. Dan zoek ik een zitplek bij gate 23.
Ik heb stoel 8D in het vliegtuig, een plekje naast het gangpad.
Dat bevalt me, want dan heb ik beter zicht op de fraaie
stewardessen van Xiamen Airlines. We krijgen een zakje met
nootjes en gedroogd fruit. Er zitten twee meisjes naast me.
Ondanks de korte duur van de vlucht, vallen ze beiden in slaap.
Degene direct naast mij, zakt langzaam met haar hoofd op mijn
schouder.
Xi’an
Het landschap rond Xi’an is heel anders dan de bergregio van
Chongqing. Mijn koffer verschijnt snel op de bagageband. Het is
vervolgens nogal eenvoudig om van het vliegveld naar het hotel
te komen, zoals ik al had gelezen. De shuttlebus (25 yuan) stop
namelijk voor mijn Melody Hotel in het hart van het centrum.
Daar kan geen taxi tegenop. Het is niet eens nodig om een straat
over te steken. Superslanke hostesses in felblauwe uniformpjes
staan voor het hotel om toeristen op te vangen.
Het lukt bij de receptie niet om met mijn credit te betalen.
Misschien een storing. Omdat ik vier nachten blijf, krijg ik 20
yuan per nacht korting. Maar ze willen wel 300 yuan borg. Dus ik
ben een flinke hap van mijn cash kwijt. Ik krijg kamer 6549,
helemaal achterin op de vijfde verdieping. Ik heb een beetje
last van mijn keel en blijf tot het einde van de middag op mijn
kamer rusten. Er is een waterkoker zodat ik thee kan maken.
Daarna loop ik naar de zuidpoort omdat ik nieuwsgierig ben naar
de hostels die daar zitten. Ik wandel via Defu Xiang, dat is de
zogenaamde ‘bar street’, die niks meer met China te maken lijkt
te hebben. Ik heb geen spijt dat ik niet één van de hostels heb
gekozen. Ze maken geen aantrekkelijke indruk op me, maar zijn
wel handig voor het boeken van tours.
De avond breng ik door op de enerverende nachtmarkt van de
moslimwijk en het plein bij de Drum Tower. Er is opvallend veel
gedroogde fruit. Ik houd wel van rozijnen en dadels, maar zo’n
overvloed aan vruchten maakt een minder aantrekkelijk indruk op
mij. Chinezen zijn er dol op. De koekjes zien er wel smakelijk
uit.
In de buurt van mij zitten twee lesbische meiden. Eén met lang
en de ander met kort haar. Ze zoenen opzichtig. Opvallend dat
zoiets in China kan. Al met al is het elf uur voor ik weer terug
ben op mijn kamer. Ondanks straatgeluiden en gedreun van een
nachtclub lukt het om in slaap te vallen.
Zaterdag 15 mei. Op de verdieping van mijn kamer breng ik twee
lange broeken en zes shirts bij de kamer waar ‘housekeeping’ op
de deur staat. Ze helpen me om het laundryformulier verder in te
vullen. Daarna wandel ik door de moslimwijk, vanuit de bus zag
ik gisteren een mooie poort die aan het begin staat van een
straat waar een kleine tempel is, het is onderdeel van een oude
wijk met smalle straatjes en steegjes en doet me denken aan de
hutongs in Beijing.
De zon breekt door. Drie studenten willen kauwgom aan mij
verkopen. Het zal voor een goed doel zijn, maar dat kunnen ze me
niet duidelijk maken. Ze zijn enthousiast en willen samen met
mij op de foto.
"I am very nervous", zegt de student. Dat was me al duidelijk.
Hij wil graag een paar woordjes uitwisselen en ik neem alle tijd
voor hun. Jammer dat dit soort gesprekken moeizaam gaan, maar
vriendelijkheid en lachen is al heel mooi. Ik lunch bij
Pizzahut: minestrone soep, fruitsalade en een koel paars
bessendrankje.
Bij de Bell Tower kijk ik lange tijd bij een enorme groep
studenten die een ‘schoolreisjes’ hebben. Het duurt een
eeuwigheid voor ze allemaal op de trappen staan voor een
groepsfoto. Het is onmogelijk om ze allemaal in één keer in
beeld te krijgen.
Er is meer drukte omdat het weekend is. Ten opzichte van
Chongqing zijn hier meer westerse toeristen. Al blijf ik een
‘attractie’. Bij Subway haal ik een broodje ‘roasted chicken’
met een blikje Sprite (21 + 6 yuan) en breng net als gisteren de
rest van de avond door op het plein bij de Drum Tower, mijn
favoriete plek. Wanneer ik op mijn kamer kom, ligt de schone was
al op mijn bed.
Zondag 16 mei. Xi’an is een zeer aangename stad. Op een aantal
plekken zijn tunnels voor voetgangers. De trottoirs zijn breed
en het is dan ook een heerlijke wandelstad. De sfeer die me
vorig jaar zo aansprak is er nog, maar de zon en blauwe luchten
laten me grotendeels in de steek. En ik mis Ling. Ik had heel
graag met haar op een tandem op de stadmuur willen fietsen.
In de straat achter mijn hotel heb ik een supermarktje gevonden,
maar ook die zijn niet ruim voor handen. Vanmorgen begin ik met
de brede straat die vanaf de Bell Tower naar het noorden loopt.
Aan deze straat zitten een paar bakkerijen. Dat komt goed uit
omdat ik nog geen ontbijt heb gehad. Midden op een druk
kruispunt staat een verkeersagente het verkeer te regelen.
Gek genoeg kan ik geen internetcafés te vinden. Misschien moet
ik in de buurt van de universiteiten zijn, maar die liggen voor
zover ik weet allemaal buiten de stadsmuren. Ik heb een groot
glas Chinese Thee voor me en gebruik de enige computer in de
Zero Bar.
Xi’an lijkt een zeer nette en welvarende stad, maar ook hier
zijn mensen die in vuilnisbakken graaien naar lege flesjes en
dergelijke. De schooiende mensen zijn meestal vrouwen van rond
de zestig. Misschien weduwen.
Ik zie twee bloedbussen op het trottoir staan. Vervolgens loop
ik door een deel van de drukke winkelstraat naar het oosten. Het
begint een beetje te regenen. Misschien had ik geen paraplu mee
moeten nemen, want dat deed ik voorheen nooit. Vorig jaar eind
mei was het hier heet, maar de zomer wil nu nog niet definitief
doorbreken.
Ondanks het sombere weer bezoek ik de oude wijk (Shuyuanmen) bij
de zuidpoort waar veel winkels met kwasten en kaligrafie zijn.
In een achterstraatje in de buurt van de Wal-Mart eet ik baozi.
Heerlijk verse stoombroodjes. Voor 1 yuan krijg ik 2 stuks.
Maandag 17 mei. Tegenover mijn hotel wacht ik op mooier weer. In
de buur van de Drum Tower vragen studenten aandacht voor het
milieu. Ik mag meedoen met het verven van een blaadje waarvan de
afdruk op een spandoek komt. De jongens zijn behoorlijk groot.
Chinezen zijn heus niet allemaal klein, dat geldt zeker voor de
jongere generaties.
Wanneer de zon doorbreekt loop ik naar de zuidpoort. Het is
lastig om de weg over te steken naar het parkje bij de poort.
Vorig jaar hadden we precies het zelfde probleem. De entree is
40 yuan. Wanneer ik op de muur sta, kan ik er in eerste
instantie maar moeilijk van genieten. Ik mis een blauwe lucht,
maar ik mis vooral Ling.
Het is warm en vrij rustig. Met een fiets leg ik een traject
over zuidmuur af. Helemaal rond de stad zou veertien kilometer
zijn, maar dit lijkt mij het mooiste deel. Ik stop bij alle
poorten en kijk regelmatig naar de oude stad binnen de muur en
het drukke verkeer buiten de muur. Na het inleveren van de fiets
loop ik over de muur nog naar het westen en neem daarna een
kijkje in het park aan de zuidkant van de muur. Daar brengen
veel mensen van middelbare leeftijd de dag door met zitten,
muziek, gymnastiek en ping pong. Vorig jaar vond ik dit al zo’n
fascinerende plek. Ik heb niet de indruk dat er iemand is die
Engels kan. Sommigen kijken me vreemd aan.
De dag eindigt met een flinke plensbui. Het tegenvallende weer
heeft me ervan weerhouden om naar de Grote Gans Pagode te gaan,
die zo’n vier kilometer te zuiden van de muur ligt. Maar de kans
is aanwezig dat ik ooit nog eens terugkeer naar Xi’an.
Dinsdag 18 mei. Mijn doel van vandaag is Pingyao. Dit
historische stadje is lastig te bereiken. De meeste toeristen
zullen het als tussenstop met de nachttreinen van Beijing naar
Xi'an bezoeken. Ik had dat vanuit Xi’an willen doen wanneer Ling
mee had kunnen gaan. Nu ga ik met het vliegtuig via Taiyuan, een
grote stad in de buurt. Het is slechts een uurtje vliegen, maar
de rest van de reis gaat veel tijd in zitten. Maar het is wel
weer een avontuur.
Om 10:20 neem ik de airport shuttlebus naar het vliegveld (25
yuan). Dit keer een grotere bus, die vertrekt zodra hij vol is.
In het vliegtuig heb ik stoel 10C. Weer een plek lang het
gangpad. We krijgen witte botterhammen zonder korsten met dunne
plakjes worst. Ik krijg een China Daily van de fraaie stewardess
en lees dat in het zuiden van het land veel regen is gevallen.
In Xi’an heb ik ook last gehad van die storing.
Op het vliegveld van Taiyuan verschijnt mijn koffer als één van
de eersten op de bagageband. Buiten staat een shuttlebus gereed
die me voor 15 yuan naar het centrum brengt. Ik heb een foto
gemaakt van een kaart met de plekken waar hij stopt, maar het is
me niet duidelijk welke stop het dichts bij het busstation is.
De bus stopt wel regelmatig. Vaker dan ik had verwacht.
Misschien had ik iemand moeten vragen, maar ik probeer me alleen
te redden.
Ik stap uit wanneer ik een straatnaam herken uit de beschrijving
die ik van internet heb. Daar vraag ik de chauffeur van een rode
taxi om me naar het busstation te brengen: "Bus, Pingyao". Dat
moet genoeg zijn. Ik ben niet de enige klant, er stap een man
bij in. Dat kan in China. Ik kijk er niet van op. De chauffeur
denkt flink aan mij te kunnen verdienen door voor te stellen mij
naar Pingyao te rijden, maar ik weet dat de bus veel voordeliger
is. Hij belt met iemand die Engels kan, maar ik overtuig die man
dat ik met de bus wil. De taxichauffeur vraagt 20 yuan voor het
ritje naar het station. Dat is veel, maar ik heb geen zin in een
discussie en loop snel door en doe mijn bagage door de scanner
bij de ingang van het stationsgebouw.
Busstations in China zijn meestal binnenpleinen. Je herkent ze
maar moeilijk vanaf de straat. Een vrouw van de ticketverkoop,
die naast de mannelijke verkoper zit die mij helpt, moet lachen
wanneer ik "Pingyao" zeg. Een kaartje kost 25 yuan. Ik koop snel
wat te drinken voor in de bus. Chauffeurs van andere bussen
wijzen me de bus aan die ik moet hebben. Een verlegen meisje
gaat mee voor de kaartjes. Het is inmiddels al kwart voor vier.
Ik schreef al dat het een lange reis zou worden.
Mijn koffer moet achter de stoel van de chauffeur staan. Hij
duwt me een geplastificeerde folder in handen van het De Sheng
Lou Hotel in Pingyao. Het is een lange rit, met diverse stops.
Het tocht doordat een raam openstaat. Ik doe mijn jasje aan en
zoek later zelfs een plek meer naar achteren.
Bij een tolstation lijkt iets mis te zijn met de vergunning van
de chauffeur. Publieke bussen hoeven normaal geen tol te
betalen, maar de beambte in het tolhokje is streng. Er volgt een
lange discussie. De chauffeur blijft opvallend rustig. De man
van het tolhokje blijft stug naar het geplastificeerde papiertje
kijken. Hij mag er op een gegeven moment door, maar stopt
tientallen meters verderop om zijn papieren op te halen. Geen
idee wat er nu aan de hand was, maar het levert wel vertraging
op. Gelukkig heb ik geen haast.
Pingyao
De chauffeur is vervolgens druk aan het bellen. Twee kilometer
voor Pingyao stopt hij. Er staan twee verlengde elektrische
golfkarretjes, die als taxi dienen. Het is de bedoeling dat een
echtpaar met hun dochter er één nemen en ik de ander. Maar ik
stel direct voor dat we er één delen. "Okay? Okay!"
Zij kunnen met de chauffeur praten, maar mij vragen ze niks. We
rijden langs de stadmuur en komen de stad binnen via de
noordpoort. We worden naar een hotel gebracht in een stille
straat. De eigenaresse staat ons al op te wachten. Mooie vrouw
overigens, maar dat terzijde.
Het is natuurlijk de bedoeling dat zowel deze chauffeur van de
taxi als de buschauffeur commissie opstrijken. Helaas voor hun
heb ik al een kamer ergens anders gereserveerd. Ik geef 3 yuan
aan de chauffeur en loop met mijn koffer - met wieltjes -
verder naar het centrum van de oude bankiersstad. Wanneer ik
op een splitsing ben, vraag ik de weg naar mijn guesthouse. Ik
blijk er al bijna te zijn, maar zag totnogtoe nergens een
straatnaam.
Het is druk in De Ju Yuan, zo heet mijn guesthouse. Er zijn
groepen uit Frankrijk en Duitsland. Net als de meeste andere
hotels is een grotendeels houten gebouw met diverse
binnenplaatsen en lampionnen langs de muren. Een zogenaamd
‘courtyard hotel’. Alsof je teruggaat in de tijd. Het is maar
goed dat een meisje me bij mijn kamer brengt, want die bevindt
zich ergens rechtsachter aan een tweede binnenplaats. Dat had ik
zelf niet zo snel gevonden.
Eerst bewonder ik mijn kamer uitgebreid. Hij is voorzien van een
kangbed, op de vloer grote zwarte plavuizen. Zwartgelakte
antieke meubelen en de gordijnen en ramen zijn ook schitterend.
In het restaurant van mijn guesthouse is nog één tafel over om
te eten. De andere zijn door de groepen bezet. Ik vermoed dat
het eten bij hun reis in zit, want ze krijgen allemaal
hetzelfde. Ik bestel een lokaal gerecht ‘tu dou shao niu rou’,
gestoofde bief met gebakken aardappelreepjes, ui, paprika en
Lipton thee (46 yuan). Het eten klinkt niet echt Chinees, maar
hier eten ze dus ook aardappel!
Daarna ga ik snel naar buiten om het stadje te bewonderen.
Pingyao ligt 715 kilometer ten zuidwesten van Beijing en heeft
zo'n 40.000 inwoners. De oorspronkelijke stad ligt binnen een
ruim 6 kilometer lange en 12 meter hoge stadsmuur uit 1370.
Tijdens de Qing-dynastie (1644-1911) was Pingyao het financiële
hart van het Chinese rijk.
Direct buiten mijn guesthouse word ik aangesproken door een
grijze man met een mooi zacht gezicht. Hij wil graag mijn gids
zijn en stelt allerlei vragen. Ik krijg een paar referenties in
mijn hand gedrukt van Nederlanders die gebruik hebben gemaakt
van zijn diensten. Maar hij praat niet zo duidelijk en begrijpt
niet al mijn vragen. Met "maybe tomorrow" wimpel ik hem af.
Wanneer ik bij een winkel kijk, zegt hij dat ik veel moet
afdingen. Ik koop rode Chinese schoentjes met bloemenopdruk voor
mijn moeder. Het is lastig om schoenen van haar maat te vinden.
Maar de verkoopster geeft niet snel op. Haar man kan het paar
van mijn keuze vergroten in een rekapparaat. Ik gok er maar op
dat ik nu de juiste maat heb.
Pingyao is schitterend! Misschien wel de mooiste plaats in China
die ik heb gezien. De verkopers zijn toeristen nog niet zat want
ze zijn bijzonder vriendelijk. Wat dat betreft zijn Chinezen
soms wat onbeschoft door voor te dringen of te roken in de bus,
maar voor de rest zijn het vriendelijke mensen.
De stroom is eraf. Alleen de winkels en hotels met een generator
blijven goed functioneren. Zodra er weer stroom is, stap ik een
hotel binnen waar ze internet hebben, snel stuur ik een mail
naar Nederland want misschien laat de stroom het weer afweten.
Ik bestel een toetje en wat te drinken.
Dan loop ik terug richting mijn guesthouse. Ik maak een paar
nachtfoto’s en geniet van de aangename temperatuur. Mijn kamer
kan aan de binnenkant gebarricadeerd worden met een balk. Het
hangslotje zal ik nooit gebruiken.
Woensdag 19 mei. Ik heb nogal wat klachten gelezen over het
slapen op kangbedden, maar het matras lag uitstekend en het bed
is zeer ruim. De constructie is een beetje hoger, misschien is
het ‘tafeltje’ dat op het bed staat bedoelt om op het bed te
kunnen klimmen, maar misschien ook wel om thee op te schenken.
De douche zit halverwege de badkamer en dat is inderdaad een
beetje onhandig. Ook daar heb ik commentaren over gelezen, want
niet alleen mijn guesthouse heeft zulke badkamers. Het schijnt
hier gebruikelijk te zijn. Ik douche hurkend om te voorkomen dat
alles nat wordt. Een echt minpunt van de kamer is het ontbreken
van een waterkoker. De meiden van het personeel dragen vandaag
rode jasjes en jeans. Ze hebben totaal verschillende gezichten.
De lucht is weer strak blauw. Allereerst koop ik een kaartje
waarmee ik de muur en enkele historische gebouwen kan
bezichtigen (120 yuan). De kaartverkoop is op de splitsing van
de straten die van de noord- en westpoort komen, niet ver van
mijn guesthouse.
Het centrale deel van het stadje is afgesloten voor het verkeer
door middel van een stalen buis. Fietsen en elektrische
brommertjes passen net door de voetgangersopening. Je moet er
voor oppassen dat die elektrische vervoersmiddelen je niet
omverrijden, want je hoort ze niet aan komen rijden. Ik bezoek
het Tong Xing Gong 'First Armed Escort Agency' museum. Een
schitterend complex met alles wat met opslag en waardetransport
had te maken. Andere gebouwen sla ik voorlopig over. Ik wil
graag op straat blijven.
Bij de zuidpoort spreekt een jonge vrouw met een grote zomerhoed
mij aan. Ze is studente en kan behoorlijk goed Engels. Ze wil
graag als gids werken, maar uiteindelijk iets in de kunst gaan
doen. Ik wil over de muur wandelen. De studente blijft achter.
Van de zuidpoort loop ik naar de Westpoort. Onderweg zijn een
paar wachttorens waar nog bouwvakkers aan het werk zijn. Buiten
de muur zijn veel gebouwen in ernstig verval geraakt. Binnen de
muur is ook niet alles zo mooi als in de straten waar de hotels
en winkels zijn. Vanaf de muur zie ik binnenplaatshuizen van
families. Twee kleine meisjes wuiven naar mij. Later wuif ik
naar een klein jongentje dat huilt. Zijn moeder attendeert hem
op mij. Ieder huis heeft een grote ronde stenen bak, het beste
te omschrijven als een reuzenbloempot, waar ze water in
opvangen.
Wanneer ik via West Street richting mijn hotel loop, brengen
veel moeders op elektrische tweewielers hun kinderen naar
school. Ik eet ‘chicken sweet sour’ en yoghurt met banaan en
thee in mijn hotel (45 yuan). Vanuit mijn kamer hoor ik treinen
claxonneren. Na een lange rustpauze - het is heet - kijk ik wat
nauwkeuriger naar de souvenirs die in de meeste winkels worden
verkocht. Soms heel mooi spul, maar ik heb nauwelijks ruimte in
mijn koffer. De vrouwen in Pingyao zijn over het algemeen niet
zo mooi. Ze zijn kleiner en dikker, of in ieder geval breder.
Ik loop naar het oosten van de stad, langs de Cheng Huang Tempel
met mooie tuinen en de rustige Confusius Tempel. Het is allemaal
zo sereen. Iets verderop ontdek ik een katholiek kerkje. Er is
net een mis gaande. De verlichting is een beetje kermisachtig.
Laat ik het omschrijven als katholiek op zijn Chinees. Zo zeg ik
dat ook tegen een nieuwsgierige Amerikaanse die wil weten of het
interessant is.
Bij het Harmony Guesthouse (www.py-harmony.com) raak ik in
gesprek met de welbespraakte eigenaresse. Ik had al over haar
gelezen op internet. Omdat de meiden in mijn guesthouse het
steeds druk hebben met de andere gasten en zich erg bescheiden
opstellen in mijn richting, vraag ik hier of ik een tour kan
doen. Ik zie een lijstje met mogelijkheden hangen. Een zekere
Stephen zou morgen ook een dagtour willen doen. Ze nodigt me uit
om te komen eten, maar er zijn mij hier te veel westerse
backpakkers en bierdrinkers. Schuin tegenover het guesthouse
lukt het een enthousiaste dame om me naar binnen te krijgen voor
een voetmassage. Ze runt de zaak met haar zus en een vriendin.
De massage is uitstekend (30 yuan). De vriendin is dol op
koekjes. Dat kun je ook zien aan haar postuur.
Tegenover het Tian Yuan Kui ontdek ik De Ju Yuan Petit Resto. Ik
laat de cheffin het kaartje zien van mijn guesthouse, omdat
beide zaken dezelfde naam dragen. "My sister", zegt ze. Ik neem
aan dat het guesthouse van haar zuster is. Haar Engels is
beperkt, maar ze is leergierig en zorgt goed voor haar gasten.
Ik bestel dikke noedels en tomatensoep.
Na zonsondergang lukt het beter om foto’s te maken. Overdag is
het fotolicht soms veel te fel. Het was weer een warme dag.
Donderdag 20 mei. Voor negen uur ben ik bij het Harmony
Guesthouse. De eigenaresse heeft een woordenwisseling met haar
moeder. Stephen en ik kijken gefascineerd toe. Chinezen hebben
veel respect voor ouderen. Ik versta er niks van en begrijp niet
waar de ruzie over gaat. De baas en de meiden van het personeel
gaan vervolgens ontbijten.
Wang Family Compound
Het duurt even voor duidelijk is dat er een chauffeur voor ons
opgetrommeld moet worden omdat we naast de Wang Family Compound
ook naar het Zhangbi Underground Castle willen. Die liggen bij
elkaar in de buurt. Een ander groepje wil naar de Qiao Family
Compound en niet naar het kasteel. Ik heb me goed ingelezen en
zeg dat ik "The best tour" wil. Stephen en ik moeten elk 140
yuan betalen voor het vervoer.
Stephen komt uit Engeland en heeft rossig haar. Het is een
vriendelijk vent. Hij heeft sinds zijn vertrek uit Londen nog
geen enkele vliegtuig gehad. Hij is via Sint Petersburg met de
Trans-Mongolië Express in China gekomen en heeft alleen maar
treinen en bussen gehad. Hij wil proberen dat vol te houden ook
al zijn binnenlandse vluchten hier goedkoop. Hij heeft de tijd.
Het is voor hem de eerste keer in China en hij wil nog graag
naar Xi’an, Chengdu, Tibet en Zuid-China. Ik vertel hem over de
plekken die ik mooi vond. Het landschap waar we door komen is
stoffig en weinig boeiend. Veel landbouw en lelijke, grauwe
fabrieken.
De entree voor Wang Family Courtyard is 66 yuan. Bij de ingang
hangt een grote plattegrond. Het ommuurde complex is veel groter
dan ik had verwacht. Er zijn 123 binnenplaatsen en 1118 kamers.
Bijna een stad op zich. Stephen is vooral benieuwd naar de ‘no
gossiping room’. Het complex is absoluut de moeite waard om te
bezoeken. Prachtige architectuur, maar helaas erg veel zonlicht
om goede foto’s te kunnen maken. Sommige Engelse teksten zijn
bijzonder vermakelijk. Ik vermoed dat ze het Chinees iets te
letterlijk vertalen.
We proberen de pijlen te volgen, maar willen eigenlijk niks
missen en komen zo ook op plekken die nog niet gerenoveerd zijn.
In het begin volgen we een groepje Chinezen en hun gids. Er was
geen Engelstalige gids die zich aanbood. Ik schrik me wezenloos
wanneer ik bovenaan een trap oog in oog kom te staan met een
blaffende hond. Snel terug! Ik val zelfs bijna.
Sommige kamers zijn gemeubileerd. Op een gegeven moment beginnen
de binnenplaatsen en gebouwen erg op elkaar te lijken. Enkel
teksten zijn voorzien van Engels onderschiften, maar er zijn ook
museumzalen over kaligrafie en geldmunten waar alles alleen in
het Chinees is. De stamboom van de Wang familie telt ruim 80
generaties!
Het complex is tegen een heuvel gebouwd. Achteraan komen we door
ronde poortjes in de osmanthustuinen. We krijgen dadels
aangeboden. Opa en oma passen op een klein jongetje. Ik geef hem
een Jip & Janneke ballon. Daarna komen we op de muur die rond
het grote deel loopt. Bij de zuidpoort is een riant plein. Her
en der staan mensen die iets verkopen of je kunt in traditionele
kostuums op de foto. Ik koop een ijsje, want begin zo
langzamerhand wel trek te krijgen.
We lopen naar de chauffeur die op een pleintje bij de ingang met
andere chauffeurs aan het schaken is. Het vervolg van de route
is een bochtige weg tegen een berghelling. Aan het begin van een
boerendorp krijgen we de gelegenheid om te lunchen. Stephen
bestelt een bord met varkensreepjes, paprika en ui. Ik bestel
een schaaltje spinazie en we krijgen een grote kom rijst en
thee. De lunch kost slechts 40 yuan voor ons tweeën.
Zhangbi Underground Castle
Het dorp ligt bovenop Zhangbi Underground Castle. De entree voor
het ondergrondse kasteel is 60 yuan. Een gids is onmisbaar en ik
ben dan ook blij dat er een meisje ons op staat te wachten die
uitstekend Engels spreekt. Ze vertelt eerst over de geschiedenis
en de architectuur van het kasteel die op astrologie is
gebaseerd. Ze heeft een zaklamp en leidt ons door een wirwar aan
gangen van het kasteel. Er zijn drie verdiepingen. Het diepste
punt ligt circa 22 meter onder de grond. Ze wijst ons onder
andere op ventilatiegaten, boobytraps en een kamer voor een
generaal die als enige uitzicht naar buiten had over een dal.
Het is lekker koel in de gangen.
Wanneer we in de buurt van de uitgang komen, voel ik de warme
al. We hebben een traject afgelegd tussen de zuid- en de
noordpoort. Er zijn veel meer gangen, zoals één die naar een 5
kilometer verderop gelegen dorp leidt. Op de weg terug door het
dorp bezoeken we een paar tempels met prachtige gekleurde daken.
Sommige zijn na de vernielingen tijdens de Culturele Revolutie
nog niet helemaal hersteld. Onze gids komt uit een dorp enkele
kilometers verderop. Ze weet veel te vertellen.
De terugreis naar Pingyao lijkt korter dan de heenreis. Toch heb
ik het idee dat de chauffeur de tolweg omzeilt om minder kosten
te maken. Na een korte pauze op mijn kamer drink ik thee in het
restaurant van mijn guesthouse. De meiden van het personeel
dragen vandaag mooie bontgekleurde hesjes met korte mouwen. De
sfeer is sereen en ongehaast.
Ik eet weer in de De Ju Yuan Resto. Vanavond zoetzure fruitsoep,
bananenyoghurt en een blikje fris voor 26 yuan.
Later vind ik zowaar een groot internetcafé aan de straat die
naar de oostpoort leidt. De zaal is bijna helemaal gevuld met
‘gamende’ jeugd. Ik kan over de meest recente belevenissen naar
Nederland mailen. Het was weer een mooie dag. Moe en voldaan
zoek ik mijn mooie kamer op. Ik heb last van een vervelende
kriebelhoest. Die problemen met de keel kondigden op zich de
laatste avond in Chongqing al aan.
Vrijdag 21 mei. De laatste uren in Pingyao. Ik blijf iets langer
liggen en ontbijt in mijn guesthouse. Het mooiste meisje van het
personeel helpt me bij het uitchecken. Ik laat mijn koffer
achter, want hoef pas rond drie uur te vertrekken. Dan maak ik
een foto van de meiden van het personeel, die nu tijd hebben om
zelf te ontbijten. Ze hadden het druk met een groep uit
Frankrijk.
Het is rustig op straat. Ik maak een paar foto’s met de
telelens, daar heb ik nog geen gelegenheid voor gehad. Een
groepje meiden zit voor een grote winkel. Ze spreken een paar
woordjes Engels en lijken jonger dan ze zijn. En groep oudere
mensen willen graag samen met mij op de foto. Ik krijg chips van
de meiden en leer wat "mooi" in het Chinees is: "Piao liang".
Daarna lunch ik rustig bij De Ju Yuan Petit Resto: bief met
aardappel, yoghurt met banaan en jasmijnthee.
Voortreffelijk!
Het mooiere zusjes van de eigenaresse werkt nu ook. Ik vind de
muziek die ze draaien mooi en vraag of ze de naam op een briefje
wil schrijven. De eigenaresse zegt dat iets verderop een
muziekzaak zit (de enige) waar ik de cd voor 20 yuan kan kopen.
Ik krijg vier lychees en een flesje water van haar mee.
Twee studentikoze meiden die samen met een jonge vent te gast
zijn in het restaurant, bieden me hulp aan bij het kopen van de
cd. Achterin in een behoorlijk kale muziekwinkel speelt een
jonge langharige man percussie. Er hangen rebels afbeeldingen
aan de muur van Che Guevara en op een rek liggen stapels
gekopieerde cd’s van het merk Banana. Hij heeft twee cd’s van de
zangeres die ik heb gehoord. Omdat het bijna niks kost, koop ik
twee. Ik bedank de eigenaresse van Petit Resto en loop terug
naar West Street.
(female underground/network singer Zhang Xiao Jing)
Inmiddels is het straatbeeld verstoort door een luidruchtige
groep jongeren van de International School of Beijing. Ze
spreken uitstekend Engels en zijn kinderen van diplomaten of
expats. Ze houden enquêtes en ik ben een paar keer slachtoffer.
Bij een vrouw die fietsen verhuurt laat ik een briefje achter
waarop "Bike Rental" staat. Ze spreekt geen woord Engels, maar
met mijn woordenboekje kan ik een paar woordjes met haar
wisselen.
Ik haal de koffer uit mijn hotel en krijg ook hier een flesje
water uit de koeling mee. Bij het einde van de wegblokkade staat
een brommerriksja klaar die me voor 5 yuan naar het busstation
brengt. Dat station ligt buiten de noordpoort bij de kruising
naar rechts. Mijn riksjachauffeur loopt zeer behulpzaam mee tot
in het gebouw. Zijn riksja laat hij met een lopende motor
onbeheerd achter. Het is een modern gebouw met daarachter een
groot plein vol met bussen.
De bagage moet weer door een scanner. Het kaartje kost 25 yuan.
De bus is al redelijk vol, maar blijft lange tijd op het
genoemde kruispunt staan tot alle plekken bezet zijn. Van die
laatste passagiers gaat de bagage niet door een scanner.
Eigenlijk is zo’n veiligheidsmaatregel maar een farce. De
laadruimte onderin de bus is inmiddels helemaal gevuld met
handelswaar. Min koffer staat achter de stoel van de chauffeur.
Uiteindelijk ben ik in totaal bijna twee uur onderweg. Eigenlijk
had ik niet helemaal tot busstation in Taiyuan hoeven meerijden,
want voor het vliegveld moet ik weer een stuk terug. Een taxi
zonder meter brengt me voor 50 yuan graag naar het vliegveld.
Om kwart over zes ga ik de door de ‘security’. Het meisje na de
scanner wil me ook nog even bevoelen, ondanks dat het rode
lampje uitbleef. In een cafetaria haal ik voor 80 yuan mijn
avondeten. Een tikkeltje duur voor niet al te warm eten, maar
het smaakt wel goed. Ik moest alle bakken openen om te zien wat
erin zit, want de tekst ernaast is alleen in het Chinees.
Ondanks de hoge prijs zijn er redelijk veel gasten.
Ook op dit vliegveld spelen verkoopsters met radiografisch
bestuurbare helikopters. Ik ben moe, want ik heb mijn dutje
gemist. Het boarden bij gate 12 gaat vlot. Ik heb stoel 13J en
zit redelijk vooraan in het vliegtuig, wederom aan het gangpad.
We krijgen een weinig smaakvol broodje ham in aluminiumfolie en
wat te drinken. Het is warm in het toestel. In de vliegveldhal
was het ook niet bepaald koel. Net voor de landing is er
turbulentie.
Vanuit het vliegtuig zie ik dat het asfalt nat is. Het regent
een beetje. We worden met vliegveldbussen naar de gebouwen
vervoerd. Mijn koffer is weer één van de eersten die op de
bagageband verschijnt. Een jonge man staat een beetje
onduidelijk achter de menigte met een briefje waarop mijn naam
staat. Hij is de chauffeur die me naar het Loft Hostel zal
brengen.
Chengdu
Ondanks de late aankomst in het hostel is het nog redelijk druk
bij de receptie. Een Franstalig stel is net voor mij. Ik kan
niet met de creditkaart betalen, dus moet weer cash aanspreken.
Op mijn kamer doe ik mijn mobiel aan. Ik ontvang een sms van
Melanie die me dit weekend in Chengdu gezelschap zal houden. Ze
heeft voor Adidas in Kuala Lumpur gewerkt en beheerst de Engelse
taal goed. Het leek me handig om met iemand op pad te gaan die
me in slechts een weekend wat van deze stad kan laten zien en de
buslijnen weet te ontcijferen. Ik heb haar al gemaild dat ik
waarschijnlijk moe zal zijn en morgen wat later wil beginnen. Ik
heb moeite om in slaap te vallen door de kriebelhoest die weer
de kop opsteekt.
Zaterdag 22 mei. Ik lees dat de schoonmaaksters pas om 14:00
komen, dus kan ik vanmorgen op mijn gemak wat langer blijven
liggen. Maar ik hoor al straatverkopers roepen en de houten
vloeren in de gang geven ook aardig wat geluid. Als ontbijt
bestel ik yoghurt met muesli en fruit en gemberthee (21 yuan).
Ik mail nog een keer naar Melanie, want ik weet niet zeker of
mijn sms’jes wel zijn aangekomen. Op een gegeven moment loop ik
maar naar buiten. Ik wil van het mooie weer genieten. Aan de
overkant van de straat komen net twee meiden aanlopen. Ze vragen
of ik "John" ben en toevallig zijn het Melanie en haar vriendin
en tevens huisgenote. Ze heeft mijn sms niet ontvangen, maar
mijn mail intussen wel gelezen. Melanie komt oorspronkelijk van
buiten de stad, dus soms moest ze zelf nog zaken uitzoeken.
We lopen eerst samen naar Kuan Zhai Xiang Zi, straten in de
buurt van het hostel die nog in de oude stijl zijn behouden.
Maar door opknapbeurten en veel restaurants en winkeltjes er
nieuwer uitzien dan de andere straten in de buurt. Nep dus, maar
een behoorlijke trekpleister voor vele Chinese toeristen. Kuan
betekend breed en Zhai betekent smal.
Het is warm. In de grote doorgaande straten zie ik ook
interessante dingen. Zoals rode enveloppen en certificaten die
me doen denken aan de DDR. Een paar straten hebben steeds
gelijksoortige winkels. Zo zijn er met keukens, schoenen of
feestkleding.
Daarna lopen we naar het Renmin Park, het oudste park van de
stad. Bij een vijver zijn veel mensen met schepnetjes in de
weer. Elders spelen ze fanatiek mahjong (Chinees domino) en de
theehuizen hebben volle terrassen. Het is weekend en dat is te
merken. We blijven lange tijd aan het water zitten en genieten
van het parkleven. Er zijn bootjes en langs de kant is muziek
en zang. De muziekinstrumenten zijn ‘erhu’, een op het bovenbeen
staande Chinese viool met twee snaren en een harmonica. Verderop
horen we het bamboeblaasinstrument ‘suo na’.
Een westerse vrouw, die volgens Melanie vermoedelijk een docente
is, zingt na aandringen mee in het Chinees! Iedereen heeft veel
bewondering voor haar. De westerse man die bij haar hoort is een
oud-hippie met lang grijs haar. Een gepensioneerd militair is
nogal lovend over Nederland wanneer ik antwoord dat ik daar
vandaan kom. Nederland is volgens hem het beste land ter wereld.
Op een rond pleintje in het park schrijft een man met water
teksten uit de beroemde roman "Hou Lou Meng" (Dream of the Red
Chamber). Dat is een Chinese Romeo en Julia vertelling. De man
heeft een mooi symmetrisch gezicht. Melanie kan aan zijn accent
horen dat hij uit het noorden komt. Hij zegt dat Harbin zijn
geboorteplaats is.
Ondanks dat ze in Chengdu meer westerse toeristen gewend zijn
(die hier voornamelijk voor de panda’s komen), ben ik nog
regelmatig een bezienswaardigheid. Volgens Melanie komen de
mooiste vrouwen van China uit de provincies Sichuan en
Chongqing. Er loopt inderdaad heel wat moois rond. Ze zijn soms
uitdagend gekleed. Maar ik ben nu in diverse plekken in China
geweest en kan moeilijk zeggen of de vrouwen uit deze provincies
mooier zijn.
We lopen naar het Tianfu Square, het centrale plein waar een
enorm standbeeld staat van Chairman Mao Zedong. Daarna door
enkele moderne winkelstraten in een voetgangerszone Chunxi Lu.
Een paradijs voor dames die van shoppen houden. De snacktentjes
in het midden van de straten hebben alleen "spicy food". Volgens
Melanie ongeschikt voor mij. Eén van de populaire snacks is
‘duck neck’.
We eten bij Subway. Net als in Xi’an weinig klandizie en
misschien niet zo populair in China. Daarna nemen we de bus
terug naar het hostel. Een volle bus en we stappen achter in.
Samen de passagiers die net met ons zijn ingestapt, verzamelen
we buspasjes en geldbriefjes. Vol verbazing kijk er naar hoe
dat stapeltje vertrouwen via andere passagiers naar voren gaat.
Melanie moet lachen om mijn gezichtsuitdrukking.
Ze heeft helaas een feestje van een vriendin van haar huisgenote.
Daar heeft ze geen zin in. Wel om mee te eten, maar niet om
daarna nog feest te vieren. Ze geeft me instructies hoe ik bij
het hostel kan komen. Zelf moet ze een paar haltes verder.
Ik vertrouw haar volledig op de routeinstructie die ze me geeft.
Ondanks onzekerheden, vind ik het hostel probleemloos. De straat
herken ik, maar het pand zit iets verder dan verwacht. Onderweg
koop ik een paar muffins. Op mijn kamer aangekomen, begint het
hoesten weer erger te worden. Nog nooit eerder zo erg gehad!
Ik kan anders wel een goede nachtrust gebruiken.
Zondag 23 mei. Vandaag hebben we om tien uur afgesproken, maar
Melanie is er al wanneer ik nog aan mijn ontbijt zit. Ze wil
niet overstappen op een andere buslijn en vraagt of ik het goed
vind om het eerste stuk te lopen. Het is al warm. Op straat voor
het hostel graait een echtpaar in blauwe overalls in een grote
vuilnisbak. Ik heb hun gisteren ook gezien. We passeren een
vrouw met een draagbare dierenwinkel.
Allereerst gaan we naar de Wenshu Tempel (Wen Shu Yuan). In de
rode muur van het complex zit een gat waar je het entreekaartje
kunt kopen (5 yuan). Volgens Melanie komt de kaartjesverkoopster
uit Shanghai, dat hoort ze aan het accent. Achter de mooie en
goed onderhouden boeddhistische tempel zit een park. We zitten
lang op een overkapte brug. Melanie kan mooi vertalen wat de
oudjes over mij zeggen. Verder vertelt ze graag over China, de
taal en is ze ook geïnteresseerd in Nederland. Bij het
tempelcomplex horen een academie voor monniken, een bibliotheek
en een populair vegetarisch restaurant.
We eten een paar zoete snacks aan de overkant van de straat in
smalle toeristische straatjes. Zoals ‘san da pao’, letterlijk
betekent dat: drie grote knallen. Het zijn drie ballen van zoete
plakkerige rijst, gevuld met gemalen sesam en geroosterde soja,
die tegen een metalen ‘dienblad’ worden gegooid. Elke bal maakt
een knal tegen het metaal, vandaar de naam. Ze worden opgediend
met siroop.
Daarna gaan we met buslijn 1 naar Jinli Street. Dat is een
toeristische straat met een hoog kitschgehalte naast het
tempelpark van de Wuhou Tempel. In de buurt hiervan zit de
Tibetaanse wijk, maar daar zijn we niet geweest. In het Oude
China was Jinli de business street.
Wij zijn hier vooral vanwege de snacks. Ik heb diverse soorten
geprobeerd. Mijn keuze valt vooral op zoetigheden. Ik durf het
vlees en de spicy varianten niet aan. Ik leer dat taugé in het
Engels ‘bean sprouts’ heet. De kleine gespikkelde eieren komen
van kwartels, ‘quail eggs’.
Al met al wandelen we naast de busritten behoorlijk veel. Het
weer is zeer zomers. Onderweg kopen we een ijsje en komen bij
een gebouw in de vorm van een schip op de kade langs de rivier,
bedoelt voor entertainment. Sommige fietsers hebben een parasol
op hun fiets bevestigd. Het fotolicht is vandaag weer veel te
fel. Uiteindelijk komen we weer uit bij het Tianfu Square. We
bewonderen verkeersregelaars die bij een oversteekplaats streng
fluiten en wapperen met een rood vlagje.
De vliegveldshuttlebus passeert.
"Je kunt hier ook op straat blijven slapen, dan kun je morgen mee."
Ondanks dat het zondag is, zijn bouwvakkers aan het werk. In
Chengdu gaat men, weliswaar in iets minder extreme vorm dan in
Chongqing, ook de hoogte in. Melanie heeft in Chongqing les
gehad op de universiteit waar ik ben geweest. Ze vertelt over
een dikke, jonge Amerikaan die totaal geen orde kon houden.
We dineren in mijn hostel op de verkoelende binnenplaats. We
bestellen twee salades. Eén met bief en één met fruit, frisdrank
en gemberthee tegen mijn kriebelhoest (68 yuan). De hoeveelheid
fruit valt tegen, sla is er wel in overvloed. Aan een ander
tafeltje zit een Amerikaan met een mooi Chinees meisje te praten
over de economie. Hij lijkt er wel verstand van te hebben.
Het hoesten neemt weer toe. Ik doe mijn best om het gesprek
gaande te houden. Ze heeft via internet Amerikaanse televisie-
series gezien en lijkt behoorlijk op de hoogte van de westerse
wereld. Dankzij Maleisië heeft ze internationale vrienden.
Informatie over Nederland is wel grotendeels nieuw voor haar.
Ze is ook benieuwd naar andere landen.
Rond tien uur nemen we afscheid.
Maandag 24 mei. Om zeven uur gaat de wekker. Ik check uit en
krijg 100 yuan borg terug. Enkele gasten wachten op het busje
waarmee ze naar de panda’s gaan, China’s nationale troeteldier.
Het meisje van de receptie adviseert mij om naar rechts te
lopen, dan heb ik volgens haar het snelste een taxi. Die heb ik
inderdaad vlot. De rit naar het vliegveld gaat dwars door het
centrum. Het verkeer is druk, mijn taxichauffeur slalomt door de
ochtendspits. De Airport Express Way is vervolgens vele malen
rustiger. Eigenlijk ben ik ruim op tijd op het vliegveld. De rit
kost 55 yuan. Ik drink mijn flesje water leeg, check in bij
balie 20 en geef de koffer af. Er is speciaal iemand met een
apparaat in een koffer ingehuurd om paspoorten te scannen. Om
half negen mogen we door de douane. Dat gaat weer iets minder
snel.
Het toestel van de KLM staat bij de gate op het uiterste puntje
van de hal. Op exact de plek waar ik ruim twee weken geleden
uitstapte. Een verkoopster van een winkel in de hal wil me
overhalen om iets te kopen. Ze is heel vriendelijk en doet haar
best om Engels te praten. Maar ik hoef niks. Ik maak wel van de
gelegenheid gebruik om haar een paar vragen te stellen. Ze werkt
drie dagen per week en maakt hele lange dagen. Het lijkt me een
slaapverwekkende baan. Het is nu erg rustig. Later op de dag
vertrekken er vliegtuigen van deze internationale terminal naar
onder andere Los Angeles, Singapore en Kuala Lumpur.
Ze heeft twee kinderen. Haar ouders passen daar op. Ik koop een
ijsje bij haar. Ik heb mijn laatste sultana’s als ontbijt gehad
en wie weet moet ik lang wachten voor ik iets in het vliegtuig
krijg. De stewardessen komen even later. Ook twee Chinese
meisjes in een uniform van de KLM. Ik vermoed dat die via
partner China Southern zijn ingehuurd vanwege de taal. Bij de
boekwinkel ontdek ik nog een andere overzichtskaart van China en
een boekje met provinciekaarten voor respectievelijk 10 en 18
yuan. Weinig geld.
Het boarden gaat vlot. Ik heb stoel 19J, weer bij een raampje,
boven de vleugel, zoals ik een paar weken voor vertrek heb
gekozen (dat kan bij de KLM 90 dagen voor vertrek). Naast mij
komt een klein en grappig vrouwtje zitten met kort haar in een
wit jurkje. Ze is nog kleiner dan Melanie, die al meisjes-
afmetingen had met haar schoenmaat 34/35.
Het toestel volgt in een boog naar het noorden een vliegroute
langs hooggebergte. Ik kijk tijdens en na het eten naar de
uitstekende films "Inglourious Bastards" (Tarantino) en "Shutter
Island" (Scorsese). Mijn buurvrouw heeft een aanstekelijke lach.
Een grappig vrouwtje. Om wat te slapen doe ik mijn oordopjes in
en dek mijn ogen af. Ik hoest gelukkig nauwelijks.
Na het eten raak ik in gesprek met mijn buurvrouw. Ze heet Tina
en moet in Amsterdam vijf uur wachten op een vlucht naar Rome.
Ze heeft een Italiaanse vriend. Onderin het vliegtuig zit haar
hond. Ze laat op haar telefoon foto’s van het dier zien. Ze is
vergeten om hem kalmerende medicijnen te geven en is ongerust.
Bij het eten vroeg ze om extra afgesloten bakjes met water en
broodjes. Voor haar hond, zoals ik nu begrijp.
Ze staat erop dat ik dit dampo-achtig medicijn aanneem. Ik moet
het op mijn hals onder de adamsappel en onder mijn neus smeren.
Krachtig spul!
Ik herinner me dat een Chinese die bij me in het team zat op
een project waar ik tot begin 2009 gedetacheerd zat, ook zo'n
flesje bij zich had toen ze verkouden was.
Ling mailt later: "That medicine is called 'feng you jing'.
The liquid medicine containing menthol has a strong fragrance
and the color is pale green. The taste is cool and spicy.
It has all kinds of uses, such as reduce headache, dizziness...
When we are bit by a mosquito it can help us to recover."
Tina is ingenieur en werkt in de provincie Sichuan ten oosten
van Chengdu aan de herbouw van kerken. Volgens haar zijn in 2008
bij de aardbeving 22 van de 56 kerken ingestort. Ze vindt
Chengdu niet zo geweldig, maar de natuur aan de westkant van de
stad is volgens haar heel mooi. Ik ben wel een beetje jaloers op
haar dat ze in China werkt.
Terug in Nederland
Het is Tweede Pinksterdag, tien over drie. Het toestel vliegt
heel laag boven het Amsterdamse bos. Ik zie allerlei recreanten.
Het is een mooie pinksterdag. We koppelen snel aan de gate aan
het einde van een terminal. Ik ben binnen een paar minuten door
de douane en mijn koffer is er redelijk snel. Ik neem de trein
van 15:44 richting Eindhoven. In mijn woonplaats haal ik direct
eten bij een Chinees restaurant en vertel dat ik net uit China
kom. De familie van het restaurant komt uit de omgeving van
Shanghai. Ze zijn geïnteresseerd in waar ik ben geweest.
Dit was mijn derde reis naar China en het was weer een boeiende
trip. Ik heb weer veel geleerd en genoten. Chongqing staat
bekend als weinig aantrekkelijke stad, maar viel me alleszins
mee. Xi’an en vooral Pingyao waren mooi om een paar dagen te
zijn. En hoogstwaarschijnlijk vlieg ik in de herfst weer naar
Chengdu. Mindere mooie ervaringen waren het voordringen bij
busstations en zelfs bij het inchecken op vliegvelden. Maar
China blijft fantastisch.
Het weer was wisselvallig en soms minder mooi dan verwacht. In
april viel in de noordelijke stad Harbin nog sneeuw. In het
zuiden van het land was begin dit jaar veel droogte, maar sinds
eind april hebben ze daar last van veel regenval. Het weer is
kennelijk een beetje in de war in dit El Niño-jaar.
In de zomer gaan we nieuwe plannen maken. Aan wensen heb ik geen
gebrek. Maar het moeilijkste is nog wel dat Ling en ik vijf
maanden moeten wachten tot we weer bij elkaar kunnen zijn. In de
tussentijd zullen we met Skype en e-mail moeten 'overleven'.
Johan (25 juni 2010)