China (lente 2011)
    
    
    Begin januari stuur ik Ling papieren waarmee ze naar de ambassade zal gaan om een visum aan te vragen. Daarnaast heb ik haar een lijst met vragen gemaild die ze bij de ambassade kan verwachten. Ze is me zeer dankbaar voor mijn hulp. Alles draait erom dat we kunnen aantonen dat ze na 90 dagen terugkeert naar China en ik garant sta voor alle onkosten. In maart heeft ze een examen van haar studie Engels, daarna zal ze het visum aanvragen. Ik wil haar zo graag de mooiste zomer uit haar leven geven, kennis laten maken met de westerse wereld, aan mijn familie en vrienden voorstellen, en intensiever bezig zijn met onze toekomst. Maar tot mijn grote verdriet vindt Ling de situatie te moeilijk. Ze heeft besloten om niet te komen en is van plan om in mei weer een baan te zoeken. Ling geeft onze liefde op. Ze vindt zichzelf te oud, te oud om veel tijd en energie aan onze relatie te besteden. Ze lijkt mij een jongere vrouw te gunnen. Ze glipt door mijn vingers. Ik heb er alles aan gedaan om haar te behouden, altijd gevochten wanneer zij het moeilijk vond, maar ze heeft het definitief opgegeven. Sinds kerst was ze al erg pessimistisch en door algemeen ongenoegen op mijn eigen werk was ik ook al in een deprimerende stemming. Ik voel me helemaal gebroken. Ik kan onmogelijk in mijn eentje door Europa reizen, wat ik met Ling had willen doen. Geen Toren van Pisa, lavendelvelden in Zuid-Frankrijk en romantische dagen in Parijs. Ondanks alles wil ik weer naar China. Dat land blijft een enorme aantrekkingskracht op mij uitoefenen en er valt nog veel te ontdekken. Ik heb me vorig jaar verdiept in plekken die ik graag wil zien. Zo kan ik gelijktijdig verder zoeken waar ik eventueel zou kunnen wonen en werken: een aantrekkelijke plaats, die niet te sterk vervuild is, met een aangenaam klimaat. Het is al maart en ik ben laat met het boeken van tickets. Voor mooie prijzen had ik in januari moeten zijn. Omdat ik graag naar Beijing en omgeving wil, besluit ik naar Chengdu te vliegen en terug vanaf Beijing. Tussen die steden heb ik genoeg wensen om een mooie reis samen te stellen. Bij de terugvlucht ga ik met Air France via Parijs omdat die vlucht 150 euro goedkoper is dan rechtstreeks op Amsterdam. Liever had ik geen overstap, omdat het Charles de Gaulle vliegveld geen goede reputatie heeft. Doordat Hemelvaartsdag in deze reis valt en Tweede Pinksterdag direct erna, kan ik 24 dagen op reis, wat me slechts 15 verlofdagen kost. Tweede Pinksterdag gebruik ik om van de jetlag bij de komen, zodat ik de volgende dag direct weer aan het werk kan. Woensdag 18 mei. Vrijdagavond vlieg ik voor de vijfde keer naar China. Nog 1 dag werken en 2 nachtjes slapen. Ik verlang naar China, maar zit al maanden niet lekker in mijn vel en het lukt me maar niet om te herstellen van een (mentaal) zware winter. Door een zeer goede voorbereiding heb ik er wel vertrouwen in dat de reis goed zal verlopen.
    Amsterdam - Chengdu Vrijdag 20 mei. Ik heb een nachtvlucht naar China, dus kan vandaag rustig beginnen. ’s Ochtends laat ik nog inktpatronen bijvullen zodat ik de laatste aantekeningen en de boarding card kan printen. Gisteravond heb ik ingecheckt. Even na vijven laat ik me door een taxi naar het station brengen. Ik mis de trein naar Schiphol op Bijlmer-Arena, maar een kwartier later komt de volgende al. De koffer weegt 15 kilo. Dat valt me mee. Het vliegtuig zit niet helemaal vol. Om 21.00 vertrekt KL 891 van Gate F8 naar het verre oosten. Na een smakelijke pastamaaltijd kijk ik naar een verontrustende en nachtmerrieachtige film "Black Swan" met een labiele hoofdrol door Natalie Portman. Zaterdag 21 mei. De plek naast mij is leeg, waardoor ik meer rust heb gehad. Het was wel een korte nacht doordat het bij vertrek al 6 uur later was. De mannelijke purser heeft mij geselecteerd voor een enquête. Het zijn alleen multiple choice vragen, nergens een plek om iets te vermelden over de lage temperatuur (al valt dat nu mee ten opzichte van de vorige vlucht). Chengdu Bij aankomst in Chengdu ga ik een verdieping hoger, naar ‘domestic departures’ waar wel pinautomaten zijn. Vorig jaar kon ik die niet vinden. Ik vraag een meisje of ze op het vliegveld SIM-kaarten verkopen, maar dat is helaas niet zo (in Beijing wel). Met shuttlebus 303 ga ik voor RMB 10 naar het centrum van Chengdu. Dit is mijn derde bezoek aan de hoofdstad van Sichuan, dus voel me er al een beetje thuis. Taxi’s en brommers willen onderhandelen wanneer ik vraag om mij naar het hostel te brengen. Na de vijfde poging vind ik iemand die me voor RMB 10 op een elektrische brommer vervoert. Ik zit in hetzelfde hostel als vorig jaar. Het is veel koeler dan afgelopen week. Het heeft vannacht en vanmorgen vroeg geregend. Bij het inchecken vraag ik waar ik een telefoonkaart kan kopen. Bij een winkel met China Mobile op de gevel in de buurt van de Carrefour. Na een opfrisbeurt op mijn kamer koop ik die telefoonkaart. Ik mag uit drie kaarten kiezen. Het is in China gebruikelijk om een nummer te kiezen met getallen die geluk brengen. Ik vraag de verkoopster om te helpen bij het kiezen van het beste nummer. Aan het einde van de middag heb ik afgesproken met Shiyu. Ze is een klein en zeer tenger meisje. Ik ken haar via internet. Zij zal me morgen helpen bij de dagtrip die ik graag wil doen. Maar vanavond gaan we eerst met de buslijn 1 naar Tibet Street waar we in een Tibetaans restaurant dineren. We eten ‘yak noodle soup’, yoghurt met ‘joma beans’ en ‘milk tea’ (RMB 40). Binnen is het warm, buiten fris. Ik ben in China, dus slurpen in een restaurant mag. In de straat staan opvallend veel terreinwagens, en winkels verkopen typische Tibetaanse kleding en religieuze artikelen. Met een andere buslijn gaan we naar de Jin Rivier, waarlangs we naar de Anshun Bridge lopen. Ik had op internet een foto van die brug gezien en wilde graag een soortgelijk plaatje schieten. In het midden van de brug zit een luxe restaurant. De brug dient verder alleen voor voetgangers. Hij is in 2003 gebouwd. De oorspronkelijke versie is in 1980 bij een overstroming verloren gegaan. Anshun betekent: rustig en vloeiend. De bars in deze omgeving zien er modern en duur uit. Shiyu vertelt dat ze vroeger een wildebras was en zeer populair bij haar klasgenoten, maar minder geliefd bij docenten. Ze wil graag een boek over die tijd schrijven. Haar vader is overleden toen ze tiener was, sindsdien heeft haar moeder problemen met haar hart. Die ligt op dit moment in het ziekenhuis. Shiyu heeft een oudere zus die vandaag bij haar moeder is. We spreken af om morgen tegenover mijn hostel te ontbijten. Huanglongxi Zondag 22 mei. Vandaag ga ik Huanglongxi. Ik ontbijt bij het snackrestaurants aan de overkant van het Lazy Bones Hostel. Shiyu heeft een berichtje gestuurd dat ze later is en ik wel mag beginnen met ontbijt: een bekertje ‘bean milk’ en twee baozi voor RMB 3. Shiyu heeft onderweg in de bus ontbeten. Ze koopt buskaartjes voor ons voor RMB 10 per stuk op het Xin Nan Men bus station. We vertrekken om 10.50 en de rit duurt ongeveer een uur. We moeten even wachten voor de bus vertrekt. Ik krijg thee en een chocoladereep van haar. Ze weet al van mijn chocoladebuien. In de weken voorafgaand aan de reis hebben we een paar keer gemaild. We komen langs haar werk in het nieuw administratieve centrum aan de zuidkant van de stad. Zeven enorme glazen gebouwen met ellipsvormige daken in een parkomgeving. Indrukwekkend! Het platteland buiten Chengdu is mooi, dat had ik al vanuit het vliegtuig gezien: veel heuvels en landbouw, rijst, waterreservoirs. Een fraai en bont landschap. Huanglongxi is een historisch stadje, gelegen aan een rivier, met watermolens en stroompjes door de straten waar je op stenen kikkers en schildpadden kunt oversteken. Zeer Idyllisch. Een mooie plek voor een zondagsuitje voor de stedelingen met winkeltjes en veel restaurants en snacks van de provincie Sichuan. Er zijn meerder ancient towns rond Chengdu, mijn keuze viel op Huanglongxi omdat ik er positieve verhalen over had gelezen en omdat het volgens Shiyu niet zo ver weg lag. Hoewel ik voorzichtig ben met straatvoedsel, in het bijzonder wanneer het om vlees gaat, durf ik het wel aan om vlees en groente in een ‘wrap’ te eten, daarna een kom met één van mijn favoriete gerechten: chao shou (deeg gevuld met vlees in bouillon). Daarna trakteert ze me op zoete, harige, kleverige rollen. Doet me denken aan noga en zoethout. De naam is ‘bosi’ suiker. Vreemd, maar wel lekker. We komen door een poort bij de rivier en drinken dure thee (RMB 20 per glas) op een terras. De hitte is teruggekeerd. Het parkeerterrein voor de bussen is nog wel bezaaid met waterplassen. Onze bus staat al te wachten. Tijdens de terugweg heb ik een plaatsje helemaal vooraan. Wanneer ik omkijk, hangt het grootste deel van de passagiers onderuit te maffen. Een prachtig gezicht. De laatste passagiers moesten op omgekeerde emmers in het gangpad plaatsnemen. Onderweg stappen nog een paar in. We zijn rond half vijf al terug in de Chengdu want Shiyu moet naar het ziekenhuid om voor het avondeten van haar moeder te zorgen. We spreken af dat we in September weer een dagtrip kunnen doen op de dag na mijn aankomst. Ik wens haar veel sterke en beterschap voor haar moeder. Shiyu was vrij stil, wanneer ik dat vergelijk met hoe ze vertelt hoe ze was als studente. Ze maakt zich zorgen over haar moeder. Nog meer dan zenuwachtig zijn voor de ontmoeting met een ‘laowai’ (buitenlander). Ik rust een uurtje in mijn kamer en haal dan een paar broodjes bij de Carrefour en dadelyoghurt. Op een groot scherm in het hostel is formule 1 van Barcelona te zien. Maandag 23 mei. Om kwart over zeven ben ik wakker. Ik neem hetzelfde ontbijt als gisteren. Rond half negen check ik uit en neem een taxi (RMB 14) naar het Beimen Qiche Zhan busstation (Bei = Noord). Shiyu heeft op een briefje instructies voor de taxichauffeur geschreven. Zoals gebruikelijk moet de bagage door een scanner. Het is rustig bij het ticketloket, dus ik heb snel een kaartje (RMB 95) en zie dat op een bord boven een van de uitgangen Langzhong staat. Makkelijker kan bijna niet. Op de bus zelf staan overigens alleen Chinese tekens. De bus vertrekt om 9.50. De route van circa 150 kilometer naar Langzhong verloopt snel. Eerst een autosnelweg met enkele tunnels. Net voor we die weg verlaten is rond 12.00 een plasstop. Dit is ongeveer halverwege. Ik koop een ijsje. Het laatste stuk gaat ook nog grotendeels over een brede weg. Langzhong Vanaf het busstation neem ik een taxi (RMB 10,5). Ik heb een printje van ctrip.com, waar ik de boeking van het hotel heb gedaan. De taxichauffeur brengt me bij de rand van de oude stad bij de rivier. Hij wijst naar het noorden. Ik stap uit, en ondanks het gescande kaartje uit de Rough Guide en kaartjes van GoogleMaps herken ik nog weinig. De eerste dwarsstraat is opengebroken. Omdat ik hier mensen zie, laat ik het papiertje met het adres zien en een vrouw van middelbare leeftijd wijst me de weg. Bij de ingang van een courtyard hotel blijkt dat ik helemaal aan de andere kant moet zijn. Via diverse binnen binnenplaatsten kom ik om 14.20 bij de lobby. Dit blijkt wel mijn hotel te zijn: Du Jia Hotel (Langzhong Dujia Kezhan) http://www.djkz.com.cn  De meisjes bij de receptie spreken slechts een paar woordjes Engels. Ik pak mijn woordenboekje erbij en een jonge gaste helpt mee met het vertalen. Ik leer de meiden een paar woordjes Engels: waarmee ze gasten om hun paspoort kunnen vragen en vragen om een papiertjes te onderteken. Ze vragen mij 5. Dus gaf ik 5 yuan. Maar ze wil 500! (de kamer is namelijk 130 per nacht). "Five hundred", zeg ik vervolgens. Mijn ruime kamer ligt exact boven de lobby. Er zit een hangslot aan de deur. De badkamer is eenvoudig, maar schoon. Ik open de houten luiken aan de straatzijde en zie een paar oudjes op een bankje zitten. Ik ben enthousiast en blijf niet lang op mijn kamer. Ik praat even later met de oudjes, voor zover dat lukt. Ze staren me aan en zeggen van alles in het Chinees waar ik niks van versta. Ik koop een ijsje en heb direct al een groepje bij me staan die met mij op de foto willen. Het hart van Langzhong is in een oude bouwstijl gehouden met meestal maximaal twee verdiepingen hoog en grotendeels van hout. Mijn courtyard hotel is een vrij groot complex met minstens zeven binnenplaatsen. Het ruim 200 jaar oude pand beslaat maar liefst 2418 vierkante meter. De straten in het oude deel zijn voornamelijk voetgangersgebied. Langzhong is een beetje vergelijkbaar met Pingyao, waar ik vorig jaar was. Met het verschil dat deze stad aan een rivier ligt en niet zo opzichtig ommuurd is. Ik blijf drie nachten, en dat is maar goed ook want de eerste indrukken zijn geweldig! Langzhong is bijzonder fotogeniek en ik voel me alsof ik met een tijdmachine vele jaren terug in de tijd ben geworpen. Ik ontdek oude werkplaatsjes, naaiateliertjes en schuurtjes waar meelproducten worden gemaakt. In een smal zijstraatje zie ik een mahjonglokaaltje met 3 speeltafels. Ik ben nieuwsgierig naar het spel. Omdat één van tafels een storing heeft, kan ik ook even in het binnenste kijken. Er zit een mechaniek in waardoor de stenen bij het begin van een spel voor de vier spelers automatisch in rijen naar boven komen. Ik krijg thee aangeboden van een oud vrouwtje. Ik schrijf met mijn vinger op de muur hoe oud ik ben. Zij is 83. Ze schenkt steeds heet water bij. Mijn interesse gaat uit naar een meisje met heel lang haar. Bij een luxer courtyard hotel, Zhuangyuan Fudi (http://www.lzzyfd.com), meer in het noorden van de oude stad, mag ik in de keuken kijken wanneer ik nieuwsgierig om de hoek van een openstaande deur kijk. Ik zie veel jonge personeelsleden. Jonge mannen in witte kokskleding en zes meiden in een schitterend uniform: zwarte rok en klassieke blauwgekleurde blouses. Ze verwachtten een groep gasten. Maar voor die tijd hebben ze tijd voor mij en ik krijg een rondleiding door manager Li Xiao Mei die een paar woordjes Engels spreekt. Het mooiste meisje, Wang Fei, kan dat helaas niet. We maken veel foto's van elkaar (zij met hun mobieltjes) en op een binnenplaats krijg ik thee. Morgen moet ik terug komen. Op het centrale plein is een grote groep vrouwen aan het dansen: fitness op de Chinese manier begeleid met hippe muziek. Ik geniet van de dansende menigte en de kindertjes die vooraan staan. Ze staren mij aan. In de buurt van de Huaguang toren krijg ik een fijne voetmassage. Eerst mogen mijn voeten in een houten voettobbe met ‘cufang’ (azijn) weken. In iedere straat kun je wel voetmassage krijgen. In de kamer naast mij is nog lawaai van een televisie en de gesprekken op straat houden me ook nog even wakker. Dinsdag 24 mei. Vanmorgen hebben ze in het hotel speciaal voor mij brood geregeld. Kennelijk hebben ze ervaring met buitenlanders. Een grote, platte, zoete, witte brood met een paar rozijnen en een pakje melk. En een bord, mes en vork! Er zit een groep Chinezen in mijn hotel waarvan één man een paar woordjes Engels kan. Zij eten van het Chinese buffet, waar ik een gekookt ei van neem. Hij nodigt me na het ontbijt uit om met hun mee te gaan. Ze hebben een eigen gids, een jong meisje. We bezoeken samen de Huaguang toren (RMB 15) van 25,5 meter hoog in het zuiden van de stad, dichtbij de rivier. Daarna gaan zij op een boot de rivier op. Maar ik blijf liever aan wal. Voor de bezienswaardigheden kun je overigens een kaartje kopen voor RMB 80 waarmee je ze allemaal kunt bezoeken. Zij hebben die kaartjes. Ik ga via de markt naar een moderner deel van de stad naar een internetcafé. Dat heb ik gevonden dankzij een printje van GoogleMaps. De beste manier van oriënteren is door de vele banken die ik vrij snel herken (Bank of China, China Construction Bank, Agricultural Bank) en het tellen van de straten, soms de ligging van een straat. Ik heb een kaartje met het adres van het hotel, maar geloof niet dat ik verdwaal. Na het internetten lunch ik bij een restaurantje bij de toren: bief, groente, rijst en thee voor RMB 20. Ik begin keelpijn te krijgen en houd siësta op mijn kamer en drink thee die ik van Shiyu heb gekregen. Net als in Huanglongxi zie ik een paar keer mensen die in klassieke Chinese kostuums gekleed gaan en dan een mooie locatie opzoeken voor een foto. Voor mij een mooie gelegenheid om foto's van hen te maken. Meestal zijn ze wel bereidwillig om te poseren. De mensen lijken hier gelukkig, ze lachen makkelijk en ik krijg eenvoudig contact, ook al spreken de meesten nauwelijks Engels. Dan probeer ik zelf wel een beetje Chinees. De vertalingen van de teksten op informatieborden en in mijn hotel zijn soms matig.  Ik bezoek de Zhangfei Tempel en Tombe (RMB 40) van de gelijknamige beroemde generaal. Zhangfei was een loyale generaal tijdens de drie koninkrijken van Wei, Shu en Wu tussen 220 en 280. Hij vocht voor het herstel van de Han Dynastie en bewaakte Langzhong zeven jaar. De bewoners beschouwden hem als een held en hebben daarom een tempel voor hem gemaakt. De cultuur van de drie koninkrijken manifesteert zich in confucianisme en militarisme. Langzhong ligt militair gezien op een vitale locatie op de route naar het noorden van de provincie Sichuan. Langzhong is ook de geboorteplaats van de uitvinder van de Chinese kalender: Luo Xiahong.  Bij de ingang van de tempel staat een gids die voor twee Chinese mannen werkt. We gaan gelijktijdig naar binnen. Ze spreekt uitstekend Engels en geeft me haar kaartje en telefoonnummer. We kunnen vanavond samen eten of gaan drinken stel ik voor, ze zegt ja, maar ik hoor niks meer van Joy. Ik loop naar de ouderen die op een plein zitten, bij zang en dans, en maak een paar foto’s met de telelens. Sommige spreken me aan, maar veel verder dan ‘Ting de dong?’ (Kun je verstaan?) en een paar woordjes Chinees die ik ken, komen we niet. Maar lachen kunnen ze wel. Eén van de dames met haar kleinzoon op d’r arm heeft een gebit vol zilveren tanden. Ze zijn onder de indruk van de foto die ik van heit en mem heb gemaakt bij het etentje van 14 mei. Even verderop ontmoet ik een meisje van 24 dat bij de souvenirwinkel van haar moeder staat. De man van de winkel ernaast noemt ze oom (Xu xu), maar het is niet haar echte oom. In China is het gebruikelijk om anderen oom, tante, kleine, grote zus/broer te noemen. In het winkeltje van de oom koop ik een mooie plattegrond van Langzhong.  Ze heet Yuwei, een kleine en tenger bloemenmeisje. Haar naam betekent: ‘stone flower’. En ze spreekt heel aardig Engels en leert mij een paar woordjes Chinees: Ni keyi de (you can do it). Yuwei is net een paar weken terug uit Bangkok. Daar heeft ze een opleiding gevolgd en Chinese les gegeven, maar ze had heimwee en kon daar moeilijk vrienden maken die wezenlijk konden communiceren. Ze belde bijna dagelijks met haar vader of moeder. De onkosten werden van haar studie en verblijf werden overigens vergoed door de Chinese regering. Een ‘oom’ van haar uit Chengdu speelde daar een invloedrijke rol in. Ze wil nu graag voor Unicef werken. Haar enthousiasme is een beetje naïef. Ze is nog jong. Volgens mij kan ze beter eerst hier wat werkervaring opdoen. Haar ouders wonen niet samen, maar zijn niet officieel gescheiden. Yuwei woont met haar moeder bij haar strenge oma. Ze heeft gezichtsverlies geleden door het mislukken van haar carrière in Bangkok.
    We eten heerlijke bief met sojasaus en dikke noedels in een straat richting het zuiden. Een klein restaurantje. Langzhong staat ook bekend om gedroogde Zhangfei bief. Maar ik ben niet zo dol op taai gedroogd vlees dat tussen mijn kiezen gaat zitten. Gefrituurde insecten en zijdewormen staan soms ook op het menu, las ik ergens, dus laat ik voorzichtig zijn met wat ik bestel. Haar vader is manager van het Red Army Courtyard hotel. En hij is ook manager van het restaurant waar ik eerder heb gegeten. We lopen naar het hotel waar haar vader werkt. Daar moet ik van haar de volgende keer slapen. We lopen naar mijn hotel en drinken thee in het restaurant bij de toren. Mijn stamrestaurant. We kijken even bij de mahjong spelers van de eerst middag. Het meisje met het lange haar is niet aanwezig. We mogen nu in een huisje aan de overkant naar binnen en krijgen gezelschap van een spastische vrouw die opmerkelijk genoeg Engels spreekt. Ze mag dan wel een handicap hebben, dom is ze niet. Ze stelt mij allerlei vragen en lacht ook graag. Ik breng Yuwei een eindje in de richting van het huis van haar oma in het moderne deel van de stad. Net voor ik in slaap ben gevallen valt de stroom uit. De meiden van het personeel gillen en mopperen. Halverwege de trap naar de eerste verdieping is een kamertje waar één van die meiden slaapt. De deur stond overdag open en ik zag een jasje van haar uniform en een wit shirt hangen. Woensdag 25 mei. Ik breng een prachtige dag door in Langzhong met Yuwei. In het restaurant bij de toren ontmoeten we een Amerikaan en een Canadees. Twee fotografen van rond de zestig. Sinds mijn vertrek uit het hostel in Chengdu heb geen buitenlander gezien. ’s Avond zitten we bij de bruine Jialing rivier. Ik stel voor om hier te komen en dan samen les te geven op een lokale school, maar Yuwei voelt zich hier niet thuis. Ze zegt dat ik de mensen hier leuk vind omdat ze mij interessant vonden. Maar ze negeren haar. Yuwei wil juist graag naar het buitenland om te wonen en werken. Maar ik betwijfel of dat goed komt. Haar avontuur in Bangkok is immers ook mislukt. Ze liet foto’s zien op haar laptop. Donderdag 26 mei. Rond negen uur loop ik naar de winkel van de moeder van Yuwei. Maar ik kom haar in de buurt van het Red Army Hotel al tegen op straat. Haar moeder was zenuwachtig. Ze kon geen geschikte kleding kiezen; ze wil een goede indruk op mij maken. Ik neem ook afscheid van haar vader en krijg medicijnen van Yuwei voor mijn keel (ik vergeet haar er geld voor te geven). Wanneer we bij mijn hotel komen, stel ik voor om nog een nacht te blijven. Want Ling komt pas morgen aan het einde van de middag in Chongqing. Yuwei is enthousiast! In de buurt van de schitterend Zhongtian toren in het centrum van de oude stad drink ik vruchtensap bij een meisje (Li Xiao Jun) van een sap en milkshake winkeltje. Ik stel voor dat ze ook een Engelstalig menu maakt. Ze is zo enthousiast aan de slag gegaan dat ik aan het einde van de dag al een foutloze tekst in haar notitieboekje zie. Vandaag brengen we grotendeels door aan de overkant van de rivier. We zijn de enige passagiers in een blauwe boot die ons naar de overkant brengt. Er hangt een camera in om ons in de gaten te houden (of zou dat nep zijn?). Eerst beklimmen we een kleine heuvel naar de eenvoudige, verwaarloosde Kuixing tempeltoren (2 x RMB 2). Op elke verdieping is een beeld. Wanneer ik die in de ogen kijk, dan moet ik geld doneren, aldus Yuwei. Vanaf de bovenste verdieping kunnen we de omgeving overzien, maar het is helaas niet zo helder. Daarna praten we met de manager en zijn vrouw in de poort. Ze wonen in het gebouw bij de ingang. Ze vinden mij zo wit. Ik laat mijn buik zien. Nog witter! Na de lunch (slechts RMB 15) bij een centraal verkeersplein lopen we naar een iets hogere heuvel die in het teken staat van het Rode Leger: Memorial of the Red Army. Enorme monumenten, veel bloemen en communistische muziek in een gebouw op de top van de heuvel met daarin een tentoonstelling. Alles is verzorgd aangelegd (veel beter dan de tempel). Erg weinig bezoekers, maar het is ook steeds warmer aan het worden. In de zalen is weinig tentoongesteld. We kopen thee van een vrouw van een winkeltje en zitten voor het gebouw onder een boom. Yuwei vertelt me over ‘Three Character Classic’.. Wikipedia: Di Zi Gui, (Standards for being a Good Student and Child) is written during the reign (1661-1722) of the Qing Dynasty Emperor Kangxi by Li Yu XIu. The book is based on the ancient teaching of the Chinese philosopher Confucius that emphasises the basic requisites for being a good person and guidelines for living in harmony with others Yuwei heeft een Japanse vriend. Hij is wel twee keer zo oud als haar. Ze is verliefd op hem, maar heeft niks meer van hem gehoord sinds de aardbeving in Japan. Haar Chinese ex-vriend ontnam haar volgens haar alle gevoelens. En ze is bang voor haar vader. Die bekritiseerd haar veel. Volgens mij worstelt ze met het loslaten van het ouderlijke nest. Haar vader is wel goedgezind jegens zijn personeel, zegt ze. Yuwei gelooft in de spirituele aanwezigheid van voorouders. Ze wil graag katholiek worden en vraagt me van alles over het katholicisme. Het is haar wens om zoals Maria te worden en als maagd in het huwelijk te treden. We kopen een watermeloen voor RMB 6 wanneer we weer in de oude stad zijn. Vrijdag 27 mei. De dagen in Langzhong waren geweldig. De mensen wilden alles van me weten en zijn zeer gemoedelijk. Alles is er zo ontspannen. Ik was een paar dagen de beroemde buitenlander in het straatbeeld. Langzhong is nog niet zo toeristisch en druk als bijvoorbeeld Lijiang. Chinese groepen blijven er volgens mij hooguit een nacht en dat zal voornamelijk tijdens de weekenden zijn. Yuwei heeft een briefje voor de taxi geschreven om bij het busstation te komen.
    Een vrouwelijke taxichauffeur brengt me naar het nieuwe langeafstandsbusstation aan de andere kant van de rivier in het zuiden van de stad (RMB 10,5). Met de bus van 9.30 ga ik voor RMB 107 in circa 5 uur naar Chongqing, met een plaspauze en een tankstop. Onderweg stapt nog drie keer iemand in. Ik snap er niks van hoe dat kan met een expresbus, zelfs een keer gewoon op de vluchtstrook van de autobaan. Een jonge moeder voor mij geeft borstvoeding. De bruine oogjes houden mij in de gaten. Chongqing Bij het busstation in Chongqing krijg ik een illegale taxi aangeboden, maar ik neem een normale taxi voor RMB 26 naar het Oak Hotel in Shapingba. Bij het inchecken komt alle personeel nieuwsgierig bij de receptie staan. Ze hebben een laowai als gast! Rond drie uur ben ik op mijn hotelkamer. Dit is het hotel waar ik ruim een jaar geleden ook zat toen Ling me met haar woonplaats heeft laten kennismaken. Een vertrouwde omgeving dus. Ik breng was naar de receptie. Ling is doordeweeks nog bij haar nichtje waar ze voor zorgt (3 keer daags warm eten). Ik stuur haar een berichtje. Ze belt rond 19.00 en laat me per taxi naar de Chongqing University komen (RMB 13,5). De chauffeur heeft haar aan de lijn om te weten te komen waar hij moet zijn, maar onderweg vraagt hij nog drie keer de weg bij een andere chauffeur en voetgangers. Ik herken de poort van de universiteit. Net wanneer ik het terrein oploop, komt een groep versierde kinderen aanlopen. Door de drukte zie ik Ling helemaal over het hoofd. Ze had tegen de chauffeur gezegd dat ze me bij de poort zou opwachten, maar dat had hij mij niet verteld (hij sprak ook geen Engels). Ze draagt een bekende rugzak en wil twee ESL boeken van de Cambridge University uitgeprint hebben en haar schoolgeld aan de ‘decaan’ betalen. Dat geld gaat in een opgevouwen A4-tje onder de deur door. Wanneer we de trap aflopen komen we de decaan tegen, een vriendelijke vrouw van middelbare leeftijd. We lopen over het parkachtige campusterrein. Ling zegt nu uit zichzelf dat ze in maart was gezakt voor het examen Engels. Dat kan pas over een jaar weer. Toch is ze van plan om door te gaan met haar studie. Ze lijkt moe. Het is ook heet (30plus). Ze moet weer even wennen om helemaal in het Engels te praten. We eten in een Chinees fastfoodrestaurant. Het is al laat en we zijn de laatste gasten. Ik heb kip met rijst en champignons. Ling stelt vragen over mijn werk en over mijn nichtje die in Amerika een jaar high school deed, maar het land voortijdig heeft verlaten. Morgen gaan we met haar nichtje naar de tempel bij het graf van haar ouders. We nemen de taxi terug, Ling stapt bij haar woonpark uit. In november kon ik nog met haar mee naar haar huis. Bij mijn hotel koop ik een ijsje. Het is erg warm, ik loop nog een rondje langs de Chongqing Library. In het donker zie ik dat mensen me aanstaren en hun hoofd draaien wanneer ze me passeren. Bussen gaan 's nachts niet naar een busstation, maar worden langs de straat en in zijstraten geparkeerd. Overigens zag ik ook vrij jonge vrouwen bussen besturen. Moedig. Zaterdag 28 mei. Ik ga met Ling naar het tempelpark. Ling ziet er vandaag prachtig uit! Ik heb in mijn hotel al ontbeten, maar Ling haalt ‘chun juan’ (loempia) en ‘soy bean milk’. Ze draagt een grote zonnebril en lijkt wel een fashion girl. Haar nichtje zou mee, maar die kan niet. Ze is erg blij met de lotion die ik voor haar heb besteld en twee exemplaren in plaats van één van heb meegenomen. Waarschijnlijk is dat goedkoper in Nederland omdat het anders uit Frankrijk naar China geëxporteerd moet worden. En ik geef haar een presentje van Desperate Housewives, omdat ze daar dol op is. We nemen een taxi naar de Huayan Temple. Eerst lopen we naar de naastgelegen pagode waar haar ouders' urnen in staan. Haar moeder heeft nu ook een monumentje, gelijksoortig aan die van haar vader. Ze raakt de monumentjes even met haar hand aan. Bij de tempel staat een enorm gouden Boeddhabeeld. Daarna lopen we uitgebreid door het park, ik bezoek een tempel en we zien de Zeven Lotus Vijver. Op het einde van de route is de ingang naar een waterpark. We lopen terug. Ik maak een fotoserie van Ling bij het water en we lunchen in een vegetarisch restaurant. Volgens Ling is de groente alleen zoetzuur en niet spicy. Maar dat valt tegen... Kun je nagaan wat zij onder spicy verstaat. Ik moet ieder hapje groente met de chopsticks eerst in heet water dompelen om de scherpte er een beetje af te wassen. Ik zie stukjes rode peper zitten. Ze is onder de indruk van de zeep gel die ik bij me heb: "Magic". Ling zingt een liedje, volgens haar is het oorspronkelijk Duits. Jaren geleden was het populair in China. Ze kent een paar regels. Ik herken er een lied van Heintje in en maak een filmpje dat ik later aan mijn ouders kan laten zien. We zien schildpadden, kikkers en een hagedis. Ling noemt die: "snake with four legs". Na de lunch houden we een siësta aan een betonnen picknicktafel. We praten ook over ‘ons’. 's Avonds eten we Japans (RMB 98) met een klasgenote van haar en lopen daarna door het vrij donkere Shapingba park. Het is een erg hete dag. Ruim 30 graden op het heetst van de dag. We zien een groepje mensen tai chi uitoefenen. Haar klasgenote is nog jong en gelukkig met haar werk. Ze organiseert optredens in theaters en concertzalen en heeft geen tijd voor een vriendje. Ling geeft de buschauffeur de opdracht om mij bij het Oak Hotel uit te laten. Ik herken de omgeving wel en inderdaad roept hij iets waarvan ik "laowai" versta en de deur gaat open. Even later belt ze mij of ik wel op de juiste plek kon uitstappen. Net voor ik ga slapen krijg ik telefoon van Weiwei. Morgen heb ik met haar afgesproken in Kaifeng. Ze is bang en onzeker. Ik stel haar gerust. Ze woont in Beijing en reist het laatste deel van de reis met mij mee. Begin dit jaar heeft ze haar werk opgegeven en is eerst een paar maanden op reis gegaan om daarna in de zomer een studie te hervatten waarvan ze in september, toevallig het weekend van mijn verjaardag, examen heeft. We kunnen goed met elkaar opschieten. In mails en op Skype hebben we ontdekt dat we een goede match maken. Zondag 29 mei. Ik krijg de was terug. Die was nog bij de laundry aan de overkant van het hotel. Wanneer ik dat had geweten dan had ik dat zelf ook kunnen regelen. Ik betaal RMB 89 voor 12 stuks kledij. Het leukste meisje van de receptie - met de mooiste glimlach - heeft mijn was opgehaald. Even na tienen bel ik naar Ling, want ze zou hier om half tien zijn. Ze had zelfs mee kunnen ontbijten want ik kreeg twee tegoedbonnen, maar dat vond ze te vroeg. Ze heeft gisteren honey lemon tea voor me gekocht (RMB 18). Lekker. Een jonge vrouw in de lobby vraagt me waar ik naartoe ga. Zij moet ook naar het vliegveld en stelt voor om de taxikosten te delen. Ik was eigenlijk van plan om met Ling met de bus te gaan, maar dit is een aantrekkelijk aanbod. Ze praat ook met Ling - vandaag in een prachtige zomerjurk! - en die lijkt het wel goed te vinden. Ze protesteert tenminste niet. We lopen naar de brede straat. Ik zie tranen bij Ling. Er volgt een kort, heftig en verdrietig afscheid. Tja, het is niet anders. "Stuur me een e-mail wanneer je iets nodig hebt", zeg ik tegen haar. Ik zit ongemakkelijk in de taxi. Mijn telefoon doet het niet meer, er zit geen tegoed meer op de SIM-kaart. Ik kan Ling niet eens een troostende sms sturen. Alles zit even tegen. Ze had zelfs wel mee kunnen komen in de taxi, maar dat is nu te laat. De taxi komt ook nog in een file te staan door een ongeluk op de ringweg. Maar ik ben nog op tijd (RMB 65, waarvan ik 35 betaal). Ik neem afscheid van de jonge vrouw. Ze heeft afgelopen week een cursus in het ziekenhuis in de buurt van het hotel gedaan. Haar man is ook een arts. Het is iemand die gestudeerd heeft en ook wel wat Engels spreekt. Na een vlucht van anderhalf uur arriveer ik om 15.20 op het vliegveld van Zhengzhou. Weiwei staat al te wachten. Ze was bereid om mij van het vliegveld te halen en ziet er nerveus uit. Ik hoef niet lang te wachten op mijn koffer. We kunnen al snel met een shuttlebus naar Kaifeng (RMB 40). We zijn beiden een beetje stilletjes en moe. De bus stopt in het centrum van Kaifeng bij het Yuxian hotel voor een klein standbeeld. Kaifeng We nemen een driewiel bromtaxi naar het hostel. Weiwei is een dag eerder al gearriveerd. Ze heeft een lange treinreis vanuit Tibet achter de rug en al kennisgemaakt met het personeel van het hostel. Het hostel in Kaifeng is nog maar sinds april open. De eigenaresse is een mooie Chinese die getrouwd is met een baardige Australiër met een buikje. Volgens Weiwei zegt hij nauwelijks iets. Een jonge Chinese man met een brilletje - slim manneke - is de manager. En bij de receptie zitten twee meiden die elkaar afwisselen. De manager is bezig met het bouwen van de website en vraagt mij advies voor een affiche dat hij naar andere hostels in China wil sturen. Weiwei kan al zeer goed met het meisje van de middag- en avonddienst. Ze kent haar nog maar net en zit al aan haar alsof het haar beste vriendin is. Ze heeft me korte voor de reis foto’s gestuurd uit haar studietijd met kamergenoten en vriendinnen. Weiwei vertelt over het delen van een kamer met klasgenoten op high school de universiteit. Ze hoefden niet zelf te koken. Ik heb een kamer met twee bedden gereserveerd. Geen grote kamer. In de badkamer is niks om je kleding of handdoek op te hangen. De badkamer is omheind door bijna doorzichtig glas met tekens erop. Op de plafondlamp zit een afbeelding met bamboe: "Even when we don’t eat meat we want bamboo around our home." Bamboe staat voor eerlijkheid en rechtvaardigheid. Het Engels van Weiwei is behoorlijk goed, zodat ik makkelijk meer kan vragen over China, de taal en cultuur. Ze had Engels in haar vakkenpakket en heeft later online via Skype les gehad van een jonge vrouw uit de Filippijnen. We kijken naar tennis op CCTV 5. De Chinese Li Na speelt erg goed. Weiwei vertelt me over de belangrijkste nationale televisiezenders:
      CCTV 2 economics CCTV 3 music CCTV 4 international (overseas Chinese people can watch this channel) CCTV 5 sports CCTV 6 movies CCTV 8 TV series CCTV 9 documentaries CCTV 10 science/education CCTV 13 news
    Kaifeng is één van de zeven voormalige hoofdsteden en ooit de grootste stad ter wereld. Het is vandaag iets minder heet dan gisteren in Chongqing, maar nog steeds wel zweten. We eten verse dumplings in een restaurant in een oud houten gebouw, genaamd Gulou Jiaozi. Op de bovenste verdieping is een operavoorstelling. Weiwei heeft de kamer even alleen nodig om te douchen. In de tussentijd drink ik buiten een heet ‘lemon honey’ drankje. Daarna wil ze nog wakker blijven om haar haar te laten drogen. Ik val bijna in slaap wanneer ze met verhalen komt. Ze vroeg zich op het vliegveld af wat ze daar deed. Ze vertelt over haar ex-vriend die onlangs getrouwd is. Hij had liever een stil meisje. Ik leg haar uit waarom ik bezorgd ben over Ling. Het beeld van het trieste afscheid van vanmorgen staat nog op mijn netvlies. Weiwei had een paar weken geleden de kans om een jeugdvriend uit Guangzhou te kiezen, maar heeft hem weer afgewezen. Ze beschouwde hem als back-up en beschouwt hem als een broer. Ze vraag hoe ze kan weten of ze de ware heeft ontmoet. Maandag 30 mei. We beginnen rustig. Ik laat haar wat foto’s zien in mijn camera van mijn familie, van het jubileumfeestje van mijn ouders en mijn eerst week in China. Bij het ontbijt hebben we een soort van gefrituurd deeg bij een straattentje, ik hoop niet dat ik daar ziek van ga worden. Verder bestellen we zeer smakeloze porridge en lekkere watermeloen. Kaifeng is redelijk overzichtelijk. Vandaag bezoeken we de zuidkant. Het is benauwd en licht bewolkt. Het bezoek aan de mooie parken bewaar ik liever voor morgen, in de hoop dat er dan een blauwe lucht is. We lopen rond het meer in het zuidwesten en zien mannen die vogeltjes in kooien uitlaten, stoeltjesverkopers (voor slechts RMB 10/20 per stuk) en we passeren de Lord Bao Tempel. Na een pauze in het hostel lopen we via een oude stadspoort naar het centrum en eten gestoomde broodjes gevuld met vlees of groente en een dipsausje in een gerenommeerd restaurant. Ik word veel aangestaard omdat buitenlanders hier maar weinig komen. Supermarkt Juchentong is voor mij van buitenaf niet als zodanig herkenbaar. We halen fruit, gember en cola. Met die laatste twee maakt Weiwei met heet water een lekker gemberdrankje voor mijn keel, want ik begin steeds meer te hoesten.
    Er zit een Hongaars stel in de lobby van het hostel. Naast de Australische eigenaar heb ik nog geen buitenlander gezien. Weiwei vertelt van de Taiwanese schrijfster San Mao (1943 - 1991). Haar man is in 1979 omgekomen bij een auto-ongeluk. In 1991 pleegde ze zelfmoord. Haar boeken handelen over studeren en leven in het buitenland en kregen goede ontvangsten in Taiwan en in China en zijn nog steeds populair. Dinsdag 31 mei. We gaan vandaag vroeg op pad. Naar de noordkant van het oude deel van de stad. We lopen op advies van de manager langs kanaaltjes naar het Millennium City Park (RMB 80), (ttp://www.qingmings.com/worldwide/en). Een cultureel themapark gebaseerd op Qingming Riverside Landscape, een schilderij van Zhang Zeduan, een beroemde schilder van de Noordelijke Song Dynastie. Langs het water staan bordjes dat er niet gevist mag worden, maar daar trekt niemand zich iets van aan. Weiwei heeft jaren geleden samen met haar broer een certificaat gehaald voor tour guide. Dat deed ze om haar broer te steunen die de opleiding wilde doen, maar ze wil zelf helemaal geen gids zijn. Haar professie is accountant. Ze heeft in het verleden voor Ernst & Young in Shenzhen gewerkt. In het Millennium Park zijn enkele mooie historische voorstellingen en gidsen lopen in klassieke jurken met parasollen. Alles is prachtig aangelegd. Een populaire voorstelling is die waar de dochter van Landlord Wang haar toekomstige man kiest. Het meisjes staat op een balustrade en een man uit het publiek is de gelukkige kandidaat. De paardenshow is minder zo geslaagd. In het Xuande Paleis is een mooie carillon dansvoorstellingen, een schaduwspel en de gelegenheid om op de foto te komen in een kostuum op een drakenstoel uit de Song Dynastie. ’s Avonds is er een show op het water. Die voorstelling doen ze overdag niet. We rijden met een vrouw in een kleine bromtaxi naar een restaurant in de buurt van de westpoort voor lunch (RMB 45). Daarna bezoeken we het Long Ti park met het indrukwekkend rode paviljoen. Eerst rusten we even in de schaduw bij een tempeltje achter het paviljoen. Een verlamde bedelaar krijgt een half RMB. Weiwei wil niet geld geven aan mensen die nog zouden kunnen werken. Ling dacht daar precies zo over. We zien enkele voorstellingen over de geschiedenis die rond 960 afspelen over het ontstaan van de Noordelijk Song Dynastie. Zhao Kuangyin is de eerste keizer. Tijdens een banket paait hij de generaals en ministers om de vrede te behouden. Alle spelers hebben prachtige kostuums. De teksten worden via luidsprekers afgespeeld. Ik geniet van het spel en de kostuums, ook al versta ik er niks van. Weiwei legt het na afloop uit. Er loopt een pad twee meren door naar het stadcentrum. Daar kopen we dadelcake. We hadden ook nog naar de 54 meter hoge IJzeren Pagode kunnen gaan, maar uit verslagen kreeg ik niet de indruk dat die niet zo bijzonder is. In het hostel kopen we bij ons favoriete receptiemeisje twee kaartjes voor de shuttlebus naar het vliegveld (RMB 40). We krijgen de uitnodiging om mee te eten met de manager en de kok. Een prima maaltijd. Ze eten in deze regio veel ongevulde stoombroodjes in plaats van rijst. Woensdag 1 juni. Om 7.00 gaat de wekker. Het is vandaag International Children’s Day. Met een driewiel bromtaxi zijn we rond half negen bij de opstapplaats van de shuttlebus naar het vliegveld van Zhengzhou. Tegen tienen zijn we op het vliegveld. Weiwei ruilt haar stoel met een andere passagier zodat ze naast mij kan zitten. We krijgen vis met rijst. Hohhot Hohhot maakt in eerste instantie de indruk van een stad die flink gemoderniseerd is. De shuttlebus naar het centrum kost RMB 5. Daarna nog een klein stukje met een taxi. We rusten even op de kamer en nemen dan een taxi naar de Grote Moskee. Eerst zijn er twee taxichauffeurs die niet weten wat we bedoelen. Ik geef de derde chauffeur aanwijzingen met het gescande plattegrondje uit Rough Guide. De mensen zijn vriendelijk. We mogen op het plein achter de moskee. Rond half zes komen ze hier om te bidden. Een groep jonge mannen in ‘jurken’ krijgt les uit de koran (tenminste, dat denk ik). Aan de straatzijde koopt Weiwei gesuikerde deegballen en een tutti frutti drankje. Veel gebouwen hebben koepels op de daken. Niet alleen moskeeën, maar ook winkelcentra. Dan lopen we terug richting het hotel (zo ver blijkt dat niet te zijn) via een straat met veel restaurantjes. De teksten op de gebouwen zijn vaak tweetalig: Mongools en Chinees. We eten pannenkoekreepjes en noedels met schapenvlees en halen fruit voor het ontbijt. Sommige voorbijgangers willen weten waar ik vandaan kom en vragen of ik student ben. Ik zie er kennelijk veel jonger uit dan ik ben. Op de hotelkamer zien we de dameskwartfinale tennis op Roland Garros, die rechtstreeks uitgezonden wordt omdat Li Na speelt. Hohhot is de hoofdstad van Binnen-Mongolië. Het hotel waar ik graag wilde overnachten liet geen buitenlanders meer toe, vermoedelijk kon ik het daarom niet meer boeken via ctrip.com. Ik las er goede recensies over en er zat zelfs een restaurants met westers eten in. Raar dat ze nu geen buitenlanders meer toestaan. Weiwei heeft een andere hotel weten te vinden door naar een hotelreserveringagentschap te bellen. Dit hotel ligt aan het centrale ‘plein’ Xinhua en is goedkoper (via ctrip.com nog goedkoper, ontdek ik later). In Rough guide lees ik dat de stadmuren zijn verwijderd ten faveure van boulevards en banken. Dat laatste is opvallend: Chinese steden staan vol met banken. Er heerst een wat een rare sfeer, want rond het plein staan allemaal militairen en mijn paspoort is toen we al op de kamer waren nog een keer door de receptie opgevraagd om de gegevens te gebruiken voor een formuliertje. We zijn maar één middag en nacht in Hohhot. We hebben te weinig tijd om de omgeving te bezoeken. Het is mogelijk om tours te doen naar steppes en nomaden, maar ik zou daar liever voor naar Mongolië gaan. Dan wil ik ook wel meer typisch Mongools eten proberen. Naast nieuwsgierigheid naar Hohhot en Binnen-Mongolië, was Hohhot een ‘noodzaak’ omdat er geen vlucht van het vliegveld bij Kaifeng naar Datong ging. Ondanks de sfeer rond het plein en de grote aanwezigheid van politie en militairen, heb ik daar geen spijt van. Want de mensen blijven zeer vriendelijk. Kinderen wijzen soms wanneer ze mij zien en stoten hun vader of moeder aan. Donderdag 2 juni. Voor RMB 8 komen we met een taxi bij het busstation (naast het treinstation). Weiwei vraagt aan de taxichauffeur waarom er zoveel politie en militairen zijn. Het is onrustig omdat de Chinezen een mijn willen beginnen op grond van de Mongoolse minderheid. Ze willen daar weinig of niks voor vergoeden Er zijn twee doden gevallen. De avond voor ons vertrek nog één. Op het busstation word ik weer volop aangestaard. Een kaartje naar Datong kost RMB 70. In ruim vier uur reizen we met de bus door een gevarieerde landschap. Eerst door buitenwijken van de stad waar controles zijn van het personenverkeer, dan landbouw in een dor landschap, met wel een groot meer. Vervolgens een bergroute met veel vrachtverkeer. We zitten op de achterste bank. Rechts van mij zit een jong stel waarvan het meisje moet kosten. Links van Weiwei zit een man met een zachte gezichtuitstraling die vertelt wat er aan de hand is in Binnen-Mongolië. Hij bevestigt het verhaal van de taxichauffeur en weet nog meer te vertellen. Vanaf maandag zijn de hoge scholen en universiteiten gesloten om de studenten onder controle te houden. Wanneer ik thuis ben, lees ik: "The situation remains tense in Hohhot, the capital of Inner Mongolia. Five days after protests first began in Inner Mongolia on May 23, Chinese Communist Party officials declared martial law on May 28 in two banners (county-level administrative units) and then in Hohhot, on May 30. The unrest in Inner Mongolia was triggered by the death of a herdsman, Mergen, who was crushed to death under a coal truck. Soldiers from the military are reported to be deployed in Xilingol League, the area where Mergen was killed, and the situation there is also described as tense. At least 40 Mongolian students and herders were arrested in Shiliin-gol League including Right Ujumchin Banner, Left Ujumchin Banner, Shuluun- huh Banner, Huveed Shar Banner, and the league capital Shiliin-hot City during the week-long protests. Almost all Mongolian language internet chat rooms, personal blogs, and discussion groups are either completely shutdown or write-access disabled in Southern Mongolia as the Chinese authorities attempt to create an information blackout in the region to cut off any contact to the outside world." Datong Bij aankomst in Datong, in de buurt van het treinstation, nemen we een taxi die ons om de binnenstad naar de zuidkant brengt. Daar hebben we het duurste hotel van de reis. Tegen half drie zijn we op een mooie en ruime kamer met een badkamer waar we wat handwasjes doen. We krijgen een schaal met fruit. ’s Avonds eten we schaap hotpot in een zijstraat ten westen van het hotel bij Yisheng Yuan. Het restaurant ziet er luxe uit. De bediening heeft verschillende kleuren: bij de ingang zijn in het rood, de tafelbediendes zwart met rood en de dame die drinken brengen in het blauw. We blijven drie nachten in Datong. De stad is groter dan verwacht. In beschrijvingen las ik over een stoffige stad. Een derde van de kolen in China komt uit deze regio. Maar Datong is modern en ziet er zonnig en zeker niet armoedig uit.Misschien dat het ’s winters anders is wanneer er nog volop op kolen wordt gestookt. Vrijdag 3 juni. Vanmorgen gaan we naar de Yungang Grotten waar veel Boeddhabeelden in staan. Bij aankomst had ik bij het hotel al op een bordje gezien dat we 16,7 kilometer naar het westen moeten afleggen om er te komen. In plaats van een bus, nemen we een taxi (RMB 36). Met RMB 150 is dit de duurste entree totnogtoe, want het is een zogenaamde AAAAA-klasse bezienswaardigheid. Bij de ingang spreekt een bewaker met een politiepet ons aan. Hij wil Engels spreken en graag een Engelse gids worden. De grotten met de Boeddhabeelden zijn mooi! Ze zijn genummerd en 5 tot en met 13 zijn het meest bijzonder. Ze zijn tussen 453 en 525 gemaakt en hebben in symboliek buitenlandse invloeden. Bij de uitgang lunchen we, want je weet maar nooit wanneer er weer een aantrekkelijk restaurant komt en dit ziet er op de plaatjes van het menu goed uit. En dat is ook zo: schapenvlees met ui, selderij, wortel en gestoomde deegbolletjes (RMB 46,5). Voor RMB 1 per persoon nemen we een bus terug naar het centrum. We stappen over op een andere bus naar het Datong Park. Om even uit te rusten in de schaduw. Dit is een typisch Chinees park met simpele pretparkattracties en een meertje waar je met bootjes op kunt varen. Ik krijg een suikerspin van Weiwei. Weiwei praat met een arme weduwe van middelbare leeftijd die als afwashulp werkt terwijl ik op een bankje ga liggen en mijn ogen even sluit. Er wordt ook klassiek gezongen. Ook hier zijn mensen die willen weten waar ik vandaan kom en of ik student ben. Ze moeten hier iets meer gewend zijn aan buitenlanders, want morgen ga ik naar nog een grote attractie in de buurt: de hangende kloosters. Af en toe schreeuwt iemand "Hello!". Vanaf het park lopen we naar de Drum Tower in het hart van het centrum (niet opengesteld voor bezoekers) en de Nine Dragon Wall (RMB 10) van 45,4 meter. Deze drakenmuur uit de Ming Dynastie (1392) is de grootse geglazuurde muur in China. Sommige bezoekers lijken teleurgesteld. We zitten er een tijdje onder een boom en eten koekjes die we in één van de overgebleven oude winkeltjes hebben gekocht. Andere straten zijn al herbouwd. Ik ben bang dat meer oude straatjes verdwijnen en door nep oud worden vervangen. We praten met een ouder Taiwanees koppel dat in Amerika woont. Ze vragen aan Weiwei of ik haar Engels heb geleerd. Ze is een beetje verontwaardigd; alsof het niet mogelijk is om in China goed Engels te leren. Datong ondergaat een grondige renovatie. We lopen door het hart van de stad naar ons hotel en kopen net ten zuiden van de nieuw te bouwen zuidpoort fruit, gember en cola om een warm gemberdrankje te maken. Door de stof is mij kriebelhoest weer erger geworden. Niet overal is bestrating. De hoest is niet zo erg als de vorige keer, maar komt vooral 's avonds weer op. Zaterdag 4 juni. Bij de hotelprijs is een uitstekend ontbijtbuffet inbegrepen. Onvoorstelbaar hoeveel personeel daarbij aanwezig is. Weliswaar veel jonge mensen. We nemen een taxi naar het busstation aan de oostkant van de stad. Daar stappen we in een bus (RMB 27) voor nog een flinke rit naar de hangende tempels, Xuankong Si.Na de buitenwijken volgt een route door de bergen met veel traag vrachtverkeer richting het zuidoosten. De tempels zijn pas bij de volgende bergketen. Het laatste stuk delen we een illegale taxi met een studentenkoppel, bij de ritprijs van de bus inbegrepen. De chauffeur wil eerst doorrijden en net voor de tunnel stoppen zodat we foto’s kunnen maken. Volgens hem is de entree veel te duur. Maar wij zijn hier juist voor die tempels! Net na de entree is een plein met mooi zicht op de tempels. Wonderlijk hoe de gebouwen tegen de rotsen hangen, ze worden ondersteund door lange balken. Een entree van RMB 130 is inderdaad veel. Er loopt een pad door een parkje, dan gaan we naar de overkant van een riviertje. Daarna trappen omhoog. De tempels zitten zo hoog omdat vroegere tempels door hoog water werden vernield. Ze zijn met elkaar verbonden, via een traject met trappen en nauwe doorgangen komen we van de ene in de andere tempel. Je moet geen hoogtevrees hebben! Het is niet toegestaan om foto’s te maken van de Boeddhabeelden die de drie hoofdreligies van China representeren: confucianisme, boeddhisme en taoïsme. Voor de taxi terug onderhandelt Weiwei met een chauffeur, maar RMB 20 vind ik nog steeds veel voor het korte ritje. We worden naar de busstop gebracht, een smerig onverhard terreintje waar een eenvoudig, maar verrassend goed restaurantje is. We eten gekruide aardappel, bief, groente, pinda’s en rijst voor slechts RMB 32. De bus terug naar Datong kost RMB 22. Voor het laatste stuk naar het hotel nemen we weer een taxi. We rusten even op de kamer en lopen door de straat naast het hotel. Hier zijn supermarkten, restaurantjes, kappers en andere middenstanders. Een gezellige straat. En er worden nieuwe appartementen gebouwd. Niet zomaar even een flatgebouw, maar direct een heel cluster van woontorens. Alles gaat hier de lucht in, zoals ik al vanuit de hotelkamer op de vijftiende verdieping zag. Overigens bestaan verdieping 13 en 14 niet, want dat zijn ongeluksgetallen. We eten vis van de barbecue, lekker, wel een beetje te zout maar de groene boontjes compenseren dat een beetje. Op de hotelkamer zien we Li Na Roland Garros winnen! Net als gisteren hebben we een bonnetje gekregen voor gratis voetmassage op de vijfde verdieping. Vanavond wil ik dat wel proberen. Een pittig meisje met een brilletje geeft mij een heerlijke voetmassage. Ze haalt me over om ook de rest te masseren, op die manier verdienen ze er ook nog wat aan. Die massage is ook erg goed. Ik verwonder me hoeveel spierkracht die kleine vrouwtjes kunnen hebben. Weiwei heeft het bonnetje voor de douche/sauna gebruikt. Voor mensen die minder tijd hebben en de grotten en hangende tempels op één dag willen bezoeken, raad ik aan om vroeg te beginnen. Want ik ben blij dat wij hier twee volle dagen waren. We zijn nog niet eens naar de grootste houten pagode ter wereld in Yingxian geweest (75 kilometer ten zuiden van Datong). Daar was ook wel wat tijd in gaan zitten. Zondag 5 juni. Voor RMB 8 nemen we een taxi naar het busstation (Xin Nan) aan de zuidkant van de stad. Om 10.10 vertrekt de bus voor RMB 128 naar Beijing. We krijgen een stoffen tasje met cakejes van een dame met een gebleekt gezicht en hebben nog fruit voor onderweg.
    Langs de express autobaan loopt een spoorlijn waar erg lange treinen met kolen rijden. Naast ons zit een moeder met een dik dochtertje. Geen mooi meisje, maar niet verlegen en ze is nieuwsgierig naar mij. Haar moeder en Weiwei moeten lachen om de vragen die ze stelt. Weiwei geeft antwoorden. Een paar rijen naar voren zit een jonger meisje dat nieuwsgierig over de leuning naar achteren kijkt: ze ziet een buitenlander! Ik geef beide meisjes een Jip en Janneke ballon. We krijgen fruit van de moeder van het dikke meisje. Beijing We arriveren na ruim 3 uur bij een busstation aan de zuidwestkant van Beijing. Daar nemen we een taxi voor RMB 42 naar ons hotel. Het is heet in Beijing. "Het is nog niet eens juli/augustus en nu al zo’n hitte", zegt Weiwei. We verblijven in een hutong (volkswijk met laagbouw) achter het hotel waar ik bij de eerste reis in 2009 zat. In het Far East Hotel aan Tieshu Xie Jie. Ik doe een rondje alleen door de wijk. Eerst heb ik een gesprek met een gescheiden vrouw die een kapsalon/massagesalon heeft. Ze spreekt behoorlijk goed Engels en wil graag een gids worden, maar volgens haar is die markt behoorlijk verzadigd. Haar buren hebben een theewinkel. Daarna breng ik foto’s bij een restaurant in de buurt waar ik in 2009 heb gegeten met een meisje dat in deze wijk woonde. De zoon van de eigenaresse zit aan een tafel met een vriend. Het is geen etenstijd. Hij haalt zijn moeder. Ze is blij met de foto’s en maakt gebaren dat ik moet komen eten. Ik zeg dat ik later terugkom (wat ik helaas niet heb gedaan). Haar zoon spreekt ook geen Engels. Ze noemt de naam van het meisje op de foto’s. Ik herinner me dat Yuan hier vaak at omdat ze zelf geen keuken had in haar kleine woonruimte. De kentekenplaten van auto's uit Bejing beginnen met:
    's Avonds is er barbecue op straat. De straten zijn in de meeste gevallen smal en er is ook speelruimte voor kinderen. We eten een ‘wrap’ met zoute bief. Die wordt in een soort van pers gebakken. Daarna eten we hotpot met schapenvlees en broccoli voor $46. De hotpot heeft de vorm van een schoorsteen. Die zagen we al in Datong, in de straat waar we vis aten. Maar toen had ik zin in vis. Maandag 6 juni. Er is geen ontbijt inbegrepen, vandaar dat Weiwei gisteren roomsoesjes en nog een andere type zoete soesjes heeft meegenomen. We hebben een koelkast op de kamer, zodat ze goed blijven. Nooit gedacht dat roomsoesjes in China zouden zijn. Op televisie is veel aandacht voor de overwinning van Li Na. Bij de markt halen we gember voor mijn keel. Dan nemen we bus 120 naar de Tempel van de Hemel. Entree is 35 RMB. Rondom de tempel is een enorme park en in vier etappes is een kaartjescontrole waar ze een strookje afscheuren. Ook in dit park weer dans en muziek. We lopen van zuid naar noord waardoor we de hoge Tempel van de Hemel als laatste zien. Aan de rand van het plein bij de tempel is een fotoreportage gaande van kungfu spelers. Ieder jochie komt in een bepaalde pose in beeld. Weiwei heeft een oud klasgenote gebeld: Xu Xianqiang. Hij is sportjournalist. Een tenger ventje, met een vrij donkere huidskleur en een brilletje. Hij kan wel Engels, maar heeft dat weinig in de praktijk gebracht, dus is hij nog wat onzeker. We nemen een taxi naar een restaurant waar ik ook enkele buitenlanders zie. Het is een populaire plek voor het eten van noedels in Beijing-stijl. Dikke noedels (bijna bami) met sojasaus en taugé. Ik mag de bijgerechten kiezen. Ik wil graag vis en spinazie met mosterd, het menu heeft plaatjes... Zij kiezen vervolgens nog een schaaltje met gefrituurde dumplingachtige schelpjes, ook typisch voor Beijing. Op dat laatste na smaakt het uitstekend. In Beijing eten ze meer deegproducten en het eten is minder spicy, maar lijkt vetter en zouter. We nemen er een blikje kokosnootmelk bij, mijn keuze. Hij betaalt, want wij zijn gasten (RMB 106). Daar tegenin gaan heeft toch geen zin, heb ik al geleerd. Daarna neemt Xianqiang afscheid van ons. Hij gaat terug naar huis, zijn schoonfamilie is op bezoek. Maar hij is volgens Weiwei blij dat hij een excuus had om even weg te kunnen. Weiwei wil naar de bioscoop, maar die blijkt hier erg duur te zijn. Misschien omdat er een speciaal groot scherm is. Het is ook lastig om een film te vinden die in het Engels is. Na een pauze op de kamer, lopen we wat rond in de buurt van het hotel. Ik koop op aanraden van Weiwei een cd in een boekwinkeltje en we zitten lange tijd op een rustig pleintje met livemuziek en enkele nieuw geopende winkels waar promotie voor gemaakt wordt. We kijken even in de beroemde zijdewinkel Rui Fu Xiang. Erg mooi, maar wij (lees: ik) dragen dat soort stof in Nederland volgens mij nooit. In de buurt van het hotel eten we bij een klein familierestaurantje rijst met groente en kip en soep met tomaat en ei voor RMB 16. Een koopje. Een collage met foto's van Weiwei die ik die middag heb gemaakt:  Het is een nationale feestdag: het Drakenbootfestival (duan wu jie). 's Avonds op televisie zie ik daar beelden van. Weiwei heeft de gewoonte om na het douchen een gezichtsmarker te dragen en daarna haar gezicht met nachtcrème in te smeren. Ik doe de klopjes die ze met haar handen op haar wangen en voorhoofd doet na. Ze moet lachen. Ze reageert met één van haar stopwoordjes: 'yundao', wat ‘ik val flauw’ betekent. Volgens haar is het klimaat van het noorden beter voor haar gevoelige huid dan het vochtige en hete zuiden. Dinsdag 7 juni. We checken uit en nemen voor RMB 36 een taxi naar het Dongzhimen langeafstandsbusstation in het noordoosten van Beijing. Het gekke is dat eerst een paar taxichauffeurs niet weten vanaf welk busstation je naar Chengde kunt gaan. Bij de receptie van het hotel wisten ze dat ook al niet. Volgens Weiwei komt dat omdat Beijing zo groot is en het onmogelijk is om alle mogelijkheden van vervoer te kennen.De afstand die de bus in ruim drie uur aflegt is 233 kilometer (RMB 85). Chengde In Chengde is het zomerverblijf van vroegere Manchu-Keizers. Ook keizerin Cixi had er een verblijf. Aan de rand van het enorme park zijn acht tempels gebouwd, volgens verschillende architecturen. Omdat het in de bergen ligt, is het 's nachts koeler. De Qing Keizers brachten hier de zomermaanden door om te feesten, jagen en gasten te ontvangen.
      Uit Het Groene Goud, door Adrian Levy en Cathy Scott-Clark p.62 Toen keizer Kangxi in 1703 voor het eerst door Jehol was gereden, was het een woest oord dat bekendstond als de 'bergvilla om de hitte te ontvluchten'. Nu stonden overal [..] tempels, paleizen en parken die waren gebouwd om het hof, zo niet China, te herinneren aan de overwinningen van Qianlong en het multiculturele karakter van zijn rijk.
    We nemen een taxi naar het Bifeng Hotel. Onze kamer is op de negende verdieping, met zicht op het noordoosten waar de meeste bezienswaardigheden zijn en de rots in de vorm van een hamer: ‘sledgehammer’, een staande brok van twintig meter. Bij de Bank of China is wel een Engelstalig menu, maar ik moet een 6- cijferige code intoetsen en die heb ik niet. Bij China Construction Bank heb ik wel succes, al kan ik daar maximaal RMB 1000 pinnen, terwijl dat bij andere banken vaak RMB 2500 is. Dan maar twee keer achterelkaar. We houden een late lunch in een restaurant in een binnendoorstraatje naar het Mountain Resort. In een grote eetzaal in een kelder. De groente is te nat en de gefrituurde, gevulde deeg vind ik te vet. Eén van de weinig keren dat het eten tegenvalt.  Er is nog een paar uur over om het Mountain Resort (1703) te bezoeken. Dat sluit om 18.00. Ik moet RMB 120 betalen. Weiwei probeert gratis binnen te komen op haar tour guide licentie, maar die is hier niet geldig, want er zijn alleen lokale gidsen. Ze kan wel korting krijgen op vertoon van haar studentenkaart. Op die studentenkaart is ze vijf jaar jonger dan in werkelijkheid. Ze heeft die illegale kaart in Beijing gekocht zodat ze tijdens haar lange reisperiode geld kan besparen. Kleine corruptie waar ik wel om kan lachten. We beginnen bij het museum van de residentiële gebouwen, Bishu Shang Zhuang, wat zoiets betekent als: bergvilla de hitte ontsnappend, met negen binnenplaatsen en veel bomen. Om dieper in het park te komen, kunnen we een bus nemen, maar we blijven liever bij het merengebied met paviljoenen. Er zijn tien meren. De Chinese toeristen zijn voornamelijk van middelbare leeftijd. Sommigen gaan met een grote boot het meer over, maar dat is vrij prijzig. Wij komen via de paden tussen de meren bij een groepje dansende mensen. Mooi om te zien. Bewoners van Chengde hebben een jaarkaart waarmee ze onbeperkt het park kunnen bezoeken. Bij het volgende gebouw spelen twee mannen op traditionele instrumenten. Ze begeleiden een vrouw die bijzonder mooi zingt. Ik heb er een opname van gemaakt met de videofunctie van mijn compacte camera. We zitten langere tijd op een heuveltje bij een paviljoen. Golden Hill Island, een replica van het de gelijknamige tempeleilandje in Zhenjiang. Een rustig plekje. Af en toe komen andere bezoekers langs. Ook nu willen sommigen met mij op de foto. Ik heb ballonnen bij me voor de kleintjes. Vanuit het westen komen donkere wolken opzetten. Het lukt ons niet om droog de uitgang te halen. Het is een pittig onweer, die wel even aanhoudt. We schuilen samen met andere bezoekers onder een overkapte brug. Harde wind en regen drijft ons in een hoek. Mijn paraplu zit in mijn koffer. Zodra de regen afneemt, verlaten we het park en schuilen nog even in een sportzaak. Daar hoor ik mooie muziek. Weiwei download die later voor mij met haar laptop op onze kamer. In de buurt van het hotel koop ik in een muziekwinkel een cd met dansmuziek. Ik wil graag muziek hebben waar ze hier zo massaal mee op straat dansen. De winkel ligt half ondergronds. Het echtpaar dat de zaak beheert is zeervriendelijk. Ze zijn in mij geïnteresseerd en stellen vragen aan Weiwei. Naschrift: Wanneer ik thuis ben, ontdek ik dat dit wel erg moderne dansmuziek is. Niet helemaal wat ik had willen hebben. Helaas wist Weiwei me daar ook niet bij te helpen, terwijl ze anders zeer behulpzaam is en ook veel vertaalt en uitlegt. Woensdag 8 juni. Het ontbijtbuffet is een beetje rommelig. Vandaag gaan we drie van de acht tempels die buiten aan de rand het zomerresort liggen bezoeken. We nemen bus 6 naar Puning Si (1755 - 1760). Dat is de eerste tempel. Op het plein voor de tempel zijn jongeren aan het spelen met kleine parachutes. Er staat een grote versterkte luidspreker waar muziek uit klinkt van een usb-stick. Fascinerend. Typisch Chinees. Ik koop een video- cd met Boeddhistische muziek (RMB 20) die ze in een winkeltje draaien.  De tempel is op mooi, maar ik mis de sfeer. Er is nauwelijks wierook en er zijn maar weinig bezoekers, en de monnik speelt met een dure fotocamera. Ook de Tibetaanse gebedsmolens krijgen niet de aandacht zoals in Tibet. Het is een replica van het Samyai klooster in Tibet. In de achterste tempel staat Guanyin, Goddess of Mercy, het grootste houten Boeddhabeeld in China met 42 armen! In iedere handpalm heeft ze een oog. En een gezicht met drie ogen om in het verleden, het en de toekomst te kunnen kijken. En nog een oog in de navel. En een aapje op haar hoofd ;-) Helaas mag daar geen foto van worden gemaakt. Weiwei is een beetje verontwaardigd omdat er wel ansichtkaarten van zijn. Na de tempel loopt een route door Puning Street in Qing-stijl met personeel in kostuums uit de Qing Dynastie waar niet zulke interessante souvenirs zijn. Ik koop wel een klein glazen vaasje waar mooie traditioneel geklede dames op zijn geschilderd. De verkoper wil graag euromunten van mij kopen. Ik heb drie muntjes van 50 cent, uit Frankrijk, Nederland en Duitsland. Hij heeft daar wel RMB 15 voor over. Dat is het omgerekend ook ongeveer waard. We eten elk een chocolade-ijsje.  Met een taxi (RMB 10) laten we ons naar de ingang van de Potalaka tempel, Pu Tuo Zong Cheng (1767 - 1780) brengen. Weiwei koopt een zakje met heerlijke zoete pinda’s met sesam op het plein voor de ingang. Er arriveren net een paar bussen met ouderen uit Beijing. Gezellig. Deze tempel is een kleine ‘replica’ van het Potala Paleis in Lhasa, de hoofdstad van Tibet. We komen eerste door enkele fotogenieke poorten in een mooie park, voor we het paleis bereiken. Er zijn een flink aantal trappen. Maar er is nauwelijks iets binnenin, op wat sobere tentoonstellingen na zijn het vooral kale ruimtes. Aan de voorkant hangen Tibetaanse vlaggen, dat doet nog een beetje aan Tibet denken. Voor de rest zie ik weinig typisch Tibetaanse symboliek. Weiwei blijft op een binnenbalustrade op een bankje zitten. Ze is hier in april al geweest en laat mij even alleen rondlopen. Het meest bijzondere is het gouden dak en het uitzicht over Chengde, het Mountain Resort en de omgeving. Weiwei komt daar weer bij me. We maken nog foto’s samen met een hip Chinees echtpaar (misschien komen ze uit Hongkong of Taiwan?). Bij de uitgang rusten we een tijdje. Met een gratis ‘golfkarretje’ worden we naar de Sumeru Happiness and Longevity tempel (1780) gebracht (Xi Mi Fu Shou Miao). Een ‘replica’ van het Tashilhunpo Klooster waar de Panchen Lama IV in leefde in Tibet. Een combinatie van Chinese en Tibetaanse architectuur. Het bezoek aan die tempel zit bij de entree van de eerste inbegrepen (RMB 80). Ook hier zijn het voornamelijk lege gebouwen. Helemaal achteraan op de heuvel staat een mooie achthoekige pagode met geelgroene glazuurtegels. Wanneer we de weg oversteken naar de bushalte, kijkt Weiwei niet uit en wordt bijna aangereden. Door de warmte en indrukken zijn we beiden moe. Voor slechts RMB 1 rijden we terug naar het centrum op zoek naar een restaurant. Weiwei heeft zin in spicy snacks. Eerste kopen we rijststengels (‘mi guo’), een zoete snack die haar aan haar kindertijd doet denken. In een straat tegenover ons hotel haalt ze haar snacks, ik eet aan de andere kant van de rivier soep en groente (RMB 25). Er staat ook apenvlees op het menu... ’s Avonds loop ik alleen een ruime ronde om het hotel via een eenvoudige avondmarkt met voornamelijk kleding, een plein met dansende mensen, een gesloten moskee, en net voor ik het hotel bereik tref ik een muziekaal groepje. Ze zijn verkleed en maken muziek en zingen. Sommigen lopen op stelten. De Chinese manier van een straatfestival, al begrijp ik niet wat de aanleiding is. Het is lekker afgekoeld. Donderdag 9 juni. Een mooi meisje van het hotelpersoneel bij het ontbijt heeft een wijnvlek. Wat jammer, ze gebruikt niks om het te verbergen. We nemen een taxi naar het busstation (RMB 20). In ruim drie uur met de bus gaan we terug naar Beijing (RMB 88).Voor ons zit een luitenant van de luchtmacht. Hij is 25 jaar. Hij is geïnteresseerd en wil wel contact hebben met een buitenlander. Zijn Engels is redelijk. Ik vertel hem dat hij het beste via internet contacten kan maken, maar wel moet oppassen dat hij zichzelf of de buitenlander niet in de problemen brengt. Weiwei vertelt dat hij niet naar het buitenland mag reizen omdat hij militair is. Volgens Weiwei mogen ambtenaren dat ook niet. Omdat ze informatie over China naar buiten kunnen brengen. Op de heenreis was geen plaspauze. Alleen een toilet net voor het instappen. We moesten overigens aan de rand van de stad nog overstappen in een andere bus, dat had ik nog niet vermeld. Op de terugweg stoppen we bij een vies gebouwtje. Ik sla wel over. Geen idee waarom er niet aan de snelweg werd gestopt. Terug in Beijing We hebben niet door dat we net als sommige andere passagiers al in het oosten uit de bus hadden kunnen stappen. Deze bus rijdt namelijk weer helemaal naar het station waar de bus vanuit Datong ook eindigde. Daardoor hebben we een langere taxirit (RMB 54). We zitten nu namelijk in een hostel aan de oostkant van de Verboden Stad. De taxi rijdt tot voor de ingang. Het Saga hostel is zeer net. Met mooie decoraties aan de muren en tegen het plafond. Wanneer ik mijn reservering bij ctrip.com annuleer, dan kunnen we voor RMB 180 een kamer krijgen, zegt het meisje bij de receptie. Het hostel blijkt een prima keuze. Beter dan het hotel waar we eerder deze week zaten (en ook goedkoper). Wel in een ander gebied. Ik heb bewust gekozen voor verschillende plekken. Rond vier uur lopen we richting het centrum. We kopen een broodje met kippenvlees van een straatventster en cakejes in een mooie klassieke winkel met binnenin loketten. Dan lopen we naar het Da Wan Ju restaurant waar ik een foto wil brengen die ik in 2009 heb gemaakt. Maar de serveerster (waar ik de naam nog van heb onthouden!) werkt er niet meer. Haar broer wel, de foto zal zijn weg vinden. Een meisje bij de ingang neemt de foto in ontvangst. We lopen door Wangfujing, de meest bekende winkelstraat van Beijing. Naast relatief veel buitenlander, lopen er ook groepen Chinese toeristen met hun gids en traditionele vlag en luidsprekertje op de heup. Sommige groepen hebben allemaal een zelfde kleur pet. Hier is zelfs een seksshop. De verkoopster is als verpleegster gekleed. Niet vanwege een fetisj, maar omdat ze ‘medische’ adviezen kan geven. Weiwei is nieuwsgierig, ze is nog nooit in zo’n winkel geweest. We lopen door naar de food street. Alle eten in de kraampjes is prachtig uitgestald en ziet er ook lekker uit. We eten bouillon met visballen. Dan kijken we bij de Sint Josef Kathedraal (1655, onder bewind van Keizer Shunzhi tijdens de Qing Dynastie). Een combinatie van Westerse architectuur met Chinese details. We nemen even verderop plaats op een terras in de drukke winkelstraat met een ijsjes en wat te drinken, wanneer haar broer uit Shenzhen belt. Zijn afdeling was betrokken bij een fraudezaak en iedereen is ontslagen. Hij werkte voor Pepsi China. Weiwei voert enkele lange gesprekken. We zitten ’s avonds nog even in de zaal van ons hostel, maar dat is geen succes. Een onbeschofte Engelsman kaffert het personeel uit omdat de internetverbinding niet goed zou zijn. Weiwei probeert zich er behulpzaam en bemiddelend mee te bemoeien, maar dat pakt averechts uit. Hij schreeuwt dat ze onbeschoft zijn, maar de woorden die hij gebruikt tonen juist aan dat hij dat is! Ik toets een berichtje op mijn mobiel - in het Engels - waarin ik Weiwei vertel dat hij een ’mental problem’ heeft. Vrijdag 10 juni. Weiwei heeft geen interesse in de Verboden Stad. Ze is daar al twee keer geweest. Het was een hoogtepunt van mijn eerste reis en omdat het zo groot is zou ik graag nog een keer willen gaan. Ondanks mijn herhaalde opmerking dat ik graag heb dat ze bij me is, blijft ze in het hostel. Ze zal de was doen. Fatsoensregels:  In de buurt van het hostel bezoek ik eerst een markt en haal daar rode dadelyoghurt en een muffin. Een klein meisje draagt piepende schoentje. Dan loop ik door Lishi Hutong, een hutong parallel aan die van het hostel. Ik ontdek prachtige courtyard huizen, zoals nummer 129 en 131, met mooi beschilderde panelen boven de deuren. Net voor de Verboden Stad eet ik een broodje met kip bij Subway (RMB 21) en haal een flesje tomatensap, kokosnootmelk en water in een winkeltje ernaast. Want in de Verboden Stad zal alles wel duurder zijn en ik verwacht er wel een paar uur te blijven. De entree van The Palace Museum, bij ons beter bekend als Verboden Stad, is RMB 60 (http://www.dpm.org.cn). Een gids die ook Engels spreekt biedt zich aan, maar ik wil vrij rond kunnen lopen en kan de geschiedkundige feiten wel in een reisgids lezen. Dit keer ga ik van zuid naar noord. In 2009 in omgekeerde richting, maar dit is eigenlijk mooier en het weer is vandaag ook beter. Het is wel drukker. De Verboden Stad is zo enorm, steeds valt er wel iets nieuws te ontdekken. De grote pleinen in het zuiden en midden zijn vooral indrukwekkend. Ik zie de beelden uit The Last Emperor weer voor me. De noordkant heeft een mooi parkachtig gebied. Dit blijft voor mij de absolute topper van China! Het is ook een leuke plek om naar mensen te kijken.  (dames uit Tibet bezoeken de Verboden Stad) Rond half drie staat Weiwei me bij de noordelijk poort op te wachten met nog een paar cakejes, weer andere smaakjes en andere modellen. Ze heeft de was gedaan en we lopen naar het keizerlijke Beihai Park voor een dutje en een ijsje. Bijna elke dag eet ik een chocolade-ijsje. Beihai betekent noordelijke zee. Ik loop helemaal naar boven naar de Witte Pagode, maar ook dat is niet zo bijzonder. Ik had er meer van verwacht, maar we hebben een mooie en rustige namiddag. In het park is ook een ‘Nine Dragon Wall’ (Jiulong Bi) zoals we in Datong hebben gezien. Op de terugweg is Weiwei wat chagrijnig en loopt ze steeds een eindje voor mij. Ze moet drie keer de weg vragen. Ik laat haar maar haar gang gaan, eigenlijk hadden we beter terug kunnen lopen naar de Verboden Stad, dat was veel korter geweest dan de ‘haak’ die we nu lopen. We eten in de buurt van het hostel in een net restaurant: kip met walnoot, sla met sesamsaus (een goed alternatief voor de pittige sausen), en rijst (RMB 51). Ze had een "bad mood", en zegt: "sorry’. Zaterdag 11 juni. Vandaag een 'luierdag'. Richting het centrum kopen we poprijst; hele kleine korreltjes en een iets smaakvollere gele variant. De lucht is mooi blauw. Na de onweersbui van gisteren is zijn de straten schoongespoeld en de lucht is mooi blauw. We lopen wat rond door de hutongs en ontdekken een Bijbelschooltje gerund door een Amerikaans echtpaar. En een luxer courtyard hotel. Bij de Sint Josef Kathedraal zijn veel bruidsparen voor fotosessies. We kopen watermeloen en andere fruit voor de lunch, zoals Chinese bayberry, een zoete donkerrode vrucht met een pit en een ruwe gevormde maar zachte schil. Nog nooit eerder gehad, maar heerlijk! Weiwei koopt een flesje met 'wild jujube juice' voor mij, een zeer smakelijk vruchtendrankje!
    We dineren in Da Wan Ju, het restaurant waar ik in 2009 met de twee Chinese nichtjes zat. We eten bief met champignons, Beijing-stijl gemende groenten, rijst, en zeer dunne ‘wraps’ om de groente in te rollen in te rollen, in soja saus te dippen en heet water om te drinken. Er zijn weinig gasten. Eigenlijk is de locatie van dit restaurant niet zo handig, want de kraampjes van ‘food street’ staan voor het pand. Daar zien we dappere toeristen die een gespietste insect eten. Ik doe een zwart shirt met lange mouwen in mijn rugzak voor het geval ik die nodig heb in het vliegtuig. We praten nog voor we in slaap vallen. Het is Weiwei haar droom om in Canada te wonen - specifiek Quebec. Door haar gevoelige huid wil ze liever niet in het zuiden van China blijven, waar haar familie woont. Ze heeft een wat lastige verhouding met haar strenge vader. Ze kan wel heel goed met haar broer. Haar moeder heeft een beroerte gehad. Haar ouders hebben nog andere gedachten over China. Weiwei is kritisch over de regering, maar haar ouders hebben bijvoorbeeld geen moeite met een paar maanden strafkamp voor een fraudeur. Zondag 12 juni. Om 5.40 gaat de wekker. Rond half zeven checken we uit. We lopen door de hutong naar het westen. Naar metrostation Dengshikou. Trap af, onderdoorgang, trap op, en weer een gang. Er lijkt geen einde aan te komen en dat is niet zo leuk met een koffer en oplopende temperatuur. Direct maar weer zweten en gestress. Maar dan is daar toch een metro. Eerst met lijn 5 (RMB 2) het vijfde station naar het noorden (Yonghegong) en vervolgens één stop naar Dongzhimen met lijn 13, waar we kunnen overstappen op de Airport Express (RMB 25). Want ik moet helaas terug naar Nederland. Bij de laatste overstap staat een grote menigte voor de deur te wachten om naar binnen te gaan, terwijl er belijning is die aangeeft dat ze eerst uitgaande mensen voor moeten laten gaan. Ik duw een lichtgewicht mannetje naar achteren. Weiwei en ik nemen afscheid en hebben eerder al afgesproken dat we elkaar in september weer ontmoeten. Helaas heeft ze in het weekend van mijn verjaardag examen en kan ze daarna pas met mij reizen. Maar die planning konden we pas maken nadat ik mijn vluchten al had geboekt. Beijing - Paris Er gaan vandaag twee vluchten van Air France naar Parijs, ik mag in de korte rij. Passagiers voor de volgende vlucht staan in een lange rij. Er staat ook een toestel van Alitalia, met wel erg eigenwijze stewardessen. Die van mijn vliegtuig spuiten geurtjes met twee spuitbusjes terwijl ze door het gangpad lopen. Dat heb ik nog nooit meegemaakt!! Ik heb stoel 30K, dat is één van de weinigen raamplekken in een rijtje aan de buitenkant van twee stoelen. Mijn buurman is een Chinees van middelbare leeftijd waar ik geen contact mee heb en ook geen last. De vliegroute is vrij noordelijk. Ik zie onder andere het Zweedse eiland Gotland. Bij het eten kan gekozen worden uit een Chinese of Franse Cuisine. Ik ben benieuwd wat de Fransen te bieden hebben: gerookte zalmsalade, varkensfilet met champignons en roomsaus, penne pasta, worteltjes en franse groene boontjes, brie, fruitsalade en zwarte bessencake. Paris - Amsterdam Paris Charles de Gaulle valt me reuze mee. Ik moet wel een eindje lopen naar de F terminal, en bij de controle moet ik voor het eerst in mijn leven de camera’s en lenzen uit mijn rugzak halen. Maar toch zijn de rijen kort en heb ik ruim voldoende tijd bij het wachten op de vlucht naar Amsterdam. Met een kleinere Airbus van Air France die lang niet vol zit. De koffer is ook snel op de bagageband. Bij station Bijlmer-ArenA heb ik pech dat er net een enorme menigte staat, met voornamelijk grijze kapsels. Ze hebben een optreden van André Rieu bijgewoond. Gelukkig heb ik nog een zitplekje. De vijfde reis naar China was ook weer schitterende! Langzhong was de uitschieter. Het is niet ondenkbaar dat ik daar nog een keer kom. Ik zag op GoogleMaps dat er ook een Carrefour zit, dus kan ik eventuele behoefte aan meer westers eten ook stillen. Hohhot en Datong vielen me reuze mee. Daar had ik nog wel langer willen blijven. Beijing dacht ik inmiddels te kennen, en dat geldt op zich ook wel voor het hart van de stad, maar daarbuiten is het toch wel erg groot en lastig om zonder hulp bij het juiste busstation te komen. Het eten was over het algemeen weer uitstekend! Ik heb nog nooit zo vaak schapenvlees gegeten als tijdens deze reis. Door de stof heb ik een paar keer mijn bril gedragen. Dan zijn harde contactlenzen echt een ramp. Weiwei is heel vriendelijk, behulpzaam, zorgnaam en lief. Ik ben ook lief voor haar, maar twijfel nog. Aan de andere kant ben ik een idioot wanneer ik haar zou laten vallen want ze heeft er heel veel voor over. Ze toont veel begrip. Ik heb haar in een paar gesprekken uitgelegd over mijn gemoedstoestand en dat ik niet goed meer weet wat ik met mijn leven (met name werk) moet. En ook dat het voor mij na Ling moeilijk is om zomaar iets nieuws te beginnen, misschien is er meer geduld/tijd nodig. De lente, het mooie weer, doet mij goed. En ik kan heus nog lachen en grapjes maken, maar ik verval nog steeds in mineur. Gelukkig kan ik op 2 september terug naar China en Weiwei. De reis zal dan gericht zijn op het zuiden. Johan (26 juli 2011)