China (lente 2011)
Begin januari stuur ik Ling papieren waarmee ze naar de ambassade zal gaan
om een visum aan te vragen. Daarnaast heb ik haar een lijst met vragen
gemaild die ze bij de ambassade kan verwachten. Ze is me zeer dankbaar voor
mijn hulp. Alles draait erom dat we kunnen aantonen dat ze na 90 dagen
terugkeert naar China en ik garant sta voor alle onkosten.
In maart heeft ze een examen van haar studie Engels, daarna zal ze het
visum aanvragen. Ik wil haar zo graag de mooiste zomer uit haar leven
geven, kennis laten maken met de westerse wereld, aan mijn familie en
vrienden voorstellen, en intensiever bezig zijn met onze toekomst. Maar tot
mijn grote verdriet vindt Ling de situatie te moeilijk. Ze heeft besloten
om niet te komen en is van plan om in mei weer een baan te zoeken.
Ling geeft onze liefde op. Ze vindt zichzelf te oud, te oud om veel tijd en
energie aan onze relatie te besteden. Ze lijkt mij een jongere vrouw te
gunnen.
Ze glipt door mijn vingers. Ik heb er alles aan gedaan om haar te behouden,
altijd gevochten wanneer zij het moeilijk vond, maar ze heeft het
definitief opgegeven.
Sinds kerst was ze al erg pessimistisch en door algemeen ongenoegen op mijn
eigen werk was ik ook al in een deprimerende stemming. Ik voel me helemaal
gebroken.
Ik kan onmogelijk in mijn eentje door Europa reizen, wat ik met Ling had
willen doen. Geen Toren van Pisa, lavendelvelden in Zuid-Frankrijk en
romantische dagen in Parijs.
Ondanks alles wil ik weer naar China. Dat land blijft een enorme
aantrekkingskracht op mij uitoefenen en er valt nog veel te ontdekken. Ik
heb me vorig jaar verdiept in plekken die ik graag wil zien. Zo kan ik
gelijktijdig verder zoeken waar ik eventueel zou kunnen wonen en werken:
een aantrekkelijke plaats, die niet te sterk vervuild is, met een aangenaam
klimaat.
Het is al maart en ik ben laat met het boeken van tickets. Voor mooie
prijzen had ik in januari moeten zijn. Omdat ik graag naar Beijing en
omgeving wil, besluit ik naar Chengdu te vliegen en terug vanaf Beijing.
Tussen die steden heb ik genoeg wensen om een mooie reis samen te stellen.
Bij de terugvlucht ga ik met Air France via Parijs omdat die vlucht 150
euro goedkoper is dan rechtstreeks op Amsterdam. Liever had ik geen
overstap, omdat het Charles de Gaulle vliegveld geen goede reputatie heeft.
Doordat Hemelvaartsdag in deze reis valt en Tweede Pinksterdag direct erna,
kan ik 24 dagen op reis, wat me slechts 15 verlofdagen kost. Tweede
Pinksterdag gebruik ik om van de jetlag bij de komen, zodat ik de volgende
dag direct weer aan het werk kan.
Woensdag 18 mei. Vrijdagavond vlieg ik voor de vijfde keer naar China.
Nog 1 dag werken en 2 nachtjes slapen. Ik verlang naar China, maar zit al
maanden niet lekker in mijn vel en het lukt me maar niet om te herstellen
van een (mentaal) zware winter. Door een zeer goede voorbereiding heb ik er
wel vertrouwen in dat de reis goed zal verlopen.
Amsterdam - Chengdu
Vrijdag 20 mei. Ik heb een nachtvlucht naar China, dus kan vandaag rustig
beginnen. ’s Ochtends laat ik nog inktpatronen bijvullen zodat ik de
laatste aantekeningen en de boarding card kan printen. Gisteravond heb ik
ingecheckt. Even na vijven laat ik me door een taxi naar het station
brengen. Ik mis de trein naar Schiphol op Bijlmer-Arena, maar een kwartier
later komt de volgende al. De koffer weegt 15 kilo.
Dat valt me mee. Het vliegtuig zit niet helemaal vol. Om 21.00 vertrekt KL
891 van Gate F8 naar het verre oosten. Na een smakelijke pastamaaltijd kijk
ik naar een verontrustende en nachtmerrieachtige film "Black Swan" met een
labiele hoofdrol door Natalie Portman.
Zaterdag 21 mei. De plek naast mij is leeg, waardoor ik meer rust heb
gehad. Het was wel een korte nacht doordat het bij vertrek al 6 uur later
was. De mannelijke purser heeft mij geselecteerd voor een enquête. Het zijn
alleen multiple choice vragen, nergens een plek om iets te vermelden over
de lage temperatuur (al valt dat nu mee ten opzichte van de vorige vlucht).
Chengdu
Bij aankomst in Chengdu ga ik een verdieping hoger, naar ‘domestic
departures’ waar wel pinautomaten zijn. Vorig jaar kon ik die niet vinden.
Ik vraag een meisje of ze op het vliegveld SIM-kaarten verkopen, maar dat
is helaas niet zo (in Beijing wel).
Met shuttlebus 303 ga ik voor RMB 10 naar het centrum van Chengdu. Dit is
mijn derde bezoek aan de hoofdstad van Sichuan, dus voel me er al een
beetje thuis. Taxi’s en brommers willen onderhandelen wanneer ik vraag om
mij naar het hostel te brengen. Na de vijfde poging vind ik iemand die me
voor RMB 10 op een elektrische brommer vervoert. Ik zit in hetzelfde hostel
als vorig jaar.
Het is veel koeler dan afgelopen week. Het heeft vannacht en vanmorgen
vroeg geregend. Bij het inchecken vraag ik waar ik een telefoonkaart kan
kopen. Bij een winkel met China Mobile op de gevel in de buurt van de
Carrefour. Na een opfrisbeurt op mijn kamer koop ik die telefoonkaart. Ik
mag uit drie kaarten kiezen. Het is in China gebruikelijk om een nummer te
kiezen met getallen die geluk brengen. Ik vraag de verkoopster om te helpen
bij het kiezen van het beste nummer.
Aan het einde van de middag heb ik afgesproken met Shiyu. Ze is een klein
en zeer tenger meisje. Ik ken haar via internet. Zij zal me morgen helpen
bij de dagtrip die ik graag wil doen. Maar vanavond gaan we eerst met de
buslijn 1 naar Tibet Street waar we in een Tibetaans restaurant dineren.
We eten ‘yak noodle soup’, yoghurt met ‘joma beans’ en ‘milk tea’ (RMB 40).
Binnen is het warm, buiten fris. Ik ben in China, dus slurpen in een
restaurant mag. In de straat staan opvallend veel terreinwagens, en winkels
verkopen typische Tibetaanse kleding en religieuze artikelen.
Met een andere buslijn gaan we naar de Jin Rivier, waarlangs we naar de
Anshun Bridge lopen. Ik had op internet een foto van die brug gezien en
wilde graag een soortgelijk plaatje schieten. In het midden van de brug zit
een luxe restaurant. De brug dient verder alleen voor voetgangers. Hij is
in 2003 gebouwd. De oorspronkelijke versie is in 1980 bij een overstroming
verloren gegaan. Anshun betekent: rustig en vloeiend.
De bars in deze omgeving zien er modern en duur uit. Shiyu vertelt dat ze
vroeger een wildebras was en zeer populair bij haar klasgenoten, maar
minder geliefd bij docenten. Ze wil graag een boek over die tijd schrijven.
Haar vader is overleden toen ze tiener was, sindsdien heeft haar moeder
problemen met haar hart. Die ligt op dit moment in het ziekenhuis. Shiyu
heeft een oudere zus die vandaag bij haar moeder is. We spreken af om
morgen tegenover mijn hostel te ontbijten.
Huanglongxi
Zondag 22 mei. Vandaag ga ik Huanglongxi. Ik ontbijt bij het
snackrestaurants aan de overkant van het Lazy Bones Hostel. Shiyu heeft een
berichtje gestuurd dat ze later is en ik wel mag beginnen met ontbijt: een
bekertje ‘bean milk’ en twee baozi voor RMB 3. Shiyu heeft onderweg in de
bus ontbeten. Ze koopt buskaartjes voor ons voor RMB 10 per stuk op het Xin
Nan Men bus station.
We vertrekken om 10.50 en de rit duurt ongeveer een uur. We moeten even
wachten voor de bus vertrekt. Ik krijg thee en een chocoladereep van haar.
Ze weet al van mijn chocoladebuien. In de weken voorafgaand aan de reis
hebben we een paar keer gemaild. We komen langs haar werk in het nieuw
administratieve centrum aan de zuidkant van de stad. Zeven enorme glazen
gebouwen met ellipsvormige daken in een parkomgeving. Indrukwekkend! Het
platteland buiten Chengdu is mooi, dat had ik al vanuit het vliegtuig
gezien: veel heuvels en landbouw, rijst, waterreservoirs. Een fraai en bont
landschap.
Huanglongxi is een historisch stadje, gelegen aan een rivier, met
watermolens en stroompjes door de straten waar je op stenen kikkers en
schildpadden kunt oversteken. Zeer Idyllisch. Een mooie plek voor een
zondagsuitje voor de stedelingen met winkeltjes en veel restaurants en
snacks van de provincie Sichuan. Er zijn meerder ancient towns rond
Chengdu, mijn keuze viel op Huanglongxi omdat ik er positieve verhalen over
had gelezen en omdat het volgens Shiyu niet zo ver weg lag.
Hoewel ik voorzichtig ben met straatvoedsel, in het bijzonder wanneer het
om vlees gaat, durf ik het wel aan om vlees en groente in een ‘wrap’ te
eten, daarna een kom met één van mijn favoriete gerechten: chao shou (deeg
gevuld met vlees in bouillon).
Daarna trakteert ze me op zoete, harige, kleverige rollen. Doet me denken
aan noga en zoethout. De naam is ‘bosi’ suiker. Vreemd, maar wel lekker.
We komen door een poort bij de rivier en drinken dure thee (RMB 20 per
glas) op een terras. De hitte is teruggekeerd. Het parkeerterrein voor de
bussen is nog wel bezaaid met waterplassen. Onze bus staat al te wachten.
Tijdens de terugweg heb ik een plaatsje helemaal vooraan. Wanneer ik
omkijk, hangt het grootste deel van de passagiers onderuit te maffen. Een
prachtig gezicht. De laatste passagiers moesten op omgekeerde emmers in het
gangpad plaatsnemen. Onderweg stappen nog een paar in.
We zijn rond half vijf al terug in de Chengdu want Shiyu moet naar het
ziekenhuid om voor het avondeten van haar moeder te zorgen. We spreken af
dat we in September weer een dagtrip kunnen doen op de dag na mijn
aankomst. Ik wens haar veel sterke en beterschap voor haar moeder. Shiyu
was vrij stil, wanneer ik dat vergelijk met hoe ze vertelt hoe ze was als
studente. Ze maakt zich zorgen over haar moeder. Nog meer dan zenuwachtig
zijn voor de ontmoeting met een ‘laowai’ (buitenlander).
Ik rust een uurtje in mijn kamer en haal dan een paar broodjes bij de
Carrefour en dadelyoghurt. Op een groot scherm in het hostel is formule 1
van Barcelona te zien.
Maandag 23 mei. Om kwart over zeven ben ik wakker. Ik neem hetzelfde
ontbijt als gisteren. Rond half negen check ik uit en neem een taxi (RMB
14) naar het Beimen Qiche Zhan busstation (Bei = Noord). Shiyu heeft op een
briefje instructies voor de taxichauffeur geschreven. Zoals gebruikelijk
moet de bagage door een scanner. Het is rustig bij het ticketloket, dus ik
heb snel een kaartje (RMB 95) en zie dat op een bord boven een van de
uitgangen Langzhong staat. Makkelijker kan bijna niet. Op de bus zelf staan
overigens alleen Chinese tekens.
De bus vertrekt om 9.50. De route van circa 150 kilometer naar Langzhong
verloopt snel. Eerst een autosnelweg met enkele tunnels. Net voor we die
weg verlaten is rond 12.00 een plasstop. Dit is ongeveer halverwege. Ik
koop een ijsje. Het laatste stuk gaat ook nog grotendeels over een brede
weg.
Langzhong
Vanaf het busstation neem ik een taxi (RMB 10,5). Ik heb een printje van
ctrip.com, waar ik de boeking van het hotel heb gedaan. De taxichauffeur
brengt me bij de rand van de oude stad bij de rivier. Hij wijst naar het
noorden. Ik stap uit, en ondanks het gescande kaartje uit de Rough Guide en
kaartjes van GoogleMaps herken ik nog weinig. De eerste dwarsstraat is
opengebroken. Omdat ik hier mensen zie, laat ik het papiertje met het adres
zien en een vrouw van middelbare leeftijd wijst me de weg.
Bij de ingang van een courtyard hotel blijkt dat ik helemaal aan de andere
kant moet zijn. Via diverse binnen binnenplaatsten kom ik om 14.20 bij de
lobby. Dit blijkt wel mijn hotel te zijn: Du Jia Hotel (Langzhong Dujia
Kezhan) http://www.djkz.com.cn
De meisjes bij de receptie spreken slechts een paar woordjes Engels. Ik pak
mijn woordenboekje erbij en een jonge gaste helpt mee met het vertalen. Ik
leer de meiden een paar woordjes Engels: waarmee ze gasten om hun paspoort
kunnen vragen en vragen om een papiertjes te onderteken. Ze vragen mij 5.
Dus gaf ik 5 yuan. Maar ze wil 500! (de kamer is namelijk 130 per nacht).
"Five hundred", zeg ik vervolgens.
Mijn ruime kamer ligt exact boven de lobby. Er zit een hangslot aan de
deur. De badkamer is eenvoudig, maar schoon. Ik open de houten luiken aan
de straatzijde en zie een paar oudjes op een bankje zitten. Ik ben
enthousiast en blijf niet lang op mijn kamer. Ik praat even later met de
oudjes, voor zover dat lukt. Ze staren me aan en zeggen van alles in het
Chinees waar ik niks van versta. Ik koop een ijsje en heb direct al een
groepje bij me staan die met mij op de foto willen.
Het hart van Langzhong is in een oude bouwstijl gehouden met meestal
maximaal twee verdiepingen hoog en grotendeels van hout. Mijn courtyard
hotel is een vrij groot complex met minstens zeven binnenplaatsen. Het ruim
200 jaar oude pand beslaat maar liefst 2418 vierkante meter.
De straten in het oude deel zijn voornamelijk voetgangersgebied. Langzhong
is een beetje vergelijkbaar met Pingyao, waar ik vorig jaar was. Met het
verschil dat deze stad aan een rivier ligt en niet zo opzichtig ommuurd is.
Ik blijf drie nachten, en dat is maar goed ook want de eerste indrukken
zijn geweldig! Langzhong is bijzonder fotogeniek en ik voel me alsof ik met
een tijdmachine vele jaren terug in de tijd ben geworpen. Ik ontdek oude
werkplaatsjes, naaiateliertjes en schuurtjes waar meelproducten worden
gemaakt.
In een smal zijstraatje zie ik een mahjonglokaaltje met 3 speeltafels. Ik
ben nieuwsgierig naar het spel. Omdat één van tafels een storing heeft, kan
ik ook even in het binnenste kijken. Er zit een mechaniek in waardoor de
stenen bij het begin van een spel voor de vier spelers automatisch in rijen
naar boven komen. Ik krijg thee aangeboden van een oud vrouwtje. Ik schrijf
met mijn vinger op de muur hoe oud ik ben. Zij is 83. Ze schenkt steeds
heet water bij. Mijn interesse gaat uit naar een meisje met heel lang haar.
Bij een luxer courtyard hotel, Zhuangyuan Fudi (http://www.lzzyfd.com),
meer in het noorden van de oude stad, mag ik in de keuken kijken wanneer ik
nieuwsgierig om de hoek van een openstaande deur kijk. Ik zie veel jonge
personeelsleden. Jonge mannen in witte kokskleding en zes meiden in een
schitterend uniform: zwarte rok en klassieke blauwgekleurde blouses. Ze
verwachtten een groep gasten. Maar voor die tijd hebben ze tijd voor mij en
ik krijg een rondleiding door manager Li Xiao Mei die een paar woordjes
Engels spreekt. Het mooiste meisje, Wang Fei, kan dat helaas niet. We
maken veel foto's van elkaar (zij met hun mobieltjes) en op een
binnenplaats krijg ik thee. Morgen moet ik terug komen.
Op het centrale plein is een grote groep vrouwen aan het dansen: fitness op
de Chinese manier begeleid met hippe muziek. Ik geniet van de dansende
menigte en de kindertjes die vooraan staan. Ze staren mij aan.
In de buurt van de Huaguang toren krijg ik een fijne voetmassage. Eerst
mogen mijn voeten in een houten voettobbe met ‘cufang’ (azijn) weken. In
iedere straat kun je wel voetmassage krijgen. In de kamer naast mij is nog
lawaai van een televisie en de gesprekken op straat houden me ook nog even
wakker.
Dinsdag 24 mei. Vanmorgen hebben ze in het hotel speciaal voor mij brood
geregeld. Kennelijk hebben ze ervaring met buitenlanders. Een grote,
platte, zoete, witte brood met een paar rozijnen en een pakje melk. En een
bord, mes en vork!
Er zit een groep Chinezen in mijn hotel waarvan één man een paar woordjes
Engels kan. Zij eten van het Chinese buffet, waar ik een gekookt ei van
neem. Hij nodigt me na het ontbijt uit om met hun mee te gaan. Ze hebben
een eigen gids, een jong meisje. We bezoeken samen de Huaguang toren (RMB
15) van 25,5 meter hoog in het zuiden van de stad, dichtbij de rivier.
Daarna gaan zij op een boot de rivier op. Maar ik blijf liever aan wal.
Voor de bezienswaardigheden kun je overigens een kaartje kopen voor RMB 80
waarmee je ze allemaal kunt bezoeken. Zij hebben die kaartjes.
Ik ga via de markt naar een moderner deel van de stad naar een
internetcafé. Dat heb ik gevonden dankzij een printje van GoogleMaps. De
beste manier van oriënteren is door de vele banken die ik vrij snel herken
(Bank of China, China Construction Bank, Agricultural Bank) en het tellen
van de straten, soms de ligging van een straat. Ik heb een kaartje met het
adres van het hotel, maar geloof niet dat ik verdwaal. Na het internetten
lunch ik bij een restaurantje bij de toren: bief, groente, rijst
en thee voor RMB 20.
Ik begin keelpijn te krijgen en houd siësta op mijn kamer en drink thee die
ik van Shiyu heb gekregen. Net als in Huanglongxi zie ik een paar keer
mensen die in klassieke Chinese kostuums gekleed gaan en dan een mooie
locatie opzoeken voor een foto. Voor mij een mooie gelegenheid om foto's
van hen te maken. Meestal zijn ze wel bereidwillig om te poseren.
De mensen lijken hier gelukkig, ze lachen makkelijk en ik krijg eenvoudig
contact, ook al spreken de meesten nauwelijks Engels. Dan probeer ik zelf
wel een beetje Chinees. De vertalingen van de teksten op informatieborden
en in mijn hotel zijn soms matig.
Ik bezoek de Zhangfei Tempel en Tombe (RMB 40) van de gelijknamige beroemde
generaal. Zhangfei was een loyale generaal tijdens de drie koninkrijken van
Wei, Shu en Wu tussen 220 en 280. Hij vocht voor het herstel van de Han
Dynastie en bewaakte Langzhong zeven jaar. De bewoners beschouwden hem als
een held en hebben daarom een tempel voor hem gemaakt. De cultuur van de
drie koninkrijken manifesteert zich in confucianisme en militarisme.
Langzhong ligt militair gezien op een vitale locatie op de route naar het
noorden van de provincie Sichuan. Langzhong is ook de geboorteplaats van de
uitvinder van de Chinese kalender: Luo Xiahong.
Bij de ingang van de tempel staat een gids die voor twee Chinese mannen
werkt. We gaan gelijktijdig naar binnen. Ze spreekt uitstekend Engels en
geeft me haar kaartje en telefoonnummer. We kunnen vanavond samen eten of
gaan drinken stel ik voor, ze zegt ja, maar ik hoor niks meer van Joy.
Ik loop naar de ouderen die op een plein zitten, bij zang en dans, en maak
een paar foto’s met de telelens. Sommige spreken me aan, maar veel verder
dan ‘Ting de dong?’ (Kun je verstaan?) en een paar woordjes Chinees die ik
ken, komen we niet. Maar lachen kunnen ze wel. Eén van de dames met haar
kleinzoon op d’r arm heeft een gebit vol zilveren tanden. Ze zijn onder de
indruk van de foto die ik van heit en mem heb gemaakt bij het etentje van
14 mei.
Even verderop ontmoet ik een meisje van 24 dat bij de souvenirwinkel van
haar moeder staat. De man van de winkel ernaast noemt ze oom (Xu xu), maar
het is niet haar echte oom. In China is het gebruikelijk om anderen oom,
tante, kleine, grote zus/broer te noemen. In het winkeltje van de oom koop
ik een mooie plattegrond van Langzhong.
Ze heet Yuwei, een kleine en tenger bloemenmeisje. Haar naam betekent:
‘stone flower’. En ze spreekt heel aardig Engels en leert mij een paar
woordjes Chinees: Ni keyi de (you can do it).
Yuwei is net een paar weken terug uit Bangkok. Daar heeft ze een opleiding
gevolgd en Chinese les gegeven, maar ze had heimwee en kon daar moeilijk
vrienden maken die wezenlijk konden communiceren. Ze belde bijna dagelijks
met haar vader of moeder. De onkosten werden van haar studie en verblijf
werden overigens vergoed door de Chinese regering. Een ‘oom’ van haar uit
Chengdu speelde daar een invloedrijke rol in. Ze wil nu graag voor Unicef
werken. Haar enthousiasme is een beetje naïef. Ze is nog jong. Volgens mij
kan ze beter eerst hier wat werkervaring opdoen.
Haar ouders wonen niet samen, maar zijn niet officieel gescheiden. Yuwei
woont met haar moeder bij haar strenge oma. Ze heeft gezichtsverlies
geleden door het mislukken van haar carrière in Bangkok.
We eten heerlijke bief met sojasaus en dikke noedels in een straat richting
het zuiden. Een klein restaurantje. Langzhong staat ook bekend om gedroogde
Zhangfei bief. Maar ik ben niet zo dol op taai gedroogd vlees dat tussen
mijn kiezen gaat zitten. Gefrituurde insecten en zijdewormen staan soms ook
op het menu, las ik ergens, dus laat ik voorzichtig zijn met wat ik bestel.
Haar vader is manager van het Red Army Courtyard hotel. En hij is ook
manager van het restaurant waar ik eerder heb gegeten. We lopen naar het
hotel waar haar vader werkt. Daar moet ik van haar de volgende keer slapen.
We lopen naar mijn hotel en drinken thee in het restaurant bij de toren.
Mijn stamrestaurant. We kijken even bij de mahjong spelers van de eerst
middag. Het meisje met het lange haar is niet aanwezig.
We mogen nu in een huisje aan de overkant naar binnen en krijgen gezelschap
van een spastische vrouw die opmerkelijk genoeg Engels spreekt. Ze mag dan
wel een handicap hebben, dom is ze niet. Ze stelt mij allerlei vragen en
lacht ook graag.
Ik breng Yuwei een eindje in de richting van het huis van haar oma in het
moderne deel van de stad. Net voor ik in slaap ben gevallen valt de stroom
uit. De meiden van het personeel gillen en mopperen. Halverwege de trap
naar de eerste verdieping is een kamertje waar één van die meiden slaapt.
De deur stond overdag open en ik zag een jasje van haar uniform en een wit
shirt hangen.
Woensdag 25 mei. Ik breng een prachtige dag door in Langzhong met Yuwei. In
het restaurant bij de toren ontmoeten we een Amerikaan en een Canadees.
Twee fotografen van rond de zestig. Sinds mijn vertrek uit het hostel in
Chengdu heb geen buitenlander gezien.
’s Avond zitten we bij de bruine Jialing rivier. Ik stel voor om hier te
komen en dan samen les te geven op een lokale school, maar Yuwei voelt zich
hier niet thuis. Ze zegt dat ik de mensen hier leuk vind omdat ze mij
interessant vonden. Maar ze negeren haar. Yuwei wil juist graag naar het
buitenland om te wonen en werken. Maar ik betwijfel of dat goed komt. Haar
avontuur in Bangkok is immers ook mislukt. Ze liet foto’s zien op haar
laptop.
Donderdag 26 mei. Rond negen uur loop ik naar de winkel van de moeder van
Yuwei. Maar ik kom haar in de buurt van het Red Army Hotel al tegen op
straat. Haar moeder was zenuwachtig. Ze kon geen geschikte kleding kiezen;
ze wil een goede indruk op mij maken. Ik neem ook afscheid van haar vader
en krijg medicijnen van Yuwei voor mijn keel (ik vergeet haar er geld voor
te geven). Wanneer we bij mijn hotel komen, stel ik voor om nog een nacht
te blijven. Want Ling komt pas morgen aan het einde van de middag in
Chongqing. Yuwei is enthousiast!
In de buurt van de schitterend Zhongtian toren in het centrum van de oude
stad drink ik vruchtensap bij een meisje (Li Xiao Jun) van een sap en
milkshake winkeltje. Ik stel voor dat ze ook een Engelstalig menu maakt. Ze
is zo enthousiast aan de slag gegaan dat ik aan het einde van de dag al een
foutloze tekst in haar notitieboekje zie.
Vandaag brengen we grotendeels door aan de overkant van de rivier. We zijn
de enige passagiers in een blauwe boot die ons naar de overkant brengt. Er
hangt een camera in om ons in de gaten te houden (of zou dat nep zijn?).
Eerst beklimmen we een kleine heuvel naar de eenvoudige, verwaarloosde
Kuixing tempeltoren (2 x RMB 2). Op elke verdieping is een beeld. Wanneer
ik die in de ogen kijk, dan moet ik geld doneren, aldus Yuwei. Vanaf de
bovenste verdieping kunnen we de omgeving overzien, maar het is helaas niet
zo helder. Daarna praten we met de manager en zijn vrouw in de poort. Ze
wonen in het gebouw bij de ingang. Ze vinden mij zo wit. Ik laat mijn
buik zien. Nog witter!
Na de lunch (slechts RMB 15) bij een centraal verkeersplein lopen we naar
een iets hogere heuvel die in het teken staat van het Rode Leger: Memorial
of the Red Army. Enorme monumenten, veel bloemen en communistische muziek
in een gebouw op de top van de heuvel met daarin een tentoonstelling. Alles
is verzorgd aangelegd (veel beter dan de tempel). Erg weinig bezoekers,
maar het is ook steeds warmer aan het worden. In de zalen is weinig
tentoongesteld. We kopen thee van een vrouw van een winkeltje en zitten
voor het gebouw onder een boom.
Yuwei vertelt me over ‘Three Character Classic’..
Wikipedia: Di Zi Gui, (Standards for being a Good Student and Child) is
written during the reign (1661-1722) of the Qing Dynasty Emperor Kangxi by
Li Yu XIu. The book is based on the ancient teaching of the Chinese
philosopher Confucius that emphasises the basic requisites for being a good
person and guidelines for living in harmony with others
Yuwei heeft een Japanse vriend. Hij is wel twee keer zo oud als haar. Ze is
verliefd op hem, maar heeft niks meer van hem gehoord sinds de aardbeving
in Japan. Haar Chinese ex-vriend ontnam haar volgens haar alle gevoelens.
En ze is bang voor haar vader. Die bekritiseerd haar veel. Volgens mij
worstelt ze met het loslaten van het ouderlijke nest. Haar vader is wel
goedgezind jegens zijn personeel, zegt ze.
Yuwei gelooft in de spirituele aanwezigheid van voorouders. Ze wil graag
katholiek worden en vraagt me van alles over het katholicisme. Het is haar
wens om zoals Maria te worden en als maagd in het huwelijk te treden. We
kopen een watermeloen voor RMB 6 wanneer we weer in de oude stad zijn.
Vrijdag 27 mei. De dagen in Langzhong waren geweldig. De mensen wilden
alles van me weten en zijn zeer gemoedelijk. Alles is er zo ontspannen. Ik
was een paar dagen de beroemde buitenlander in het straatbeeld. Langzhong
is nog niet zo toeristisch en druk als bijvoorbeeld Lijiang. Chinese
groepen blijven er volgens mij hooguit een nacht en dat zal voornamelijk
tijdens de weekenden zijn.
Yuwei heeft een briefje voor de taxi geschreven om bij het busstation te
komen.
Een vrouwelijke taxichauffeur brengt me naar het nieuwe
langeafstandsbusstation aan de andere kant van de rivier in het zuiden van
de stad (RMB 10,5).
Met de bus van 9.30 ga ik voor RMB 107 in circa 5 uur naar Chongqing, met
een plaspauze en een tankstop. Onderweg stapt nog drie keer iemand in. Ik
snap er niks van hoe dat kan met een expresbus, zelfs een keer gewoon op de
vluchtstrook van de autobaan. Een jonge moeder voor mij geeft borstvoeding.
De bruine oogjes houden mij in de gaten.
Chongqing
Bij het busstation in Chongqing krijg ik een illegale taxi aangeboden, maar
ik neem een normale taxi voor RMB 26 naar het Oak Hotel in Shapingba. Bij
het inchecken komt alle personeel nieuwsgierig bij de receptie staan.
Ze hebben een laowai als gast!
Rond drie uur ben ik op mijn hotelkamer. Dit is het hotel waar ik ruim een
jaar geleden ook zat toen Ling me met haar woonplaats heeft laten
kennismaken. Een vertrouwde omgeving dus. Ik breng was naar de receptie.
Ling is doordeweeks nog bij haar nichtje waar ze voor zorgt (3 keer daags
warm eten). Ik stuur haar een berichtje. Ze belt rond 19.00 en laat me per
taxi naar de Chongqing University komen (RMB 13,5). De chauffeur heeft haar
aan de lijn om te weten te komen waar hij moet zijn, maar onderweg vraagt
hij nog drie keer de weg bij een andere chauffeur en voetgangers. Ik herken
de poort van de universiteit. Net wanneer ik het terrein oploop, komt een
groep versierde kinderen aanlopen. Door de drukte zie ik Ling helemaal over
het hoofd. Ze had tegen de chauffeur gezegd dat ze me bij de poort zou
opwachten, maar dat had hij mij niet verteld (hij sprak ook geen Engels).
Ze draagt een bekende rugzak en wil twee ESL boeken van de Cambridge
University uitgeprint hebben en haar schoolgeld aan de ‘decaan’ betalen.
Dat geld gaat in een opgevouwen A4-tje onder de deur door. Wanneer we de
trap aflopen komen we de decaan tegen, een vriendelijke vrouw van
middelbare leeftijd. We lopen over het parkachtige campusterrein.
Ling zegt nu uit zichzelf dat ze in maart was gezakt voor het examen
Engels. Dat kan pas over een jaar weer. Toch is ze van plan om door te gaan
met haar studie. Ze lijkt moe. Het is ook heet (30plus). Ze moet weer even
wennen om helemaal in het Engels te praten. We eten in een Chinees
fastfoodrestaurant. Het is al laat en we zijn de laatste gasten. Ik heb kip
met rijst en champignons. Ling stelt vragen over mijn werk en over mijn
nichtje die in Amerika een jaar high school deed, maar het land
voortijdig heeft verlaten.
Morgen gaan we met haar nichtje naar de tempel bij het graf van haar
ouders. We nemen de taxi terug, Ling stapt bij haar woonpark uit. In
november kon ik nog met haar mee naar haar huis. Bij mijn hotel koop ik een
ijsje. Het is erg warm, ik loop nog een rondje langs de Chongqing Library.
In het donker zie ik dat mensen me aanstaren en hun hoofd draaien wanneer
ze me passeren. Bussen gaan 's nachts niet naar een busstation, maar worden
langs de straat en in zijstraten geparkeerd. Overigens zag ik ook vrij
jonge vrouwen bussen besturen. Moedig.
Zaterdag 28 mei. Ik ga met Ling naar het tempelpark. Ling ziet er vandaag
prachtig uit! Ik heb in mijn hotel al ontbeten, maar Ling haalt ‘chun juan’
(loempia) en ‘soy bean milk’. Ze draagt een grote zonnebril en lijkt wel
een fashion girl. Haar nichtje zou mee, maar die kan niet. Ze is erg blij
met de lotion die ik voor haar heb besteld en twee exemplaren in plaats van
één van heb meegenomen. Waarschijnlijk is dat goedkoper in Nederland omdat
het anders uit Frankrijk naar China geëxporteerd moet worden. En ik geef
haar een presentje van Desperate Housewives, omdat ze daar dol op is.
We nemen een taxi naar de Huayan Temple. Eerst lopen we naar de
naastgelegen pagode waar haar ouders' urnen in staan. Haar moeder heeft nu
ook een monumentje, gelijksoortig aan die van haar vader. Ze raakt de
monumentjes even met haar hand aan. Bij de tempel staat een enorm gouden
Boeddhabeeld.
Daarna lopen we uitgebreid door het park, ik bezoek een tempel en we zien
de Zeven Lotus Vijver. Op het einde van de route is de ingang naar een
waterpark. We lopen terug. Ik maak een fotoserie van Ling bij het water en
we lunchen in een vegetarisch restaurant. Volgens Ling is de groente alleen
zoetzuur en niet spicy. Maar dat valt tegen... Kun je nagaan wat zij onder
spicy verstaat. Ik moet ieder hapje groente met de chopsticks eerst in heet
water dompelen om de scherpte er een beetje af te wassen.
Ik zie stukjes rode peper zitten.
Ze is onder de indruk van de zeep gel die ik bij me heb: "Magic". Ling
zingt een liedje, volgens haar is het oorspronkelijk Duits. Jaren geleden
was het populair in China. Ze kent een paar regels. Ik herken er een lied
van Heintje in en maak een filmpje dat ik later aan mijn ouders kan laten
zien. We zien schildpadden, kikkers en een hagedis. Ling noemt die: "snake
with four legs". Na de lunch houden we een siësta aan een betonnen
picknicktafel. We praten ook over ‘ons’.
's Avonds eten we Japans (RMB 98) met een klasgenote van haar en lopen
daarna door het vrij donkere Shapingba park. Het is een erg hete dag. Ruim
30 graden op het heetst van de dag. We zien een groepje mensen tai chi
uitoefenen. Haar klasgenote is nog jong en gelukkig met haar werk. Ze
organiseert optredens in theaters en concertzalen en heeft geen tijd voor
een vriendje.
Ling geeft de buschauffeur de opdracht om mij bij het Oak Hotel uit te
laten. Ik herken de omgeving wel en inderdaad roept hij iets waarvan ik
"laowai" versta en de deur gaat open. Even later belt ze mij of ik wel op
de juiste plek kon uitstappen.
Net voor ik ga slapen krijg ik telefoon van Weiwei. Morgen heb ik met haar
afgesproken in Kaifeng. Ze is bang en onzeker. Ik stel haar gerust. Ze
woont in Beijing en reist het laatste deel van de reis met mij mee. Begin
dit jaar heeft ze haar werk opgegeven en is eerst een paar maanden op reis
gegaan om daarna in de zomer een studie te hervatten waarvan ze in
september, toevallig het weekend van mijn verjaardag, examen heeft. We
kunnen goed met elkaar opschieten. In mails en op Skype hebben we ontdekt
dat we een goede match maken.
Zondag 29 mei. Ik krijg de was terug. Die was nog bij de laundry aan de
overkant van het hotel. Wanneer ik dat had geweten dan had ik dat zelf ook
kunnen regelen. Ik betaal RMB 89 voor 12 stuks kledij. Het leukste meisje
van de receptie - met de mooiste glimlach - heeft mijn was opgehaald. Even
na tienen bel ik naar Ling, want ze zou hier om half tien zijn. Ze had
zelfs mee kunnen ontbijten want ik kreeg twee tegoedbonnen, maar dat vond
ze te vroeg. Ze heeft gisteren honey lemon tea voor me gekocht (RMB 18).
Lekker.
Een jonge vrouw in de lobby vraagt me waar ik naartoe ga. Zij moet ook naar
het vliegveld en stelt voor om de taxikosten te delen. Ik was eigenlijk van
plan om met Ling met de bus te gaan, maar dit is een aantrekkelijk aanbod.
Ze praat ook met Ling - vandaag in een prachtige zomerjurk! - en die lijkt
het wel goed te vinden. Ze protesteert tenminste niet. We lopen naar de
brede straat. Ik zie tranen bij Ling. Er volgt een kort, heftig en
verdrietig afscheid. Tja, het is niet anders. "Stuur me een e-mail wanneer
je iets nodig hebt", zeg ik tegen haar.
Ik zit ongemakkelijk in de taxi. Mijn telefoon doet het niet meer, er zit
geen tegoed meer op de SIM-kaart. Ik kan Ling niet eens een troostende sms
sturen. Alles zit even tegen. Ze had zelfs wel mee kunnen komen in de taxi,
maar dat is nu te laat. De taxi komt ook nog in een file te staan door een
ongeluk op de ringweg. Maar ik ben nog op tijd (RMB 65, waarvan ik 35
betaal). Ik neem afscheid van de jonge vrouw. Ze heeft afgelopen week een
cursus in het ziekenhuis in de buurt van het hotel gedaan. Haar man is ook
een arts. Het is iemand die gestudeerd heeft en ook wel wat Engels
spreekt.
Na een vlucht van anderhalf uur arriveer ik om 15.20 op het vliegveld van
Zhengzhou. Weiwei staat al te wachten. Ze was bereid om mij van het
vliegveld te halen en ziet er nerveus uit. Ik hoef niet lang te wachten op
mijn koffer. We kunnen al snel met een shuttlebus naar Kaifeng (RMB 40). We
zijn beiden een beetje stilletjes en moe. De bus stopt in het centrum van
Kaifeng bij het Yuxian hotel voor een klein standbeeld.
Kaifeng
We nemen een driewiel bromtaxi naar het hostel. Weiwei is een dag eerder al
gearriveerd. Ze heeft een lange treinreis vanuit Tibet achter de rug en al
kennisgemaakt met het personeel van het hostel. Het hostel in Kaifeng is
nog maar sinds april open. De eigenaresse is een mooie Chinese die getrouwd
is met een baardige Australiër met een buikje. Volgens Weiwei zegt hij
nauwelijks iets. Een jonge Chinese man met een brilletje - slim manneke -
is de manager. En bij de receptie zitten twee meiden die elkaar afwisselen.
De manager is bezig met het bouwen van de website en vraagt mij advies voor
een affiche dat hij naar andere hostels in China wil sturen.
Weiwei kan al zeer goed met het meisje van de middag- en avonddienst. Ze
kent haar nog maar net en zit al aan haar alsof het haar beste vriendin is.
Ze heeft me korte voor de reis foto’s gestuurd uit haar studietijd met
kamergenoten en vriendinnen. Weiwei vertelt over het delen van een kamer
met klasgenoten op high school de universiteit. Ze hoefden niet zelf te
koken.
Ik heb een kamer met twee bedden gereserveerd. Geen grote kamer. In de
badkamer is niks om je kleding of handdoek op te hangen. De badkamer is
omheind door bijna doorzichtig glas met tekens erop. Op de plafondlamp zit
een afbeelding met bamboe: "Even when we don’t eat meat we want bamboo
around our home." Bamboe staat voor eerlijkheid en rechtvaardigheid.
Het Engels van Weiwei is behoorlijk goed, zodat ik makkelijk meer kan
vragen over China, de taal en cultuur. Ze had Engels in haar vakkenpakket
en heeft later online via Skype les gehad van een jonge vrouw uit de
Filippijnen.
We kijken naar tennis op CCTV 5. De Chinese Li Na speelt erg goed. Weiwei
vertelt me over de belangrijkste nationale televisiezenders:
CCTV 2 economics
CCTV 3 music
CCTV 4 international (overseas Chinese people can watch this channel)
CCTV 5 sports
CCTV 6 movies
CCTV 8 TV series
CCTV 9 documentaries
CCTV 10 science/education
CCTV 13 news
Kaifeng is één van de zeven voormalige hoofdsteden en ooit de grootste stad
ter wereld. Het is vandaag iets minder heet dan gisteren in Chongqing, maar
nog steeds wel zweten. We eten verse dumplings in een restaurant in een oud
houten gebouw, genaamd Gulou Jiaozi. Op de bovenste verdieping is een
operavoorstelling.
Weiwei heeft de kamer even alleen nodig om te douchen. In de tussentijd
drink ik buiten een heet ‘lemon honey’ drankje. Daarna wil ze nog wakker
blijven om haar haar te laten drogen. Ik val bijna in slaap wanneer ze met
verhalen komt. Ze vroeg zich op het vliegveld af wat ze daar deed. Ze
vertelt over haar ex-vriend die onlangs getrouwd is. Hij had liever een
stil meisje. Ik leg haar uit waarom ik bezorgd ben over Ling. Het beeld van
het trieste afscheid van vanmorgen staat nog op mijn netvlies.
Weiwei had een paar weken geleden de kans om een jeugdvriend uit Guangzhou
te kiezen, maar heeft hem weer afgewezen. Ze beschouwde hem als back-up en
beschouwt hem als een broer. Ze vraag hoe ze kan weten of ze de ware heeft
ontmoet.
Maandag 30 mei. We beginnen rustig. Ik laat haar wat foto’s zien in mijn
camera van mijn familie, van het jubileumfeestje van mijn ouders en mijn
eerst week in China. Bij het ontbijt hebben we een soort van gefrituurd
deeg bij een straattentje, ik hoop niet dat ik daar ziek van ga worden.
Verder bestellen we zeer smakeloze porridge en lekkere watermeloen.
Kaifeng is redelijk overzichtelijk. Vandaag bezoeken we de zuidkant. Het is
benauwd en licht bewolkt. Het bezoek aan de mooie parken bewaar ik liever
voor morgen, in de hoop dat er dan een blauwe lucht is. We lopen rond het
meer in het zuidwesten en zien mannen die vogeltjes in kooien uitlaten,
stoeltjesverkopers (voor slechts RMB 10/20 per stuk) en we passeren de Lord
Bao Tempel. Na een pauze in het hostel lopen we via een oude stadspoort
naar het centrum en eten gestoomde broodjes gevuld met vlees of groente en
een dipsausje in een gerenommeerd restaurant.
Ik word veel aangestaard omdat buitenlanders hier maar weinig komen.
Supermarkt Juchentong is voor mij van buitenaf niet als zodanig herkenbaar.
We halen fruit, gember en cola. Met die laatste twee maakt Weiwei met heet
water een lekker gemberdrankje voor mijn keel, want ik begin steeds meer te
hoesten.
Er zit een Hongaars stel in de lobby van het hostel. Naast de Australische
eigenaar heb ik nog geen buitenlander gezien. Weiwei vertelt van de
Taiwanese schrijfster San Mao (1943 - 1991). Haar man is in 1979 omgekomen
bij een auto-ongeluk. In 1991 pleegde ze zelfmoord. Haar boeken handelen
over studeren en leven in het buitenland en kregen goede ontvangsten in
Taiwan en in China en zijn nog steeds populair.
Dinsdag 31 mei. We gaan vandaag vroeg op pad. Naar de noordkant van het
oude deel van de stad. We lopen op advies van de manager langs kanaaltjes
naar het Millennium City Park (RMB 80),
(ttp://www.qingmings.com/worldwide/en). Een cultureel
themapark gebaseerd op Qingming Riverside Landscape, een schilderij van
Zhang Zeduan, een beroemde schilder van de Noordelijke Song Dynastie. Langs
het water staan bordjes dat er niet gevist mag worden, maar daar trekt
niemand zich iets van aan.
Weiwei heeft jaren geleden samen met haar broer een certificaat gehaald
voor tour guide. Dat deed ze om haar broer te steunen die de opleiding
wilde doen, maar ze wil zelf helemaal geen gids zijn. Haar professie is
accountant. Ze heeft in het verleden voor Ernst & Young in Shenzhen
gewerkt.
In het Millennium Park zijn enkele mooie historische voorstellingen en
gidsen lopen in klassieke jurken met parasollen. Alles is prachtig
aangelegd. Een populaire voorstelling is die waar de dochter van Landlord
Wang haar toekomstige man kiest.
Het meisjes staat op een balustrade en een man uit het publiek is de
gelukkige kandidaat. De paardenshow is minder zo geslaagd. In het Xuande
Paleis is een mooie carillon dansvoorstellingen, een schaduwspel en de
gelegenheid om op de foto te komen in een kostuum op een drakenstoel uit de
Song Dynastie. ’s Avonds is er een show op het water. Die voorstelling doen
ze overdag niet.
We rijden met een vrouw in een kleine bromtaxi naar een restaurant in de
buurt van de westpoort voor lunch (RMB 45). Daarna bezoeken we het Long Ti
park met het indrukwekkend rode paviljoen. Eerst rusten we even in de
schaduw bij een tempeltje achter het paviljoen. Een verlamde bedelaar
krijgt een half RMB. Weiwei wil niet geld geven aan mensen die nog zouden
kunnen werken. Ling dacht daar precies zo over.
We zien enkele voorstellingen over de geschiedenis die rond 960 afspelen
over het ontstaan van de Noordelijk Song Dynastie. Zhao Kuangyin is de
eerste keizer. Tijdens een banket paait hij de generaals en ministers om de
vrede te behouden. Alle spelers hebben prachtige kostuums. De teksten
worden via luidsprekers afgespeeld. Ik geniet van het spel en de kostuums,
ook al versta ik er niks van. Weiwei legt het na afloop uit.
Er loopt een pad twee meren door naar het stadcentrum. Daar kopen we
dadelcake. We hadden ook nog naar de 54 meter hoge IJzeren Pagode kunnen
gaan, maar uit verslagen kreeg ik niet de indruk dat die niet zo bijzonder
is.
In het hostel kopen we bij ons favoriete receptiemeisje twee kaartjes voor
de shuttlebus naar het vliegveld (RMB 40). We krijgen de uitnodiging om mee
te eten met de manager en de kok. Een prima maaltijd. Ze eten in deze regio
veel ongevulde stoombroodjes in plaats van rijst.
Woensdag 1 juni. Om 7.00 gaat de wekker. Het is vandaag International
Children’s Day. Met een driewiel bromtaxi zijn we rond half negen bij de
opstapplaats van de shuttlebus naar het vliegveld van Zhengzhou. Tegen
tienen zijn we op het vliegveld. Weiwei ruilt haar stoel met een andere
passagier zodat ze naast mij kan zitten. We krijgen vis met rijst.
Hohhot
Hohhot maakt in eerste instantie de indruk van een stad die flink
gemoderniseerd is. De shuttlebus naar het centrum kost RMB 5. Daarna nog
een klein stukje met een taxi. We rusten even op de kamer en nemen dan een
taxi naar de Grote Moskee. Eerst zijn er twee taxichauffeurs die niet weten
wat we bedoelen. Ik geef de derde chauffeur aanwijzingen met het gescande
plattegrondje uit Rough Guide.
De mensen zijn vriendelijk. We mogen op het plein achter de moskee. Rond
half zes komen ze hier om te bidden. Een groep jonge mannen in ‘jurken’
krijgt les uit de koran (tenminste, dat denk ik). Aan de straatzijde koopt
Weiwei gesuikerde deegballen en een tutti frutti drankje. Veel gebouwen
hebben koepels op de daken. Niet alleen moskeeën, maar ook winkelcentra.
Dan lopen we terug richting het hotel (zo ver blijkt dat niet te zijn) via
een straat met veel restaurantjes. De teksten op de gebouwen zijn vaak
tweetalig: Mongools en Chinees. We eten pannenkoekreepjes en noedels met
schapenvlees en halen fruit voor het ontbijt. Sommige voorbijgangers willen
weten waar ik vandaan kom en vragen of
ik student ben. Ik zie er kennelijk veel jonger uit dan ik ben.
Op de hotelkamer zien we de dameskwartfinale tennis op Roland Garros, die
rechtstreeks uitgezonden wordt omdat Li Na speelt.
Hohhot is de hoofdstad van Binnen-Mongolië. Het hotel waar ik graag wilde
overnachten liet geen buitenlanders meer toe, vermoedelijk kon ik het
daarom niet meer boeken via ctrip.com. Ik las er goede recensies over en er
zat zelfs een restaurants met westers eten in. Raar dat ze nu geen
buitenlanders meer toestaan.
Weiwei heeft een andere hotel weten te vinden door naar een
hotelreserveringagentschap te bellen. Dit hotel ligt aan het centrale
‘plein’ Xinhua en is goedkoper (via ctrip.com nog goedkoper, ontdek ik
later). In Rough guide lees ik dat de stadmuren zijn verwijderd ten faveure
van boulevards en banken. Dat laatste is opvallend: Chinese steden staan
vol met banken.
Er heerst een wat een rare sfeer, want rond het plein staan allemaal
militairen en mijn paspoort is toen we al op de kamer waren nog een keer
door de receptie opgevraagd om de gegevens te gebruiken voor een
formuliertje.
We zijn maar één middag en nacht in Hohhot. We hebben te weinig tijd om de
omgeving te bezoeken. Het is mogelijk om tours te doen naar steppes en
nomaden, maar ik zou daar liever voor naar Mongolië gaan. Dan wil ik ook
wel meer typisch Mongools eten proberen. Naast nieuwsgierigheid naar Hohhot
en Binnen-Mongolië, was Hohhot een ‘noodzaak’ omdat er geen vlucht van het
vliegveld bij Kaifeng naar Datong ging. Ondanks de sfeer rond het plein en
de grote aanwezigheid van politie en militairen, heb ik daar geen spijt
van. Want de mensen blijven zeer vriendelijk. Kinderen wijzen soms wanneer
ze mij zien en stoten hun vader of moeder aan.
Donderdag 2 juni. Voor RMB 8 komen we met een taxi bij het busstation
(naast het treinstation). Weiwei vraagt aan de taxichauffeur waarom er
zoveel politie en militairen zijn. Het is onrustig omdat de Chinezen een
mijn willen beginnen op grond van de Mongoolse minderheid. Ze willen daar
weinig of niks voor vergoeden Er zijn twee doden gevallen. De avond voor
ons vertrek nog één.
Op het busstation word ik weer volop aangestaard. Een kaartje naar Datong
kost RMB 70. In ruim vier uur reizen we met de bus door een gevarieerde
landschap. Eerst door buitenwijken van de stad waar controles zijn van het
personenverkeer, dan landbouw in een dor landschap, met wel een groot meer.
Vervolgens een bergroute met veel vrachtverkeer. We zitten op de achterste
bank. Rechts van mij zit een jong stel waarvan het meisje moet kosten.
Links van Weiwei zit een man met een zachte gezichtuitstraling die vertelt
wat er aan de hand is in Binnen-Mongolië.
Hij bevestigt het verhaal van de taxichauffeur en weet nog meer te
vertellen. Vanaf maandag zijn de hoge scholen en universiteiten gesloten om
de studenten onder controle te houden.
Wanneer ik thuis ben, lees ik:
"The situation remains tense in Hohhot, the capital of Inner Mongolia.
Five days after protests first began in Inner Mongolia on May 23,
Chinese Communist Party officials declared martial law on May 28 in two
banners (county-level administrative units) and then in Hohhot, on May
30.
The unrest in Inner Mongolia was triggered by the death of a herdsman,
Mergen, who was crushed to death under a coal truck. Soldiers from the
military are reported to be deployed in Xilingol League, the area where
Mergen was killed, and the situation there is also described as tense.
At least 40 Mongolian students and herders were arrested in Shiliin-gol
League including Right Ujumchin Banner, Left Ujumchin Banner, Shuluun-
huh Banner, Huveed Shar Banner, and the league capital Shiliin-hot
City during the week-long protests.
Almost all Mongolian language internet chat rooms, personal blogs, and
discussion groups are either completely shutdown or write-access disabled
in Southern Mongolia as the Chinese authorities attempt to create an
information blackout in the region to cut off any contact to the outside
world."
Datong
Bij aankomst in Datong, in de buurt van het treinstation, nemen we een taxi
die ons om de binnenstad naar de zuidkant brengt. Daar hebben we het
duurste hotel van de reis. Tegen half drie zijn we op een mooie en ruime
kamer met een badkamer waar we wat handwasjes doen. We krijgen een schaal
met fruit. ’s Avonds eten we schaap hotpot in een zijstraat ten westen van
het hotel bij Yisheng Yuan. Het restaurant ziet er luxe uit. De bediening
heeft verschillende kleuren: bij de ingang zijn in het rood, de
tafelbediendes zwart met rood en de dame die drinken brengen in het
blauw.
We blijven drie nachten in Datong. De stad is groter dan verwacht. In
beschrijvingen las ik over een stoffige stad. Een derde van de kolen in
China komt uit deze regio. Maar Datong is modern en ziet er zonnig en
zeker niet armoedig uit.Misschien dat het ’s winters anders is wanneer er
nog volop op kolen wordt gestookt.
Vrijdag 3 juni. Vanmorgen gaan we naar de Yungang Grotten waar veel
Boeddhabeelden in staan. Bij aankomst had ik bij het hotel al op een bordje
gezien dat we 16,7 kilometer naar het westen moeten afleggen om er te
komen. In plaats van een bus, nemen we een taxi (RMB 36). Met RMB 150 is
dit de duurste entree totnogtoe, want het is een zogenaamde AAAAA-klasse
bezienswaardigheid. Bij de ingang spreekt een bewaker met een politiepet
ons aan. Hij wil Engels spreken en graag een Engelse gids worden.
De grotten met de Boeddhabeelden zijn mooi! Ze zijn genummerd en 5 tot en
met 13 zijn het meest bijzonder. Ze zijn tussen 453 en 525 gemaakt en
hebben in symboliek buitenlandse invloeden. Bij de uitgang lunchen we, want
je weet maar nooit wanneer er weer een aantrekkelijk restaurant komt en dit
ziet er op de plaatjes van het menu goed uit. En dat is ook zo:
schapenvlees met ui, selderij, wortel en gestoomde deegbolletjes (RMB
46,5).
Voor RMB 1 per persoon nemen we een bus terug naar het centrum. We stappen
over op een andere bus naar het Datong Park. Om even uit te rusten in de
schaduw. Dit is een typisch Chinees park met simpele pretparkattracties en
een meertje waar je met bootjes op kunt varen. Ik krijg een suikerspin van
Weiwei. Weiwei praat met een arme weduwe van middelbare leeftijd die als
afwashulp werkt terwijl ik op een bankje ga liggen en mijn ogen even sluit.
Er wordt ook klassiek gezongen. Ook hier zijn mensen die willen weten waar
ik vandaan kom en of ik student ben. Ze moeten hier iets meer gewend zijn
aan buitenlanders, want morgen ga ik naar nog een grote attractie in de
buurt: de hangende kloosters. Af en toe schreeuwt iemand "Hello!".
Vanaf het park lopen we naar de Drum Tower in het hart van het centrum
(niet opengesteld voor bezoekers) en de Nine Dragon Wall (RMB 10) van 45,4
meter. Deze drakenmuur uit de Ming Dynastie (1392) is de grootse
geglazuurde muur in China. Sommige bezoekers lijken teleurgesteld. We
zitten er een tijdje onder een boom en eten koekjes die we in één van de
overgebleven oude winkeltjes hebben gekocht. Andere straten zijn al
herbouwd. Ik ben bang dat meer oude straatjes verdwijnen en door nep oud
worden vervangen. We praten met een ouder Taiwanees koppel dat in Amerika
woont. Ze vragen aan Weiwei of ik haar Engels heb geleerd. Ze is een beetje
verontwaardigd; alsof het niet mogelijk is om in China goed Engels te
leren.
Datong ondergaat een grondige renovatie. We lopen door het hart van de stad
naar ons hotel en kopen net ten zuiden van de nieuw te bouwen zuidpoort
fruit, gember en cola om een warm gemberdrankje te maken. Door de stof is
mij kriebelhoest weer erger geworden. Niet overal is bestrating. De hoest
is niet zo erg als de vorige keer, maar komt vooral 's avonds weer op.
Zaterdag 4 juni. Bij de hotelprijs is een uitstekend ontbijtbuffet
inbegrepen. Onvoorstelbaar hoeveel personeel daarbij aanwezig is. Weliswaar
veel jonge mensen. We nemen een taxi naar het busstation aan de oostkant
van de stad. Daar stappen we in een bus (RMB 27) voor nog een flinke rit
naar de hangende tempels, Xuankong Si.Na de buitenwijken volgt een route
door de bergen met veel traag vrachtverkeer richting het zuidoosten. De
tempels zijn pas bij de volgende bergketen. Het laatste stuk delen we een
illegale taxi met een studentenkoppel, bij de ritprijs van de bus
inbegrepen. De chauffeur wil eerst doorrijden en net voor de tunnel stoppen
zodat we foto’s kunnen maken. Volgens hem is de entree veel te duur. Maar
wij zijn hier juist voor die tempels!
Net na de entree is een plein met mooi zicht op de tempels. Wonderlijk hoe
de gebouwen tegen de rotsen hangen, ze worden ondersteund door lange
balken. Een entree van RMB 130 is inderdaad veel. Er loopt een pad door een
parkje, dan gaan we naar de overkant van een riviertje. Daarna trappen
omhoog. De tempels zitten zo hoog omdat vroegere tempels door hoog water
werden vernield. Ze zijn met elkaar verbonden, via een traject met trappen
en nauwe doorgangen komen we van de ene in de andere tempel. Je moet geen
hoogtevrees hebben! Het is niet toegestaan om foto’s te maken van de
Boeddhabeelden die de drie hoofdreligies van China representeren:
confucianisme, boeddhisme en taoïsme.
Voor de taxi terug onderhandelt Weiwei met een chauffeur, maar RMB 20 vind
ik nog steeds veel voor het korte ritje. We worden naar de busstop
gebracht, een smerig onverhard terreintje waar een eenvoudig, maar
verrassend goed restaurantje is. We eten gekruide aardappel, bief, groente,
pinda’s en rijst voor slechts RMB 32. De bus terug naar Datong kost RMB 22.
Voor het laatste stuk naar het hotel nemen we weer een taxi.
We rusten even op de kamer en lopen door de straat naast het hotel. Hier
zijn supermarkten, restaurantjes, kappers en andere middenstanders. Een
gezellige straat. En er worden nieuwe appartementen gebouwd. Niet zomaar
even een flatgebouw, maar direct een heel cluster van woontorens. Alles
gaat hier de lucht in, zoals ik al vanuit de hotelkamer op de vijftiende
verdieping zag. Overigens bestaan verdieping 13 en 14 niet, want dat zijn
ongeluksgetallen. We eten vis van de barbecue, lekker, wel een beetje te
zout maar de groene boontjes compenseren dat een beetje. Op de
hotelkamer zien we Li Na Roland Garros winnen!
Net als gisteren hebben we een bonnetje gekregen voor gratis voetmassage op
de vijfde verdieping. Vanavond wil ik dat wel proberen. Een pittig meisje
met een brilletje geeft mij een heerlijke voetmassage. Ze haalt me over om
ook de rest te masseren, op die manier verdienen ze er ook nog wat aan. Die
massage is ook erg goed. Ik verwonder me hoeveel spierkracht die kleine
vrouwtjes kunnen hebben. Weiwei heeft het bonnetje voor de douche/sauna
gebruikt.
Voor mensen die minder tijd hebben en de grotten en hangende tempels op één
dag willen bezoeken, raad ik aan om vroeg te beginnen. Want ik ben blij dat
wij hier twee volle dagen waren. We zijn nog niet eens naar de grootste
houten pagode ter wereld in Yingxian geweest (75 kilometer ten zuiden van
Datong). Daar was ook wel wat tijd in gaan zitten.
Zondag 5 juni. Voor RMB 8 nemen we een taxi naar het busstation (Xin Nan)
aan de zuidkant van de stad. Om 10.10 vertrekt de bus voor RMB 128 naar
Beijing. We krijgen een stoffen tasje met cakejes van een dame met een
gebleekt gezicht en hebben nog fruit voor onderweg.
Langs de express autobaan loopt een spoorlijn waar erg lange treinen met
kolen rijden. Naast ons zit een moeder met een dik dochtertje. Geen mooi
meisje, maar niet verlegen en ze is nieuwsgierig naar mij. Haar moeder en
Weiwei moeten lachen om de vragen die ze stelt. Weiwei geeft antwoorden.
Een paar rijen naar voren zit een jonger meisje dat nieuwsgierig over de
leuning naar achteren kijkt: ze ziet een buitenlander! Ik geef beide
meisjes een Jip en Janneke ballon. We krijgen fruit van de moeder van het
dikke meisje.
Beijing
We arriveren na ruim 3 uur bij een busstation aan de zuidwestkant van
Beijing. Daar nemen we een taxi voor RMB 42 naar ons hotel. Het is heet in
Beijing. "Het is nog niet eens juli/augustus en nu al zo’n hitte", zegt
Weiwei. We verblijven in een hutong (volkswijk met laagbouw) achter het
hotel waar ik bij de eerste reis in 2009 zat. In het Far East Hotel aan
Tieshu Xie Jie. Ik doe een rondje alleen door de wijk. Eerst heb ik een
gesprek met een gescheiden vrouw die een kapsalon/massagesalon heeft. Ze
spreekt behoorlijk goed Engels en wil graag een gids worden, maar volgens
haar is die markt behoorlijk verzadigd. Haar buren hebben een theewinkel.
Daarna breng ik foto’s bij een restaurant in de buurt waar ik in 2009 heb
gegeten met een meisje dat in deze wijk woonde. De zoon van de eigenaresse
zit aan een tafel met een vriend. Het is geen etenstijd. Hij haalt zijn
moeder. Ze is blij met de foto’s en maakt gebaren dat ik moet komen eten.
Ik zeg dat ik later terugkom (wat ik helaas niet heb gedaan). Haar zoon
spreekt ook geen Engels. Ze noemt de naam van het meisje op de foto’s. Ik
herinner me dat Yuan hier vaak at omdat ze zelf geen keuken
had in haar kleine woonruimte.
De kentekenplaten van auto's uit Bejing beginnen met:
's Avonds is er barbecue op straat. De straten zijn in de meeste gevallen
smal en er is ook speelruimte voor kinderen. We eten een ‘wrap’ met zoute
bief. Die wordt in een soort van pers gebakken. Daarna eten we hotpot met
schapenvlees en broccoli voor $46. De hotpot heeft de vorm van een
schoorsteen. Die zagen we al in Datong, in de straat waar we vis aten. Maar
toen had ik zin in vis.
Maandag 6 juni. Er is geen ontbijt inbegrepen, vandaar dat Weiwei gisteren
roomsoesjes en nog een andere type zoete soesjes heeft meegenomen. We
hebben een koelkast op de kamer, zodat ze goed blijven. Nooit gedacht dat
roomsoesjes in China zouden zijn. Op televisie is veel aandacht voor de
overwinning van Li Na.
Bij de markt halen we gember voor mijn keel. Dan nemen we bus 120 naar de
Tempel van de Hemel. Entree is 35 RMB. Rondom de tempel is een enorme park
en in vier etappes is een kaartjescontrole waar ze een strookje afscheuren.
Ook in dit park weer dans en muziek. We lopen van zuid naar noord waardoor
we de hoge Tempel van de Hemel als laatste zien. Aan de rand van het plein
bij de tempel is een fotoreportage gaande van kungfu spelers. Ieder jochie
komt in een bepaalde pose in beeld.
Weiwei heeft een oud klasgenote gebeld: Xu Xianqiang. Hij is
sportjournalist. Een tenger ventje, met een vrij donkere huidskleur en een
brilletje. Hij kan wel Engels, maar heeft dat weinig in de praktijk
gebracht, dus is hij nog wat onzeker.
We nemen een taxi naar een restaurant waar ik ook enkele buitenlanders zie.
Het is een populaire plek voor het eten van noedels in Beijing-stijl. Dikke
noedels (bijna bami) met sojasaus en taugé. Ik mag de bijgerechten kiezen.
Ik wil graag vis en spinazie met mosterd, het menu heeft plaatjes... Zij
kiezen vervolgens nog een schaaltje met gefrituurde dumplingachtige
schelpjes, ook typisch voor Beijing. Op dat laatste na smaakt het
uitstekend. In Beijing eten ze meer deegproducten en het eten is
minder spicy, maar lijkt vetter en zouter. We nemen er een blikje
kokosnootmelk bij, mijn keuze. Hij betaalt, want wij zijn gasten (RMB 106).
Daar tegenin gaan heeft toch geen zin, heb ik al geleerd.
Daarna neemt Xianqiang afscheid van ons. Hij gaat terug naar huis, zijn
schoonfamilie is op bezoek. Maar hij is volgens Weiwei blij dat hij een
excuus had om even weg te kunnen. Weiwei wil naar de bioscoop, maar die
blijkt hier erg duur te zijn. Misschien omdat er een speciaal groot scherm
is. Het is ook lastig om een film te vinden die in het Engels is.
Na een pauze op de kamer, lopen we wat rond in de buurt van het hotel. Ik
koop op aanraden van Weiwei een cd in een boekwinkeltje en we zitten lange
tijd op een rustig pleintje met livemuziek en enkele nieuw geopende winkels
waar promotie voor gemaakt wordt. We kijken even in de beroemde zijdewinkel
Rui Fu Xiang. Erg mooi, maar wij (lees: ik) dragen dat soort stof in
Nederland volgens mij nooit. In de buurt van het hotel eten we bij een
klein familierestaurantje rijst met groente en kip en soep met tomaat en ei
voor RMB 16. Een koopje.
Een collage met foto's van Weiwei die ik die middag heb gemaakt:
Het is een nationale feestdag: het Drakenbootfestival (duan wu jie). 's
Avonds op televisie zie ik daar beelden van. Weiwei heeft de gewoonte om na
het douchen een gezichtsmarker te dragen en daarna haar gezicht met
nachtcrème in te smeren. Ik doe de klopjes die ze met haar handen op haar
wangen en voorhoofd doet na. Ze moet lachen. Ze reageert met één van haar
stopwoordjes: 'yundao', wat ‘ik val flauw’ betekent. Volgens haar is het
klimaat van het noorden beter voor haar gevoelige huid dan het vochtige en
hete zuiden.
Dinsdag 7 juni. We checken uit en nemen voor RMB 36 een taxi naar het
Dongzhimen langeafstandsbusstation in het noordoosten van Beijing. Het
gekke is dat eerst een paar taxichauffeurs niet weten vanaf welk busstation
je naar Chengde kunt gaan. Bij de receptie van het hotel wisten ze dat ook
al niet. Volgens Weiwei komt dat omdat Beijing zo groot is en het
onmogelijk is om alle mogelijkheden van vervoer te kennen.De afstand die de
bus in ruim drie uur aflegt is 233 kilometer (RMB 85).
Chengde
In Chengde is het zomerverblijf van vroegere Manchu-Keizers. Ook keizerin
Cixi had er een verblijf. Aan de rand van het enorme park zijn acht tempels
gebouwd, volgens verschillende architecturen. Omdat het in de bergen ligt,
is het 's nachts koeler. De Qing Keizers brachten hier de zomermaanden door
om te feesten, jagen en gasten te ontvangen.
Uit Het Groene Goud, door Adrian Levy en Cathy Scott-Clark
p.62 Toen keizer Kangxi in 1703 voor het eerst door Jehol was gereden, was
het een woest oord dat bekendstond als de 'bergvilla om de hitte
te ontvluchten'. Nu stonden overal [..] tempels, paleizen en parken die
waren gebouwd om het hof, zo niet China, te herinneren aan de
overwinningen van Qianlong en het multiculturele karakter van zijn rijk.
We nemen een taxi naar het Bifeng Hotel. Onze kamer is op de negende
verdieping, met zicht op het noordoosten waar de meeste bezienswaardigheden
zijn en de rots in de vorm van een hamer: ‘sledgehammer’, een staande brok
van twintig meter.
Bij de Bank of China is wel een Engelstalig menu, maar ik moet een 6-
cijferige code intoetsen en die heb ik niet. Bij China Construction Bank
heb ik wel succes, al kan ik daar maximaal RMB 1000 pinnen, terwijl dat bij
andere banken vaak RMB 2500 is. Dan maar twee keer achterelkaar. We houden
een late lunch in een restaurant in een binnendoorstraatje naar het
Mountain Resort. In een grote eetzaal in een kelder. De groente is te nat
en de gefrituurde, gevulde deeg vind ik te vet. Eén van de weinig
keren dat het eten tegenvalt.
Er is nog een paar uur over om het Mountain Resort (1703) te bezoeken. Dat
sluit om 18.00. Ik moet RMB 120 betalen. Weiwei probeert gratis binnen te
komen op haar tour guide licentie, maar die is hier niet geldig, want er
zijn alleen lokale gidsen.
Ze kan wel korting krijgen op vertoon van haar studentenkaart. Op die
studentenkaart is ze vijf jaar jonger dan in werkelijkheid. Ze heeft die
illegale kaart in Beijing gekocht zodat ze tijdens haar lange reisperiode
geld kan besparen. Kleine corruptie waar ik wel om kan lachten.
We beginnen bij het museum van de residentiële gebouwen, Bishu Shang
Zhuang, wat zoiets betekent als: bergvilla de hitte ontsnappend, met negen
binnenplaatsen en veel bomen. Om dieper in het park te komen, kunnen we een
bus nemen, maar we blijven liever bij het merengebied met paviljoenen. Er
zijn tien meren.
De Chinese toeristen zijn voornamelijk van middelbare leeftijd. Sommigen
gaan met een grote boot het meer over, maar dat is vrij prijzig. Wij komen
via de paden tussen de meren bij een groepje dansende mensen. Mooi om te
zien. Bewoners van Chengde hebben een jaarkaart waarmee ze onbeperkt het
park kunnen bezoeken. Bij het volgende gebouw spelen twee mannen op
traditionele instrumenten. Ze begeleiden een vrouw die bijzonder mooi
zingt. Ik heb er een opname van gemaakt met de videofunctie van mijn
compacte camera.
We zitten langere tijd op een heuveltje bij een paviljoen. Golden Hill
Island, een replica van het de gelijknamige tempeleilandje in Zhenjiang.
Een rustig plekje. Af en toe komen andere bezoekers langs. Ook nu willen
sommigen met mij op de foto. Ik heb ballonnen bij me voor de kleintjes.
Vanuit het westen komen donkere wolken opzetten. Het lukt ons niet om droog
de uitgang te halen. Het is een pittig onweer, die wel even aanhoudt. We
schuilen samen met andere bezoekers onder een overkapte brug. Harde wind en
regen drijft ons in een hoek. Mijn paraplu zit in mijn koffer.
Zodra de regen afneemt, verlaten we het park en schuilen nog even in een
sportzaak. Daar hoor ik mooie muziek. Weiwei download die later voor mij
met haar laptop op onze kamer. In de buurt van het hotel koop ik in een
muziekwinkel een cd met dansmuziek. Ik wil graag muziek hebben waar ze hier
zo massaal mee op straat dansen. De winkel ligt half ondergronds. Het
echtpaar dat de zaak beheert is zeervriendelijk. Ze zijn in mij
geïnteresseerd en stellen vragen aan Weiwei.
Naschrift: Wanneer ik thuis ben, ontdek ik dat dit wel erg moderne
dansmuziek is. Niet helemaal wat ik had willen hebben. Helaas wist Weiwei
me daar ook niet bij te helpen, terwijl ze anders zeer behulpzaam is en ook
veel vertaalt en
uitlegt.
Woensdag 8 juni. Het ontbijtbuffet is een beetje rommelig. Vandaag gaan we
drie van de acht tempels die buiten aan de rand het zomerresort liggen
bezoeken. We nemen bus 6 naar Puning Si (1755 - 1760). Dat is de eerste
tempel. Op het plein voor de tempel zijn jongeren aan het spelen met kleine
parachutes. Er staat een grote versterkte luidspreker waar muziek uit
klinkt van een usb-stick. Fascinerend. Typisch Chinees. Ik koop een video-
cd met Boeddhistische muziek (RMB 20) die ze in een winkeltje draaien.
De tempel is op mooi, maar ik mis de sfeer. Er is nauwelijks wierook en er
zijn maar weinig bezoekers, en de monnik speelt met een dure fotocamera.
Ook de Tibetaanse gebedsmolens krijgen niet de aandacht zoals in Tibet. Het
is een replica van het Samyai klooster in Tibet. In de achterste tempel
staat Guanyin, Goddess of Mercy, het grootste houten Boeddhabeeld in China
met 42 armen! In iedere handpalm heeft ze een oog. En een gezicht met drie
ogen om in het verleden, het en de toekomst te kunnen kijken. En nog een
oog in de navel. En een aapje op haar hoofd ;-)
Helaas mag daar geen foto van worden gemaakt. Weiwei is een beetje
verontwaardigd omdat er wel ansichtkaarten van zijn.
Na de tempel loopt een route door Puning Street in Qing-stijl met personeel
in kostuums uit de Qing Dynastie waar niet zulke interessante souvenirs
zijn. Ik koop wel een klein glazen vaasje waar mooie traditioneel geklede
dames op zijn geschilderd. De verkoper wil graag euromunten van mij kopen.
Ik heb drie muntjes van 50 cent, uit Frankrijk, Nederland en Duitsland. Hij
heeft daar wel RMB 15 voor over. Dat is het omgerekend ook ongeveer waard.
We eten elk een chocolade-ijsje.
Met een taxi (RMB 10) laten we ons naar de ingang van de Potalaka tempel,
Pu Tuo Zong Cheng (1767 - 1780) brengen. Weiwei koopt een zakje met
heerlijke zoete pinda’s met sesam op het plein voor de ingang. Er arriveren
net een paar bussen met ouderen uit Beijing. Gezellig. Deze tempel is een
kleine ‘replica’ van het Potala Paleis in Lhasa, de hoofdstad van Tibet. We
komen eerste door enkele fotogenieke poorten in een mooie park, voor we het
paleis bereiken. Er zijn een flink aantal trappen.
Maar er is nauwelijks iets binnenin, op wat sobere tentoonstellingen na
zijn het vooral kale ruimtes. Aan de voorkant hangen Tibetaanse vlaggen,
dat doet nog een beetje aan Tibet denken. Voor de rest zie ik weinig
typisch Tibetaanse symboliek.
Weiwei blijft op een binnenbalustrade op een bankje zitten. Ze is hier in
april al geweest en laat mij even alleen rondlopen. Het meest bijzondere is
het gouden dak en het uitzicht over Chengde, het Mountain Resort en de
omgeving. Weiwei komt daar weer bij me. We maken nog foto’s samen met een
hip Chinees echtpaar (misschien komen ze uit Hongkong of Taiwan?). Bij de
uitgang rusten we een tijdje.
Met een gratis ‘golfkarretje’ worden we naar de Sumeru Happiness and
Longevity tempel (1780) gebracht (Xi Mi Fu Shou Miao). Een ‘replica’ van
het Tashilhunpo Klooster waar de Panchen Lama IV in leefde in Tibet. Een
combinatie van Chinese en Tibetaanse architectuur.
Het bezoek aan die tempel zit bij de entree van de eerste inbegrepen (RMB
80). Ook hier zijn het voornamelijk lege gebouwen. Helemaal achteraan op de
heuvel staat een mooie achthoekige pagode met geelgroene glazuurtegels.
Wanneer we de weg oversteken naar de bushalte, kijkt Weiwei niet uit en
wordt bijna aangereden. Door de warmte en indrukken zijn we beiden moe.
Voor slechts RMB 1 rijden we terug naar het centrum op zoek naar een
restaurant. Weiwei heeft zin in spicy snacks. Eerste kopen we rijststengels
(‘mi guo’), een zoete snack die haar aan haar kindertijd doet denken. In
een straat tegenover ons hotel haalt ze haar snacks, ik eet aan de andere
kant van de rivier soep en groente (RMB 25). Er staat ook apenvlees op het
menu...
’s Avonds loop ik alleen een ruime ronde om het hotel via een eenvoudige
avondmarkt met voornamelijk kleding, een plein met dansende mensen, een
gesloten moskee, en net voor ik het hotel bereik tref ik een muziekaal
groepje. Ze zijn verkleed en maken muziek en zingen. Sommigen lopen op
stelten. De Chinese manier van een straatfestival, al begrijp ik niet wat
de aanleiding is. Het is lekker afgekoeld.
Donderdag 9 juni. Een mooi meisje van het hotelpersoneel bij het ontbijt
heeft een wijnvlek. Wat jammer, ze gebruikt niks om het te verbergen. We
nemen een taxi naar het busstation (RMB 20). In ruim drie uur met de bus
gaan we terug naar Beijing (RMB 88).Voor ons zit een luitenant van de
luchtmacht. Hij is 25 jaar. Hij is geïnteresseerd en wil wel contact hebben
met een buitenlander. Zijn Engels is redelijk. Ik vertel hem dat hij het
beste via internet contacten kan maken, maar wel moet oppassen dat hij
zichzelf of de buitenlander niet in de problemen brengt. Weiwei vertelt dat
hij niet naar het buitenland mag reizen omdat hij militair is. Volgens
Weiwei mogen ambtenaren dat ook niet. Omdat ze informatie over China naar
buiten kunnen brengen.
Op de heenreis was geen plaspauze. Alleen een toilet net voor het
instappen. We moesten overigens aan de rand van de stad nog overstappen in
een andere bus, dat had ik nog niet vermeld. Op de terugweg stoppen we bij
een vies gebouwtje. Ik sla wel over. Geen idee waarom er niet aan de
snelweg werd gestopt.
Terug in Beijing
We hebben niet door dat we net als sommige andere passagiers al in het
oosten uit de bus hadden kunnen stappen. Deze bus rijdt namelijk weer
helemaal naar het station waar de bus vanuit Datong ook eindigde. Daardoor
hebben we een langere taxirit (RMB 54). We zitten nu namelijk in een hostel
aan de oostkant van de Verboden Stad. De taxi rijdt tot voor de ingang. Het
Saga hostel is zeer net. Met mooie decoraties aan de muren en tegen het
plafond. Wanneer ik mijn reservering bij ctrip.com annuleer, dan kunnen we
voor RMB 180 een kamer krijgen, zegt het meisje bij de receptie. Het
hostel blijkt een prima keuze. Beter dan het hotel waar we eerder deze week
zaten (en ook goedkoper). Wel in een ander gebied. Ik heb bewust gekozen
voor verschillende plekken.
Rond vier uur lopen we richting het centrum. We kopen een broodje met
kippenvlees van een straatventster en cakejes in een mooie klassieke winkel
met binnenin loketten. Dan lopen we naar het Da Wan Ju restaurant waar ik
een foto wil brengen die ik in 2009 heb gemaakt. Maar de serveerster (waar
ik de naam nog van heb onthouden!) werkt er niet meer. Haar broer wel, de
foto zal zijn weg vinden. Een meisje bij de ingang neemt de foto in
ontvangst.
We lopen door Wangfujing, de meest bekende winkelstraat van Beijing. Naast
relatief veel buitenlander, lopen er ook groepen Chinese toeristen met hun
gids en traditionele vlag en luidsprekertje op de heup. Sommige groepen
hebben allemaal een zelfde kleur pet. Hier is zelfs een seksshop. De
verkoopster is als verpleegster gekleed. Niet vanwege een fetisj, maar
omdat ze ‘medische’ adviezen kan geven. Weiwei is nieuwsgierig, ze is nog
nooit in zo’n winkel geweest. We lopen door naar de food street. Alle eten
in de kraampjes is prachtig uitgestald en ziet er ook lekker uit.
We eten bouillon met visballen.
Dan kijken we bij de Sint Josef Kathedraal (1655, onder bewind van Keizer
Shunzhi tijdens de Qing Dynastie). Een combinatie van Westerse architectuur
met Chinese details. We nemen even verderop plaats op een terras in de
drukke winkelstraat met een ijsjes en wat te drinken, wanneer haar broer
uit Shenzhen belt. Zijn afdeling was betrokken bij een fraudezaak en
iedereen is ontslagen. Hij werkte voor Pepsi China. Weiwei voert enkele
lange gesprekken.
We zitten ’s avonds nog even in de zaal van ons hostel, maar dat is geen
succes. Een onbeschofte Engelsman kaffert het personeel uit omdat de
internetverbinding niet goed zou zijn. Weiwei probeert zich er behulpzaam
en bemiddelend mee te bemoeien, maar dat pakt averechts uit. Hij schreeuwt
dat ze onbeschoft zijn, maar de woorden die hij gebruikt tonen juist aan
dat hij dat is! Ik toets een berichtje op mijn mobiel - in het Engels -
waarin ik Weiwei vertel dat hij een ’mental problem’ heeft.
Vrijdag 10 juni. Weiwei heeft geen interesse in de Verboden Stad. Ze is
daar al twee keer geweest. Het was een hoogtepunt van mijn eerste reis en
omdat het zo groot is zou ik graag nog een keer willen gaan. Ondanks mijn
herhaalde opmerking dat ik graag heb dat ze bij me is, blijft ze in het
hostel. Ze zal de was doen.
Fatsoensregels:
In de buurt van het hostel bezoek ik eerst een markt en haal daar rode
dadelyoghurt en een muffin. Een klein meisje draagt piepende schoentje. Dan
loop ik door Lishi Hutong, een hutong parallel aan die van het hostel. Ik
ontdek prachtige courtyard huizen, zoals nummer 129 en 131, met mooi
beschilderde panelen boven de deuren. Net voor de Verboden Stad eet ik een
broodje met kip bij Subway (RMB 21) en haal een flesje tomatensap,
kokosnootmelk en water in een winkeltje ernaast. Want in de Verboden Stad
zal alles wel duurder zijn en ik verwacht er wel een paar uur
te blijven.
De entree van The Palace Museum, bij ons beter bekend als Verboden Stad, is
RMB 60 (http://www.dpm.org.cn). Een gids die ook Engels spreekt biedt zich
aan, maar ik wil vrij rond kunnen lopen en kan de geschiedkundige feiten
wel in een reisgids lezen.
Dit keer ga ik van zuid naar noord. In 2009 in omgekeerde richting, maar
dit is eigenlijk mooier en het weer is vandaag ook beter. Het is wel
drukker. De Verboden Stad is zo enorm, steeds valt er wel iets nieuws te
ontdekken. De grote pleinen in het zuiden en midden zijn vooral
indrukwekkend. Ik zie de beelden uit The Last Emperor weer voor me. De
noordkant heeft een mooi parkachtig gebied. Dit blijft voor mij de absolute
topper van China! Het is ook een leuke plek om naar mensen te kijken.
(dames uit Tibet bezoeken de Verboden Stad)
Rond half drie staat Weiwei me bij de noordelijk poort op te wachten met
nog een paar cakejes, weer andere smaakjes en andere modellen. Ze heeft de
was gedaan en we lopen naar het keizerlijke Beihai Park voor een dutje en
een ijsje. Bijna elke dag eet ik een chocolade-ijsje. Beihai betekent
noordelijke zee. Ik loop helemaal naar boven naar de Witte Pagode, maar ook
dat is niet zo bijzonder. Ik had er meer van verwacht, maar we hebben een
mooie en rustige namiddag. In het park is ook een ‘Nine Dragon Wall’
(Jiulong Bi) zoals we in Datong hebben gezien.
Op de terugweg is Weiwei wat chagrijnig en loopt ze steeds een eindje voor
mij. Ze moet drie keer de weg vragen. Ik laat haar maar haar gang gaan,
eigenlijk hadden we beter terug kunnen lopen naar de Verboden Stad, dat was
veel korter geweest dan de ‘haak’ die we nu lopen. We eten in de buurt van
het hostel in een net restaurant: kip met walnoot, sla met sesamsaus (een
goed alternatief voor de pittige sausen), en rijst (RMB 51). Ze had een
"bad mood", en zegt: "sorry’.
Zaterdag 11 juni. Vandaag een 'luierdag'. Richting het centrum kopen we
poprijst; hele kleine korreltjes en een iets smaakvollere gele variant. De
lucht is mooi blauw. Na de onweersbui van gisteren is zijn de straten
schoongespoeld en de lucht is mooi blauw. We lopen wat rond door de hutongs
en ontdekken een Bijbelschooltje gerund door een Amerikaans echtpaar. En
een luxer courtyard hotel. Bij de Sint Josef Kathedraal zijn veel
bruidsparen voor fotosessies. We kopen watermeloen en andere fruit voor de
lunch, zoals Chinese bayberry, een zoete donkerrode vrucht met een pit en
een ruwe gevormde maar zachte schil. Nog nooit eerder gehad, maar heerlijk!
Weiwei koopt een flesje met 'wild jujube juice' voor mij, een zeer
smakelijk vruchtendrankje!
We dineren in Da Wan Ju, het restaurant waar ik in 2009 met de twee Chinese
nichtjes zat. We eten bief met champignons, Beijing-stijl gemende groenten,
rijst, en zeer dunne ‘wraps’ om de groente in te rollen in te rollen, in
soja saus te dippen en heet water om te drinken. Er zijn weinig gasten.
Eigenlijk is de locatie van dit restaurant niet zo handig, want de
kraampjes van ‘food street’ staan voor het pand. Daar zien we dappere
toeristen die een gespietste insect eten.
Ik doe een zwart shirt met lange mouwen in mijn rugzak voor het geval ik
die nodig heb in het vliegtuig. We praten nog voor we in slaap vallen. Het
is Weiwei haar droom om in Canada te wonen - specifiek Quebec. Door haar
gevoelige huid wil ze liever niet in het zuiden van China blijven, waar
haar familie woont. Ze heeft een wat lastige verhouding met haar strenge
vader. Ze kan wel heel goed met haar broer. Haar moeder heeft een beroerte
gehad. Haar ouders hebben nog andere gedachten over China. Weiwei is
kritisch over de regering, maar haar ouders hebben bijvoorbeeld geen moeite
met een paar maanden strafkamp voor een fraudeur.
Zondag 12 juni. Om 5.40 gaat de wekker. Rond half zeven checken we uit. We
lopen door de hutong naar het westen. Naar metrostation Dengshikou. Trap
af, onderdoorgang, trap op, en weer een gang. Er lijkt geen einde aan te
komen en dat is niet zo leuk met een koffer en oplopende temperatuur.
Direct maar weer zweten en gestress. Maar dan is daar toch een metro. Eerst
met lijn 5 (RMB 2) het vijfde station naar het noorden (Yonghegong) en
vervolgens één stop naar Dongzhimen met lijn 13, waar we kunnen overstappen
op de Airport Express (RMB 25). Want ik moet helaas terug naar Nederland.
Bij de laatste overstap staat een grote menigte voor de deur te wachten om
naar binnen te gaan, terwijl er belijning is die aangeeft dat ze eerst
uitgaande mensen voor moeten laten gaan. Ik duw een lichtgewicht mannetje
naar achteren.
Weiwei en ik nemen afscheid en hebben eerder al afgesproken dat we elkaar
in september weer ontmoeten. Helaas heeft ze in het weekend van mijn
verjaardag examen en kan ze daarna pas met mij reizen. Maar die planning
konden we pas maken nadat ik mijn vluchten al had geboekt.
Beijing - Paris
Er gaan vandaag twee vluchten van Air France naar Parijs, ik mag in de
korte rij. Passagiers voor de volgende vlucht staan in een lange rij. Er
staat ook een toestel van Alitalia, met wel erg eigenwijze stewardessen.
Die van mijn vliegtuig spuiten geurtjes met twee spuitbusjes terwijl ze
door het gangpad lopen. Dat heb ik nog nooit meegemaakt!! Ik heb stoel 30K,
dat is één van de weinigen raamplekken in een rijtje aan de buitenkant van
twee stoelen.
Mijn buurman is een Chinees van middelbare leeftijd waar ik geen contact
mee heb en ook geen last. De vliegroute is vrij noordelijk. Ik zie onder
andere het Zweedse eiland Gotland. Bij het eten kan gekozen worden uit een
Chinese of Franse Cuisine. Ik ben benieuwd wat de Fransen te bieden hebben:
gerookte zalmsalade, varkensfilet met champignons en roomsaus, penne pasta,
worteltjes en franse groene boontjes, brie, fruitsalade en zwarte
bessencake.
Paris - Amsterdam
Paris Charles de Gaulle valt me reuze mee. Ik moet wel een eindje lopen
naar de F terminal, en bij de controle moet ik voor het eerst in mijn leven
de camera’s en lenzen uit mijn rugzak halen. Maar toch zijn de rijen kort
en heb ik ruim voldoende tijd bij het wachten op de vlucht naar Amsterdam.
Met een kleinere Airbus van Air France die lang niet vol zit. De koffer is
ook snel op de bagageband. Bij station Bijlmer-ArenA heb ik pech dat er net
een enorme menigte staat, met voornamelijk grijze kapsels. Ze hebben een
optreden van André Rieu bijgewoond. Gelukkig heb ik nog een zitplekje.
De vijfde reis naar China was ook weer schitterende! Langzhong was de
uitschieter. Het is niet ondenkbaar dat ik daar nog een keer kom. Ik zag op
GoogleMaps dat er ook een Carrefour zit, dus kan ik eventuele behoefte aan
meer westers eten ook stillen. Hohhot en Datong vielen me reuze mee. Daar
had ik nog wel langer willen blijven. Beijing dacht ik inmiddels te kennen,
en dat geldt op zich ook wel voor het hart van de stad, maar daarbuiten is
het toch wel erg groot en lastig om zonder hulp bij het juiste busstation
te komen. Het eten was over het algemeen weer uitstekend!
Ik heb nog nooit zo vaak schapenvlees gegeten als tijdens deze reis. Door
de stof heb ik een paar keer mijn bril gedragen. Dan zijn harde
contactlenzen echt een ramp.
Weiwei is heel vriendelijk, behulpzaam, zorgnaam en lief. Ik ben ook lief
voor haar, maar twijfel nog. Aan de andere kant ben ik een idioot wanneer
ik haar zou laten vallen want ze heeft er heel veel voor over. Ze toont
veel begrip. Ik heb haar in een paar gesprekken uitgelegd over mijn
gemoedstoestand en dat ik niet goed meer weet wat ik met mijn leven (met
name werk) moet. En ook dat het voor mij na Ling moeilijk is om zomaar iets
nieuws te beginnen, misschien is er meer geduld/tijd nodig.
De lente, het mooie weer, doet mij goed. En ik kan heus nog lachen en
grapjes maken, maar ik verval nog steeds in mineur.
Gelukkig kan ik op 2 september terug naar China en Weiwei.
De reis zal dan gericht zijn op het zuiden.
Johan (26 juli 2011)