China (septemberreis 2011)
    
    Guizhou & Guangxi
    
    
    Dit is mijn zesde reis naar het Rijk van het Midden. Ik ben nog nooit in september naar China geweest, terwijl dat een goede maand schijnt te zijn. Er is een andere reden voor mij om dit jaar eerder te gaan dan de herfstreizen van de afgelopen twee jaar. Ik wil graag meer het oogsten van rijst meemaken en een andere grote wens is het zien van bijzondere minderheden in Guangxi en de aangrenzende provincie Guizhou. Donderdag 1 september. Morgenavond begint mijn zesde reis naar China. Om 21 uur brengt de KLM mij naar Chengdu. Na Chengdu verblijf ik een paar dagen bij mijn vriendin Weiwei in Beijing. Dan ga ik naar het zuiden om samen met een gids een week door de provincies Guangxi en Guizhou te trekken, een gebied met veel minderheden. Daar hoop ik te genieten van de mensen, landschappen met rijstterrassen en houten dorpen met trommeltorens en wind- en regenbruggen. In het weekend van mijn verjaardag heeft Weiwei examens. Zondagavond komt ze bij mij en reizen we samen nog een paar dagen door een ander deel van de provincie Guizhou. Tot slot gaan we kort op bezoek bij haar broer en zijn gezin in Shenzhen bij Hong Kong. Vrijdag 2 september. Om tien over vijf in de middag trek ik de deur achter me dicht. De taxichauffeur die me naar het treinstation brengt heeft een eigen bedrijfje en doet dit werk er bij. Volgens hem is er altijd wel behoefte aan taxichauffeurs. Een ex-collega van mij is het ook geworden, herinner ik me. Dus mocht het nodig zijn. Wie weet. Het merendeel van zijn ritten is met ouderen. Vooral die doelgroep stelt het erg op prijs dat je een praatje maakt en meer bent dan alleen een chauffeur. Op Schiphol tref ik dit keer een machine waarbij je zelf je koffer kunt labelen. Dat geldt voor degenen die thuis al hebben ingecheckt. Af en toe is er een storing zodat de rijen niet echt kort zijn. Maar wanneer ik eenmaal aan de beurt ben, gaat dat verrassend snel. Wel jammer dat zo'n machine geen vriendelijk gezicht, stem en glimlach heeft. Waar gaat het met onze maatschappij naar toe? Op een ligstoel wissel ik mijn lenzen voor de bril. Met een flesje water wacht ik tot het boarden begint. De rij is lang. Dit keer moeten mijn schoenen uit. Naast mij zit de vrouw van een jong stel. Ze heeft allerlei gadgets, maar is gelukkig vrij rustig. En ik heb mazzel dat er geen breedgeschouderde vent zit. Even na negenen laat het toestel de Nederlandse bodem los en kijk ik achtereenvolgens naar "Rundskop" en "The Killing Room". De eerste is een veelgeprezen Belgische film over de hormonenmaffia. Ik vind 'm erg donker en op zich wel boeiend, maar niet zo prettig om naar te kijken. De tweede film is erg verontrustend en niet aan te bevelen voor tere zieltjes. Tussendoor krijg ik een zeer aangename pastamaal- tijd en tomatensap met pinda's en thee. De voorlopig laatste Nederlandse woorden die ik hoor zijn oordelen over de stewardessen die er niet zo fruitig meer uit zien en een getinte steward die overduidelijk een homo is, met de overtuigende toevoeging dat tachtig procent met zo'n beroep dat is. Dan gaan de oordopjes in. In de nacht krijg ik een ijsje en een mars en er komt af en toe een dienblad met water of vruchtensap voorbij. Dan is het tijd voor het ontbijt. Ik heb geen idee hoeveel ik heb geslapen. Indien er sprake was van slaap, dan zeker niet diep. Vanwege de korte nacht zijn de raamschermpjes nog dicht, want het is a volop licht. Mijn schouders voelen een beetje verkrampt door het lange zitten. Chengdu Zaterdag 3 september. In Chengdu is het warm en grotendeels grijs. Ik haal geld uit een automaat (RMB 2500). De vorige keer heb ik al geleerd dat die een verdieping hoger zijn, in de vertrekhal voor binnenlandse vluchten. Alles gaat vlot, ik kan met de gereedstaande shuttlebus mee naar het centrum (RMB 10). Daar neem ik een taxi (RMB 10) naar mijn hostel. Mijn Chinese simkaart doet het nog. Ik heb al snel contact met Weiwei. Gelukkig! Bij de receptie hangt een briefje van een zekere Julie, die meer geïnteresseerden zoekt voor een trip naar de Boeddha van Leshan. Met een jonge, vriendelijk vrouw uit Israël discussieer ik over de prijs. De totale prijs is RMB 1040, gedeeld door het aantal deelnemers. Met maximaal 8 in een busje. Zij en haar vriend zouden wel met mij met het openbaar vervoer willen, want ze hoort dat ik al voor de zesde keer in China ben. Maar uit ervaring weet ik dat daar zonder hulp meer tijd in gaat zitten. Omdat ik moe ben, spreken we af dat het meisje van de receptie een briefje op mijn deur plakt wanneer het doorgaat. Dan kan ik nu gaan slapen. Ik was sowieso van plan om vroeg op te staan. Leshan Boeddha Zondag 4 september. In de nacht word ik even wakker en vind een briefje op mijn deur. Even voor zeven uur sta ik klaar in de lobby van het hostel. Een jong Chinees stel heeft in de gezamenlijke ruimte geslapen. In hun kleren. Bij de receptie ligt ook iemand te slapen op een stretcher. Met een Amerikaans stel, Israëlische stel en twee Duitse jongens ga ik met een minibusje naar Leshan. Voor het vervoer betalen we RMB 149 per persoon.  De rit duurt bijna twee uur en gaat in een vrij hoog tempo. Mijn reisgenoten kijken jaloers naar mijn westerse broodjes die ik gisteren bij Carrefour heb gehaald. Eén van de Duitsers denkt dat ik ze vanuit Nederland heb meegenomen. De entree is RMB 90. Het zweet druipt al snel van mijn gezicht en lijf bij het volgen van de smalle trappen links en rechts van het beeld in de zandstenen oever. De Boeddha is maar liefst 71 meter hoog! Wanneer je letter- lijk aan de enorme voeten van het beeld staat, realiseer je pas echt hoe groot het is. Er varen bootjes voorbij waarmee je het beeld vanaf de rivier kunt zien, maar het fotolicht is zeer matig dus zal dat vanaf het water niet veel beter zijn. Misschien in de namiddag. Ik ben al snel de mensen uit mijn groepje kwijt, maar we hebben om twaalf uur bij het restaurant afgesproken waar het busje geparkeerd staat. Dus die vind ik wel terug. Het is ook veel prettiger om zonder groep te zijn. Eén van de Duitse jongens spreekt overigens aardig wat Chinees. Hij heeft de afspraak met de chauffeur gemaakt.  Boven is nog een park met tempels en een vijver met heel veel vissen en paviljoens waar groepen Chinezen thee drinken onder begeleiding van een plaatselijke gids. Er is naast het beeld dus nog wel meer te zien. Inmiddels is het ook veel drukker. Wat dat betreft prijs ik het advies van het hostel om vroeg te gaan. Diverse Chinezen willen met mij op de foto. Ik loop door naar de oostuitgang en maak onderweg een praatje met een Chinese groep. Aan de overkant van de poort haal ik een ijsje en water voor de terugweg. De Duitsers hebben hun lunch genoten in het restaurant. Onze chauffeur rijdt continue links op de autosnelweg. In de stad slalomt hij onrustig over de weg met witte handschoentjes op het stuur. Ik neem bij terugkomst wat snacks in het restaurant tegenover het hostel. Internet in het hostel is RMB 1 per 10 minuten. Prijzig. Tijdens het rusten op mijn kamer belt Weiwei. Ze praat voornamelijk in het Chinees. Daarna loop ik door de straten rond het hostel. Van mijn eerste bezoek aan Chengdu ken ik Melanie. Ze heeft overdag geen tijd, maar wil wel dineren. We hebben bij de ingang van Carrefour afgesproken. Haar huisgenote is mee. We eten in een Chinees fastfood restaurant in de buurt. Waar overigens best gezond eten is te krijgen: gestoomd rundvlees, tomatensoep, fruit in siroop, aardappels en rijst. De dames betalen. Ik geef beide meiden ´wooden shoes´. Eerst hoor ik ze uit welke kleuren ze mooi vinden, want ik heb een oranje en een roze versie bij me. Het is leuk om iets uit Nederland te geven en eigenlijk had ik er meer mee moeten nemen om uit te delen. Dufu Cottage Ze hebben via een actie op internet drie vrijkaartjes geregeld voor Dufu Cottage. Ik had dat wel eens op de kaart zien staan, maar ontdek dankzij Melanie weer een mooie plek in Chengdu. Vanwege het Midherfst- festival zijn er allemaal verlichte objecten te zien. En een hal met archeologische opgravingen, een pagode en een pleintje waar allerlei optredens zijn. Eerst muzikanten, solo zangers en zangeressen, Sichuan opera, een man met "face changing masks" en een sketch van een pittige Sichuan vrouw en haar man die allerlei kunsten moet uithalen om weer bij haar in de gunst te vallen. Stuk voor stuk mooie voorstellingen. Het park bij Dufu Cottage is groter dan we hadden verwacht en met Melanie haar oriëntatievermogen duurt het wat langer om weer bij een uitgang te komen. Maandag 5 september. Vandaag ben ik veel op straat, niet ver van het hostel en heb gebrekkige maar leuke gesprekjes met mensen die ik tegenkom. Op GoogleMaps had ik gezien dat er een internetcafé in de smalle straat achter het hostel zit, maar die accepteren alleen bezoekers met een Chinese identificatiekaart. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt. Ik zit een tijdje bij twee zussen die een naaiateliertje runnen en een man die tweewielers en schoenen repareert. Bij het Happy Town winkelcentrum naast Carrefour zijn zang en dansoptredens op een podium met jonge meiden in hippe kleding. Ik word in een kliniekje uitgenodigd waar drie dames een haargroeibehand- eling geven. De flesjes met olie van cliënten staan op een stellage. Heel veel. De oudste van de dames is erg vrolijk en grappig. Cliënten helpen met het tolken. Een jonge vrouw met een kaalgeschoren hoofd (vermoedelijke voor een operatie) heeft ook lol aan mijn bezoek. Zij vertaalt het meeste. Iedere behandeling van circa tien minuten kost RMB 3. Je moet wel zeer regelmatig gedurende drie maanden terugkomen. Eigenlijk geloof ik er niet in.  Het is behoorlijk warm, maar ik ben daar al snel aan gewend. Voordeel is dat die mooie meisjes uit Sichuan zeer zomers gekleed zijn. Chengdu is een zeer aangename stad waar ik me thuis voel. Het is wel zo dat de mensen hier iets afstandelijker zijn wanneer ik het vergelijk met een kleinere stad zoals Langzhong. Melanie werkt op een uur rijden buiten Chengdu voor LVMH. Rond 19 uur hebben we afgesproken op het Tianfu Plein, bij de vlaggenmast. Ze heeft haar vriendin Julie meegenomen. Die woont hier in de buurt. We eten ten noordwesten van het plein. Ik heb chao shou en warme bean milk. De dames betalen mijn eten weer. Julie is assistent docent op een Amerikaanse school waar kinderen met meerdere nationaliteiten op zitten. Kinderen leren volgens haar vrij snel de vier verschillende Chinese uitspraken. Na het eten lopen we naar de smalle en brede ´alley´. Daar is een fototentoonstelling van het zuiden van deze provincie, Sichuan. Melanie is onlangs bij Bamboo Sea geweest. Een parkomgeving waar ik nog niet van heb gehoord. Ik zal het later op internet opzoeken. Eigenlijk had ik liever op het plein gezeten, want deze locatie is me een beetje te druk. Maar we vinden een theehuis waar we gezellig kunnen praten. Julie is een pittig meisje, snel pratend. Ze is nog kleiner dan Melanie en bijna vel over been. Haar bijnaam is Little Black Sister, want haar huid is ook vrij donker. Het lukt haar maar niet om zwaarder te worden. Ik zeg dat ze meer vlees moet eten, maar daar houdt ze niet zo van. We praten over werk en Julie is heel druk bezig om grappen te vertellen, die Melanie en ik beiden niet snappen. Maar desondanks hartelijk om lachen. We blijven iets langer zitten omdat er net een zware onweersbui is.  Op mijn kamer bel ik nog lang met Weiwei. We hebben het onder andere over de problemen met mijn gebit. Ze stelt al voor om dat in China te laten behandelen. In de nacht valt veel regen. Ik val maar moeilijk in slaap, door het onweer en de hitte. Misschien moet ik morgen met de boot naar het vliegveld. Dinsdag 6 september. Ik ontbijt weer bij het snackrestaurant tegenover mijn hostel. De jonge bediende probeert me een Engelstalig menu te laten gebruiken, maar ik wijs liever iets aan wat anderen eten. Dat gaat makkelijker. Dan neem ik de taxi naar het vliegveld. Gelukkig is het regenwater weggestroomd. Beijing In het vliegtuig heb ik kip met rijst. Na ruim twee en een half uur vliegen arriveer ik in Beijing. Weiwei staat mij op te wachten. Ze draagt een prachtig traditionele Chinese jurkje. Roze met zwarte kousen. We nemen de Airport Express (2 x RMB 25) en stappen over op de metro. Er is een metrostation in de buurt van het hotel waar ik heb gereserveerd. We hoeven niet ver te lopen. Het hotel ligt in een hutong en heeft een klassieke courtyard stijl, met onder andere een antieke telefoon. Prachtig om foto's van te maken van mijn mooie meisje! We eten bij een restaurant op de hoek van de straat die naar het hotel leidt. Weiwei betaalt. Door alle frustraties van de afgelopen maanden heb ik veel te veel chocolade gegeten. Weiwei noemt me al "da dupi", grote buik. Woensdag 7 september. We zijn laat met het ontbijt. Ik probeer paarse porridge en baozi met groente. Weiwei heeft gebruinde thee-ei, maar dat lijkt me niet zo smakelijk. Eigenlijk had ik het gewoon moeten proberen. De porridge valt me tegen, geef mij maar de normale versie. En het liefst ook warmer. Zone 798 Weiwei heeft voorgesteld om naar de kunstwijk Zone 798 gaan. Ze is daar niet zo lang geleden met vriendinnen geweest. Ik had er wel eens iets van op televisie gezien. We nemen eerst de metro naar Dongzhimen en stappen over op bus 909. Zone 798 is een oud militair fabrieksterrein waar kunstenaars in de hallen kunnen exposeren. En er staat bijvoorbeeld een trein met een mooie locomotief. In één van de hallen staat nog in rode letters tegen het plafond: "lang leve Mao!" Helaas heeft de commercie hier ook toegeslagen met vele winkeltjes en cafés. Er is ook een boek verkrijgbaar dat is geschreven door de kleindochter van Mao. Zone 798 heeft een grote aantrekkingskracht op jonge bezoekers. Al met al een heel aardige uitje. En het weer is heerlijk.  's Avonds eten we met Yuan Zhi, een jonge vent die uit Weiwei haar geboortestreek komt. Het restaurant is in de buurt van een metrostation. Hij heeft een paar verrassingen waar Weiwei ook nog niet van op de hoogte was. Begin dit jaar is hij getrouwd met een vrouw uit het zuiden en gaat volgend jaar in de lente pas met haar samenwonen in de hoofdstad van de provincie Hunan. De vrouwen in Beijing hebben volgens hem veel te hoge eisen en het leven is er duur, want ze willen graag een appartement binnen de vijfde ring en daar heb je een aardig salaris voor nodig. Yuan Zhi heeft haar geholpen toen ze hier net kwam wonen en onlangs nog voor wat klusjes in het nieuwe appartement. We eten lotusstam, groente en lotussoep met varkensvlees. Dat laatste vind ik minder geslaagd (RMB 84). Yuan Zhi glimlacht veel en kent Gullit, Van Basten en Rijkaard. Grappig hoe hij die namen uitspreekt. Terug bij ons hotel doen we nog een avondwandeling door de hutong. Smalle en rustige straatjes. We komen langs het dure Four Seasons Courtyard Hotel en bij backpackers populaire Drum Tower Hostel. Weiwei begint over de mogelijkheid van het volgens van een masterstudie in Nederland. Donderdag 8 september. We lopen naar het Houhai en Qianhai Meer in het noorden van het centrum. Eerst genieten we op een plek langs het meer waar speel- en fitnesstoestellen staan. Het is een rustige plek waar je geen idee hebt dat je je in een gigantische stad bevindt. Dan huren we een tandem (RMB 20 per uur!) waarmee we een acht rond de kunstmatige meren maken.  's Avonds gaan we met huisgenote JiangLing uit eten in de buurt van het appartement waar ze net zijn ingetrokken. In het zuiden van het centrum, terwijl ze eerst verder weg in het noorden woonden. Na een rit met een volle metro via de ringlijn volgt nog een benauwende rit in een overvolle bus. Het regent. En het schiet weinig op. De meiden hebben een fraai restaurant uitgezocht. We eten onder ander vissoep, koude bamboestam, gestoomde broodjes die je dit keer zelf kunt vullen met varkensvlees (mei cai kou rou). JiangLing is een leuke jonge vrouw. Ze is een stukje kleiner dan Weiwei en werkt voor een beroemde fotograaf die nu vooral in de kunst zit en met zijn partner net een boek heeft samengesteld. JiangLing moest de afgelopen tijd steeds overwerken voor de Engels vertaling. Op de avond van de dag van aankomst hebben we even bij haar werk gekeken en eten gebracht.  Vrijdag 9 september. Weiwei brengt me naar het vliegveld. We vinden een kantoortje van China Mobile waar ik mijn telefoon voor RMB 50 kan opwaarderen. Ik wens haar succes voor de komende week met haar studie en het examen volgend weekend. Guilin In Guilin word ik op het vliegveld opgewacht door Mickey. Haar vriendin is gids en een collega daarvan zal de komende week mijn gids zijn. Ik heb gemaild dat het niet nodig was om mij van het vliegveld te halen, maar ze stond er op om dat te doen. Op de achterkant van een stuk kalenderpapier staat in het groot: "Johan Welcome". Mickey is een kleine, gezette jonge vrouw van 26 die Engels spreekt met een Australisch accent. Haar docent aan de universiteit van provinciehoofdstad Nanning kwam namelijk uit Australië. Ze is druk en maakt een onvolwassen indruk. Ik heb er nog steeds geen vertrouwen in dat ik een geschikte gids heb gevonden. Op hoop van zegen dus. We nemen de shuttlebus naar de stad (RMB 10). Het is heet. We lopen richting mijn hotel terwijl zij maar door blijft praten. Op een gegeven moment zeg ik dat mijn hotel volgens mij ergens links is, terwijl zij maar door wil lopen. Nu blijkt dat ze niet eens weet waar mijn hotel is! Ik heb gelukkig wel een indicatie. Na thee op mijn kamer lopen we langs de rivier naar het centrale plein. In het plein is een kaart van de wereld verwerkt. Ik toon haar waar Nederland ligt. Ik ken Guilin al een beetje van een vorige reis. We eten in een straat in het hart van de stad: groente en rijstnoedels met kip voor RMB 33. Volgens Mickey komt haar vriendin rond negen uur, want die is nog aan het werk. Ik word ongeduldig, want ik wil graag zekerheid en zou graag nog even buiten lopen. Het is een mooie zomerse avond. Dan komt inderdaad Jenny. Die is nog drukker. Even later komt ook Owen. Du is zijn Chinese naam. Jenny is een slanke jonge vrouw en hij een relatief grote jonge vent. Hij krijgt het briefje met mijn routevoorstel. Er volgt nog enige discussie, helaas voor mij bijna alles in het Chinees. Het blijkt dat ze mijn plan niet hebben doorgemaild. Hij wist nog van niks. Ik had al wantrouwen over de mailtjes met teksten zoals "all is arranged, he has seven years experience in that area", maar wilde ook niet steeds herhalen wat mijn wens was.  Hoe dan ook, een paar potten thee later is afgesproken dat Owen morgen om half tien bij de receptie van mijn hotel zal zijn en dan gaan we op pad. Een kwartier na de komst op mijn kamer krijg ik een telefoontje van een dame die iets in het Chinees zegt. `Ni Hao, ting bu dong´ (Hallo, o, je kunt me niet verstaan). Vermoedelijk een dame voor massage. Ze verstaat geen Engels. Zaterdag 10 september. Owen is inderdaad in het hotel wanneer ik uitcheck. We nemen een taxi naar een nieuw busstation, verder uit het centrum gelegen. Een ander busstation dan voor de bussen naar Yangshuo. De rechtstreekse bus naar Sanjiang is al vol. Eigenlijk hadden we een half uur eerder moeten zijn. Ik vond half tien ook al laat. We kunnen er wel met een overstap in Longsheng komen, dus nemen we die bus maar (RMB 28). Achterin zitten twee maffe meisjes. Eén draagt een grote roze bril zonder glazen. Beiden hebben schoenen met hele hoge hakken. Het meisje met de bril heeft een babypuppy in haar tas! Het eerste deel van de route heb ik al een keer afgelegd met het uitstapje naar de Longji rijstterrassen. De bus vanaf Longsheng (RMB 19) loopt langs een rivier. We passeren een houtfabriek waar ze volgens Owen eetstokje smaken. In Sanjiang raken we in een opstopping. Het duurt even voor we bij het bus- station zijn. Daar blijkt dat we naar een busstation aan de andere kant van de rivier moeten voor het vervolg. Dat had ik al gelezen op internet, maar mijn gids wist van niks! Het is dan nog 20 kilometer, ruim een half uur naar Chengyang (RMB 6), langs een smallere rivier. Chengyang bestaat uit acht dorpjes tegen de heuvels en tussen rijstterrassen. Langs de rivier zijn waterraderen om water over de velden te pompen. Chengyang Net voor de beroemde wind-en-regen-brug van Chengyang uit 1916 over de Linxi Rivier is een kaartjesloket. Owen weet mijn toegangsprijs van RMB 60 terug te brengen naar 42. De brug is 64 meter lang en 3,4 meter breed. Het schijnt dat er geen enkele spijker voor is gebruikt. We moeten door de brug. Het eerste dorpje heet Ma'an. Ik heb al een voorkeur voor een hotel aan de hand van beschrijvingen uit reisverslagen, het Long Feng Hotel. Ik neem eest even een kijkje in het naastgelegen Yang's Guesthouse, maar die hebben geen westerse toiletten. In Long Feng kies ik twee boven elkaar liggen kamers en neem in verband met mijn koffer zelf die op de tweede verdieping. Owen mag naar de derde. Net als de meeste gebouwen in deze dorpen is het hotel van hout, dus redelijk gehorig. Een kamer kost slechts RMB 60, met airco 20 meer, maar dat lijkt net niet nodig. Een beetje primitief maar wel met een westers toilet. Er is geen handdoek, maar ik ben goed voorbereid door zelf één mee te nemen. We eten rundvlees met aardappel en gebakken ei met tomaat. Later bestelt hij nog een bord met tofoe, kennelijk heeft hij nog trek. Van mij had dat niet gehoeven. Na het avondeten (RMB 68) praat ik nog tot laat met drie studenten, twee meisjes en een jongen. Ze zijn van een universiteit in Liuzhou, een stad in het zuiden van de provincie. Wanneer ik het goed begrijp, willen ze architect worden. De jongen spreekt het beste Engels. Mimi probeert het ook wel, maar is vooral grappig en kinderlijk. Jingjing komt helemaal uit het noorden van het land. Ze laat sneeuwfoto´s zien op haar mobiel. Zij durft het niet aan om Engels te spreken, maar lijkt me wel te verstaan. Ze zijn erg van mij onder de indruk en dolblij om met een buitenlander te kunnen praten. Het is een festivalweekend, maar te kort om helemaal naar hun familie te gaan. Daarom doen ze dit uitje. Ze willen graag dat ik naar hun studentenstad kom om hun Engels in de praktijk te kunnen leren/oefenen. Schrijven en lezen gaat wel, maar spreken gebrekkig. Zondag 11 september. Wanneer Jingjing ziet dat ik bananenpannenkoek heb als ontbijt, bestelt zij dat ook. Ze eet die met chopsticks. Owen heeft noedels. Ik heb er ook nog een gekookt ei bij (RMB 18). Om elf uur is er volgens Owen een voorstelling met muziek, zang en dans. De studenten uit Liuzhou willen dat ook zien. Op het centrale plein van het dorp is naast het open theater ook een drumtoren. Eerst zitten we daar nog even onder. Het is al warm. Bij de voorstelling dragen de mannen en vrouwen traditionele klederdracht en er is muziek op instrumenten, zoals kleine gitaren en lushengfluiten van bamboe. Een lusheng is een mondorgel, dat drie tonen kan spelen in diverse octaven. De lengte van de pijpen varieert van twintig centimeter tot wel zes meter. De spelers dansen in een soort farandole, die soepele beweging doet de toon variëren. Halverwege de voorstelling vertrekken de studenten. Zij gaan nu al terug naar Liuzhou. De meiden omhelzen mij bij het afscheid. Na de voorstelling lopen we naar een paar dorpen in de buurt. In de eerste wind-en-regenbrug zit een oud mannetje. Ik schrijf mijn naam op een papiertje en geef hem RMB 10, zoals ik gisteren heb beloofd. Hij zal mijn sponsornaam in steen graveren. Het valt me op dat er toch aardig wat buitenlandse namen op staan. Dan bezoeken we de school. In de poort hangen kaarten van China, de wereld en de provincie Guangxi. Er ligt rijst op het plein te drogen en een vrouw heeft lange doeken indigo geverfd waar ze kleding van maken. Die liggen op het gras. Er zijn weinig open ruimtes in de dorpen, vandaar dat ze deze plek gebruiken. De kleinste kinderen zijn binnen aan het spelen. Iets grotere kinderen krijgen schrijfles. Oudere jongens spelen op het plein met een bal. Meisjes spelen zonder bal en de oudste meisjes zitten in een prieeltje. In het volgende dorp is net een markt gaande. Vanwege het Midherfst- festival zijn er veel 'moon cakes' te koop. Owen helpt mij om die met vruchtenvulling, zoals lychee te vinden. Ik kan zelf de opdruk namelijk niet lezen omdat dat alleen met Chinese karakters is. De cakejes lijken wel wat op een dikke gevulde koek. Zoet, maar ze kunnen ook met vlees gevuld zijn. Veel mensen hebben een bamboestok waarmee ze hun spullen vervoeren. En kippen en eenden. De meeste vrouwen dragen blauwe klederdracht. Her en der zijn mannen bezig met het verwerken van bomen voor de bouw van huizen. De wind-en-regen-brug van dit dorp zit vol met oude mannetjes. Ze spelen kaart, roken pijp en wij nemen er plaats om uit te rusten en te observeren. In het volgende dorp raken we aan de praat met drie vrouwen: een restauranthoudster, haar moeder haar schoondochter. We geven advies om meer buitenlanders te trekken. Ik stel voor dat ze: "Welcome, good food" op de gevel gaat zetten. We krijgen lekkere zoete druiven. Wat op de grond valt, eet een kip op. Ze heeft papieren met Engelse vertalingen van gerechten en een Engelse cursus voor hotelpersoneel. We beloven dat we vanavond langskomen om hier te dineren. Ze oefent en wij luisteren of het verstaanbaar is. Owen kan de lokale taal overigens totaal niet verstaan. Owen houdt siësta, ik voel me nog fit dus kan even iets van me laten horen via computer in het hostel. Doordat ik al één en ander uit reis- verslagen had verzameld weet ik soms nog meer dan Du, maar hij is vooral handig om bij me te hebben in de communicatie met locals en chauffeurs. Het is dagelijks ruim dertig graden en zonnig. In Beijing was het op de tweede avond even veel koeler door regen en ook de derde avond heeft het geregend, maar op de dag van mijn vertrek was het weer zomers. Heerlijk! Op het plein wachten de artiesten op de middagvoor- stelling. Oude vrouwtjes proberen mij hangertjes te verkopen. Wanneer ik met één van de dames ga onderhandelen, heb ik er binnen een mum van tijd zes om me heen staan! In één van de reisverslagen die ik als bron gebruik staat: "travelling is about being with the people, walking with them, shopping with them where they shop, eating what they eat and having some communication, even if it is just a smile". Owen neemt een zaklamp mee van het hotel, maar misschien valt het met de volle maan nog mee. We zitten op een heel klein terrasje met zicht over de rijstvelden en in de verte de school: aubergines met pinda´s en rundvlees met spinazie (RMB 40). De vaste telefoon zit in een houten bak die op slot kan. Aan de muur hangt een poster van Hello Kitty met foto´s van haar kleinzoon. De man des huizes ontmoeten we ook maar het restaurant lijkt vooral de bezigheid van zijn vrouw te zijn. We horen dat ieder gezin aan het einde van het jaar RMB 100 krijgt van het geld dat bij de entree binnenkomt. Ik wil graag de muziek hebben die ze bij de buren draaien. Omdat ik bang ben dat we die nooit in een winkel kunnen vinden, koop ik graag direct. Het blijkt geen cd, maar een karaoke-dvd te zijn (RMB 30) met uitdagend geklede meisjes. We moet er om lachen. Maandag 12 september. Ieder half uur gaat een bus naar Sanjiang. Wanneer we door de grote brug lopen, is die helemaal leeg. Geen vrouwtjes met souvenirs en geen meisjes die op een fluit spelen en om geld schooien. Een verademing! Er komt net een bus aan rijden. We zien dat paarden worden gebruikt voor het transporteren van hout. In Sanjiang blijkt dat er vanwege het Midherfstfestival minder bussen rijden. We moeten de bussen nemen die nog wel rijden, maar dat komt in dit geval wel goed uit, want onderweg wil ik nog graag in Diping stoppen. In Gao An (RMB 15) stappen we uit de bus. Die rijdt rechtdoor, terwijl wij naar rechts moeten. In het dal ligt de rivier, er gaan bootjes naar de overkant waar ook huizen staan. Bij het huisje op de hoek kunnen we van het toilet gebruik maken. De man van het huis heeft een minibusje waarmee hij ons voor RMB 30 naar Diping wil brengen. Dat blijkt niet ver weg te zijn, dus eigenlijk betalen we te veel. Onderweg is de grens met de provincie Guizhou. We verlaten dus de provincie Guangxi. Guizhou Het is een festivalweek, daardoor controleert de politie bij de grens. De regering is erg bang dat er in deze provincie weer ongeregeldheden ontstaan. Net als in andere provincies met veel minderheden. De minderheden willen gelijke rechten en voelen zich benadeeld. Ze hebben een detector waarmee ze mijn rugzak controleren. Ik moet de inhoud laten zien. Een politievrouw zit onder een partytent met een laptop en controleer mijn paspoort. Owen legt uit wat ons reisdoel is. Er staat een hele jonge soldaat bij met een geweer. Een lange, slanke vent, met een iets donkerder huid en een superschoon uniform. Owen kan mijn gedachten lezen, want hij stelt voor dat ik met de soldaat op de foto ga. Maar de baas van de politie blijft streng en staat dat niet toe. Diping Owen is al eens in Diping geweest. Hij blijft bij de brug in de doorgaande weg, terwijl ik het rondje naar de wind-en-regen-brug kan afleggen. Dat is maar een klein stukje lopen. Het is heet. De brug is een paar jaar geleden herbouwd omdat de vorige door overstromingen was beschadigd. In het plafond zijn schilderingen gemaakt met tradities van de Dong minderheid, zoals het stierenvechten tussen twee stieren, weven, muziek en dans en het uitzoeken van een partner.  Ik hoor geluiden vanaf de heuvel waar huizen staan. Dat lijkt op het verslag van een wedstrijd. Nieuwsgierig loopt ik naar het dorp. Overal ligt rijst, peper of mais te drogen. Er staan motorfietsen en ik kom een paar vrouwen tegen. Op het pleintje staat een drumtoren. Onder de toren zitten een paar mensen. Aan een tafel een groepje mannen met een mahjongspel. Kinderen gillen en rennen weg wanneer ik hun op de foto wil zetten. Wanneer ik weer bij de weg kom, is een echtpaar op jacht naar een vluchtende gans. Over de brug voor het wegverkeer kom ik weer bij Owen. Ik raak in gesprek met een jonge politievrouw. Ze draagt aardig wat make-up. Ze gaat lunchen en daarna heeft ze dienst bij de grenscontrole. Ze is ontevreden over haar werk, maar haar ouders wilden graag dat ze bij de overheid zou werken. Volgens haar verdient het helemaal niet zo goed en zijn de werktijden zeer onregelmatig. Ook in de weekenden moet ze vaak werken. Ze heeft zeven jaar een relatie gehad met een man die in een ziekenhuis werkte en nu een relatie heeft met een verpleegster. Volgens haar liep de relatie stuk omdat ze elkaar door het werk weinig zagen. Haar Engels is redelijk. Ze woont in Liping. Ik vraag haar waarom ze geen docente Engels is geworden. Dat had ze graag willen zijn, maar onder druk van haar ouders is ze bij de politie gegaan. Even later komen enkele politiemensen van de controle die wij hebben gehad. Ze zien nu ook mijn koffer staan, die ze niet hebben opgemerkt omdat deze achterin het minibusje. Ze gaan in het restaurant bij de brug lunchen. Owen houdt een bus aan die tussen Diping en Liping pendelt. We kunnen mee tot Zhaoxing. De lunch slaan we over. Met koekjes redden we het wel. Even buiten Diping stappen enkele groepjes high school studenten in. Wanneer de bus een bergpas neemt, begint één van de meisjes te kotsen. Er hangen zwarte plastikzakjes in de bus, die niet alleen voor vuil zijn... De weg is inderdaad bochtig, maar het landschap steeds mooier. Er wordt een express weg aangelegd. We rijden een stukje langs die nieuwe weg en even later weer diep onder gigantisch hoge pilaren die de weg dragen. Sommige stukken zijn onverhard, dan is het erg stoffig en lastig om mijn ogen met contactlenzen stofvrij te houden. Daar heb ik speciaal een zonnebril voor meegenomen. De rit gaat niet zo snel. Zhaoxing In de afdaling zien we steeds meer rijstterrassen. In het dal bereiken we om 14 uur Zhaoxing. Dat is een houten bergdorpje waar stroompjes doorheen lopen. Ergens las ik dat het op de lijst van mooiste plaatsen in China bij de eerste zes staat. En dat is terecht! Zhaoxing is aardig wat groter dan de dorpjes waar we onderweg door kwamen, en er zijn maar liefst vijf trommeltorens, die vijf familietakken represen- teren: Xin, Zhi, Li, Yi en Ren. De torens hebben de vorm van een dennenboom, wat een heilige boom is voor de Dong minderheid. De toren wordt gebruikt in het geval er gevaar is. En als een sociaal centrum. Meestal zitten er oudere mensen in. Ik zag in één van de dorpen bij Chengyang er een schema in hangen van mensen die brandweerdienst hebben. Op sommige plekken zitten waterreser- voirs voor het geval er brand uitbreekt. Vrouwen zitten bij de rivier om hun was te doen. In de buurt is een lusheng bamboefluitwedstrijd. Bij terugkomst in het dorp geven ze onder de centrale drumtorens nog een voorstelling. 's Avonds zijn de wind-en-regen-brug en trommeltoren verlicht. De eigenaar van het Wang Jiang Lou Hostel was naar die wedstrijd toen wij arriveerden. Owen was gefrustreerd dat de moeder van de eigenaar bijna geen Chinees sprak. Alleen de lokale taal. De locatie van het hostel is perfect. Ik kijk zo uit het raam over het water en heb zicht op een wind-en-regen-brug en trommel- toren. We eten lekkere vis met tomatensaus en iets te droge bamboescheuten en wortels met bief. Er is altijd rijst bij de maaltijd, ook wanneer je aardappelen met bief bestelt. Want aardappel beschouwen ze als groente. In Zuid-Amerika is dat ook zo. Owen betaalt de maaltijd en neemt voor zichzelf een fles bier: `Happy Moon Day!´. Tot ongeveer elf uur blijf ik buiten, onder de volle maan en eet kleine 'moon cakes'. De bewoners lijken wel gewend aan buitenlanders, anders hadden ze mij denk ik meer aangestaard. Maar bijna niemand spreekt Engels. Alles is vrij primitief en vredig. Nauwelijks iemand die een auto heeft. De meesten hebben een motor of een brommertruckje voor transport. En nog armere mensen dragen alles met draagstokken. Dinsdag 13 september. Rond vijf uur in de morgen hoor ik hevig gekreun, vermoedelijk uit de kamer naast die van Owen. Het gaat er stevig aan toe. We hebben ontbijt bij een winkeltje in de buurt van het hostel. Die vrouw liet me gisteren zien dat ze dumplings heeft (RMB 5 per persoon). Na het ontbijt kom ik een jonge vrouw tegen in klederdracht. Ze ontbijt. Spicy noedels. Ik koop een boek over Zhaoxing (RMB 35) en bij een ander winkeltje een cd (RMB 10) met de muziek die ze daar op dat moment draaien. Muziek van de Dong minderheid.  Wanneer ik terugloop naar het hostel ontdek ik meer dames en ook mannen in klederdracht met muziekinstrumenten. Owen praat met hun. Er zal een voorstelling zijn in de VIP-afdeling van het Zhaoxing hotel. Ik ben ook welkom. Owen moppert over het stel uit de kamer naast hem die hem uit de slaap hebben gehouden. Ik vertel dat ik hen ook heb gehoord. De voorstelling is voor vrienden van de eigenaar. Aan mij vragen ze nog RMB 50 entree. Een beetje duur, maar ze hebben er ook wel moeite voor gedaan. Jammer dat er maar weinig toeschouwers zijn. Ze zingen volkslied- eren. Ik lees in een verslag dat: "een meisje een jongen die haar voorkeur heeft een teentje look geeft. Daarna benadert de familie van de jongen de familie van het meisje om haar hand te vragen. Een lange rij verwanten draagt geschenken aan jukken voor de familie van de bruid. Het vers echtpaar brengt de huwelijksnacht samen door, maar de volgende ochtend gaat het meisje terug naar haar ouders. Ze gaat pas definitief met haar man samen- wonen als ze zwanger is. Na afloop dans ik de ronde dans mee. Eén van de dames nodigt mij uit. Normaal pikken ze een paar mensen uit het publiek, maar dit keer zijn er alleen een gezin (vader, moeder en zoontje) en ik. Die man kon me tussen- door af en toe iets over de optredens uitleggen. Zo zat er een soort van lokaal Romeo & Julia verhaal bij. Ze zijn erg mooi gekleed en net als in Chengyang weer met zilveren versiersels op het hoofd. Oudere dames in deze regio dragen hun haar in een knoet en doen er dan een kam in. Het zilver dragen ze uiteraard vanwege de schoonheid. Maar het is ook een teken van rijkdom en tegen boze geesten. Meisjes leren al heel jong hun kleren te versieren met prachtige decoratietechnieken. Owen en ik lopen een ruime ronde door Zhaoxing, langs de Primary School en bovenlangs naar de Middle School. Die is gesloten. Bij alle klassen hangen Engelse benamingen van de les die er gegeven wordt. Ik heb ergens gelezen dat kinderen extra vrij krijgen op het moment dat de rijst geoogst moet worden, zodat ze kunnen meehelpen. In de middag ga ik langs het water door de rijstvelden. Ik kijk bij het zware handwerk op de velden en help even mee. Het is buiten het dorp een stuk warmer en ik heb maar één flesjes water mee, dus loop ik bovenlangs in de schaduw van het bos weer terug naar het dorp. Daar laat ik een foto afdrukken die ik bij aankomst van het jonge echtpaar van de winkel naast mijn hostel heb gemaakt. Die zijn daar heel blij mee. Ze hebben een dochtertje dat voor de verandering eens kort haar heeft. Zachtaardige mensen met een vrij donkere huid. Naast deze zilverwinkel, beheren ze nog een winkel verderop. Daar is meer variatie, maar ik kan niks vinden wat ik zou willen kopen. Aan het einde van de middag komt een grote bus met Fransen. Die krijgen de zelfde voorstelling te zien, want de groep artiesten komt weer in flarden voorbij lopen. We eten bij Happy Farmer (RMB 37), tegenover het restaurant waar we gisteren aten. De manager is een jonge vrouw die met een groot borduurwerk bezig is. We hebben een Engelstalig menu, maar krijgen de gerechten voor Chinese prijzen. Dat regelt Owen. Het menu staat overigen vol met spelfouten, maar dat terzijde. We ontmoeten de manager van het hostel en betalen alvast (RMB 50 per kamer). Hij heeft de winkel eronder verhuurd. Ik kan het hostel ook wel van hem huren. RMB 30.000 voor een jaar. De eigenaren van de winkel ernaast vragen mij wat ´thank you´ in het Frans is. Ik val in slaap met de laatste geluiden van lushengfluiten onder de dichtst bijzijnde trommeltoren. Woensdag 14 september. De volgende ochtend vertrekken de Fransen al wanneer wij gaan ontbijten bij de Happy Farmer: noedels en bananenpannenkoek (RMB 17). Die hebben een gejaagd reisschema. Owen praat met een vrouw die het restaurant schoonmaakt. Haar dochter en kleinzoon komen even voor het restaurant staan. Ze is zelf nog maar zevenendertig, dus net zo oud als ik en nu al oma. Dat is hier vrij gebruikelijk. De manager is op haar vierentwintigste getrouwd en nu, na twee jaar, ook al moeder. Ze lijkt behoorlijk pienter en had wel een goede studie kunnen volgen. Maar ze is in Zhaoxing gebleven. Aan de andere kant is het leven hier eenvoudig en zeer vredig. Geen verkeerd leven. Om 9.25 springen we in de bus naar Liping (RMB 20). De weg via Pin Li en Pan Lao is slecht en schiet niet echt op. We komen om 12.15 in Liping nemen daar om 13.05 een bus naar Rongjiang. Op het laatste moment komen er nog een paar mannen in de bus. Na een paar minuten zegt de meest simpel uitziende man dat hij naar een dorp moet. Een andere man schaterlacht en schreeuwt luid dat hij dan in de verkeerde bus zit. Althans dat maak ik er uit op, al versta ik ze niet. Een andere man begint ook hard te lachen. Leedvermaak ten top. De man met de luidste stem pakt een tas uit het bagagerek en legt daar een kaartspel op. Hij zit in het gangpad van de bus ter hoogte van mijn zitplaats. Ze doen een kaartspel dat erg op balletje-balletje lijkt. Hij blijft luidruchtig in de meestal vrij stille bussen. Vier mannen zetten ieder RMB 100 in en andere passagiers leggen bij. De vrouw naast mij haalt RMB 100 uit haar portemonneetje. Ik heb even de neiging om haar tegen te houden, want zelf zou ik nooit hebben meegedaan. Omdat ik het opmerkelijk vind dat ze zo in de bus spelen, maak ik een foto. Maar een man achter de luidruchtige man maant mij om die te verwijderen. De man die in de verkeerde bus zit wint en stapt een paar bochten later met de buit uit. Iets verder stappen nog drie mannen uit, waaronder de luidruchtige. Een vijfde man stapt even verderop uit. Hij loopt een pad in waar vermoedelijk een auto geparkeerd staat waarmee hij de anderen op de terugweg weer oppikt. Owen zit achter mij. Wanneer ik hem later spreek, zegt hij dat het hippe meisje met een kinderlijk stemmetje dat achter hem zat, maar liefst RMB 500 heeft verloren! Hij bleef zelf stil. Ook de kaartjesverkoopster en de bus- chauffeur hebben niks gezegd. Ik vermoed dat die in het complot zaten, maar volgens Owen waren ze bang. De slachtoffers mopperden wel, maar ook niet zo dat ze er een zaak van gingen maken. De vrouw naast me deed er wat lacherig over. Haar dochter voor mij, was minder blij. Ik denk dat ik wel had ingegrepen wanneer ik naast het hippe meisje zat. Maar je weet nooit wat ze hadden gedaan. Het waren vijf mannen tegen bedeesde buspassagiers. En misschien trekken ze wel messen. Owen durfde ook niet in te grijpen en geloofde eerst ook dat die man echt in de verkeerde bus zat. De buschauffeur rijdt onverantwoord snel. De weg vanaf Liping is wel van een goed kwaliteit. In het begin zijn veel bochten in een bergroute door bos. Maar daarna komen we door een mooier gebied met prachtige Dong dorpen. Ik heb in andere routes gelezen dat die ook een bezoek waard zijn. Net als bij sommige vorige bussen stoppen we een keer om water te tanken. De jonge vrouw voor mij moet kotsen. Ik geloof dat ze niet de enige is. Ze gooit het volle zakje uit het raam, dat uiteen spat op het wegdek. Ik zie voornamelijke rijst. Eindpunt van vandaag is Rongjiang. Rongjiang Van Rongjiang (16.05) heb ik op papier staan dat er een paar hotels in de buurt van het busstation zijn. Owen praat met wat voorbijgangers. De stad maakt op mij een erg stoffige indruk. Het Rongjiang hotel is in een andere deel van de stad. Ik wil wel graag in deze omgeving blijven. Het lokale 'She-Ra-Ton'-hotel is het beste in een straat tegenover het station. Maar we vinden het duur. Voor buitenlanders RMB 120 en voor Chinezen 100. Daar schuin tegenover heeft een hotel kamers voor RMB 50. Eigenlijk mogen er geen buitenlanders, maar na overleg met de manager zetten we de kamers op Owen zijn naam. Owen geeft de manager een sigaret. Zo werkt dat. Ik hoef mijn paspoort niet eens te laten zien. Chejiang Rond vijf uur nemen we een bromtaxi (RMB 6), zittend achterop een plank in de laadbak. We rijden ongeveer tien minuten via de weg terug in de richting van Liping. Bij het dorpje Chejiang is een kaartjesloket. In mijn papier staat dat je geen entree meer hoeft te betalen wanneer je na vijven komt, maar er zitten nog twee dames om RMB 10 te innen. Vooraan staat een grote drumtoren op een plein. Die staat er vooral als aandachttrekker, volgens Owen is hij nep. Onder de toren doen kleine kinderen hun huiswerk. Er zijn ook een paar hostels. Owen informeert. Je hebt er volgens hem geen eigen badkamer. Bij de toren zijn een paar Chinese toeristen die in fraaie minder- heidskostuums op de foto komen. We lopen langs de rivier, een stukje door het dorp en steken de brug over. Kinderen zijn in de rivier aan het zwemmen, meisjes met hun kleren aan. En een waterbuffel staat in het water ter verkoeling. Aan de overkant van de rivier zijn links en rechts restaurantjes. Ik kies de linker omdat daar een groepje mensen voor zit. Bij het andere restaurant zijn alleen een paar honden. Owen bestelt een paar gerechten, hij weet inmiddels wel wat ik lekker vind. Het is een heerlijke plek om bij te komen van een redelijk lange reisdag. We krijgen kip met pinda's, gefrituurde aardappelreepjes, selderij, thee en watermeloen (RMB 49). Dan lopen we door het dorp terug naar de weg. Daar brengen we een bromtaxi tot stoppen. Hij heeft al passagiers, twee minderheidsdames. Even later wordt nog een passagier opgepikt die op een krukje voor ons kan zitten. We brommen door de nacht. De terugweg kost ook weer RMB 6. De ruimte naast de receptie van ons hotel is nu verlicht. Het gordijn heeft een rode gloed. Het is een massagesalon, Owen bevestigt mijn vermoeden. Helaas is het hotel vrij luidruchtig en duurt het even voor ik in slaap val. Regelmatig hoor ik de hakjes op de trappen. Maar ik hoor ook kinderstemmen. En ik zag ook nog een kakkerlak in de hal lopen... Donderdag 15 september. We ontbijten rond de markt in de straatjes links van het busstation. In het station zelf zijn allemaal gruwelijke foto's opgehangen van ongelukken. Er zijn zelfs lijken afgebeeld. De bus (RMB 25) volgt een mooie route langs de rivier. Jiang betekend rivier. Het begin gaat langzaam door de slechte toestand van de weg. Rond Rongjiang zijn nieuwe stukken weg al bijna gereed. Af en toe liggen er schitterende houten Miao-dorpen aan de overkant van de rivier. We stoppen een keer om te tanken.  Daarna rijden we van de doorgaande weg af door een ander dorp, Xiajiang. Daar is markt. Er stappen af en toe dames in klederdracht in de bus voor een kleinere afstand. Een mollige vrouw loopt steeds langs om geld te innen. Na ruim drie uur komen we aan in Congjiang. Deze stad maakt een nettere indruk dan Rongjiang. Beide steden hebben een aardige omvang. Vanuit het busstation lopen we naar rechts om een hotel te zoeken. Bij het eerste hotel zitten de goedkope kamers aan de straatzijde. Ik wil graag een rustige kamer aan de achterkant. Het meisje bij de receptie spreekt wonderwel Engels. Maar we lopen nog even verder voor een goedkoper hotel die kamers aan de achterkant heeft. Dat lukt. We nemen twee kamers (RMB 60) naast elkaar. Overigens zie je wanneer je geen Chinees kunt lezen bij de ingang niet dat het een hotel is. Bij de entree staat China Welfare Lottey. Ernaast zit een bakker waar we morgen ontbijt kunnen halen, zegt Owen. Officieel mogen hier ook geen buitenlanders overnachten. BiaSha Na een rustpauze op de kamer lopen we om half drie via een brug naar de andere kant van de rivier. Volgens een bord is BiaSha nog 7 kilometer. We kunnen volgens Owen achterop een motor, met een bromtaxi of een echte taxi. Owen onderhandelt met een jonge taxichauffeur. Ik moet even uit de buurt blijven zodat hij een lagere prijs kan scoren. Even terzijde: op sommige websites staat Baisha, maar het is wel degelijk Bia en niet Bai. De bergweg naar boven is mooi geasfalteerd.   Ik betaal RMB 12 entree. Op het parkeerterrein staan geen voertuigen, het is in gebruikt door de bewoners om rijst te drogen. We kijken daar even. Ze zijn niet zo spraakzaam. Dan lopen we via een bospad naar het dorp. In het begin zit een groepje meisjes in schitterende klederdracht te borduren. Ze wacht op een groep Chinezen waar ze een optreden voor gaan doen. Even later komen ook mannen uit het dorp. En iets oudere meisjes. De mannen van BiaSha dragen geweren voor de jacht. En hebben donkere indigo kleding. De vrouwen dragen alle kleuren van de regenboog. Bij de houten poort schieten de mannen in de lucht. De welkomstgroet. We lopen met de mannen de berg op naar een herinneringsboom, die in 1976 bij de dood van Mao is geplant. Twee kleine jochies vergezellen ons. Ze laten hun haar alleen bovenop hun hoofd groeien. Alles daarom heen scheren ze met een mes. Daarna bezoeken we een klein museum waar schilderijen hangen en foto's van een traditionele begrafenis. BiaSha zou één van de minst van buitenaf beïnvloedde dorpen zijn. De inwoners behoren tot de Miao minderheid. Sommige inwoners dragen nooit schoenen. Ook niet tijdens de winter. Op een open plek in het bos is een tribune. Daar krijgen we muziek en dans te zien. Ook hier maken ze muziek op lushengfluiten. Daarna tonen ze hoe ze met een mes het kapsel van een man maken. Voor de huwelijks- ceremonie zoeken ze een vrijwilliger uit het publiek. De Chinezen van de groep hebben al beslist dat laowai (de buitenlander) dat maar moet worden, ik dus. Aldus trouw ik met een meisje van 22 met een soort van tulband op en houten romertjes rijstwijn, waar zij evengoed alleen een klein nipje van neemt. Een oudere man leidt de ceremonie. Ik houd er niet zo van om in de belangstelling te staan. Het meisje volgens mij evenmin. Ik word er nog meer verlegen van. Het verse koppel mag vervolgens kleefrijst in opgerold blad uitdelen. De Chinezen belonen dit gebaar met een fooi. Owen maakt met mijn camera foto's van het gebeuren. De groep betaalt RMB 600 voor de voorstelling, ik voeg daar RMB 20 aan toe. Owen probeert de mannen nog te overtuigen dat ik door mijn reisverslag reclame voor hun maak en eigenlijk niks hoef te betalen. De groep heeft begeleiding van een lokale gids. Een meisje met een luidsprekertje op haar heup. Owen vertaalt wat zij vertelt. Na afloop nodigen we het meisje uit om te dineren. Ze neemt haar beste vriendin mee. We eten vier gerechten (RMB 74) op het terras van een hostel in het begin van het dorp. Het zijn verlegen meisjes, maar wat een mooie belevenis! Volgens Owen hebben deze meisjes er voor gekozen om niet langer naar school te gaan. Een paar mensen van het dorp worden jaarlijks geselecteerd om een maand in de hoofdstad Guiyang optredens te verzorgen. Dat is zeer lucratief. Ik spreek kort met een man en een vrouw die ook op het terras zitten. De jonge vrouw heeft in Amerika gewoond. De man draagt een spiegelende zonnebril en is volgens haar een regisseur. Zij overnachten hier. We kunnen met een busje van het hostel terug naar Congjiang (RMB 30). Mijn vrouw laten we achter. Achter het hostel zit een middelbare school. Ze hebben ´s avonds les. Ik denk dat dat met de warmte te maken heeft. Veel leerlingen slapen in het gebouw naast de school. Ik zie overal kleding hangen. Vanwege de warmte loop ik nog een ronde door de hoofd- straat van Conjiang. Ik ontdek nog een paar hotels, ook luxer. Bij de rotonde is een grote supermarkt waar ik wat cakejes en water koop voor morgen. Vrijdag 16 september. In plaats van een schoolbel of een zoemer, hoor ik tegen half elf muziek klinken. Dat was gisteravond ook zo. De lessen beginnen al! In een andere kamer, waar vanmorgen de deur van open staat, zie ik een mahjongtafel. Dat komt dus ook voor. Vandaag gaan we terug naar Guilin. Ik heb gisteravond iets verderop een restaurantje ontdekt waar ze gestoomde broodjes hebben. Owen heeft al ontbijt gehad, maar ik wil daar graag stoombroodjes met groente. Voor RMB 3 heb ik ontbijt. Owen en ik vormen een goed team. Af en toe wist ik meer dan hij, doordat ik me goed heb ingelezen en veel informatie heb verzameld. Maar hij is zeer behulpzaam met name bij het vinden van de juiste bussen en het bestellen van eten. De rechtstreekse bus naar Guilin gaat pas over een paar uur. Zonder terug te lopen naar het busstation, wachten we een andere bus op. Dat gaat zo makkelijk hier. Je houdt je hand op en hij stopt. Nergens zijn bushokjes. De bus (RMB 32) gaat naar Sanjiang. Het is twintig voor negen. Om 11.20 arriveren we in Sanjiang. We lopen voor de brug naar het station en wachten op de rechtstreekse bus van 11.50 naar Guilin (RMB 40). Een grote bus. We zitten achterin. Owen komt met een voorstel van een vriend van hem. Die biedt mij een functie aan als leraar Engels in de provincie Hunan. Ik zeg dat ik niet gecertificeerd ben en ook geen ervaring heb. Maar volgens Owen ben ik door mijn geduldige karakter zeer geschikt. We hebben het ook nog over zijn collega. We waren beiden niet zo blij met de situatie. Mickey en Jenny hadden vermoedelijk iets anders in gedachten, waardoor alles zo door hun geregisseerd was. Maar ik was alleen op zoek naar een gids en niet naar een vriendin. We lachen er maar hartelijk om. Owen heeft een tijdje als manager van een hostel in Yangshuo gewerkt. De eigenaar kwam uit Australië. Ik vergeet om te vragen waarom hij dat niet meer doet. Zijn vriendin woont en werkt in Sjanghai. "A big problem". Zij wil niet naar Guilin en hij niet naar Sjanghai. Ik betaal hem voor zijn werk van de afgelopen week. Om drie uur arriveren we in Guilin. Het is heet. We nemen een taxi naar het andere busstation (RMB 10). Owen loopt nog mee om een kaartje voor de eerstvolgende non-stop bus te kopen (RMB 18). Dan nemen we snel afscheid. Yangshuo Na ongeveer anderhalf uur ben ik om vijf uur in Yangshuo. Ik ken de route. Ik heb een goedkoop hotel in de buurt van het busstation. Maar de kwaliteit is uitstekend. Bij aankomst doe ik eerst wat was in de badkamer. Dit is de derde keer dat ik in Yangshuo ben. Het is de bedoeling om een rustweekend te hebben en misschien kom ik de gepensioneerde Amerikaan Bob tegen die ik de vorige keer heb ontmoet. Maar hij schrijft niet meer op zijn blog (Bob888). Het laatste verslag begint met de aankondiging van het vertrek naar China in de lente van 2010, waar vervolgens niks van is aangevuld. Het lijkt wel alsof er iets is gebeurd. Misschien leeft hij niet meer of kreeg hij geen visum. Ik hoef op zich niks in de fraaie omgevingen rond Yangshuo te doen want het meeste heb ik bij vorige bezoeken al gezien. Ik ben hier met gemengde gevoelens, want hier heb ik in 2009 de eerste dagen met Ling doorgebracht. Toch probeer ik er iets van te maken. Allereerst doe ik een uitgebreide verkenningsronde. Heel veel kleine hotels in de straten in het blok bij de rivier hebben nog wel "room available". Eigenlijk hoef je niet eens te reserveren, zoveel hotels zijn er. De ruimte die Bob gebruikte voor het 'cultuur huis' is bijna niet meer te herkennen. Het hoort bij een hotel. Geen Bob dus. En ook niemand van de mensen waar ik toen mee heb gesproken. Misschien hebben ze een andere locatie? Vanavond zit ik te eten in mijn favoriete restaurant, Lucy's Place. Groente pizza en citroenthee (RMB 38). Voor het eerst sinds mijn aankomst in China westers avondeten. Aan een tafel op het terras. Er komt iemand met een bekend gezicht aanlopen. Dat blijkt een ex- collega te zijn die hier met een hele grote groep van De Jong Intra is. Een sceptisch persoon die niet eens naar de lichtshow gaat. De gids die zij hebben, Vincent, woont al 13 jaar in het noorden van Thailand en doet zo'n beetje alle landen in Zuidoost-Azië. Ik heb na mijn eten gezellig met beide mannen aan tafel gezeten. Zaterdag 17 september. Het is druk doordat het weekend is. Vooral heel veel jonge stellen en groepen jongeren. Yangshuo is populair voor romantische tripjes, dus veel mooie en mooie geklede Chinezen. En in verhouding veel buitenlanders. Diverse Nederlandse groepen. Het is een beetje een gekkenboel in de drukke West Street. Ik loop langs de rivier. Het water staat nog redelijk hoog. Ik praat met een mollige jonge vrouw die met een Brit is getrouwd en twee jaar in Engeland heeft gewoond. Ze heet Jackie. Een vriendin van haar woont al enkele jaren met een Nederlandse man in Gouda en heeft twee kinderen. Volgens haar is die een beetje ongelukkig. Ik zeg dat ik niet ver van Gouda woon.  Jackie runt met een vriendin een cafeetje op de hoek van een straat bij de rivier. Haar Engels is uiteraard zeer goed. En snel. Haar vriendin lijkt een beetje Thais. Ik koop wild jujube juice. Volgens Jackie krijgen westerse mannen last van Yellow Fever wanneer ze Chinese meisjes zien. De straten worden extra schoon gemaakt en alle obstakels, zoals reclameborden zijn van de trottoirs gehaald. Er komt steeds meer politie. Volgens Jackie komt er een belangrijk iemand. Een andere vriendin van Jackie, Hannah, komt haar ophalen. Hannah werkt voor een kookschool en heeft regelmatig Nederlandse groepen. Aan het einde van West Street mag je zelfs niet meer langslopen. Alles is daar afgezet. Ik loop naar het einde van West Street. Bij het New West Street Hotel staat een bruidspaar onder een ereboog. Ze ontvangen gasten voor het feestmaal. De gasten mogen bij binnenkomst een snoepje of sigaret van een dienblad pakken. Ik krijg ook een snoepje. En uiteraard mag ik foto´s maken. Vanavond eet ik weer bij Lucy's Place: Nyon Salade, bananasplit, 2 x citroenthee en een cola (RMB 71). De serveerster die ik nog van de vorige keer herken, is 23 en komt van het platteland. Ze slaapt hier wanneer ze moet werken. De hele familie van Lucy kijkt naar een film op een computer. Er loopt een rat over de vloer. Iedereen is plotseling in de weer om die weg te jagen. Een Nederlandse vrouw zit aan een tafel voor het restaurant, waar ik gisteravond eerst zat. Ze stelt op een gegeven moment voor om bij mij te komen zitten. We hebben een aardige conversatie over reizen in China, Vietnam en Indonesië. Ze is 51, gescheiden en heeft aardig wat reiservaring, dus genoeg gespreksstof. Ze is zeer positief over China, ondanks dat ze een korte route heeft met voornamelijk grote steden. Ze reist met Djoser, waar ik de eerste reis mee deed. Ik kan haar precies vertellen wie ze als plaatselijke gids hebben en in welk hotel ze zitten. Zondag 18 september. Ik ontvang een SMS van Weiwei met de felicitatie voor mijn verjaardag. Vanavond vlieg ik naar de hoofdstad van de provincie Guizhou, waar Weiwei een paar uur later arriveert. Dan gaan we de komende week samen een paar dorpen in de buurt van Kaili bezoeken, waar Miao minderheden wonen. Ik laat mijn bagage bij de receptie achter en maak eerst even gebruik van de computer om een mail naar Nederland te sturen. Daarna loop ik het stadje in en kijk nog even bij de Orange Shop. Jackie werkt vandaag niet. Haar vriendin is druk bezig met het verder aankleden van hun shop. Een westers meisje komt in haar nachtshirt uit het naastgelegen hotel. Ze haalt hier ontbijt voor twee. Ik koop yoghurt en een vrouw met opvouwbare hoedjes weet me zo ver te krijgen dat ik voor RMB 10 een hoed koop. Dat lijkt me wel iets voor Weiwei. Ik twijfel alleen nog tussen blauw en paars. Mijn lunch nuttig ik uiteraard bij Lucy´s Place: kip met cashewnoten en citroenthee (RMB 47). Aan twee aan elkaar geschoven tafels zit een groep studenten van de Omeida Language School met hun jonge Amerikaanse docent. Ze nodigen mij uit om bij hun te komen zitten. Ik vertel dat ik vandaag jarig ben en ben een welkome gesprekspartner. De docent stelt voor om een spel te spelen. Om de beurt moet iemand een zin in het oor van degene ernaast fluisteren. Die zin gaat dan rond en zou hetzelfde moeten zijn wanneer hij het beginpunt bereikt. Dat gaat in het begin nog moeizaam. Hun niveau ligt vrij laag. Dat is voor mij bemoedigend. Zo kan ik ook wel docent zijn, daar hoef je Engels niet als moedertaal voor te hebben.  Om half drie stap ik in een bus naar Guilin. Kaartjes (RMB 18) zijn gewoon in de bus te koop. Er volgt een flinke bui. Gelukkig zit ik droog. In Guilin probeer ik een taxi te vinden naar het vliegveld. Maar iedere chauffeur vraagt maar liefst RMB 150, terwijl ik gewoon wil dat ze de meter gebruiken. Dus loop ik een stukje bij het station weg en vind een taxi die dat wel wil. Hij vraagt extra geld voor de tol. Dat is logisch. Jammer dat ik niet weet hoe ik bij de shuttlebus kan komen. Misschien op de plek waar ik ben uitgestapt, maar dat weet ik niet zeker en ik wil met deze warmte daar geen tijd meer mee verliezen. Het jammere is dat het vliegveld vrij ver van de stad ligt. Dat moet wel omdat er allemaal bergpieken in deze omgeving zijn van het Karst- gebergte en weinig vlakke plekken voor een vliegveld. Uiteindelijk ben ik toch nog RMB 100 kwijt. Het vliegveld van Guilin is klein en overzichtelijk. Guiyang Om 20 uur kom ik aan in Guiyang. Een uur later check ik in bij een hotel in de buurt van het treinstation. Dat zit een een smaller achterafstraatje. Ik eet banaan en drink een gemberdrankje. Sinds vanmorgen heb ik last van mijn keel. Misschien door de airco in de slaapkamer. Ik ben bang dat het de aankondiging is van een verkoudheid. Dan wil ik terug naar het vliegveld om Weiwei op te vangen die om 23 uur vanuit Beijing aankomt. Helaas is het niet zo dat de shuttle- bussen (RMB 10) van het vliegveld mij mee terug willen nemen. Geen idee waarom dat zo is. Ik dacht dat die op en neer pendelden. Maar misschien niet meer op dit late tijdstip. Dan maar een taxi (RMB 32). Een jonge chauffeur is enthousiast dat hij een buitenlander als passagier heeft. Helaas komen we niet verder dan met handen en voeten communiceren. Ondanks het late tijdstip komen er nog diverse vluchten binnen. Weiwei is vrij warm gekleed. In Beijing is het namelijk koeler. Gelukkig rijden er zo laat ook nog shuttlebussen naar het centrum. Weiwei heeft verjaardagcadeautjes meegenomen. Onder andere een mooi boek over China (wat ik in juni in Beijing zag), roomsoesjes, chocoladekoekjes, een pakje met gemberdrank en een kaart met een romantisch gedicht. Maar het hoogtepunt is wel wanneer ze happy birthday voor me in het Chinees zingt. Zo lief! Maandag 19 september. We moeten met een taxi helemaal naar de noordkant van de stad, naar het nieuwe busstation JinYang. Daar nemen we een snelle bus over een redelijke express way in ongeveer drie uur naar Kaili (RMB 43). Onderweg zijn gewelddadige films te zien. Het bergachtige landschap wordt steeds mooier. Weiwei komt met het verzoek van een vriendin om melkpoeder uit Nederland te sturen. Het is bijna half vier wanneer we in Kaili arriveren. Het is vrij koud na een regenachtige nacht. Volgens Weiwei zal het weer de komende dagen zo blijven. Zo anders dan de afgelopen week. Kaili We nemen een taxi naar het hotel (RMB 6). Dat is maar een klein stukje. Ik heb hier een mooi hotel voor weinig geld geboekt. De hotelkamer (1212) heeft een PC met gratis internet, dat heb ik nog niet eerder meegemaakt! We hebben uitzicht op het New Century Hotel en een rotonde waarin met bloemen de slogan van de huidige president is gemaakt. Kaili is een vrij aangename stad. Niet zo groot, maar toch kost het even om te oriënteren. De sfeer is ontspannen. Auto's stoppen soms zelfs bij de zebrapaden. De stad is wel iets ouder. In grote steden is meer vernieuwd. Kaili loopt wat dat betreft een beetje achter. Op een plein bij het hotel is iedere avond straatdans. We proberen om mee te dansen maar hebben daar beiden geen aanleg voor. Vrij dansen en in alle leeftijdscategorieën. Veel dames, soms een moeder met dochter, en soms iemand alleen. Altijd mooi om te zien en de muziek vind ik ook geweldig. Je ziet dit in nagenoeg iedere Chinese stad. We eten aan het einde van de straat waar kraampjes van de nachtmarkt staan, in een eenvoudig restaurantje: gebakken ei met tomaat, rundvlees met groene boontjes en rijst (RMB 25). In een andere straat met kraampjes en eenvoudige restaurantjes zien we een paar buitenlanders. Langde Dinsdag 20 september. Na het ontbijtbuffet op de vierde verdieping gaan we met een bus naar Langde (RMB 9). De wegen in dit deel van Guizhou zijn uitstekend. Langde is een bergdorpje van de Miao-minderheid. Bij de wind-en-regenbrug staat een groepje vrouwen met manden met souvenirs. Die proberen we te negeren en lopen een stukje het rijst- veld tegenover het dorp in. De jongste (23) van de vrouwen bij de brug leidt ons het dorp door en we mogen bij haar thuis eten. Weiwei vraagt uitgebreid naar haar familie en we krijgen een stapel foto´s te zien. Ik geef het kleine jochie ballonnen in vijf verschillende kleuren. Ze kookt in een enorme ingebouwde wok op houtvuur. Het eten (RMB 50 inclusief) is zeer smakelijk. Geen vlees, dat is vermoedelijk te duur. Maar er is wel een varken die op een gegeven moment in de pan gaat. Overal ligt en hangt mais te drogen, volgens Weiwei maken ze daar varkensvoer van. De familie is zeer gastvrij en bereid om van alles uit te leggen. Ze wonen primitief en het huis is erg stoffig. In het begin is haar broer nog thuis, een oma van 84 en twee neefjes waarvan de oudste op een gegeven moment naar school gaat. Ze hebben wel een televisie.  Via smalle paden lopen we verder door het dorp. Sommige huizen hebben bordjes naast de deur waarop staat dat ze een vergunning hebben om gasten te ontvangen. Op veel plekken hangt maïs te drogen. Bij het wachten op de bus spelen we bij de rivier. Het water is zeer helder. Af en toe komt iemand voorbij met een bamboedraagstok en daar emmer met water aan of bouwmateriaal. Nan Hua Op de terugweg naar Kaili bezoeken we nog een andere bergdorp: Nan Hua. Dit lijkt aan de huizen te zien iets rijker. Er is ook een politiepost. In het begin is tevens een school. Weiwei koopt in het eerste winkeltje in het dorp koekjes voor de kleinsten die buiten op het plein spelen. Ze zijn niet zo verlegen. We lopen verder door het dorp. Een jonge vrouw biedt Weiwei aan om haar kostuum aan te trekken. Maar dat aanbod slaat ze af. De vrouw heeft ook allerlei zilver te koop. We kunnen nog veel verder wandelen, er loopt een mooi pad omhoog. Maar we besluiten om terug te gaan. We zijn beiden moe. Weiwei slaapt in de bus op mijn schouder.  In de bussen zelf zitten ook veel Miao. De dames dragen roze hand- doekjes op hun hoofd of het haar in een knot met een kam en een grote bloem erin of alleen maar een kam. Kaili zelf is een aardige stad en daar zien we ook regelmatig dames in klederdracht op straat. Gisteravond nog drie in rood en oranje, met een fles sterke drank en een plastikbekertje dat van hand in hand ging, begeleid met gezang. Ik mocht ook wel een slok hebben.... Stierenvechten is hier ook populair, maar anders dan in Spanje betreft het dan twee stieren tegen elkaar. In de eerste bus vanaf Kaili werden daar allemaal beelden van getoond. Guizhou is een provincie waar relatief weinig buitenlanders komen. De omgeving van Kaili is prachtig. Morgen gaan we een markt van minderheden in Chong'an bezoeken en wanneer er nog tijd over is een ander dorpje. Maar de reis is al zo geslaagd dat ik best iets kan overslaan. Vanavond eten we in de straat waar we gisteravond buitenlanders zagen. Een beetje flauwe en zachte vis met broccoli met rijst voor RMB 40. Chong'an Woensdag 21 september. Weiwei en ik gaan naar de markt van Chong'an. Om de vijf dagen is hier markt. Ik heb een lijst op internet gevonden met de marktdagen voor de komende tijd (www.toguizhou.com van CITS in Kaili). Chong'an heeft volgens diverse websites een hele mooie markt. We moeten naar een ander busstation. Dat blijkt nog dichter in de buurt van ons hotel te zitten. Eigenlijk was een taxi niet nodig. Er staan een stuk of tien bussen op een binnenplaats. We kunnen onze bagage bij de toiletdame achterlaten (RMB 5). Om 9.35 vertrekt de bus (RMB 13). De reistijden vallen nu steeds reuze mee dankzij goede wegen. We stappen op een beetje een rare plek uit. Je zou niet denken dat we er al zijn. Op een parkeerplaats langs de weg staan een paar leger- voertuigen. Tussen gebouwen door loopt een trappad naar beneden. Maar via dat pad komen we inderdaad in het centrum van Chong'an uit. De markt is druk, maar ruim van opzet met heel veel bezoekers uit de directe omgeving. Op het middenplein verkopen ze de kleding en accessoires die de minderheden zelf dragen. Nieuw zijn kleine hoofddoekjes met twee keer drie oranje kwastjes achteraan hangend. Dat zijn Gejia, een subgroep van Miao. Verder dragen ze op een hoofd vaak witte kapjes en door hun haarknot een zilveren pijl. Dat heeft met een legende te maken, las ik. De grootste concentratie van Gejia woont in Matang, een dorp tussen Kaili en Chong'an. Omdat de Gejia de markt hier bezoeken, besluit ik om niet ook nog naar Matang te gaan. Ik probeer het programma niet druk te maken. Zo hebben Weiwei en ik tijd voor elkaar. Kinderen die uit school komen roep `hello!´. Een oude man klampt mij aan en vraagt of ik uit Amerika kom. Sommige kleine kinderen dragen 'tijger- mutsjes'. Met stoffen oortjes en zilver versiersels tegen boze geesten. We worden door een spraakzame jonge moeder (21) uitgenodigd om bij haar te lunchen. Haar moeder, oma en zoontje (2) zijn bij haar. Maar ze ziet er uiteindelijk van af omdat haar man, een tien jaar oudere wiskundeleraar, een zeer jaloers type is. Ze wil geen problemen. We krijgen haar adres zodat Weiwei de foto's die ik maak kan opsturen. Haar wilde zoontje gooit de pen van Weiwei in de rivier. Het is een wild jochie. Na afscheid te hebben genomen lopen we bij het lokale busstation waar veel minibusjes staan, naar een plek waar hoeden worden verkocht. Oude mannen zitten in een onder bomen met zangvogeltjes in kooien. In een poort worden tabak en pijpen verkocht. De straatkapper is ook aan het werk en tandartsen werken ook op de markt. Kortom, heel veel te zien en een prachtige gelegenheid om veel foto's te maken. Daarna rijden we terug naar Kaili. We lunchen in de buurt van het bus- station. Noedels met schapenvlees (RMB 9). Het gezin dat het restaurantje runt praat over mij, aldus Weiwei. Ze glimlachen graag. We halen de bagage op en nemen een taxi naar het grote busstation. Daar nemen we de bus naar Leishan (RMB 16). De reis duurt ongeveer een uur. In Leishan zitten we in een viersterrenresort (ongeveer 25 euro per nacht) in het begin van de stad. Maar we stappen pas in het centrum uit. Ik wist niet zeker of de locatie die ik op GoogleMaps had gevonden wel de juiste was, omdat het hotel daar een andere naam had dan op ctrip.com Maar taxi's kosten hier slechts RMB 3. Voor het avondeten gaan we naar het centrum. Naast ons hotel begint om half zeven net de school. Sommige studenten roepen 'hello'. We komen er heel veel tegen. In het centrum begin een avondmarkt. Langs het water vinden we een restaurant. We eten aardappel, rundvlees, rijst en thee (RMB 40). Het eten in deze provincie is over het algemeen vrij zout. Owen mopperde daarover. Aan een grote tafel zit een groep van circa twintig vrouwen waar ruim rijstwijn geschonken wordt en veel luidruchtig gepraat en gezongen. Wij genieten daar weer van. Vooral vrouwen lijken hier wat makkelijker een gesprek aan te gaan. Dat was Weiwei ook opgeval- len. En ze lachen graag. Deze omgeving komt over als zeer vredig en vriendelijk. Na het eten wil Weiwei haar volle maag wegwerken door mee te doen met de oefeningen op muziek. Ik loop rond over het plein. In een paviljoenen zingt een groepje dames. Ze willen dat ik mee doe. Kinderen schieten ballonnen lek die op een bord hangen. Er is een plekje waar zand ligt met speelgoed waar kinderen kunnen spelen (voor een paar centen). Aan de rand van het plein is nog een boekenmarktje. Daar dansen koppels op weer andere muziek. We kopen fruit en cakejes onderweg naar het hotel. Op ons balkon genieten we in het donker van krekelgeluiden. Xijiang Donderdag 22 september. Vandaag gaan we met de bus naar Xijiang (RMB 11). De eerstvolgende bus vertrekt pas om elf uur. Misschien dat we net te laat zijn om een bus eerder te kunnen halen. Xijiang is een bergdorp in een prachtige vallei met heel veel rijstterrassen. Een prachtige omgeving om te wandelen en wel een beetje vergelijkbaar met de Alpen-regio. Zeer vredig en afgelegen. Bovenaan het dorp is de entree waar we RMB 100 moeten betalen. Weiwei is per ongeluk haar tour guide pasje vergeten. Vanaf hier heb je een prachtig zicht op het dorp en de omliggende bergen met rijstterrassen. Bij de rivier stopt de bus op een parkeerterrein waar ook een toilet is. We lopen langs de rivier en steken die op een gegeven moment over. Regelmatig komen we boertjes tegen die aan het oogsten zijn. Heel veel wordt nog met de hand gedaan. Terug bij het dorp spreken we met een groepje studenten die schilderen. Het eten bij hun hostel is prijzig. Wij lopen verder naar het restaurant bij de brug. En we eten een locale rijstsnack voor het restaurant. Daarna binnen heerlijke vis-hotpot met tomaat, sla en taugé (RMB 48). Een beetje te spicy voor mij. De hoofdstraat heeft veel winkeltjes. Ik zie ook Ukea Inn, een hotel waar ik over heb gelezen. Eigenlijk zou je hier moeten overnachten om nog meer van de omgeving te kunnen genieten. Xijiang krijgt tijdens weekenden veel Chinese bezoekers, maar wij treffen een rustige en mooie dag. Niet te warm, want de temperatuur is te opzichte van vorige week wel meer dan tien graden gekelderd. Weiwei legt uit dat ze roze geverfde eieren uitdelen wanneer er een kind is geboren. Iets anders is dat zeven procent van je loon bestemt is voor huisvesting. We bezoeken een museum en Weiwei doet traditionele jurken aan voor een fotosessie.  Dan lopen we naar boven voor een laatste blik over Xijiang. Op een plein begint om vijf uur net een voorstelling. Die wordt twee keer per dag gehouden. Ook om elf uur 's ochtends. Wij nemen de laatste bus terug naar Leishan. Om 17.40 komt die voorbij. Het mollige meisje dat het geld voor de bus int, koopt onderweg luiers en even verderop haalt ze haar baby op. Die is misschien bij haar moeder geweest terwijl zij haar werk heeft gedaan en nu terug gaat naar de stad. Vrijdag 23 september. We slapen uit en gaan dan om 10.50 terug naar Kaili (RMB 16). We eten dumplings in de voetgangerszone bij hotel. Daarna eten we veel vers tropisch fruit, zoals drakenfruit, en verse, nog warme pinda- koekjes. Dus helemaal geen trek meer in avondeten. In de supermarkt onder ons hotel is overigens gewoon melkpoeder van buitenlandse fabrikanten zoals Nestlé en Edison te krijgen. Maar zelfs dat vertrouwt Weiwei niet! We zien veel jonge moeders. Vaak dragen ze hun baby op de rug of buik. Op de computer van onze kamer laat ik met Streetview de straat zien waar ik woon en mijn geboortedorp. Weiwei schrijft zich in voor een informatie- avond van de Universiteit van Utrecht. Begin oktober kan ik die dan namens haar bijwonen. Ze wil graag een master studie economie in het buitenland doen. Dat zou tevens een mooie gelegenheid zijn om bij elkaar te zijn. Helaas is zo'n studie voor studenten buiten de EU erg duur. En de regering is aan het bezuinigen op studiebeurzen. 's Avonds doe ik nog een grote ronde door Kaili. Ik kom bij beide bus- stations, door de voetgangerszone en bij de nachtmarkt zie ik een groepje high school studenten uit Amerika met hun begeleiders. Opmerkelijk dat die juist hier komen. Kaili is geen voor de hand liggende stad. Zaterdag 24 september. We hebben nog fruit voor bij het ontbijt. Met de bus van elf uur gaan we terug naar Guiyang (RMB 60). De zon schijnt en het is een beetje warmer. Gisteren brak de zon ook al een paar keer door. Net als op de heenreis zijn er weer gewelddadige films te zien. Bij een tank- station stappen we uit en kunnen overstappen op een minibusje voor het laatste stukje naar het vliegveld. Dit minibusje zit bij de prijs van de bus in. Dat moet je wel weten, want illegale chauffeurs proberen aan jou te verdienen door je voor te veel geld te vervoeren. De chauffeur van het gratis busje staat een beetje op de achtergrond, uit angst voor ruzie. Het vliegveld is in de buurt. Helaas lukt het niet om stoelen naast elkaar te krijgen, dus zitten we op verschillende rijen. Ik krijg een flesje water, pakje thee, gelatinefruit, een broodje en boter, cake en gedroogde groente. Niks is vers. Dat valt me wat tegen van China Southern. Shenzhen Voor de landing maakt het toestel een draai over zee. Op het vliegveld van Shenzhen staat de broer van Weiwei ons voor de aankomsthal met een moderne Toyota Camry huurauto op te wachten. Haar neefje van zeven zit achterin. Hij is eerst verlegen, maar blijkt al snel een levendig en speels ventje te zijn. Shenzhen is een enorme economische groeistad die tegen Hongkong ligt. Heel veel hoogbouw. Weiwei en haar broer tonen waar bekende bedrijven en banken zitten. En een futuristisch gebouw van de lokale overheid. Wanneer je iemand bezoekt, is het de bedoeling om iets te geven. Beiden hebben we geen zin om geld te geven. Daarom stellen we voor om wokolie, melkpakjes en koekjes te kopen op weg van het vliegveld naar hun appartement. Vandaar dat we snel door de Wal-Mart gaan (RMB 206,5). Ik blijf helaas maar kort in Shenzhen, want zondag aan het einde van de middag vlieg ik alleen naar terug Chengdu. En Weiwei neemt de volgende dag de trein naar Beijing, omdat ze komende woensdag een sollicitatie heeft.  Haar broer heeft een appartement in een gezellige flat in een bewaakte parkomgeving. Schoonzus is een slagje kleiner dan Weiwei en heeft mooie, stralende ogen. We krijgen de kamer van haar neefje. Ik krijg een leren geschenk in een mooi doosje. Die heeft net als westerse kinderen al een overvloed aan speelgoed. We eten in de buurt. Koude kip kerrie, porridge met seafood, vis, groente, gevulde schelpen en veel kleine kopjes thee. Er zijn ook winkeltjes en een marktje met verse groente en fruit in de buurt. Handig. Na het eten spelen we op de speeltoestellen tussen de flats. Schoonzus doet voor hoe ze oefeningen doet. Ze springt als een veertje. Ze is heel close met haar zoontje. Het is een gelukkig gezin. Ik moet uiteraard het album met babyfoto's zien! Ik zit nog vol van het eten, maar er is ook nog een grote schaal met watermeloen. Zoals altijd is Weiwei zeer behulp- zaam en ze geeft me de instructie om na het douchen een korte broek en T-shirt aan te doen. Dat toont beter dan hoe ik in de hotelkamers rond kan lopen. We slapen met het raam open en een ventilator aan. Zondag 25 september. Weiwei wordt wakker met een hese stem. Vanwege de beperkte tijd, zijn we rond acht uur al gedoucht en met z'n allen in de auto onderweg. We ontbijten in een restaurant waar je heel lang over het eten kunt doen door steeds een mandje met een stoomgerecht of cake of pudding te bestellen. Maar bij ons staat de tafel al snel vol met heel veel mandjes. Het eten smaakt prima. Het restaurant is populair, professioneel verzorgd, en niet eens duur. We laten schoonzus en het neefje uitstappen bij hun woonpark en rijden door naar het strand. Nog een aardig eindje rijden. We blijven maar kort op het strand. Bezoekers moeten door een poortje. Misschien tellen ze zo het aantal. Het strand is redelijk druk. Het weer valt een beetje tegen. Maar heter hoeft van mij nu even niet te zijn. Op de terugweg pikken we een vroegere klasgenoot van Weiwei en zijn vrouw op. Hij is advocaat. Gezamenlijk lunchen we uitgebreid bij haar broer thuis. Ze hebben enkele gerechten speciaal voor mij gekozen, dat heeft Weiwei doorgegeven. Vooraf vroegen ze of ik van kippensoep hield. Helaas is die anders dan ik gewend ben. De smaak is niet zo nadrukkelijk en ik vind die botjes niet zo prettig. Overigens is in Nederland kippen- soep in verhouding erg zout. Haar broer had ook tang yuan (zoete rijstbolletjes) gekocht, maar daar zijn we niet eens aan toegekomen. Sterker nog: ik heb ze tijdens deze reis geen enkele keer gehad en ben er wel dol op. Na het eten bekijken we trouwfoto's die ze een paar jaar na hun trouwen hebben laten maken. De hele reportage heeft wel drie dagen genomen en ze hebben allerlei verschillende kleding en locaties/achtergronden gebruikt. Het ziet er allemaal prachtig uit! Daarna maken we groepsfoto's in de woonkamer van bijna alle denkbare combinaties. De oud klasgenoot vraagt een paar niet zo voor de hand liggende vragen. Bijvoorbeeld wat anderen in Nederland vinden van dat ik een Chinese vriendin heb. Dan is het tijd om naar het vliegveld te gaan. Om mij weg te brengen. Weer een lange rit door de stad naar het westen. Weiwei draagt weer haar klassieke roze jurkje. Ze praat onderweg veel met haar broer. Haar broer brengt de auto terug. Ik neem afscheid van hem. Het ontvangst in Shenzhen was hartverwarmend. Na het afgeven van de bagage en ontvangen van de boardingkaart, nemen Weiwei en ik afscheid. Het meest vervelende moment. Dan sluit ik aan in een lange rij voor de security en kan Weiwei nog heel lang zien. Wanneer ik door de sluis ga kunnen we nog een laatste keer wuiven. In het vliegtuig naar Chengdu blijkt dat de stoel naast mij leeg is. Daardoor voel ik me extra droevig. Daar had Weiwei ook kunnen zitten. Het programma van de laatste dagen was druk. Ik moet dat nog allemaal verwerken. Haar broer is minstens zo impulsief als Weiwei en een tikkeltje ongeduldig. Chengdu vliegveld Op het vliegveld van Chengdu probeer ik een taxi te vinden die me naar Shuangliu, een kleinere stad naast het vliegveld brengt. Omdat ik morgen al vertrek hoef ik niet helemaal naar het centrum van Chengdu, maar de taxi's in de taxilijn rijden kennelijk alleen naar down town, want niemand wil me meenemen. Eerst loop ik nog terug naar een informatiedesk om het adres van het hotel helemaal in het Chinees op te laten schrijven. Maar zonder resultaat. Ik voel me een domme buitenlander. Er zit niks anders op dan een illegale taxi - die ze al aanbieden zodra je uit de aankomsthal komt - te nemen. Na enig onderhandelen betaal ik RMB 50 voor ongeveer zes kilometer. Schandalig, maar voor Nederlandse begrippen nog s teeds goedkoop. Bij het hotel zit een meisje die met Baidu (de Chinese Google) vertaalt om met mij te communiceren. Ze wil een borgsoms voor de sleutel en ik kan morgen om twaalf uur met een busje van het hotel naar het vliegveld. Dat aanbod neem ik graag aan. Het hotel is een beetje oud, maar op zich schoon. In de buurt zitten genoeg kleine en grote supermarkten en een zijstraat bestaat uit bijna alleen maar karaokebars en disco's. Ik praat bij één daarvan buiten aan een tafel met een groepje jonge mensen. Hun eten is erg spicy. Iemand haalt een taalboekje van binnen en probeert wat meer Engels op mij uit. Omdat het nog warm is, vind ik het wel lekker om nog buiten te zijn. Ik kan morgen ook uitslapen. Bij een hotel naast mijn hotel krijg ik nog hele zoete koekjes aangeboden. In dat hotel zijn veel groepjes die mahjong spelen en thee drinken. Maandag 26 september. Ik heb in Kaili al wat van de papieren weggegooid en probeer mijn koffer nog iets leger te krijgen. Het ontbijt van het hotel laat ik aan me voorbij gaan. Ik heb nog broodjes uit Shenzhen en haal wel wat uit een supermarkt, koop een banaan van een straatventster en maak nog wat praatjes met enthousiaste mensen die mij wel interessant vinden. Ik stuur ook een SMS naar Ling, dat ik China weer verlaat. Even later belt ze me. Ze zegt dat ze de afgelopen drie maanden weer werk heeft. Veel beter werk dan voorheen en dat ze niet meer zo depressief is. Ik ben blij voor haar dat het beter gaat. De zaak tegen ziekenhuis is nog steeds gaande. Om 12 uur word ik met het gratis busje van het hotel naar het vliegveld gebracht. Had ik voor gisteravond maar een pick-up geregeld. Wanneer ik in de rij voor de KLM aansluit, blijkt dat iemand van de klant waar ik op dit moment ben ingezet ook in de rij staat. Hij is een paar dagen later dan ik in China aangekomen met een groepsreis en begon in Beijing op het moment dat ik daar ook was. Maar we wisten niet van elkaar dat we op dezelfde dag terug zouden vliegen. Hij zit ergens achterin, terwijl ik op rij 22 zit. Bij de gates spreek ik weer met een vrouw van een winkel waar ik hier de vorige keer ook mee heb gesproken. Ze herkent me niet direct. Ik haar wel. Ik koop een ijsje bij haar en ruil dan mijn contactlenzen om voor de bril. Nog een laatste keer naar het toilet en dan boarden. Terugvlucht Het is een dagvlucht naar Nederland. Dat betekent nog een hele lange dag voor de boeg. Ik kijk naar "Midnight in Paris", de film van Woody Allen die vooral publiciteit kreeg doordat Carla Bruni er een rol in heef. Je weet wel, de echtgenote van de Franse president. Een aardige film, met flink wat zelfkritiek op Amerikanen en bewondering voor de Franse en Europese cultuur. Maar ik heb wel sterkere films van Woody Allen gezien. Daarna kijk ik naar "Super 8". Een combinatie van Mars Attack en E.T. Geproduceerd door Steven Spielberg. De jonge acteurs spelen erg goed, maar het verhaal en de effecten zijn richting het einde steeds minder geloofwaardig. Later kijk ik nog naar een klassieker: "Deliverance". Dat blijft een ijzersterk film. We landen op de Polderbaan. Het taxiën duurt daardoor vrij lang. Net als op de heenreis moet er eerst uitgeladen worden voor de deur open kan. Er staat een redelijke rij bij de douane. Meestal ben ik daar vlotter door. De automaten van de NS pakken ook hier mijn pinpas niet, dus moet ik naar het loket voor een treinkaartje naar huis. Ik haal de trein van 19.29. Rond half tien kan ik het niet langer volhouden en ga naar bed. Morgen ga ik direct weer aan het werk, want dat is de beste methode om zo snel mogelijk aan het tijdsverschil te wennen. Het was een zeer geslaagde reis. Weiwei en ik zijn een mooi koppel, dat zei een vrouw van 81 waar we in Kaili naast op een bankje zaten. Ze voegde er aan toe dat we er jonger uitzien dan we zijn. Maar dat was bij mij eigenlijk de hele reis al zo. Meestal schatten ze me tien jaar jonger in. Dankzij Weiwei en Owen is het gelukt om enkele hele mooie gebieden van Dong en Miao minderheden te bezoeken. De selectie die ik vooraf heb gemaakt waren stuk voor stuk een succes. Ik heb veel lieve en mooie mensen ontmoet en weer een lading aan mooie herinneringen. Het weer was een beetje wisselvallig, van erg warm tot iets te koel. Ik had verwacht dat september iets stabieler weer zou hebben. Tickets voor een volgende reis naar China zijn al geboekt! Johan (1 november 2011)