Thailand (2011)
Dinsdag 6 december. Aan het einde van de middag vlieg ik met AirAsia
van Medan in Indonesië (zie het verslag van Indonesië) naar Bangkok
voor een nieuw land en een nieuw avontuur. Thailand. Ik ben er nog
nooit eerder geweest. En dat had voornamelijk te maken met mijn
afkeer voor commercie en massatoerisme. Iedereen gaat immers al naar
Thailand. Maar ik ben tot de conclusie gekomen dat ik wel graag het
noorden van het land wil verkennen. Daar pak ik dan een week Bangkok
en een paar dagen Kanchanaburi bij voor de beroemde brug over de
Kwai rivier.
De stewardessen van AirAsia zijn weer bloedmooi. Nederlanders hoeven
geen visum voor Thailand, dus ik kan direct aansluiten bij de douane
met een ingevuld arrival kaartje. De rijen zijn lang, maar er zijn
ook veel loketten open. Na het ophalen van mijn koffer loop ik in
de hal helemaal naar rechts waar geldautomaten zijn. Ik haal direct
maar baht 20.000 uit de machine. Een verdieping lager zijn taxi's
met meter die met een geregistreerd systeem worden gereguleerd.
Met meter en 50 extra.
Bangkok
Ten opzichte van Indonesië ben ben ik meteen in een totaal andere
wereld. De wegen zijn breed en er kan snel worden gereden. Doordat
ik alleen briefjes van duizend heb, helpt het vrouwtjes van de
receptie om geld te wisselen voor de taxi (313 + 50). Ik moet nog
even uitzoeken hoe ik mijn was dan kan drogen. Mijn kamer heeft
namelijk geen kledinghangers.
Het guesthouse zit naast de doorgaande Sukhumvit Road, daardoor heb
ik oordopjes nodig om te kunnen slapen. Maar voor de rest is het een
prima kamer.
Woensdag 7 december. Ik werk mijn website bij en verlaat rond elf
uur mijn kamer om de omgeving van het guesthouse te verkennen.
In een zijstraatje (Sukhumvit 24) zit een groepje vrouwen aan een
tafel. Eén heeft een dik boek over astrologie. Ik geef mijn geboorte-
datum en zij probeert de tekst uit het boek te vertalen naar het
Engels. Volgens haar zal volgend jaar geen goed jaar voor mij zijn,
maar gaat het daarna alleen maar beter.
Ik lunch bij een Subway in Sukhumvit 22. Een grote salade met kippen-
borst en een blikje cola kost baht 163.
Daarna ben ik lang in het Benjasiri Park. De eekhoorntjes die in de
bomen klimmen zijn vermakelijk. Tegen het einde van de middag komen
meer mensen om te sporten. Badminton, joggen, of oefenen op de fitness-
toestellen. Er is ook een zwembadje. In het midden een grote vijver.
De politie controleert streng of je de regels navolgt. Twee keer maak
ik mee dat een jonge vrouw avances op mij maakt. Ik dacht dat dat in
bars even verderop gebeurde, maar kennelijk hier ook. Ik zie opvallend
veel gemengde koppels. Soms met kinderen. Gelukkige gezinnetjes. Soms
een oudere man met een jong fruitig meisjes, meestal sexy gekleed.
Nog iets later komen er steeds meer eetstalletjes langs de weg en in
de zijstraatjes. Ik eet kip met cashewnoten en rijst en een flesje
cola (baht 67). Daarna regent het even.
In een 7Eleven haal ik broodjes voor mijn ontbijt. Conclusie van deze
dag: Sukhumvit is een levendig gebied waar ik me prima vermaak. Later
deze week wil ik graag het Koninklijk Paleis en de drijvende markten zien.
Overigens kom je overal versierde afbeeldingen van de koning tegen. Die
is afgelopen maandag, net als Sinterklaas op 5 december, 84 geworden.
Deze visuele aanwezigheid maakt op mijn de indruk van een niet zo gezonde
koningsverering. Maar het is een man die scholen en ziekenhuizen heeft
laten bouwen en de laatste zestig jaar voor veel stabiliteit heeft
gezorgd, daarom is de bevolking trots op hem.
Donderdag 9 december. Het is grotendeels bewolkt. Met een blauwe lucht
was ik naar het paleis gegaan, want dat levert mooiere foto's op. Ik
blijf nu wat langer op mijn kamer en werk op mijn netbook. Voor ik de
straat op ga, boek ik voor morgenochtend een trip naar de drijvende
markten (baht 650). Vertrek is zes uur. Een vroegertje dus. Daarna
loop ik Sukhumvit weer af en verken nu andere zijstraatjes en kijk naar
scootertaxi's die zeer populair zijn. Behendig en snel, maar ook zonder
helm.
In Sukhumvit 23 eet ik bij "Love Scene". Pittige cocosnootsoep met kip,
rijst en thee voor 207. Een gezellig eettentje, waar opvallend genoeg
vooral Thai eten. Die krijgen een andere menukaart, dus neem ik aan dat
ik meer betaal. Het zei zo. De soep heeft te zeer sterke lauriersmaak.
Niet voor herhaling vatbaar. Rond vier uur regent het even. In Tops
supermarkt koop ik instant citroenthee, want mijn theezakjes beginnen
op te raken.
Vrijdag 10 december. Om 5:20 gaat de wekker van mijn telefoon. Even na
zessen zit ik in een busje op weg naar drie hotels om meer mensen op te
pikken. Eerst een Duitser in een duur hotel, dan een groep uit Maleisië,
als laatste een dikke Chinees uit de backpackerswijk. Dan duurt het nog
bijna anderhalf uur, want de drijvende markt ligt ruim 100 kilometer
buiten Bangkok.
Bij aankomst stappen we over op smalle gemotoriseerde boten. Daarna moet
baht 150 worden betaald voor kleinere bootjes die over de markt varen.
Helaas grotendeels een rondje langs kraampjes met souvenirs.
Zeer commercieel. Gelukkig blijft er dan nog tijd over om langs het water
betere foto's te maken van de dames die met eten en fruit varen. Een
andere mooie plek voor foto's is vanaf een brug.
Bij het parkeerterrein is een 7Eleven waar ik drinken zoute chips haal.
Een groepjes jongeren wil Engels met mij praten, maar ik heb niet de
indruk dat ze mij verstaan. Thais is ook een taal die niks met westerse
talen lijk te hebben. Het schrift is iets totaal anders.
Daarna stopt het busjes nog bij een plek waar teakhouten meubels worden
bewerkt. Ik had alleen een ochtendprogramma geboekt. Daarom stap ik nu
over op een andere busje voor de terugweg naar Bangkok.
De anderen hebben nog een slangenshow en nog iets voor de boeg.
Het duurt ruim drie uur voor ik terug ben in mijn guest house.
Allereerst neemt dit busje een andere route. We komen door buitenwijken
die nog deels onder water staan. Vanmorgen was ik de eerste die in het
busje stapte, nu ben ik de laatste die uit kan stappen. Het komt twee
keer voor dat anderen onderweg het busjes al verlaten, want dit duurt
een eeuwigheid in het drukke verkeer. Bangkok is wat dat betreft een
ramp.
Bij het guesthouse vertel ik het meisje van de receptie van een wat
teleurstellende trip. Ze biedt zich aan om morgen met mij naar het
paleis en twee tempels te gaan. We spreken om half negen af bij de
7Eleven om de hoek. Haar baas mag dit niet weten. ´s Avonds breng ik
nog door in het Benjasiri Park. Even ontsnappen aan het verkeer en
genieten van Chinezen die op muziek oefeningen doen met waaiers en
zwaarden en kijken bij volleybal en basketbal.
Wat Arun
Zaterdag 10 december. Vanwege kledingvoorschriften bij het paleis en
tempels trek ik vanmorgen voor het eerst sinds lange tijd een lange
broek aan. Wanneer ik de 7Eleven binnenstap, zie ik Oi al bij de kassa.
Ik koop een pakje chocolademelk.
We nemen eerst de skytrain tot Ratchathewi (baht 30). Daar een taxi
naar de rivier (baht 80). Dan eerst een stukje met een boot naar het
zuiden (baht 15), vervolgens met een andere boot naar de andere oever
(baht 3) van de Chao Phraya Rivier voor het bezoeken van de Wat Arun
Tempel. Een vredige plek.
Rondom de tempel zijn allemaal Boeddhabeelden en andere objecten met
versierselen met Chinese invloeden zoals draken. Om naar binnen te
gaan moeten de schoenen uit. Een monnik besprenkelt een stel met
gezegend water. Voor de hoge toren met een entree van 50 baht worden
betaald. Ik klim helemaal naar boven. Het laatste stuk is erg steil.
De beloning is een mooi uitzicht over de rivier en in de verte het
paleis. Voor de tempel kun je in mooie kostuums op de foto. Eigenlijk
overal hetzelfde toeristische liedje.
Wat Pho
We nemen dezelfde boot terug om de rivier over te steken en lopen dan
via een marktje, waar Oi Thaise koffie met heel veel ijs en ik een
flesjes water koop, naar de tempel van de liggende boeddha: Wat Pho.
Entree is 50. Bij de ingang moet je je schoenen uitdoen en dan in een
één richting een traject langs het beeld dat maar net in het gebouw
past. In Cambodja heb ik bij Phnom Kulen ook zoiets gezien. Volgens
Oi maken ze daar alles van Thailand na. Iets verderop dansen twee
dames in klassieke kostuums. Oi gaat in een sneltreinvaart door,
want ze moet vanmiddag werken.
Grand Palace en Wat Phra Kaeo
Thai mogen meerdere ingangen gebruiken en hoeven geen entree te
betalen. Buitenlanders moeten echter bij de Viseschaisri Poort van
het Grand Palace complex naar binnen en buiten. Ik moet maar liefst
baht 400 betalen! Op het bonnetje staat ook nog "Please come again".
Dat zouden ze wel willen. Het complex (1782) is groot, omringd door
een 1900 meter lange muur. Er zijn opvallend veel militairen.
Eerst bezoeken we de Wat Phra Kaeo, de tempel van de Smaragden
Boeddha. Dat is een groen beeldje met ontzettende veel praal en
pracht omringd. Voor de ingang besprenkelt Oi zichzelf en mij met
water met een lotusbloem. Het beeldje krijgt drie keer per jaar een
andere kostuum, bij de wisseling van de seizoenen van zomer, regen
en winter. De Boeddha is uit een blok jade gehakt.
Ook de gebouwen rond de tempel zijn beladen met goud en voorzien van
vele beelden. Dit deel van het complex heeft een hoge concentratie
aan heilige gebouwen, waaronder het Koninklijk Pantheon. Voor het
paleis staan sierboompjes die mooi zijn gekipt. Helaas is hier veel
tegenlicht. Het is mij allemaal een beetje te veel en gelukkig heeft
Oi haast. Misschien moet je het heel rustig alles bekijken, maar dat
gaat lastig met die hitte.
We nemen een taxi terug naar het Ratchathewi station van de skytrain
(baht 80). Oi gaat nu terug naar het guesthouse. Ik ga door naar eind-
halte Mo Chit. Daar is de JJ Mall met een gigantische markt. Lastig
om je daar te oriënteren. Het is druk. Ik koop een in stukjes gesneden
vegetarische loempia (baht 20). Eigenlijk valt de markt me een beetje
tegen. Ik ben er ook niet echt op uit om iets te kopen. Maar echt
fotogeniek kan ik ´m ook niet noemen.
In de mall eet ik tom-kha-gai, vis met noedels (baht 63) en een zeer
pittige papajasalade (baht 49). In de supermarkt in de kelder haal ik
zoute chips en water. Daar ga ik mee in het naastgelegen Chatuchak
Park zitten. Daar hebben meer mensen hun toevlucht gezocht.
Een groepje jongeren wil hun Engels oefenen. Een meisje vindt mij
´very handsome´. Hun Engels is echter zeer beperkt. Dat valt me zo
tegen voor een land waar toch veel buitenlanders komen. De BST voor
de totale terugweg kost baht 40.
Zondag 11 december. Ik blijf wat langer op mijn kamer om dit verslag
bij te werken en met de foto's aan de slag te gaan. Daarna haal ik
lunch uit een supermarkt en zoek een plekje in het Benjasiri Park.
Ik ontdek nu pas dat er schildpadden in de centrale vijver zitten.
Ze worden gevoed door bezoekers. En Amerikaanse man van een gemengd
koppel heeft er plezier in om af en toe één uit het water te pakken.
Ze rennen snel weer terug. Het schild klapt tegen de stenen vloer
wanneer ze 'rennen'. De uitdaging is natuurlijk om een groot exemplaar
te vangen. Zijn vrouw of vriendin voedt ze.
Twee dames nodigen mij uit om bij hun te komen zitten. Ze hebben een
woordenboekje Engels. De slankste komt uit Laos en is moeder van een
puberdochter. Ze is 34. Haar vriendin is 38. We maken foto's met een
mobiele telefoon van hen. Ze werken in het restaurant aVa op Soi 11
en nodigen mij uit om vanavond te komen eten. Een groepje high school
studenten oefent voor een soort van musical. Elf meiden. Er zit ook
een beetje acrobatiek in. Op het einde tonen ze vlaggen van
Aziatische landen.
's Avonds loop ik naar Soi 11. Onderweg stop ik nog bij Terminal 21
waar een enorme kerstboom staat en kerst- en nieuwjaarswensen in groen
en rood in diverse talen. Wanneer ik in Soi 11 loop zie ik twee volks-
wagenbusjes die als bar zijn omgebouwd. Ik ontdekt aVa.
Andere restaurants zijn aan het aantal mensen op de terrassen te zien
populairder. De meiden ontdekken mij wanneer ik aan de andere kant van
de straat loop. Ze zijn nu sexy uitgedost. In deze straat staan meerdere
'freelancers' langs de weg die me een massage aanbieden. Hun aVa ziet
er duur uit. Omdat hun Engels al zo matig was, besluit ik om weer terug
te keren.
Op de terugweg pauzeer ik nog ter hoogte van het park, dat nu gesloten
is. Er zitten nog wel groepjes aan de straatkant. Vooral studenten.
Onderweg ben ik regelmatig bedelaars tegengekomen. Zittend of liggend
op het trottoir. Soms moeders met een kindje. Soms een oude vrouw.
Op het laatste stuk naar mijn guesthouse zie ik een moeder met haar
zoontje op een brombakfiets in vuilnis zoeken naar iets eetbaars of
lege plastikflessen. Iets later de vuilniswagen die hun volgt.
De grote stad trekt arme mensen aan die hopen op een betere toekomst.
Bij de bouwplaatsen zag ik ploegen dagloners die achterop vrachtwagens
of pick-up trucks worden vervoerd. Het contrast tussen arm en rijk is
net als in andere Aziatische landen ook in Thailand groot.
Maandag 12 december. Vandaag ga ik naar Kanchanaburi. Dat ligt op
ruim twee uur reizen ten westen van Bangkok. Ik laat mijn koffer bij
de receptie achter bij Oi. Ze werkt vandaag al in de ochtend.
Ik betaal ook alvast voor komende woensdagnacht. Dan neem ik de sky-
train naar Ratchathewi en daar bij exit 3 (afgelopen zaterdag exit 1
voor het paleis) een taxi naar het zuidelijke busstation Sai Tai
Taling Chan, aan de andere kant van de rivier. Die rit kost baht 111.
Het busstation bestaat uit een enorme hal met op de eerste verdieping
eerst een groot warenhuis. Ik koop wat te eten en drinken voor onder-
weg in een 7Eleven bij de ingang. Daarna het kaartje voor baht 99
bij loket 81.
De bus vertrekt iets na half twaalf en doet er ruim twee uur over.
Onderweg stappen een paar keer mensen in of uit. Een dame in een
paars uniform controleert de kaartjes. Die je in de bus ook nog kunt
kopen, zie ik. Ze deelt afgesloten bekertjes met water uit. De airco
staat niet zo koud afgesteld. We komen ook weer door het gebied waar
wegen nog onder water staan.
Kanchanaburi
Ik heb een plattegrondje van Kanchanaburi en omdat ik alleen mijn
fotorugzak bij me heb, besluit ik om naar het guesthouse te lopen.
Via een loopbrug over de doorgaande weg waar 'long live the king'
op staat, en een markt, komt ik bij een brug en een tempel. Achter
de tempel loopt een rustige weg langs het water met onder andere
VN Guest house. Daar heb ik gereserveerd. Ik check in en heb een late '
lunch: nasi met kip, eiersalade en thee (baht 140). De porties zijn
royaal in vergelijking met Bangkok. Ik lees in de programma's dat de
treinbrug over de River Kwai op vijf uur wordt bezocht. Volgens mijn
inschatting is de brug ongeveer twee kilometer naar het noorden.
Dat is te belopen.
River Kwai Bridge
De rivier heet eigenlijk Khwae Yai. Bij de brug is een museum en een
enorme markt. Een toeristencircus. Tot mijn verbazing kun je gewoon de
brug op lopen, wat mensen dan ook veelvuldig doen.
Ik loop naar de andere oever. Halverwege komt een trein. Alle mensen
moeten aan de kant. Je kunt op ´oversteekjes´ staan. Er heerst een
opgewonden sfeer. Dit is dus de beruchte brug in de Birmaspoorlijn die
de Japanners in de Tweede Wereldoorlog door krijgsgevangen lieten maken.
Duizenden kwamen daarbij om het leven, vandaar de bijnaam Dodenspoor-
lijn. Een andere beruchte plek in de buurt is de ´Hellfire Pass´ waar
een stuk uit een berg is gehakt.
"De Birma-spoorweg is de beruchte spoorweg tussen het toenmalige Birma
(thans Myanmar) en Thailand. Deze verbinding werd in De Tweede Wereld-
oorlog in opdracht van de Japanse overheersers aangelegd door bijna
225.000 dwangarbeiders en krijgsgevangenen. Ongeveer 100.000 van hen
hebben dit niet overleefd. Tijdens de aanleg van deze spoorweg stierven
ook ruim 3.000 Nederlandse krijgsgevangenen die destijds begraven werden
langs de Birma-spoorweg. Na de oorlog werden zij herbegraven in Birma
en Thailand.
Na afloop van de oorlog kon het dodental worden opgemaakt. Ongeveer
13.000 krijgsgevangen stierven tijdens de aanleg van de spoorweg:
hoofdzakelijk ten gevolge van uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder
hen 7.000 Britten, 2.800 Australiërs, 131 Amerikanen en bijna 2.800
Nederlanders. Ook meer dan 85.000 Thaise, Birmaanse, Maleisische en
Indonesische dwangarbeiders hebben de verschrikkelijke omstandigheden
niet overleefd.
In totaal heeft de spoorweg het leven van bijna 100.000 mensen gekost.
Vanaf het begin van de werkzaamheden in 1942 tot aan de bevrijding in
augustus 1945 stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders."
http://shbss.nl/nl/birma-siam.html
Aan de overkant maak ik in een grote tuin foto´s van de brug en dan
loop ik terug naar de markt en het ´station´. Een mooie meid dat hier
met haar ouders is wil graag met mij op de foto. Ik maak met hun
toestel een gezinsfoto. Dan loop ik terug naar het centrum.
Bij 7Eleven haal ik mijn avondeten. Ik rust even op mijn kamer en ga
dan naar de Moonlight Bar zoals ik vanmiddag had beloofd. Daarnaast
zit het Holland House. Daar draaien ze leuke Thaise muziek.
De barmeiden delen het eten wat ze van voorbijkomende kraampjes kopen
en er staat ook een fles sterke drank op tafel waar ze shots mee maken
en in één keer achterover slaan. Ze dragen zeer korte spijkerbroekjes
en proberen alle mannen die zonder partner langslopen naar binnen te
gillen. Ik praat met hen. Sommigen hebben al een kindje. Andere zijn
nog maar 21 of 23. Ongeveer de helft rookt. Meestal komen ze uit een
andere plaats. Ik drink uiteraard fris. Het is gezellig en de muziek
bevalt me ook wel. Je kunt je ook nog verstaanbaar maken.
De bars hebben bijna allemaal een pooltafel en een terrasje.
Na middernacht ben ik op mijn kamer. Het is fris en koelt hier meer af
dan in Bangkok. Eigenlijk was airconditioning niet eens nodig geweest.
Maar misschien morgen wel tijdens een dutje.
Jammer dat er geen waterkoker is. De locatie is wel erg mooi, zo rustig
aan het water. En niet duur.
Dinsdag 13 december. Zalig om wakker te worden in een rustige omgeving
en geen stadsverkeer te horen. Ik loop naar 7Eleven voor ontbijt en dan
langs de keurig verzorgde oorlogsbegraafplaats naar de Chinese tempel.
Op die begraafplaats liggen ook 1896 Nederlanders die aan de Birma-Siam
Spoorweg hebben gewerkt.
Om bij die tempel te komen passeer ik een enorme school. Daar is een
ceremonie gaande. Er staan leerlingen op een podium en onder een
gigantisch afdak zitten honderden leerlingen.
Ik loop door naar het tempel park waar verschillende gebouwen staan.
Met veel tussenruimte. Het meest indrukwekkende is een ronde tempel
die erg lijkt op het belangrijkste gebouw van de Tempel van de Hemel
in Beijing. Na het maken van een foto zie ik vier meisjes langs het
water in de schaduw van bomen zitten. Eén van hen wenkt me, ze heet
Baitong. Ze haalt een studieboek Engels uit haar tas en probeert een
gesprekje te voeren. Dat gaat moeizaam. Hun niveau is nog erg laag.
Ik blijf bij één van het achter wanneer de anderen lunch halen.
Ze lijkt me wel te willen verleiden. Een echte Lolita.
Mijn guesthouse is vanaf hier te zien.
Wanneer ik trek begin te krijgen, loop ik terug naar mijn guesthouse
voor lunch. Ik bestel spaghetti met kip en thee.
Weer een royale portie. Daarna rust ik op mijn kamer en loop vervolgens
door de straat met restaurants, guesthouses en tourbureautjes en mijn
beste friend: 7Eleven, waar ik meestal chocolademelk, rozijnenbrood
en aardbeienyoghurtjes haal.
Bij de massagesalon naast de inrit naar de Jolly Frog zit een meisje
dat redelijk Engels spreekt. Ze heeft net een klant voor oliemassage.
Wanneer ze terugkomt raadt ze me haar oudere collega aan voor een
Thaise massage. Dat doe ik. De massage is uitstekend. En voor een
uur betaal ik slechts baht 150. Na afloop krijgt het andere meisje
net een jong stel voor weer oliemassage. Ze zegt dat we later wel wat
kunnen drinken. Ik zeg dat ik terugkom.
Bij mijn terugkomst, ruim een uur later, sturen haar collega's mij
naar het noorden. Ik heb een zak met karamel popcorn gekocht. Lekker!
Daar zit ze bij de Happy Night Bar op het terras met een paar vriendin-
nen. De meest tengere van hen heeft een westerse vriend. Een zekere
Eileen heeft westerse trekken. Ze bevestigt dat ze een Britse vader
heeft. Het stel van de massage komt even later ook. Ze komen beiden
uit Israël maar blijken geen stel te zijn. Het meisje zal later haar
vriend in India ontmoeten. Er is live zang van een meisje uit Rusland
dat hier iedere avond zingt. Dat klinkt bijzonder goed. En een mooie
keuze aan liedjes.
Ik heb wat informatie uitgewisseld met het massagemeisjes, maar één
van de andere meiden en de Israëlische jongen hebben voornamelijk
het woord. Ik heb geen zin om nog meer drinken te bestellen wanneer
ik niet wat makkelijker met hun kan praten, dus betaal ik mijn
drinken en wuif naar haar, om vervolgens naar de bars op de hoek
te lopen. Vooral Holland House heeft vanavond ordinaire taferelen.
Ik blijf op een afstandje staan kijken en besluit maar om mijn
kamer op te zoeken. Onderweg passeer ik wel tien honden.
Woensdag 14 december. Na het ontbijt zie ik bij een tourbureautje
een blanke man zitten met een Friese vlag aan de muur. Ik raak ik
in gesprek met Bauke van Rainy Travel op de hoek van de straat
(http://www.rainytravel.com). Hij zit hier nu ruim drie jaar en
heeft buiten Kanchanaburi een huis en Thaise vriendin. Ze zijn niet
getrouwd, want dat is volgens hem te veel bureaucratie. De zaken
gaan niet zo goed. Het toerisme komt dit jaar langzaam op gang en
hij moet het dan ook vooral van Nederlandse gezinnen in het laag-
seizoen (de zomer) hebben en zijn vrouw verdient aardig wat met
seminars.
Tegen twaalf uur check ik uit en lunch ik bij mijn guesthouse.
Chicken sweet sour met rijst en thee (baht 105). Ik hoorde gisteren
een Nederlander telefoneren. Hij zit nu achter mij. Hij blijkt één
van de investeerders te zijn in dit guesthouse. Samen met een
Nederlands echtpaar. Een deel van het personeel komt uit Myanmar.
Hij leeft zelf het grootste deel van de tijd in Brazilië, want
heeft zijn vriendin Anna daar leren kennen. Hij is niet zo onder
de indruk van Thaise vrouwen. Ik loop naar het busstation. Op de
hoek staat een bus (baht 99) naar Bangkok gereed. Die vertrekt
om 13:50. Hij zit lang niet vol. Onderweg weer diverse stops.
Terug in Bangkok
Na ruim twee en een half uur arriveer ik bij het zuidelijke bus-
station van Bangkok. Daar spreekt een motorrijder mij aan. Hij
vraagt waar ik naartoe wil. Ik laat hem het skytrain station op
het kaartje van mijn guesthouse in Bangkok zien en zeg dat ik een
minibus of taxi wil. Voor ik het weet zit ik achterop in de
veronderstelling dat hij me over het terrein van het busstation
vervoert, maar we zijn ook al onderweg naar de stad. Hij slalomt
tussen het zeer drukke verkeer. Op deze manier ben ik veel sneller.
We eindigen bij het National Stadium BST station. Hij vraagt 500!
Ik geef hem 100, want een taxi kostte op de heenreis iets meer en
dit was toch wat minder comfortabel.
Er volgt nog een lange discussie, want hij wil meer hebben.
Voorbijgangers die Engels spreken gaan zich er ook al mee bemoeien.
Maar ik wil dat hij vooraf afspraken maakt over de prijs en dat
heeft hij niet gedaan, nu roept hij maar wat. Hij geeft het
uiteindelijk op. Met een overstap kom ik voor baht 30 tijdens de
avondspits bij het station naast mijn guesthouse. Oi verwelkomt me.
Ik praat haar bij over Kanchanaburi en laat wat foto's zien.
's Avonds loop ik naar Soi 24, waar ik in het begin het meisje met
het boek over astrologie ontmoette. Ze is al naar huis, maar ik krijg
de uitnodiging om bij haar collega's te zitten.
Er ligt een tijdschrift op tafel met foto's van een Thaise model en
actrice die 'pancake' heet! Een bloedmooie ongetrouwde vrouw.
Ik krijg een flesje water en geef hen van mijn net gekochte karamel
popcorn.
De bazin staat op straat met een hoelahoep. Ik laat me masseren door de
meest verlegen dame. Ze heeft een tienerdochter, maar spreekt maar heel
gebrekkig Engels. In het doodlopende straatje waar we zicht op hebben,
zitten een paar dubieuze massagesalons, zoals Pink en Mango. In Soi 26
zag ik overigens hele mooie meiden bij een Japanse Karaoke bar. Hier
zitten ook opvallend veel Japanse restaurants.
Donderdag 15 december. Na het ontbijt neem ik iets na negenen een taxi
naar het vliegveld. Bij 7Eleven - my best friend - heb ik weer ontbijt
en nog wat voor op het vliegveld gehaald. Wat moest ik toch zonder die
winkel. Na ruim een half uur ben ik al bij het vliegveld. Ik geef de
chauffeur inclusief tip baht 200. Na het afleveren van mijn koffer en
de securitycheck zit ik nu bij Gate B2 mijn verslag van de afgelopen
dagen bij te werken.
Chiang Rai
In vijf kwartier vlieg ik met AirAsia naar Chiang Rai in het noorden
van Thailand. Vanuit de lucht ziet de stad er nog aardig groot uit.
Het vliegveld heeft ook een paar normale gates, zodat je niet over
het vliegveld hoeft te lopen. Ik neem de taxiservice van baht 200
naar het centrum, naar mijn homestay. Er is even verwarring omdat er
ook een guesthouse is met bijna dezelfde naam, waar de taxi mij eerst
brengt. Dat ziet er overigens goed uit. De eerste indruk van Chiang
Rai is ook uitstekend. Een relatief rustige stad.
Ik lunch bij mijn homestay, dan verken ik het centrum. Ik raak in
gesprek met een half Chinese, half Thaise dame van rond de vijftig
die een tour- en vertaalbureautje heeft. Ze is weduwe, heeft twee
zoons en is twee keer met een Chinees getrouwd geweest. De eerste
is ze van gescheiden. Wanneer we een plan opstellen voor morgen,
wil ze van mij weten wat ik wil betalen, maar zo werkt dat niet.
Zij is degene die iets wil verkopen, dus zij moet mij maar vertellen
wat het kost. Uit het winkeltje van haar buurvrouw geeft ze me een
bakje met vier Japanse 'dai fuku' cakejes. Die vullen behoorlijk.
Vrijdag 16 december. Rond tien uur ben ik bij het vrouwtje. Ik haal
eerst wat te eten bij 7Eleven en drink dan Chinese thee bij haar
buurvrouw die een coffee shop heeft. Ik betaal baht 800 voor een
dagtour, maar het lukt haar niet meer om een auto met chauffeur te
regelen, dus dan maar morgen. Even later komt de Amerikaan (of is
hij nu Canadees) Teo Montana bij me zitten. Hij noemt Santa Fe als
zijn thuis, maar zijn moeder en zussen wonen in Canada bij San Juan
Islands. Tot mijn verbazing kent hij Bisti Wilderness in New Mexico
niet. Een fotograaf zou dat moeten kennen. Hij heeft ook in Mexico
en Midden Amerika gewoond. Hij heeft een iPad en laat een serie
van vijf foto's zien die hij op www.photoblog.com/teomontana heeft
geplaatst.
Hij laat enkele foto's op A4 afdrukken bij de naastgelegen computer-
shop. Alle drie de winkeltjes horen bij elkaar. Het zijn foto's van
mensen in de buurt die hij vervolgens uitdeelt.
Hij heeft een vriendin uit Laos en verblijft grotendeels in Azië,
tenzij hij even terug moet naar Amerika om geld te verdienen, want
dat lukt hier niet. Hij kent alle ins and outs van de massagesalons
en drie hot springs in de regio. Een ontspannen vent met een pet op
om zijn kalende hoofd te beschermen. Het vrouwtje regelt meer Chinese
groene thee voor mij, een mango salade met kleefrijst en noedels in
zakjes van het restaurant op de hoek tegenover de Wat Jed Yod Tempel.
Teo geeft me wat tips voor fotolocaties in de stad. Ik neem mijn
spiegelreflex camera ook mee. Bij de klokkentoren praat ik met een
Thaise cowboy. Hij heeft een winkeltje met schilderijen, zelfgemaakt
en van zijn leerlingen. De stijl doet erg aan het Wilde Westen in
Amerika denken. Ik verken de markt. Die is groot. Niet zo fotogeniek,
maar eerder op de ochtend waarschijnlijk beter.
Dan loop ik langs een paar scholen. De meisjes van elke school hebben
een eigen kleur lange rok. Er is slechts één, die onder de achterklep
van een busje zit, die mij aanspreekt en vraagt waar ik vandaan kom.
Hun niveau Engels is erg laag. Ik loop door tot het monument voor de
Koning, waar iedereen langs gaat om wierook af te steken of een
olifantenbeeldje te doneren wanneer ze iets belangrijks gaan doen.
Vooral 's ochtends, vertelde Teo mij.
Bij mij vrouwtje praat ik met twee leerlingen van haar. Twee meisjes
uit de bergen, die nauwelijks opleiding hebben gehad omdat de Thaise
regering dat niet voor minderheden financiert. Wanneer ik wat meer
kleding op heb gehaald, zitten er nog twee anderen bij haar aan tafel.
Een jong stel, waarvan het meisje hier was voor een eventuele baan.
Zij spreekt redelijk Engels. Ze heeft een universitaire opleiding.
Een lange meid met een Chinese vader. Haar vriend is een stuk kleiner.
Het lukt aardig om een gesprek te voeren.
's Avonds verken ik de night bazaar. Die is groot. Minderheden
verkopen er hun type kleding en souvenirs, maar er zijn ook twee podia
met gratis zang- en dansvoorstellingen en veel andere producten, van
een tatoeageshop tot kleding. Op het grote plein staan allemaal tafel-
tjes met rondom eetkraampjes. Ik haal miniloempia's en thee (baht 20 +
15) en zoek vooraan een tafeltje.
Wanneer ik mijn eten op heb, zie ik verderop de twee bergmeisjes van
vanmiddag met een blanke jonge man. Het is de Fransman Leroy die in de
toeristbusiness in China zit. Voornamelijk voor Franse toeristen, maar
er is ook een restaurant met Frans eten voor een scherpe prijs bestemd
voor Chinezen. Ik vertel hem van mijn connectie met China en dat ik
werk zoek. Hij heeft het erg druk, nu is er even een dipje waardoor
hij zelf vakantie kan houden, maar hij is nog op zoek naar een zaken-
partner. Hij bestelt vis, groente en rijst voor hem en de meisjes.
Ik heb geen trek meer.
Daarna praat ik tegenover de ingang van de bazaar met een eigenaresse
van een massagesalon, 'Wellness Du Nord'. Een weduwe van 34. Ze heeft
sinds haar 23ste in Denemarken gewoond. De vader van haar zoon Nicolai
was een Deen. Omdat het weekend is, heeft ze haar zoontje hier, dan
kan ze morgen hopelijk uitslapen. Ze hebben net een puppy die af en
toe op de vloer van de ingang van de winkel plast. Het jochie heeft
duidelijk westerse trekken, maar donker haar en bruine ogen. Volgens
haar zijn Thaise mannen te zacht. Ze geeft de voorkeur aan grote
Europese mannen. Ik vertel haar dat ik werk zoek. In Chiang Mai werken
vrienden van haar uit Polen in de ICT. Die verdienen 200.000 baht
per maand.
Ze vertelt dat wijn hier zo duur is en daarom bier drinkt omdat dat
goedkopere alcohol is. Voor een fles import wijn uit Zuid-Afrika
betaal je zo baht 380! Vandaar dat ze het idee heeft om een wijnwinkel-
tje te beginnen. Ze zoekt een partner. Ik heb geen verstand van wijn.
Tijdens het laagseizoen, van april tot en met september, is ze in
Denemarken. Met in augustus nog een paar weken hier. De omzet van
haar massagewinkel en sieradentafels ligt normaal rond baht 200.000
per maand, dat is in euro ongeveer 4900. In het laagseizoen veel lager.
Volgens haar komt dat ook doordat het personeel nauwelijks Engels
spreekt en zonder haar minder klanten trekt. In Denemarken heeft ze
een appartement dat ze voor de helft verhuurt waardoor ze daar zelf
zonder veel meerkosten in kan wonen.
Zaterdag 17 december. Ik ontbijt vanmorgen bij mijn homestay.
Pannenkoek met banaan en honing en thee voor baht 80. Daarna loop ik
naar de gossip lady. Teo Montana is er ook weer. Ze doet eerst wat
moeilijk, maar haar vaste chauffeur is er al en samen met de twee berg-
meisjes van gisteren gaan we rond half twaalf op pad. Eerst naar een
waterval. Daar hoort een klein stukje wandelen bij.
De meisjes (17 en 18) genieten. Ze willen graag met mij praten, maar
kunnen slechts minimaal Engels. Ze willen graag dat ik in Thailand
blijf. Ik vraag hun om een lied te zingen. Zo rijdt ik met een bolle-
buik-chauffeur en achterin zijn pick-up twee bergmeisjes door het
heuvellandschap rondom Chiang Rai. Ze verdienen baht 150 per dag door
in een restaurantje van een school te werken.
We bezoeken kort een dorpje van een bergstam. Ik ben in de veronder-
stelling dat we naar nog twee andere dorpen gaan, want dat had ik
met de gossip lady afgesproken. Maar tot mijn verbazing rijden we al
naar de Witte Tempel, en die stond voor het einde van de middag op
het programma. Uit protest blijf ik daar wat langer hangen. In de
tempel mag niet gefotografeerd worden. Het fotolicht buiten is matig.
Vandaar ook mijn voorkeur voor na vier uur. Toch vermaak ik me wel.
Omdat het weekend is, zijn er veel bezoekers. De meisjes eten ijs,
ik eet in mijn eentje rijst met kip (baht 50).
Daarna rijden we naar het uitzichtpunt over de stad, waar ook een
tempeltje is. Niet zo bijzonder, maar voor een aardig indruk van wat
ik eigenlijk ook al vanuit het vliegtuig heb gezien. Om half vier ben
ik terug. Ik beklaag me bij de gossip lady dat we maar bij één dorp
zijn geweest. Morgen zal ze dat goed maken. Wanneer er een oude
bekende op bezoek komt, maakt ze een kinderlijk blij dansje.
Na een lange pauze op mijn kamer praat ik met Weiwei op Skype. We
genieten. In de tussentijd hoor ik een groep Fransen arriveren. Rond
negen uur ga ik naar de night bazaar voor nog wat spring rolls (baht 20).
Ik zie geen bekenden.
Bij de ATM automaat zou het zusje van de eigenaresse van de massage-
winkel met moeten zitten. Ik herken haar en laat een foto van haar zus
met haar zoontje van gisteravond zien. `My sister`, zegt ze. Ik heb wat
last van mijn keel gekregen en slaap niet zo geweldig.
Zondag 18 december. Rond 10 uur loop ik naar 7Eleven voor ontbijt.
Ik kom de Fransman tegen. Hij is vanmorgen vroeg naar de markt geweest
om te zien hoe monniken daar voedsel verzamelen. Volgens hem kun je dat
het beste rond half zeven doen. Ik heb nog twee kansen. Dinsdag vertrek
ik. De roddeldame is laat. Ik zie haar achter haar kantoortje met een
douchemuts. Bij de buurvrouw, 'Apple', vraag ik heet water om citroen-
thee van te maken.
Teo zit met één van zijn jongste modellen aan een ander tafeltje. Ze
speelt een computerspel op zijn iPad. Het bergmeisje heeft vandaag
een rokje aan! Ik tekende gisteren achterop op bonnetje van 7Eleven
een meisje met jurkje en vroeg haar of ze die had. Je ziet jonge
vrouwen hier zelden jurken of rokjes dragen. Misschien omdat het 't
koude seizoen is. Ik word uitgenodigd om mee te gaan naar de moeder
van de roddeltante. Die is vandaag 72 geworden.
Het oudste bergmeisje gaat mee. De ander werkt vandaag.
Rond half twaalf arriveren we in een dorpje net buiten Chiang Rai.
Hier wonen veel politiemensen en militairen. Aan de grootte van de
huizen te zien, zou je dit een corruptie dorp kunnen noemen. Huizen
met prachtige tuinen, maar ook enorme villa's. We eten bij de jarige.
Voorafgaand door een wandeling buiten het dorp. Op de velden staan
afdakjes waar de arbeiders in kunnen eten en rusten. Na het eten
doen Leroy en ik een dutje.
Dan gaan Leroy, het bergmeisje en ik op één motorfiets naar warmwater-
bronnen. Eerst tanken we. Ik betaal de brandstof. Het is een mooie
route, met steeds meer kronkelende bergwegen en we rijden ook langs
de rivier met zeer snel varende ´langstaartboten´. Het bergmeisje zit
in de sandwich tussen ons in. We passeren een olifantenkamp en pauzeren
even. Bij de bronnen is een mooie parkje waar mensen picknicken, een
lang voetbad, een plek waar je eieren kunt koken en een groot zwembad.
Alles is keurig aangelegd. Teo had me er al een foto van laten zien.
Er komt een pick-up truck langs met op de laadbak een groep muzikanten
die scholen bezoeken om muziekles te geven. Wanneer een groep meiden
met mij op de foto wil, kan iedereen meegenieten van hysterisch gegil.
Bij een picknickende familie krijg ik drinken aangeboden en mag vis
proeven.
Leroy is een vlotte rijder. Wanneer we in de schaduw rijden, is het
best fris. Wanneer we terugkomen, haal ik een trainingsjasje op. Met
Leroy ga ik dan nog naar de Witte Tempel om daar zonsondergang mee te
maken. De tempel is net om vijf uur gesloten. Maar het fotolicht is
wel mooi. Ik eet bij een koffieshop bij de klokkentoren. De eerste
avond had ik beloofd dat ik terug zou komen voor fried rice with
vegetables (baht 79). Het drinken is te duur, dat had ik de eerste
avond al over geklaagd. Maar wanneer ik verder niks bestel, krijg ik
toch een glas water. Na het eten is er om acht uur een lichtshow bij
de klokkentoren. Met muziek. Erg kitscherig allemaal.
Leroy gaf me de tip om naar een straatmarkt te gaan, maar die blijkt
alleen op zaterdag te zijn. Wanneer ik bij de roddeltante kom, zijn
beide bergmeisjes daar ook. Op zondag is de straatmarkt aan deze kant
van het centrum, voorbij het ziekenhuis. Ik neem de uitnodiging aan om
met de roddeltante, Leroy en de bergmeisjes mee te gaan. De meisje
lopen achteraan en giechelen. Ze genieten van de achterwerken van
Leroy en mij, aldus de roddeltante. Het is geen bijzondere markt en
ik haak halverwege af omdat ik graag mijn lenzen wil schoonmaken en
naar het toilet moet.
Maandag 19 december. Ik ben te moe om vroeg naar de markt te gaan en
blijf op mijn kamer. Eerst eet ik bananenpannenkoek bij mijn homestay.
Een aantal foto's met Be laat ik afdrukken (baht 165). Rond twaalf uur
kan ik ze ophalen. Daarna koop ik een buskaartje naar Chiang Mai, voor
morgen om negen uur (baht 263).
Ik doe nog een ronde door het centrum. In het Tung Garden park in de
buurt van de scholen staat een houten gebouw op palen met kostuums van
ruim dertig minderheden. Helaas is het gesloten. Een Fransman komt mij
al vragen of ik weet wanneer het open is. Ik haal lunch uit een 7Eleven
en zit naast het gebouw. Groepjes studenten doen hun huiswerk of
lunchen op de 'veranda' rondom. Sommige meisjes zijn erg druk met hun
uiterlijk.
De foto's zitten al in een mapje. Een leuk afscheidscadeautje voor Be.
Wanneer gossip lady dat ziet, is ze jaloers. En ze komt terug op een
uitspraak die ik eerder deed. Ik zei namelijk dat ze beter op jacht kan
naar mannen van haar leeftijd. Ze was beledigd. Maar ik zeg dat oudere
mannen ook nog energiek en aantrekkelijk kunnen zijn.
Na een rustpauze op mijn kamer ga ik tegen vijf uur naar de tempel naast
mijn homestay, de Wat Jed Yod. Een jonge monnik slaat dan namelijk op
een klok. In tegenstelling tot gisteren sta ik nu aan de goede kant en
is er geen tegenlicht. Hij doet zijn werk heel speels. Misschien ook uit
verlegenheid. Op een informatiebord bij de tempel staat dat hij uit 2387
is, in onze jaartelling 1844. Thailand leeft 543 jaar in toekomst.
Daarna zie ik Be bij de roddeltante op het terras zitten. Onze chauffeur
heeft een fles whiskey en eet en drinkt met vrienden. Ik geef haar de
foto's. Ze is daar bijzonder blij mee. Jammer dat ze geen Engels spreekt.
Thank you, dat kent ze nog net. Ze zegt wel een paar woorden in het Thais.
Erg verlegen is ze niet.
Met een andere vriendin van haar gaan we naar de night bazaar voor het
avondeten. Ze zijn erg bescheiden in het uitzoeken van eten. Leroy had
dezelfde ervaringen. Haar vriendin wil graag vroeg slapen. Ik loop mee
terug en neem afscheid. Doe een lange broek aan en ga later nog terug.
De Deense krijgt net een gezin met vier kinderen voor voetmassage. Ze
masseert zelf niet, maar heeft een groep jonge mensen aan het werk.
Daarna komt een groep jonge mannen voor voetmassage. Het valt me op dat
deze buitenlanders zonder na te denken zomaar betalen en niet vooraf
vragen wat het kost. Rond elf uur neem ik afscheid. Ik heb haar een paar
foto's gestuurd van de tweede avond. Daar bedankt ze voor.
Dinsdag 20 december. Rond half negen loop ik naar het busstation. Twee
Nederlandse meisjes met rugzakken komen naast me zitten. Ze hebben nog
geen kaartje. De bus van negen uur blijkt al volgeboekt. Zij dachten
een kaartje in de bus te kunnen kopen. Even na negenen vertrekt de bus.
Er zijn maar acht rijen van drie en de stoelen kunnen ver achterover.
Lekker ontspannen. We krijgen van een meisje in uniform een flesje
water en Krunch koekjes. De bus stopt nog bij de nieuwe terminal aan
de rand van de stad. Daar stappen onder andere drie monniken in. Die
lachen hartelijk om de kinderachtige sketches op een televisiescherm.
Chiang Mai
De bus rijdt vervolgens in ruim drie uur, zonder te stoppen naar
Chiang Mai. Bij aankomst probeer ik een tuk tuk te vinden, maar die
vragen minstens baht 120. Een Toyota pick-up is bereid om me voor 60
tot in de straat bij mijn guesthouse te brengen. Ik ben royaal door 50
te zeggen, hij hapt direct toe. Voor twintig had het waarschijnlijk ook
gekund. Chiang Mai heeft nog vrij veel tuk tuks die vaak in mooie
kleuren gespoten zijn. Helaas niet zo milieuvriendelijk.
Ik ben vergeten om nog een keer op de website van het guesthouse te
kijken, waar ze precies zitten. Moet dus een paar keer vragen. Onderweg
passeer ik reisbureautjes, massagesalons, een 7Eleven, restaurants (ook
Nederlands en Duits). Het guesthouse wordt gerund door een familie. Ik
betaal zes nachten. Rond de jaarwisseling kom ik nog een keer terug.
Die reservering heeft het meisje van de receptie er ook al liggen.
De koekjes in de bus en twee pakjes rozijnenbrood waren niet zo veel,
dus begin ik aan het einde van de middag al trek te krijgen. Er worden
kraampjes voor de nachtmarkt opgesteld. Ik eet eerst roti met banaan
en ei (30), daarna is het lastig om een restaurant te vinden met
redelijke prijzen. Naast het Nederlandse restaurant zit een eenvoudige
Thai met goede prijzen.
De bars verder richting het centrum hebben soms een aardige prijs voor
een pizza of salade, maar hun drinken is zo duur. Uiteindelijk neem ik
toch een kleine kipsalade en cola bij één van hen (baht 60+30). Even
later koop ik nog een oranje suikerspin (baht 20) wanneer ik een
praatje maak met dames van een net uitziende massagesalon ter hoogte
van een groot hotel. 's Avonds loop ik over de nachtmarkt, die
verdeeld is over kraampjes langs de straat, een groot plein en nog
een straat dichter bij mijn guesthouse.
Woensdag 21 december. Ik eet bananenpannenkoek en vraag heet water
voor instant citroenthee. Het is tijd voor de was. Inmiddels al weer
vier shirts. De was droogt hier sneller dan in mijn thuinbadkamer in
Chiang Rai. Daarna loop ik over het plein waar gisteren de markt was.
Het is stil en de zon maakt het behoorlijk warm. Iets naar het zuiden
zie ik een warenhuis dat gespecialiseerd is in computers, accessoires,
reparatie, een taalbureau, en op de bovenste verdieping een ´foodcourt´.
Daar haal ik fried chicken met warme chocolademelk. Ze hebben namelijk
geen thee en ik wil geen koud drinken. Ik ontdek laptop skins met
Hello Kitty. Die kosten 200. Erg leuk, maar ik twijfel nog.
Iets verderop kijk ik bij een tourbureautje naast de 7Eleven schuin
tegenover de ingang van het plein. Gisteren ben ik ook al bij een paar
geweest voor mogelijkheden naar bergstammen. Dat viel een beetje tegen,
omdat de tours altijd gecombineerd worden met iets commercieels, en ze
zijn vrij prijzig. Een op maat gemaakte tour kost nog meer. Vanmorgen
bij het ontbijt heb ik gekeken wat mijn guesthouse te bieden heeft.
Van één van de dagtrips en een halve dagtour heb ik de prijzen
genoteerd. Bij dit bureautje zijn ze goedkoper. Ik hak de knoop door
en geef voor een dagtour 800 en de halve dag kost baht 400.
Daarna loop ik via de 'barstraat' door naar de oosttoren en dan verder
binnen de stadsmuren naar enkele tempels. De eerste is krap voor het
maken van foto's. Bij de laatste zijn veel monniken. De straten zijn
iets drukker dan in Chiang Rai. En ook binnen de stadsmuren heb ik de
indruk dat er meer luchtvervuiling is. Dat is zeker het geval in de
drukke straat langs de oostwal.
Bij 7Eleven haal ik een magnum met amandel (baht 40) en popcorn. Die
popcorn eet ik op een krukje bij dames van de massagesalon waar ik
gisteren ook even gezeten heb. Daarna struin ik langs bijna alle markt-
kraampjes op zoek naar soortgelijke T-shirts voor Weiwei en mij.
Degene die ik op het oog heb, kom ik bij geen enkele ander kraampje
tegen. Dus kan ik ook geen prijzen vergelijken. Ik betaal baht 300
voor twee shirts. De muziek op de markt is vanavond luider.
Gisteravond ben ik met oordopjes snel in slaap gevallen. Toch werd
ik rond twee uur wakker door geschreeuw.
Donderdag 22 december. Vandaag heb ik een dagtour geboekt. Om acht
uur word ik opgehaald bij mijn guesthouse. Mijn medereizigers zijn
een moeder met dochter en zoon uit Canada, een stel uit Tsjechië en
jonge vrouw uit Frankrijk. In de stad staan groepjes dagloners langs
de weg. Volgens onze gids migranten uit Myanmar. Allereerst rijden
we naar een orchideeënboerderij. De vlindertuin is leeg, maar de
orchideeën staan in bloei. Onze gids vertelt iets over de lange
procedure van het kweken. Het is omdat dit in het programma staan,
en handig als toiletstop, maar verder hoefde dit voor mij niet.
Om 9.35 rijden we door naar dorpen van bergstammen. Circa vijf
kwartier. Achtereenvolgens bezoeken we Karen, Lahu en Akha.
Primitieve dorpjes in een zeer rustige omgeving. Er is geen festival
of andere speciale gebeurtenis, dus dragen ze geen klederdracht.
Alleen de oudere vrouwen zijn enigszins traditioneel gekleed. Ik heb
ballonnen meegebracht voor de kinderen. Dat is een succes. Een paar
vrouwen proberen wat souvenirs te slijten.
Rond twaalf uur rijden we door naar Chiang Dao en lunchen bij de
ingang van een grot. De lunch is bij de tour inbegrepen en met water,
soep, kip, groente en rijst prima. Daarna lopen we met de gids langs
kraampjes waar kruiden worden verkocht, vervolgens de grot in. Op
diverse plekken zijn boeddhistische beelden . Onze gids legt uit dat
volgend jaar (2555) er een nieuwe Boeddha komt. Een speciaal jaar.
Op veel plekken in het land zijn beeldjes van baby boeddha's.
Om twee uur rijden we terug naar de stad. Net buiten Chiang Mai is
een stukje bos waar ten behoeve van de toeristen door de regering
bergstammen zijn geplaatst. Een rij met souvenirstallen en weefopstel-
lingen zijn voorzien van dames en kinderen van Long Neck Karen, Big
Ear Karen, Akha en Palong. De dames reageren verschillend. Soms
verlegen. Anderen vinden het prima om op de foto te komen. Ze willen
uiteraard ook graag dat je iets koopt. Ik geef her en der ballonnen.
Dat is weer een succes!
De Française heeft een kleine videocamera mee. Zij is meer geïnteres-
seerd dan de anderen en blijft net als ik bij onze gids om dingen te
vragen. Volgens haar hebben ze hier een beter leven dan in de bergen
in de grensstreek. Maar de Française concludeert terecht dat dit een
menselijke dierentuin is en eigenlijk verschrikkelijk.
Iets soortgelijks is in de buurt van het vliegveld van Chiang Rai,
volgens de Rough Guide die ik bij me heb. Rond vier uur ben ik terug
bij mijn guesthouse.
Het is 's nachts vrij lawaaiig. Dat is het nadeel van zo'n mooie
locatie in de buurt van de nachtmarkt. Iedere avond is er markt.
's Middags worden al kraampjes door jonge mannen op brommers naar de
straat gesleept of geduwd. Dat zag ik al bij aankomst. Rond zonsonder-
gang zijn ze bijna allemaal met spullen voorzien. Later op de avond
is er live muziek, die tot twee a drie uur ´s nachts duurt. Ik kan
dus niet zonder oordopjes en helaas is dit de eerste keer dat ik een
zeer zacht matras heb, dat slaapt slecht in combinatie met een hard
en dik kussen.
Vrijdag 23 december. Ik neem het trekkers breakfast van mijn guesthouse
(baht 60). Vandaag heb ik een tour van een halve dag. Rond twintig over
negen komt een busje met een gids: een lange transseksueel in een paars
joggingpak met een hese stem. Het duurt even voor we iedereen van
verschillende hotels hebben opgepikt. Een Chinees stel is erg laat.
Pas bij de derde keer bij hun hotel lukt het om ze in het busje te
krijgen. Misschien moesten ze eerst nog ontbijten of hadden ze zich
verslapen. We rijden de berg op die even buiten de stad ligt. De weg
kronkelt flink. Grotendeels is die vrij breed aangelegd. Ik zie ook
buitenlanders met lokale 'busjes'. Dat is de goedkopere manier.
Eerst bezoeken we een Hmong dorp. Dat zijn Chinezen die naar Thailand
zijn gevlucht. Ik heb in China en Vietnam ook Hmong minderheden bezocht.
Dit dorpje ligt achter een straat vol met souvenirs en restaurantjes.
Het dorp zelf stelt niks voor. Eerst bezoeken we een museum met poppen
die Hmong moeten voorstellen en allerlei typische activiteiten
uitbeelden. Eén van mijn metgezellen is een Amerikaan, van oorsprong
uit India. Hij spreekt accentloos Engels. Hij ziet op mijn lijstje met
tours van het bureautje dat ik minder heb betaald dan hij via zijn
hotel. Ik had al van Meme de opdracht gekregen om niet over de prijs
te praten. Dat is een 'secret'.
Daarna rijden we een stukje terug en bezoeken de Wat Phrathat Doi
Suthep Tempel. Daarvoor moet je of een korte kabelbaan nemen, of een
trap die best meevalt. Dus de trap maar. Langs de gehele leuningen zit
een draak in de betegeling. Kleine meisje met make-up in schitterende
klederdracht worden door gewiekste dames geëxploiteerd. Je kunt voor
baht 20 met ze op de foto, terwijl het maar de vraag is of ze wel naar
school gaan en ze zien er alles behalve vrolijk uit. De tempel zelf is
zeker de moeite waard. Mijn groep krijgt besprenkeld water van een
monnik. Ik sla dit keer over. Rondom het tempelterrein zijn prachtige
muurschilderingen. En ook nu is er weer een flinke lading goud.
De parasol is het koninklijk symbool.
Rond één uur ben ik terug bij mijn guesthouse. Ik eet in het kleine
winkelcentrum waar ik eerder bij Subway heb op klapstoeltjes. Nu heb
ik lokaal eten: rijst met gemengde groente en twee voor baht 40 + 20.
Zaterdag 24 december. Het is hier zachter dan in Chiang Rai, of het
weer is in het algemeen warmer geworden. Weiwei gaat vandaag met haar
huisgenote Jiangling naar de bioscoop. Vanavond zou ze een kerstmis
bezoeken.
Ik verlaat pas rond lunchtijd mijn kamer. Eerst heb ik tickets naar
Amerika geboekt voor in de lente. Ik had verwacht dat pas begin volgend
jaar te doen, maar zag ze vrijdag al voor 469 euro, en met tickets is
het zo dat je beter kunt toeslaan wanneer er een mooie prijs is.
Via de barstraat loop ik weer naar de oostpoort. Daar zijn ze bezig met
voorbereidingen voor een marathon die morgenvroeg al start. Ik zou me
ook kunnen inschrijven. Daarna loop ik verder naar het noorden van de
oude stad. Bij een bureautje koop ik voor baht 180 een buskaartje naar
Pai voor komende maandag. Dat lijkt me wel een scherpe prijs.
Ik passeer een school, maar niet de tempel die ik had verwacht. Ik ben
het plattegrondje vergeten. Ik kom wel mooie grote huizen op palen
tegen. En andere architectuur die bij een tropische streek hoort. Ik
krijg een flyer aangeboden voor muay thai, oftewel Thai boksen. Dat is
erg populair, maar ik houd helemaal niet van geweld. Ik heb wel een
plek gezien waar die wedstrijden worden gehouden.
Via een omweg kom ik weer bij de Wat Phra Singh Tempel waar ik gisteren
ook was. Een fraaie tempel en zeer toegankelijk. Ook goed toiletten.
Daarna verken ik het zuiden en kom met een beetje geluk bij de Wat
Chedi Luang Tempel waar nog een oude ruïne van een ´chedi´ bij staat.
Hier zijn veel bezoekers. En de man waar ik eergisteren een suikerspin
bij heb gekocht is hier ook. Het mooie van Thailand is dat je de mon-
niken ook gewoon in het straatbeeld ziet. Altijd goed herkenbaar aan
de oranjebruine gewaden. In Chiang Rai zag ik soms zelfs één met een
muts op. Kennelijk koud, met zo'n kaal hoofd.
Bij de oostpoort zijn nu meer mensen. Ik ontdek een buffet en zie
nergens waar je moet betalen, dus vermoed ik dat het gratis is. Het
eten ziet er prima uit, dus schep ik ook maar op. Zo heb ik gratis
avondeten. Ik heb net geld uit de muur gehaald. Eerst uitgerekend
hoeveel ik voor de laatste 9 dagen nog ongeveer nodig heb. Wanneer
je bedragen afgerond op 1000 uit de muur haalt, dan krijg je alleen
briefjes van duizend. Maar bij de 7Eleven lukt het me wel om die
kleiner te krijgen.
Vlak bij mijn guesthouse speelt een brassband kerstliederen. Eigenlijk
is dit de eerste keer dat ik een beetje het gevoel van kerst krijg.
Vanaf Singapore heb ik al kerstbomen gezien en kerstliedjes gehoord,
maar de hogere temperaturen doen absoluut niet aan kerst denken.
Wanneer ik op mijn kamer kom, hebben Weiwei en Jiangling bijna hun
kerstdiner op en gaan ze naar de kerk.
Zondag 25 december. Eerste Kerstdag. Ik eet het trekkersontbijt en
blijf daarna nog lang op mijn kamer. Rond lunchtijd loop ik naar de
oostpoort. Buiten de muren bezoek ik eerst een tempel waar allerlei
dieren in de tuin staan. Ook een groot beeld van Donald Duck. Naast
de tempel staat een enorme stoepa met een gouden 'dak'.
Bij de oostpoort van de oude stad zijn allerlei objecten die met
kerst en de jaarwisseling te maken hebben, zoals een grote door lampen
gevormde kerstboom en een decor van een Disneykasteel. Ik loop naar
de Man Tempel in het noorden van de oude binnenstad, nu kan ik ´m wel
vinden. Die maakt een verlaten indruk.
Ik bezoek weer Wat Chedi Luang Tempel. Bij de aardbeving van 1545
(2088) is de spits in elkaar gedonderd. Naast het grote tempelgebouw
bij de ingang zijn groepjes bezig om standjes in te richten. Ik praat
lang - maar in beperkt Engels - met een groep van een school. Een
paar vrouwen van middelbare leeftijd, studenten, jongens en meisjes,
en een hele jonge lerares genaamd Som. Die naam betekent Oranje.
Ze hebben een Canon D550 camera en maken veel foto's. De lerares en
een vrijmoedige studente nodigen mij uit om voor de ruïne en in de
grote tempel foto's te maken. Ze klikken maar raak. En ik moet met
hen op de foto, maar ze nemen ook heel veel van elkaar. Ik lunch in
een straat ten zuiden van de tempel op een overdekt betonterras met
een menu met scherpe prijzen. Inclusief drinken betaal ik baht 45.
Aan het einde van de middag en begin van de avond loop ik over de
'walking street', enkele straten in het hart van het centrum zijn
namelijk op zondagavond omgetoverd in een soort van braderie. In
tuinen, zoals die van een tempel zijn allemaal zitjes en kraampjes
met eten. Complete maaltijden, maar uiteraard ook snacks. Ik eet
worstjes en bananenroti. Sommige producten durf ik niet aan, al denk
ik niet dat je hier ziek van wordt want het eten ziet er vers uit.
Dan loop ik richting mijn guest house, want mijn zus heeft ge-sms´t
daar de familie bij haar dineert, het kerstdiner. Om half drie
Nederlandse tijd, half negen Thaise tijd zouden we elkaar op Skype
treffen. En dat lukt ook. Gisteren viel de verbinding met Weiwei een
tijdje weg, maar ik kan nu een half uurtje met de familie praten en
iedereen groeten. Mijn vader is het meest aan het woord. Over mijn
auto, waar interesse voor is, wat ik er voor vraag? Bijzonder leuk
om zo iedereen even te zien.
Daarna ga ik aan de slag met de foto´s die ik in Chiang Mai en
omgeving heb gemaakt. Later mailt Weiwei me vanaf haar mobiel dat ze
een storing met internet hebben en het niet lukt om te skypen. Dan
morgen maar. Ik denk nog aan de bedelaars die ook in Chiang Mai zijn.
Vaak vrouwen met een kind. En blinden. Vanavond speelde een groep
blinde mannen muziek op de ´walking street´. Ik hoorde dat de regering
hen maar een beetje geld geeft.
Maandag 26 december. Om zeven uur gaat de wekker. Ik wil niet gehaast
doen, dus ben vroeg. Ik neem eerst rozijnenbrood met chocolademelk op
mijn kamer en later nog een pannenkoek bij het guesthouse, want ik
weet niet hoe laat het lukt om te lunchen. Ik zou tussen half negen en
twintig voor worden opgehaald voor de rit naar Pai, verder in het
noorden van het land.
Ik spreek kort met een andere gast. En Zweed, zestiger, die een Thaise
vrouw/vriendin heeft. Hij heeft in China gewerkt. Ik zeg direct dat ik
dat ook graag wil. Hij geeft me de tip om een advertentie in een krant
te zetten, in de China Morning Post. Later zie ik hem in een pick-up
wegrijden dus misschien woont hij hier ook wel. Hij mopperde dat het
hier, en in Thailand in het algemeen, duur is. Alleen China is volgens
hem nog goedkoop. Ook in Vietnam en Maleisië betaal je als buitenlander
veel meer dan de inwoners van het land zelf.
Pas om twintig over negen komt een pick-up truck om mij op te halen.
Er zitten al enkele anderen op. We worden tegenover het treinstation
bij een bureautje gebracht dat gespecialiseerd is in ritten met een
minibus tussen Chiang Mai en Pai. De bus van negen uur halen we niet
meer, maar die van tien uur noemen ze nog wel de bus van negen uur.
Thaise flexibiliteit, zal ik het maar noemen. Hoe dan ook, ik ga met
12 andere toeristen in een busje naar Pai. Dat gaat snel. We stoppen
halverwege een kwartiertje bij een mooi parkje met openluchtcafés, een
toilet, en een resort met huisjes tegen een heuvel gedecoreerd met
prachtige bloemen.
Pai
De rit gaat verder over de bergen. Heel veel bochten. De jonge chauf-
feur heeft haast, want hij haalt in zodra dat mogelijk is. En het
Chinese meisje naast mij begint het behoorlijk benauwd te krijgen.
Ze is wagenziek. Gelukkig voor haar zijn de laatste kilometers op een
wat bochtige weg. Ze valt bijna uit het busje wanneer we om één uur in
Pai arriveren. Arm meisje. Er staan al mensen te wachten voor de reis
naar Chiang Mai.
Het kantoortje bij aankomst heeft ook weer een toilet. Ze bieden geen
rit naar Soppong aan, mijn eindbestemming. Daar moet ik een klein
stukje voor naar het busstation lopen. Een klein station met bussen
die voornamelijk naar Chiang Mai gaan. Ik denk dat dit de goedkopere
optie was. Ze hebben een songthaew staan die pas om half vier vertrekt.
Dat is een open wagen met twee tegenover elkaar geplaatste banken.
In de tussentijd kan ik even door Pai lopen en haal ik broodjes en
drinken bij 7Eleven. Voor de zekerheid wat extra, want ik weet niet
hoe de voorzieningen in Soppong zijn. Pai heeft veel minder verkeer,
maar wel heel veel guesthouses, restaurants, winkeltjes en tourbureau-
tjes die op toerisme zijn ingesteld.
Ik blijf in de buurt van het busstation. Om drie uur rijdt de songthaw
naar voren. Naast mij stappen twee oudere dames in klederdracht in en
naast de chauffeur gaat nog een dikke jonge vrouw zitten. Er blijft
ruimte genoeg over voor mijn koffer en de chauffeur werk gelijktijdig
ook nog voor de post, want na het tanken neemt hij pakketjes mee van
het postkantoor. Onderweg stoppen we op een bergpas waar hij nog een
postbus controleert. Die is leeg. Hier zijn overigens kraampjes en
dames in klederdracht. Ik neem niet de moeite om daar foto´s van te
maken, al zou dat snel hebben gekund. Onderweg passeren we nog een
vrachtenwagen die uit de bocht is geschoten. Onze chauffeur rijdt
zeer verantwoord.
De dames stappen in de afdaling net voor Soppong uit. Ik zag al een
mooie vallei met huizen en bewerkte landerijen. Daarna volgt nog een
controle. Een jonge vent in een militair uniform vraagt wat mijn
bestemming is. Hij zegt dat het koud zal worden in Soppong.
Soppong
We stoppen voor het postkantoor van Soppong. Ik loop met mijn koffer,
gelukkig heeft die wieltjes, nog een stuk verder naar het westen. Dit
is een dorp aan een vrij vlak stuk van de doorgaande weg. Overal is
wel leven, maar de meeste panden staan vrij en zo maakt het een ruime
en overzichtelijke indruk. Een beetje zoals Amerikaanse dorpen kunnen
zijn. Ik zie vrij veel winkeltjes, en ook meer plekken waar je zou
kunnen overnachten dan ik had verwacht.
Ik check in. Mijn kamer heet Bamboo 2 en ligt prachtig op een overdekt
terras aan de rivier. De kamer zelf is schitterend ingericht.
Romantisch. Wat jammer dat ik hier maar alleen ben! Ik loop direct nog
een keer terug naar waar ik arriveerde en koop frisdrinken in één van
de grotere supermarkten. En ik verken even de markt waar men druk
bezig is met het opzetten van kraampjes voor de traditionele markt van
dinsdagochtend.
Terug richting Soppong River Inn maak ik een praatje met een groepje
jonge mensen. Twee meiden, een jonge moeder, nog een jonge vrouw, een
jonge vent en enkele kleine kinderen. Ik maak een paar foto´s. Eén
van de meiden haalt haar mobiel om daar met haar vriendin een paar
foto´s mee te maken samen met mij .
Ik had al besloten om te gaan eten in het Seven Elephants Restaurant
van Soppong River Inn. Met een prachtige inrichting en een uitstekende
menukaart. Ik bestel shan curry, lokale groenten met specerijen, rijst
en limoen thee (baht 60 15 30). Een bescheiden jonge vrouw helpt in de
bediening. Het eten is uitstekend en een ruime portie.
Daarna ga ik op het terras aan de rivier zitten om dit verslag bij te
werken. Ik krijg kroepoek en mandarijnen van een familie die naast mij
logeert. Ik groet op z'n Thais. Ze zitten net als ik ook buiten tot
het te koud begint te worden. Ze spelen spelletjes en drinken wat.
Maar durven het niet aan om met mij te praten. Ze zaten ook in het
restaurant toen ik ging eten. Helaas heb ik alleen in het begin van de
avond even contact met Weiwei. Daarna lukt het niet meer om verbinding
met internet te krijgen.
Dinsdag 27 december. Ik heb de wekker op zeven uur gezet. Rond acht
uur loop ik naar de markt. Deze ligt gewoon aan de doorgaande weg. Er
is al veel bedrijvigheid. Aan de linkerkant van de weg wordt kleding
verkocht die de minderheid hier voor het grootste deel draagt. De markt
zelf is een beetje rommelig van opzet, maar des te leuker. En het gaat
mij vooral om de mensen. Ik heb uitgebreid de gelegenheid om foto's te
maken. Een topdag! Ik ontdek ook weer artikelen met Hello Kitty, zoals
tasjes en portemonneetjes. En grote posters met zowel Thaise als
Engelse tekst. Helaas nogal groot. Vooral de informatieve posters zijn
leuke hebbedingen.
Mobiele Governments Savings Bank met ATM in Soppong
Bij een computer-print-scan-foto-zaak zit Ken, een Canadees met een
Zweedse achtergrond van het Baanlek Guest House. Hij wijst terug in
de richting van Pai, in de bocht zit het huis tegen de heuvel. Je kunt
er ook fietsen huren, wat ik misschien morgen wel ga doen om de dorpen
in de omgeving te bezoeken. Hij kent River Inn en roemt het restaurant
en de met zeer veel zorg ingerichte badkamers.
Hij heeft hulp nodig om de lay-out van twee A4-tjes in orde te krijgen.
Het zijn affiches voor motorhuur en een lokale gids. Ik help hem, want
de eigenaar van de winkel lukt het niet. Hij bedankt me hartelijk en
nodigt me uit om cappuccino te komen drinken. Dat zal in mijn geval
thee worden. Ik verken Soppong nog wat verder. Er zijn zelfs meerdere
geldautomaten. Je kunt hier als westerling best langere tijd overleven,
zonder in een grote stad te hoeven zijn.
Tijdens het avondeten (oop gai, kip met lokale kruiden) hoor ik plots
iemand mijn naam noemen. Het is Ken. Hij heeft de A4-tjes laten plas-
tificeren en hangt die ook hier in het restaurant van de River Inn.
Hij roemt nogmaals in het bijzijn van iedereen mijn handigheid. Hij
verzorgt morgen een kookklas op de 'farm' en zegt dat ik het beste rond
kwart voor negen de fiets kan halen. Ik blijf na het eten nog even
internetten, omdat de verbinding beneden bij de rivier (downhill) niet
zo sterk is. Maar het restaurant sluit om negen uur, dus ga ik naar
mijn kamer.
Woensdag 28 december. Om half negen loop ik naar Ken. Hij staat voor
het guest house. Ken vertelde gisteren dat de borden niet zo duidelijk
zichtbaar zijn, omdat je daar veel belasting over betaald. Eigenlijk
is het guesthouse gesloten. Officieus is dat een andere zaak. Doordat
ik hem gisteren heb geholpen, hoef ik maar baht 50 te betalen voor
een uitstekende mountainbike. Ik begin met de doorgaande weg op en
neer te rijden door Soppong. Om te wennen aan de versnellingen en de
hellingen.
Dan haal ik water op uit mijn kamer en rijd tegenover de Inn naar
twee Lisu dorpjes. Althans dat was de bedoeling, maar de weg loopt
verschrikkelijk steil. Een truck met militairen haalt me in. Die
zijn hier om het grensgebied te bewaken. Ik glimlach als een boer
die kiespijn heeft, ze glimlachen terug,
Ik heb binnen no time het zweet op mijn rug en voorhoofd en raak
buiten adem. Dan maar lopen. Helaas moet dat meer dan ik wens. Maar
de beloning is groot. Ik kom bij Nong Pah Cham, het tweede dorpje, bij
een huis waar een man me wenkt dat ik bij hun moet komen zitten.
Daar zit een groepje mannen aan de whiskey en thee. Ik mag op de mat
zitten en krijg thee en mandarijntjes. Geen alcohol voor mij. Een
halve verdieping lager zit een groepje vrouwen vlees in stukjes te
hakken en te mengen met kruiden en bloed.
Eén van de jonge vrouwen spreekt aardig Engels. De vrouwen bereiden
een feestmaaltijd voor. Ze brengt mij naar een kamertje waar een
moeder op een matras ligt met een twee dagen jong meisje. Ze zegt
dat het traditie is om de moeder wat geld te geven. Ik heb alleen
een biljetten van 1000 en 20, ik geef haar 20. Inmiddels hebben alle
aanwezige kinderen een ballon. Ik sla het aanbod af om mee te komen
lunchen. Dat durf ik niet aan.
Ik fiets naar de rand van het dorp waar een schooltje staat. Een
leraar en een lerares nodigen mij uit om veder te komen. Ze doen een
demonstratie met ballonnen. De kinderen zijn verdeeld over een groep
van 30 en 14 en in een stenen gebouw zitten nog oudere kinderen.
Verderop is een gebouwtje voor de kleinsten. Waarom de kinderen bij
het huis met de baby niet naar school gaan, dat begrijp ik niet
helemaal, maar zou met het feest te maken kunnen hebben.
De kinderen die mogen gaan spelen rennen achter mij aan en hebben
plezier wanneer ze foto's op het beeldscherm van mijn camera zien.
Ik neem afscheid en stop in het eerste dorpje, Nong Tong. Daar zie
ik nu meer mensen. Eerst bij een winkel waar ook buitenlandse biljetten
hangen. Daarna ga ik lunchen bij de Inn. Nasi met kip en limoen thee.
In Soppong haal ik 100 ballonnen voor baht 100, want ik ben door mijn
voorraad heen.
Daarna fiets ik een stuk richting het westen. Bij de rivier was ik de
wielen van de mountainbike. Ik stop ook even bij de Cave, maar heb
geen zin om te wandelen. De andere dorpjes, van de zwarte Lahu, zijn
veel rustiger. Onderweg koop ik een zakje chips om mijn zoutgehalte
op pijl te houden.
Een groepje van vier meisjes bij een huis verderop (weer in de richting
van Soppong) wil graag wat Engels met mijn oefenen. Eén van hen haalt
een woordenlijst, een woordenboekjes en een lesboek en schrijfblok uit
huis. Ze heten Baifung, Bibi, Peng en Bo. Scholieren van 14 jaar. Baifung
woont hier. Ze willen meer van mij weten, maar hebben volgens mij nog
nooit met een buitenlander gesproken. Ik help hun met het verzinnen van
vragen.
Rond vier uur breng ik de fiets terug. Ik leg het geld zoals afgesprok-
en voor in een boek en blader daar ook in. Wild Times door John Spies.
Zeer interessant. Over deze omgeving tijdens de afgelopen dertig jaar.
Wanneer ik weer bijna bij de Inn ben, stoppen twee meiden met een jong
meisje naast me op een scooter. Ze wachten op een jonge moeder, die een
paar woorden Engels spreekt. De meisjes zijn Jui 25 en Kiki 15.
De oudste wil graag mijn telefoonnummer. Ik geef mijn e-mailadres en
probeer uit te leggen dat internationaal telefoneren duur is, maar krijg
toch haar telefoonnummer. 's Avonds eet ik kip curry met rijst en
limoen thee (baht 85 15 30).
Donderdag 29 december. Ik werk mijn website bij door de foto's tot en
met gisteren te uploaden. Daarna ga ik naar de printwinkel om twaalf
foto's af te drukken. Ik moet me zelf maar redden (baht 80). Er zitten
foto's bij van het dochtertje van de eigenaars van deze zaak, het dorp
met de nieuw baby en de meisjes waar ik gister aan het eind van de
middag een gebrekkig gesprekje mee hield. Ik laat ze met het briefje
met haar telefoonnummer bij de Inn achter.
Volgens het meisje van de Inn zou er om half één een grote bus naar
Mae Hong Son gaan. Ik heb vanmorgen vroeg al kaascrackers gegeten. Om
half twaalf heb ik een laat ontbijt in de Inn: fruit, jaffle en thee
(baht 100). Dan check ik uit en maak voor de Inn nog een foto van Aom,
het meisje dat bij het eten hielp en het in- en uitchecken.
Bij de bushalte zit een Fransman, Damien, met een stro-hoed op. Hij
wacht ook op de bus, maar zit hier al sinds half elf. Ik zie verderop
een jong stel uit Amerika zitten. Zijn zaten gisteravond ook in het
restaurant van de River Inn. Ook zij zijn aangewezen op de ´grote´bus.
We kopen vruchtenkoekjes aan de overkant van de straat. De bus komt
uiteindelijk rond kwart over één. De rit kost baht 40 Hij wacht hier
een kwartiertje. Het eerste stuk moet ik staan. Daarna lukt het me om
op mijn koffer te zitten en op twee derde van de afstand zijn genoeg
uitgestapt om iedereen een zitplaats te geven.
Ook op dit traject veel bochten. Ik praat met een meisje met een
brilletje uit New Hamsphire. Ze heeft net als ik ruimte tussen de
voortanden. Ze is in Australië geweest, drie weken in Cambodja (waar
ze lovend over is) en reist sinds een tijdje samen met een meisje uit
Taiwan. Die zit halverwege de bus op haar koffertje naar een film op
haar iPad te kijken. De Fransmans dommelt weg. In beide deuropeningen
staan twee jonge militairen die op twee derde uitstappen.
Mae Hong Son
Tegen vier uur arriveren we in Mae Hong Son. Alle westerlingen vragen
zich af waar ze moeten uitstappen. Het merendeel doet dat voor het post-
kantoor. Ik dus ook maar. Ik heb een boeking bij een resort gemaakt.
Ik vraag een man van ´chambre of commerce´ waar ik moet zijn. Het blijkt
een paar honderd meter lopen te zijn. Naar het zuiden, na Toyota bij de
verkeerslichten naar links en dan over de burg nog een paar honderd
meter aan de rechterkant. Rimtarn Resort is splinternieuw. Ik heb de
eenvoudigste kamers geboekt. Een soort van motelkamer zonder zeep, wc-
papier, alleen handdoeken en twee flessen water. En dat voor de duurste
kamer van mijn reis in Thailand!
Voor ik het naar het centrum loop, upload ik foto´s van de afgelopen
dagen naar mijn website. Zo blijft Weiwei op de hoogte. Er is helaas
alleen ontvangst van internet op het terras en niet in mijn kamer.
Het resort ligt aan een brede straat die nieuw lijkt. Er zijn nog een
paar hotels, winkels, een kapsalon en restaurants. Eén daarvan heeft
een groot terras en de meeste klanten. Hun menukaart is ook in het
Engels. Ik bestel kip zoetzuur met rijst en water zonder ijs (baht 60
10 en 10) bij de manager die ook een paar woordje Engels spreekt. Even
later komen het Amerikaanse en Taiwanese meisje daar ook met een
groepje andere jonge reizigers.
Daarna loop ik richting het meer in het centrum. Onderweg koop ik in
een zijstraat in een enorme winkel een set van vijf kleerhangers voor
baht 15, voor de was die ik heb gedaan. Bij de nachtmarkt koop ik uit
nieuwsgierigheid een oliebol gevuld met vlees op een grote prikker.
Op de markt zijn veel T-shirts met teksten die verwijzen naar de vele
bochten op het traject van Mae Hong Son naar Pai. Deze nachtmarkt is
een zeer rustige versie. Er zijn meer westerlingen dan ik had verwacht.
Bij het meer staan twee opvallende tempels. Ik kom Damien tegen, die
optrekt met een blonde vent die helemaal voorin de bus zat. Wanneer ik
water en karamel kroepoek uit een 7Eleven haal, komen het Amerikaanse
en Taiwanese meisje daar ook net. Rond tien uur ben ik weer op mijn
kamer.
Vrijdag 30 december. De stroom valt uit, daardoor moet ik even wachten
om te douchen. Want het water wordt bijna overal hier elektrisch ver-
warmd. Het resort heeft een prima ontbijtbuffet: warme rijstepap, rijst,
worstjes, gebakken ei, vruchtensap, toastbrood met marmelade en thee.
Ik neem van alles wat. Rond half tien breekt de zon door bewolking die
in deze bergomgeving hangt. Het is al snel behoorlijk warm.
Mijn lunch haal ik bij een grote 7Eleven bij het tankstation in de
buurt. Een druk bezochte plek. Ik bezoek daarna de tempels bij het
meer en loop door het parkje rond het meer. De tempels hebben Birmese
invloeden en zijn niet zo hoog en van binnen vrij rommelig. Deels is
een museum. Vanmorgen was ik nog van plan om naar de tempel op de berg
te lopen, maar of ik die klim met deze warmte doe? Nee dus.
In Mae Hong Son zie je veel vierwielaangedreven auto's. En niet te
vergeten motors die de 1864 bochten to Pai graag rijden. Ook een paar
kampeerterreintjes. Ze hebben mijn kamer schoon gemaakt en nu wel zeep
en wc-papier gebracht.
Aan het einde van de middag ga ik weer naar het centrum. De marktkraamp-
jes worden ingericht voor de avond. Ik loop langs het meer en zoek een
plek om te eten. De restaurants hebben een uitgebreid menu. Mijn keuze
valt op Monkey Box, met een Amerikaanse eigenaar. Helaas zijn de
porties klein. Ik heb knapperige vissalade, thee, cola en een chocolade-
milkshake (80 + 20 + 15 + 35). De salade is behoorlijk spicy. Wanneer ik
eet, passeert de Fransman Damien ook weer. Hij is rond het middaguur wel
naar de tempel op de berg geweest. Volgens hem was het zicht niet helder
en het was inderdaad heet.
Zaterdag 31 december. Wanneer ik zo in een warm land op reis ben, dan
ben ik me minder bewust van de tijd van het jaar. Het is al de laatste
dag van het jaar. Ik geniet weer van een uitgebreid ontbijt. Ik haal
broodjes bij de dichtstbijzijnde 7Eleven voor lunch.
Rond half elf check ik uit en vraag om een taxi naar het vliegveld.
Wanneer je voor het resort op straat staat, kun je de toren van de lucht-
verkeersleiding zien. Eén van de personeelsleden is bereid om mij met
zijn motorbike naar het vliegveld te brengen. De koffer komt op de zij-
kant tussen ons in op de zitting. Gelukkig heb ik geen grote koffer.
Bij de scanner mag ik mijn aangebroken flesje water gewoon meenemen.
Dat lukt je niet op grote vliegvelden. Het is een gemoedelijk vliegveld
met één grote hal en slecht één gate. Wanneer ik even zit, komen ook
het Amerikaanse stel dat in Soppong River Inn logeerde. En naast mij
nog een paar westerlingen. In de bus naar Mae Hong Son zaten relatief
veel buitenlanders.
Ik heb stoel 19D in een het kleine propellervliegtuigje dat lang niet
vol is. De vlucht duurt slechts 35 minuten. Ik heb gisteren nog even
op internet gekeken, het was nog mogelijk om voor de zelfde prijs een
te boeken. De vluchten van AirAsia van de komende dagen waren vol of
duurder. Ik heb bewust vroeg geboekt.
Terug in Chiang Mai
De taxi van het vliegveld naar mijn guesthouse kost baht 120.
De chauffeur kent het niet, maar ik heb het plattegrondje van de stad
nog in mijn fototas en wijs hem de naastgelegen markt aan. De vrouw
die mijn ontbijt verzorgde verwelkomt me al. Ik krijg nu kamer 207, met
een groot bed, en een veel beter matras dan de matrassen van kamer 211.
Ik haal hete citroenthee (baht 20) bij een straatkraampje Pink Coffee
in een straatje naast de nachtmarkt. De eigenaresse heet Tula en draagt
aan de voorkant twee prachtige staarten. Uiteraard moet ik daar een
foto van maken. Dat is geen probleem. Daarna wil ik toch echt na bijna
twee maanden wel eens een pizza. Die haal ik in de straat met de meeste
bars, bij Mike Pizza. De dienster is een ladyboy. Een vegetarische pizza
kost baht 160, mixed fruit shake 50. De pizza is prima en van een royaal
formaat.
De avond breng ik grotendeels op Skype door met Weiwei. Eerst vieren we
Nieuwjaar in China, een uur later bij mij. Vanaf negen uur was er een
beetje vuurwerk, nu knalt het echt! Maar niet zo heel lang. Er staan
meer gasten op de corridor.
Zondag 1 januari. ´s Ochtends werk op mijn netbook op mijn kamer. Ik
boek de huurauto in Amerika. Dat kan nu nog met korting. Helaas is de
dollarkoers steeds minder gunstig geworden. Ik had net voor mijn
vertrek beter nog wat contanten bij een wisselkantoor in Amsterdam
kunnen halen.
Na de lunch loop ik naar de Wat Chedi Luang Tempel waar ik een week
geleden met het groepje van een school sprak. Die zijn er vandaag niet.
Maar veel anderen zijn wel druk bezig om kraampjes voor de ´walking
street´ markt van zondagavond op te zetten. De kleine naastgelegen
houten tempel heeft nu gekleurde vlaggen, dat was een week geleden
geel. Op een terreintje naast staan allemaal kraampjes met eten. Aan
het begin van de avond blijft iedereen plotseling stil staan. Er klinkt
muziek en sommigen zingen mee, met een lied waarvan ik vermoed dat het
het volkslied is. Een vreemde gewaarwording.
Ook bij de oostpoort zijn weer allemaal kraampjes.
´s Avonds zit ik een tijdje bij de meiden van massagesalon Serenity,
die op het trottoir zitten. Ze kennen me inmiddels, want ik ben diverse
malen voorbij gekomen en blijf hier vaak even op straat zitten.
De meiden halen hun eten in zakjes bij kleinere restaurantjes, met
alleen Thais eten. Ze hebben het druk. Hun baas is een ladyboy die
niet zo ´geslaagd´ is. Nogal vet.
Voor het slapen heb ik problemen met Windows. Overdag waren er al
problemen met de internetverbinding. Die was niet zo stabiel. Nu krijg
ik foutmeldingen wanneer ik start. Rond tien uur lukt het me eindelijk
om verder te komen zodat ik nog even met Weiwei kan skypen.
Maandag 2 januari. Om vijf over zes gaat het alarm van mijn mobiel.
Even voor zeven uur brengt een meisje van het personeel mij met een
auto naar het vliegveld. Die heb ik gisteren besteld bij het jongste
meisje van de familie. Normaal kost dat baht 150, maar nu 200 omdat
het voor acht uur is. Prijzig.
In 70 minuten vlieg ik naar Bangkok. Daar moet ik ruim vijf uur op
het vliegveld wachten, dus kan ik rustig doen. Wanneer ik mijn koffer
heb, ontdekt ik in de buurt van de bagageband een 7Eleven waar ik mijn
laatste baht opmaak aan broodjes en flesjes drinken. Dan zoek ik een
rustig plekje op voor mijn lunch. Het vliegveld bevalt me beter dan
vorig jaar, maar het is geen Singapore.
Zie voor het vervolg van de reis het verslag Cambodja 2012.
Johan (2 maart 2012)