Cambodja (2012)
    
    
    Ik heb met het idee gespeeld om een paar maanden in Cambodja te blijven en me meer op hulpverlening te richten. Maar plannen voor Indonesië en Thailand hebben mij ook enthousiast gemaakt voor die landen. Bij de drie vorige reizen naar Cambodja heb ik me vooral op de hoofdstad Phnom Penh en Siem Reap gericht. Ik had destijds steeds maar een paar dagen. Dit keer heb ik een maand en wil ik graag meer van het land ver- kennen. Dan leer ik vanzelf meer over het land. Ik wil ook graag mijn lokale vrienden weer ontmoeten die ik bij de vorige reizen heb leren kennen en weer iets voor de school van Kompong Phluk doen. Het bijzondere is dat Weiwei van 19 tot 27 januari bij me komt en we samen een hele mooie tijd hopen te hebben. Ik zal daar alles aan doen. Dit keer kan ik haar gids zijn.
    Maandag 2 januari. Ik zit bij gate D5 op het vliegveld van Bangkok. Rond drie uur worden formuliertjes uitgedeeld aan de passagiers voor de vlucht naar Cambodja. Eén voor douanedeclaraties, één voor arrival/departure en één voor het aanvragen van een visa. Dat laatste heb ik online al gedaan, dus hoef ik niet meer in te vullen. Ik heb een printje van mijn Visa On Arrival via de mail ontvangen en bij me. De vlucht naar Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja, duurt 65 minuten. Naast mij zit een echtpaar uit Quebec, Canada. Ik vertel dat mijn Chinese vriendin graag naar Canada wil en Frans leert. De vrouw ziet er sportief uit. Ze heeft onlangs de Kilimanjaro beklommen! Phnom Penh Ik ben één van de weinigen die direct naar de paspoortcontrole kan lopen. Anderen moeten in de rij voor hun visa. Weer worden er vingerafdrukken en een foto van mij gemaakt. Ik ben zo snel door de controle dat ik nog moet wachten op mijn koffer. Richting de uitgang staat een Nederlander bij een loketje waar simkaarten worden verkocht. Hij blijft tien dagen en is goed te spreken over de service, dus ik wacht even tot hij klaar is en koop bij hetzelfde loket een kaartje voor $5 met $20 beltegoed. Misschien kan ik daar de hele maand mee toe. En misschien lukt het om met dit nummer sms-contact te krijgen met Weiwei.
    Er staat al een tuk tuk op mij te wachten. Dat is door het guest house geregeld. Eén van de mooiste herinneringen van de vorige keer was de rit in de tuk tuk naar het centrum. En ook dit keer week overal om me heen een exotisch straatbeeld met families op motorbikes en tuk tuks en nog wat auto's. Zodra ik oogcontact maak met iemand krijg ik vaak een grote glimlach terug. Heerlijk! Wat een lieve mensen. Mijn guesthouse zit niet ver van de Kandal Markt. De eigenaar is voor een kwart Chinees. Ik heb een kamer zonder raam voor $15. Eigenlijk wilde ik weer graag in het River Star Hotel bij de rivier overnachten, maar die hebben een nieuw management en de goedkoopste kamer van $18 naar $25 verhoogd, en nu inclusief ontbijt! Ik haal daar wel mijn avondeten. Het restaurant is gerenoveerd en de meubels zijn vervangen. Aan de overkant van de rivier komen ook al hoge gebouwen. Phnom Penh verandert gestaag. Het zou jammer zijn wanneer dit oude deel van de stad zijn charme verliest. Naast mij aan de bar zit een Brit die al jaren in Bangkok woont en met een Thaise getrouwd is geweest. Hij heeft eerder in Chiang Mai en ook in Japan gewoond. Ik kan hem wat over Phnom Penh vertellen en hij heeft inside-informatie over Bangkok. Hij vertelt over de 91 slachtoffers van de rellen in Bangkok in de buurt van Siam Square. Ook hij vreest voor wat er gebeurt wanneer de koning komt te overlijden. Bangkok is een drukke stad met veel stress. In het noorden van Thailand heb ik veel meer vriendelijke mensen ontmoet. Ze groeten iedereen daar nog persoonlijk en de stemmen lijken zachter. Ik vertel hem dat een Thaise vertelde dat Cambodjanen alles van Thailand kopiëren. Hij moet schaterlachen. Volgens hem heeft een Thaise koning het Khmer als basis gebruikt voor de Thaise taal. De Thai die naar Cambodja komen, zijn hier volgens hem vooral om naar casino's te gaan omdat die in Thailand verboden zijn. Net als de Chinezen. Tim heeft zich aardig in de geschiedenis verdiept. Thai hebben een hekel aan de Burmezen omdat die eeuwen geleden hun oude hoofdstad hebben vernield. Hij verklaart de wrijving tussen Maleisië en Indonesië door een korte oorlog die er in de vorige eeuw tussen de landen heeft gewoed. Hij kent ook het verhaal van de Batavia, daar is een mooi boek over verschenen. Ik eet chicken sweet sour en heb een blikje cola en sprite ($3,5 en twee keer $1). Ze hebben jong personeel bij River Star. Het meisje achter de bar werkt halve dagen. Ze komt uit de grensstreek met Vietnam. De jongens zijn hip, grappig en vrolijk. Ik heb al direct een band met hen. Later krijg ik een sms van Weiwei! Het lukt dus om met dit Cambodjaanse nummer contact te hebben. Ik heb ook contact met Ratanak. Dat is het meisje dat ik de vorige twee keren heb ontmoet. Morgen kunnen we elkaar ontmoeten. Ze werkt 6 dagen in de week vanaf vijf uur tot 's avonds laat in restaurant Liquid, in Street 278. Dinsdag 3 januari. Omdat ik een beetje laat ben, neem ik een uitgebreid continentaal ontbijt bij Dara Reang Sey, het hotel van mijn eerste reis. Ze hebben nieuwe tafelkleedjes en het personeel heeft andere uniformen. Maar ze glimlachen nog hetzelfde. En het eten is uitstekend. Ik heb twee broodjes met jam, een bananenpannenkoek, gemengde vruchtenshake en thee voor $4. De tuk tuk die naast het hotel staat is nog dezelfde. Hij herkent mij niet meer. Ik vertel hem dat ik de negentiende mijn vriendin van het vliegveld wil halen. Dat wil hij wel doen. Hij komt net als Ratanak uit Takeo. Hij lijkt een beetje zwaarder geworden. Wanneer ik daar iets over zeg, moet hij lachen. Daarna loop ik over de Kandal markt. Een gezellige markt met smalle doorgangen waar alles te koop is. Om twaalf uur ben ik bij mijn guest house. Even later komt Ratanak op nog dezelfde motorbike. We zijn blij om elkaar weer te zien. Ze draagt nu meer een bril, want ze had vaak hoofdpijn. Maar ze heeft nu problemen met haar neus waardoor ze weer hoofdpijn heeft, maar vandaag bij uitzondering niet. We eten bij Royal Guesthouse om de hoek. Dat is een guesthouse met een bar en restaurant ernaast. En een uitgebreide menukaart. Het meisje dat ons bedient herkent Ratanak. Ze hebben samen op school gezeten! Ik bestel rijst met vis en groenten. Nak heeft garnalen in plaats van vis. De porties zijn royaal. Samen met elk een blikje sprite en een flesje water betaal ik $7,25. Ratanak vertelt. Ze heeft een Franse vriend. Hij is hier in 2011 een half jaar geweest en komt vanaf maart weer. Hiervoor had hij ook een Cambodjaanse vriendin. Ze hebben wat strubbelingen gehad omdat hij kennelijk nog niet helemaal los was van de vorige vriendin. Ze heeft goed en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat ze in oktober is afge- studeerd. Ze heeft nu een bachelor opleiding hotel management. Het slechte nieuws is dat haar vader eind juni op zeventig jarige leeftijd is overleden. Ze heeft de behoefte om mij aan te raken. Normaal doen Cambodjanen dat volgens mij niet zo snel bij de andere sekse, terwijl meiden en jongens wel veel op elkaar omhangen. Haar zus en haar Britse echtgenoot gaan vanaf volgende maand een half jaar in Engeland wonen. Zij woont bij hen in en gaat op het huis passen. Rond drie uur nemen we afscheid. We spreken af dat we minimaal weer gaan lunchen wanneer Weiwei hier is. Daarna loop ik naar Monument Books aan de grote doorgaande straat bij het independence monument. Mijn doel is de vertaling van een boek van Gea Weijers. Ik heb de Nederlandse versie, maar wil graag de Engelse versie voor Weiwei kopen. Dat lukt! Ze hebben nog genoeg op voorraad ($12). Er ligt een stapel midden vooraan. Ze is hier van augustus tot en met november geweest en heeft op haar blog over de presentatie van de Engels editie geschreven, die is verschenen onder de titel `Swimming in Uncharted Waters ´. Zo was ik op de hoogte. 's Avonds eet ik weer bij River Star. Nu een Caesar Salad, cola en mango shake ($3,5 + 1 + 1,75). Woensdag 4 januari. Ik neem weer het uitgebreide continentale ontbijt bij hotel Dara Reang Sey. Aan de tafel naast mij zit een welgestelde familie, of vrienden van elkaar. Naast hen zit een schoenenpoetser op de vloer. Een jonge vent. Gedurende het ontbijt komen diverse verkopers langs hun tafel. Eerst een vrouw die sokken verkoopt. Dan een jonge vrouw met pinda's. En ze hebben allemaal succes. Daarna breng ik een foto van de vorige reis bij een meisje van een wisselkantoortje tegenover de oude markt. Haar moeder is er ook. Ik maak direct een foto van haar met de vorige foto en beloof deze ook te brengen. Daarna ga ik zoals gisteren beloofd naar de markt om mijn haar te laten knippen. Ik moet even wachten tot de kapster komt die heren doet. Ik sprak gisteren met de eigenaresse van dit kapsalonnetje. Ze bleek aardig Engels te spreken. Ze wast mijn haar na afloop zelf en masseert daarbij mij hoofd. Het kost slechts $2 Ik geef de kapster 2000 riel fooi, dat is een halve dollar. Ik lunch bij River Star. De Brit van de eerste avond is er ook weer en bedankt me voor de tips die ik hem heb gegeven. Hij adviseert een maal- tijd, maar ik heb uitgebreid ontbijt gehad en neem alleen een gebakken ei met patat, een pot thee en een sprite (2,75 + 1 + 1). Tot bijna drie uur blijf ik zitten. Intussen komen er nieuwe gasten. Ik rust tot vijf uur op mijn kamer en koop dan broodjes bij ABC Bakery in Street 13 en loop via een zeer levendige Kandal markt naar de rivierboulevard. Langzaam loop ik richting het zuiden. Dit is één van de mooiste plekken van Phnom Penh. Je hebt geen last van verkeer (wel een beetje lastig oversteken) en het is hier vanaf het einde van de middag, wanneer de zon achter de gebouwen verdwijnt, heerlijk vertoeven. Straatverkopers komen langs om snacks, chips en drinken tot gehele maaltijden uit pan- nen aan bamboestokken aan te bieden. Ik loop naar het Pencil warenhuis, waar veel modebewuste meiden rond- lopen. Ik was op zoek naar een T-shirt met Hello Kitty, maar vind er geen. Dan loop ik door naar het independence monument, vlak daarachter is Street 278 waar de bar/restaurant zit waar Ratanak werkt. Ik was nieuwsgierig. Toevallig krijg ik net een sms van haar wanneer ik er bijna ben. Ze maakt een lemon juice voor mij, zoals ze in het verleden deed. Ik maak kennis met haar collega's. De eigenaar is een Canadees. De inrichting is zeer strak. Achterin staat een pooltafel. Er komen aardig wat gasten, maar de meesten blijven maar kort. Ik wil nog wat op mijn computer werken, dus neem ik afscheid. Ratanak wil morgen wel een uitstapje met me doen. Ze zal nadenken over wat. Ik loop langs het paleis naar de rivierboulevard. Daar spreek ik met een jonge vent die me wijst op de boten langs de kade. Ze zijn aan het nachtvissen. Hij komt uit Siem Reap en heeft een korte vakantie. Donderdag 5 januari. Ik haal broodjes bij ABC Bakery en eet die onder- weg naar het River Star Hotel op. Daar bestel ik een pot thee. Die is slechts $1 en even duur als een kop thee. Ik praat met Sophorn, het meisje achter de bar dat eerder al vertelde dat ze vanmiddag naar de trouwerij van vrienden ging. Ze werkt hard en doet administratie - op papier - van de bestellingen van het drinken. Dat wordt in een logboek bijgehouden. Ik vraag waarom ze dat niet met een computer doen. Die moet ik dan voor haar kopen is haar antwoord. We kunnen goed met elkaar opschieten, maar het lukt me maar niet om een goede foto van haar te maken. Ze ontwijkt vaak oogcontact: "When you take one more photo, I will charge you five dollar!", zegt ze met een ironische glimlach. De jonge vent die naast me aan de bar komt zitten blijkt haar motorbike chauffeur te zijn. Ze laat een rode envelop zien die ze aan het bruid- spaar geeft. Ik zou het feest best willen meemaken, maar heb voor morgen al een bus naar Siem Reap besteld. Op zich zou ik die kunnen annuleren, maar wat me meer tegenstaat is dat de plaats van het feest op anderhalf uur rijden is. Wanneer het in Phnom Penh zelf was geweest, dan zou ik zeker interesse hebben gehad. Dan zie ik een meisje met zonnebrillen op straat staan. Een rond hoofd- je met een mooie glimlach. Die herken ik! Bij de vorige reis heb ik met haar gesproken. Ze deed dit werk toen ook al. De bak met zonnebrillen is best zwaar. Ze heet Xuan en komt uit het noorden van Vietnam. Ze haalt me over om voor twee en een halve dollar een behoorlijk goede zonnebril te kopen. Wanneer Sophorn weg is, besluit ik om bij de Brit uit Bangkok aan tafel te gaan zitten. Dat vindt hij prima. Hij bedankt me nogmaals voor de tips die ik de eerste avond heb gegeven. Tijdens het gesprek krijg ik telefoon van Saerey. Ze wil een bevestiging van wanneer ik in Siem Reap kom. Daarnaast moppert ze weer veel. Ze is net in Vietnam geweest voor een operatie aan haar rug en moet binnenkort weer want haar rug is nog niet in orde. Dit weekend gaat ze naar Bangkok om een Franse vriendin op te halen, waarmee ze naar Sihanoukville gaat. Ze heeft dus weinig tijd om mij te ontmoeten. Vrijdag 6 januari. De wekker gaat al om kwart voor zeven. Ik douche en haal broodjes bij ABC Bakery en drinken bij Smile supermarkt aan de over- zijde aan Street 13. Na dit ontbijt betaal ik de kamer. Het busje naar Siem Reap staat al klaar. Er stond 8.15 op het papiertje, het is nog maar 8.05. Ik ben de eerste passagier. Daarna komt een Nederlander uit een hotel om de hoek. Die staat er op dat hij de stoel krijgt die ik al toegewezen had gekregen. Volgens het plattegrondje had hij daar recht op, zegt hij. Zijn blonde dochter zwaait hem uit. Je hoort niet zo'n agressieve toon te voeren tegen Aziaten, maar ik zeg er maar niks van en glimlach naar het meisje dat de kaartjes in ontvangst neemt en ga zonder een woord een stoel naar achteren. In totaal kunnen er 13 pas- sagiers mee.  De rit lijkt een kopie op die van november 2011. Drukke stukken met van alles op de weg, van buffels, tot hooikarren en veel schoolkinderen op fietsen. De weg verkeert in een minder goede conditie. Sommige stukken worden vervangen. Het landschap is boeiend. Overal is wel wat te zien. Een paar steden. Met markten. En vaak huizen op palen. Na bijna drie uur rijden, pauzeren we een half uur bij een restaurant in Kompong Thom. Ik maak alleen gebruik van het toilet. Ernaast is een plein met veel schaduw van lage bomen. Ik geef een blauwe ballon aan een jochie. Een medepassagiere vertaalt wat de moeder zegt. Ze is van plan om het kindje ter adoptie aan te bieden, want ze kan niet goed voor hem zorgen. Ze is vierentwintig. De passagiere is een slimme meid die heel goed Engels spreekt. Ik vertel dat ik voor de vierde keer in haar land ben en de mensen mooi vind. Ze glimlachen zo makkelijk. Siem Reap Rond kwart over één arriveer ik in Siem Reap. Er staan al tuk tuks klaar voor het laatste stukje. Ik stem snel in met $2 voor de rit naar mijn hotel. Ze kunnen me niet bedriegen, want ik heb inmiddels ervaring. De jonge chauffeur spreekt goed Engels. Uiteraard wil hij voor de komende dagen zijn diensten aanbieden. Ik neem zijn kaartje met telefoonnummer in ontvangst. Ik heb een ruime kamer op de vierde verdieping. Nog beter dan de vorige . Al snel loop ik naar het centrum. Bij mijn favoriete massagesalon hoor ik dat mijn favoriete massagemeisje in haar geboorteplaats woont en een zoon heeft. Ze is nota bene met een Nederlander getrouwd! Daarna loop ik naar door de oude markt . Die is groter dan ik me kan herinneren. Ik blijf aan de andere kant even staan wanneer ik ter hoogte van restau- rant The Only One ben. Binnen een minuut heeft het kleintje mij gespot. Ze lacht en wijst naar me. Uiteraard neem ik een tafel op het terrasje. Het management is weer veranderd. Ze hebben een deel van een zijmuur verwijderd waardoor het groter lijkt. Er zijn meer veranderingen. De zus van Saerey is niet meer kok. Ze wilde hier niet meer werken en is zwanger. Own, het kleintje, belt Saerey om te zeggen dat ik er ben. Even later komt die tot mijn verbazing mét de vroegere kok. Ze heeft ruzie gehad met Thom Thom, haar trouwe en slaafse vriendin. Die is vier maanden geleden naar Phnom Penh gegaan. De oude kokkin vervult nu haar rol. Volgens Saerey zorgde Thom Thom niet goed voor haar zon. Charley is inmiddels veertien. Pierre heeft haar een auto op haar verjaardag gegeven. Sommige dingen blijven vreemd. Ze zegt nu dat ze niet met Pierre is getrouwd. Terwijl ze de vorige keer zeiden dat ze in de zomer van 2010 met hem getrouwd was. En ze kan me niet overtuigen waarom ze in Vietnam naar het ziekenhuis gaat. Ze gaat met de bus naar Ho Chi Minh City en met het vliegtuig terug. Daar lacht ze bij. Verder kijkt ze vooral zuur. Naar Bangkok neemt ze nota bene een taxi! Ze heeft weinig tijd, dus nemen we afscheid. Ik loop over de markt. En daarna door naar Bloom Bags. Helaas is het personeel daar ook veranderd. Ik heb foto´s mee van de vorige reis, maar de meiden op de foto´s werken hier niet meer. Even verderop ontmoet ik de jonge vrouw weer die ook in de Ford Transit zat. Ze is eigenares van de boekwinkel D´s Books. Daar zijn ook twee vestigingen van in Phnom Penh (Street 178 en 240), zegt ze. Ze was eerst werknemer. Toen de vorige eigenaar de zaken te koop zette, heeft ze de kans gegrepen om de boel over te nemen. Ik vraag haar of ze een rijke Cambodjaan is. Volgens haar zijn er arme en rijke landgenoten, maar zichzelf schaart ze onder ´average´. Ze komt hier een paar dagen om te kijken hoe het loopt. Haar Engels is uitstekend. Ze is onlangs met een Schot getrouwd. Ik vertel haar van het boek van Gea Weijers. Dat kent ze nog niet. Ik beloof dat ik later de titel van het boek zal geven. Ze nodigt me uit om te dineren, vandaag of één van de komende dagen. Misschien, zeg ik. Ik beloof in iedere geval een keer langs te komen in de vestigingen in Phnom Penh. Ik ben vrij vroeg op mijn kamer en blijf daar ook de rest van de avond. Om te rusten en op mijn computer te werken. En uiteraard om met Weiwei te skypen. Ze heeft een feestje gehad van haar werk en laat een foto zien van het personeel van haar afdeling. Eerder deze week was ze pes- simistisch, maar nu is ze weer wat vrolijker. Ik laat haar via de camera van mijn netbook mijn kamer zien. Ik zal om dezelfde kamer vragen wanneer zij hier bij me is. We hebben het over mijn buikje, in het Chinees ´dupi´. Ik kom tot de conclusie: `once you have a dupi, you always have a dupi´. Zaterdag 7 januari. Het ontbijt is net als de vorige keer: een beetje een rommelige service door een jonge man en dan krijg je een pot groene thee, toast met boter en jam en een schaaltje fruit. Aan de tafel naast mij zit een vent van circa vijftig die mij al goedemorgen had gewenst. Tegenover hem zit een niet zo jonge Aziatische vrouw. Hij vraagt: Where do you come from. From Holland, zeg ik. Hij ook, maar zijn Nederlands heeft een zeer bekend accent. Hij wil weten waar uit Holland? Wanneer ik Friesland zeg en daarna mijn geboorteplaats, blijkt hij uit Ferwerd te komen. Vanaf nu kunnen we Fries praten. Hij woont de helft van het jaar in Noorwegen en werkt daar als slachter. De rest van het jaar brengt hij meestal in Azië door en doet dan wat handel. Eerder heeft hij lange tijd in Nieuw Zeeland gewoond. Tjeerd is zijn naam. Een no-nonsense man en rasoptimist. Zijn Thaise vriendin spreekt niet zo goed Engels. Ze heeft al een dochter van 26. De jonge serveerder spreekt mij aan. Zijn Zuid-Afrikaanse vriend uit London komt. Hij wil graag weten hoe hij kan uitvinden wanneer de vluchten vanuit Londen op Siem Reap aankomen. Ik zeg hem dat hij om het vluchtnummer moet vragen. Hij logt een verdieping lager aan op zijn laptop in een voorruimte en toont zijn contact op Facebook. De tekst is puur op een relatie gericht, met woorden zoals kiss. Eigenlijk wil ik dat soort dingen niet lezen, maar hij vertrouwt mij volkomen. Hij loopt zelfs terug naar het dakterras op de vijfde om zijn werk te doen terwijl ik voor hem het adres met vluchttijden opzoek. Daarna huur ik een fiets bij Cheng Long, aan het begin van de straat. Dat meisje herken ik van de vorige keer. Allereerst zoek ik het huis van Saerey en Pierre op. Ze gaaf me gisteren een adreskaartje. Eigenlijk nodigde ze mij gisteren al uit, maar ik ben niet zo happig want ze heeft een hond die Rambo heet. En ik houd niet van honden. Zeker niet van één die nogal agressief schijnt te zijn. Er is alleen een huishoudster. Ik dring er niet aan om haar het hek te laten openen.  Daarna ga ik op zoek naar Noord-Koreaanse restaurant Pyong Yang aan de N6. Ik vind twee! Bijna tegenover elkaar. Ik heb op internet gelez- en dat de dames van het personeel zang- en dansvoorstellingen geven. Ik wil hier later deze maand graag met Weiwei naartoe. Verderop kom ik een primitieve autowasstraat tegen met een groep jonge vrouwen die helemaal ingepakt gekleed zijn. Ze spreken geen woord Engels, maar lachen maar al te graag. Daarna een jochie en zijn oudere zus op fietsen met een grote verzameling lege flesjes en blikjes. Ik koop voor elk een zakje chips en water. Even verderop twee motorfietsen met kippen aan bamboestokken. Of wat te denken van een enorme hoeveel- heid kokosnoten aan een fiets?! Dan begin ik met mijn traditionele route langs de Siem Reap Rivier. In het begin zijn kinderen waar ik ballonnen aan geef. De scholen zijn vandaag dicht vanwege een nationale feestdag (Constitution Day). Bij één van de tempels onderweg zie ik een ceremonie met twee meisjes die door een monnik worden gereinigd. Ze dragen alleen een doek. Zo douchen ze hier ook. Ik blijf een beetje op een afstand. Dan ontmoet ik de man waar ik de vorige keer een krokodillenkwekerij van zijn schoonvader van heb mogen zien. Ik koop weer wat te drinken bij hem. Een bord langs de route met banen en salarissen:  Als laatste kom ik aan de rechterkant van het pad bij de familie waar ik ook de vorige reizen ben geweest. Er komt een ander meisje bij die een beetje meer Engels spreekt. Het mooie meisje van de foto's van vorige jaren heet Sophea en is inmiddels zeventien. Ze heeft net gedoucht. Wanneer ik daar zo sta, komen er steeds meer kinderen om me heen. Inmiddels zijn alle ballonnen die ik vandaag bij me had op. Ze zijn blij. Ik vraag de meiden om hun namen, leeftijden en schoenmaten. Ze heten Sopei, Srey Roan, Bopha en het kleintje heet Rina. 's Avonds dineer ik bij de buren van The Only One en grijp de kans om even over hun naaste concurrent te praten. Bij Cool Corner Restaurant lijkt het eten beter. En ze hebben heerlijke Mango Shake. De menukaart van The Only One is er niet beter op geworden. Dat valt me tegen van een restaurant met een Franse eigenaar. Al vond ik de ananas met kip van gisteren heerlijk. Maar Cool Corner blijkt goedkoper en heeft een aantrekkelijker menu. Daarna loop ik over een nieuw deel van de Night Market aan de andere kant van de rivier. Wat ze verkopen is vooral meer van hetzelfde. Er is ook podium met dans en muziek. Ik maak wat praatjes met de verkoopsters. Op één van de nieuwe houten loopbruggen kom ik de serveerster van Cool Corner met haar familie tegen. Op de brug maak ik een paar nachtfoto's. Onderweg naar mijn hotel word ik naast de tuk tuks en motorbikes vooral aangesproken door dames die massage aanbieden. Een jongen van de receptie biedt zelfs een meisje voor hele nacht voor $60 en $15 voor een uur. Dat kan ik me niet van de vorige keer herinneren. Zondag 7 januari. Allereerst fiets ik naar de fotowinkel tegenover Lucky Mall om een aantal foto's van gisteren te laten afrukken. De eigenaresse van D's Books heeft me deze zaak aanbevolen. Dat duurt een uur. In de tussentijd koop ik drie paar slipper maat 38/39 bij een kraampje aan de buitenrand van de Old Market. Daarna lunch: pannenkoek met ananas en een mangoshake bij Cool Corner Restaurant. Eerst breng ik foto's bij vier kleine meisjes met sieraden om, die zo mooi op de foto lachen. Daarna bij de man van de krokodillenkwekerij: meneer Long. Hij wijst me op een meisje aan de overkant van het pad dat ook goed Engels spreekt. Ze heet Thida en heeft op het vliegveld bij de scannercontrole gewerkt. Maar dat wilde ze niet lang doen vanwege het gevaar met werken bij röntgenstraling. Afhankelijk van of ze overuren maakte, verdiende ze met dat werk 100 a 130 dollar per maand. Ze lijkt een vrijgevochten meisje uit een gezin van maar liefst elf kinderen. Haar vader heeft Chinese ouders. De moeder is Cambodjaanse.
    Ik rijd door naar het gezin op het einde. Hun foto's heb ik in één van de twee meegekregen mapjes gestopt. Want hier heb ik de meeste foto´s gemaakt. Ze zijn er zeer blij mee. Op de terugweg maak ik weer een praatje met Thida. Ze wil graag meekomen naar het centrum en daar wat rondlopen. Eerst eet ik bij Lisa Cafe (tip van Tjeerd) pasta met kip. Thida wil niks bestellen. Ze bestudeert de menukaart en stelt me daar enkele vragen over. Ze wil graag in een restaurant werken. De pasta is uitstekend. Geen slecht restaurant, maar de locatie vind ik iets minder omdat het verkeer hier drukker is. Daarna lopen we over de nieuw nachtmarkt. Ik wil nog graag thee. Dat halen we bij Green Angkor Restaurant. Een grote, wat onpersoonlijke zaal achteraan de markt. Een pot thee met twee kopjes voor $1. Ik moedig haar aan om te vragen of ze hier kan werken. Eerder had ik haar al laten vragen wat een verkoopster op de markt aan maandinkomen heeft (circa $80). Ze kan morgen al langskomen voor een gesprek. Ze hebben nog vier personeelsleden nodig. Thida is christen. Met kerst is ze in Phnom Penh geweest om daar kerst in een kerk te vieren. Ze kreeg gratis onderdak. Rond negen uur nemen we afscheid. Ze fietst in het donker terug. Ik praat met Weiwei op Skype. Maandag 8 januari. Na het ontbijt, en weer een gezellig gesprek met Tjeerd, loop ik naar Cool Corner Restaurant om foto's van de eerste week in Cambodja te selecteren voor mijn website. Ik lunch hier ook. Bij een tourbureautje koop ik een kaartje voor $6 voor de bus van 10.30 naar Battambang. Daarna haal ik twee kokosbroodjes bij de bak- kerij tegenover de massagesalon waar Srey Touche werkte. Voor morgen onderweg. ´s Avonds eet ik bij The Only One: waterige amok chicken en mangojuice uit een flesje voor $4,5 plus $1,5. Thida durft daarna pas weer tevoor- schijn te komen. Ze is nu op haar motorbike. We praten even op één van de nieuwe houten bruggen. Ze is wat onrustig en wil nooit ergens langer blijven zitten. Dan gaan we met een vriend die ook op het vliegveld heeft gewerkt naar een restaurantje aan de N6 waar zij hun avondeten halen. Daar zit al een andere jonge man. Ze zijn 28 en 30 jaar en leren me een paar nieuw Cambodjaanse woorden, zoals mijn leeftijd. De vriend betaalt. Ik mag niks bijleggen. Tegen half tien zetten ze me af bij de Old Market en haal ik nog wat uit de supermarkt. Dinsdag 9 januari. De Zuid-Afrikaanse vriend is ook gisteren niet gearriveerd. Hij heeft mijn advies opgevolgd en het facebook contact verbroken. Ik vertrouwde dat zaakje niet. We horen gezang en zien rook in het westen. Dat is volgens hem een crematie. De zang is voor een Boeddha. Nog voor tien uur haalt een busje mij en anderen uit andere guesthouses en hotels op. Het busstation ligt aan de zuidkant van Siem Reap. Om half elf vertrekt de bus. Een oude Hyundai die een eerste leven in Zuid-Korea heeft gehad. Naast mij zit een vrouw uit Finland. Leuk om mee te praten. Maar we dommelen beiden ook weg. Het landschap is veel minder interessant dan de route van Phnom Penh naar Siem Reap. Halverwege is een stop in een plaats op de splitsing met weg 68. De toiletten zijn primitief maar niet echt vies. Ik heb gisteren twee kokosbroodjes gehaald voor onderweg. Battambang Het busstation in Battambang is eerder een pleintje. Er staan al allemaal tuk tuk chauffeurs met bordjes van ´hun´ hotels te zwaaien. Ik herken de naam van het hotel waar ik heb gereserveerd. Alhoewel ik geen gratis pick-up had gevraagd, maak ik er wel graag gebruik van. Ik spreek met hem af dat we morgen vanaf negen uur een dagtour doen. De school naast het hotel:   Ik blijf op mijn kamer rusten en werk op mijn netbook. Daarna loop ik via de markt naar straatjes aan de andere kant en vind daar een paar restaurantjes. Bij één daarvan hoort ook een kookschool: Smoking Pot. De menukaart is aantrekkelijk. Een Franse jongen, Nico, en Engels meisje, Shelley, nodigen mij uit om bij hun te komen zitten. Ze zijn ook vandaag gearriveerd en willen morgen graag naar de bamboo train. Ik zeg dat ze met mij mee kunnen in de tuk tuk. Dat willen ze graag. Tijdens het eten zie ik een kakkerlak uit een afvoerputje kruipen. Door mijn voet te bewegen, schiet die weer terug. Ik houd me maar wijselijk stil. In Siem Reap was de serveerster van Four Corners helemaal niet onder de indruk. Ik zag daar één met een gebroken pootje en stelde voor om hem dood te maken, maar ze liet hem nonchalant doorkruipen. Ze zijn hier niet anders gewend. Dat doet je wel even nadenken over wat je hier in de keukens kunt aantreffen. Woensdag 12 januari. Even voor negenen loop ik naar de bakkerij in Street 3. Shelley roept vanaf een terras aan de overkant. Nico is niet helemaal fit en op zijn kamer gebleven. Hij was gisteren al niet zo spraakzaam. Ik haal twee broodjes en loop met haar terug naar mijn hotel waar een andere tuk tuk voor ons gereed staat. Ook goed. Hij brengt ons eerst naar de Khmer King, Ta Dambong Kro Nhoung, een beeld bij aan de weg naar Phnom Penh. Een soort van beschermheilige in het midden van een rotonde. We rijden door naar de bamboo train via een hobbelig pad. De toeristenpolitie regelt het verdelen van de bezoekers. We betalen elk $5 voor de retourrit naar een dorpje. Al vrij snel moeten we van het spoor omdat er een meerderheid aan treintjes uit de andere richting komt. De chauffeurs helpen elkaar bij het uit elkaar halen van de treintjes. Op sommige stukken gaat het best snel. Ik schat in dat we wel 30 kilometer per uur rijden. En de rails sluiten niet altijd even goed op elkaar aan, dat geeft behoorlijke tikken. Het is moeilijk om elkaar te verstaan met al die herrie. Maar Shelley en ik hebben veel ´fun´. Op het ´einde´ worden we direct aangesproken door kinderen die uitstekend Engels spreken. We krijgen zelfgemaakte sprinkhanen aangeboden, vrouwen smeken ons om iets te drinken. Maar ik loop met een meisje mee naar een inpakfabriekje voor rijst. Een soort van pakhuis met een paar machines. Even verderop langs het spoor is meer van het dorp te zien. Een lokale familie gebruikt zelf ook een bamboetrein om nog verder naar het zuiden te reizen. Wij gaan terug. De tuk tuk hobbelt over een slecht pad en vervolgens rijden we via een mooie landelijke weg met veel passerende schoolkinderen naar de Wat Banan Tempel. Entree is $2. Om daar te komen moeten we een trap van zo´n 350 treden beklimmen. Dat is even inspannen met deze hitte, al valt het vandaag mee omdat er aardig wat bewolking is. De tempel zelf bestaat uit een paar ruïnetorens en lijkt erg op de Cham tempels in Vietnam. We blijven niet zo lang. We betalen de tuk tuk elk $7. Dat is prijzig wanneer je het met een dag- tour naar de tempels bij Angkor vergelijkt, maar de Wat Banan was ook wel een aardig eindje rijden. Terug in Battambang lunchen we samen bij de Smoking Pot. Ik bestel: ananas met kip en rijst, mango shake en lemon tea ($5). Plots komt er een klein meisje aanrennen dat bij onze tafel blijft staan. Ze praat veel, maar we verstaan haar niet. Ik geef haar een ballon, maar dat is niet genoeg dus geef ik haar een tweede. Ze geeft die aan een jochie verderop. Shelley loopt dan haar haar hotel. Ze neemt even later de bus naar Phnom Penh want ze heeft over een paar dagen in Saigon met een een vriendin afgesproken. Ik verken een straat met allemaal fotowinkels. Cambodjanen houden van opzichtige foto's met prachtige kleding en veel make-up. Daarna verken ik de markt. Ik loop alle gangetjes door. Het is niet druk. De markt is één van de leukste die ik ooit heb bezocht. Ik vind een grappige Hello Kitty pyjama voor Weiwei. Daarna maak ik nog een praatje met één van de buurwinkeltjes bij mijn hotel. Ze zijn druk aan het werk. Even verderop koop ik nogmaals 100 bal- lonnen (10.000 riel). Daarna rust ik even op mijn kamer. Om vijf uur staat de tuk tuk klaar om mij naar de Pepsi fabriek te brengen. Die is in 1975 gesloten nadat Amerika Vietnam verliet en uit de gratie was bij de Cambodjanen door gruwelijke bombardementen ter vergelding voor de Vietnamezen die via Cambodja oorlog voerden. De buitenkant van het gebouw lijkt nog helemaal intact. Voor zover mogelijk loop ik rond het gebouw. Op sommige plekken kun je naar binnen kijken. Een westers meisje is ook nieuwsgierig. Ik zie nog veel lege flessen. Het achterste deel is van binnen grotendeels gesloopt. Het logo zit nog op de voorgevel. Aardig om even te kijken. En ik heb al snel gezelschap van een groepje kinderen die ik zoet krijg met ballonnen. Ze zijn een beetje brutaal. Naschrift: in de zomer van 2013 is het gebouw helaas afgebroken. Er komt een door Japans gefinancieerd 'water-treatment facility' voor in de plaats. Daarna brengt tuk tuk mij naar Phare Ponleu Selpak (www.phareps.org) een organisatie die kinderen ondersteunt bij het behouden en terugbrengen van Cambodjaanse cultuur. Ze hebben onder andere een muziekschool, een school voor visuele kunsten, een circusschool en een restaurant met kook- school. De westerse organisaties die hulp geven, zijn met name Franstalig. Uit Frankrijk en Canada. Ik kom voor de circusvoorstelling die om zeven uur begint. De entree is $8. Eerst bekijk ik een tentoonstelling, dan eet ik groenten met gehakt, rijst en water in het restaurant ($3,5). Ook prima eten. Daarna begint de voor- stelling in een kleine circustent die gelukkig niet helemaal is afgesloten. Want het is nog warm. De optredens zijn een combinatie van clownesk theater en acrobatiek en van een behoorlijk hoog niveau. De tribunes zitten vol en vooraan zitten nog kinderen op de grond. De artiesten hebben plezier en wanneer iets mislukt dan moet er een tweede poging worden gedaan. Een prachtige voorstelling! Er zijn maar drie meisjes. Op het einde volgt nog een verhaaltje van een Française die sponsorgeld binnen wil halen. Ze vertelt over studenten die in Canada op een gerenommeerde circusschool zitten en laat op een projectiescherm foto´s zien van Cambodjanen in de bittere kou van Canada.  Donderdag 12 januari. Ik voel me niet zo geweldig. Mijn maag en darmen zijn een beetje in de war en mijn keel is ook niet helemaal in orde. Dus blijf ik wat langer rusten. Ik huur een fiets bij Gekko. Voor $2. Dat is een beetje prijzig. Bij mijn tocht door zo'n beetje alle straten in het centrum ontdek ik veel scholen en er zijn ook een paar universiteiten. De straten zijn vaak vol met jongeren op motorbikes of fietsen. Bij één van de scholen zie ik een meisje in een rolstoel. Ze bedient de stoel met haar handen aan de voorkant, zoiets als trappers van een fiets. Ik lunch bij Smoking Pot. Ik laat voor Riel 8800 (400 per stuk, in Siem Reap was dat 350) foto's afdrukken die ik in Phnom Penh en de eerste dag hier heb gemaakt. Zoals een zaakje naast het hotel waar ze kleding voor bruiloften maken. Iedere keer wanneer ik mijn hotel verlaat of terugkom, dan kijk ik wel even bij hen voor een praatje. Een zekere Sophea spreekt aardig Engels. Haar zus woont in Australië. Bij mijn hotel koop ik voor slechts $5 een buskaartje naar Phnom Penh. 's Avonds eet ik op het terras van het Sunrise Coffee House. De enige andere gast is een Zuid-Koreaans meisje die binnen zit. Dus de manager heeft tijd - en zin - in een praatje. Zo kom ik ook meer over Battambang te weten. Ze heet Navy en gaat bijna nooit weg. Ze werkt dagelijks vanaf 's ochtends vroeg. Daardoor is ze moe. De gasten kunnen iets op de muur schrijven. Over sommige gasten vertelt ze wat. Ze krijgt bijvoorbeeld jaarlijks tandartsteams uit Amerika op bezoek die naar dorpen in de omgeving gaan.
    Navy doet erg haar best om een goede menukaart te hebben. Volgens haar kopiëren andere restaurants in de buurt die van haar. Ze moet haar menu- kaart die buiten ligt in de gaten houden. De prijzen zijn volgens haar laag en dat kan ik beamen. Soms vraagt ze klanten om bepaalde ingrediënt- en mee te nemen. Navy is 37. Ze komt uit een groot gezin, maar is zelf nog niet getrouwd. Een beetje triest, want volgens mij is ze wel heel lief. Net als Thida is ze ook Christen. Opmerkelijk, want volgens mij is bijna 100% van de Cambodjanen boeddhist. Ik eet een vegetarische pizza ($3,5) met thee en een mango shake. Ik beloof dat ik morgen terugkom voor mijn ontbijt. Wanneer de Zuid-Koreaanse vertrekt, ga ik ook naar mijn kamer. Het is negen uur. Navy kan de zaak sluiten, douchen en slapen en morgen weer heel vroeg op. Bij haar kost de fietshuur overigens $1,5. Ze mopperde dat een westerse klant een fiets twee weken wilde huren en die nog niet heeft teruggebracht. Ze heeft geen paspoort als borg ingenomen. Vrijdag 13 januari. Allereerst haal ik twee muffins voor onderweg bij de 'bakery' en een flesje water. Daarna ontbijt ik bij Sunrise Coffee House. Ik krijg een warme cinnamon roll en een schaal met gemengd tropisch fruit. Met citroen thee, net als gisteravond ($4,5). 's Ochtends heeft Navy meer klanten. 's Avonds is deze straat een beetje te donker om mensen te trekken. Ik geef haar een setje klompjes uit Nederland. Bij het uitchecken blijkt de kamer slechts 12 in plaats van $15 te zijn. Om negen uur laat ik me door een tuk tuk van het hotel naar het bus- station brengen. Ik heb de mannen al genoeg gegeven, dus net als de pick-up moet dit kleine stukje gratis kunnen. Ik ben de enige 'barang' (buitenlander) in de bus. Rond half twaalf is er een pauze in Pursat. Twee uur later nog een pauze. Onderweg zijn er komische video's te zien. Tijdens de stops zijn er bedelaars en vrouwen die fruit in zakjes ver- kopen. De rit is minder boeiend dan die tussen Phnom Penh en Siem Reap. Er zitten twee kleine kinderen in de bus om ballonnen aan te geven. Terug in Phnom Penh Rond kwart over vier arriveren we in Phnom Penh. Ik laat me voor $2 naar mijn guest house brengen. Uiteraard ga ik weer dineren bij het River Star Hotel. Sophorn zegt dat de Engelsman hier vanmiddag ook net arriveerde. Dat had ik niet verwacht, want hij was van plan om vanuit Siem Reap naar Bangkok te gaan. Even later zit hij samen met Mike te eten aan een tafel op het terras. Ik zit graag aan de bar bij Sophorn om haar gezelschap te houden. Maar na het eten zit ik nog even bij de mannen. Volgens Tim moet je vijf dollar betalen wanneer je hier geld uit de ANZ automaat haalt. Terwijl wij er zitten, zijn er wel vier mensen in een uur die er geld uit halen. Tim heeft nog travellercheques. Ik wist niet dat er nog mensen waren die ze gebruikten. Naast ons zitten twee sexy geklede vrouwen en een jochie. Ze drinken alle drie bier. Wanneer Tim en Mike naar de Candy bar zijn vertrokken, nodigt één van die meiden me uit om te dansen, maar ik kan niet dansen en bovendien wil ik met Weiwei skypen. Zaterdag 14 januari. Ik begin met een uitgebreid continentaal ontbijt op het terras van het Dara Reang Sey hotel. De serveerster is blij met de foto die ik van haar heb gemaakt. In Battambang is een lens van mijn camera van het bed gevallen. Ik dacht dat ik het grote bed wel als op- slagruimte kon gebruiken, maar ´s nachts heb ik ´m van het bed geschopt. Gelukkig is alleen het glas van de uv-filter gebroken. Die dient ook vooral als bescherming van de lens en heeft in zeker zin zijn werk gedaan. Op advies van de eigenaar van het guest house ga ik naar de centrale markt. De bezoek ik voor het eerst sinds vier reizen en is opvallend net in opzet ten opzichte van de Kandal Markt. Het Franse ontwerp van het grote gele gebouw is bijzonder (zie de foto's). Voor $12 vind ik tegenover de markt een filter. Ik loop daarna door de Sorya Shopping Mall. Daar vind ik de grootste hoeveelheid Hello Kitty artikelen tot nog toe. Bovenin zit zelfs een bioscoop. Ik lunch bij het Royal Guest House. Helaas krijg ik geen antwoord van Ratanak op mijn sms'jes . Ik had graag gewild dat we samen konden lunchen. Ik geef twee foto´s aan haar oud klasgenote van de vorige keer. Die had ik dubbel laten afdrukken. Ik eet alleen een pannenkoek met ananas. Die is een beetje te droog. Tijdens de rustpauze op mijn kamer Skype ik even met Weiwei. We zijn beiden moe. Daarna loop ik naar de rivier om van de mensen langs de rivierboulevard te genieten. Van het dansen, van de gezinnen, de ver- koopsters en af en toe geef ik ballonnen aan kinderen. Tegen zevenen ga ik naar de River Star voor mijn avondeten. Ik bestel fish a la morney met rijst ($4) en een sprite. Babyfood noem ik het. Ik vraag aan Sophorn of ze me al miste. Ja! Even later arriveert Tim. Mike zit bij een Ierse pub om de hoek omdat ze daar drie schermen met voetbal hebben. Tim praat mij bij. Mike heeft in Siem Reap een man gesproken die hem een baan heeft aangeboden als mijnenruimer. Mike heeft een militair verleden en onder andere in Arnhem en Duitsland gewoond. Ze gaan morgen eerst samen naar Bangkok. Tim zal hem daar in het nachtleven inwijden. Maandag moet Tim weer aan het werk. Mike trekt dan door naar het zuiden van Thailand, om nog meer te verzuipen. Sophorn moppert: "Barang like to pay a lot for girls, but don't wanna pay for food, drinks and sigarettes." Ze vertelt me dat een trouwerij tussen de drie- en vijfduizend dollar kost. De goedkoopste feestjurk die ze onlangs droeg bij het huwelijk van een broer kostte honderd dollar. Volgens haar kun je hier al een appartement voor 160 dollar per maand huren. Tim bestelt iets wat ik ook had willen proberen, maar omdat er varkens- vlees in zit, heb ik dat niet gedaan. Misschien doe ik dat morgen en vraag dan om kippenvlees, zoals Tim suggereert. Hij doet dat nu zelf en laat mij proeven. Iets te spicy. Dus niet echt mijn type eten. Omdat hij me van een fiasco heeft bespaart, stelt hij voor dat ik een biertje voor hem betaal. Okay. Hij heeft nog een geheugenkaartje in zijn camera met foto´s die hij af- gelopen zomer in Wales heeft gemaakt. In de ´hidden valley´. Hij houdt van wandelen en liep afgelopen zomer zes kilo van zijn bierbuik af. Zijn moeder is 79 en rijdt nog steeds auto. Ze was verpleegster en doet drie dagen in de week vrijwilligerswerk. Hij is naar plekken geweest waar hij als kind vakantie hield. Ik zie foto´s van de kanaalboten, een kasteel, van zijn familie en een zeiltocht met vrienden. Een vriend van hem is met een Thaise getrouwd. Ze hebben 2 kinderen. Tim heeft inmiddels een watermeloenshake voor mij bestelt. Rond half elf neemt hij afscheid en gaat op zoek naar Mike. Hij nodigt me uit om mee te gaan of later in de Candy Bar of naar een bar in Street 104 te komen, maar dat laat ik aan me voorbij gaan. Ik ben toch echt wel moe. Mike heeft gisteren een heel mooi meisje in een bar in Street 104 op- gepikt. Tim heeft daar foto´s van. Morgen kunnen we nog een keer samen lunchen in River Star. Sophorn heeft dan ochtenddienst. Ze werkt tot half twee en gaat dan naar een verjaardagfeest van een broer van haar. Tot morgen. Zondag 15 januari. Ik haal mijn ontbijt bij ABC bakery en loop dan via een kronkelroute van rustige straatjes naar Wat Phnom. De heuvel met tempel. Gek genoeg ben ik hier ook nog niet eerder geweest en het is niet ver lopen. Tim was hier gisteren. Hij liet me foto's zien en her- innerde me er weer aan. Er zijn vrij veel novices rond de tempel. Ik praat met een groepje dat foto's heeft laten maken. Echt serieus komen ze niet op mij over. Daarna loop ik naar River Star voor mijn lunch. Ik ben iets eerder dan Tim en Mike, zodat ik even alleen met Sophorn kan praten. De mannen komen rond half één. Tim heeft Mike wakker net voor de check-out time laten bellen, anders had die nog geslapen. Ze hebben een wilde nacht gehad. Hun lunch is gelijk het ontbijt. Ze praten me bij over hun nacht en ik krijg Tim zijn e-mailadres. Om kwart over één nemen ze een taxi naar het vliegveld. Sophorn gaat dan met haar zus op weg naar de ver- jaardag van haar broer. Ze vindt niks aan het heen en weer gereis. Ik loop via de Kandal markt voor een praatje met ´mijn kapsters´ terug naar mijn guesthouse en neem een lange rustpauze op mijn kamer en loop dan via de gezellige rivierboulevard naar Ratanak haar werk om de foto's van de vorige keer te brengen. Ze verontschuldigt zich dat ze geen tijd had voor een lunch. Dat komt door de voorbereidingen voor de 'viering' van het overlijden van haar vader. Ze is blij met de foto's. Haar collega's reageren ook enthousiast. Helaas is de muziek in Liquid niet zo geweldig en heeft Ratanak weer hoofdpijn. Ik heb haar de vorige keer al aangeraden om een dokter te bezoeken of chinese medicijnen te proberen. Ze klinkt alsof ze verkouden is. Volgens mij heeft ze zoiets als voorhoofdsholteontsteking. Maandag 16 januari. De wekker gaat om kwart over zeven. Ik haal broodjes en drinken. Ik heb gisteren al voor de kamer en een buskaartje naar Kampot betaald. Even na negenen komt een busje mij ophalen. Daarna duurt het nog lang voordat we anderen hebben opgepikt waardoor de bus van 9.30 pas om kwart voor tien vertrekt. Het kost veel tijd om in het drukke verkeer uit de stad te komen. Nog maar net na het verlaten van de stad is een eerste korte stop. Rond twaalf uur een lunchpauze ter hoogte van Takeo. Daar vermaak ik me met kinderen die ananas verkopen en een klein meisje dat reuzeblij is met een ballon. Anders dan ik had verwacht, gaat de bus via een zuidelijke route eerst naar Kep. We nemen ook nog passagiers mee van een gestrande bus. Slechts een deel van hen kan zitten. De hele bus volgepropt. Wat een avontuur. Nog voor Kep stapt af en toe iemand uit. Soms gaat er veel tijd in zit- ten voor die hun bagage uit de bus hebben. We stoppen onder andere bij een huis van een dikke oude westerse man met een jonge zwangere Cambod- jaanse. Voor de rest van de familie heeft hij zo te zien nog een huis laten bouwen. Kep lijkt wel leuk. Ik zie een bord met "de mooiste baai van de wereld". De bus rijdt een stuk langs de kust. Van Kep naar Kampot mogen we een half uurtje genieten van keiharde karaokemuziek. Kampot Het is bijna vier uur voor ik in Kampot ben. Ik ben tuk tuk chauffeurs voor. Mijn guest house ligt namelijk aan het einde van de straat om de hoek. Geen vervoer nodig dus. Een enthousiaste en drukke William brengt me naar mijn kamer en informeert me over het guesthouse. Er ligt een minigolfbaan naast het gebouw dat op een moderne versie van Villa Kakel- bont lijkt. Ik verken direct het oude deel van het stadje, met Frans koloniale architectuur. Een groot deel van de gebouwen is opgeknapt, maar er valt nog heel wat te verbeteren, maar juist die rommeligheid geeft extra charme. Er zijn best veel kleine restaurantjes en guesthouses. Vooral langs de rivier.
    Ik geef mijn briefjes van 100 riel aan een man met maar één been. Hij is daar zeer bij mee. In één van de gebouwen langs de rivier krijgt een klasje wiskundeles. Ze nodigen mij uit om binnen te komen. Ze zijn razend enthousiast en willen dingen over mij weten. Ik schrijf wat informatie over mezelf op het bord. De leraar vindt het prima. Ik wil ze niet te lang storen, want ze betalen immers voor een andere les dan Engels. In een straatje haaks op de rivier maak ik een praatje met Paula van Pizza 36. Ze heeft een Britse man en hebben dit restaurantje vier maand- en geleden geopend. Ik beloof haar dat ik terugkom om te eten, maar eerst nog wat van de omgeving wil zien. De restaurants langs de rivier zijn het meest populair. Her en der kan ik ballonnen kwijt. In één van de straten is een herdenkingsfeest voor een overleden jonge vrouw. Ik zie haar foto staan bij een soort van herdenkingsaltaartje. De vrouwen dragen allemaal een witte blouse. Anders dan een bruiloft. Toch zijn er overeenkomsten met een trouwfeest. Ook nu brengen gasten geld en zijn er eettafels in een grote tent die op straat staat. Pizza 36 zit in een 'shop house'. Naast Paula zie ik nu ook twee hele mooie jongere zusjes van haar en haar vriend en zijn broer. Ik bestel een Siciliaanse Khmer pizza met kleine, knapperige droge visjes. Formaat medium. Die smaakt uitstekend. Met $7 wel een beetje prijzig. Ik vraag naar een motorbike met chauffeur om mij morgen naar Bokor Hill Station te brengen. Ik wil graag de ruïnes fotograferen. De broer is wel bereid om dat voor een reguliere prijs ($15) te doen. We kunnen broodjes voor lunch meenemen. Dinsdag 17 januari. Ik ontbijt in mijn guesthouse. Tegen alle verwacht- ingen heeft het vanmorgen vroeg even geregend en er is nog steeds veel bewolking. De temperatuur blijft hoog. Ik eet pannenkoek met honing en muntthee. En loop dan naar Pizza 36 om voor te stellen om het plan een dag uit te stellen. In de hoop dat het weer dan beter is. Gisteren was een mooie dag, maar volgens hun was het afgelopen weekend ook bewolkt in de bergen. Daarna verken ik Kampot wat uitgebreider. In één van de smalle steegjes zijn filmopnames gaande. Voor een muziekvideoclip met een meid met een hele lange benen maar niet een mooi gezicht. Aan het accent te horen, komen ze uit Australië. Ze hebben een fotogenieke plek ontdekt. Bij de centrale rotonde met de 'granaat' in het midden, ontdekt ik een bak- kerijtje met muffins: Heng Eng Bakery Shop. Daarnaast zit een grote supermarkt. Zo kan ik een eenvoudige lunch samenstellen. Bij de rotonde bij mijn guesthouse zit ook een goede supermarkt.  Aan de andere kant van de ´zevensprong´ zit een technische universiteit. De studentes zijn opgemaakt. Volgens de meiden moet dat van de directeur. Er moet ook een school zijn voor moslims, want ik zie meisjes met hoofd- doeken langs de rivier fietsen. Er is ook een kleine minderheid moslim in Cambodja. In Phnom Penh zag ik een moskee toen we de stad binnen- kwamen vanuit Battambang. Door de drukkende hitte houd ik weer een lange pauze op mijn kamer. Rond drie uur gaat het flink regenen. Bij de weersverwachtingen zie ik nu dat er de komende week ook kans blijft op regen. Terwijl ik Weiwei had verteld dat het in januari droog zou zijn... Later op de middag is het droog. De straten nog niet. Ik loop naar Pizza 36 om te vragen of ze pasta hebben, maar dat is niet het geval. Dan ga ik naar het pand aan de straat langs het water waar gisteren les werd gegeven. Drie meisjes zitten langs het water te wacht- en tot hun klasje begint. Ze vragen me meer. Even voor zessen is er weer een bui. Ik heb een paraplu bij me, maar mag in hun klasje schuilen. Dat is overigens gewoon de voorkamer van een woning. De leraar lijkt geen Engels te spreken. Ik geef een ballon aan zijn dochtertje. Wanneer de les begint, neem ik afscheid. Bij mijn guesthouse hebben ze onder andere spaghetti bolognese. Dat lijkt me lekker na een wat simpele lunch. Er staat nu een meisje achter de bar: Madeleine uit Nieuw Zeeland. Ze werkt hier nu twee weken en gaat binnenkort naar Thailand om een Nederlandse vriend uit Eindhoven te ontmoeten. Ik drink lemon juice en groene thee. Ze draait een paar nummers van David Bowie op mijn verzoek. Ik heb het idee dat een jonge vent uit Israël met een rare wilde baard wel interesse in haar heeft. Een moderne hippie. Hij heeft al drie biertjes op terwijl ik daar zit. Backpackers drinken veel bier, valt me op. Het is ook goedkoop. Woensdag 18 januari. Ik ontbijt weer in mijn guesthouse, pannenkoek met limoen en honing en mint thee ($3). Dan loop ik naar het busstation en koop een kaartje voor de bus van morgen om zeven uur naar Phnom Penh. Wanneer ik bij Pizza 36 kom, arriveert Mark daar net. Volgens hem is het weer nu beter ondanks dat het nog deels bewolkt is. We nemen water en belegde stokbroodjes mee voor de lunch. Bokor Hill Station Phnom Bokor (1080m) is een berg waar tussen 1917 en 1921 een weg naar toe is aangelegd voor een Frans vakantieoord en bergstation. Het Bokor Palace, een grand hotel-casino werd in 1925 geopend. Sindsdien is het twee keer verlaten. Bij de gevechten voor onafhankelijkheid in de late veertiger jaren en in 1972 opnieuw toen Khmer Rouge het land overnam. De locatie is zeer strategisch. Tot in de jaren negentig hebben de Khmer Rouge vanaf deze plek guerrilla's uitgevoerd. We hoeven bij de ingang van het nationale park niks te betalen omdat we alleen de berg bezoeken en niet het park zelf. De weg naar boven is onlangs vernieuwd. Ze zijn nog bezig met de laatste werkzaamheden. Ergens halverwege stoppen we bij een ruïne van een gebouw met zicht over zee. Koning Sihanouk's villa, beter bekend als Black Palace. Daar wordt een groot vrouwelijk Boeddhabeeld gemaakt, een bescherm- heilige voor mensen die de zee op gaan. Er komt hier ook een restaurant. In zee wordt een haven gemaakt voor veerboten uit Japan, Thailand en Singapore, aldus Mark. Na ongeveer anderhalf uur zijn we boven. Daar wordt aan een enorm casino gewerkt. Ik hoop dat dit flink wat werkgelegenheid oplevert en niet alle geld in de zakken van investeerders en rijke Cambod- janen verdwijnt. De eigenaar van de berg, meneer Sokho, heeft zelf een villa in één van de gebouwen bij de ´auberge´ laten maken. Mark rijdt eerst tot het einde. De ruïnes daar zijn te bezoeken. Soms zijn de tegels overgroeid. Her en der zijn sporen te vinden van latere 'bewoners'. Er is in gekookt. Sommige muren zijn beklad. Het gebouw tegenover de villa is deels bewoond door arbeiders. Achter dat gebouw kom je bij een klif. Vanaf daar is het historische casino mooi te zien. De bewolking die tegen de klif hangt geeft een surrealistisch beeld. Zonder Mark was ik niet naar deze plek gelopen. Hij vertelt ook overal wat over de geschiedenis van Bokor Hill. Daar had ik al over gelezen, maar hij vat zijn rol als gids serieus op. Het casino wordt gerenoveerd en uitgebreid. Helaas is het daardoor niet meer als ruïne te bezoeken. Bokor Hill Station verliest de status van 'ghost town'. Ik had graag even in het vier verdieping tellende gebouw rondgestruind. De ballroom, badkamers, schoorsteenmantel... Arbeiders op het dak wuiven naar ons, soms roept iemand "Hello!". De kerkruïne wordt door families bewoond. Er staat een auto in de schuur. We stoppen vervolgens even ter hoogte van de watertoren. Het oude politiebureau herbergt ook arbeiders. Het postkantoor is met de grond gelijk gemaakt. We lunchen bij een meertje. Daar is een oud hotel en lopen veel arbeiders rond. Daarna bezoeken we de tempel Wat Sampeau Moi Roi. Rond de tempel is een rommelig geheel van rotsen waar je met enige fantasie wel wat herkenbare vormen in kunt zien. Er staan bootjes en er zijn apen. Je kunt hier volgens Mark ook over- nachten. Op de terugweg doen we de regenjackjes aan, want het is nu meer bewolkt en de wind maakt het frisjes. Halverwege trek ik het jasje weer uit. Mark doet dat beneden op het punt waar een spoorlijn wordt aangelegd. Volgens hem een spoorlijn van Phnom Penh via Kampot naar Sihanoukville. Voor de motorhuur, zijn werk als gids en bestuurder was $15 afgesproken. De lunch is $3,5. Ik geef hem $20 want ik ben hartstikke tevreden. Hij vertelt dat de oude markt gerenoveerd wordt en het de bedoeling is dat daar een ´night market´ voor toeristen in komt. Maar hij twijfelt of Kampot daar wel zo geschikt voor is. (Op de fotosectie van mijn website staat een uitgebreider fotoverslag van deze excursie.) Na een lange rustpauze op mijn kamer, loop ik door het oude deel van Kampot. Net op dat moment komen de meeste schoolkinderen voorbij op fietsen en scooters. Sommige scholieren hebben mooie uniformen. Ik neem ook weer een kijkje bij het wiskundeklasje. We dollen een beetje met elkaar. De meiden heten Sok Nei, Ling Ling, Srey Neat en New. Eén van de meisjes haar bovenlip trilt een beetje wanneer ze oogcontact met mij heeft, wanneer ze iets zegt. Wanneer ik in de buurt kom, dan beginnen ze te gillen. Ik koop muffins en drinken voor morgen onderweg en voor vanavond op mijn kamer. Ondanks de keuze aan restaurants in het centrum, eet ik weer bij mijn guesthouse. Dit keer lok lak met kip ($4), dat is kruidige vlees met peper op een bed van tomaat en komkommer met rijst. Het smaakt verrukkelijk. Je kunt ook kiezen voor rundvlees, dat doe ik een volgende keer. Aan de bar praat ik met een Duitser die ook al voor de vierde keer in Cambodja is. Voor het slapen krijg ik nog een sms van Weiwei. Ze vraagt nog een keer om de bevestiging of ik haar van het vliegveld haal. Uiteraard doe ik dat! Kampot was een hele mooie ervaring. Wanneer ik hier wat langer was geweest, dan had ik een fiets gehuurd om naar de zoutvlaktes te gaan en misschien de Cham Moskee op te zoeken. En de markt bezoeken. Ik heb het nu heel rustig gedaan. Donderdag 19 januari. De wekker gaat om zes uur. Even na half zeven loop ik naar de bushalte. Daar staat eerst nog een andere bus die om kwart voor zeven vertrekt. In de bus naar Phnom Penh zitten vrij veel westerlingen. In het begin pikken we onderweg nog een paar mensen op. Ik eet mijn muffins. De airco in de de bus maakt het koud. In tegen- stelling tot de heenreis mogen we nu al vanaf het begin van muziek, karaoke en sketches genieten. We stoppen rond half negen bij Takeo, waar op de heenreis de lunchstop was. Weer terug in Phnom Penh In Street 217 zijn vrij veel internationale scholen. Dat is de weg die de bus naar het centrum neemt. Ik zie onder andere het Beltei International Institute, Bright Light International School en de Hello American Kindergarden. Voor elf uur arriveert de bus al bij het eind- station in Phnom Penh. Voor $2 neem ik een tuk tuk naar mijn guesthouse. Ik ben nog te vroeg om in te checken, maar kan mijn bagage wel achter- laten. De ontvangst is zeer vriendelijk. Ik haal wat te drinken bij Smile en loop over de Kandal Markt. De manager van mijn kapperskraampje, een ´spooky´, komt even later. Ze heeft hoofdpijn want ze is gisteren uit geweest. Ze heeft gedronken want ze heeft `too much problems´. Ik ontmoet Xuan langs de rivierboulevard. Ze laat me de foto zien die ik van haar heb gemaakt. Ze glimlacht weer zo mooi. Ik loop door naar River Star. Sophorn heeft vandaag late dienst en is er nog niet, maar ik besluit hier wel wat te eten: pannenkoek met honing, limoensap en thee. Tot na tweeën blijf ik zitten. Er is hier altijd wel wat te zien. Veel straatventers, maar ook bedelaars. Nieuwe gasten die arriveren. Ook twee Franse mannen die nagenoeg geen woord Engels spreken. Als dat maar goed komt. Dan check ik in bij Europe Guesthouse. Ik heb kamer 202, de goedkoopste zonder ramen. Dit gasthuis heeft op tripadvisor.com een uitstekende reputatie, daarom heb ik het gekozen. Fancy Guesthouse, waar ik eerder deze maand zat, vond ik overigens ook erg goed. De locaties zijn zeer goed. De eigenaar van Europe is zeer vriendelijk, maar de kamer heeft geen koelkast en het matras is ook niet zo geweldig. Een volgende keer zou ik eerder Fancy Guesthouse kiezen. Ik loop naar River Star. Sophorn is er helaas niet. Ze heeft een ongeluk met een motorbike gehad en haar hand is zodanig geblesseerd dat ze niet kan werken. De Star of River Star, één van de jongere werknemers, zegt dat ze het ongeluk met haar ´husband´ had. Wanneer ze getrouwd is, dan zou dat nieuws voor mij zijn. Daar heeft ze het niet over gehad. Eén van de meiden van de ochtenddienst is lesbisch. Ze heeft ruzie gehad met haar vriendin. Wanneer ik thee drink, komt de manager van mijn kapperskraampje van de markt. Ze ziet mij op het terras zitten. Meestal drinkt ze rond deze tijd hier in de buurt thee. Nu kan ze even met mij meedrinken. Wanneer ze hoort dan het meisje lesbisch is, wil ze graag haar telefoonnummer. De liefde tussen de jongen met het blonde Koreaanse kapsel en zijn babyface vriendinnetje is uit. Hij heeft haar foto's uit zijn telefoon verwijderd. Het is één en al liefdesdrama bij personeel van River Star. Net als in de vele treurige Cambodjaanse liefdesliedjes. Volgens hem komt het doordat hij arm is. Gisteravond was hij uit met een rijke vriend. Hij noemt de bedragen die zijn vriend betaalde voor een avond- je karaoke. Dat is nogal wat. Ik kon de tuk tuk bij Dara Reang Sey niet vinden en vraag hier een andere tuk tuk om Weiwei mee van het vliegveld te halen. Die vraagt $15. Zijn argument is dat ik tweemaal de prijs moet betalen, maar ik zeg dat ik geen bagage heb en hij maar één richting in rekening hoeft te brengen Gelukkig staat er nog een tuk tuk, die wel bereid is om me voor de reguliere $7 dollar te helpen. Het helpt om de prijs te noemen die ik bereid ben om te betalen en dan weg te lopen. Ik eet bief lok lak, een traditioneel Khmergerecht. Stukjes bief op een laag tomaat, komkommer en ui, met peper en citroensaus en witte rijst. Een flinke maaltijd. Ze zijn hier niet zuinig met het vlees. In Kampot had ik de versie met kip, die was verder ook iets anders qua samenstel- ling. Samen met een blikje sprite en lime juice ben ik $5,75 kwijt. Weiwei Om half negen rijden we naar het vliegveld. We hoeven niet lang te wachten. Weiwei heeft geen vertraging. Haar eerste indrukken zijn een stad die lijkt op haar geboortestad in haar jeugdjaren. Ik geef de chauffeur een dollar fooi. We gaan direct naar de kamer en wisselen cadeaus uit. Ze heeft chocolade, koekjes, snoepjes en twee overhemden meegebracht. En de Chinese vertalingen van Willem Frederik Hermans die ik voor een Nederlandse verzamelaar meeneem die in Zwitserland woont. Een echte verzamelaar. Ik heb een schort met typisch Nederlandse sym- bolen, een T-shirt uit Amsterdam, het olifanten shirt uit Thailand en het boek van Gina/Gea Weijers voor Weiwei. Vrijdag 20 januari. We ontbijten bij Dara Reang Sey. Daarna koopt Weiwei een simkaart zodat ze met het Chinese Nieuwjaar goedkoop met haar familie kan bellen. En we kopen buskaartjes voor morgen naar Sihanoukville bij ons guesthouse. We lunchen laat bij River Star ($11). Ik heb nasi goreng. Sophorn is volgens de manager nog wel drie dagen uit de roulatie. Dus praten we nu meer met de andere personeelsleden. De Fin Sami die ik de avond van het vertrek van Tim en Mike ontmoette, is er ook nog. Hij komt bij ons zitten en vertelt ons van zijn avon- turen in de Blue Star Bar. Hij is van plan om om de dag een 'wilde nacht' te hebben en is daar heel openlijk in. In Finland werkt hij met gehandicapten. Het is een optimistische man die graag vertelt met een glimlach op zijn gezicht. Vroeger deed hij met vrienden zogenaamde wodka-vakanties naar Rusland. Volgens hem heeft Rusland de mooiste vrouwen.  Weiwei laat haar nagels lakken op de plek waar ik mijn haar heb laten knippen. Haar vingernagels worden oranje. De teennagels blauw met op de grote tenen een afbeelding van Hello Kitty ;-) De manager praat ronduit met Weiwei. Ze vertelt dat ze een vriend heeft die in Ierland woont. Ze is 27 en heeft een vierjarig dochtertje. Hij komt binnenkort hier. Weiwei zegt een keer dat ik ook in Cambodja ga wonen, omdat ik me hier zo thuis voel. Maar China biedt meer mogelijkheden en ik ben bang voor het regenseizoen. Zaterdag 21 januari. We ontbijten dit keer bij River Star. Ik heb een pannenkoek, Weiwei noedelsoep met garnalen. En een schaal met fruit. De eigenaar van Europe Guesthouse heeft geregeld dat we voor $1 met een tuk tuk naar het busstation kunnen. Door het Chinese Nieuwjaar zijn er geen busjes die passagiers bij de hotels en guesthouses ophalen. De afstand is ook niet zo groot. Om 9.12 vertrekt de bus van 9 uur. Het duurt weer lang alvorens we de stad hebben verlaten. Aan de rand van Phnom Penh zijn veel fabrieken waar jonge meiden tegen een laag loon werken. Op deze route rijden veel vrachtwagens met containers die voor enige vertraging zorgen. Sihanoukville is de enige stad met een zeehaven. De weg is van een goede kwaliteit, maar niet erg breed. Tegen half twaalf hebben we een stop op dezelfde plek als de bus naar Kampot. Sihanoukville Rond drie uur arriveren we in Sihanoukville. Dus zijn we bijna zes uur onderweg geweest. Ik zucht. Weiwei zegt dat vanaf nu iedere zucht me een dollar kost. De tuk tuks hebben een prijsafspraak van $6 voor een ritje naar het strand. Motorbikes doen dat voor anderhalf. Dus vragen we twee motor bikes. Dat lukt met de bagage. Onderweg verliest Weiwei haar pet. Een kleine vertraging. De rit is langer dan ik had verwacht. Ik geef ze daarom elk twee dollar. De kamer van het White Beach Hotel is ruim. Het is de duurste plek van de trip in Cambodja. Normaal wil ik onder $20 blijven, maar omdat ik met Weiwei ben, heb ik voor iets meer luxe gekozen. We lopen een stuk over het strand en maken foto's van de zonsondergang. Bij de toegang naar het strand staat een beeld met drie dolfijnen. Het strand is niet breed, maar toch vrij rustig. We eten bij een restaurant met weinig klanten: 'Chamoy's Frog' ter hoogte van het hotel. Nasi met vis en sweet sour, een sprite, bananenshake en kokosnootshake.  Zondag 22 januari. De strandtenten hebben vergelijkbare menu's en prijzen. Zeer concurrerend. Weiwei heeft de smaak te pakken met het drinken van tapbier. Die is hier overal slechts vijftig cent en blijkt hier ook te worden gemaakt. We eten bij Kaya's Shack: pizza met BBQ chicken voor $7,5. Pizza is relatief duur. 's Avonds eten we hier weer. Spaghetti bolognese, kip met ananas, een mango shake en sprite voor $8,50. Er komen veel verkoopsters langs met zeevoedsel, fruit en vuur- werk, maar ook veel bedelaars, blinden en mijnslachtoffers. Wanneer er kinderen bij zijn, dan geef ik een ballon. Om zeven uur moeten we terug zijn op de kamer want dan begint de traditionele nieuwjaarsavondshow. Die heb ik de afgelopen twee jaar via internet gezien. De tijd gaat snel. In de tussentijd werk ik de foto's op mijn website bij. Weiwei belt met haar broer en schoonzus, ook haar neefje zegt een paar woordjes. Het lukt maar niet om contact te krijgen met haar ouders. Maandag 23 januari. We hadden eigenlijk afgesproken dat we vanmorgen vroeg op het strand zouden wandelen, maar Weiwei is de deur al uit wanneer ik ga douchen :-( Het is nog vroeg. Ik loop in beide richting- en van het strand, maar kan geen Weiwei vinden. Er spelen al kinderen en het begint al warm te worden, dus keer ik terug naar het hotel. Vanaf de oprit wuift ze naar me vanaf het dakterras. Ze is al gaan ontbijten. Om tien uur komt een busje ons ophalen. De grote bus komt overigens wel in de buurt van ons hotel, dus hoeven we niet eens naar het bus- station. De terugweg gaat sneller. We stoppen voor de lunch op de zelfde plek. Dit keer maar geen gebakken banaan, want die waren niet rijp. Weer terug in Phnom Penh Om drie uur zijn we terug in Phnom Penh. Bij River Star genieten we van een late lunch. Ik heb fish amok, banana shake en sprite. Sophorn is er nog steeds niet om het drinken te maken. Sophorn is er nog niet. De jongen met het Koreaanse kapsel maakt de shakes ook heel aardig. Zijn personeelsnummer is 007. Hij moet zijn ei kwijt. Hij is: "The star of River Star, handsome, no money, no car, no girl friend". Weiwei koopt gekopieerde ansichtkaarten van een man in stolstoel die hier dagelijks een paar keer langskomt. Zijn handen zijn wel goed, eigenlijk gun ik hem een betere baan. Volgens mij deed hij dit in 2010 ook al. We zien nog draken- en leeuwendansen bij enkele winkels van Chinese eigenaren. Helaas lukt het niet meer om een minibus naar Siem Reap te boeken, dus moeten we morgen met een tragere grote bus van Sorya ($7 per persoon). 's Avonds bestellen we een fruitsalade bij River Star ($2.5). Weiwei drinkt weer bier. Ik blijf bij lime juice. We maken vanavond twee keer mee dat straatverkopers agressief zijn. Eerst een lang en slank meisje dat zeurt dat haar zus vandaag meer heeft verkocht en ze er van haar moeder van langs krijgt. Later langs de rivierkant een jochie die een zakje popcorn wil verkopen. Hij houdt mijn pols zelfs vast wanneer we onze zitplaats willen verlaten. Maar het blijft mooi om langs het water te lopen. Bij het ´tempeltje´ tegenover het paleis is het vanavond extra druk door mensen die offers brengen. Daar is ook traditionele muziek. Dinsdag 24 januari. We ontbijten bij Dara Reang Sey ($6). Ik heb een kaasomelet, thee en bestel nog een fruitsalade voor ons beiden. Weiwei heeft een lokale noedelsoep die ze aan de straatkant maken. We halen verse lekkernijen bij de ABC bakery. De eigenaar van Europe Guesthouse regelt weer een tuk tuk voor een dollar naar het busstation. De bus van tien uur vertrekt om 10.07. Weiwei slaapt onderweg vrij veel. Met haar hoofd een beetje naar achteren en een openvallende mond. Ik heb toestemming gekregen om haar mond dicht te duwen, maar durf dat toch niet aan. Wel maak ik er een foto van. Tijdens de lunch- pauze koopt ze een vers geschilde mango. De gefrituurde spinnen zijn ook niks voor haar. Siem Reap Na nog een korte plas- en rookpauze zijn we uiteindelijk bijna zes uur onderweg. Dat betekent dat er geen tijd meer is om voor donker een fiets te huren en langs de rivier te toeren. Dat kan dan hopelijk later deze week. Weiwei merkt dat ik opgewonden ben en me gedraag alsof ik thuiskom. De tuk tuks bij het Sorya busstation zijn enigs- zins gereguleerd.  We spreken met onze chauffeur Walter (www.angkortuktukservice.com) af dat hij morgen een grand tempel tour van zonsopgang tot zonsonder- gang verzorgt. Voor $25. Een kleine tour is $15, maar Weiwei wil ook naar de verder gelegen Banteay Srey. Helaas is de bakker deze dagen gesloten. Dus kopen we in een supermarkt een zak met koekjes voor het ontbijt en gaan vroeg naar bed. Angkor Tempels Woensdag 25 januari. Om vijf uur gaat de wekker. En dat is niet zo lekker. Om half zes stappen we in de tuk tuk. Er staat vrij veel wind, dat maakt het extra fris. Ik houd een tas voor mijn borstkas. De entree voor een dag is $20. De foto op het pasje voor Weiwei is goed gelukt, bij mij niet, vaak is het zo dat ik zelf de beste foto´s van mezelf kan maken. Het is al druk bij Angkor Wat. We lopen naar de vijver voor de tempel. De lucht kleurt een beetje rood, maar helaas is er wat bewolking. Er zijn al veel mensen die ook op de zonsopgang wachten. Pas wanneer we weglopen zien we de zon. Dit brengt enige op- winding teweeg, maar valt toch tegen. We lopen terug naar de tuk tuk en gaan eerst naar de verder gelegen Banteay Srey. Het is nog steeds fris, maar de lucht begint warmer te worden door de opkomende zon. Ook bij deze tempel is het al druk. Dat valt volgens mij vooral te wijten aan de Chinese vakantieweek. Volgens onze tuk tuk neemt het aantal Chinezen alleen maar toe en komen ze het hele jaar door. De tempel is niet zo groot. Wel is er een nette toilet. We eten wat koekjes en laten ons dan naar Easter Mebon rijden. Deze tempel is veel rustiger. Op de hoekpunten staan beelden van olifanten. Daarna rijden we naar Sra Srang. Een plateau tegenover de Banteay Kdei Tempel net voor het enorme zwembad van de koning, beter te omschrijven als een kunstmatig meer. Volgens onze tuk tuk is het zo groot omdat hij heel veel vrouwen had. De verkoopsters bij het meer zijn een beetje agressief omdat ze -terecht- bang zijn dat we elders gaan drinken. Het is inmiddels al half één en we hebben nog wat tempels te gaan. Daarna bezoeken we de Ta Prohm Tempel, die bij het grote publiek vooral bekend is geworden doordat hier opnames zijn gemaakt van de Tombraider film. Daar is het dan ook enorm druk. Ten opzichte van 2009 zijn er meer houten loopbruggen aangelegd. En er is een gerestaureerde galerij open. Een andere deel is nu gesloten. De tempel maakt een beter indruk op me dan de vorige keer, maar behoort nog steeds niet tot mijn favorieten. Weiwei gaat onderuit wanneer ze op een trap uitglijdt, op haar bibs, door zand op treden. Ik had dichter bij haar moeten blijven zodat ik haar kon opvangen, of tenminste moeten waarschuwen want ik gleed ook al een beetje met mijn schoenen. We lunchen in de buurt van het ´zwembad´ in een vrij duur restaurantje ($13) op de eerste verdieping. Elk een bananenshake en rijst met garnalen en kip. Ik heb nog een blikje sprite, maar daar moet ik lang op wachten. Weiwei legt haar hoofd even op de tafel om te rusten. Echt tijd voor rust hebben we niet, want we gaan door naar de terrassen van Angkor Thom. Eerst over een brug en door een poort. Bij de terrassen is het verrassend rustig. We lopen tussen het terras van de 'Lepper King' en over het Olifantenterras naar het paleis. Daar kunnen we niet in omdat we korte broeken dragen, maar het is ook mooi om in de schaduw door het bos rond het imposante rotsgebouw te lopen. Regelmatig nemen we een korte pauze en drinken wat water. Onze tuk tuk had ook nog twee flesjes voor ons mee. Het is slechts een klein stukje lopen naar de Bayon Tempel. In 2009 begon ik hier. Ik weet de plekken nog waar veel details op de muren te zien zijn. We lopen daarna naar boven. Weiwei luistert mee met een chineestalige gids. Bayon is vooral bekend vanwege de torens met in vier windrichtingen een kop. Net als in 2009 zijn er op een hogere verdiepingen een groepje jongeren in kostuums uit de Angkor tijd die een Apsara voorstelling geven en poseren. Ik ben zo vriendelijk om een dollar te betalen, terwijl andere bezoekers zich daar a dan niet wetend niks van aantrek- ken en foto´s maken. We gaan terug naar Angkor Wat om die nu wat uitgebreider te bekijken en daar ook tot zonsondergang te blijven. Ik weet dat Angkor Wat aardig wat tijd neemt en toch wel de belangrijkste tempel is. Bij het parkeerter- rein voor de tuk tuk koopt Weiwei twee waterijsjes. We zitten eerst aan de rand van de 190 meter brede grachten. Het fotolicht begint steeds beter te worden. Na de brug lopen we via de kleine ingang naast de hoofdpoort naar binnen. Eerst lopen we rond de tempel en bekijken de verhalen die worden uitge- beeld in de galerijen. Aan de achterkant gaan we naar binnen, en na halve rond de binnenkant te zijn gegaan nog een verdieping hoger. Ik vind nu minder apsara-danseresjes op de muren dan ik me kan herinneren van 2009. We zitten een tijdje in de schaduw op grote brokken steen en blijven daarna aan de galerij aan de voorkant in de zon zitten. Gelukkig heeft Weiwei nog snoepjes mee. Net voor het donker lopen we terug naar de tuk tuk. Net als vele andere bezoekers verlaten we de tempels. We zijn zeer tevreden met wat we in deze lange dag hebben kunnen zien. Ondanks de drukte. We laten ons bij de Old Market afzetten en gaan bij Cool Corner eten: pasta, vis, shakes en lemon juice voor $10.75. Weiwei gaat op de kamer eerst even rusten terwijl ik mijn was van de afgelopen vier dagen doe. Donderdag 26 januari. We hebben afgesproken om negen uur te vertrekken, maar zijn iets later omdat we eerst balpennen en ballen kopen bij een winkel waar ik de vorige keer schoolspullen heb gehaald. Eerst kopen we een tas voor $3 bij Bloom om de spullen te kunnen dragen. Voor 5 keer 48 pennen betalen we $15. En $5 voor 10 ballen bij de buren. Het is nu warmer dan gisteren. Toen ik vanmorgen wakker werd had ik een beetje last van mijn keel en één vol neusgat Maar een flink ontbijt met een Chinees gemberdrankje en een douche heeft wonderen gedaan. Walter staat al te wachten wanneer we terugkeren bij het hotel. Hij moet nog even wachten. Om kwart over negen vertrekken we. Wanneer hij ziet dat we ballen meenemen, is hij zo vrij om één voor zijn dochtertje van twee en een half te vragen. Ik heb hem gisteren toen we afscheid namen naar haar leeftijd gevraagd, en speelde al met de gedachte om iets voor haar mee te brengen. Maar de tijd gaat vaak zo snel om dat soort dingetjes te regelen. Kompong Phluk De route naar Kompong Phluk loopt eerst een stuk via de drukke nationale weg richting Phnom Penh. Daarna volgt een redelijke, maar smalle asfaltweg, die overgaat in een zandpad met af en toe dips. De entree is maar liefst $20 per persoon. Ik overtuig een stel uit Oost-Europa dat dit dorp het geld waard is. Walter rijdt bijna in het water wanneer er een tuk tuk van de andere kant komt. Wij springen er snel af. Het is inmiddels half elf. Op basis van een lijst wordt een jongen aangewezen die ons met zijn boot naar het dorp brengt. Dat doet hij zeer rustig. Hij ziet dat we spullen hebben meegebracht voor de school. Bij de tempel worden we net als de vorige keren opgewacht door een groep vrouwen en meisjes die aardig Engels spreken. We bezoeken de school. Het is elf uur en van de klassen die gevuld waren eindigt de les net. De pennen voor oudere leerlingen laten we bij een jonge leraar achter want er zijn alleen kleintjes en die heb- ben weinig aan pennen. De snoepjes vinden gretig aftrek. We geven de ballen met de toevoeging dat ze die moeten delen, maar niet iedereen heeft daar begrip voor. Ik vraag of de kinderen een liedje voor ons willen zingen. Dat vond ik de vorige keer al zo mooi. We lopen een stuk tussen de paalhuizen in de richting van het meer. Aan de andere kant van de huizen liggen boten van de vissersfamilies in het water. In het dorp zien we meisjes bingo spelen. Naast de steentjes met nummers gebruiken ze daar zand voor. Bij een ander huis is tot mijn verbazing een computer. Daar zit een plaatje van Hello Kitty op ;-) De boot brengt ons naar een drijvend restaurant verderop. Daar zijn er dit keer meer van dan ik me kan herinneren. Bij beide vorige bezoeken lag er alleen een restaurant onderaan de trap bij de tempel. Ik heb pannenkoek met ananas en thee. Weiwei gebakken rijst met vis ($7.5). Daarna laten we ons voor $5 per persoon op een klein peddelbootje tussen de bomen varen. Een heerlijke ervaring. Zo rustig en fluitende vogels. Daarna brengt onze grote boot ons nog een klein stukje op het meer. Een enorm meer. Om drie uur stappen we weer op de tuk tuk voor de terugweg en een uur later zijn we in Siem Reap. We rusten even en kopen op de Old Market voor $2 per stuk T-shirts voor mijn neefjes en nichtje. Uiteraard beginnen ze met vijf of zes dollar te vragen. ´s Avonds eten we bij Cool Corner: Fish amok, soep, mango shake en lemon juice voor $10. Daarna nemen we een Khmer massage bij mijn vaste plek voor massages. Narin (27) doet mij. En een jongere collega neemt Weiwei onder handen. Ze beginnen met de voeten en benen en eindigen met een hoofdmassage van achteren. De meiden hebben veel plezier, nog meer wanneer een andere cliënt begint te snurken. Wanneer Narin ontdekt dat ik onder mijn voeten gevoelig ben, gaat ze me daar bewust daar nog een paar keer plagen. Vrijdag 27 januari. Na een rustig ontbijt huren we elk een fiets bij mijn vaste verhuurder en leggen mijn favoriete route langs de rivier af. De eerst brug bij een dam is afgesloten, dus moeten we een brug verder nemen om het water over te steken. We eten een knapperige wafel, al ben ik wat huiverig voor straateten. Ik herken kinderen waar ik bal- lonnen heb gebracht net als anderen krijgen ze weer ballonnen. Bij één van de scholen worden kinderen opgehaald. Weiwei helpt mee om vijf kleintjes op één motorbike te krijgen. Soms rijden ze met z´n tweeën op veel te grote fietsen.  We drinken wat bij meneer Long. Hij is ook nieuwsgierig naar Weiwei. Terwijl wij daar zitten, krijgt hij af en toe een klant. Iemand die een liter brandstof, een bus met gas, koekjes of een andere kleinigheid koopt. Het is een kleine onderneming. Hij wil weten hoeveel talen ik spreek. In welke landen ik ben geweest. Wat mijn camera kost. Hij vraagt zelf of ik zijn zoontje naar Nederland kan nemen. Niet letter- lijk, maar hij informeert indirect. Hij heeft een veel te rooskleurig beeld van de westerse wereld. Ik probeer hem dat uit te leggen. Hij kan jaloers zijn op mij, in wezen ben ik jaloers op hem. Op zijn ´simpele´ leven. Hij heeft een gezin, een dochter en een zoontje en volgens mij helemaal geen slecht leven. Er klinkt verbittering in zijn stem, maar dat lijkt me niet nodig.  Op het einde maken we mooie foto´s tussen de rijstvelden. Terug nemen we de hoofdweg, zodat we wat sneller zijn. Weiwei haar bibs begint zeer te zoen. We lunchen bij Cool Corner. Ik heb gebakken rijst met ananas en mangoshake. Daarna rusten we op de hotelkamer en pakt Weiwei haar bagage. Om vijf uur komt een vriend van Walter om ons met zijn tuk tuk naar het vliegveld te brengen. Visa versa kost dat $7. Enkele reis is een half uur. Ik heb inmiddels $5 bijeen gezucht... Onderweg naar het vliegveld halen we andere tuk tuks in met Chinezen aan boord. Weiwei is ruim op tijd voor haar vlucht. Het is jammer dat ze maar zo kort kon blijven, maar we hebben een hele mooie tijd gehad. De tijd ging snel, maar ik ben zeer verheugd dat ik Weiwei deelgenoot heb kunnen maken van mijn liefde voor dit land en de mensen. We hebben een prachtige tijd gehad. Ik eet bij Cool Corner. Aan de tafel tegenover mij zit een oudere man. Hij lijkt deze plek te kennen, maar ik heb hem nog niet eerder gezien. Even later spreekt hij me aan. Het is een Schot. Zijn naam is Colin. Hij woont hier regelmatig en geeft gratis Engelse les. Hij zit 's avonds graag in de Laundry Bar om de hoek. Volgens hem kunnen de kinderen vanaf zes jaar twee a drie uur per dag gratis naar school, maar dan leren ze voornamelijk Khmer lezen en schrijven. Voor andere lessen moeten ze een andere dagdeel naar een betaalde school. Zaterdag 28 januari. Na het ontbijt was ik onder andere een lange broek die ik in Thailand droeg en en op de terugweg in het vliegtuig wil dragen. Daarna loop ik naar Cool Corner en selecteer foto´s van de afgelopen negen dagen met een mangoshake binnen lipbereik. Voor de lunch neem ik een pannenkoek met ananas en honing. Die is hier ver- rukkelijk! Daarna nog een lemon juice. Ook die bevalt me erg goed. Het is voorspelbaar wat ik aan drinken bestel. Ik pauzeer lang op mijn kamer en wanneer ik daarna over de hoofdstraat loop, ontdek ik het restaurant Loft, waar Thida van vijf tot tien werkt. Dat blijkt het voormalige Dead Fish te zijn, een ongewoon restaurant met een soort van vogelnesten met zitjes en podiums. De nieuwe eigenaar is een Chinese die hier al jaren woont. Door de witte muren lijkt het nu netter. Helaas zijn de gerechten vrij prijzig. Thida is blij mij weer te zien. We praten bij. Omdat ze moet werken, loop ik na enkele minuten door en raak bij een Khmer-China ziekenhuis- je in gesprek met verpleegsters die spelletjes spelen op een computer en in een schommelstoel zitten. Het ziekenhuis heeft Chinese artsen in dienst. Eén van de verpleegster is haar familie in Phnom Penh ontvlucht omdat ze een oude en rijke Chinese fabriekseigenaar moest trouwen. Ze is 27. Hier draait ze nachtdiensten van zeven tot zeven! Daarnaast studeert ze nog. Ze leert ook Chinees. Er lijkt tijdens het werk veel tijd te zijn om dat te doen. Ik zal haar naam achterwege laten, voor het geval haar familie haar via mijn site op het spoor kan komen.   Ik dineer bij Cool Corner: vis met gember en lemon juice. Uit voorzorg voor mijn keel, lijkt me een maaltijd met gember wel goed. Ik haal een ouder Brits echtpaar over om hier te komen eten. Zij is in Hong Kong geboren, maar op haar tweede naar Engeland getrokken. Haar man heeft later in Hong Kong als militair gediend. Ze hebben al wat ervaringen in Azië en zijn ook twee keer in het vaste land van China geweest. Vooral de vrouw is zeer vriendelijk en spraakzaam. Ze nemen op mijn aanraden na een biertje elk een lemon juice. Na haar werk loopt Thida nog even met me mee over de nieuwe ´night market´. Ze koopt een jurkje. Sober en eenvoudig. Niet zo mooi, maar ze heeft een andere smaak dan de verkoopster en ik. Zondag 29 januari. Ik ben begonnen om mijn bagage te herschikken. Een oud wit en een zwart T-shirt gaan in de vuilnisemmer. Ik moet de Hermansboeken mee terugnemen en ben bang dat ik boven de 20 kilo uit kom, dus voor ik hier vertrek zal ik nog meer mijn best moeten doen. De vijf kledinghangers uit Thailand laat ik hier achter. De jongen die het ontbijt serveert krijgt twee schrijfblokjes van mij. Die heb ik nauwelijks gebruikt, omdat ik in tegenstelling tot voorgaande reizen meestal notities op mijn mobiel maak of de verslagen snel op mijn netbook bijwerk. Hij is er zeer content mee: I need that! Dan laat ik nog wat foto´s afdrukken. Onder andere van het massage- meisje Narin. Die is daar blij mee, maar ze is altijd vrolijk. Ze heeft een Ierse vriend. Hij komt hier binnenkort. Ik eet bief lok lak met thee bij The Only One ($6). Na een pauze op mijn kamer neem ik een kijkje bij Thida en koop dan twee paar slippers voor de ver- pleegster uit Phnom Penh. Gisteren zag ik dat ze een versleten paar met stoffen hondjes erop had. Ik kies een paar met aardbeien en een hipper/steviger paar. Ik geef haar ook een setje van de klompjes uit Nederland. Daar had ik nog twee van over. Daarna eet ik bij Cool Corner: het tweede Khmer menu set, een com- binatie van diverse Khmergerechten in blad geserveerd ($6). Een beetje veel voor één persoon, maar weer overheerlijk. Samen met een mangoshake en lemon juice ben ik $8,5 kwijt. De Deense meisjes van gisteren zijn er ook weer en even later komt het oude Britse echt- paar weer. Ik bewonder het dat ze nog dit soort reizen ondernemen. Volgend jaar gaat ze naar haar broer in Australië. Die wil ze -maar- één keer per jaar zien. Ze zijn overvriendelijk. Vandaag hebben ze Banteay Srey bezocht. De vorige keer aan het einde van de middag. Vandaag eerder op de dag vanwege het fotolicht. Hij loopt net als ik ook vaak met twee camera's. Dit is niet zomaar een echtpaar. Ze zijn ondernemend en hebben een grote algemene kennis. Maandag 30 januari. Bij de massagesalon praat ik even met de meiden. Dit keer zit er een oudere man uit Gold Coast, Australië. Hij is net gearriveerd en wacht tot zijn kamer om elf uur beschikbaar is. Hij gaat net als Colin voor niks Engelse les geven. Hij kent deze salon. Minstens twee van de meiden zijn getrouwd. Eén van hen is op dit moment zwanger en ze stopt over twee maanden met haar werk om voor haar moeder te zorgen. Ik wissel wat ervaringen uit met de vriendelijke man uit Australië. Ik geniet een lange lunch bij The Only One. Er zijn veel Franse gasten. Gezichten die ik eerder heb gezien. Ik heb een matige omelet met salade en een pot thee ($5). Daarna neem ik een mangoshake bij de buren, bij Cool Corner. De serveersters glimlachen hier altijd, maar blijven heel bescheiden. Ik koop voor $3 enkele ballen in verschillende maten op de Old Market. En zonder een dutje te doen huur ik vrij laat nog een fiets om bij enkele bekende plekken langs de rivier ballen af te geven. Bij de laatste familie aan de rechterkant geef ik ook de stoffen tas die ik van het hotel in Yogyakarta heb gekregen. De vader geeft een dochter opdracht om mij een flesje water te geven. Ik geniet van een laatste ritje langs de rivier en geef bij een andere familie ballonnen. Een heel mooi meisje heeft een grote kale plek op haar hoofd. Ik durf niet te vragen waarom dat zo is. De familie is vriendelijk. Ze zijn het avondeten aan het voorbereiden. Ik mag mee-eten, maar sla dat af. Dan krijg ik telefoon van Saerey. Ze is net teruggekomen uit Vietnam, maar is niet echt fit. Wanneer ze zich beter voelt, dan kunnen we elkaar wellicht ontmoeten. Vervolgens krijg ik een telefoontje van Sophorn. Die wenst me een goede terugreis. Even later krijg ik telefoon van Thida. Ze heeft vandaag vrij genomen en vraagt of ik vanavond naar wat wil rondlopen, zoals we een paar keer eerder hebben gedaan. Maar ik zeg dat ik misschien een vriendin ontmoet. Na het avondeten hoop ik haar meer duidelijkheid te kunnen geven. Ik ontmoet Thida bij haar huis. Ze staat toevallig net voor haar ouderlijke huis. Ze verbaast zich er steeds over dat ik Cambodjanen zo mooi vind. Bij meneer Long vinden ze mijn huidskleur mooi, terwijl ik zeg dat een kleurtje er veel gezonder uit ziet. Omdat het al laat is, rijd ik via de grotere weg aan de andere kant van de rivier terug naar Siem Reap. Langs deze weg zijn ook taalscholen en organisaties die weeskinderen opvangen. De weg krijgt een nieuwe asfaltlaag en is inmiddels minder stoffig dan in het begin van de maand.  Voor het eten loop ik nog even bij de verpleegsters van het ziekenhuis langs. Ze hebben net een cliënt. Een blanke man. Het meisje uit Phnom Penh moppert dat blanke mannen in Thailand seks zonder condoom hebben. Indirect weet ik nu waarom die man hier is. Hij heeft gonorroe opge- lopen. Hij krijgt een recept mee en ze sturen hem in de richting van een pharmacy. Ik eet gebakken rijst met kip (nasi) bij Cool Corner. Aan de tafel naast de mijne komt een jonge vent uit Noorwegen zitten. Hij heeft nog twee dagen en vraagt me wat hij in die tijd kan doen. Ik raad hem uiteraard aan om een fiets te huren. Hij gaat nog naar het noorden van Vietnam. De serveerster haar man blijkt de kok te zijn van een guesthouse met een Nederlandse eigenaar. Ik ken dat guesthouse van internet. Het ligt buiten Siem Reap. Ze zijn nieuwsgierig naar mij. Boven het ter- rasjes hangen vlaggen. De eerste is de Nederlandse. Hij zegt dat het moeilijk was om aan zo´n vlag in dit formaat te komen. Een Nederlander heeft ´m meegebracht. Ik vertel dat ik in April terug kom. Dinsdag 31 januari. Bij het ontbijt neem ik afscheid van de jongen die altijd bedient. Hij is drieëntwintig en volgt een avondstudie. Hij hoopt een betere baan te kunnen krijgen. De laatste ballonnen laat ik achter voor de kinderen van de massagemeisjes en hun familie. Ze vechten er zelfs om :-) Ze noemen ze "plom pain pain". Bij de bakker koop ik iets voor onderweg op het vliegveld. Ik houd een lange lunch ($6,25) met mijn netbook bij Cool Corner en laad de foto's van de laatste dagen naar mijn website. Ik eet gebak- ken rijst met ananas, beginnend met een mangoshake en ik eindig met twee glazen lemon juice. De laatste keer, want thuis drink ik dat nooit. Bij The Only One is het nu erg rustig. Rond één uur komt het kleintje even bij me praten. Ze doet een universitaire studie accounting van vier jaar en wil graag bij een bank werken. Ik hoop dat dat lukt. Bij haar is het zo dat ze bijna nooit iets in één keer begrijp. Niet de meest snuggere om een gesprek mee te voeren. Maar wel een heel lief en mooi meisje. Pas tegen half drie krijg ik telefoon van Saerey. Ze verontschuldigt zich dat ze niet kon. Maar haar kennissen uit Frankrijk zijn nog hier. Die gaat ze morgen naar Bangkok terugbrengen. Ik zeg dat ik rond het Khmer nieuwjaar een paar dagen terugkom. Ze zegt dat ze dan een cadeautje van mij wil. Ik heb geen idee wat ik moet geven. Om half drie loop ik terug naar mijn hotel en neem ik een tuk tuk voor $5 (zonder af te dingen) naar het vliegveld. Het is een jonge en bescheiden vent die niet veel ervaring lijkt te hebben met buiten- landers. De rij voor het inchecken is klein. Mijn koffer weegt 19 kilo. Ik heb ook nog de douche- en shampooflessen weggegooid. Ik was bang dat ik boven de 20 kilo zou uitkomen en had uit voorzorg al drie reis- gidsen in mijn fotorugzak gedaan. In Singapore kan ik dus weer wat terugstoppen. Ook bij het verlaten van het land worden vingerafdrukken gemaakt. Door slecht weer elders, hebben diverse vluchten vertraging, maar voor mijn vlucht valt dat mee. De piloten van Jetstar zijn niet de jongsten meer. Misschien freelancers die ooit voor Qantas of Singapore Airlines hebben gewerkt. Eerst moeten we naar Phnom Penh. Daar krijgen we een transitpas en moet de handbagage weer door een scanner. Er is tijd genoeg om even naar het toilet te gaan en eventueel wat drinken en eten te kopen. Ik heb een kokosbroodje en een muffin bij me. Een deel van de passagiers blijft hier, maar het toestel raakt weer weer vol door nieuwe passagiers. Ik krijg kauwgom van een jonge vent naast me. Hij heeft mooie foto's gemaakt met zijn iPhone. Ik heb dit keer niet zo heel veel aandacht aan de foto's besteed, maar meer dan ooit genoten van Cambodja. Het enige wat nog ontbrak waren de avondritjes met een motorbike of tuk tuk met de (voormalige) meiden van The Only One. Daar heb ik mooie herinneringen aan. Zowel Ratanak als Saerey hadden weinig tijd voor mij. Terwijl ik dit keer meer tijd had. Maar ik heb nieuwe contacten gemaakt, een prachtige tijd gehad met Weiwei, en me geen moment verveeld. Het is er niet van gekomen om met Weiwei naar het Noord-Koreaanse restaurant te gaan, maar dat heeft verder weinig met Cambodja te maken. Ik dub nog wel eens over wat ik soms kan geven. De man in de rolstoel bij het River Star hotel zou best ander werk kunnen doen, in plaats van boeken te verkopen. En hij ziet er niet uitgehongerd uit. En de jongens in Siem Reap die steeds met hun gelikte praatjes en twee boeken langskomen, mopperend dat ze honger hebben. Op de één of andere manier heb ik daar wel genoeg van. Ik geef liever iets aan de families die langs de rivier wonen, of aan mijn lokale vrienden. Ik voel me thuis in Cambodja. De hotels en guesthouses zijn vaak zeer goed. Het vervoer is makkelijk geregeld en zeer betaalbaar, het eten meer dan uitstekend. Sinds Indonesië heb ik de gewoonte om wanneer iemand vraagt waar ik vandaan kom, te zeggen: "The Moon". Dat levert vaak leuke reacties op en vervolgens veel ontspannen gelach tijdens gesprekjes. De tuk tuk en motorbikes ben ik vaak voor door te roepen: "Hello, where do you come from, need a tuk tuk?" En verkoopsters van kraampjes: " Want to buy something, T-shirt sir, very cheap!" Het kan vervelend zijn, dat gezeur aan je hoofd, maar het hoort er allemaal bij. Tot ziens Cambodja! Singapore Met enige vertraging landen we in Singapore. Een mooie plek om te landen, met een verlichte stad en schepen op zee. Ik ben snel door de douane, die formaliteiten stellen hier weinig voor, maar de bagage laat even op zich wachten. Ik heb heel snel een taxi. Voor S$ 20 brengt die me naar mijn hotel. De kamer is uitstekend. Ik heb voor het eerst sinds lange tijd een waterkoker en ga vanavond niet meer naar buiten. Het is inmiddels tien uur geweest. Een uur later dan in Cambodja. Wat is het lang geleden dat ik toiletpapier door kon spoelen... Ik skype nog even met Weiwei en ga dan slapen. Woensdag 1 februari. In de nacht word ik badend in het zweet wakker. Ik voelde me gisteravond al niet zo goed. Pijn in mijn heupen en ik ben met een ibuprofen in slaap gevallen. Na een douche en een schoon T-shirt slaap ik verder op de andere helft van het bed. En blijf wat langer op mijn kamer tot ik trek begin te krijgen. Ik loop Geylang Road af en koop wat cakejes en bezoek dan het Rochor Beancurd House. Het meisje van de bediening herkent mij onmiddellijk. Ik vraag hoe de trouwerij was en zij is nieuwsgierig naar mijn reizen. Eén van de meisjes van het personeel komt uit Myanmar. Volgens hun is het vrij eenvoudig om voor mensen uit dat land en uit de Filipijnen hier te komen om te werken. Die hebben een goede reputatie. Ze raden me aan om naar Myanmar te gaan. Ik begin daar ook steeds meer voor te voelen. In River Star heb ik foto's gezien van een jonge Engelsman die daar net was geweest. Ik krijg twee mandarijnen mee. Dat is een traditie van Chinezen bij het Nieuwjaar en brengt geluk. Aan het einde van de middag neem ik de MRT naar Bugis. Singapore is zo modern en schoon. De gezichten van de mensen zien er minder vrolijk en ontspannen uit dan in Cambodja. Ik zie bijna nergens kinderen. Het straat- leven is eigenlijk alleen 's avonds interessant. Bij de Subway onder het Raffles ziekenhuis eet ik een foot long met chicken breast (S$8,80) en in Bugis Street haal ik drinken. Ik laat me weer kort masseren in de massage- salon onder het Landmark Hotel en neem dan de MRT terug zodat ik voor het slapen gaan nog met Weiwei kan skypen. Donderdag 2 februari. De laatste dag in Singapore. Net voor middernacht gaat mijn vlucht met Lufhansa naar München. Ik blijf lang op mijn kamer en eet de mandarijntjes en druiven. Voor de lunch ga ik weer naar het beancurd house. In het begin van de middag regent het. Mijn avondeten haal ik bij Bread Talk bij het MRT station, want in het vliegtuig krijg ik wel weer warm eten. Om acht uur ben ik weer op mijn kamer om te douchen en voor het eerst sinds lange tijd een lange broek aan te trekken en nog even te skypen met Weiwei. Ze heeft me vandaag ook gemaild.  Even na negenen check ik uit en heb in de straat van mijn hotel al snel een taxi (S$ 17) naar het vliegveld. Naar Terminal 2. Het inchecken en de douane gaan zeer vlot, waardoor ik nog ruim tijd heb op het ontspannen vliegveld van Singapore. De koffer weegt nu 19,4 kilo. Maar ik bedenk me dat de bagage nu 23 kilo mag zijn, die 20 geldt voor de budgetmaatschap- pijen en veel binnenlandse vluchten in Azië. Ik heb iets meer dan S$ 7 overgehouden. Die wil ik bewaren voor april om wat te drinken kunnen kopen. Ik stuur nog een mail naar Weiwei en een sms naar mijn ouders. Rond half twaalf begint het boarden aan Gate 4 van de enorme Airbus A380. In het midden blijven vrij veel lege plekken over. Naast mij zit een sympathieke jonge Duitser die vijf weken in Nieuw Zeeland is geweest. Hij heeft al acht uur vliegen achter de rug. En nog vijf uur overstaptijd. Ik draag een singlet, T-shirt en wanneer het koeler begint te worden nog een shirt met lange mouwen. De kip en groente zijn niet zo smaakvol. Het eten van Lufthansa valt me dit keer een beetje tegen. Het entertain- mentsysteem met touchscreen is ook niet zo'n succes. Ik probeer vooral veel te rusten, maar heb regelmatig last van maagkrampen. In het begin zijn er bovendien langdurige periodes met turbulentie. Niet heftig, maar wel storend. München Om vijf voor zes landt het toestel op het vliegveld van München. Volgens de piloot is het minus veertien graden! Er ligt geen sneeuw op de baan. De lucht is helder. Terminal 2 lijkt vrij nieuw. Ik ben hier nog niet eerder geweest. Bij de controle naar de gates voor aansluitende vluchten moet ik mijn fotocamera uit de tas halen. De beambte wil door de zoeker kijken en ik moet een recente foto laten zien. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt! Bij de gates is gratis warm drinken, aangeboden door Lufthansa. Ik kan even bijkomen van de lange vlucht en tegen half negen boarden voor nog bijna anderhalf uur naar Schiphol. Wanneer ik net als een twintigtal andere passagiers in de vliegveldbus sta, inmiddels met een jasje, want het is berekoud, gelukkig schijnt de zon, blijkt dat er een probleem is met het toestel. We moeten eerst tien minuten in de bus wachten, maar mogen dan terug naar de hal, want het gaat langer duren. Na nog een paar omroepberichten blijkt dat we een ander toestel krijgen en er op een later tijdstip een nieuwe boardingtijd wordt omgeroepen. Met de overdracht van bagage gaat dat nog wel even duren, denk ik dan. Eén van de andere passagiers weet te melden dat het in Amsterdam sneeuwt. De omroepster meldt dat er nog geen nieuw toestel is gekozen en veront- schuldigt zich voor het ongemak. De mondige passagier suggereert dat ze dan wel iets aan kunnen bieden. Even later blijkt de vlucht te zijn ge- annuleerd. We kunnen die omboeken via Frankfurt. Dus rent het groepje wachtenden naar de customer service van Lufthansa. De nieuwe vluchten worden: LH 107, MUC - FRA 10.35 - 11.00 Gate G16 LH 992, FRA - AMS 12.35 - 13.45 Gate B13 Om 10.35 gaat de eerste vlucht naar Frankfurt. Dat is al snel. Het toestel zit bijna vol, ik heb een stoel op de laatste rijd. Het echtpaar met het grappige jochie stapt als laatste in. Ik zag hun in Singapore bij het boarden. Ze komen uit Jakarta. Er is ook een groep Fransen die vanuit Marseille via München naar Amsterdam willen. Frankfurt Met enige vertraging landen we in Frankfurt. De gate was nog bezet door een ander toestel. We moeten overstappen van de A-vleugel naar Gate B13. Daar heb ik opnieuw vertraging doordat de boardingkaarten van de Indonesiërs en andere Aziaten niet in orde lijkt te zijn. Op een gegeven moment laten ze mij eerst door, maar de bus onderaan de gate blijft wachten op de Aziaten. We komen als laatsten aan board van een behoorlijk vol toestel. Ik zit nu op de één na laatste rij. De gezagsvoerder heeft de teleurstellende mededeling dat Schiphol vanaf één uur vanmiddag door sneeuwval tijdelijk gesloten is. Om twee uur is de ergste sneeuwval voorbij en kan worden geruimd. Slechts één baan! Typisch Nederland. Ik vermoed dat andere luchthavens bij sneeuw- val veel sneller opereren. Vluchten die nog in de planning staan, kunnen doorgang vinden. Onze vlucht krijgt nu een vertrektijd van 15.15. De stewardessen brengen water en vruchtensap rond. We moeten bijna twee uur wachten, maar het is wel de bedoeling dat we vertrekken. Mensen die alleen handbagage hebben en het willen, krijgen toestemming om het toestel verlaten. Er staat al een bus gereed. Dat levert ook wat ruimte en lucht op. Om drie uur kunnen we al vertrekken. Het is in Frankfurt net als in München schitterend winterweer, koud maar zeer zonnig. Heerlijk vliegweer, aldus de piloot. Dat is anders wanneer we boven Nederland door de bewolking zakken. Overal een grijze lucht en het hele land ligt onder een witte deken. De landing is een beetje spannend, maar geslaagd. Er zijn zelfs mensen die klappen. Volgens de piloot is het minus vijf graden. Schiphol Wanneer we naast de B-vleugel staan, komt de teleurstellende mededeling dat de plek voor het vliegtuig nog sneeuwvrij gemaakt moet worden. Even later dat die actie wel op een lijst staat, maar we nog wel even moeten wachten voor we aan de beurt zijn. Naast mij zit een vrouw uit Ierland die in Bosnië voor een Europese mensenrechtenorganisatie werkt. Ze gaat dit weekend naar Den Haag, naar vrienden. Ze vertelt over de corruptie in Bosnië en de deprimerende houding van de mensen. Haar contract eindigt in april en ze hoopt ergens anders te kunnen gaan werken. Uiteindelijk zitten we zo ook nog ruim drie kwartier in het toestel. Op een gegeven moment mogen mensen die het echt niet meer kunnen volhouden, opstaan en naar het toilet. Normaal gezien mag je pas aan de gate weer je stoelriem los maken. De gangen op Schiphol zijn overvol met mensen die wachten op hun ver- traagde vlucht of in een rij staan om hun geannuleerde vlucht om te b oeken. Ik heb verrassend snel mijn koffer. Daar haal ik mijn trainings- jackje uit. Ik draag nu een zomerse lange broek, een singlet, T-shirt, shirt met lange mouwen, trainingsjackje en een dun blauw regenjasje. Dat moet voldoende zijn. De informatieschermen voor de treinen zijn bijna allemaal leeg. Ik neem de roltrap naar beneden. Er rijden geen treinen in de richting van Utrecht, maar er komt net wel een Fyra die naar Amsterdam Centraal gaat. Ik hoop daar de Sprinter in de richting van Rotterdam te nemen, dus vraag ik aan de conductrice of ik mee mag. Dat mag! Naast mij zit een jonge vrouw met rode laarzen. Haar sjaal komt op mijn schouder. Ze verontschuldigt zich. Ik reageer door te zeggen dat ik helemaal niet op dit weer ben gekleed. We raken aan de praat. Ze heeft een buurman die uit Mongolië komt. Hij heeft haar en haar vriend uit- genodigd om in de zomer een huwelijk bij te wonen. Ik krijg chocolade- bonbons van haar. Net voor Amsterdam moeten we ruim een half uur stil- staan, volgens de conductrice omdat er maar een paar sporen en perons open zijn. Ik loop met mijn koffer via de tunnel direct naar spoor 4B en daar staat al een trein gereed richting Rotterdam. Die vertrekt om zeven uur, met een half uur vertraging. Ik ben al lang blij dat er tenminste nog een trein gaat, anders was ik in Amsterdam gestrand. Naast mij zit een vrouw uit Rotterdam die vanmorgen naar een congres in Groningen is gegaan en door de aangekondigde sneeuw al om twee uur van- middag weer aan haar terugreis is begonnen. Zij kon niet via Utrecht reizen en heeft net als ik een tijd voor Amsterdam Centraal stilgestaan. Aan de andere kant. Om 19.51 stap ik de trein uit en heb de mazzel dat er een taxi staat, want het is onbegonnen werk om mijn koffer - met kleine wieltjes - door de sneeuw te slepen. De taxi wacht eigenlijk op iemand anders, maar die is nog niet op komen dagen. Voor euro 8,80 word ik thuisgebracht. ** THE END ** Johan (3 maart 2012)