Vietnam (2012)
Vietnam was in 2009 mijn eerste meerweekse ervaring met een Aziatisch
land en ik heb daar zeer goede herinneringen aan. Na reizen door
andere Aziatische landen kan ik nog niet zeggen dat ik een absoluut
favoriet land heb, maar wel favoriete steden en regio´s. Veel van
die plekken hebben een blijvende aantrekkingskracht op mij. Zoals
de noordelijke helft van Vietnam tot Hoi An, zonder het zuiden tekort
te willen doen, want daar zou ik me ook prima kunnen vermaken.
Dit keer wil ik graag een gelijksoortige route afleggen als die van
2009, maar dan in een lager tempo en met Ninh Binh als toevoeging.
Daar heb ik mooie verslagen over gelezen en wil ik zeker een paar
dagen blijven. Van Halong Bay en Hue heb ik weinig foto's omdat het
geheugenkaartje van dat deel van de reis van 2009 defect is geraakt.
Een ramp voor iemand die veel waarde hecht aan foto's. En een
belangrijke reden om een paar plekken opnieuw te bezoeken.
Op 9 februari heb ik voor $20 op http://vietnamimmigration.org de
approval letter voor het Visum on Arrival aangevraagd. Inmiddels
heb ik overigens websites gevonden die dit voor minder doen zoals
http://www.cheapvietnamvisa.net/
De pdf had ik de volgende dag binnen. Tijdens de eerste week in
China heb ik de hotels voor Vietnam geboekt. Allemaal via agoda.com.
Criteria waren: minder dan $20, goede reviews en goede locaties.
Ik heb daar vrij veel tijd ingestoken. Alleen in Hoi An heb ik voor
iets luxer gekozen, iets meer dan $20.
Woensdag 14 maart. De stewardessen van Vietnam Airlines dragen weer
prachtige ao dai. Ik kies aal met rijst, daar komt een bakje salade
met thousand island dressing en een cheese cake bij. De vlucht duurt
circa drie en een half uur en loopt qua route via Wuhan en dan zuid-
westelijk via Nanning, waarna vanaf 36.000 feet kruishoogte de daling
wordt ingezet.
Hanoi
We landen in een donker Hanoi. Het is één uur eerder ten opzichte van
Beijing. Anders dan de vorige keer hoeft er geen arrival/departure
kaartje te worden ingevuld. Ik loop naar het Visa on Arrival loket en
lever mijn paspoort, Letter of Approval en ingevuld Application Form
met pasfoto in en krijg aan de andere kant voor $25 mijn paspoort met
visum terug. Dat ging snel. Ook de douane en bagage gaan vlot.
In de hal word ik door een jonge vent in een leren jack met een keurig
kapsel aangesproken. Hij vraagt of ik een taxi nodig ben. Ik loop eerst
naar een ATM en haal daar twee miljoen Vietnamese Dong uit. Hij vraagt
maar liefst VND 500.000. Dat is ongeveer $25. Ik loop naar buiten naar
de officiële taxirij, ook daar willen ze rond de $15. Even verderop
kan ik met een minibus mee voor VND 40.000, dat is $2. De rit gaat via
een aantal stops. De meeste Vietnamezen stappen onderweg uit.
Het busje eindigt in een rustige straat met allemaal geparkeerde taxi's.
Er staat al een metertaxi voor me gereed en ik stap zonder naar een
prijs te vragen in. Het is niet zo ver meer weet ik en ik neem aan dat
dit niet veel meer gaat kosten.
De meter loopt echter gigantisch op. Daar is vast mee geknoeid. Wanneer
we bij het hotel arriveren, zeg ik daar iets van. Maar de chauffeur
zijn gezichtsuitdrukking verandert niet. Dus dan maar VND 200.000 betalen.
Uiteindelijk toch nog vrij duur uit. De volgende keer dus nog beter op-
letten.
Ik check in het Camel City Hotel en krijg een plattegrondje mee, want
bij de receptie zijn ze bang dat ik verdwaal, maar ik ken de smalle
straatjes van Hanoi van twee vorige reizen en heb inmiddels wel her-
kenningspunten. Eén van de jonge mannen bij de receptie draagt mijn
koffer helemaal naar de vijfde verdieping. Er is geen lift. Ik probeer
met Skype contact te krijgen met Weiwei, maar die loop ik net mis.
Er is helaas geen waterkoker op mijn kamer. De kamer en het beddengoed
voelen vochtig aan. Terwijl het in Beijing juist zo droog was. Mijn
handwasjes willen ook niet drogen. De badkamervloer nog wel.
Ik ga naar buiten om drinken te halen. In de buurt van het hotel zit
Little Hanoi waar ik in 2009 het welkomstdiner met de groep uit
Nederland had. Het straatleven is nog altijd even boeiend. Ik loop
achter de markt langs en aan de voorkant zit ik even bij een jonge
moeder en een klein meisje. Ze verkoopt kleding langs de kant van de
weg. Ik zeg hello, what's your name. Het meisje heet Nifab.
Donderdag 15 maart. Ik begin met een prima ontbijt, dat inclusief is.
Brood met omelet, thee en lemon juice en een schaal met ananas en meloen.
Daar kan ik even op teren. Daarna werk ik even op mijn computer en heb
via QQ contact met Weiwei.
Rond elf uur verlaat ik mijn kamer. Richting het meer ontdek ik een
mini mart met vaste prijzen. Een zeldzaamheid.
Ik loop naar de Sint Josef Kathedraal. Achter de kathedraal ontdek ik
een paar interessante smalle straatjes. In deze buurt zijn ook meerdere
restaurants voor de westerse smaak. Ik raak in gesprek met een jonge
vrouw bij een laundry. Ze wil graag Engels oefenen en spreekt ook Duits.
Ze heeft een poging gedaan om naar Duitsland te gaan, maar het is haar
niet gelukt om een visum te krijgen. Ze heeft een dochtertje van bijna
drie. Ze heet Trang (uit te spreken als Tsjang).
Ze vertaalt wat de overburen van een vleeswinkeltje en een werkplaatsje
zeggen. Haar mooie en verlegen buurvrouw, Hanh (spreek uit als Haing),
komt bij ons. Ik leer dat ´sing´ pretty is. Ik wist nog dat ´dep´
beautiful betekent. Een fruitverkoopster met manden aan een bamboestok
komt voorbij. Ik zeg dat ik geen mes heb, maar Trang kan het wel voor
me schillen. Ik koop voor VND15.000 een peer.
Tegen het einde van de middag ga ik naar de Bong Seng Massagesalon in
het hotel waar ik bij de vorige bezoeken in verbleef. Het hotel is in
Spaanse handen, dat had ik al op internet ontdekt. Het heeft een
restyling ondergaan, een andere naam gekregen en is in prijs meer dan
verdubbeld. Maar de massagesalon is er nog steeds en weinig veranderd.
De dame bij de entree is nog hetzelfde. De uniformpjes zijn van een
dunnere stof en bijna wit. Ik neem zoals altijd het programma van
anderhalf uur met een stoomkamertje, bubbelbad en Thaise massage.
Voor VND 300.000. Het massagemeisje komt net als bij mijn vorige
bezoeken uit Saigon. Ze doet haar werk prima. Dit keer worden zelfs mijn
oren met wattenstaafjes schoongemaakt. Hadden we in Nederland maar
zoiets voor die prijs. Op de terugweg zie ik fitness dansen op een
plein tussen het drukke verkeer. Voor het slapen skype ik met Weiwei.
Vrijdag 16 maart. Tegen lunchtijd verlaat ik mijn kamer en word
onderweg overal afgeleid door het levendige straatleven en mooie
figuurtjes. Ik lunch bij een restaurant met een terras op de eerste
verdieping waar ik ook in 2009 en 2010 heb gegeten. Het eten is redelijk,
betaalbaar, maar vooral een mooie plek met zicht op straat.
Aan de overzijde staat een zeer smal pand. Het is in Vietnam vrij
gebruikelijk om smalle, hoge en diepe gebouwen te hebben. Ik heb nasi
met kip, lemon juice en Vietnamese thee (VND 45.000, 22.000, 12.000).
Bij het meer ga ik op zoek naar de boekenverkoopster van twee jaar
geleden. Maar andere verkopers zeggen dat ze hier niet meer is. Eén
zegt zelfs dat ze naar Saigon is. Ik kom wel weer een jonger meisje
tegen, zeer goed Engels sprekend en een beetje brutaal. Ze doet me
aan de jonge verkopers in Cambodja denken. Ze is nu veertien jaar,
maar herkent mij niet meer.
De Engelse naam van de jonge moeder van de laundry is Tulip. Ze wil
graag dat ik vaker langskom, wanneer ik tijd heb. Ze wil meer Engels
en Duits oefenen. Ik heb haar beloofd dat ik haar de volgende keer
een presentje zal brengen, ze krijgt een setje klompjes van me. Dit
keer heb ik ook groene mee. De vrienden van Weiwei die ik heb ontmoet
waren mannen en daar vond ik die klompjes niet zo geschikt voor.
Terug richting het meer kom ik door smalle straatjes waar veel
studenten langs de kant van de weg eten. Ik zie iets lekkers en
waag het erop: Chao, een soort van ragout met gefrituurd deeg en
gedroogd varkensvlees in sliertjes. Je moet dat mengen en kunt nog
kruiden toevoegen, maar ik wil eerst de pure smaak proeven. Het is
best lekker en kost VND 25.000. Ik eet weer in het restaurant waar
ik vanmiddag ook was. Een vegetarische pizza met Vietnamese thee
(60.000 en 12.000). In de buurt van het hotel koop ik voor VND 65000
een simkaart.
Voor het slapen skype ik weer even met Weiwei en het lukt ook met
het Vietnamese nummer met haar te sms'en. Ik stuur haar de link naar
het bijgewerkte plan van de reis met de hotels voor de komende weken.
Zaterdag 17 maart. Het is nat, maar niet koud. De regen is miezerig,
maar niet genoeg voor een regenjasje of paraplu. Even na negenen
check ik uit en ga met een taxi naar het busstation (VND 124.000).
Achter het busstation staat al een middelgrote bus klaar richting
Ninh Binh. Het duurt even voor we vertrekken, ze wachten namelijk
tot hij vol is, ook in het middenpad komen zitjes tussen de banken
geklemd, zodat er uiteindelijk zo'n 35 mensen in zitten, waaronder
twee assistenten van de chauffeur. Om tien uur is het dan eindelijk
zo ver.
De rit van ongeveer 90 kilometer duurt twee en een half uur met een
korte pauze en kost VND 75.000. Ik zit ergens achterin en door de
krapte heb ik zelfs mijn rugzak in de buurt van de chauffeur moeten
laten, daardoor heb ik verder niks bij me qua eten, drinken en papieren.
Overigens verwacht ik niet dat ze iets van mijn bagage stelen. Maar
misschien ben ik te naïef.
De wegen zijn wisselvallig: deels via een grote weg, matig op plekken
waar aan de weg wordt gewerkt. En soms chaotisch. Rechts inhalen komt
veelvuldig voor. Een meisje in de bus zingt "Donna, Donna, Donna".
Ik ken dat omdat mijn muziekvriendin met haar collega muzikante het
zongen. Een mooi lied en lastig weer uit je hoofd te krijgen.
Ninh Binh
Rond half één stap ik in Ninh Binh aan de doorgaande weg uit, eigen-
lijk iets te vroeg, maar loop net zo lang tot ik een straat herken op
het kaartje dat ik van de hotelsite Agoda heb afgedrukt. De straten
zijn nat, maar breed en het is hier heel wat rustiger ten opzichte van
Hanoi. Ik kom over een brug en wanneer ik bij het spoor ben, weet ik
zeker dat ik goed zit.
Het Canh Dieu Hotel zit in de buurt van het treinstation. Het hotel
wordt door een familie gerund en ziet er zeer verzorgd uit en dit keer
is er zelfs een lift, dus maakt het niet zo uit dat ik op de derde
verdieping zit. Ik besluit hier te lunchen: noedels met kip en Viet-
namese thee ($2,5 en 0,5). Dat smaakt uitstekend!
Ik kijk vanuit mijn kamer uit op het perron. Tussen het spoor en het
hotel is een drassig veldje waarin kikkers kwaken. Gezellig achter-
grondgeluid. Aan het einde van de middag verken ik de omgeving.
Er staat een tent in de straat voor een bruiloftsfeest. Bij de ingang
zitten drie kinderen. Wanneer ik naar binnen kijk, schuift iemand een
krukje naar me toe. Ik moet komen zitten en krijg een koekje. Voorin
staat een groot scherm met beelden en muziek. Daarachter een grote
foto van het bruidspaar, een rood bord met hun namen. Ik koop voor
VND 15.000 tandpasta en een grote en kleine fles water voor respectieve-
lijk tien en vijf duizend.
Verderop in de straat zit de jeugd in twee internetzaken te gamen.
Beneden in mijn hotel zit een grote groep jongeren. Ze drinken bier.
Ik eet vis in tomatensaus met rijst en Vietnamese thee ($2,5 en 0,5).
De jongen van de receptie vraagt mij of ik morgen een tour wil doen,
maar ik zeg dat ik eerst wil afwachten hoe het weer is. Dat ziet er niet
al te best uit. In ieder geval geen blauwe lucht voor mooie foto´s.
En daar was ik hier uiteraard wel voor.
Zondag 18 maart. Ik ben een paar keer kort wakker geweest door geluiden
op het spoor en claxonnerende treinen, maar moe genoeg om snel weer in
slaap te vallen. Ik ontbijt vrij laat. Pannenkoek met ananas, fruit en
thee. Dat zou bij de prijs inbegrepen moeten zijn, maar lunch en avondeten
komt op de rekening van de kamer en ik hoop dat er bij het uitchecken
geen vervelende verrassing is.
Met het kaartje van het hotel loop ik door de stad. De hoofdweg is erg
lawaaiig en daarom kies ik smallere straatje en passeer een stadion. Dan
ga ik naar een tempel op een heuvel op een eilandje. Maar doordat ik al
vele tempels heb gezien, blijf ik vooral bij bruidsreportages op en rond
het eilandje.
Trang An grotten
Daarna loop ik naar Trang An, een gebied van ecotoerisme. Althans ik
dacht vandaag wel zonder fiets te kunnen. De weg is weliswaar breed,
maar ook erg vies, en regelmatig probeer ik mijn schoenen in het gras
of in een plas weer wat schoon te krijgen want ik dreig soms onderuit
te gaan. En ik heb helemaal spijt wanneer een vrachtwagen me onder de
modder spat... Maar volgens een vrouwtje dat water verkoopt, is het
nog maar twee kilometer.
De omgeving begint steeds meer op die bij Guilin en Yangshuo in het
zuiden van China te lijken: het Karstgebergte. Ik heb nog niet echt
honger, maar het is wel bijna lunchtijd. Onderweg kom ik echter alleen
een paar restaurants tegen die gespecialiseerd zijn in geitenvlees.
Nogal duur. Na ongeveer twee uur lopen kom ik bij een drukte vanjewelste.
Overal bussen en mensen, kraampjes met eten, een tempel, en waar het hier
om gaat: bootjes die door de omgeving varen en door grotten gaan. Eerst
eet ik noedelsoep met witte, brede en dunne noedels en een worst
(VND 20.000 en 20.000). Ik hoef geen vlees in de soep, want dat wordt in
plastic zakjes aangevoerd en ligt open en bloot op tafel. Dat vertrouw
ik dus niet.
Een kaartje kost VND 100.000. Op elk bootje gaan maximaal zes personen
mee. De roeiers achterop zijn in de meeste gevallen vrouw en wanneer de
handen en armen moe zijn dan roeien ze een stuk met hun benen/voeten...
Acrobatisch. Het is een gekkenboel aan de kade waar de mensen op de
bootjes gaan. Dringen en dat ook nog eens aan de rand van het water.
Een groep meiden wil dan ook nog eens met mij op de foto. Ik deel één
met een jong gezin en een jonge vrouw met een jongenspostuur. Zij spreekt
een beetje Engels en zegt dat ze zelfs Engels les geeft. Onderweg maak ik
veel foto's. Voor de eerst grot gaan de bootjes in een colonne. Er vaart
iemand met een megafoon langs om de boel te reguleren. Er zijn ook een
paar kleinere bootjes met fotografen en iemand die op een fluit speelt.
De omgeving is zeer mooi. Jammer dat er geen blauwe lucht is. Dan was het
misschien wel erg heet geweest. Bij de groten doe ik mijn trainingsjackje
aan en ben blij dat ik die bij me heb. Voor de rest van de dag kan ik
gewoon in T-shirt lopen. Er zijn 48 grottunnels over wel 12 kilometer.
Wij varen door een stuk of zes en kunnen ook een stukje over land lopen
om een nieuw gebouwde tempel te bezoeken.
Voor de weg terug probeer ik een bus te vinden. Maar die lijken allemaal
afgehuurd te zijn. Tot ik één vind naar Thai Binh waar ik zelfs gratis
mee kan. Ze wachten nog op een paar jongens. Op de smerige buitenkant
van de bus heeft iemand de naam van een populaire zanger geschreven:
Khanh Puong. De chauffeur en de mensen in de bus zijn nieuwsgierig en
vragen me of ik getrouwd ben. Ze willen me koppelen, maar de vrouwen in
mijn buurt zijn al getrouwd en ze zeggen dat meer voor de lol.
Bij de doorgaande weg verlaat ik de bus en bedank hen hartelijk. Jammer
dat de accu van mijn camera leeg is, anders had in de bus nog een paar
foto's kunnen maken. Dat was één van de mooiste momenten van de dag. Ik
loop door een andere straat naar mijn hotel en vind daar een supermarkt
voor water en yoghurt. Daar is net ook een westers stel. Af en toe zie
je hier toch wel westerlingen. Ook op de bootjes en vanmorgen toen ik
over een brug liep.
In het hotel eet ik nasi met kip ($1,75) en ik krijg een glas met ananas-
sap omdat ik een goede gast ben door maar liefst vier nachten te blijven.
Omdat de was op mijn kamer niet droogt, heb ik besloten om dat (2,8 kg)
door het hotel te laten doen voor $1,5 per kilo. En de spijkerbroek die
ik vandaag droeg moet sowieso gewassen worden. Ik krijg overigens voort-
durend commerciële berichtjes op mijn scherm met deze simkaart. Maar kan
ze toch niet lezen.
Maandag 19 maart. Ik bestel brood met omelet bij het ontbijt, en krijg
daar ongevraagd nog smeerkaas bij. Ik heb besloten om de omgeving van het
hotel beter te verkennen en stel het huren van een fiets nog een dag uit.
De dag begon vanmorgen mistig, maar tijdens het ontbijt is de zon door-
gebroken. Ik loop eerst door de brede straat van het hotel en enkele dood-
lopende zijstraatjes. Regelmatig roept een kindje "Hello". Dat was al zo
bij aankomst. In de buurt van het hotel is een kantoortje waar Engelse
les wordt gegeven, maar er zijn weinig activiteiten.
Al snel heb ik aanspraak van bouwvakkers, waarbij vrouwen net zo goed
zwaar werk doen, en anders wel van mensen die op de stoep zitten en vaak
op kleine kinderen passen. Ik ben daar nu op voorbereid door ballonnen
mee te nemen. Zo lukt het nog makkelijker om foto's te maken. Aan de
overkant van het spoor is een school met kleine kinderen. Daar kon ik
vanuit de kamer geluiden van horen.
In de buurt van het station zijn de leukste straatjes. Ook het meest
fotogeniek. Op een rustige plek bij een school hangen kostuums te drogen.
Voor het huis zitten twee jonge vrouwen met een baby. Binnen hangen veel
meer kostuums. Je kunt ze huren. Ze halen mij over om een klassiek konings-
kostuum te dragen. Zonder daar voor te hoeven betalen. Bij de school
groeten meer grotere kinderen mij. Ik loop naar de markt. Daar kwam ik
gisteravond ook langs. Eerst loop ik rond de markt. Langs het water zijn
eetkraampjes. Ik koop water en yoghurt en lunch vervolgens in het hotel:
nasi zonder vlees ($1,5).
Ik maak een praatje met de jonge vent van de receptie. De ouders doen de
keuken. Hij (23) met zijn zusje (21) het management en een oudere zus (28)
komt overdag om de kamers schoon te maken. Hij en zijn jongere zus hebben
een universitaire studie.
Na een rustpauze op mijn kamer, wandel ik in de namiddag nogmaals een
soortgelijke route als vanmorgen, maar nu met ander fotolicht. 's Avonds
eet ik patat met worst ($1,5 en 1). Na het eten word ik aangesproken door
Graham uit Adelaide, Australie. Hij reist van zuid naar noord door Vietnam
en is bijna aan het einde. Hij wil graag naar een nationaal park en de
kosten van de huur van een auto ($48) delen. Dus is hij op zoek naar meer
mensen. Ik zeg hem dat ik graag een fiets wil huren en vraag wat er in het
park te zien is. Ik denk toch dat ik liever in deze mooie omgeving ga
fietsen. Zijn fotocamera is overigens in Hanoi uit zijn tas gestolen.
Later op de avond klopt hij bij me op de deur. Er staat een jonge
Engelsman,
Alex, naast hem die bereid is om mee te gaan, ze willen voor de zekerheid
mij ook nog een keer vragen.
Dinsdag 20 maart. Ik zorg dat ik gelijk met Graham en Alex ontbijt.
Ik heb ananaspannenkoek met Vietnamese thee. We hebben het over reizen
rond de wereld zoals Ewan McGregor per fiets deed. Het weer is grijzig en
zeer vochtig. Afgelopen nacht ben ik overigens een tijdje wakker geweest
en kon vanuit een open raam in de hal op de vijfde verdieping zien dat
iemand met een lamp op zijn hoofd vermoedelijk naar kikkers zocht. Om te
verkopen of zelf op te eten natuurlijk.
Tam Coc regio
Rond elf uur krijg ik een fiets mee ($2 per dag) en rijd eerst een deel
van de route die ik gisteren lopend heb afgelegd.
Daarna via de aanwijzingen op het kaartje van het hotel naar Tam Coc. Daar
moet ik een stukje voor over een drukke weg rijden en met stof en uitlaat-
gassen is dat geen pretje. Daarna loopt de route tussen rijstvelden. De
grijze lucht, smerige wegen en luchtvervuiling in het algemeen maken dat
nog geen mooi plaatje. Een soort van saai en grijs land. Maar de mensen
zijn dan wel weer boeiend. Voorover gebogen op de velden aan het werk of
spullen langs de weg verkopend.
De brede toegangsweg eindigt bij een toeristencircus aan het water.
De grotten van Tam Coc schijnen erg commercieel te zijn en ik heb zondag al
een beter alternatief bezocht. Ik zie enkele buitenlandse groepen en ook
wel
backpackers die zelfstandig op een fiets de omgeving verkennen, of zelfs
lopen. Een westers echtpaar heeft me onderweg ingehaald. Beiden achterop
een motorbike.
Ik koop een broodje en een soort van ronde chips. Zoet (VND 12.000). Ik
heb er vooral lol in om praatjes te maken met verkoopsters. Bij het
kraampje
van de chips zitten zussen van circa 30 tot 38 bij elkaar grijze haren te
zoeken. Ik zeg dat ze net apen lijken. Gelukkig zijn ze niet beledigd. Het
zijn vrolijke mensen. Hun moeder komt er ook bij staan.
Ik fiets verder, door dorpjes, tussen rijstvelden en loop een stukje tussen
de velden, maar dat is te drassig. Een vrouw die op lieslaarzen loopt is
een
flink stuk kleiner dan ik. Voorbij fietsende kinderen roepen "hello".
Wanneer ik wat rustige paadjes in fiets dan ben ik even helemaal alleen, ik
kom tussen de rotsbergen uit bij een pagode. Hier weer een klein kermis met
souvenirverkoopsters die willen dat ik mijn fiets bij hun parkeer.
De terugweg doe ik wat sneller. In de buurt van het station fiets ik
nogmaals
door de rustige straatjes. Heel mooi en vredig. Wat een verschil met Hanoi.
Ik rust ruim een uur op mijn kamer. Graham klopt op mijn deur, hij gaat
hier
niet eten, maar ik zie hem vast tijdens het ontbijt. Ik eet noedels met kip
en Vietnamese thee ($1,75 en 0,5), waar ik ongevraagd een een glas verse
vruchtensap bij krijg.
Woensdag 21 maart. Het ontbijt is bij de prijs inbegrepen, maar voor alle
lunches en diners in het hotel heb ik nog niks hoeven te betalen. Dat geld
ook voor de fietshuur en de was. Dat kan bij het uitchecken. De vader en
jongste dochter brengen mij en mijn koffer op motorbikes naar het bus-
station. Er vertrekt net een bus naar Hanoi waar ik in mee kan (VND
60.000).
Regelmatig stoppen we nog even om meer passagiers op te pikken.
We zijn al uit de stad wanneer een man instapt die naast me komt zitten.
Hij heeft een rare nagel. Hij vraagt me waar ik vandaan kom en mijn naam.
Hij biedt me gevulde deegballetjes aan, maar ik heb geen trek. Hij zegt
iets over de zonnesproeten op mijn huid en even later raakt hij het haar
op mijn arm en mijn benen aan. Dat is dan weer minder leuk.
De rit duurt weer zo´n twee en een half uur. Onderweg heb ik twee ongeluk-
ken gezien. Eerst een grote bus die op een brug achterop een vrachtwagen
was gereden. De voorruit was verbrijzeld, maar ik denk niet dat er gewonden
waren. In Hanoi krijgt een fruithandelaarster op een fiets een tik van een
grote stadsbus. Alle mandarijnen rollen over straat.
Terug in Hanoi
Bij het uitstappen word ik al aangesproken door taxichauffeurs, maar ik wil
een taxi met een verzegelde meter die voor het station staan. Het is nattig
in Hanoi. De rit kost VND 104.000. Bij de entree van het Rising Dragon
Hotel
weten ze door mijn boeking bij Agoda al wie ik ben. De kamer is nog niet
gereed, maar mijn bagage kan er al wel staan. Er is gratis koffie en thee.
Ik log even aan op mijn netbook en besluit dan om maar te gaan lunchen in
plaats van te wachten. De meisjes van de receptie spreken uitstekend
Engels.
Ze raden me aan om bij "New Day" te gaan eten en geven me een andere
platte-
grondje dan ik al heb.
Ik lunch dus bij New Day. Een restaurantje met Vietnamees eten, maar net
iets netter ingericht en de bediening in uniform, zodat ze waarschijnlijk
meer buitenlanders trekken. Ik eet noedels met rundvlees met een blikje
7up (VND 50.000 en 15.000). Het eten lijkt een beetje vettig, maar smaakt
prima. Eén van de meisjes in de bediening wil graag praten, Anh. Ze komt
uit de regio Halong Bay en heeft Engels en toerisme gestudeerd. Een heel
mooi meisje.
Wanneer een oudere buitenlander het restaurant verlaat, is ze zo attent
om hem te helpen bij de afstap. Een jonge Vietnamese man die door een
handicap heel klein is gebleven en met krukjes loopt, heeft een motorbike
met drie wielen. De meeste bezoekers en mensen op straat kijken naar hoe
hij daar op stapt, een helm uit een bakje achterop haalt en zelfs een
behoorlijke mooie dame meeneemt. Misschien een verzorgster. Arm lijkt
hij niet. Vaak kwijnen gehandicapten in dit land min of meer weg en
worden ze genegeerd of hebben ze weinig zelfvertrouwen.
Hier een voorbeeld van hoe het anders kan. Ik heb een blog gelezen van
een Nederlander die opleidingen voor gehandicapten heeft verzorgd,
zodoende weet ik meer.
Ik maak een ronde om het meer en steel een paar foto´s bij bruids-
reportages. De jonge boekenverkoopster en fotografes bij de tempel her-
kennen me. Ik loop weer door de straatjes bij de kathedraal en haal geld
uit de muur. Terug in mijn hotel neem ik even rust op mijn kamer. Mijn
kamer in het Rising Dragon Hotel heeft een bad en ziet er voor de rest
ook zeer verzorgd uit.
's Avonds eet ik weer bij New Day. De jonge en mooi serveersters
herkennen me. Het is weer druk. Ik heb spring rolls, een fruitsalade
en jasmijn thee met gember, honing en citroen (30.000 + 35.000 + 20.000).
Aan de tafel naast mij zit een alternatief koppel uit Israël. Aan de
andere kant een Australiër die het wel fijn vindt om niet zo veel zon
te hebben. Ik verras Weiwei vanavond door vanuit mijn bad te skypen.
Donderdag 22 maart. Het ontbijt is bij het hotel inbegrepen. Ik heb
stokbrood Vietnamese stijl met gebakken ei en bacon, fruitsalade en
ananassap. Ik kan alleen maar concluderen dat dit een uitstekend hotel
is. Ze hebben ook zeer leuke meisjes bij de receptie, die graag
babbelen met de gasten, grapjes maken en een leuk accent hebben.
Rond elf uur loop ik naar een parkje waar een beeld van Lenin staat.
Eerst word ik aangesproken door motorbike chauffeurs, later door twee
studentes die tandenstokers verkopen en een donatie vragen voor
gehandicapten. Maar volgens mij zijn ze geen student meer. Vorige week
kwam ik bij de kathedraal een jongen tegen die precies zo'n verhaal
afstak. In zijn geval was de geboortedatum op zijn studentenkaart
verschilt met die in het verhaal dat hij me liet lezen. Ik vertrouw
het niet. Een jonge buitenlander heeft ze even later wel twee dollar
gegeven, maar heeft spijt wanneer ik er bij kom staan en nog wat lol
trap met de meiden. Nu vertrouwt hij het zaakje ook niet meer.
Ik maak foto's van het beeld van Lenin en loop dan door naar de
Literatuur Tempel die een paar straten verderop ligt. Ik loop erlangs
naar de voorkant maar ga niet naar binnen. Dat heb ik in 2009 al
gedaan. Ik neem ook een kijkje bij Koto, het restaurant waar ik
destijds at, maar vind ze vrij prijzig en druk. Het lijkt wel alsof
alle buitenlanders hier komen. Sommige backpackers hebben goedkopere
plekken verderop in de straat gevonden. Op typische Vietnamese lage
hurkkrukjes.
Door allerlei drukke straatjes kom ik bij een Franse bakkerij en kan
het niet laten om een zakje met kleine koekjes te kopen (VND 22.000).
Ik had verwacht bij het meer uit te komen, maar ben inmiddels bijna
bij New Day en besluit om daar te gaan lunchen. Ik kom aan tafel bij
een oude Canadees, Robert Silverman (www.robert-silverman.net).
Hij is al achterin de zeventig maar energiek en heeft een jonge
uitstraling. Volgens mij zag ik hem hier gisteren ook. Hij is bijna
op het einde van een verblijf van drie maanden en verzorgt trainingen
voor oogcorrecties.
Hij verwijst me naar de website www.withoutglasses.com voor meer
informatie.
We hebben een zeer geanimeerd gesprek. Ik geef hem tips over het
vinden van goedkopere tickets en raad hem aan om naar Ninh Binh te
gaan. Hij is daar nog niet geweest, al heeft hij in vier of vijf
keer ook al aardig wat van Vietnam gezien. Volgens hem is dit het
beste restaurant en heeft hij uit de gesprekken hier al veel geleerd.
Ik heb gele rijst met kip. We drinken beiden jasmijn thee met gember,
honing en citroen (VND 50.000 en twee keer 20.000). Hij morst met
zijn rijst zoals een kind dat kan doen.
Ik heb gekozen voor het gemak en laat me via het hotel voor $15 door
een auto naar het vliegveld brengen, VND 315.000 want ik betaal liever
in Dong. De koffer weegt nu 20kg. Bij gate 1 zitten opvallend veel
Franstalige groepen, meestal oudere mensen. De vlucht duurt vijf
kwartier en gaat grotendeels over zee.
Da Nang
We landen in het donker op Danang, of ook wel Da Nang. Deze grote stad
heeft een nieuw internationaal vliegveld en had ik achteraf gezien ook
kunnen gebruiken om het land begin volgende maand weer te verlaten.
Ik krijg een taxi toegewezen. De rit naar het Zion hotel is niet zo ver
en kost maar VND 53.000 met 10.000 extra voor de entree op het vliegveld.
De chauffeur vraagt twee keer dat bedrag, maar dat zal hij ook wel bij
de volgende klant doen, dus kan hij vergeten.
Ik wordt bij de receptie ontvangen door Kim Anh, een leuke meisje met
een bril. Op een bordje is een A4 geplakt met een hartelijk welkom
voor mij. Terwijl zij gegevens uit mijn paspoort overneemt, is een klein
oud mannetje die een beetje mank loopt al mijn koffer de trappen op aan
het sjorren. Ik kan hem nog inhalen om het laatste deel die 20 kilo van
hem over te nemen. We hebben moeite om de airco in werking te krijgen.
Er blijkt een schakelaar achter het gordijn verborgen.
Ik verlaat mijn kamer direct om water te kopen. Aan het begin van het
steegje waar het hotel zit, is een klein winkeltje waar drie vrouwen
op krukjes zitten. Ze hebben water, chips en ook tandpasta (VND 10.000,
6.000 en 10.000). Ik maak een praatje met hen. Of beter gezegd: moet
bij hun komen zitten. Er komt een man bij ons die bier koopt.
Hij spreekt iets meer Engels. Ik moet met hem mee om een glas bier te
drinken, maar sla dat af. Er zijn ook twee kleine kinderen, een jochie
en meisje van twee a drie jaar. Eén van de moeders vindt het haar op
mijn armen niet mooi. Terwijl de hoeveelheid best meevalt.
Ik loop verder, misschien vind ik alvast een supermarkt om nog wat
eenvoudigs te halen om te eten. Een dikke vent op een scooter komt
naast me rijden. Hij spreekt aardig Engels. Hij biedt me aan om in de
omgeving te toeren, of nu al naar de rivier te rijden. Maar ik heb
alleen voor overmorgen vervoer nodig naar Hoi An. D
at kan hij ook regelen. Een vriend van hem heeft een grotere motor,
hij belt hem. Hij wijst me een paar blokken verderop een restaurant
op een hoek aan waar ik volgens hem goed rijst met kip kan eten. Daar
komt een kommetje soep en schaaltje salade bij (VND 45.000). De andere
gasten zijn vooral jonge stellen.
Even later komt een Easy Rider op een grote motor. Hij schuift bij me
aan en wacht eerst tot ik mijn eten bijna op heb. Dan toont hij me een
schriftje met commentaren van Nederlanders die van zijn diensten
gebruik hebben gemaakt. Hij biedt me van alles aan toers aan, maar ik
zeg heb dat ik hier in 2009 al ben geweest en alleen het vervoer naar
Hoi An wil. Dat kan voor $7. Om 11.00 kan hij me oppikken. Maar hij
blijft ook aandringen op het doen van toers. Ik zeg dat ik morgen in
de stad blijf en die graag te voet wil verkennen. Wanneer ik met Weiwei
skype, ontdek ik in het nachtkastje twee bijbels. Een Vietnamese en
een Chinese vertaling. Dat heb ik in Azië volgens mij nog niet eerder
meegemaakt.
Vrijdag 23 maart. Allereerst doe ik wat handwas en hoop dat die hier
sneller wil drogen. Het is hier warmer, de stad ligt aan zee en er is
een briesje en de kamer heeft een groot terras, dus ik vermoed van wel.
Ik heb er bewust voor gekozen om een volle dag in Da Nang te blijven.
Dat leek me in 2009 wel een aardige stad, terwijl we toen na een bezoek
aan het Cham museum direct doorreden naar Hoi An.
Zodra ik het hotel uit stap, zie ik het tengere ventje met zijn motorbike
aan het begin van de straat staan. Hij vraagt weer of ik vandaag wil
toeren en weer moet ik zeggen dat ik alleen morgen vervoer nodig ben.
Hij wil me naar een plek brengen waar ze broodjes hebben, maar nogmaals
zeg ik dat ik vandaag alleen wil rondlopen. Op een motor gaat alles veel
te snel. Ik wil in mijn eigen tempo.
Via GoogleMaps heb ik een supermarkt in de buurt gevonden. Dat is mijn
eerste doel. Achterin zit een deel van het personeel gehurkt te eten.
Maar Vietnamezen lijken de hele dag door te eten. Via de rivierkade,
met veel beelden, maar eigenlijk niet zo bijzonder en bijna verlaten,
loop ik naar het Cham museum. De plek waar vermoedelijk de meeste buiten-
landers komen, maar in de supermarkt zag ik een blond meisje en in een
andere straat een blanke man met grijs haar en op een terrasje een
westers echtpaar. Ze zijn er dus wel.
Dit is zo´n stad waar ik veel vriendelijke glimlachen zie en belang-
stellende gesprekjes heb. Anders dan in Hanoi waar ze vaker iets aan
je willen verdienen. Dat gebeurt hier veel minder. Ik loop vervolgens
naar het noorden van het centrum en kom uit bij een universiteit waar
ik gebiologeerd naar studentes in witte ao dai sta te kijken. Iets
eerder had ik al dames in blauw met witte ao dai op motorbikes weg zien
rijden. Ongelooflijk mooi.
Nog iets verder zit ik even bij een nagelstudio op het trottoir om uit
te rusten. De meiden zitten gekruide slakkenhuisjes leeg te slurpen.
Wat een stank! Bij de buurvrouw koop ik een flesje water en een zakje
zoute chips. Het is warm en ik ben aardig aan het zweten. Vandaar.
Daarna loop ik naar Big C Plaza (www.bigc.vn). Een mall waar een grote
supermarkt in zit. Mijn grote camera wordt verzegeld. De kleine laten
ze ongemoeid, of ze verwachten niet dat ik nog een camera heb.
De supermarkt is streng beveiligd. Ik kom ook blanken tegen die hier
kennelijk wonen, aan de inkopen te zien.
Of ze huren een strandappartement met eigen keuken. Een anderhalve
liter fles water kost hier slechts VND 6.500.
Na de kassa haal ik twee vers belegde broodjes (VND 12.000 per stuk).
Ik moet eerst betalen, daarna met een bonnetje mijn eten halen.
Ze warmen de broodjes in een magnetronoventje en doen er chilisaus bij.
Ik eet de yoghurtjes die ik net gekocht heb ook maar direct op.
Op de benedenverdieping raak ik aan de praat met een jonge vrouw die
een onderwijskraampje beheert voor Vietnamees - Engels en andersom.
Ze heeft een leuk draagbaar vertaalapparaatje. Ik zeg dat ik de taal
moeilijk vind en hier te kort ben om me er echt in te gaan verdiepen.
Zij zegt dat Vietnamees niet zo moeilijk is. Was dat maar zo.
Big C zit tegenover de markt en het kruispunt is misschien wel de drukte
van de stad. Op twee plekken staan studenten met op borden het verzoek
aan berijders van motorbikes om bij rood licht de motor af te zetten om
luchtvervuiling tegen te gaan. Ik blijf een tijdje bij hun staan en praat
met een jongen over hun actie. Daarna loop ik terug richting het hotel.
Onderweg zit ik nog even bij een zaak waar motorbikes van Vietnamese
makkelijk worden verkocht. Een verkoopster spreekt aardig Engels, vrij
accentloos. Ze heeft tien jaar geleden al high school afgerond en is
nu dertig, maar nog niet getrouwd.
Het was een mooie dag. Ik heb ook door smalle steegjes gelopen. Da Nang
is een leuke stad om rond te zwerven. Soms een beetje lastig om over
te steken, maar minder druk dan Hanoi.
Zaterdag 24 maart. Ik drink thee, dat kan eindelijk op de kamer zelf
omdat er een waterkoker is! En ik heb gisteren brood (VND 7.500) bij
Big C gehaald, dat is mijn ontbijt. Ik upload de foto's van de afgelopen
dagen naar mijn netbook en tegen elf uur check ik uit. Mijn chauffeur
staat al te wachten. Hij heeft een soort van lange stukken rubber
waarmee mijn koffer achterop komt. Mijn fotorugzak kan op de brandstof-
tank. We rijden over een brug naar de andere kant van de rivier en
komen op een brede weg die langs de kust koopt.
Marble Mountains
Even buiten Da Nang stoppen we bij de Marble Mountains, een paar
bergjes met aan de voet heel veel zaken waar marmer verkocht en
gepolijst wordt. Hij stopt voor één daarvan. Een goed Engels sprekende
vrouw geeft me een kaartje. Ik ben gezwicht en wil nog wel een keer de
route over één van de bergen lopen en tempeltjes en grotten bezoeken.
Voor slechts VND 15.000. Ik heb mazzel want er zijn ook groepjes
studenten die graag even een praatje maken en ik maak groepjesfoto's
voor hun die ik zal mailen. Ik bezoek alle grotten en dit is best een
mooie plek. Oude vrouwtjes willen me wierook verkopen.
Wanneer ik weer beneden ben, loop ik langs de marmerwinkels. Mooie
beelden, maar groot en onhandig. Je moet al een villa of een hotel
hebben voor zoiets. We rijden verder. Mijn chauffeur krijgt nog een
telefoontje. Volgens hem heeft hij veel klanten die naar Hoi An willen.
We stoppen op een brug om foto's te maken van enkele bootjes bij een
vissersdorpje. Westerlingen fietsen langs dezelfde weg van Hoi An
naar het strand en terug. Maar het is vandaag winderig.
Hoi An
Rond één uur zijn we in Hoi An. Allereerst stoppen we bij een
gecombineerde stoffen- en schoenenzaak van zijn zuster. Er werken
diverse jonge vrouwen. Ze willen graag een pak of een overhemd voor
me maken. Of schoenen. Maar helaas voor hun valt er met mij geen
zaken te doen. Ik krijg een flesje water van mijn chauffeur. Dat is
wel aardig. We rijden door naar mijn hotel. Hij kent dat wel.
Ik check in bij Phuoc An en heb kamer 404. Dit is mijn duurste hotel
in Vietnam, maar de kamer ziet er dan ook bijzonder mooi uit en er
is een ruim ligbad!
Ik besluit om direct maar in het restaurant bij het hotel te gaan
lunchen. De serveerster heet Hoa, of zoals ze direct toevoegt:
Flower. Ze heeft me bij mijn aankomst al begroet. Op de kamer ligt
een menu en het eten en de prijzen zien er goed uit. Ik heb noedel-
soep met kip, fruitsalade en Vietnamese thee ($2 + $2 + VND 8.000).
Uiteraard loop ik direct naar het historische deel van het stadje.
Daar is weinig veranderd. Misschien rondom dat centrum nog meer
kledingzaken en souvenirs. En overal word je aangesproken om kleding
te laten maken. Soms komt er zelfs iemand bij me in de buurt van het
hotel en spreekt me gewoon op straat aan. Ik zeg dat ik alleen
T-shirts wil kopen en dan voor een normale prijs. Ze vragen hier
zo $5 met het argument dat de kwaliteit goed is.
Aan het einde van de middag loop ik naar de andere kant van het
water en naar de historische Japanse brug. Er liggen blauwe vissers-
boten die de plaatjes nog mooier maken. Bij één van de kledingwinkels
in de buurt van de Japanse brug blader ik door een krantje. Op bijna
iedere pagina een foto van iemand die iets heeft misdaan, met foto's
en naam. Ze houden hier kennelijk van schandpaaljournalistiek.
's Avonds eet ik weer in mijn hotel. Dit keer nasi met kip en
champignons en weer Vietnamese thee ($2,5 + VND 8.000). Flower krijgt
een setje klompjes van me, waar ze heel blij mee is. Na het eten loop
ik nog even door het centrum. De motorbikes moeten voor half acht uit
het straatbeeld verdwenen zijn. Dat zou van mij wel eerder mogen.
Het centrum is zeer fotogeniek. En misschien juist doordat de bewoners
er zelf ook nog komen en het niet alleen toeristen zijn. Hoi An is
zonder meer één van de mooiste plekken in Azië en het straatleven
verveelt geen moment.
Zondag 25 maart. Het ontbijt bestaat uit een prima buffet. Ik boek
alvast de bus naar Hue voor komende dinsdag ($5). In een straat
richting het historische centrum kijk ik in een huiskamer bij een
vrouw die Engelse les geeft aan vijftien leerlingen van ongeveer
negen a tien jaar. In het centrum wordt ik door studenten uit Da Nang
geïnterviewd. Ik zie niet helemaal de samenhang tussen de vragen,
maar het doel is dat ze Engels oefenen. Daarna praat ik met
verkoopsters van kledingzaken.
Ik lunch bij het op internet zeer geprezen Café 43, bijna naast
mijn hotel. Ook op het menu en onder glas op de tafels zitten
papiertjes met loftuitingen. Ik eet een vegetarische pizza met een
mango shake (VND 69.000 + 12.000). 's middags is het bewolkt en
maakt de wind het een stuk frisser. Wanneer die 's avonds weer gaat
liggen is het veel aangenamer. Ik eet weer bij Café 43. Nu gele
noedels met kip, fruitsalade en weer mango juice (VND 34.000 25.000
en 12.000). Het eten smaakt goed, de prijzen zijn redelijk en het
terras is goed gevuld.
Maandag 26 maart. Flower groet me meteen wanneer ik in het restaurant
kom voor mijn ontbijt. Ik maak van de gelegenheid gebruik om een foto
te maken met Miss Che, de kokkin die mijn bananenpannenkoek heeft
gemaakt. Flower zorgt dat ik een extra schaaltje fruit krijg.
Vervolgens neem ik een gratis fiets mee van het hotel en rijd eerst
door het oude centrum, voor korte bezoekjes aan de mensen waar ik de
afgelopen dagen mee heb gesproken.
Daarna naar het huis van de verkoopster waar ik in 2009 mee opgetrokken
heb. Ik zie haar niet. Misschien werkt ze ergens anders. Ik kijk even
verderop in het pottenbakkersdorpje Than Ha bij de waterkant en praat
met de bewoners. Vriendelijke mensen.
Wanneer ik weer in Hoi An ben, raak ik voor de Japanse brug bij een
galerij in gesprek met een Amerikaan en een Vietnamese broer en zus
die hier wonen. De Amerikaan woont eigenlijk in Nieuw Zeeland. Hij
is 67 en geeft hier vrijwillig Engelse les. In het huis zijn twee
plekken waar les kan worden gegeven.
De jonge Vietnamees heet Viet en is leraar aan de enige universiteit
an Hoi An (www.pctu.edu.vn). Ze hebben acht studierichtingen, maar
het niveau is volgens hem laag en ze willen graag betere leerkrachten
aantrekken. Ik bied aan om te helpen met het verbeteren van de website.
Hij laat die op zijn laptop zien met een zwak signaal van de gratis
internet die de stad aanbiedt.
De Amerikaan vertelt over zijn huwelijk met een veel jongere vrouw
uit Sri Lanka, die hij in Nepal ontmoette. Zij was 24, hij 55.
Ze hebben geen kinderen gekregen. Dat kan hij niet. Hij vertelt
enthousiast en verblijft nu al acht maanden in Vietnam. Hij huurt
hier een huisje. Hij vertelt over de Engelstalige krantjes die hier
verschijnen. Hij leest ze graag, ondanks de ´gebruikelijke propaganda´.
Ik lunch in mijn hotel, bij Flower. Het is vandaag niet druk. Ik heb
een salade die naar de naam van het hotel is vernoemd: Phuoc An.
Samen met Vietnamese thee en een gratis schaaltje fruit ($3.8 +
VND 8.000). Ze hebben hier de gewoonte om steeds iets extra´s aan te
bieden.
Na een rustpauze op mijn kamer, ga ik weer op de fiets. Eerst zoek ik
de universiteit op. Die is iets verder dan het ziekenhuis. Er zijn heel
veel studenten op straat en op het plein bij de ingang. Ze dragen
allemaal de zelfde kleur kleding en vieren iets: 26 maart 1931 - 26
maart 2012. De plakkaten die ze beschilderen zijn stuk voor stuk voorzien
van de rode vlag met gele ster en de afbeeldingen die lijken op de grote
propagandaborden die je hier langs de weg ziet. Vaak met Ho Chi Minh
erbij. Ook boven poortjes van smallere straatjes zijn foto's van hun
kleine held.
Dan door het oude centrum en blijf nu wat langer bij een kledingwinkel
in de buurt van de Japanse brug. Ik koop snacks voor het personeel en
mezelf. Gefrituurde ballen met kokos, gebakken banaan, donut en even l
ater bij een andere ´kar´ flan puddinkjes (VND 5.000 per stuk).
Die hebben ze zelf graag met ijsblokjes en of koffie. Wanneer het donker
wordt breng ik de fiets terug.
Het avondeten haal ik bij mijn hotel. Ook nu is het rustig in de eetzaal.
Ik heb groente met cashewnoten en gestoomde rijst, Vietnamese thee en
een mango shake met yoghurt ($2, VND 8.000, 20.000). Flower kijkt naar
de televisie. Ze is moe en maakt lange dagen van zes tot circa tien uur.
Na mijn eten gaat Flower het ontbijt al voorbereiden. Ze slaapt op de
vloer in de eetzaal en gaat niet meer naar huis. Dat doet ze morgenochtend
vroeg. Dan heeft ze een vrije dag, want ze werkt om de dag. Maar wel erg
lange dagen en ze ziet er moe uit. Van een gast heeft ze crème gekregen
om de donkere plekken onder haar ogen een beetje te verbergen. Jammer
voor zo´n gezichtje met een lieve lach.
Na het eten loop ik naar het centrum en wacht tot de lessen afgelopen
zijn, waarna ik met een leraar informatietechnologie en de leraar
scheikunde naar de website kijk. Ze willen hem vooral professioneler
hebben en het liefste helemaal opnieuw bouwen. De site is in 2008 gemaakt.
Ik geef wat tips. Misschien een idee om door studenten te laten maken.
Het is inmiddels bijna tien uur. Weiwei antwoord per sms dat ze zelf ook
laat is omdat ze moest overwerken.
Dinsdag 27 maart. Met het andere team, andere kok en geen Flower, is het
ontbijten veel minder gezellig. Het regent net voor ik uitcheck, dus
besluit ik om in het restaurant te blijven zitten en werk op mijn netbook.
Voor de lunch heb ik bief salade met mango en Vietnamese thee ($2.5 +
VND 8.000). Om 13.40 word ik met een andere stel bij het hotel opgehaald
voor de bus naar Hue. We moeten een klein stukje lopen omdat de bus
niet in de smalle straat kan komen. Daarna gaan we in een sneltreinvaart
langs anders hotels om meer op te pikken. De bus komt nagenoeg vol.
Om 14.00 verlaten we Hoi An.
Om kwart voor drie stoppen we in Da Nang in de buurt van het hotel
waar ik zat. Een handige locatie dus in het geval ik deze bus vanaf
hier had willen nemen. Verderop in de stad neemt de chauffeur een paar
dozen wijn mee. Een leuk handeltje. Om 15.35 is er een pauze van
twintig minuten aan de andere kant van een lange tunnel, in 2009 ben
ik in tegengestelde richting via de beruchte Hai Van bergpas gegaan.
Het is frisser geworden wanneer ik even rondloop. We zitten ook pal
aan de kust. Er hang mist om de bergen.
Dan volgt nog 65 kilometer. Soms is het erg druk, met veel school-
kinderen die ook van de weg gebruik maken.
Hue
Om half zes arriveren we in Hue. Eerst probeer ik lopend het Than
Thien Friendly Hotel te vinden, maar ik herken geen straatnamen en
besluit op het aanbod van een motorbike in te gaan. Hij vraagt een
dollar, ik biedt VND 10.000. De rit is langer dan ik had verwacht.
Wanneer ik het hotel verlaat om een restaurant op te zoeken, kom ik
om de hoek als eerst cyclo-rijder 'Baba' tegen. Wat een toeval!
Drie jaar geleden volgde hij me bijna voortdurend in de omgeving van
mijn hotel (zie het verslag van 2009) met als doel mij naar
´beautiful massa girls` te brengen. Ook de motortaxi's die me aan-
spreken zijn wat dat betreft niet veranderd.
Ik besluit om bij Ushi te gaan eten. Hier heeft Wendy van Dijk
inspiratie opgedaan voor haar Ushi. Er hangt een poster van haar en
inmiddels allerlei andere dingen, zoals klompjes. Veel gasten komen
dan ook uit Nederland. Dat is dan weer een nadeel wanneer je weinig
behoefte hebt aan Nederlands gepraat. De serveerster zijn in prachtige
oranje met gele ao dai gekleed. Ze zijn wel in voor een praatje. En de
meiden die klanten naar binnen proberen te lokken houden wel van lol
trappen. Ze leren me wat crazy in het Vietnamees is: Dien dien, koem
koem. Ik heb nasi, een ananaspannenkoek en tweemaal gember thee
(VND 35.000, 30.000, 2 x 9.000).
Woensdag 28 maart. Ik ben gisteravond gaan hoesten. Achter mijn hart,
dat kan een long zijn, voel ik pijn. Misschien stof in de longen.
Ik heb daar vaker pijn gehad. Ik heb ibuprofen genomen voor ik ging
slapen en voel me vanmorgen aardig. Het ontbijt in het Friendly Hotel
is in een nieuwe en superschone eetzaal. Bij het hotel kost een fiets
twee dollar per dag. Aan Le Loi vind ik een verhuurder die na afdingen
instemt met VND 50.000 voor twee dagen.
Ik verken de binnenstad. Het is stoffig en warm. Circa 27 graden. Ik
kom langs high schools en universiteiten. Om half één zie ik veel
studentes in die schitterende witte ao dai richting hun school fietsen
en ik blijf even bij de ingang om te genieten. Sommigen zijn behoorlijk
ijdel, hoge hakken zijn geen uitzondering. Ik lunch bij Mandarin Cafe.
Daar hangen schitterende foto´s uit deze regio van mister Chu. Vaak met
mensen. En typisch Vietnamees. Ik heb noedels met helaas niet zo goed
doorgebakken kip, een heerlijk ananaspannenkoek met chocoladesaus en
citroenthee (VND 30.000, 25.000 en 15.000).
Daarna neem ik een kijkje op de markt aan de overkant van de rivier.
Het leukste vind ik de reacties wanneer ik ergens blijf staan. In het
bijzonder bij de beauty salons aan de rand van de markt.
Ik word uitgenodigd om binnen te komen zitten. Miss Thai Huong heeft
twee leuke meiden in dienst. Ze spreken helaas nagenoeg geen woord Engels.
´s Avonds eet ik weer bij Ushi. Een traditionele knapperige pannenkoek
uit Hue gevuld met groenten genaamd Banh Khoai, noedelsoep met kip,
fruitsalade en thee (VND 22.000, 30.000, 25.000 en 15.000). In een straat
richting mijn hotel maak ik een praatje met een studente die dagelijks
van vijf tot elf hier staat om flyers uit te delen voor een bar.
Ze studeert economie.
Citadel
Donderdag 29 maart. Ik ga met mijn huurfiets naar de Citadel. Weer
naar de andere kant van de Parfum Rivier. Rond de hoofdpoort wordt net
een podium afgebroken, dat is niet zo mooi voor foto´s, dus besluit ik
om een andere ingang te vinden. Die vind ik aan de oostkant (VND 55.000).
Mijn fiets moet ik binnen de poort parkeren. Ik loop naar de hoofdingang
en word onderweg aangesproken door een studente die tandenstokers
verkoopt en graag een donatie voor gehandicapten wil. Ze komt uit Hanoi
en is hier een week als vrijwilligers. Nagenoeg hetzelfde als wat ik in
Hanoi heb meegemaakt.
Vanaf de hoofdingang loop ik door tempels, tuinen en galerijen. In 2009
heb ik hier een traditionele voorstelling meegemaakt, maar die is net
geweest, of omdat het zo rustig is misschien alleen in de middag. Alles
gaat wat sneller dan bij mijn eerste bezoek. Ik ben ook minder onder de
indruk. Wat mij betreft mogen ze sneller restaureren en ook beter onder-
houden.
Ik ga naar de markt, rechtstreeks naar de beauty salon waar ik gisteren
het langste heb gezeten. De eigenaresse is circa vijftig en heeft een
beetje Engels geleerd. Maar dan fonetisch, want wat er in haar schriftje
staat is bepaald geen Engels. Ik help haar met het correct vertalen van
haar diensten. Aan aantekeningen te zien heeft ze daar eerder hulp bij
heeft gehad.
Ze heeft twee meisjes van twintig in dienst. Een beetje verlegen. Eén
van hen haalt eten voor mij. Rijst met groenten en varkensvlees. Zoiets
had de manager ook, alleen krijg ik veel meer vlees. Misschien omdat ik
VND 20.000 meegaf. Een deel van het vlees vertrouw ik niet en ik ben
sowieso al niet zo dol op varkensvlees.
Thien Mu Pagode
Na een rustpauze rijd ik naar de Thien Mu Pagode. Tot de spoorwegovergang
is de weg druk. Daarna veel minder autoverkeer, maar nog wel erg stoffig.
De pagode ligt in een bocht van de Parfum Rivier. Ik moet mijn fiets bij
een mannetje parkeren. Hij vraagt daar VND 5.000 voor. Dat is lucratief
wanneer je veel bezoekers krijgt. Ik denk dat Vietnamezen minder betalen.
Bij de pagode (gratis entree) is net een ceremonie gaande. Daardoor lopen
er weinig monniken en novices rond. De vorige keer zaten die jochies in
een zaaltje te studeren. De auto van de monnik Thich Quang Duc die in
1963 in een Austin naar Saigon reed en zichzelf in brand stak uit protest
tegen de regering die het beleiden van religie te veel aan banden legde,
staat hier tentoongesteld. Achteraan is een parkje waar het heerlijk
rustig is. De locatie is sowieso mooi. Vooraan is een aardig zicht over
de rivier.
Sommige straten in Hue zijn erg druk. Veel motorbikes. Fietsen is niet
altijd even prettig. Luchtvervuiling, stof en drukte. En heel veel
getoeter!
Even buiten de stad is het veel beter. En sommige straten, zoals naast de
universiteit en de straat waar Ushi zit, zijn veel rustiger. Ik neem nog
een kijkje bij de beautysalon op de markt, maar daar hebben ze het nu druk
met klanten, dus rust ik even en breng dan de fiets terug aan Le Loi en
loop door Chu Van An naar Ushi voor mijn avondeten: kipsalade, fruitsalade
en twee citroenthee (VND 79.000, 22.0000 en 2 x 15.000). Voor het eerst
kom ik boven VND 100.000. Omdat het de laatste avond is, ben ik bereid
om wat meer uit te geven, maar eigenlijk zou je in Vietnam goedkoper moet
kunnen eten.
Kort voor ik vertrek, zijn er een paar groepen binnengekomen waardoor het
personeel druk is en geen tijd meer heeft voor een praatje. Even verderop
praat ik met een Australiër die in gesprek is met een studente die flyers
voor Brown Eyes Bar uitdeelt. Een ander meisje dan gisteren. Ze hebben
elk een straat. Ik koop een ijsje voor haar, een verkoopster en een motor-
bike rijder die ze kennen. Het was een warme dag. Toch voelt de wind fris
aan wanneer je over een brug fietst. Ergens kan ik me wel voorstellen dat
Vietnamezen soms meer dragen dan nodig is. En de echte warmte moet nog
komen.
Vrijdag 30 maart. Gisteren heb ik gehoord dat ik via het hotel voor VND
90.000 met een busje naar het vliegveld kan worden gebracht. Een tour-
bureautje aan Le Loi bood dat voor 70.000 aan, dus wil het hotel er nog
een dollar meer aan verdienen. Wanneer ik 's ochtends wil boeken, vraagt
het meisje bij de receptie vijf dollar. Dat is meer, dus corrigeer ik
haar en geef 90.000. Het eigenaarsechtpaar is vanmorgen in het hotel en
maakt praatjes met gasten. Het nieuwe deel achter het hotel is pas vier
maanden open.
Even voor twaalf uur word ik door een bus van Vietnam Airlines opgepikt.
Die wacht nog een tijdje bij een kantoor van Vietnam Airlines, maar er
komt slechts een Vietnamese vrouw bij. Het vliegveld van Hue is oud en
primitief. De boardingkaarten worden met een simpele matrixprinter geprint.
Toch gaat het inchecken snel. Bij de security hoeft mijn netbook niet
uit de rugtas. Het is tenslotte een binnenlandse vlucht. Voor een heel
klein stukje worden de passagiers met een vliegtuigbus naar het toestel
gebracht.
Terug in Hanoi
Dit keer geen minibus, maar mag ik in een grotere bus die vooraan staat
naar het centrum. Ze vragen $2, ik betaal VND 40.000. De vorige keer was
ik de laatste passagier, nu moeten we wachten tot er voldoende mensen in
zitten. Gelukkig niet helemaal vol.
Nu gaat de bus aan andere kant van de brug over de rode rivier naar rechts
en rijdt ´over de dijk´ langs het centrum. Het minibusje ging via een
andere route en liet Vietnamezen op verzoek (in het Vietnamees) uitstappen.
Er stapt nu een jonge vent in die Engels spreekt en buitenlanders adviseert
waar uit te stappen. Vervolgens hoef ik nog maar een paar minuten te lopen
naar het Camellia 6 hotel. Wel door de drukke en smalle straatjes van het
Old Quarter, maar die ken ik inmiddels behoorlijk goed.
Dit is mijn derde budgethotel in Hanoi van het lijstje met goede reviews.
Niet duur, maar de kamer vind ik oud en tegenvallen. Het matras is te
zacht en ze bieden geen scherpe prijzen voor tours en een taxi naar het
vliegveld. De familie die beheert is wel zeer vriendelijk en hun Engels
is goed. Ik ben benieuwd naar het ontbijt. Vanwege de koekjeslunch eet
ik vroeg bij New Day: noedels met helaas niet goed doorgebakken kip en
een groene papajasalade, die niet zo spicy is en zeer lekker is, en
jasmijn thee (VND 50.000, 25.000 en 20.0000).
Daarna boek ik voor morgen een dagtrip naar Halong Bay bij Homey Hotel.
Van dat hotel zag ik een aantrekkelijke prijslijst op de website staan.
Mijn hotel vraagt $35. Hier betaal ik $22. Het loont dus om rond te
kijken.
Zaterdag 31 maart. Bij het ontbijt komt een Amerikaan bij me aan tafel
zitten. Hij komt uit het noorden van Californië en vertelt dat daar een
grote gemeenschap Hmong is. Die zijn na de overname door de communisten
uit Laos en Vietnam uit vluchtelingenkampen naar Californië (regio
Sacramento, Fresno) en Minnesota gebracht omdat ze de Amerikanen tijdens
de Vietnamoorlog hebben geholpen. Hij is helemaal in de ban van Hanoi
en heeft de afgelopen dagen uren en uren over straat gezworven.
Zo boeiend vindt hij deze stad. Ik beaam dat het straatleven hier
fantastisch is. Hij noemt de Vietnamezen 'fearless' omdat ze zo achteloos
in het verkeer zijn. En ook gewoon langs de kant van de weg, of op de weg
zitten te eten.
Ik loop rond het Hoan Kiem meer. Vandaag de laatste kans om dat te doen
en één van mijn favoriete bezigheden in Hanoi. Vandaag zijn er opvallen
veel bruidsparen voor fotoreportages. Ik steel flink wat foto's.
De laundry waar ik in het begin van mijn verblijf in Vietnam kwam, is
net als toen ik uit Ninh Binh terugkwam gesloten. Misschien ligt het aan
het tijdstip.
Mijn lunch haal ik bij Rainbow Restaurant, niet zo ver van de Sint Josef
Kathedraal. Ik bestel 'bun bo nam bo' en een potje Vietnamese thee
(VND 55.000 en 20.000). Het eten smaakt hier prima. Helaas is het overige
drinken prijzig. Bun bo nam bo zie ik niet zo vaak op het menu staan,
maar wilde ik graag nogmaals hebben omdat ik er goede herinneringen aan
heb. Even verderop zie ik de dagtrip baar Halong Bay zelfs voor $19.
Het kon dus nog goedkoper.
Daarna loop ik nog een ronde om het Hoan Kiem meer. Nog meer bruidsparen.
En studenten die een praatje willen maken. In de buurt van mijn hotel
word ik door een student aangesproken die me uitnodigt om een voorstelling
bij te wonen op een pleintje bij een historisch huis: Hanoi Cantru Club.
Ze geven iedere woensdag, vrijdag en zondag om acht uur een voorstelling.
Ik krijg een foldertje mee, maar beloof niks. Hij vertelt van een jonge
buitenlander die hier een jaar heeft gestudeerd en nu terug is om Engelse
les te geven in het English Center. Die verdient zonder veel uren te maken
wel 16 miljoen Dong. Dat is ruwweg $800. Niet slecht. Hij beaamt dat
Vietnamezen beter Engels moeten leren.
Na een rustpauze, loop ik aan het einde van de middag naar Bong Seng voor
een uitgebreide massage zoals ik in het begin van de reis ook heb gehad.
Dit keer door een meisje van nog maar twintig. Ze is enthousiast en
vrolijk.
De volgorde verschilt. Nu krijg ik eerst een oliemassage, dan een bad,
daarna het stoomkamertje en als laatste de Thaise massage. Alles een beetje
minder stevig dan de vorige. Maar ik ga dit missen.
Op de weg terug naar het hotel zit een groepje voor een winkel te
barbecueën.
De eigenaar spreekt goed Engels. Hij komt uit Saigon en is hier een
porselein-
winkel begonnen. Hij is 30, getrouwd met een vrouw van 26 en ze hebben een
dochtertje van 3, BiBi. Ze doen dit altijd aan het einde van de maand.
Ik mag er bij komen en krijg ook een beker met cola en zijn vrouw geeft me
stukjes vlees en groenten in een kommetje. De rest spreekt geen Engels.
Zijn
zwager is er met een vrouw, nog een jonge man en vijf meiden.
In de smalle straat waar Camellia Hotel 6 zit, blijkt een nog goedkoper
supermarktje te zitten. Mijn favoriete kaaskoekjes zijn hier VND 15.000.
In de lobby zit de Amerikaan met een grote laptop. Hij heeft een grote hoed
op en lijkt wel een Australische cowboy. Hij spreekt wartaal. Hij kent de
tekst van een video op YouTube, maar dat is ook helemaal psychedelisch:
MGMT Kids. Ik mag bij hem op schoot zitten, maar zeg dat mijn vriendin
wacht
om te skypen. Hij is zelf ook op Skype ingelogd.
Eerst praat ik even met mijn ouders. Wanneer ik met Weiwei schrijf, komt
de Amerikaan met de nodige moeite de trappen op. Hij probeert met zijn
sleutel ook in mijn kamer te komen. Daarna in die aan de overkant, maar zo
te horen moet hij nog een verdieping hoger. Het vervelende is dat mijn deur
(kamer 301) een raam heeft dat geverfd is met als doel te blinderen, maar
er is nog een hoekje open. Gelukkig heb ik ontdekt dat ik daar een shirt
voor kan hangen. Net voor ik wil gaan slapen begin ik oorpijn te krijgen.
Ik neem een ibuprofen en slaap toch goed.
Zondag 1 april. Met mijn rechter oor kan ik niet of nauwelijks horen, en
dat is vervelend. Vandaag zou volgens de weersvoorspellingen een zonnige
dag zijn. Eigenlijk ben ik nog vroeg voor Halong Bay, maar dit is
voorlopig mijn laatste kans. Na het inbegrepen ontbijt word ik om kwart
over acht door iemand bij mijn hotel opgehaald. We moeten naar het Hoan
Kiem Meer lopen. Ter hoogte van het poppentheater staat een grote bus.
Niet een kleine bus, zoals mij bij het boeken werd verteld. Het is bijna
negen uur voor die vertrekt. Het is bewolkt. Om kwart over tien is er bij
een grote souvenirhal met snacks een pauze van twintig minuten. De bus
wordt schoongemaakt.
Halong Bay
Om kwart voor één stap ik met dertig mensen op een boot. De ticketprijs
van VND 80.000 voor ´tour 1´ is inbegrepen. Allereerst varen we naar een
niet zo ver weg gelegen groep rotsbergen in zee. De beroemde Halong Bay
met bijna 2000 bergen en 500 boten met toeristen. Ik doe een dagtrip,
maar bij sommige boten is het mogelijk om aan boord te overnachten.
We stoppen bij een drijvend vissersdorp en mogen kijken naar wat ze
hebben gevangen.
Daarna volgt een sobere lunch, die ook is inbegrepen. Rijst met twee
soorten groenten, een beetje varkensvlees en een visje die we met z´n
vijven moeten delen. Voor het drinken moet je betalen. De vrouw die het
eten serveert heeft een paar dienbladen met souvenirs. Na de lunch stoppen
we even verderop waar je met een boot door een grot kunt varen met een
kajak. De zon breekt door en dit is een prachtige plek om te genieten.
Fruitverkoopsters leggen aan met hun bootjes.
Om kwart over drie varen we door. Om een hoek varen we recht op een
grotere boot af. Onze boot houdt in, maar de grote boot kan ons niet
meer ontwijken en er volgt een flinke touche. Gelukkig zonder ernstige
gevolgen. Om tien voor vier krijgen we veertig minuten de tijd om door
grotten met kunstmatige gekleurde verlichting te lopen. We zijn niet de
enigen. Rond vijf uur komen we terug aan wal voor de terugreis
We worden nu over kleinere bussen verdeeld. Er is weer een stop van
twintig minuten op de zelfde plek als bij de heenreis. Tegen negen uur
bereiken we Hanoi. Deze kleine bus kan ons tot bij de hotels afzetten.
Einde van een lange dag. Halong Bay is mooi, ook al zie je er maar een
kleine deel van. En je moet er tweemaal drie uur in de bus over een
drukke weg voor over hebben.
Maandag 2 april. Om tien over vijf gaat het alarm van mijn telefoon.
Ik heb voor $15 via het hotel een auto naar het vliegveld laten regelen.
Die komt me keurig om zes uur ophalen. Het is relatief rustig op straat
en voor de meeste winkels zitten tralies of rolluiken. Inclusief tanken
ben ik in veertig minuten op het vliegveld.
Hanoi Airport
AirAsia opent net hun balies. Ik ga vandaag via Bangkok naar de hoofd-
stad van Cambodja: Phnom Penh. Vijf minuten na mijn vlucht naar Bangkok
gaat er een vlucht naar Kuala Lumpur. Via KL was misschien wel goedkoper
geweest. En ik was al net te laat om een aanbieding te boeken (of te
vroeg want later zijn er weer acties geweest). Nu betaal ik bijna net
zoveel als een rechtstreekse vlucht met Vietnam Airlines.
Bangkok Airport
Om 9.15 vlieg ik in een uur en vijftig minuten naar Bangkok. Helaas ben
ik nog steeds - of alweer door de wisselende weersomstandigheden - een
beetje verkouden en is volgens mij mijn oor ontstoken.
Ik las gisteravond op internet dat mensen met een soortgelijk probleem
van hun arts geen toestemming kregen om te vliegen. Omdat het blijvende
gehoorproblemen kan opleveren. Ik waag het er op. Ik 'moet' wel, anders
verandert het reisplan en moet ik nieuwe vluchten boeken.
De landing is één van de meest vervelende ooit. Ik kan me een soortgelijke
ervaring herinneren bij de landing op Auckland. Door het drukverschil heb
ik veel pijn in mijn oor. Met name het middendeel van de daling. Aan de
andere kant van de douane wacht ik tot ik kan inchecken voor de vervolg-
vlucht van 15.25 naar Phnom Penh. Ik koop oordruppels bij Boots Farmacy.
En mijn neus een keer goed snuiten helpt om weer wat van mijn gehoor
terug te krijgen.
De vlucht naar Phnom Penh duurt een uur en tien minuten en gaat nagenoeg
zonder pijn. Gelukkig! Ik breng vandaag veel door op vliegvelden. En dat
is een combinatie van wachten, in de rij staan, gestress en ter afleiding
genieten van mooie Aziatisch vrouwen.
In de afgelopen weken heb ik gedaan wat ik graag had willen doen en heb
veel genoten. De behoefte om nog een keer terug te keren is sterk
afgenomen.
Op zich zou ik graag meer van het uiterste noorden willen zien en nog een
keer langer in Hoi An verblijven, maar ik verwacht dat niet op korte
termijn. Het is goed mogelijk dat ik een keer met Weiwei naar Vietnam ga.
Wanneer ze daar zin in heeft.
Ik realiseer me maar al te goed dat er steden als Hanoi en Hue wel erg
veel mensen zijn en het verkeer erg drukke momenten heeft. Ik vind de
mensen minder beleefd dan in Cambodja, dat komt misschien wel doordat
zij ook zijn opgescheept met vele miljoenen landgenoten. Het maakt het
land stressig. Er zijn uiteraard uitzonderingen. Zowel in mensen als
gebieden.
Zie voor het vervolg het tweede verslag van Cambodja 2012.
Johan (1 juli 2012)
Naschrift 8 april 2022: Ik ben Robert Silverman (30 november 1933) via
Facebook blijven volgen. We hebben hem tijdens onze reis in 2016 naar
Canada niet opgezocht. Het is de vraag of dat mogelijk was. Ik las namelijk
dat hij in dat jaar een hersenbloeding kreeg en de laatste jaren was hij
broos en dementerend. Op 20 februari 2022 is hij overleden.