Laos (2013)
Na diverse reizen door Cambodja en Vietnam heb ik eigenlijk nooit
echt interesse gehad in het derde land van Indochina. Ik heb wel eens
gelezen dat Laos in verhouding tot omringende landen saai is. Toch
wil ik nu het land graag zelf een keer ervaren, want de buurlanden
bevielen me zeer goed. Omdat er veel tijd gaat zitten in het voor-
bereiden van een reis door een onbekend land, heb ik besloten om een
landarrangement van drie weken bij Sawadee te boeken. Zij bieden een
route aan waarbij je heel veel van Laos te zien krijgt.
Aansluitend valt het Chinese Nieuwjaar, oftewel Spring Festival Week.
Weiwei en ik hebben het er over gehad om dan net als vorig jaar samen
te reizen, maar ze heeft gekozen om naar haar ouders te gaan omdat ze
dat vorig jaar niet deed. Anders waren we misschien samen naar Vietnam
gegaan, of was ze bij mij in Laos gekomen. Ze wil ook graag naar Nepal,
maar daar zou de beschikbare tijd erg kort voor zijn.
Ik heb lang gewacht met een beslissing nemen over wat ik zelf zou doen
en uiteindelijk besloten om de visumperiode voor Laos van 30 dagen vol
te maken en af te sluiten met een week in Luang Prabang. Vanwege de
positieve reputatie die dit stadje heeft. Het schijnt één van de
aangenaamste steden in Zuidoost-Azië te zijn. Dat klinkt veelbelovend.
Dat houdt wel in dat ik twee dure vluchten heb geboekt, namelijk van Pakse
in het zuiden van Laos terug naar Luang Prabang en van Luang Prabang naar
Bangkok. Dit is een efficiënte maar dure oplossing, daar ben ik me van
bewust. Vliegen naar en in Laos is nu eenmaal duur.
Eerst reis ik een paar dagen door Thailand naar Chiang Rai.
Bangkok DMK Airport
Maandag 14 januari. Sinds oktober vorig jaar vliegen budgetmaatschap-
pijen op het oude Don Mueang vliegveld van Bangkok, AirAsia dus ook.
Ik ben hier nog niet eerder geweest. De rijen bij de douane zijn lang.
Ik haal een grote hoeveelheid baht uit een ATM (kosten 150 baht) en ga
naar buiten naar de taxirij. Bij een meisje krijg ik een bonnetje en
een chauffeur toegewezen. Hij kent het The Atlanta Hotel niet. Op een
gegeven moment vraagt hij of ik via 'highway' wil. Dat kost 45 baht
extra en 'you pay'. Prima wat mij betreft. Het blijkt maar een klein
stukje te zijn.
Na een afrit moeten we via een parallelweg nog een paar kilometer terug
en dan zijn we al snel in de straat waar het hotel zit. De rit kost 229
plus 50 surcharge en de tol, in totaal 314 baht.
Bangkok
The Atlanta Hotel is in 1952 opgericht en een ware klassieker. Vooral
de lobby is een stap terug in de tijd. Bij het inchecken krijg ik een
welkomstdrankje. Om half acht ben ik op mijn kamer (B7). Ik besluit om
niet meer naar buiten te gaan en in het restaurant te eten. Daar is
het beleid dat er geen popmuziek wordt gedraaid. De muziek komt uit de
jaren vijftig of eerder. Twee kleine gezette serveersters bedienen.
Geen schoonheden. Net als in de lobby is dit een plek waar Wi-Fi
ontvangst is, dus heb ik mijn netbook meegenomen. Ik eet chicken salad,
enorme fruit platter met een grote fles water (100 + 50 + 15 baht).
Dinsdag 15 januari. Afgelopen nacht weer wakker geweest met kiespijn
en ibuprofen genomen waarna de pijn wegging. Het douchewater is niet
echt warm. Ik loop naar Southeast Farmacy ter hoogte van Sukhumvit 15
om antibiotica te halen. Dat kan ik zonder probleem kopen (9 capsules
voor 480 baht). Het is behoorlijk warm en het grootste deel van de dag
breng ik door in het Benjasiri Park, op een bankje of in het gras.
Tussendoor haal ik wat te eten en water bij één van de vele 7 Eleven
winkeltjes.
Vanaf vier uur wordt het steeds drukker. Misschien is dit park wel de
beste plek in Bangkok om met dit warme weer door te brengen, want van
koele shopping malls wordt ik vooral moe en hier kan ik lekker in het
gras liggen. Ik eet weer in mijn hotel: pasta met kip, ham en groenten
met een grote fles water. Weiwei is na het eten op Skype en komt met het
plan om vanaf eind mei met mij en van haar vrienden door Europa te reizen!
Dat betekent dat ze het nog drukker krijgt met voorbereidingen om in
Nederland te komen studeren. We nemen één en ander door, zoals het visum,
tickets en de planning.
Woensdag 16 januari. Dit keer maar in het hotel ontbijten: pannenkoek
met banaan en thee (80 baht). De prijzen in het restaurant vallen mee.
Mijn vlucht naar Chiang Rai - in het noorden van Thailand - gaat om kwart
voor twaalf, dus neem ik om kwart over negen een taxi naar het DMK
vliegveld. Via het hotel kost dat 450. Ik vroeg waarom het veel duurder
is dan van het vliegveld naar het hotel. Als antwoord kreeg ik dat het
een vaste prijs is. Met een metertaxi en tol (45) en express way (60)
lukt het dit keer voor 278 baht.
Het oude vliegveld van Bangkok valt me reuze mee. Vier studentes
interviewen mij in gebrekkig Engels. Tien vragen over mijn bezoek aan
Thailand. Ze hebben hun papiertje nodig om de vragen te kunnen stellen en
nemen het gesprek op. Eerst twee voor de eerste vijf vragen, dan de andere
twee voor de rest. Thailand staat ergens bovenaan landen met zeer matig
Engels. Raar wanneer je bedenkt dat hier veel buitenlanders komen. Ze
hebben een Hello Kitty tas met presentjes. Ik krijg een kleinigheidje.
Chiang Rai
Eigenlijk heb ik een foutje gemaakt in de planning, want ik was graag een
paar dagen langer in Chiang Rai geweest. Dat is een aangename stad waar
ik eind 2011 een mooie tijd heb gehad. Vanaf morgen sluit ik me namelijk
al aan bij de groepsreis door Laos. Die begint op het vliegveld. En is een
dag naar voren verschoven waardoor ik hier nog minder tijd heb. Het vlieg-
veld is klein, mijn koffer komt snel tevoorschijn. Ik betaal 200 baht bij
de bali voor taxi's. Best veel, maar ik ken geen andere optie. Mijn jonge
chauffeur heeft een oude Volvo automaat. Ik vertel hem dat ik zelf ook
Volvo rijd.
De eigenaresse van Baan Bue Guesthouse heet Tim en vertelt me dat ik een
half uurtje moet wachten want mijn kamer is not niet gereed. Ze praat
graag en veel en wil van alles van mij weten. Haar dochter is vijftien.
Het guesthouse heeft een mooie tuin op een binnenplaats. Ik ontmoet een
echtpaar uit Arnhem dat hier al jaren komt en steeds van oktober tot
april een huis voor 180 euro per maand huurt. Hun eigen huis verhuren ze.
Financieel kan dat goed uit. Ze hebben veel ervaring met reizen in China
en Cambodja. Zij werkt als freelance HR in de regio Arnhem, hij veel voor
Buitenlandse Zaken in Oost-Europa.
Halverwege de middag loop ik naar Jidapa, de 'gossip lady' mnet Chinees
bloed. In december 2011 heb ik hier een aantal mensen leren kennen, waar-
onder haar. Ze presenteert haar guesthouse/tourbureau/cooking school nu
iets beter. Er is niemand wanneer ik naar binnen stap, maar na een tijdje
komt ze uit het kamertje achter haar kantoor. Volgens mij heeft ze een
dutje gedaan en televisie gekeken. Ik help haar om duidelijk te maken wie
ik ook al weer was. De bergmeisjes wonen hier niet meer. Ze hebben nog
wel het zelfde werk. Ze zijn laag opgeleid en hebben weinig keuze.
Van Teo Montana heeft ze sinds april vorig jaar niets meer gehoord.
Volgens haar werkt zijn e-mailadres niet meer en zit hij misschien in
Amerika. Ik zeg dat hij zijn fotoblog nog wel bijna wekelijks bijwerkt en
hij recent nog foto's uit deze regio heet geplaatst. Ze heeft ruzie met
hem en gezegd dat hij weg moest gaan. Volgens haar is hij 'crazy'. Toch
heeft hij volgens mij een goed hart. Ze heeft hem vijftien jaar geleden
voor het eerst ontmoet. Dat wist ik niet. Haar Engels is niet altijd even
duidelijk, maar ze vertelt dat hij met haar tweede man dronk en haar man
door veel drank omviel en kort daarop is overleden. Dat was op 7 januari
2011. Ook dat wist ik nog niet.
We spreken 's avonds om zeven uur af om te gaan eten op de night market.
Wanneer ik aan het einde van de middag dit verslag bijwerk, wordt ik door
muskieten aangevallen. Er zit niet voor niks gaas voor de ramen en deuren.
Dan komt 'gossip lady' niet opdagen. We hadden afgesproken bij de 7 Eleven.
Ze zal wel nog van alles moeten doen. Ik wacht ruim een half uur op haar,
dan geef ik het op. De eigenaresse van de massagesalon tegenover de 'night
market' zie ik dit keer helemaal niet. Daar zat ik bij de vorige reis 's
avonds vaak voor een praatje. Ze was weduwe van een Deen en had een zoontje
van hem.
Op de markt zit ik aan tafel bij een jong stel uit Canada. Ze doen een
lange reis door Azië. En laat nu net Cambodja een mindere indruk op hun
hebben gemaakt, door veel bedelaars, vooral kinderen. Vietnam blijkt hun
favoriet. En ook China en Laos hebben een goede indruk gemaakt. Ze zijn
in Zuid-Korea begonnen.
Net voor het steegje naar mijn guesthouse praat ik nog met een Nederlander
die aan tafel zit bij drie massagedames. Hij zit hier liever dan in een
bar, dit is goedkoper. Hij is met een Thaise getrouwd. Zij heeft nu een
Zwitserse vriend. Hij stemt pas in met een scheiding wanneer hij 49% van de
waarde van het huis krijgt. En dat schijnt nogal wat te zijn. Hij geeft nu
Engelse les op een lagere school en is hier al langere tijd. Zijn bijna-ex
woont in een provincie net ten zuiden van Chiang Rai.
Chiang Rai Airport
Donderdag 17 januari. Om negen uur word ik met een prive-taxi voor 200
baht naar het vliegveld van Chiang Rai gebracht. Door een jonge vent in
een sportieve Mitsubishi. Die heb ik bij de Tim besteld. Geen idee waarom
ik geen metertaxi's krijg die ook echt als taxi te herkennen zijn. Iets
later dan volgens het oorspronkelijke schema, namelijk om tien uur, komt
het groepje van zeven mensen waarmee ik de komende drie weken van noord
naar zuid door Laos ga reizen. Zij gaan daarna door naar Cambodja, maar
dat voegt voor mij niks toe omdat ik daar al vaak ben geweest.
De lokale gids die we hebben heet Thong. Hij sprak mij al aan nog voor
ik iets tegen hem had gezegd. Kennelijk kan hij zien dat ik Nederlander
ben, want bij de andere zeven wist hij dat ook vrij goed in te schatten.
Chiang Kong
In twee uur rijden we met een zilvergrijs Toyota busje naar Chiang Kong.
Er is voor flesjes water gezorgd. Onderweg weinig bebouwing, veel rubber-
en bananenbomen en rijstvelden. We zitten in een luxe hotel aan de Mekong
Rivier. Ik doe snel was op de kamer. Omdat ik geen lange vliegreis achter
de rug heb en al aan het tijdsverschil gewend ben, ga ik als enige direct
op zoek naar een kleiner restaurantje voor de lunch. Richting de haven
vind ik Le Noir naast Rider´s Coffee en eet daar een prima maaltijd met
noodles, noten, taugé en een flesje vruchtensap (60 Baht).
Daarna kijk ik bij de haven. Veel Isuzu vrachtwagens met handel uit
China. Even verderop zijn bootjes die mensen naar de overkant brengen.
Daar moeten wij morgen zijn. Het is warm. Ik schat in de buurt van 27
graden. Chiang Kong is weinig meer dan een weg parallel aan de Mekong
met winkels, restaurants, andere bedrijvigheid en een paar tempels.
Ik bezoek een kleine kledingmarkt en loop dan terug naar de rivier.
Er loopt een mooi pad langs de Mekong. In het zuiden is een aanlegplek
voor smalle boten waarmee allerlei handelswaar vervoerd wordt.
Waarschijnlijk naar dorpen langs de rivier.
Ik koop water en chips bij 7 Eleven en zit in de buurt van het hotel
lange tijd langs het water in de schaduw. Even later komt Joop me
gezelschap houden. Hij heeft veel reiservaring en interessante landen
bezocht, zoals Chili, Tibet, Ethiopië, India en zelfs Iran. Chiang Kong
is een relaxte plaats en het is geen straf om hier een nachtje of zelfs
langer te blijven.
Rond half zeven trek ik een lange broek aan en ga met de groep in het
restaurant bij het hotel eten. Omdat het er betrouwbaar uit ziet, kies ik
chicken salad (100 baht). Ongeveer de helft van de groep neemt
malariatabletten. Ik heb daar niet eens meer aan gedacht, maar wel
muggenolie bij me. Voor zover ik weet kan malaria alleen tijdens
het regenseizoen voorkomen. Mijn kamergenoot Rob gaat tegen negen uur
slapen. Ik heb een plekje achter de lobby gevonden waar ik een uurtje
met Weiwei kan skypen.
Vrijdag 18 januari. Bij de groepsreis van Sawadee zit het ontbijt in-
begrepen. Dit hotel levert een aardig ontbijtbuffet. Om half negen worden
we in tuk tuks naar de grens gebracht waar we in een rij aansluiten voor
de Thaise douane. Het departure formuliertje wordt uit het paspoort
gescheurd en er komt een stempel in met de uitreisdatum. Dan gaan we met
onze bagage in een hoog tempo in een kleine overdekte boot naar de
overkant.
Laos / Huay Xai
In de grensplaats Huay Xai krijgen we het visumformulier en een arrival
/departure formuliertje voor Laos van Thong. Dat vullen we tegenover
het grenskantoor in op het terras van een restaurantje. Thong levert
onze paspoorten samen met de formuliertjes en een pasfoto in. Tien
minuten later kunnen we het paspoort met visum voor $35 ophalen. Thong
wisselt bij het loket tegenover de douane voor ons 100 euro of dollar
om naar Laotiaanse Kip. Daarna is er nog een weinig voorstellende grens-
controle.
We wandelen door de hoofdstraat van Huay Xai naar links, daar is een
ATM, eigenlijk had ik daar liever geld uit de muur gehaald, want nu
heb ik $100 opgeofferd waar ik 794.000 kip voor kreeg. Maar hoogst-
waarschijnlijk heb ik meer dan genoeg dollars bij me. Huay Xai is ook
best een leuke plaats en geeft al een eerste indruk van verschillen
met Thailand. Zoals eenvoudiger huizen.
In het noorden van Laos hebben we tot Luang Prabang een middelgrote Toyota
bus zonder airconditioning. Onze chauffeur heet Sang en dat betekent
olifant. Laos heet eigenlijk Lao, maar de Fransen hebben er een 's' aan
vastgeplakt.
Laos is nog niet zo lang opengesteld voor buitenlanders. Wat dat betreft
lijkt het een beetje op China. Beide landen zijn lange tijd afgesloten
geweest. Laos heeft een roerige recente geschiedenis. Gek genoeg hebben ze
hun oude kolonialisten, de Fransen, gevraagd om het toerisme op gang te
brengen.
We zijn nog maar net onderweg of we stoppen bij een dorp waar bamboe-
papier wordt gemaakt. Ze doen dat bij de rivier door natte smurrie op
zwarte doeken in de zon te laten drogen. Daar wordt ook de was in de
rivier gedaan. Het water ziet er schoon en fris uit. Het dorp heeft
een opvallend grote school. Naast de school spelen een paar mannen
jeu de boulle, nog iets waaraan Franse invloed is te merken. In het
dorp zelf worden we achtervolgd door kinderen die voor 5.000 kip
(50 eurocent) stukken bamboepapier willen verkopen. Een enkeling uit
de groep doet dat. Andere maken volop foto's. Ik heb helaas te weinig
ballonnen en maak de fout door in het begin te geven waarna de rest
van de route kinderen bij me blijven lopen en om 'plomblom' vragen.
Halverwege lunchen we langs de weg in een verhoogd open hutje waar
mensen op het platteland op het heetst van de dag vaak in doorbrengen.
De chauffeur heeft bakjes met nasi voor ons meegenomen. Het is nog
niet eens koud. Een paar keer is er een bus of vrachtwagen verongelukt.
Er zitten aardig wat bochten in de weg, al is het niet zo erg als bij
voorbeeld in Noordwest-Thailand. Het asfalt is van een goede kwaliteit
en soms moet er flink worden geklommen.
Niet ver van de eindbestemming stoppen we nogmaals bij een dorpje.
Het meest bijzondere zijn opslaghutjes op palen voor voedsel. En dan
met name de verschillende manieren die ze hebben om te voorkomen dat
ratten en mieren naar binnen kunnen komen. De mensen zijn hier vrij
fotoschuw. Kinderen rennen weg en volwassenen willen ook liever niet
op de foto. Aan de rand van het dorp is een groep op het land aan
het werk. Ze hebben plastic stroken over het veld liggen om condens
op te vangen. De gewassen groeien door gaten. En er loopt ook nog
een irrigatieslang onder het plastic door. Zeer vindingrijk.
Luang Nam Tha
Rond vier uur arriveren we in Luang Nam Tha. De eerste drie nachten
zitten we in het nieuwe deel van de stad. De Amerikanen hebben hier
in de 'geheime oorlog' jarenlang geprobeerd om een bufferzone te
verdedigen. Samen met het Thaise en het koninklijke Lao leger vochten
ze tegen de communisten die Luang Nam Tha aan alle kanten omsingelden.
De Chinezen waren hier al eerder actief om wegen aan te leggen, zodat
ze sneller rechtstreeks naar Thailand konden. Ook de Viet Minh van
Ome Ho (Chi Minh) liet zich niet onbetuigd. Zij ondersteunden de
Pathet Lao die vochten voor hun vrijheid.
De Amerikanen dropten varkens, zakken rijst en wapentuig waarmee ze
dorpen van minderheden in stand hielden. De oorlog moest geheim
blijven en dat kreeg je niet vooral elkaar als je bommen ging gooien
en de Chinezen kwaad maakt. Uit frustratie kwam het op het einde toch
tot een bombardement. Luang Nam Tha werd met de grond gelijk gemaakt.
Dat staat niet In de geschiedenisboeken vermeld. Het nieuwe Luang
Nam Tha ligt aan de noordkant van het vliegveld.
Er is helaas geen Wi-Fi in het hotel. Er is gratis koffie en thee in
de lobby. Ik werk mijn verslag voor een deel bij en om zes uur gaan
we met de hele groep en Thong naar Manychan in het hart van het centrum.
Ik heb direct al een typische Laotiaans gerecht: fish laab (28.000),
fruitsalade (7.000) en lemon juice (7.000). De laab is best pittig,
maar de komkommer compenseert dat voor een groot deel.
Het drinken is op kosten van Sawadee. "Njok njok tam tam tam!", wat
proost betekent. We nemen daarna aan de overkant van de straat nog een
kijkje bij de 'night market'. Die is zeer kleinschalig. Minderheden
verkopen er hun spullen en backpackers en jongeren uit de omgeving
komen hier om te eten en drinken. Ik koop met assistentie van Thong
en een verkoopster van een grote open winkel een simkaart (10.000)
en voor 50.000 aan beltegoed. Ik kan zo in ieder geval contact houden
met Weiwei en eventueel met nog te maken lokale vrienden.
Zaterdag 19 januari. Weer om kwart voor zeven wakker en om half acht
ontbijt. Het is bewolkt en aardig fris. Ik heb een fleecetrui aan.
Er gaat 420.000 Kip in de fooienpot. Om negen uur gaan we met de gehele
groep 80.000 kip (uit de pot) een fietstocht van circa 20 kilometer in
de directe omgeving van Luang Nam Tha doen naar dorpen waar minderheden
wonen van de Akha en Black Thai. Thong geeft een kopie van het zelfde
kaartje dat ik ook van internet heb geplukt. Hij heeft gisteren aan-
gegeven dat een fiets tussen de 15.000 en 30.000 per dag kosten.
Die fietshuur, entree voor een stoepa en lunch zijn inbegrepen. Thong
had bij het ontbijt al de korte broek aan, dus doe ik dat ook voor
we vertrekken.
We halen de fietsen bij Zuela Guesthouse. Eerst rijden we langs een
markt, een steenfabriek en een dorpje waar een vrouw zit te weven.
De eerste echte stop is bij een rubberplantage. Een groot terrein
met bomen waar groeven in zijn gekerfd. Dat doen ze 's nachts omdat
het dan het meest vochtig is. Er hangen bakjes aan om de olie op te
vangen. Droog. De eigenaar komt net op zijn brommer langs om eenden
eten water te geven. Hij heeft zijn kleine dochtertje op zijn rug
gebonden. De rubber wordt naar China geëxporteerd.
De volgende stop is bij een gouden stoepa. Om daar te komen moet
een trap van 175 treden worden beklommen. Er staat een ruïne bij als
gevolg van een bombardement van door de Amerikanen. We lopen drie
rondes om de stoepa. Het eerstvolgende dorp is van de Black Thai.
Hier zijn whiskystokerijen met laolao. Het valt op dat jonge meiden
zich daar mee bezighouden. In het volgende dorp is ook een groep
Fransen die hier per bus zijn. Bij alle huizen hangt kleding.
Het landschap is heel aardig met veel rijstvelden. De ´mountain
rice´ van hier is van een goede kwaliteit en wordt veel naar Luang
Prabang vervoerd. De zon is inmiddels doorgebroken en het is gelijk
een stuk warmer. Maar goed dat ik een korte broek draag.
We komen in het zuidelijke deel van Luang Namtha uit, waar ook het
Boat Landing guesthouse is. Thong heeft appels meegebracht die we
ter hoogte van een mooi beschilderde tempel eten. Even voorbij Boat
Landing ligt in het bos een begraafplaats van animisten. Ze liggen
in de grond begraven maar hebben een monumentje op palen met een
foto boven het graf. In het volgende dorp laat Thong iets zien van
het proces van zijde. Er hangen korfjes die ze gebruiken om paling
mee te vangen. Een brug over de rivier is weggevaagd, maar er is
nu een smalle provisorische brug van bamboo waar je ook met de
fiets en zelfs met een motobike over kunt.
Dan volgt een lang stuk over een zandpad door een paar dorpen.
Tot we op een grote weg komen. Langs die weg is een bruiloft
gaande. Een beetje vergelijkbaar met hoe ze dat in Cambodja doen.
In een grote feesttent. We eten even verderop bij een wegrestaurant
midden in een open landschap: soep met groenten en tofoe, per
persoon een flinke hoeveelheid sticky rice in een rond afgesloten
mandje, groene papajasalade, noedels met varkensvlees en gemengde
groenten. Ee aardige lunch met typisch Laotiaans eten. Thong laat
mij de groepsfooi geven.
Tot slot nog een aardig stuk over deze goede weg, tot we over een
brug weer in Luang Nam Tha uitkomen. Ik haal een miljoen kip uit
een ATM van BCEL, want het is snel gegaan met mijn geld. En verken
het stadje wat uitgebreider nu ik de fiets nog heb. Ik vind het
eigenlijk zonde om te gaan rusten, Mijn kamergenoot is verkouden en
ligt op de kamer te snurken. Ik zit een tijdje voor het hotel en
observeer het voorbij komend verkeer.
Daarna ga ik in de lobby zitten. De kinderen van de jonge manager
zitten daar tv te kijken. Ik zeg dat ze het geluid wel aan mogen
zetten. Hun vader vertaalt dat. Hij is de enige die Engels spreekt.
Hun jonge moeder komt er even later bij zitten. De beelden op
televisie zijn met een moord en wurgpartij niet geschikt voor kinderen.
Ik maak een gebaar dat de kinderen een hand voor hun ogen zouden
moeten hebben, maar de moeder schijnt er niks om te geven.
Even later komt de manager er zelf ook bij zitten en hij wil graag
praten. Dit blijkt maar een saai baantje te zijn. Wanneer er geen
gasten zijn, dan zit hij hier televisie te kijken. Het echtpaar is
van de White Hmong en ze hebben elkaar leren kennen toen zij 12 was
en hij 18. Een maand later waren ze getrouwd en hun dochtertje is
nu 7 en zoontje 5. De moeder is nu 20 terwijl ze er nog als een
meisje uitzien. Heel tenger. En hij is 26, maar ziet er ook nog uit
als een jongen. Zijn eigen moeder is van de Green Hmong. Hij komt
uit een gezin van 7 en zij uit een gezin van 6 kinderen.
Hij heeft zijn school niet afgemaakt, maar is handig. Eerst heeft
hij als tour guide gewerkt, maar dat was te eentonig. Daarna aan
de grens met Thailand in een Chinees casino. Hij spreekt naast Hmong,
Laotiaans en Engels ook Thais en Chinees. Het casino wordt over
99 jaar eigendom van Laos. Nu is hij dus manager van dit hotel.
De eigenaar van het hotel is gouverneur en heeft hier ook een
autobedrijf. Hij verdient nu $150 per maand. Het werk als tour
guide kan lucratiever zijn. Na de geboorte van hun twee kinderen is
zijn vrouw nog een keer zwanger geraakt, maar dat hebben ze later
aborteren. Ze willen niet meer dan twee kinderen. Zijn zoontje
heeft gezien dat ik ballonnen heb, zegt de vader. Ik twijfelde of
ik die wel zou geven, maar het zijn hele rustige kinderen. Nu geef
ik ze elk één.
Ik wil weten of er naast de mensen die in de toeristenindustrie
nog meer zijn die Engels spreken, maar volgens hem is dat zeer
minimaal. Bij de dorpen waar we vandaag waren heb ik ook nergens
iemand "Hello" horen roepen. Hij vertelt me het verhaal van de
Amerikaan Bill die hier dertig jaar heeft gewoond. Die heeft het
tourbureau Green Discovery opgericht en geholpen met de oprichting
van Boat Landing. Bill is volgens hem nooit getrouwd geweest.
Later is hij gaan samenwerken met een zeker Paul. Die was nogal
actief in het bekeren van dopelingen naar het christendom.
Dat kon de regering niet waarderen. Die Paul is drie jaar geleden
letterlijk verdwenen. Sindsdien mag Bill het land niet meer in.
Zijn Laotiaanse vrouw runt Boat Landing.
Om half zeven fiets ik terug naar het centrum, lever de fiets in
en ga weer naar Manychan. Omdat hij alleen zit, ga ik bij Joop
aan tafel zitten. Ik heb een bananenpakkenkoek (12.000), fruit
plate (7.000) en lemon juice (7.000). In het restaurant is ook
Wi-Fi zodat ik even via Skype met Weiwei contact kan hebben.
Maar we zijn beiden moe en houden het kort.
Zondag 20 januari. Om half acht weer ontbijt. Net als gisteren
bewolkt en vochtig. Om twintig over acht vertrekken we met onze
eigen bus ongeveer 60 kilometer richting het noorden naar Muang
Sing om enkele dorpen van minderheden te bezoeken. Onderweg komen
we al langs diverse mooie dorpen. De zon breekt snel door en de
temperatuur loopt evident op. We bezoeker een Akha dorp. Kinderen
verwelkomen ons. Ze spreken geen Engels. Thong vertelt iets over
het onderwijssysteem in Laos. Wil je echt verder studeren en
dokter worden dan ben je aangewezen op Vietnam of Thailand.
Hij heeft zelf twee jaar van zijn studie fulltime gedaan en later
avondstudie. Zijn baan als tour guide is lucratief, maar tijdens
het regenseizoen is hij huisvader en kan voor de kinderen zorgen
omdat veel toeristen dan wegblijven.
Muang Sing
Wikipedia: There are over nine minority groups in Mueang Sing
District. As of 2000 there were some 68 Akha villages, 26 Tai Lue
villages, 5 Tai Neua villages, 5 Yao villages, 3 Hmong villages
and 1 Tai Dam village in the district. These ethnic groups are
classified in terms of altitude such as Lao lum (lowland Lao) and
Lao sung (highland Lao). here are also many ethnic Yunnanese people
in the area, mainly traders. The Akha which comprise about 45%,
speak Tibeto-Burman languages and are mostly found in the rural parts
of the district, especially the hills, and the Tai Lu, 30% of the
people, form the largest ethnic group living in the main town.
Rond Muang Sing doen we een wandeling. Drie uit de groep lopen met
nordic walking stokken. Ze lijden aan die rare modeziekte. Eerst langs
bananenplantages en velden waar jonge rubberbomen worden gekweekt.
Voorheen vooral opium. Het eerste dorp is al heel mooi. Een beetje
zoals in Cambodja met huizen op palen. Jammer dat slechts een enkeling
klederdracht draagt. Zoals een oudere vrouw die eten aan het malen is
en een vrouw die zit te weven. Bij andere huizen hangt het wel op de
waslijn. De kinderen zijn een beetje wild. Aan het begin van het dorp
legt Thong enkele dingen uit over tradities en bijgeloof. Wanneer de
rest van de groep weer verder loopt, zie ik aan de rand van het dorp
een vrouw met ontblote borsten. Ze doet een sarong om en haar
onderbroek uit. Zo wassen ze zich hier.
Thong geeft ons een stuk 'sugar cane'. In het volgende dorp dragen
de vrouwen mooie rode wollen 'sjaals'. Maar de eerste vrouw die we
zien, duikt snel een huis in. Het volgende vrouwtje wil alleen op de
foto wanneer ze iets kan verkopen. Ik geef her en der wat ballonnen
wanneer er niet te veel kinderen in één keer in de buurt zijn.
Sommigen van de groep kopen wat weefsels van een groepje vrouwen die
in klederdracht zijn. Eén van de kinderen heeft een mooi gekleurd
mutsje met belletjes. Soms lopen we iets te snel door de dorpen om
voldoende tijd te hebben om foto´s te maken.
De tijd vliegt. Even buiten het laatste dorp lunchen we bij het
Adima guesthouse. Ik ben de enige van de groep die noedels met kip en
groenten heeft. De rest kiest vaak fried rice. Volgens Thong zitten
we hier op drie kilometer van de grens met China. Ik stuur een sms
naar Weiwei.
We rijden een stukje met de bus om vervolgens een dorp van de Jao
minderheid te bezoeken. Dat is veel levendiger. De huizen hebben een
andere stijl en zijn in meer gevallen van steen gemaakt. Ik heb de
indruk dat hier ook meer toeristen komen. Sommige kinderen vragen om
geld of pennen. Thong houdt de vaart er in. Terwijl er nu juist veel
mensen zijn om op de foto te zetten. Hier zitten veel meer vrouwen te
weven. En een groepje van die dames probeert weefdoeken te verkopen.
Bij de school staat een jonge moeder met een zoontje op de armen die
ze de borst geeft. De meisjes zijn bijzonder fotogeniek. Ik vraag haar
welke kinderen van haar zijn. Ze wijst drie meisjes aan. Ze heeft er
dus al minimaal vier!
Rond half vier vertrekken we. Op de terugweg dommelt de meerderheid
wel even weg. In de lobby praat ik weer met de manager van het hotel.
Hij stelt vragen over Nederland. In een groot gebouw achter het hotel
wordt morgen een Hmong bruiloft gevierd. Hij nodigt me uit om mee te
gaan. Ze zijn nu de hele nacht bezig om buffel- en varkensvlees voor
te bereiden. Een trouwerij kost ongeveer negen miljoen Kip. De ´Punoy´
is de rijkste etnische minderheid. Ze doen veel zaken en hebben vaak
auto's. Ik geef de dubbele Hello Kitty's uit de verrassingseieren die
ik heb meegenomen aan zijn dochtertje.
Daarna loop ik naar het stamrestaurant waar ik aan tafel zit bij mijn
kamergenoot en nog iemand uit mijn groep. Ik laat wat van mijn laatste
Amerika-reis zien en eet bacon salade (25.000) met lemon juice (7.000)
en skype met Weiwei.
Maandag 21 januari. Vandaag een half uurtje later. De dag begint weer
bewolkt maar het is vandaag minder vochtig. Drie mannen uit de groep
doen een trekking. De rest gaat om tien uur met de bus een zestal
kilometer naar het zuiden naar de Boat Landing. Een gerenommeerd
guesthouse uit 1999 langs de rivier met huisjes met een veranda.
Een hele mooie setting, in sommige details wat primitief, zo moet je
zelf de toilet doorspoelen. De elektriciteit stopt om tien uur en er
is geen internet. Het guesthouse is een idee van de Amerikaan Bill
Tuffin uit Colorado.
Van begin jaren zestig tot 1990 was Laos vrijwel afgesloten van de
buitenwereld. In 1994 werd toerisme weer toegestaan. De bevolking had
echter geen idee wat dat was. Het guesthouse waar we gisteren lunch
hadden, zit zeer strategisch vanwege de dorpen en fraaie omgeving om
te wandelen. Alleen valt het aantal mensen in klederdracht tegen,
waardoor sommige bureau´s dat guesthouse niet meer aandoen. Ik was
eigenlijk van plan om een fiets te gaan huren, want Boat Landing ligt
een beetje afgelegen. Er zijn dorpen in de buurt en met de warmte in
de middag is fietsen volgens mij beter dan wandelen.
Ik doe de was en blijf eerst bij vier uit de groep op het overdekte
terras. Ze hebben koffie gehad en ik besluit met hen te blijven lunchen.
Dat moet ook gebeuren. De prijzen zijn vrij hoog. Ik heb kippensoep met
gember (35.000) en een fruitsalade (15.000). Om twee uur ga ik fietsen,
ze hebben kleine damesfietsjes zonder versnellingen, 10.000 voor een
halve dag.
Eerst naar het dorp in de buurt waar we tijdens de fietsdag ook zijn
geweest en de provisorische bamboebrug. Het is heet en rustig. Ik ben
nieuwsgierig waar de luide muziek vandaan komt en via een zijpad kom
ik bij een veldje waar een enorme tent staat voor een bruiloft. Met
heel veel gasten. Vandaar ook vrouwen op brommertjes met mooie kleding
die ik al heb gezien. Ik krijg een paar keer bier met ijsblokjes aan-
geboden, maar daar begin ik niet aan. Een jonge vent spreekt een paar
woorden Engels. In het midden is een bandje aan het spelen en tussen
de tenten danst een groep vrouwen in rondjes, sommige met bier in de
hand.
Ik rijd naar het nieuwe deel van de stad, ondanks de wegwerkzaamheden
kies ik voor de kortste route, dus over de grote weg. Dat valt me mee.
Daar zie ik nog een gouden stoepa. Deze ligt aan de noordkant van het
stadje. De weg naar de stoepa gaat erg steil en ik moet het laatste
stuk lopen. Deze stoepa is groter en er staan beelden rondom. Aan de
achterkant gouden vrouwenfiguren en een grote liggen boeddha. Op de
terugweg kunnen de remmen van de fiets het hellingspercentage niet aan!
Bij het stamrestaurant zie ik twee van de drie mannen die vandaag de
trekking hebben gedaan koffie drinken. Ik ga bij hen zitten en bestel
lemon juice en bananenpannenkoek.
Zij nemen een tuk tuk, wat in dit geval gewoon een klein busje is met
banken in de laadbak. Ik vertrek om kwart over vijf en zorg dat ik
voor zonsondergang weer bij Boat Landing ben. In de rivier wassen
kinderen zich. Het is bijna etenstijd. Ik ga bij de groep zitten en
bestel Chinese thee (5000) en een schaal in de vorm van een bootje
met iets te weke en vette patat (15.000). De thee is een flinke pot.
Dinsdag 22 januari. Een frisse nacht met een kikkerconcert. Bij het
ontbijt neem ik pannenkoekjes en fruitsalade met thee. Het is koud
en ik besluit om te wachten tot het begint met opwarmen en bereid een
mail voor die naar Nederland gaat. Vandaag kies ik met de fiets
(20.000 kip) een route naar het zuiden. Het eerste nieuwe dorp is
klein, de zijpaden richting de rivier leveren de leukste ontmoetingen
op. Vooral kinderen en een mooie meid met de naam "La", die het haar
aan het wassen is. Even verderop steek ik de provinciale weg over en
blijf langs de rivier rijden. Nu is de weg breder en van een goede
kwaliteit, maar minder vlak. Op een plek waar drie fietsjes staan dal
af naar de rivier omdat drie kleine meisjes me wenken. Ze hebben wier
uit het water gehaald.
Ik neem de zelfde weg terug. Het is stoffig. Ik heb de zonnebril wel
nodig om mijn contactlenzen te beschermen en houd mijn hand voor mond
en neus wanneer er een stofwolk van snel verkeer is. Ik kom bij het
guesthouse waar ik water bijvul en mijn netbook ophaal. Daarna rijd
ik naar het centrum en ga op het terras internetten. Weiwei heeft me
gevraagd om een Engelse tekst te corrigeren en ik stuur de mail met
een paar foto's over de eerste dagen in Laos naar Nederland.
Het bestellen duurt dit keer erg lang. Ik heb noedels met bamboe-
scheuten (20.000) en lemon juice (7.000).
Het enige echtpaar uit de groep is vanmorgen al in het stadje geweest,
zit aan een andere tafel en brengt me op het idee om naar een grotere
bamboebrug aan de oostkant van Luang Nam Tha te gaan. Via die brug
kom je bij een paar dorpen, maar daar is het nu te laat voor. Ik blijf
even bij de brug en rijd dan terug. Bij het vorige hotel stop ik nog
voor een laatste praatje met de manager. Zijn kinderen zijn enthousiast
om mij weer te zien, vooral het dochtertje. Daarna langzaam terug naar
Boat Landing en direct door naar het zuiden om nu foto's bij namiddag-
licht te maken.
Jammer dat het niet te doen is om vanaf schemer nog op de veranda van
het huisje te zitten, want de muggen worden wakker. Ik bestel een
gemengde groentesalade (30.000) waar opvallend veel slasaus op zit.
De kikkers hebben er vanavond en vannacht ook weer zin in.
Woensdag 23 januari. Om acht uur zitten we al in de bus. Die neemt
eerst de route binnendoor naar het zuiden, naar de snelweg. Daar ben ik
gisteren met de fiets ook langsgekomen. Na ongeveer twee uur is er een
opstopping door een ongeluk. Volgens Thong is er een paar minuten
verderop een leuk dorp. We gaan lopen en de bus zal ons later weer op-
pikken. Bij het dorp wordt gras voor bezems verzameld, net als wat de
afgelopen dagen vaak langs de weg te zien was. Er is een kleinschalig
feest, het dorp is ook niet zo groot. Ik dans even mee. Ze hebben
grote kruiken met rijstwijn die ze met bamboestengels opzuigen.
Oudom Xai
Het is bijna twaalf uur wanneer we in Oudom Xai zijn. Tijd voor de
lunch. In een wegrestaurant waar ook een groep jonge Koreaanse vrij-
willigers zit en twee mooie meiden in militaire uniformen. Ik heb noedels
met een blikje Sprite. Een beetje zout, maar met chilisaus smaakt het
prima. De lunch wordt uit de pot betaald.
Om tien over half één zijn we weer onderweg. De weg is nu niet altijd
geasfalteerd en veel minder goed. Hij loopt over een paar aardige berg-
pasjes. Na twee uur rijden stoppen we bij een Hmong dorp. Daar is veel
te zien. Kinderen die ijsjes eten van een man die op een brommertje
langskomt met een deuntje via een megafoon. Een buffel, heel veel mooie
dode vogeltjes en één eekhoorntje aan een touw langs de weg. Eén van
de huizen is dicht. Naast de deur zit een tak. Volgens Thong is iemand
in het huis ziek.
Op het laatste stuk rijden we in een dal. Ik zie twee keer in een dorp
een vrouw buiten douchen in vol ornaat met haar voorzijde naar de weg
gericht. Opmerkelijk in een land waar het lichaam bij het baden in de
rivier zo bedekt blijft met een sarong. Ik had minimaal verwacht dat
ze met de rug naar de weg zouden staan. Thong laat de bus nog een keer
stoppen in een groter dorp waar hij appels voor ons koopt. Lekker!
Een half uur voor het eindpunt krijg ik een sms van Weiwei.
Ze wil me graag zien.
Nong Khiaw
Iets na vijven arriveren we bij het Phaxang Resort in Nong Khiaw.
Prachtige huisjes langs de Mekong Rivier met Wi-Fi! Dus kan ik vanavond
met Weiwei skypen. En er is een waterkoker op de kamer voor thee!
De chauffeur neemt hier afscheid van ons. Hij krijg 400.000 Kip fooi.
Volgens Thong kunnen we in een half uur naar het dorp lopen. Daar zijn
een drietal restaurants. Een zaklamp is dan handig. Ik heb een beetje
hoofdpijn en wil hier graag blijven zodat ik op tijd kan skypen.
Het eten is hier zoals te verwachten viel vrij duur. Ik eet fish laab.
Die is goed. Ze geven er een glas water bij.
Donderdag 24 januari. Weer vanaf zeven uur ontbijten en de bagage al
uit de kamer. We gaan met de boot naar Luang Prabang. Het resort ligt
aan de Ou rivier en we kunnen via de tuin afdalen naar de boot die
om tien over acht vertrekt. De bestuurder heeft zijn vrouw meegenomen.
Hij zit vooraan in de cabine, daarna onze bagage, vervolgens stoeltjes
onder een afdakje, ik zit vooraan naast Thong met een lange broek aan
en fleesejack, achteraan de vrouw van de eigenaar. Het eerste stuk is
aardig fris, wij zijn ook de windvangers. Thong komt uit één van de
dorpen langs deze rivier, maar woont bij Luang Prabang.
Om twintig over negen stoppen we bij een dorpje. Toevallig is daar net
een delegatie die educatie geeft, over bevallingen, biologie,
geografie van Azië, veelal in een spelvorm. De officials hebben
kaartjes om hun hals hangen. De bewoners zijn echter ook ingespeeld op
toeristen, want bijna ieder huis heeft wel een weefopstelling en er
hangen dan ook veel kleedjes. Kleurrijk. Het dorp zelf is ook heel mooi.
Ik zie ergens hoe ze van rivierwier met sesam een snack hebben gemaakt
die in de zon droogt. Bij een kampvuurtje roosteren ze twee ratten.
Verder over de Ou Rivier. We passeren een dam die door Chinezen wordt
aangelegd. Een tunneldam zodat het waterverkeer en de vissen er nauwe-
lijks last van hebben. Even verderop staat een kraan half in de rivier.
Daar wordt volgens Thong naar goud gegraven. Nog iets verder zoeken
meisjes met goudzoekersschalen naar goud. Een familie wast zich in het
water, vissers hebben markeringen aangebracht voor hun netten of fuiken,
er zijn roeibootjes maar ook bootjes met motoren, scheepswerfjes,
kinderen die in het water en zand spelen, jochies soms helemaal naakt.
Vaak wuiven ze naar ons. Tuinen met hekken om tegen buffels te beschermen.
De bestuurder van de boot heeft veel ervaring. Hij weet waar het diep
genoeg is en hoe stenen te ontwijken en het beste door stroomversnellingen
te raken. Die maken de reis soms even spannend. En we wachten een keer
voor een tegenligger omdat er maar een heel smalle doorgang langs de
kant is, zeer dicht langs een steen. Om twaalf uur stoppen we bij een
mooie strandje voor lunch met meegenomen broodjes kaas, kip en tonijn.
Terwijl wij daar eten, komen kinderen om te baden. Om tien over half
één gaat de tocht weer verder.
Tien voor twee komen we bij de Mekong Rivier uit, bij de samenkomst
van deze rivieren zijn de Pac Ou grotten. De entree van 20.000 kip is
bij de reis inbegrepen. De grotten bevatten 1000 boeddhabeelden.
Helaas valt het een beetje tegen. De bovenste grot (Tham Ting) is
maar stoffig en is het lastig om iets op een foto vast te leggen.
Voor de bovenste grot (Tham Theung) moeten een paar trappen worden
beklommen. Het is behoorlijk warm. Die grotten hebben veel minder
natuurlicht. Ik heb gelukkig mijn zaklamp mee omdat die in de foto-
rugzak zat. Je kunt ook een zaklamp huren. Ook die valt tegen.
Ik heb contact met een groepje jongeren. Thong kent één van de meisjes.
Het laatste stuk gaat over de brede Mekong. De navigatie is op sommige
stukken nog wel lastig. En een grote passagiersboot waar je ook op
kunt slapen van de andere kant geeft nogal wat deining.
Luang Prabang
Voor vieren leggen we bij Luang Prabang aan. Voormalig hoofdstad en
daardoor veel tempels. Met twee tuk tuks worden we met de bagage op
het dak naar het Rama Hotel gebracht. De badkamers vallen me voor
een hotel uit deze klasse tegen. Maar er is Wi-Fi. Voor het gemak
eten we weer met de groep. Bij The House, omdat Thong die op een
plattegrondje heeft aanbevolen. Het restaurant is opgericht door een
Belg. Ze hebben jonge jongens in de bediening. De menukaart is prijzig.
Er staan ook Belgische maaltijden op en ze hebben uiteraard bier van
onze zuiderburen. Wanneer we dan toch in een westers restaurant zitten,
bestel ik maar een pizza (42.000). Die smaakt prima. Met een grote
fles water (10.000).
In de buurt van ons hotel zien we in een grote tuin van Roots & Leaves
(http://www.rootsinlaos.com) een dansvoorstelling in traditionele
kostuums met bijhorende livemuziek. Mijn eerste indruk van dit deel
van Luang Prabang is dat het op Ubud op Bali lijkt. Voor het eerst
in Laos warm genoeg om vanavond in korte broek en T-shirt te blijven.
Vrijdag 25 januari. Ik loop naar het oude centrum. Op de hoek van de
straat waar iedere avond de 'night market' is, staan overdag verkoop-
sters met verse vruchtensap en belegde broodjes. Ik heb al ontbijt
gehad in het hotel. Net als bij de lunch van gisteren zijn de broodjes
hier niet van lucht. In de smallere straatjes is een markt gaande,
de minderheden van dorpen uit de omgeving verkopen hun spullen gewoon
op kleedjes op de grond. Een mooie markt en een goede plek voor
'mensen kijken'.
Via de rivierboulevard loop ik naar een straat met veel gueshouses
in prachtige vrijstaande panden, waaronder Xayana. Daar zit ik aan
het einde van mijn verblijf in Luang Prabang. Op de hoek van die
straat zit Joma Bakery, waar ik ook al over heb gelezen.
In een parallelstraatje met guesthouses is het rustiger. Op de meeste
plekken in het centrum is laundry 8.000/kilo, maar hier is een huisje
waar het voor 6.000 kan en de fietshuur is hier ook slechts 10.000
per dag.
Ik zoek ook het Liberty Guesthouse op, daar verblijf ik later ook een
paar nachten. In een rustiger wijk. Ik loop binnendoor naar de Pousy
Market. Deze blijkt behoorlijk groot te zijn. Het is geen buitengewoon
exotische markt, ik heb in Azië boeiender gezien, maar toch leuk om
een tijd rond te dwalen. Met van die heerlijke witte Chinese peren
als buit loop ik terug naar het hotel. De mooiste vrouwen rijden hier
op scooters in traditionele lange rokken, een enkeling in een sexy
korte rok, soms met een paraplu tegen te zon. Op de kruising bij het
Rama Hotel eet ik bij een Indiaas restaurant: yoghurt met komkommer
en cheese naan, voor twee keer 10.000 kip. Een beetje een groezelig
restaurant, maar met een uitstekende menukaart.
Tijdens een pauze op de kamer is er veel herrie van een groep fanatieke
Amerikaanse jongeren die op het fitnessterras van het hotel zijn. Even
na half vier ga ik met Joop naar de Phou Si heuvel in het hart van de
stad waar een stoepa op staat die ik vanuit de hotelkamer kan zien.
We nemen de trappen aan de noordoostkant en worden al snel getrakteerd
op gouden boeddhabeelden, waaronder een grote liggende boeddha.
Een groepje novices heeft een kaart van Nederland met educatieve
vragen over alle provincies. Geheel in het Nederlands. Ze vragen ons
of we het kunnen vertalen. Ik lees op verzoek die van één provincie.
Ze nodigen me uit om overdag bij een school tegenover een bibliotheek
te komen, maar zo goed kan ik me hier nog niet oriënteren.
Joop is geloof ik een beetje ongeduldig, dus nemen we afscheid en
klimmen verder. Dat valt best mee, want onderweg is er genoeg
afleiding om een paar keer rust te houden.
Ergens halverwege betalen we 20.000 kip entree. We zijn sneller
boven dan verwacht. Op de top treffen we twee dames van de groep.
Joop installeert zich op de punt van het terras bij de stoepa waar
het beste zicht is op de stad, rivier en zon. We zijn nog vroeg.
Een uur later was ook prima geweest. In de tussentijd is het
behoorlijk druk geworden. Het fotolicht op de top is bijzonder
mooi en het is dan ook een zeer geschikte plek om foto's van mensen
te maken. Alleen al daarom de moeite waard is. De zonsondergang
zelf valt tegen. Om 17:42 trekt de zon achter een wolk weg.
We blijven nog een tijdje om te wachten of de lucht nog mooi gaat
kleuren, maar dat is pas het geval nadat we aan de westkant beneden
bij de night market uitkomen. De stroom valt een paar keer uit,
waardoor we weinig van de markt kunnen zien. De rest van de straat
vanaf de night market bestaat uit luxere restaurants, winkel en
bureautjes. Joop wil graag weer in The House eten. Dat is mij te
duur. Nu heb ik wel een paar goedkopere restaurants in de buurt
van ons hotel gezien, maar zie een klein terras voor een winkel
op een kruising en eet daar prima noedels met groenten en kip
(20.000). Daarna laat ik me niet verleiden door massagesalons,
maar ga via de markt terug naar het hotel. Luang Prabang Massage
naast The Pizza heeft overigens opvallend veel transen in dienst,
die wel in zijn voor meer dan alleen massage. Ik moet er niet aan
denken!
Zaterdag 26 januari. Een paar mensen uit de groep gaan vanmorgen
zeer vroeg kijken hoe monniken voedsel in potten verzamelen, die
ze van de bevolking krijgen. Ik blijf later nog een week in Luang
Prabang. Dus sla ik nu over. Na het ontbijt loop ik met mijn kamer-
genoot Rob mee. Allereerst zien we een ceremonie bij de tempel bij het
hotel in straat. Monniken slaan op een trom. Een groep mensen loopt
achter andere monniken - waarvan twee in het wit - om een stoepa en
gaat daarna in de tempel. Fascinerend. Later hoor ik van Thong dat
ze zo monnik worden.
We lopen door naar het noorden en zien een bamboebrug die alleen
tijdens de drogen maanden bestaat. Om het onderhoud te bekostigen
vragen ze 5.000 kip om er over te gaan. Een mooie brug over een zij-
tak van de Mekong. Aan de overkant bezoeken we de Vat Phan Luang
Ratsouda Ram, een kleinere tempel, met veel afbeeldingen op de
buitenmuur.
Een collage daarvan:
Aan deze kant van de rivier staan meer tempels, maar ons doel is de
meest bekende tempel van Luang Prabang, de Xiang Thong en dus gaan
we weer terug over de brug. Overigens zijn de restaurants langs het
water niet duur.
De entree voor de Vat Xieng Thong is 20.000 kip. Hij staat in bamboe-
steigers. Een bijgebouw bevat allerlei relikwieën en er zit mozaiek
op de muren. Bij meer gebouwen op het tempelterrein is mozaiek aan-
gebracht. In de tempel zelf staat een gouden boeddha en zitten veel
gouden afbeeldingen op de muur. Eén daarvan met mensen die in een
grote pan worden gekookt! Om eerlijk te zijn valt het mij tegen.
We lopen tot het einde van het schiereiland. Een mooie plek met een
parkje. Kinderen willen prularia voor $1 verkopen en de opbrengst
voor school gebruiken. Hier is nog een bamboebrug en er groeien gewassen.
We lopen een stuk langs de Mekong tot we in een bredere straat linksaf
slaan, wat drinken en ik aansluitend alleen blijf eten op een terrasje
diagonaal tegenover Thingkham Guesthouse: fried noedels met chicken en
egg (17.000). Dat smaakt prima. Sweet sour hebben ze helaas niet.
Bij The Pizza zie ik de dames uit de groep zitten. Zij gaan naar het
museum dat om half twee weer open is.
Na een lange pauze loop ik om tien voor vijf via de kortste route naar
de rivier. Onderweg zitten kinderen langs de weg, ze verkopen bloemen-
versiersels met afrikaantjes. Bij het begin van de markt zijn eet-
stalletjes. De zonsondergang bij de rivier is prachtig! Er zit een
lange reflectie in het water en er liggen bootjes, of varen voorbij,
zodat ik mooie foto's kan maken. Daarna loop ik over de night market
en koop voor Weiwei en mezelf T-shirts met olifanten van een jonge
vrouw. Ze is 28 en zwanger van haar eerste kind. Ik eet crêpe met mango
en chocolade bij een mobiel kraampje in het verlengde van de markt en
even verderop 'home made' yoghurt (5000k) uit een kleine supermarkt.
Op de terugweg probeert een ladyboy me te versieren. Zij/hij zit in
een klein restaurantje en wil dat ik mee naar een bar ga en zegt dat
zij/hij me een goede nacht kan geven. Ik zeg dat ik een vriendin heb
en kan zien dat ze geen 'girl' is. Weiwei heeft met twee coupons 50
foto´s van ons bezoek aan haar geboorteplaats laten afdrukken.
Die gaat ze tijdens het Spring Festival (Chinese Nieuwjaar) aan de
mensen geven.
Zondag 27 januari. Vroeg op. Om tien over acht uur worden we met een
negenpersoons tuk tuk buiten het centrum gebracht omdat grote bussen
hier niet zijn toegestaan. Vanaf nu hebben we een Hyundai bus met
siergordijntjes. Chauffeur Nom heeft zijn vrouw Tè meegenomen.
We krijgen een mandarijntje van haar. Het is bewolkt. De rit van
vandaag is 265 kilometer. De eerste stop is op hoogte met wolken in
een dal. Om kwart over tien stoppen we bij een groepje restaurants
langs de weg voor degene die koffie of thee willen. We komen regel-
matig door dorpen, met vaak grote schotelantenne´s, en altijd wel
mensen met kinderen langs de bochtige en groene weg. Soms ontbreekt
er een stuk asfalt. En er zijn plekken met landverschuivingen. Veel
vrachtwagens hebben een dubbel vooras.
Rond twaalf uur komen we bij een splitsing in Phou Khoun. In deze
plaats is ook een leuke kleinschalige versmarkt met allerlei vlees,
vis en gevogelte aan spiesen. Het is tijd voor lunch: fried rice
vegetables, een kleine kom heldere soep en een blikje Sprite uit
de pot betaald. We verlaten weg 13 en nemen de 7 naar Een paar keer
komen we buitenlanders per fiets tegen. Dat lijkt me met dit soort
wegen geen pretje. Vanwege de regen slaan we om half drie een stop
in een dorp over. Thong deelt mangosteen vruchten uit. We stoppen
wel bij Muang Souy, bij een meer, waar het nagenoeg droog is.
Mannen kijken daar naar een bokswedstrijd. Het landschap is nu
glooiend, er zijn meer velden met gewassen.
Phonsavan
Het district rond Phonsavan heeft ontzettend veel bomkraters,
landmijnen en clusterbommen. 35 kilometer verderop ligt Long Chieng,
wat met 400 vluchten per dag ooit het drukste vliegveld ter wereld
was. Om tien voor vijf zijn we bij Hotel Maly aan de rand van
Phonsavan. We eten gezamenlijk in het bijhorende restaurant.
Een ouder hotel met een ruime kamer. Ik heb curry vegetables met
een beetje rood gekleurde rijst (35.000). Prima eten. Het meisje
in de bediening is opmerkelijk klein. Thong heeft voorgesteld om
na het diner een dvd te bekijken over de Secret War van 1964 tot
1975. Het hotel is daarop ingesteld. Er staat een enorme televisie
met een zithoek bij kampuur. Want het is vanavond behoorlijk fris.
Aan de muur hangen ingelijste tekeningen van getuigen.
Er komen betrokkenen aan het woord. Zoals Vint Lawrence en Vang
Pao, de Hmong leider die tegen de communisten streed. De CIA voor-
zag hem van trainingen en wapens. Ze maakten gebruik van Thai,
omdat die op Laotianen lijken. De communisten werden vervolgens
gesteund vanuit Rusland. Tijdens deze oorlog zijn twee miljoenen
bommen geworpen, dat is meer dan op Duitsland en Japan samen! Air
America was de hofleverancier van de CIA. Een zeker Tony Poe was
de baas in Long Chieng. Hij was eerder betrokken bij het onder-
steunen van Tibetanen en de strijd om de Taiwanese eilanden.
Tony Poe heeft een beruchte reputatie.
Zie http://en.wikipedia.org/wiki/Tony_Poe
Volgens de documentaire was een derde van de Amerikanen onder
invloed van drugs die door de Hmong werd geleverd. Van 5 kilo
opium kun je 1 kilo heroïne maken. Uiteindelijk schijnen er 30.000
militairen actief te zijn geweest. Niet alleen de regio rond
Phonsavan, maar ook op de route van de Ho Chi Ming Trail is zwaar
gebombardeerd en er vallen ieder jaar nog steeds 60 a 100 slacht-
offers door onontplofte explosieven. Het kost nog jaren om dat op
te ruimen. Na de oorlog zijn veel Hmong naar Wisconsin en Californië
geëmigreerd. Overigens werd er in 2003 een groep Hmong strijders
ontdekt die nog steeds dachten dat er een burgeroorlog was.
Maandag 28 januari. Niet zo diep geslapen. Het matras te zacht,
met kuilen en ik heb ook flink gedroomd. In de eerste droom heb ik
een jochie een pak rammel gegeven. In de tweede werd ik met een
geldhandeling belazerd. Geen idee in welk land ik was. In Phonsavan
zijn sommige borden langs de weg voorzien van Chinese en Vietnamese
teksten.
Thong geeft ons een keurig overzicht met de uitgaven uit de pot tot
en met gisteren. Een uurtje later dan gebruikelijk rijden we tot de
rand van de stad naar een ´mulberry farm´. We zien velden waar van
de bladen groene thee wordt gemaakt en van de takken rode thee.
In een klein gebouwtje zijn enkele zijderupsen die verse blaadjes
hebben gekregen. Er blijkt witte en gele zijde te bestaan. In een
volgend gebouwtje verwarmt een vrouw de cocons en trekt de zijde
in een mand. In de tuin staan allerlei planten en vruchtenbomen die
worden gebruikt om de zijde te kleuren. In een groter gebouw staan
veel weefopstellingen, die voor een deel worden gebruikt door vrouwen
van de Black en Red Tai en Lao Phuan. Bij het winkeltje krijgen we
een kop groene thee.
Vallei der Kruiken - site 3
Daarna rijden we met onze eigen bus door een mooie omgeving naar
site 3 van de Vallei der Kruiken.
Wikipedia: Initial research of the Plain of Jars in the early 1930s
claimed that the stone jars are associated with prehistoric burial
practices. Excavation by Lao and Japanese archaeologists in the in
tervening years has supported this interpretation with the discovery
of human remains, burial goods and ceramics around the stone jars.
The Plain of Jars is dated to the Iron Age (500 BCE to 500 CE) and
is one of the most fascinating and important sites for studying
Southeast Asian prehistory.
Er wordt net aan de weg gewerkt, en die is al zanderig, dus geen
snelle rit. Onderweg zijn enkele mooie vrijstaande houten huizen.
Sommige mensen dragen conische Vietnamese hoeden. In een dorp lopen
we over een brug een stukje over smalle paden door de velden naar een
door houten hekken afgezet terreintje met mysterieuze kruiken van
site 3. In één daarvan kun je staan en ik ben zo lollig om dat te
doen. Fascinerend om te zien, maar lastig om op foto's vast te leggen.
Aansluitend lunchen we bij het eenvoudige restaurant met rieten dak
waar Thong de kaartjes heeft gekocht. We hebben bakjes met fried
rice van ons hotel met een flesje water en twee kleine bananen.
Die hebben pitten! Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt.
Vallei der Kruiken - site 2
Vervolgens lopen we over een erf van een huis aan de overkant van
de doorgaande weg en door de velden over een heuvel. Het begin is
lastig, omdat er een greppel is en een brug van drie naast elkaar
gelegen planken. En een paar keer een hek. Het MAG, Mine Advisory
Group, heeft met stenen markeringen aangegeven dat het pad vrij van
mijnen is. Buiten het pad lopen wordt afgeraden. We zagen onderweg
een team van MAG aan het werk. Op de top zijn zandveldjes met hutjes
waar volgens Thong kleine vogeltjes met visnetten worden gevangen.
In de afdaling loop het pad tussen lage bomen met schaduw naar
site 2. Daar ligt een steen met een kikker of mensfiguur en de
kruiken zelf zijn in een stuk bos met grotere bomen dan bij site 3.
Thong vraagt om mijn telefoonnummer. Hij heeft direct aansluitend
aan deze reis nog een groep uit Nederland en is drie nachten in
Luang Prabang wanneer ik daar ook zit. Dan zou ik bij hem kunnen
eten.
Vallei der Kruiken - site 1
Om kwart over twee zijn we bij de bus voor een rit van drie kwartier.
In de buurt van Phonsavan slaan we af naar site 1, de grootste van
de drie. Daar zijn ze net bezig met opnames van een videoclip voor
een zoetsappig lied. De zangeres is prachtig gekleed in een kostuum
van minderheden. Ze glimlacht een paar keer naar me wanneer ik een
foto van haar neem. Later praat ik kort met haar. Ze komt uit
Frankrijk, uit Orleans! Maar is van oorsprong Laotiaanse. Op een
lager gelegen deel liggen veel meer kruiken, waaronder één met een
deksel en daar staat een fotogenieke boom om de kruiken meer contrast
te geven.
De bus brengt ons vervolgens naar het visitor center in Phonsavan
waar een lading bommen en granaten voor de deur ligt. In het gebouwtje
is nog wat informatie over de minderheden uit deze regio. Maar wij
kwamen voor het schroot. Thong of de vrouw van de chauffeur heeft
intussen drakenvruchten voor ons geregeld. Even verderop naar rechts,
zit in de hoofdstraat het visitor center van het MAG. Daar is een
expositie. Enkelen uit de groep gaan de videoruimte in. Ik loop door
om bij daglicht nog wat van het stadje te kunnen zien en passeer een
vrij nieuwe supermarkt en in een zijstraat een school, eetkraampjes
en meiden bij muren met ballonnen die je met pijltjes kunt kapot gooien.
Een stukje terug bezoek ik de markt, die voor dit late tijdstip nog
behoorlijk levendig is. En best een aardige markt met vriendelijk
glimlachende mensen. Ik maak een praatje met een Hmong meisjes van een
kraampje aan de rand. Ze heeft prachtige foto's van zichzelf tijdens
het Hmong Nieuwjaar in een glazen kast. Ik krijg het setje om ze beter
te kunnen bekijken. Ze is 16 en heet Ganung, dat betekent ´bird´.
Haar Engels is best aardig. Haar moeder en zus zijn er ook. Ze wil
graag mijn facebookadres.
Daarna loop ik terug naar de hoofdstraat en eet een redelijke chicken
sweet sour (29.000) bij het restaurant Craters. Daar staan ook een
aantal bommen op het terras. Zo te zien zitten hier de meeste buiten-
landers. Ons hotel ligt een beetje buiten het centrum, maar de wandeling
in het donker valt me mee. Het is vanavond veel aangenamer dan gisteren.
Net als onze gids Thong hebben ze in het hotel moeite met de 'r'.
Zelfs op een tekst aan de muur staat: "walmly welcome".
Dinsdag 29 januari. Vroeg op, om zeven uur ontbijten en om kwart voor
acht onderweg. Het eerste stuk van de route is bekend, hier zijn we
namelijk eergisteren ook langsgekomen. Het blijft interessant om te
zien hoe de mensen in de dorpen langs de weg leven. Omdat er weinig
ruimte is, lopen ze vaak letterlijk op de weg. Wanneer ik terug ben
in Nederland dan ga ik ook met een mand op de rug en een kapmes de
bossen in.
Om twintig voor negen stoppen we voor een korte wandeling door een
dorp aan de Nam Cham rivier. De chauffeur staat ons bij een brug met
een zak met sappige ananas op te wachten. Heerlijk! Het is half elf
wanneer de zon doorbreekt. Thong heeft een mooi plekje op een heuvel
bij een wegrestaurant uitgezocht voor de lunch. We zijn niet de
enigen. In de verte liggen bergpieken lijkend op het Karstgebergte.
Helaas veel tegenlicht. We krijgen broodjes en drakenfruit en nog
meer ananas. De afdaling gaat over een slecht stuk weg. Het is half
twee wanneer de airconditioning voor het eerst aangaat. We laten de
hoge gebieden achter ons. In het dal rijdt het een stuk vlotter.
We stoppen nog een keer bij kraampjes langs de weg.
Vang Vieng
Om kwart over drie zijn we al bij het Thavonsouk Resort in Vang Vieng.
Op een prachtige locatie aan de rivier! Ik maak foto's bij de rivier
met bergpieken op de achtergrond. Daarna een ronde door het zeer
toeristische stadje dat erg populair is bij backpackers: watersport,
drank en drugs, in zwembroek en bikini rondlopen terwijl dat in een
land als Laos nogal ongepast is. Restaurants met deels loungesettings
waar televisies in hangen en andere dingen die verveelde jongeren
kennelijk graag doen. Toch ziet de omgeving er mooi uit en is de moeite
waard wanneer je de luidruchtige backpackers een beetje kunt ontwijken.
In de buurt van het resort zie ik een oud Volkswagen busje met een
Frans kenteken staan van wereldreizigers. De reizigers zelf zijn
nergens te bekennen. Samen met de drie alleengaande mannen eet ik
bij Sanaxay. Ze komen bij me zitten. Het restaurant heeft een zeer
uitvoerige menukaart met goede prijzen. Ik heb een caesar salad
(20.000 kip) en bestel later nog een baguette met kipsaté, aardappel,
uien een gesmolten kaas (25.000 kip). Heerlijk eten! Vang Vieng
heeft veel massagesalons, maar ik wacht nog even voor ik Lao massage
neem. Het is warm genoeg om tot bedtijd in zomerse kleding met een
uitstekend Wi-Fi signaal op het balkon van de kamer te zitten.
Woensdag 30 januari. Sommige van mijn reisgenoten gooien ladingen
zout op hun gebakken ei, geen wonder dat Nederlanders vaak een hoge
bloeddruk hebben. We vertrekken om kwart voor negen met na drie
kwartier al een stop in een vissersdorp aan een meer. Veel kraampjes
langs de weg hebben vis. De route is vanaf nu vlak en drukker.
Rond half twaalf met kinderen die van school komen. Om kwart over
elf volgt nog een korte pauze. Ik koop yoghurt. Thong een zak met
zoete aardappelen voor ons.
Vientiane
Landschappelijk begint het meer op Cambodja te lijken. Droog en
vlak. Om vijf voor één ben ik in het Avalon Hotel in de hoofdstad
Vientiane. De rest van de groep rijdt door naar een boeddhapark.
Ik eet eerst het bakje meegegeven noedels op het terras voor het
hotel, ga internetten in de lobby en rust daarna een uurtje op de
prima kamer. Het is een modern hotel. Mijn eerste indruk van
Vientiane: een redelijk nette stad met veel auto´s, regelmatig
éénrichtingverkeer.
Ik loop naar twee tempels bij het presidentiële paleis. En zie
vanaf daar de plaatselijke Arc de Triomphe. Dat is mijn volgende
doel. Onderweg kom ik langs een goed supermarkt en zie ik aan de
overkant van de kruising een vestiging van de 'aesthetic clinic'
Wuttisak. De dames van het personeel zijn sexy gekleed. Later
ontdek ik dat het hoofdkantoor in Bangkok zit en vestigingen in
de meeste grote plaatsen in Laos heeft en bijvoorbeeld ook in
Phnom Penh. De boog trekt de nodige kijkers.
Volgens Thong ligt de gouden Stoepa Pha That Luang, nationaal
symbool van Boeddhistisch Laos, op anderhalve kilometer van die
boog. Dat is dus lopend nog wel te doen. Eigenlijk is nagenoeg
alles in de stad wel te belopen. Wanneer ik bij die stoepa kom,
is de toegang gesloten, maar van buiten en de omliggende tempels
kunnen nog prima foto´s worden gemaakt. In één van de parktuinen
is weer een opname van een videoclip met een mooie dame, iets
minder fraai dan bij Phonsavan, maar met nog meer boezem.
De rest van de groep vertrekt hier net weer richting het hotel.
Ik had onze bus al op het grote plein zien staan.
Terug loop ik de kortste route naar de Mekong boulevard. Daar
is een night market met speelterreintjes en veel ruimte om langs
de rivier te lopen. Lekker ontspannen. De zonsondergang stelt
helaas weinig voor, want er is een strook bewolking boven de horizon.
Donderdag 31 januari. Het regent wanneer ik wakker word. Joop, de
fotograaf uit de groep, gaat om kwart voor acht al in een regen-
poncho naar het museum. Ik besluit om vanwege de bewolking de dag
rustig te beginnen. Met zonnig weer was ik op pad gegaan, maar nu
lijkt het me beter om in de lobby te gaan zitten en te wachten tot
het opklaart.
Tot elf uur blijf ik op mijn netbook in de lobby werken. Daarna
loop ik een stuk langs de boulevard. Er liggen zandbanken voor de
stad. Dat maakt het minder fraai dan bijvoorbeeld in Phnom Penh.
Ik Iunch bij Ashifa: cheese naan en een spicy chicken salad met
een glas water om de pepers weg te spoelen. Het regent weer even.
Ik besluit om in de buurt van het hotel te blijven en verken zo'n
beetje alle straten en ontdek een grote winkel met meerdere ver-
diepingen in de Chinese wijk.
Tussen de buien door loop ik naar de Morning Market. Een beetje
saai, en heel anders dan de markt die daar een beetje verscholen
achter ligt. Volgens Thong komen de locals daar. De vlees en vis
afdeling is vies. Het blijkt een markt te zijn met veel schoenen
en kleding. Enorm! Ik heb vroeg avondeten bij een Mexicaans Tex Mex
restaurant aan de boulevard. Chicken sweet sour met rijst. En luister
naar de verhalen van een jonge Ier en een oudere Australiër.
De laatste is een kenner van Laos. Een Nederlands stel luistert ook
aandachtig mee.
Richting het hotel kom ik het merendeel van de groep tegen. Zij gaan
naar een Belgisch restaurant. De was blijkt niet gedaan te zijn.
Door het natte weer konden ze de hoeveelheid niet verwerken. Ik ga
vroeg met Weiwei skypen en was eigenlijk van plan om nog even weg te
gaan om wat te drinken met mensen uit de groep, maar wanneer mijn
kamergenoot komt besluit ik om maar te blijven.
Vrijdag 1 februari. Het is net kwart voor acht geweest wanneer we
vertrekken. We stoppen al snel bij een tempel met een voetafdruk van
Boeddha. De kleurrijke vertellingen in het gebouw zijn ook mooi.
Helaas staat de enorme stoepa voor de tempel in de steigers. Achter
de tempel is nog een liggende Boeddha. De wegen zijn goed genoeg om
sneller te rijden. Om elf uur komen we door Paksan. Dan volgt een
vroeg lunch. Ik heb een prima fish sweet sour met gestoomde rijst
en een blikje Sprite. Voor 60.000 kip duurder dan we tijdens voor-
gaande wegrestaurants gewend waren.
We zijn nog maar net onderweg of de bus stopt voor een brug.
De vrouw van de chauffeur gaat naar een offerplaats voor een veilige
reis. Er stoppen meer auto´s.
Na de lunch verwerk ik een lijstje met adresgegevens van de groep.
Deze zal ik vanavond naar de anderen mailen. Om kwart voor twee
slaan we af op weg nummer 8 richting Vietnam. We stoppen bij het
Sala Viewpoint. Daar is een fraai Stenen Woud-achtig landschap met
in de verte de vallei waar we naar onderweg zijn. Er komt een vracht-
wagen vol jankende honden voorbij. Onderweg naar Vietnam, waar ze
nog een lekkernij zijn.
Deze bergweg heeft een paar slechte stukken en een aantal one-way
bruggen. In de mooie vallei slaan we af richting de Conglor Cave.
Om kwart voor vier arriveren we bij het Chanta Guesthouse in een
vruchtbare omgeving. Ze zijn bezig om irrigatiekanalen aan te leggen.
Ik zag ook verlaten huizen en vervallen of half afgebroken huisjes.
Toch heeft het eindpunt van de vallei denk ik een rooskleurige
toekomst door de grot, die op een kwartiertje lopen van het guest-
house ligt. Nu maar direct de was inleveren. Het is warm en zonnig.
Mijn kamergenoot en ik gaan met fietsjes van het guesthouse naar de
rivier. Eerst door een rustig dorpje, dan een stukje bos tot het
water. Daar is een hoge wal gemaakt. We steken een bamboebrug over
en lopen tot in de grot. Dit is een zeer fotogenieke plek. In het
donker liggen de bootjes waar we morgen mee gaan varen. Het avond-
eten zit vandaag en morgen bij de reis inbegrepen. We krijgen soep,
een schaal groenten, een curry met witte rijst, een glas water en
banaantjes en mandarijntjes na. Helaas is de Wi-Fi verbinding zeer
instabiel. Die valt steeds weg en is na verloop van tijd niet meer
bruikbaar. Er zitten opvallend veel jongeren in het guesthouse.
Zaterdag 2 februari. Vroeg wakker door hanengekraai. Om acht uur
ontbijt en een uur later rustig vertrekken. Eerst door het dorp,
Thong vertelt iets over verschillende Boeddha´s bij de lokale
tempel die nog onder constructie is. Op de muren zijn primitieve
afbeeldingen getekend. Niet zo kleurrijk als we gewend zijn. Wel
opmerkelijk. Eén van de figuren heeft een enorme penis. En de
dames hebben rare borsten. We lopen door naar de cave.
Kong Lor Cave
Thong lijkt geen haast te hebben. Hij betaalt de toegang. We
krijgen drie boten omdat er per boot drie passagiers meekunnen.
Achterop zit iemand die de motor bedient en voorop iemand met een
peddel voor de stukken met laag water en stroom versnellingen.
Elk met een mijnwerkerslampje op waarmee ze het wateroppervlak en
de wanden beschijnen. Ik ben op slippers en heb de monnikstas
met alleen de compacte camera en een flesje water mee. Soms voelt
het wat onprettig wanneer de balans even weg is. Volgens Thong
is er in al die jaren dat hij dit doet nog nooit een bootje om-
gekiept.
We gaan eerst stroomopwaarts door de grot, een traject van 7
kilometer. Bij de stroomversnellingen met een hoogteverschil moeten
we uitstappen en een stukje door het water of over land lopen. Bij
één van die stukken loopt een pad door een kunstmatig verlicht deel
met stalagmieten en -tieten. Best aardig. In vergelijking met de
grotten bij Ninh Binh in Vietnam is deze opvallend hoog. Aan de
andere kant varen we nog een stukje over de rivier tot een dorp.
Het dorp is rustig en compact. Een vrouw selecteert tabak uit een
oven, een hoog gebouwtje. We hebben lunch meegekregen: gebakken
rijst met ei en mandarijnen en een banaan. Het is vandaag enigszins
bewolkt en benauwd. Maar waarschijnlijk minder heet dan met zon.
De terugweg gaat veel sneller en we hoeven nog maar één keer uit
te stappen. Bij de kleine hoogteverschillen stappen alleen de
bootsmannen even uit en bij laag water sleept de boot soms even
over de bodem. Thong zit samen met mij en mijn kamergenoot in een
boot en laat mij de tip van 30.000 kip geven. In het bos drink
ik nog met een deel van de groep een blikje cola. Daar is ook een
groepje uit Zweden. Zij zaten gisteren tijdens de lunch in het
zelfde restaurant. Ze blijken uit Falun te komen. Daar ben ik
geweest! Ook hun lokale gids is spraakzaam. Ik ben de laatste van
de groep die het bos verlaat. Onderweg naar het guesthouse maak
ik nog diverse omwegen. Eerst bij een feesttent met luide muziek
en kinderen die dansen. Het is geen trouwerij. Ik dans even mee
en krijg weer bier met ijsblokjes aangeboden.
In het dorp verken ik nu het deel langs de rivier. Daar zijn
mensen zich aan het wassen, of hun kleren. Bij één van de huizen
is een vrouw bezig met het maken van lao lao. Ik geef ballonnen
aan de kinderen die na verloop van tijd rond mij komen staan.
Tot het zakje leeg is. In de buurt van het guesthouse loop ik door
de velden om foto´s te maken bij de dames die de gewassen water
geven. Ze mengen kunstmest korrels in water. Dit keer is de Wi-Fi
uitstekend en kan ik tot het avondeten internetten. Thong en de
chauffeur en zijn vrouw houden barbecue met een vers geslachte eend
en het bloed mengen ze met peper, citroen en bladgroente. Ik mag
van Thong een lepel proeven. Niet slecht.
Voor 1.5 kilo was betaal ik 15.000 kip. Superschoon is het niet,
vooral mijn lange zwarte broek. We krijgen een uitstekende curry-
soep, sweet sour met kippenpootjes, witte rijst en een flesje
water. ´s Avonds is de Wi-Fi minder goed. Ik kan Weiwei niet goed
horen.
Zondag 3 februari. Om tien over acht zit iedereen al in de bus.
Onderweg valt het op dat er veel meer tabaksschuren zijn.
We stoppen om tien voor tien bij de splitsing waar we weer op weg
nummer 13 komen en een nieuw stuk route krijgen. Een beetje saai
met veel bos en minder interessante dorpen. Rond twaalf uur lunchen
we tot kwart over één aan de brede Mekong in Thakhek. Ik heb
fried rice vegetables voor 20.000 kip. We zijn in het oude centrum
van het stadje met koloniale gebouwen uit de Franse tijd. Weinig
fotogeniek, misschien door de grijze lucht en de rivier is ook
veel te breed om samen met Thailand aan de overkant een beetje
duidelijk vast te leggen. Het landschap verandert weinig.
We passeren een suikerfabriek en een grote grensovergang met Thailand.
That Ing Hang stoepa
Op ruim tien kilometer van Savannakhet is de That Ing Hang stoepa
waar we tegen half vier arriveren. De entree van 5000 kip is weer
bij de reis inbegrepen. Interessanter dan verwacht. Langs de wegen
naar de Stoepa worden bloemendecoraties verkocht. De bus kan in de
buurt van de ingang parkeren en wij zijn de enige westerse buiten-
landers. Er komen veel Laotianen die buigingen doen, offers te
brengen, rond de stoepa lopen en wierook in potten steken en op
een grote gong slaan. Misschien vanwege het tijdstip en omdat het
zondag is. Volgens Thong ligt hier as van Boeddha.
De bijhorende tempel is een paar keer door de bliksem getroffen
omdat hij hoger was dan de stoepa...
Savannakhet
Dan is het nog een paar minuten rijden naar ons hotel in Savannakhet.
Op slechts een paar minuten lopen van het oude centrum. In de stijl
van Chinese hotels met goede voorzieningen en een waterkoker! Ik eet
samen met mijn kamergenoot en de gids een broodje met paté op straat
voor het hotel. De dames warmen het broodje nog op boven houtskool-
tjes. Slechts 6.000 kip per stuk en een beetje spicy. Daarna
verkennen we de drukke doorgaande straat met winkels en restaurants.
Ik koop een grote fles water. In de buurt van de markt eten we veel
te vette crêpe met banaan en chocolade voor 10.000 kip van een
straatverkoopster. De bedelende kinderen met hun moeders zijn een
beetje agressief.
Daarna komen we langs de Mekong. Daar zijn vooral veel jongeren,
die drinken en eten hotpot en brengen een bezoekje aan een offerplaats
(shrine). We lopen via de katholieke kerk terug. Ik zie een menigte op
straat. Dat is voor de Chinese Association, waar een groot feest is
ter ere van het Chinese Nieuwjaar van volgende week. Gasten arriveren.
Er staan allemaal tafels buiten waar de Chinese gemeenschap een feest-
maal krijgt en een podium met dans en muziek.
We drinken nog wat bij Cafe Dee (voorheen Anakot). Rob is net als
enkele anderen uit de groep verslaafd aan koffie. Wanneer ik alleen
was geweest, dan was ik niet gaan drinken want ik heb water bij me.
Savannakhet is een aardige stad met veel mooie meiden, vooral op scooters.
Alsof je in Vietnam bent. In kamer 22 is een uitstekend Wi-Fi signaal.
Aangenaam met een kop groene thee.
Maandag 4 februari. Weer om half acht ontbijt en kwart over acht ver-
trekken. Helaas geen fruit bij het ontbijt, maar Thong heeft gisteren
een grote hoeveelheid kleine bananen gekocht. Komende nacht slapen we
'homestay'. We nemen alleen bagage mee voor één nacht inclusief een
handdoek. De rest blijft in de bus. Het landschap lijkt droger. Nog
steeds lopen er af en toe koeien op de weg. Rond elf uur houden we pauze.
Ik koop yoghurt (5.000 kip). Het is hier in het zuiden van Laos heet.
Ter hoogte van een gebergte zijn groene rijstvelden. We lunchen in
Pakse in het Xian Mai Restaurant: mango shake en beef salad (7.000 en
30.000). Ze hebben een menu met veel keuze. Ik kom over een paar dagen
terug in Pakse. De route naar Khong Island is vanaf hier nog 120
kilometer. We passeren de Lao bierfabriek.
Don Daeng eiland
Na ruim een uur blijft de bus achter en steken we met twee catamaran
veerpontjes over naar het Don Daeng eiland in de Mekong. Met acht
dorpjes en in totaal 3000 inwoners. Het was een goed idee om slippers
mee te nemen, want wanneer we bij het strand aanleggen, moeten we een
stukje door het water lopen. Toch al snel bij het community house waar
we overnachten. Een keuken met overdekt terras en een toiletgebouw
met douche voor dames en heren afzonderlijk. En een huisje met twee
kamers met een grote veranda. Net buiten het terreintje saat een kapot-
boom.
Thong komt met slecht nieuws. Hij gaat ons morgen al verlaten. Zijn
moeder is naar een ziekenhuis in Vientiane gebracht om door een Franse
arts aan haar hart te worden geopereerd. Er moet dus een fooi voor hem
worden voorbereid. Ik geef 200.000 kip, dat is ongeveer een euro per
dag. Eerst is er nog de gelegenheid om door het dorp te wandelen en
over het strand terug. Achter ons huisje loopt al een groep kinderen
die naar mij roepen en een stukje meelopen. De mensen in het dorp zijn
overvriendelijk. Soms spreekt iemand Engels. Er staat een schattig
tempeltje. Op het strand zijn buffels die een beetje bang zijn wanneer
ik dichterbij kom.
Hoewel de lucht mooie kleurt, valt de zonsondergang tegen. Waterbuffels
en koeien slapen vannacht op het strand. Ik zie een groepje van vier
vrouwen in de rivier. Ze komen met een emmer vol zeer kleine visjes op
het strand en lopen naar het dorp. Ik vergezel hun. Ze lachen. Eén van
hen spreekt aardig Engels. Het is Ny, ze werkt in het 'community hospital'.
Ze is 25 en niet zo knap, maar heeft een lieve uitstraling. Haar familie
bestaat uit acht mensen, waaronder de opa. Ik krijg een flesje water,
maar kan niet lang blijven want om half zeven eet ik met de groep.
Thong heeft in Pakse groenten ingekocht. Die krijgen we vanavond met
eend, die bijna als bief smaakt. Een prima maaltijd met witte rijst.
Ferdinand, de oudste uit de groep, houdt een toespraak voor Thong.
Lovende woorden voor onze gids. Want hij heeft het voortreffelijk
gedaan! Thong hielp ook vaak in de keuken of bij de bediening van het
ontbijt. Ferdinand is zo vrij om iets te zeggen over de moeite die
Thong heeft om de 'r' uit te spreken. Die kun je met rochelen en
'pr' en 'kr' klanken verbeteren. We zijn vroeg klaar met het eten.
Thong verzorgt nog papieren en informatie voor Cambodja, hij wil
een blijvend goede indruk achterlaten.
Het dorpshoofd is ook aanwezig bij het eten. Samen met twee gastvrije
dames. Hij kent Ny. Ze is familie van hem. We evalueren de reis.
Persoonlijk zou ik een nacht korter in Luang Namtha blijven en een
extra nachtje in Vang Vieng kiezen zodat je daar wat per fiets van de
omgeving kunt zien. Iemand vraagt hoe ze hier zo veel kinderen kunnen
maken wanneer ze op een rijtje slapen. Volgens Thong gebruiken ze daar
de siëstahutjes op de rijstvelden voor. Bij ons slapen de mannen en
vrouwen vanacht afzonderlijk. Er worden klamboes opgehangen, per twee
matrassen een groot net. Ik ben de laatste die van de badkamer gebruik
maakt. Wanneer ik in de kamer kom, zie ik schimmen van drie dikke
buiken onder de netten. Ik val snel in slaap en draai een goede nacht.
Dinsdag 5 februari. We krijgen noedels als ontbijt. Ik heb gisteren
twee witte chinese peren gekocht waar ik mee begin. Om kwart over acht
steken we aan de het andere stuk van de Mekong over met weer twee cat-
amaranveerpontjes. Ik geef Thong een setje klompjes en dan stapt hij
in een busje. Onze gids voor de resterende dagen in Laos is een paar
jaar jonger en heet Seng. Zijn Engels is minder goed.
Hij is specialist voor het zuiden.
Vat Phu (Champasak)
We rijden in een kwartier met een tuk tuk naar de Vat Phu. In dit geval
een busje met een laadbak met twee banken met rugleuningen en een dakje.
De entree van 45.000 kip wordt uit de pot betaald. We zijn vroeg, er
zijn nog weinig bezoekers. Maar het is al snel warm. Het eerste stuk
worden we met een golfkarretje vervoerd, deze 'electiric shutter service'
is inbegrepen (inclusief schrijffouten). Daarna volgt een lange laan
met een vijver aan de rechterkant en dan twee paleizen. Links voor de
vrouwen en rechts voor de mannen. Wat Phu is een tempel uit de twaalfde
eeuw. Tijdens het Khmer Rijk gebouwd en lijkt daardoor op de bouwstijl
van tempels in Cambodja.
Wikipedia: a ruined Khmer temple complex in southern Laos. It is
located at the base of mount Phu Kao, some 6 km from the Mekong river
in Champasak province. There was a temple on the site as early as the
5th century, but the surviving structures date from the 11th to 13th
centuries. The temple has a unique structure, in which the elements
lead to a shrine where a linga was bathed in water from a mountain
spring. The site later became a centre of Theravada Buddhist worship,
which it remains today.
Een groot complex tegen de heuvel. Met een aantal trappen, van
geleidelijk omhoog tot zeer stijl. Voor het laatste deel staat een
boeddhabeeld met een parasol. Boven is de tempel. In de rotsen een
linga waterbron die zou helpen om kinderen te kunnen krijgen. Rechts
van de tempel zijn rotsen in de vorm van een olifant en een uit-
gesleten krokodil. Geen topper, maar wel mooi om te hebben gezien.
Om elf uur zijn we terug bij de ingang en houden een frisdrankpauze
(6.000 kip). Daarna bezoeken we de expositieruimte. Dat stelt weinig
voor. Vooral stenen beelden met uitleg over wat ze voorstellen, uit
welke periode ze stammen en van welk materiaal gemaakt.
Om twaalf uur houden we lunch aan de Mekong Rivier. Ik bestel een
pannenkoek (15.000), fruitsalade (15.000) en lemon juice (10.000).
Dan volgt nog een klein stukje per tuk tuk voor we met de katamarans
de gehele Mekong oversteken naar de plek waar onze bus nog/weer staat.
Khong eiland (4000 Islands)
Om tien over drie arriveren we bij de ferry naar het Khong eiland.
We moeten een half uurtje wacht voor de pontveer aan deze kant komt.
Bij het haventje zit een vrouw met grote noten waar bittere grijze
vruchten in zitten. We proeven daar allemaal van. Chinezen maken een
brug die in 2015 klaar zal zijn. Aan de overkant slaat de bus rechtsaf
en na een paar minuten zijn we bij Pon´s River Guest House. We hebben
een ruimte kamer met weinig voorzieningen. Wel een klein flesje water
en airconditioning.
Na een handwasje verken ik het dorp. Eerst naar het noorden. Aan de
overkant van de rivier is een gouden boeddha op een heuvel te zien.
Maar die is wel ver weg. De rivier is erg breed. Aan de noordkant van
het dorp is een eenvoudige tempel. Langs de weg zitten vrouwen die
loten verkopen. Een broertje en zusje heten Pepsi en Ling. Aan de
zuidkant van het guesthouse is ook een tempel met een groot beeld.
Helaas veel tegenlicht. Ik vind een bank met een ATM, die heb ik ook
nodig want ik heb bijna geen kippen meer en ben nog negen dagen in
dit land. Ik maak een praatjes met Laotianen die in Amerika wonen en
hier familie bezoeken.
's Avonds eet ik bij de buren, het Souksabay Guesthouse. Goedkoper.
Voor een banana shake, lemon juice en fried rice chicken betaal ik
5.000, 5.000 en 15.000. Rond half zeven komen kleine vliegjes op het
licht af. Sommigen vallen op de tafels, met het risico dat ze in het
eten komen. Het personeel 'speelt' met de verlichting. We zitten
bijna in het donker tot de vliegjes rond kwart over zeven plots weer
verdwijnen. Een raar fenomeen.
Woensdag 6 februari. De eerste echt warme nacht. Ik heb vroeg in de
ochtend de airco nog even aan gezet om de grote kamer af te koelen.
Pannenkoek met banaan en fruit op het terras van het guesthouse aan
de Mekong. Om acht uur lopen we naar een boot die ons in bijna twee
uur naar een eilandje van drie bij vijf kilometer brengt. Onderweg
zijn regelmatig vogels te zien. Ik smeer me in met zonnebrand. Theo
uit de groep is een fanatieke vogelaar. Hij heeft geen fotocamera
mee, maar wel een verrekijker. Er zijn onder andere aalscholvers te
zien.
Er loopt water in de boot en de mensen die achterin zitten hebben
daar het meeste last van. De boot volgt stenen markeringen die aan-
geven waar het water het meest diep is. Het laatste deel van de
route varen we langs een eiland met veel guesthouses. Een minstens
zo mooie locatie als waar wij overnachten. We komen net op tijd aan
wal bij een grote betonnen constructie die onderdeel was van een
spoorlijn waarmee boten zes en een halve kilometer over land werden
vervoerd. De rails zijn nu weg. Er is ook een schooltje. Kinderen
spelen op het veld voor de school. Hier worden we met een pick-up
met vijf banken op de laadbak naar het volgende eiland gebracht.
Net over de franse oude spoorbrug moeten we 25.000 kip entree
betalen.
Allereerst rijden we naar het eindpunt van het eiland waar we een
tochtje op het water maken om dolfijnen te zien. Aan de overkant
ligt Cambodja. Daar is ook een officiële grensovergang met een
hoge trap, door de lage stand van het water. We dobberen ergens in
het midden en zien in de verte een paar keer heel kort dolfijnen.
Maar dat stelt weinig voor. Je kunt het wel vergeten om daar foto's
van te maken. Aansluitend rijden we op de terugweg naar een grote
waterval. De Liphi, ook wel Khone Lyphy. Die is verrassend spectacu-
lair. En lawaaiig. De spoorlijn was nodig om deze watervallen te
omzeilen.
De buitenlandse jongeren die hier in de guesthouses zitten, doen de
zelfde uitstapjes maar dan per fiets. Jonge mannen met ontblote boven-
lijven en dames in bikini of shirts zonder bh. We lunchen bij de
Franse spoorbrug. Ik heb fish laab met hot lemon en honey (40.000 en
6.000). Uitstekend eten. Vanuit het restaurant hebben we zicht op de
brug. In de buurt staat een locomotief met informatiepanelen over de
spoorlijn. Dat was ook zo op het uiteinde waar we de ´dolphin watch`
deden.
Daarna lopen we naar de boot die ons hier om tien over twee oppikt
voor de terugreis tegen de stroom in. Er valt nu meer te zien als op
de heenreis. Zoals jongeren in tubes met flesjes bier en op een
strandje, vissers in kleine bootjes die netten uitgooien, buffels die
vanaf strandjes in het water gaan en mensen die de was doen of zichzelf
wassen. Rond half vijf zijn we terug. Ik doe de was en drink zelf mee-
gebrachte groene thee met heet water uit de lobby op de eerste verdiep-
ing aan de voorkant van het guesthouse. Het lukt me weer niet om het
Wi-Fi signaal van het guesthouse te gebruiken. Ik krijgen een limited
access melding.
Na het avondeten bij het restaurant van het naastgelegen guesthouse
blijf ik daar zitten om te internetten en heb al snel contact met
Weiwei. Ze moet bagage inpakken want ze gaat morgen met de sneltrein
naar haar ouders in het zuiden. Zondag is het Chinese Nieuwjaar.
Ik heb noedels met groente en kip, banana shake en lemon juice (15.000
en twee keer 5.000). Later ga ik met dat zelfde signaal verder met
haar skypen op de bovenveranda van ons guesthouse.
Donderdag 7 januari. Het laatste groepsontbijt. Weer om acht uur
vertrekken. Het is circa 30 kilometer rijden naar de grens met Cambodja.
Halverwege stoppen we bij de Khone Phapheng watervallen, de grootste in
Zuidoost-Azië en de reden waarom de Mekong niet geheel tot aan China
bevaarbaar is. Entree is 30.000 kip, maar dat krijg ik ook terug van
het wisselgeld. Niemand wil meer kip en net als gisteren op de eilanden
is de achtste persoon gratis. Mogelijk doordat we gisteren al een grote
waterval hebben gezien, valt deze mij een beetje tegen. Wanneer we na
een half uurtje weer in de bus stappen, krijgen de chauffeur (100.000
kip) en Sheng (30.000 kip) hun fooi en een woordje van Ferdinand.
Cambodjaanse grens / afscheid van de groep
Bij de grens is een nieuw gebouw nog niet in gebruik, het oude bestaat
uit slechts een paar hokjes. Bij de slagboom nemen we afscheid.
In Cambodja zullen ze het zonder mij moeten doen. Het was een leuke g
roep. Niet zo groot en we hebben wel plezier gehad met elkaar. Volgens
Theo ben ik met periode van intensief reizen slim bezig. Ik ben er dol
op, maar soms wel ongerust over mijn toekomst. Want waar ga ik me
vestigen en met wat voor baan?
Sheng brengt de zeven anderen via het stukje niemandsland naar de grens
met Cambodja waar een andere bus al staat te wachten.
Om vijf over tien rijd ik met onze bus in bijna drie uur terug naar
Pakse. Onderweg pikken we nog twee mannen op die daar ook heen moeten,
een bijverdienste voor het chauffeursechtpaar. Mij best. We stoppen
nog een keer om zakken met houtskool te kopen die langs de weg worden
verkocht. Volgens Sheng zijn die hier voor de helft van wat je er in
Vientiane - thuisbasis van het chauffeursechtpaar - voor moet geven.
Sheng is 31 en doet dit werk nu twee jaar.
Terug in Pakse
We tanken net buiten Pakse op de zelfde plek als de heenreis.
Een liter diesel kost hier 932 kip. Om één uur ben ik in het
Champasak Grand Hotel aan de Mekong Rivier bij de Laos Nippon Bridge.
Een zeer luxe hotel met een prachtige kamer. Misschien dat er in
Myanmar ook nog iets in deze klasse komt, anders is dit de meest
luxueuze van de reis. Met een bad en een grote spiegel achter het
bureau tegenover het bed. Na een douche loop ik naar het oude centrum,
waar ik een late lunch heb bij Xian Mai: fried rice vegetables chicken
en mango shake (25.000 kip).
Ik verken het oude centrum met Frans koloniale architectuur.
De scholen komen uit. Er komt veel verkeer over een oude éénrichtings-
brug. Ik praat met een groep monniken en novices. Ze hebben Engels les,
maar kunnen me niet duidelijk maken waarom ze monnikstassen hebben met
verschillende kleuren, zoals paars, bruin, geel en blauw. Daarna neem
ik een aroma massage. Het meisje maakt nauwelijks oogcontact. Ze spreekt
geen Engels. De massage is niet zo stevig. Wel een beetje duur: 75.000
kip. Terug naar het hotel loop ik langs de Mekong. Daar is weinig licht,
behalve van de bierrestaurants langs en op het water. En zoals altijd
muziek. Weiwei is kort op Skype vanuit het huis van haar ouders.
Ze heeft een lange treinreis achter de rug. Het is koud bij haar.
Vrijdag 8 februari. Ik begin vandaag rustig. Geen haast, want mijn
vlucht naar Luang Prabang is pas om 16:40. Er staat een welkomst-
comité met allemaal bloemen in de lobby. Iemand van het personeel
weet me te vertellen dat hun geliefde premier komt. Ik bezoek de Dao
Heuang Markt in de buurt van het hotel. Weer een gigantische markt.
En redelijk net. Veel eetstallen, met daarnaast het vlees en groente.
De rest is vooral kleding en goud. Om de tijd te vullen loop ik door
alle gangetjes en heb af en toe veel plezier met de verkoopsters.
Daarna inkopen voor de lunch in de Friendship Mart diagonaal tegenover
de markt. Niet eenvoudig om ten opzichte van een restaurant voor
weinig geld iets te halen. Een blikje fris, yoghurt en zoute chips
zijn al 20.000 kip.
Precies om drie uur komt iemand me met een klein busje met
airconditioning naar het vliegveld brengen. Dat is nog inclusief het
landarrangement van Sawadee. Om kwart over drie heb ik mijn koffer al
afgegeven. Net geen 17kg. Een mannetje in een groen pakje zet een
stempel op de boardingkaart en een regeltje in een schriftje, computers
vertrouwen ze hier kennelijk niet. Dan kom ik via een gang met scanner
in de wachtruimte van de enige gate. Vandaag vertrekken hier maar acht
vluchten. Het propellertoestel waarmee ik naar Luang Prabang vlieg,
komt uit Siem Reap. Een groot deel van de passagiers vliegt direct door.
De vlucht duur ruim anderhalf uur. We krijgen twee belegde broodjes,
een cakeje, stukjes drakenfruit en water. Voor de hoge ticketprijs is
dat zeer karig.
Terug in Luang Prabang
Bij aankomst in Luang Prabang hoef ik niet in de rij voor de douane
te staan en ben ik als één van de eersten bij de bagageband. Eigenlijk
was er voor mij helemaal geen controle. Je kunt het land op deze manier
dus probleemloos binnenkomen. Maar dan heb je geen visum en ben je
illegaal. Bij de uitgang wordt me gezegd dat er geen tuk tuk's zijn en
moet ik dus wel een minibusje nemen voor een vaste prijs van 50.000 kip.
Met nog 3 passagiers. Dat is een lucratieve business. Ze weten hier de
toeristen wel uit te melken. In het donker was ik ook niet meer van
plan om zelf een tuk tuk langs de weg te vinden.
Het busje brengt mij keurig bij het Liberty Guesthouse. Gerund door
een Vietnamese familie. De dochter spreekt redelijk Engels, maar de
familie spreekt nauwelijks Laotiaans. Een keurig modern guesthouse.
Ik haal een crêpe met mango en chocolade bij de night market. Twee
westerse meiden lukt het om twee T-shirts voor slechts 30.000 kip te
scoren. Altijd leuk om over de markt te struinen. Mooi spul en je
koopt makkelijk meer dan je wenst. Er is Wi-Fi in kamer 13.
Zaterdag 9 februari. Mijn maag en darmen zijn een beetje onrustig.
Niet zo dat ik steeds naar het toilet moet, maar ik heb totaal geen
trek. Om tien uur ga ik op pad. Ik haal een broodje gezond met ham en
kaas en chilisaus op de hoek van de hoofdstraat. Bij de rivier is het
een komen en gaan van bewoners van dorpen uit de omgeving. Een mooi
gezicht en zoals zo vaak glimlachen ze snel.
Tegenover het Nationale Museum is een terras waar je 's ochtends in
de schaduw kunt zitten. Het museum is het voormalige paleis van de
koning van Laos die kort na de revolutie in 1975 werd verbannen.
Kinderen proberen prullaria te verkopen met als reden dat de opbrengst
voor school is. Ik geef een pen aan het oudste meisje. Ze heet My
en stottert. Sommige kleintjes zijn een beetje opdringerig. Met nasi
als lunch en een beker yoghurt en een grote fles water zoek ik mijn
kamer op voor een lange rustpauze. Daarna neem ik een massage langs
de rivier bij Massage The View. Het massagemeisje heet Nine, 19 jaar
en slechts 150 centimeter. Mooie ogen. Geen woord Engels. Ze masseert
behoorlijk stevig. De Lao massage lijkt erg op Thaise massage.
Chinees Nieuwjaar
Op de terugweg naar het guesthouse hoor ik vuurwerk en op een paar
plekken zitten grote groepen mensen waarvan ik vermoed dat het
Chinezen zijn. Weiwei haar internetverbinding is helaas zeer zwak.
Ik kan haar heel kort zien met haar moeder op de achtergrond.
Ze schrijft dat haar vader twee mensen had uitgenodigd voor het oud-
jaarsavondmaal. Het is frustrerend dat we elkaar niet via de camera
kunnen zien en kunnen horen. Ook met QQ lukt dat niet, dus zit er
niks anders op dan alleen te schrijven. Kort na elf uur valt de
verbinding helemaal weg. We hebben nog contact via sms voor ik ga
slapen. In China is het een uur later.
Zondag 10 februari. Jammer dat ze bij het Liberty Guest House geen
flesjes water geven en de handdoek niet dagelijks vervangen. Voor
de rest is het prima. Ik zoek weer het plekje op tegenover het
Nationale Museum. Jammer dat er steeds vliegen op mij benen komen
zitten. Ik kwam gisteravond door een straat waar heel veel afval
lag. Het is een mooi stadje, maar zou schoner kunnen. Ik lunch in
de hoofdstraat bij The Coconut. Noedels, banana shake en lemon juice
(15.000 en 2 x 8.000). Prima eten en drinken. Daarna loop ik langs
de rivier. Het is heet en ik houd weer een lange pauze om te werken
op mijn netbook.
Opvallend veel auto´s met Chinese kentekenplaten. Luang Prabang
ligt niet ver van de grens met China. Overigens komen ze ook vanuit
Europa naar Laos: in Vang Vieng een Volkswagen busje uit Frankrijk,
bij de 4000 eilanden een Toyota met daktent uit België en hier een
kampeertruckje uit Zwitserland. In de buurt van The House ontdek ik
een smal en diep restaurant/pub met goede prijzen. Daar eet ik
spaghetti bolognese met lemon juice (25.000 en 8.000 kip). Ik kan
wel wat energierijke voeding gebruiken. Die maaltijd valt helaas
nogal zwaar. Ik krijg maagkrampen. Weiwei is ontstemd. Ze suggereert
dat we na haar jaar studie in 2014 kunnen trouwen. Ze voelt druk van
haar omgeving. Ik wil geen toezeggingen doen en zeker niet zwichten
voor die druk!
Maandag 11 februari. Mijn maag is nog onrustig. Ik heb witte Chinese
peren als ontbijt. Zodat ik in ieder geval vocht binnenkrijg. Om half
elf check ik uit en loop met met bagage in een paar minuten naar het
Xayana guesthouse in een straatje met guesthouses naast Joma Bakery.
Ik moet wachten tot de kamer vrij is en ga op het warme terras zitten
met mijn netbook. Een jonge Aziatische wil haar bagage achterlaten.
Haar bus vertrekt aan het einde van de middag. De jongen bij de
receptie wil daar geld voor vragen. Op Tripadvisor heb ik al gelezen
dat ze hier allerlei kleinigheden in rekening brengen. Ik begin een
'tirade' dat bagage opslaan in geheel Azië gratis is en dingen zoals
een handdoek dagelijks gratis horen worden te vervangen. Waarom krijg
je die service in andere landen wel en kan dat in Laos, in het
bijzonder in Luang Prabang, niet? Hij zwicht. Het meisje bedankt me
met een glimlach.
De lunch haal ik bij Nisha. In het logo is een afbeelding van een
klein meisje opgenomen. Ik vraag of het meisje dat in het restaurant
zit zo heet. Dat is zo. Nu een stevige meid. Na mijn eten gaat ze
op een scooter in een omslagrok naar school. Ik heb een cheese naan
en tomatensoep en een blikje cola om mijn maag schoon te maken
(twee keer 10.000 en 6.000). De tafels zijn niet schoon te noemen.
En de man die de bediening verzorgt niet klantvriendelijk.
Bij twee lesbiennes ligt een placemat op de grond. Hij legt het
gewoon op tafel en veegt met een plumeau zeer ruw over hun tafel.
Ze kijken ook al een beetje bedenkelijk. Ik kom hier omdat de
prijzen laag zijn en het eten smaakt.
Wanneer ik terugkom bij het guesthouse, zit daar een meisje uit
Berlijn. Ze studeert in Surabaya, maar is niet zo te spreken over
Indonesië en de Chinese Indonesiërs die rijk zijn en zich alleen
laten rijden. Nu reist ze very low budget door Zuidoost-Azië en is
lovend over Laos. Ik krijg een stuk mango en mangosteen van haar.
Volgens haar kan ik met mijn maag het beste papaja en gestoomde r
ijst eten. Om twee uur is mijn kamer nog niet klaar. Maar drie dames
klaren dat in no time. Helaas weer geen flesjes water. En dit keer
ook geen toiletbril. Maar wel een goede airconditioning en matras.
Na een siësta loop ik door de straat waar de night market wordt
opgezet. Leuk om te zien hoe ze dat doen. Iedere dag weer. Het
fotolicht is mooi. Wanneer ik bij de rivier op een bankje zit,
komt het Duitse meisje voorbij en vervolgen we ons gesprek. Ze
gaat morgenvroeg verder naar het noorden en heeft uitgerekend
wanneer ze richting Kuala Lumpur moet om haar vliegtuig naar
Surabaya te halen.
In de straat van de night market zie ik een groepje met hotpot.
Sichuan stijl, zegt de blanke man die aan tafel zit. Daar zijn
Laotianen ook dol op, aldus de Zweed. Het is een verjaardagsfeestje
voor de zoon van een vriendin van zijn vrouw die de winkel heeft
waar ze voor zitten. Hij is 49 en heeft haar tien jaar geleden leren
kennen. Zij is 39. Ze hebben een vijfjarig zoontje. Eerst hebben ze
een paar jaar in een dorp in het bos gewoond, maar de scholen in de
stad zijn beter.
Zijn zoon spreekt Zweeds en Laotiaans, onderling spreken ze Thais
omdat hij eerst tien jaar in Bangkok heeft gewoond. Hij zocht een
rustiger plek, vandaar Luang Prabang. Ze verstaan hier Thais omdat
Laotiaans overeenkomsten heeft en ze veel naar Thaise televisie
kijken. Hij komt uit Stockholm. Net als ik is hij dol op de Zweedse
zomers, maar kon ook al zo slecht tegen de lange en donkere winters.
Hij is hier manager in het prijzige View Hotel op het einde van het
schiereiland. Met meer staf dan gasten. Het hotel scoort volgens
hem zeer hoog op Tripadvisor in Azië. Maar valt niet in 'onze'
prijsklasse. Hij zegt dat het hier warmer dan gebruikelijk is voor
deze tijd van het jaar. Voor het guesthouse heb Ik een verbinding
met een internetsignaal, maar toch werkt internet niet. Dus sms´en
Weiwei en ik met elkaar.
Dinsdag 12 februari. De elektrische verwarming voor de douche werkt
niet. Hij slaat direct uit. Geen warme douche dus. Overal hangen
huisregels en het management van "mylaohome" is eigenlijk van een
'huisjesmelker' uit Singapore van het tegenovergelegen Daraphet.
Met goedkoop personeel en allerlei extra´s in rekening brengen.
In plaats van voor een warme douche en werkend internet te zorgen.
Ik neem een ontbijtset voor 20.000 kip bij het Khmu restaurant op een
mooi terras onder begroeiing. Schuin tegenover The Coconut. De straten
zijn al weer gevuld met luidruchtige en zeer aanwezige Chinese
families met walkietalkies. Bij Khmu zaten ze al aan hamburgers bij
het ontbijt. Ik ga vandaag met meer cameralenzen op pad dan gebruikelijk.
Na de siësta ben ik bij de rivier te vinden.
Mijn avondeten haal ik bij The Coconut: sweet and sour chicken met
gestoomde rijst en een papajashake (25.000, 5.000 en 8.000). Aan het
tafeltje naast mij zit een echtpaar uit de buurt van Brisbane, Australië.
Hun dochter van 25 heeft net vrijwilligerswerk gedaan in Phnom Penh en
morgen ontmoeten ze haar in Hanoi om samen door Vietnam en Cambodja te
reizen. We hebben het over armoede in Cambodja. Via hun dochter steunen ze
kinderen tussen de 15 en 25 uit een familie waar hun dochter mee in
aanraking kwam. Ik waarschuw hun voor dieven in Hanoi en geef hun nog wat
tips. Leuke mensen. We hebben het uiteraard vooral over reizen. Dit is pas
hun eerste ervaring met Zuidoost-Azië. Langs de rivier zitten veel Chinezen
aan het buffet of hot pot.
Wanneer ik 's avonds voor het guesthouse met Weiwei skype, zitten er
twee jonge Chinese mannen bij me aan tafel. Ze komen uit Beijing. Eén
van hen komt eigenlijk uit Qingdao, waar ik in oktober nog met Weiwei
was. Hij geeft me het wachtwoord van een signaal van een naastgelegen
guesthouse waar hij eerder verbleef. Ik heb hem vanmiddag ook al
ontmoet. Een jonge rijke Chinees die in alle provincies in China is
geweest en nu aan de landen buiten China is begonnen. Hij heeft een
nieuwere Canon camera en laat mooie foto's zien van Tibet op zijn
MacBook. Ik herken veel plekken, vooral de kloosters. Ik laat hem
foto's van Qingdao zien en maak hem enthousiast over Nepal. Ze drinken
bier met ijs met een jonge local die morgen een tour voor hun gaat
verzorgen.
Woensdag 13 februari. Het blijft vandaag lang grijs. Ik neem weer een
ontbijtset voor 20.000 kip. Na de lunch ga ik internetten. Ik kreeg
vanmorgen een sms van Weiwei dat ze is toegelaten voor een studie in
Nederland en ook een beurs van 10.000 euro heeft gekregen. Ze vraagt
me om het contract door te nemen.
Na een rustpauze ontmoet ik bij een ander guesthouse in het zelfde
straatje een doof meisje. Ze heet Touk en is 27, maar klein en heeft
een gele meisjesfiets waardoor ze jonger lijkt. We communiceren door
teksten op onze mobieltjes te typen. Een enthousiast meisjes. Soms
is ze me een beetje te snel. Ze denkt dat ik alles zomaar begrijp,
maar ik vraag bijvoorbeeld een paar keer om uit te leggen of ze kinderen
heeft, en dan schrijft ze 'son' en 6, maar even later twijfel ik of
ze een kind heeft. We rijden een rondje door de stad op haar fietsje.
Zij achterop. Dat moet een mooi gezicht zijn. Die 'grote' witneus en
een klein meisje op een gele fiets.
Wanneer ik 's avonds door de hoofdstraat loop, hoor ik iemand mijn
naam roepen. Het is Thong in een rood poloshirt op een brommer!
We kunnen elkaar morgen ontmoeten. Een beetje afhankelijk van wat hij
met zijn vrouw en zoontje doet. Hij zal me een berichtje sturen.
Ik eet bij The Coconut: fried noodle, papajashake en jasmijn thee
(29.000 kip). Kinderen komen langs met prullaria. "Buy something.
Money for school" Echte aanhouders zijn het niet. Aan het tafeltje
naast me zit een echtpaar uit Limburg. Ze doen de zelfde groepsreis
van Sawadee en hebben ook weer Thong als gids! Wat een toeval!
Donderdag 14 februari. Tussen twee en drie ben ik wakker geweest door
lawaai uit de grote kamer aan de voorkant. Een groep jongeren maakte
muziek met een gitaar en zang. Eerder hoorde ik al iemand bij hun aan-
kloppen om geen lawaai te maken. Maar wanneer ze weer beginnen en oor-
dopjes niet meer helpen, ga ik ook langs om ze stiller te krijgen.
Echt behulpzaam zijn ze niet. Alsof de wereld van hun is en ik hen een
pleziertje moet gunnen. In een gehorig houten gebouw zeker?! Wanneer
ik zeg dat ik morgen het management vraag om hun weg te sturen, krijg ik
te horen dat ze morgen al verder trekken.
Ik klop op hun deur en roep hard "good morning" wanneer ik de kamer
verlaat op weg naar ontbijt. Voor de zekerheid vraag ik bij de lobby
aan de overkant of ze ook werkelijk vertrekken. Dat is gelukkig zo.
De zon breekt vandaag sneller door. Ik geef een Hello Kitty schrijf-
blokje aan Touk zodat we makkelijker kunnen communiceren. We zitten
voor het guesthouse waar ze werkt op de veranda. Wanneer ik langs de
rivier loop, kom ik het Limburgse echtpaar weer tegen. Ik lunch tegen-
over The View massage: fried rice vegetables en papajashake (22.000 kip).
Om kwart voor vijf belt Thong. Hij wil voor morgen afspreken.
's Avonds eet ik weer bij The Coconut: tomatensoep, hamsalade, en
papajashake (15.000, 25.000 en 8.0000). Nu zitten er nog meer Chinezen
voor het guesthouse. Een meisje uit Sichuan dat in Beijing studeert,
de jonge Chinees weer met zijn MacBook en twee meisjes uit Hunan.
We praten tot rond middernacht. Of eigenlijk praten zij heel veel.
Ze hebben het vooral over de terugreis naar China. Ook met een jong
Amerikaans stel dat in China leeft en over twee dagen in Kunming moet
zijn. Het is moeilijk om een plekje in een bus te bemachtigen. Dat
zal met de Chinese vakantie te maken hebben. En het is hier hoogseizoen.
Vrijdag 15 februari. Om kwart over acht check ik uit en ga naar een
supermarktje voor yoghurt. Thong haalt me om half negen met zijn
brommer op. Er is een ceremonie van het buurtschap waar hij woont.
Zo'n vier kilometer ten zuiden van Luang Prabang, richting de waterval
even voorbij een S.O.S. school aan de linkerkant van de weg. Hij stelt
me aan zijn zwanger vrouw voor. We geven elkaar niet de hand, maar ze
maakt een buiginkje met haar handen tegen elkaar ter hoogte van haar
neus. Ze heeft naast haar bolle buik ook een gezet figuur. Ik heb Thong
om een cd met Laotiaanse feestmuziek gevraagd. Ik mag er geen geld voor
geven.
Een groep dames bereid achter onder een afdak het feestmaal voor.
Thong heeft kennelijk nog geen ontbijt gehad. Ik kan met hem en nog een
paar anderen mee-eten met mandjes met sticky rice, schaaltjes met vet
varkensvlees, gefrituurde vis en banaan. Al snel hebben vliegen zich op
het eten gestort en ik houd het dan ook maar bij de rijst en banaan.
Thong kleedt zich snel om. Hij doet mee aan de ceremonie in de ruimte
aan de voorkant. Daar zijn monniken en zitten ouderen. Een dikke vrouw
zit bij een grote wokpan met varkensvlees. Andere dames hakken vis in
stukjes voor laab. Er worden schaaltjes met sla en uien neergezet waar
vliegen op af komen. Ze worden pas met cellofaan bedekt wanneer alle
schaaltjes zijn gevuld. De tafels worden gedekt met grote dienbladen
met het eten, er is ook vissoep en papajasalade. Met flessen Pepsi,
Miranda, water en uiteraard bier. Een vrouwtje op een zijspan brengt
een grote kist met ijsblokjes.
Rond half twaalf begint het eten. Ik zit aan een tafel met mannen.
Een oudere man heeft een fles whisky. De meeste vrouwen blijven achteraan
zitten, maar er zijn ook gemengde tafels. Het valt me op dat ze elkaar
niet allemaal gaan begroeten. Kleine kinderen hangen rond en hebben
eerder al eten en drinken gekregen. Thong blijft druk bezig met helpen.
Hij haalt grote ventilatoren op en heeft de muziekinstallatie buiten gezet.
Thong heeft ook een microfoon aangesloten, maar op mijn vraag of hij gaat
zingen antwoordt hij met een gebruikelijke zachte glimlach: "maybe after
some more beer".
Het feest kan volgens Thong wel tot tien uur vanavond duren. Daar is geen
regel voor. Om half één zorgt hij dat een jongere broer (misschien is het
wel gewoon een vriend, want je bent hier al snel broer of zus terwijl dat
letterlijk niet zo is) in een hoge snelheid achterop een brommer terug
naar mijn guesthouse. Op internet zie ik dat mijn Bangkok Airways vlucht
van 16:10 ruim een uur vertraging heeft. Ik heb al een afspraak met een
tuk tuk om me om half twee naar het vliegveld te brengen. Dat is vroeg.
Ik werk op mijn computer maar zelfs in de schaduw is het heet. Om twee
uur dan toch maar naar het vliegveld. Voor mijn laatste 26.000 kip. Een
klein en eenvoudig vliegveld met simpele voorzieningen. Er hangt niet
eens een scherm met boarding informatie bij de gate.
Naar Bangkok
De vlucht naar Bangkok duurt een uur en veertig minuten. Bangkok Airways
gebruikt voor dit traject ook een propellervliegtuig. Dit keer lukt het me
wel om in zo'n toestel mijn fototas in de bagageruimte boven de stoelen te
krijgen. Ik heb stoel 8A. We krijgen een broodje met boter, salade met ham,
een cakeje, fruit, ik neem appelsap en de twee stewardessen met poeder
make-up in lichtblauw komen een paar keer langs met thee en koffie. Beter
verzorgd dan bij Lao Airlines.
Laos is een land met vriendelijke en bescheiden mensen. En over het
algemeen redelijk goed eten. Hoogtepunten waren bezoeken aan dorpen en de
boottochten over de rivieren. Van het grote aantal bezichtigingen aan
historische tempels en monumenten kan ik niet zeggen dat er iets
uitspringt. Ze waren niet altijd zo fotogeniek en in veel gevallen vond ik
de Laotianen en hun huidige manier van leven boeiender om naar te kijken
dan de geschiedenis.
Ik concludeer dat Laos niet kan tippen aan buurlanden Cambodja en Vietnam.
Maar kan me ook wel voorstellen dat mensen van dit land houden, vanwege het
rustige en 'simpele' karakter.
Wat ik in mijn groep hoorde, en van een Duitser op het vliegveld nogmaals,
is dat Laotianen vuil vaak zomaar dumpen. Er heerst totaal geen bewustzijn
over wat dat met het land doet. Luang Prabang is bijvoorbeeld een mooie
stad, maar wanneer je goed kijkt, gooien ze zelfs daar vuil langs de weg en
in de rivieren. Maar je ziet dat veel meer Azië.
Misschien dat ik een keer terugkom om Weiwei het centrale deel van
Vientiane tot en met Luang Prabang te laten zien, maar anders is er niet
iets wat mij voldoende aangetrokken heeft om snel terug te doen keren.
Overigens moet je deze woorden niet zodanig opvatten dat Laos voor mij een
teleurstellend land was, want ik heb een mooie tijd gehad!
Zie voor het vervolg het verslag van Myanmar.
Johan (29 mei 2013)