Jordanië 2014
Oorspronkelijke wilde ik graag de gecombineerde reis Egypte & Jordanië
van Djoser doen. Maar na verder bestuderen ontdekte ik dat beide landen
meer tijd verdienen. Een andere rol voor het separaat kiezen van
Jordanië, is dat er in Egypte kans is op aanslagen in de Sinaï.
En die reisroute loopt daar juist door.
Voor het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië zou ruim een week voldoende
moeten zijn. De wens om Petra te zien wil ik niet langer meer uitstellen.
Het is wel zo dat er juist nu veel onrust is in omringende landen.
Dat heeft ook invloed hebben op het toerisme in Jordanië. Maar minder
drukte maakt het voor mij juist aantrekkelijker.
Op 9 juli boek ik bij Sawadee een negendaagse hoogtepuntenreis. Weer
bij Sawadee, vanwege goede ervaringen. Maar ook omdat Djoser via
Istanboel vliegt en Fox op maandag of woensdag vertrekt.
In de tussentijd heb ik ruim de tijd om de reis voor te bereiden.
Ik lees informatie van Wikivoyage, reisverslagen en vind gedetailleerde
plattegronden. Zo is het niet eens nodig om een reisgids aan te schaffen.
Deze keer weer een groepsreis, zodat ik er minder energie in hoef te
steken. Ik lees me wel goed in, want de reis is maar kort en waarschijn-
lijk eenmalig. Dus het liefste wil ik dat alles in één keer slaagt.
Egypte blijft op mijn wenslijstje staan.
Op 24 oktober krijg ik een mail van Sawadee waarin staat dat Royal
Jordanian haar directe vlucht van Amsterdam naar Amman heeft geannuleerd
en Sawadee tickets bij Britisch Airways heeft geboekt. Daar ben ik niet
blij mee, want dat betekent een overstap op London Heathrow en dus een
langere vliegreis en extra stress door een overstap. Maar dat soort
dingen heb je helaas niet in de hand.
Eerst wat achtergrondinformatie over Jordanië. Samengevat van Wikipedia.
Jordanië was tot 1917 een deel van het Ottomaanse Rijk, toen Turkije in
de Eerste Wereldoorlog door de geallieerde troepen werd verslagen.
Jordanië maakte in 1922 kortstondig deel uit van het Britse Mandaatgebied
Palestina. Maar in 1923 werd Abdoellah I tot Emir van Transjordanië
verklaard. Op 1 maart 1946 werd het land formeel onafhankelijk; het bleef
Transjordanië heten.
In 1947 - na het beëindigen van het Britse mandaat - werd besloten
Palestina op te delen in een Joodse en een Arabische staat en kwam de
Palestijnse bevolking in opstand. Koning Abdoellah sloot daarop een
geheime overeenkomst met het Joods Agentschap om Palestina te verdelen
tussen de toekomstige Joodse staat en Transjordanië. Hij beloofde bij een
eventuele oorlog de grenzen, zoals beschreven in het verdelingsplan, te
zullen respecteren.
Toen na het vertrek van de Britse mandaattroepen oorlog uitbrak tussen de
zojuist uitgeroepen staat Israël en de Arabische Liga slaagde het
Jordaanse leger erin heel het Arabische gebied aangrenzend aan het
koninkrijk te bezetten.
Na zware gevechten kwam Oost-Jeruzalem, waaronder de oude stad, in
Jordaanse
handen, terwijl de Israëliërs het westelijke gedeelte bezetten.
Door de strijd vluchtten vele Palestijnen naar Transjordanië, waar zij een
belangrijke bevolkingsgroep werden.
Op 3 april 1949 tekenden Israël en Transjordanië een bestand en op 24 april
1950 annexeerde het koninkrijk formeel het bezette gebied (de Westelijke
Jordaanoever) en veranderde zijn naam in Jordanië. Slechts het Verenigd
Koninkrijk en Pakistan erkenden deze annexatie, terwijl de meeste Arabische
landen haar sterk afkeurden.
Op 20 juli 1951 werd koning Abdoellah I bij het betreden van de Rostkoepel-
moskee in Jeruzalem door een Palestijnse nationalist gedood. Ook zijn
kleinzoon, de latere koning Hoessein werd door een kogel geraakt, maar
overleefde de aanslag. In 1951, gedurende het korte leiderschap van Koning
Talal, werd een liberale grondwet ingevoerd. Talal moest echter om gezond-
heidsredenen het koningschap in mei 1953 overdragen aan zijn zoon Hoessein.
Tegen die tijd was er veel waardering opgekomen voor de Egyptische
president
Nasser, die in de Koude Oorlog een neutrale positie zag weggelegd voor de
Arabische wereld, die hij politiek wilde verenigen. Jordanië belandde eind
1955 in crisis toen het weifelde om deel te nemen aan het Bagdadpact, een
Brits-Amerikaans bondgenootschap om de Sovjet-Unie in te sluiten in het
kader van de Koude Oorlog, maar ook om de Britse greep op het oostelijk
gedeelte van de Arabische wereld te verstevigen.
Nasser instigeerde in december 1955 en maart 1956 twee volksoproeren in
de Jordaanse hoofdstad Amman tegen toetreding tot het pact, en koning
Hoessein ontsloeg daardoor de pro-Britse premier. Nasser profiteerde van
deze Britse nederlaag, en nationaliseerde op 26 juli het Suezkanaal
(voor 80% in Brits-Franse handen) en blokkeerde de Golf van Aqaba tegen
Israëlische schepen, wat leidde tot de Suezcrisis.
Eind 1956 bezette Israël daarop de Egyptische Sinaï-woestijn en de
Jordaanse stad Aqaba. Begin 1957 verliet het Israëlische leger Jordanië
en de Sinaï weer.
Na een staatsgreep in april 1957 ontbond koning Hoessein (1953-1999)
het parlement. Daarna regeerde hij vrijwel als alleenheerser. In februari
1958 sloten de Hasjemitische koningen van Jordanië en Irak samen de
Arabische
Federatie, die echter weer uiteenviel nadat op 14 juli 1958 een staatsgreep
in Irak de monarchie ten val bracht. Hoessein vroeg in deze noodsituatie
Britse parachutisten om militaire en de Amerikanen om economische hulp, die
hij kreeg. De pro-westerse koerswijziging vervreemdde hem van Nasser en
deed
Palestijnse groeperingen in Jordanië zich tegen hem keren.
Pas toen in mei 1967 spanningen met Israël toenamen, verzoenden Hoessein en
Nasser zich weer. Bij de Zesdaagse Oorlog in juni 1967 werd de Westelijke
Jordaanoever door Israël op Jordanië veroverd, en tot bezet gebied gemaakt.
Zo'n 200.000 Palestijnen vluchtten naar Jordanië. De Palestijnse strijders
en Jordaanse regeringstroepen vielen hierna herhaaldelijk de Westelijke
Jordaanoever binnen. Israëlische vergeldingsacties en aanvallen op Jordanië
ondermijnden de stabiliteit van het land.
In 1970 kaapte het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina drie
westerse
vliegtuigen, waarna de vliegtuigen in Jordanië landden. Na acht dagen van
gevechten tussen regeringstroepen en Palestijnse guerrillero's, die de
kapers beschermden, werd een bestand getekend. De stabiliteit van het land
kwam echter direct in gevaar en de koning besloot de militante Palestijnen
uit zijn land te verwijderen.
In 1993 hield Jordanië, voor het eerst sinds 1956, verkiezingen waar
meerdere partijen aan meededen. In 1994 werd een vredesverdrag getekend
met Israël. Na de dood van Koning Hoessein werd Abdoellah II (1962) op
7 februari 1999 koning. In 1993 trouwde hij met Rania (1972), in Koeweit
geboren uit Palestijnse ouders.
Jordanië is één van de weinige landen in het Midden-Oosten waar je ook
eenvoudig individueel met een huurauto kunt rondtrekken. De infrastructuur
is goed, benzine goedkoop, en het meest belangrijke: het is veilig.
Jordaniërs zijn zeer vriendelijk en spreken bijna allemaal wel Engels.
De bewegwijzering staat ook in het Engels. Naast Arabisch krijgen alle
Jordaanse kinderen namelijk Engels op school aangeboden.
Het is een zeer stabiel land. Voormalige Koning Hoessein heeft er alles
aan gedaan om de vrede te bewaren. Hij streed ook voor de vrede in de
omliggende landen. Zijn zoon Abdullah is nu Hasjemitische koning, directe
afstammeling van de profeet Mohammed, namelijk Hashim ibn 'Abd Manaf,
de overgrootvader van de Profeet. Het is duidelijk dat Jordaniërs trots
zijn op hun land en op hun koning, overal zie je afbeeldingen van de
koning en zijn familie.
Koning Hoessein had vier vrouwen. Dina was de eerste, een Egyptische
docente, ze kregen één dochter. Dina bemoeide zich te veel met politieke
zaken, waarop Hoessein besloot te scheiden. De Britse Muna was zijn
tweede vrouw, hiermee kreeg Hoessein 2 zonen (waaronder de huidige koning)
en twee dochters. Hij trouwt vervolgens met Alia. Een zeer geliefde
Palestijnse vrouw die Hoessein twee dochters en twee zonen schenkt en
helaas bij een vliegtuigongeluk ten zuiden van Amman om het leven komt.
De plek van de ramp is nu de plaats van Queen Alia International Airport.
Als laatste valt Hoessein voor de Syrisch/Amerikaanse Noor, die hem twee
zonen en twee dochters schenkt. Koningin Noor is nog steeds zeer geliefd
en leeft de helft van het jaar in Jordanië en de andere in de Verenigde
Staten.
Voor deze reis heb ik `Een leven in het teken van vrede` van Koningin
Noor gelezen. Koning Hussein Jordanië werd wereldwijd gerespecteerd.
Het boek geeft een ander perspectief aan de vaak eenzijdige blik op de
agressieve rol van Israël en de Verenigde Staten in het Midden-Oosten.
Jordanië heeft circa vijf miljoen inwoners en bestaat voor 90% uit
woestijn. Het gebied ten oosten van de Jordaan, is de regio waar een
aantal verhalen uit de bijbel zich afspeelden. Het was het woongebied
van de vijanden van de Israëlieten, namelijk de Ammonieten, Moabieten
en Edomieten. Men vindt hier ook de berg Nebo en waarschijnlijk lagen
hier de steden Sodom en Gomorra. In de geschiedenis speelde Jordanië
nooit een hoofdrol, maar het land was altijd wel een belangrijke
corridor voor handel tussen volken en beschavingen.
Heenreis via Londen
Vrijdag 14 november. Mijn laatste vlucht was uit China in mei 2013.
Sindsdien hebben Weiwei en ik alleen tripjes per trein en huurauto´s
door Europa gedaan. Anderhalf jaar geen verre reis is een beproeving
geweest, hoewel ik veel tijd heb besteedt aan het voorbereiden van
toekomstige reizen (met name Canada en Indonesië). Maar nu ben ik
eindelijk weer op Schiphol voor een eigen reis.
Tijdens de korte vlucht naar Londen krijgen we fris en een zakje chips.
Het is helder boven Londen. De Tower Bridge is zeer duidelijk zichtbaar.
Heathrow ligt aan de westkant van de stad. Het vliegveld heeft kennelijk
nog geen shuttletrein. Er rijden bussen van Terminal 5 via 2 naar 1.
Om half twee zit ik daar te wachten met een yoghurtbiscuit en snicker
tot op de schermen verschijnt dat de vlucht naar Amman van gate 5C
vertrekt. Na een doolhof aan gangen, is daar dan eindelijk die ver
weggestopte gate.
Op London Heathrow herken ik een paar gezichten die ik ook op Schiphol
zag. Zouden dat mijn reisgenoten zijn? Tijdens de tweede vlucht kan ik
al redelijk inschatten wie het zijn, want we zitten hoogstwaarschijnlijk
bij elkaar in de buurt. Maar ik zoek nog geen contact. Ik vermaak me
door te kijken naar A Most Wanted Man (2014) van Anton Corbijn en
Fading Gigolo (2013). In het begin is er wat turbulentie. Ik kies bief
met curry, met salade, chocomousse en een broodje. Best een goede maaltijd.
Amman Queen Alia International Airport.
Lange tijd was de groep heel klein, maar in de laatste weken hebben zich
nog een paar aangemeld en zijn we uiteindelijk met z´n tienen. De koers
op het vliegveld is 82,0 dinar cent voor een euro. Een mannetje neemt
onze paspoorten in voor het groepsvisum. Wij kunnen zo langs de douane
lopen. Bij de bagageband krijgen we de paspoorten terug, voorzien van
een stickertje achterin en twee stempels.
Madaba
Een Toyota Coaster bus brengt ons in het donker naar Madaba.
Deze rustige stad ligt ten zuiden van Amman en is door Sawadee bewust
gekozen om in het noorden van Jordanië als uitvalsbasis te gebruiken.
Soms zie ik tenten met schaarse verlichting in het landschap. We zitten
in het Mariam Hotel en hebben een prima kamer aan de straatzijde op de
derde verdieping. De badkamer zou iets schoner kunnen. 's Avonds bij
terugkomst stond de airco steeds aan om de kamer te verwarmen.
Dat had van mij niet gehoeven, want ik slaap graag in een koude kamer.
Maar ik heb er ook geen last van gehad.
Er is een mooi zwembad bij, helaas iets te koud nu, want het hotel zelf
geeft veel schaduw. Een moderne bar en zitruimte met dvd's. In de lobby
is een verzameling boeken waar ook oude Arabische tijdschriften tussen
zitten; al bladerend kom ik informatief werk over Jordanië tegen.
Bijvoorbeeld een verslag over het ondersteunen van arme dorpen.
Zaterdag 15 november. Heel vroeg in de ochtend heb ik de eerste oproep
voor het gebed gehoord, maar de dichtstbijzijnde moskee staat kennelijk
niet in de buurt, want het was een sereen geluid en ik ben direct weer
in slaap gevallen.
Het Jordaanse ontbijt bestaat vaak uit eieren, platte taboonbrood,
falafel, hummus (van kikkererwten), mutabel (van aubergine en yoghurt)
en labneh (van zachte geitenkaas met olie, peper en tijm), halawa, een
soort kruimelige substantie van notenboter, sesamzaadyoghurt met honing
en salades. En uiteraard muntthee en Turkse koffie. Soms is er rode
karkade thee (hibiscus). En fruit.
Na het uitgebreide ontbijt beginnen we met een briefing naast het
zwembad door reisbegeleidster Nina. Ze woont al tien jaar in Luxor,
Egypte. Een visum voor een jaar kost haar verrassend genoeg minder dan
een toeristenvisum. Mijn reisgenoten zijn 3 Belgische dames uit Mechelen,
een West-Vlaming uit de buurt van Brugge, een stel bij mij uit de buurt,
een weduwnaar met een harde koffer (daar zal hij nog vaak op aangesproken
worden omdat Sawadee dat liever niet heeft) en grote fototas, een arts
en een verpleegster die beiden in ziekenhuizen werken. Nina raadt ons
aan om bij de Housing Bank geld op te nemen. Volgens haar is de koers
op het vliegveld slecht. Er gaat direct 60 dinar per persoon in de
fooienpot.
Het hotel zit een paar minuten buiten het centrum. Voor mij geen bezwaar.
In de straat van het hotel zijn souvenirwinkeltjes, supermarktjes en aan
de overkant de Hangover liquor store, vooral handig voor de Belgische
dames in de groep.
De belangrijkste bezienswaardigheid van Madaba is de oosters-orthodoxe
Sint Joriskerk met vloermozaïek uit de 6de eeuw welke een kaart van de
streek voorstelt. Deze kaart diende ooit als hulp voor pelgrims op weg
naar het Heilige Land. Het mozaïek is niet meer compleet, maar onder
andere Jeruzalem, Betlehem, Jericho, de Jordaan en de Dode Zee zijn nog
goed te herkennen. Het originele formaat was vijfentwintig bij vijf meter!
Wat er in de kerk aan de muren hangt is ook zeker de moeite waard!
In een winkeltje naast de kerk willen ze entree, vermoedelijk voor een
museale tentoonstelling. Ik koop ook een paar matige ansichtkaarten,
zodat ik in ieder geval wat plaatjes van Mount Nebo heb.
Met mijn Vlaamse kamergenoot loop ik nog door het centrum. De winkel-
straatjes zijn aardig. Bij een bakker haal ik vier gevulde broodjes
voor 1,1 dinar. En anderhalve liter water voor een halve dinar in de
buurt van het hotel.
Nebo
Het is erg rustig tijdens ons bezoek aan Mount Nebo.
Wanneer Mozes bij het Beloofde Land aankomt vertrouwt het volk niet op
hem en weigert het Beloofde Land binnen te gaan uit angst. God straft
hen voor hun gebrek aan vertrouwen in Hem door hen 40 jaar door de
woestijn te laten zwerven alvorens zij opnieuw het Beloofde Land
binnen zullen mogen treden.
Na veertig jaar ziet Mozes vanaf Mount Nebo, vanaf de top op ongeveer
817 meter boven zeeniveau, het Beloofde Land. Het volk Israël heeft
honger en dorst. God zegt dat als Mozes water aan een rots zal vragen,
de rots hem water zal schenken. Mozes is echter eigenwijs en gebruikt
zijn staf om water uit de rots te krijgen. Hij tikt twee keer met zijn
staf tegen de rots en er verschijnt water. Het volk is blij, maar God
niet. God straft Mozes, omdat hij geen vertrouwen in Hem had. Mozes
mag het Beloofde Land niet in en zal daar op de berg sterven. Op 120
jarige leeftijd. God begraaft Mozes zelf en leidt hem de weg naar de
hemel. Tot op de dag van vandaag weet men de exacte plek van het graf
van Mozes niet. De Paus heeft de berg een aantal jaren geleden tot
heilige plek uitgeroepen.
Her en der staan monumenten. De kerk is door langdurige restauratie-
werkzaamheden helaas niet te bezichtigen, wel zijn er informatieborden
met foto's van wat er in de kerk te zien is. In een tent is een mozaïek-
vloer bewaard die oorspronkelijk op een plek in de buurt is gevonden.
Lokaal noemen ze de berg Siyagha. Op deze hoogte zijn prachtige ver-
gezichten over de Jordaanvallei. Bij helder weer kun je zelfs Jeruzalem
zien liggen, maar vandaag is het zicht naar het westen een beetje heiig.
Dode Zee
Tussen Nebo en de Dode Zee rijden we door een woestijnlandschap en
overbruggen een hoogteverschil van ruim 800 meter boven zee naar 400
meter onder zeeniveau. Het laagste punt op het aardoppervlak! Op een
strategisch punt is een militaire post. In het dorre landschap staan
regelmatig tenten van bedoeïenen. Met tankwagens krijgen ze water.
Jochies lopen langs de weg met geiten en ezels. Langs de grote weg bij
de zee zien we voor het eerst een kameel.
Het zoutgehalte van de Dode Zee is ongeveer tien keer zo groot als dat
van de Middellandse Zee: 332 versus 38 gram per liter! Ik merk dat
direct al wanneer ik er een stukje in wil lopen. Aanleiding waarom men
hier graag met een krantje in het water wil drijven. Een groep Fransen
doet dat met een blad. Ook locals zoeken het water op. Sommige vrouwen
in speciale badpakken, jonge meiden in korte broek en T-shirt.
Het water dat in deze binnenzee stroomt is omsloten door land en kan
alleen verdampen en laat een rijke cocktail van zout en mineralen achter.
De Dode Zee is 76 km lang en heeft een maximale breedte van 18 km.
Eén van de redenen waarom de Dode Zee zo'n hoge concentratie van
mineralen heeft is dat de zee het water niet afvoeren kan.
De belangrijkste producten die hieruit gewonnen worden zijn potas en
bromide. Kali- en bromide-exploitatie vindt plaats aan de zuidkust van
de Dode Zee. Het soortelijk gewicht van het water is 1.166, waardoor
het menselijk lichaam niet kan zinken.
Vanwege de zuurstofrijke, stuifmeelvrije lucht, maar vooral door de
genezende werking van het mineraalrijke water bij huidziekten (psoriasis),
reumatiek en artritis hebben de plaatsen En Gedi en En Boqeq zich
ontwikkeld tot badplaatsen met geneeskrachtige bronnen en moderne kuur-
inrichtingen.
In de acht grote, dure hotels komen veel mensen die er om gezondheids-
redenen verblijven. De heilzame werking is al duizenden jaren bekend.
David, Salomon en de koningin van Sheba hebben kuurpaleizen op de
oevers gesticht. Cleopatra verkreeg, voor veel geld, de exclusieve
rechten van de Dode Zee regio. Zij gaf opdracht farmaceutische en
cosmetische fabrieken te bouwen, waarbij de benodigde grondstoffen uit
de Dode Zee werden gehaald.
's Avonds eten we in het veel geprezen restaurant Haret Jdoudna dat
aan de hoofdstraat in het oude centrum is gevestigd in een fraai
Ottomaans huis. Ze bieden ook shisha´s of hookahs, waterpijpen. Omdat
er veel christenen in Madaba wonen, is alcohol hier in tegenstelling
tot veel andere plekken goed verkrijgbaar. We zitten in de open midden-
ruimte. Het personeel bestaat alleen uit mannen. Het kamertje achter
mij is zo te zien gereserveerd voor de rokers. Een jong stel, waarvan
de vrouw fel rode lippen heeft en een rode trui draagt, zit eerst
tegenover elkaar, maar later zie ik hun onderuit tegen elkaar hangen.
Verbazing bij mij dat zoiets in een moslimland kan.
We eten voor een royale 18 dinar (!) per persoon gerechten uit deze
regio. Veel eten. Hummus met tahina (verpulverd sesamzaad), citroen en
knoflook, fattoushsalade, pitabrood gecombineerd met een mix van
groenten zoals tomaten, komkommers, sla, rode ui, radijs, groene peper,
peterselie, munt, op smaak gebracht met olijfolie, citroensap, zout en
gemalen zwarte peper. Bij de niet-wijndrinkers is 'asri limon nana'
(letterlijk citroen mint) populair. Ik houd het bij muntthee voor
2 dinar per glas. Westerse prijzen. Het koelt aardig af. Rond de eet-
tafel komen straatkachels. Er is live muziek van een eenmansorkest.
Het vlees wat er gegeten wordt moet halal geslacht zijn. Dhabiha in het
Arabisch. Degene die het dier slacht moet moslim zijn. De slachtplek en
het dier moeten rein zijn. Er moet zorg worden gedragen voor het dier
dat geslacht wordt, het dier moet zo fijn mogelijk sterven en met het
hoofd in de richting van Mekka. Voorafgaand aan het slachten moeten de
woorden Bismillah, Allahoe Akbar worden uitgesproken, in de naam van
Allah, Allah is de grootste. Hierna wordt het dier in één haal gedood
middels het doorsnijden van de keel of de halsslagader. Daarna moet het
vlees goed uitbloeden, voordat het bereid kan orden.
Jerash
Zondag 16 november. Rond half negen zitten we in de bus. Bij Amman is
het bewolkt en er vallen zelfs een paar druppen. Er zijn verkeersopstop-
pingen. Op een bord staat dat ze hier ook een Carrefour hebben.
We stoppen even bij een bord waar "Syria" op staat. Voor Talal, Firaz,
Nina en één van de Belgische dames weer een gelegenheid om te roken.
Talal zegt dat hij Talal de Tweede is, vernoemd naar Koning Talal.
Om de tijd te doden, mogen we de leeftijden van hem en de chauffeur
raden. De arts en ik zitten het dichtst in de buurt. Wij krijgen elk een
hoofddoek. Hij legt ons uit hoe we die kunnen dragen.
Er zijn verschillende manieren. Zo naast elkaar zittend, worden we door
Talal omgedoopt tot Mustafa en Fatima.
Jerash, of Gerasa, is één van de best bewaarde Romeinse provinciesteden.
Ooit woonden hier 20.000 mensen, maar de stad werd in 747 tijdens een
aardbeving grotendeels met zand bedekt. Rond 1920 werd er begonnen met
opgravingen en restauraties, welke tegenwoordig nog plaatsvinden.
Ongeveer 50 kilometer ten noorden van Amman en was vroeger een welvarende
stad in de heuvels van Gilead. Rond het jaar 70 veroverden de Romeinen
Jerash en maakten het onderdeel van de Romeinse provincie Syrië. Rond
deze tijd werd ook het stadsplan van Jerash gelegd in een typisch
Romeinse schema.
Bij de ingang is een koffie- en theepauze in een souvenirhal. Tijdens ons
bezoek aan de Romeinse nederzetting wordt het weer steeds beter. Op een
gegeven moment is er genoeg zon voor een T-shirt. Jerash heeft veel moois
te bieden. Het wordt jaarlijks gebruikt voor een festival, beide theaters
zijn mooi gerestaureerd.
We starten bij een 'Arc de Triumph', een enorme ingang opgericht ter
gelegenheid van het bezoek van keizer Hadrianus aan Jerash in de winter
van 129-130 en daarom Poort van Hadrianus genoemd. Jerash was een favoriete
stad van de Romeinse keizer. In de derde eeuw begon het verval, het werd
een Christelijke stad onder het bewind van het Byzantijnse Rijk. Moslims
namen het in 635 over. De genadeklap kwam in1112 door Boudewijn II van
Jeruzalem tijdens de kruistochten.
De Poort van Hadrianus en het hippodroom liggen buiten de kern en zijn
gratis te bezoeken. Het hippodroom van slechts 245 bij 52 meter, is het
kleinste binnen het Romeinse Rijk. Er worden soms voorstellingen gegeven
om zodoende een idee te geven van wat zich hier zoveel jaren terug
afspeelde: met gladiatoren en strijdwagens. Een Zweedse organisator
houdt hier gepensioneerde politiemannen en militairen aan het werk om
zo hun karige pensioen aan te vullen.
Het Forum, ook wel Oval Plaza, is een ongewoon groot en asymmetrisch
plein aan het begin van de Cardo Maximus, gebouwd in het begin van de
eerste eeuw. Het plein is 80 bij 90 meter en omringd door 160 ionische
kolommen. De Cardo is een 600 meter lange straat die in de lengterichting
van de stad loopt. Ooit was het vol met belangrijke gebouwen, winkels en
huizen. Er ligt een drainagesysteem onder de bestrating.
De Cardo Maximus was vroeger geheel omgeven door kolommen waarvan er nu
nog veel staan.
Het Agora is de hoofdmarkt met een centrale fontein. Het Numphaeum is een
publieke fontein gedecoreerd met leeuwenhoofden en gewijd aan nimfen.
Dit bijzonder mooie en intacte gebouw uit het eind van de 2e eeuw was
opgedragen aan de dochters van Zeus. In de nissen die nog te zien zijn,
hebben standbeelden gestaan die vazen vasthielden waaruit het water
stroomde.
Het noordelijke theater is prachtige gerestaureerd. De indrukwekkende
tempel van van Artemis is geweid aan de beschermheilige van de stad
Artemis, de dochter van Zeus. Met mooi gedecoreerde Korinthische kolommen.
Binnen is een terras met openluchtaltaar. Iets voor de tempel liggen de
Propyleeën van de Tempel van Artemis, oftewel de vroegere toegangspoort.
Even verder komen we bij de overblijfselen van een aantal Byzantijnse
kerken, zoals die van Cosmas and Damian. Gebouwd rond 533, met nog een
groot deel van de mozaïekvloer intact. Tweelingbroers, beroemde doktoren
die geen honorarium vroegen van hun patiënten en later martelaren werden.
Op het mozaïek zijn complexe decoraties te zien met symbolische figuren,
diamanten en vierkanten met geometrische ontwerpen, vogels, dieren en
portretten van donors.
Het zuidelijke theater is een amfitheater met 32 rijen voor 3000 zit-
plaatsen. In de kolommen, zitten Griekse inscripties. Het theater was
daarnaast zo gebouwd dat het orkestgedeelte ook als zwembad gebruikt
kon worden.
Na al die indrukken rijden we slechts een klein stukje naar een duur
uitziend Libanees restaurant (www.lebanese-house.com). Het eten is
zelfs nog iets royaler dan gisteravond. Op de terugweg nemen we een
andere route, door een heuvelachtig landschap met olijf- en sinaasappel-
bomen. Amman is best een grote stad. Bijna de helft van de populatie
woont in deze regio, mede door een gematigd klimaat.
Amman down town
De hoofdstad ligt 710 meter boven zeeniveau. Ooit gebouwd op 7 heuvelen.
Inmiddels zijn het er veel meer. Veel buitenlanders komen werken in
Jordanië. Ook werken er veel Jordaniërs in de Verenigde Arabische
Emiraten, omdat ze daar meer kunnen verdienen. Helaas heeft Jordanië
geen olie, zoals buurlanden Irak en Saudi-Arabië, anders zou Jordanië
rijker zijn geweest.
Gebouwen met appartementen worden zelden hoger dan vier verdiepingen,
omdat men dan problemen krijgt met de waterdruk. Water is een schaars
goed in Jordanië. Ook zijn veel huizen niet af. Er steken uit het dak
ijzeren of betonnen palen, vergelijkbaar met Azië en Zuid-Amerika.
Dit wordt expres zo gedaan, zodat de oudste zoon later een woning op
het dak kan bouwen als hij een gezin gaat stichten.
Amman heeft niet die oosterse en exotische sfeer als bijvoorbeeld
Caïro en geen allure die veel hoofdsteden hebben. Het vroeger
Philadelphia dankt haar huidige naam aan de Ammonieten die hier vroeger
heersten.
We gaan naar het oude deel van de stad. Sommige auto´s hebben duidelijk
zichtbaar een eerder leven in onder andere Duitsland gehad. We rijden
door een deel waar volgens Talal 60% Palestijn is. We bezoeken de
citadel, in het Arabisch: Jabal al-Qal'a. Deze heuvel werd rond 1800
v. Chr. ommuurd en als fort gebruikt. Met een prachtig uitzicht over
de stad.
In het dal ligt een romeins theater met 6000 zitplaatsen. Als eerste
komen we langs de Tempel van Hercules. Vervolgens gaan we in een hoog
tempo door het niet zo interessante museum. Hier bevinden zich wel
enkele interessante voorwerpen, zoals kunst van de Nabateeërs,
terracotta sarcofagen uit circa 1000 voor Chr. Enkele fragmenten van
de beroemde Dode Zee rollen met de vaten waarin zij gevonden werden,
zijn naar het Nationale Museum overgebracht.
Achter het museum is een groot gebouw waar met behulp van Italianen
een nieuw koepeldak op is gebouwd, het Ummayad Paleis. En restanten
van een Byzantijnse kerk. We zijn net op tijd om daar nog iets van te
zien, door een vroege zonsondergang sluit de Citadel al voor vier uur.
Daarna lopen we door het centrum, eten een zeer zoete snack en bezoeken
een markt. Het valt me op dat trouwjurken in etalages wel decolletés
hebben. In de bar van het hotel zie ik videoclips die ook best
uitdagend zijn.
Maandag 17 november Om kwart over acht vertrekt de bus. Vandaag een
lange rit naar het zuiden via de Kings Highway, een historische route
langs Jordaniës mooiste landschappen en diverse historische plaatsen.
Deze weg is al zeer oud en werd in het verleden gebruikt door legers,
handelaren, kruisvaarders en pelgrims en zij allen lieten hun sporen
na. Het was vroeger één van de belangrijkste handelsroutes in het
Midden-Oosten.
Jordanië heeft van alle landen in deze omgeving de langste grens met
Israël. Talal heeft tijd om wat meer over Jordanië en moslims te
vertellen. Bijvoorbeeld over het vinden van een partner.
Een moslim mag overigens een neef of nicht trouwen.
De eerste ontmoeting is bij hem thuis. Moeder en zussen doen mee aan
de keuring van de potentiële bruid. Ze draagt bij een eerst ontmoeting
minder kleding dan gebruikelijk, om haar huid en lichaamsvormen beter
te tonen. Het huis van haar aanbidder is speciaal schoon gemaakt.
Banen en opleidingen worden besproken.
Bij de tweede ontmoeting gaat hij met zijn familie bij haar op bezoek.
Zij maakt Turkse koffie. Ze kijkt hem als laatste aan. Soms zitten ze
tegenover elkaar en bij moderne families zitten ze zelfs al naast
elkaar en kunnen ook onder vier ogen praten.
Vervolgens wordt zijn omgeving gekeurd door bijvoorbeeld buren te
bevragen. Een bruidsschat in Jordanië is ongeveer 5000 a 8000 dinar.
Het geld is afkomstig van de familie.
De bruid zet dat geld om in gouden sieraden en kleding.
Het is normaal dat ze binnen een paar maanden trouwen. In Talal zijn
geval al na elf dagen. Indien er geen goede match is, dan kan de ring
terug worden gegeven.
Talal is niet te spreken over Saudiërs. Die zijn volgens hem hypocriet.
In hun eigen land houden ze zich aan de regels, maar ze misdragen zich
in Caïro.
Wadi Al Mujib
Al snel komen we door Wadi Al Mujib. Een diepe kloof et een geweldig
uitzicht over het dorre landschap. De rivier Wadi Mujib, in de oudheid
Arnon genoemd, loopt hier en komt uiteindelijk uit in de Dode Zee.
Het wordt hier ook wel de Grand Canyon van Jordanië genoemd en dat is
niet verwonderlijk. De King's Highway daalt 400 meter in de diepte om
vervolgens weer die 400 meter te stijgen. Enkele jaren geleden is hier
een stuwdam aangelegd. De stuwdam heeft een ander microklimaat doen
ontstaan met vogels en planten die hier eerder niet voorkwamen.
Er leven bedoeïenen die van het beetje vruchtbare grond proberen rond
te komen. Ze leven in tenten. Na de kloof stoppen we bij een restaurant
voor koffie, thee en baklava. Femke, de arts, heeft die gewonnen door
de leeftijd Nina te raden. (Ik heb bewust een veel lagere leeftijd
gekozen, omdat ik anders met die doos moet rondsjouwen.) Talal wijst
steeds aan welke hij de lekkerste vindt, om die vervolgens ook zelf
te nemen. De zoetekauw.
Karak
Kort na elf uur zijn we in Karak waar een kasteel op een strategische
heuvel op 900 meter boven zeeniveau ligt. Talal geeft een beetje
geschiedenis. Het kruisvaarderskasteel dateert uit 1142 en bestaat uit
zeven verdiepingen. Het is gebouwd op een losstaande heuvel. Op deze
manier was het kasteel goed te beschermen. Het kasteel is opgebouwd
uit stenen die men van andere gebouwen roofde. Op die manier kon men
heel snel een groot gebouw neerzetten. Talal heeft gekozen om het
kasteel niet te bezoeken, maar vanaf een mooi punt te bewonderen.
Gevangenen werd overigens gedood door hen over de muren honderden
meters naar beneden te gooien. Uit de bouw van het kasteel en de
locatie hoog op de rotsen, blijkt dat dit al-Kerak kasteel voor de
kruisvaarders met name als bescherming gold. Zij bouwden snel en
functioneel, grof zonder veel versieringen.
Tafila
Bij een tweede kloof hebben we een fotostop. Hier groeien tomaten.
We lunchen in de studentenstad Tafila. Volgens Nina is het een
technische universiteit. Toch zitten er aardig wat meiden in het
restaurant. Na een bezoek aan de wc vraagt één van hen waar ik vandaan
kom. Ze zegt: Welcome in Jordan. Ik vraag haar vervolgens wat ze
studeert. Business management is haar antwoord. Jammer dat we weer
verder moeten, ik had wel meer informatie willen uitwisselen. Dat is
soms het nadeel van een groepsreis.
Vijf zuilen van de Islam
Het bidden hoort bij één van de vijf zuilen van de Islam. Vijf keer per
dag bidden in de richting van Mekka. Het ritueel van het bidden, het
knielen voor Allah wordt ook vijf keer per sessie uitgevoerd. Dit zorgt
voor een duidelijk dagritme en houdt de ouderen goed in beweging.
De tweede van de vijf zuilen is de ramadan, de vastenmaand.
De derde is de bedevaart naar Mekka, de hadj, eens in het leven. Alleen
voor mensen die het zich kunnen veroorloven, want het is belangrijker om
bijvoorbeeld je kinderen te voeden. Een visum voor Mekka kost tegenwoordig
1200 Jordaanse dinar, meer dan 1200 euro. Saoedi-Arabië vraagt daar zoveel
voor, omdat het anders veel te druk wordt in Mekka. Je kunt deze bedevaart
namelijk niet het hele jaar maken, maar slechts een maand per jaar.
In Islamitische landen is er vastgesteld welke jaargang de mensen mogen
gaan. Voor Moslims buiten deze landen is dat niet zo.
De vierde zuil is het zorgen voor een ander door het afstaan van een deel
van je spaargeld. In Jordanië is dat bedrag vastgesteld op 2,5 % van het
spaargeld.
Als je halal wilt bankieren mag je geen geld over geld maken. Er is dan
een optie om je geld zonder rente te ontvangen op de bank te zetten.
Hoe komt de bank dan aan winst? Ze doen niet aan hypotheken, maar kopen
voor de klant een huis en verkopen het huis aan de klant voor een hoger
bedrag, dit bedrag is de klant de bank dan schuldig. Geen geld over geld
dus, maar gewoon een zakelijke verkoop met winst.
De laatste zuil is het afleggen van de geloofsbelijdenis: Er is één god
en dat is Allah en Mohammed is zijn profeet. Net als bij de Christenen
houden niet alle Moslims zich aan al deze zuilen van hun geloof.
Datzelfde geld voor de vrouwen die zich volgens bepaalde denkwijzen in
de Islam zouden moeten bedekken om geen andere mannen dan haar eigen in
verleiding te brengen. De één loopt hier over straat zonder hoofddoek
en in gewone kleren, de ander draagt een djellaba of slechts een hoofd-
doek en weer een ander loopt compleet verscholen onder een boerka met
nikab. Bij mannen is er ook verschil in kleding, de één loopt in moderne
kleding, de ander in traditionele gewaden, al dan niet met de keffiyeh
sjaal om het hoofd.
Montreal
Bij de afslag naar Dana rijden we in de mist. Het is tien over twee en
nog 55 kilometer naar Petra. We stoppen bij een plek met uitzicht op het
Ash-Shawbak Montreal kasteel. Een ruïne die minder fraai lijkt dan Karak.
Ook dit is een kruisvaarderskasteel. Aan de oostzijde van de Atabah, op
een rotsachtige conische berg, uitkijkend over fruitbomen. De ruïne
wordt in het Arabisch Shoubak or Shawbak genoemd. In 1115 gebouwd door
Boudewijn de Eerste van Jeruzalem tijdens zijn expeditie naar deze regio
waar hij Aqaba en de Rode Zee in 1116 innam.
Oorspronkelijk werd het 'Krak de Montreal' of 'Mons Regalis' genoemd.
Het ligt strategisch op de hoogvlakte van Edom, langs de pelgrimage- en
karavaanroutes van Syrië naar Arabië. Op deze manier kon Boudewijn de
handel controleren. Het bleef tot 1142 eigendom van de koninklijke
familie van Jeruzalem tot ze verhuisden naar Kerak, waar een sterker
kasteel werd gebouwd. Van het origineel is weinig overgebleven.
Een Italiaans team van archeologen van de Universiteit van Florence doet
hier onderzoek.
Little Petra
Net voor Petra rijden we naar Little Petra. Overigens zou Little Petra
heel wat minder indruk maken wanneer we eerst Petra zelf hadden bezocht.
Dus dit is de ideale volgorde. Het is namelijk een klein versie van
Petra en een leuk voorproefje op de volgende dagen. De entree is gratis.
We beginnen met thee in een tent bij de ingang. Little Petra heeft een
kleine kloof en door de Nabateeërs uit de rotsen gehakte gebouwen.
De officiële naam is Siq al-Barid en ligt 9 km ten noorden Petra.
De naam betekend 'Koude Siq' en is slechts 350 meter lang. Hoewel hier
ook bussen komen, heeft de plek een stille en atmosfeer behouden.
Ook het landschap in de directe omgeving is fraai.
Dit gebied is net als Petra een levendige gemeenschap geweest van de
Nabateeërs. Bijna iedere grot heeft een functie gehad. Overal zijn
trappen en paden in de rotsen. Achtereenvolgens vermoedelijk een tempel,
huis en triclinium (restaurant). Eén van de huizen is beschilderd.
Op het plafond is een gevleugelde cupido met pijl en boog en daarboven
een vogel, links een figuurtje dat een fluit bespeeld. En Talal wijst
ons op een naakte buikdanseres op het plafond.
De laatste open 'ruimte' eindigt met een trap waar je met het nodige
klimmen mooie uitzichten zou hebben, maar het is bewolkt en Talal zijn
woorden moedigen ook niemand uit de groep aan.
We rijden door Umm Sayhoon, het dorp waar de meeste bedoeïenen wonen
die in Petra werken. Vroeger woonden veel van de Bdoul-stam in de
grotten van Petra. Die woonden eeuwen in Petra, en zijn trots op hun
geclaimde voorouders, de Nabateeërs. Vanaf 1985 mag dat echter niet
meer. De koning liet toen special voor de bedoeïenen een kleine neder-
zetting net buiten Petra bouwen. Nog altijd slapen sommige bedoeïenen
af en toe in Petra zelf, maar er mag officieel niet meer in Petra
gewoond worden. Ook wonen een aantal bedoeïenen nog liever in een tent
dan in een huis.
Wadi Musa
Door niet te lang bij de kastelen te stoppen, kunnen we op ons gemak
even bijkomen van de reisdag en gereed maken voor Petra by Night.
We verblijven in het La Maison Hotel in Wadi Musa, een hotelstad naast
Petra. We krijgen een welkomstdrankje in een nette lobby. Er is veel
personeel, mannen. Jammer dat er geen douchecabine was, want het water
blijft niet in de douchebak en de vloer wordt dus nat.
Ik eet met een groot deel van de groep in Red Cave. Eén van de duurder
uitziende restaurants. Ik heb uiensoep en mango juice. Langs de muur
hangen foto's van beroemdheden uit de regio. Maar de namen zijn in het
Arabisch, daar kan ik helaas geen kaas van maken.
Op een televisiescherm worden voortduren beelden getoond van paarden-
races in Dubai.
Petra by Night
Om kwart over acht staan we bij de ingang voor Petra by Night. Nina
maakt zich boos over een recente prijsverhoging van 12 naar 17 dinar.
Op advies van haar blijf ik net als mijn kamergenoot een beetje achter.
Daardoor ervaren wij veel meer de rust en het mysterieuze van de omgeving,
die schaars door kaarsen in zandzakken is belicht. De gehele route is een
onvergetelijke belevenis, niet alleen de 1,2km lange Siq, een smalle en
hoge kloof.
Het eindpunt van deze avond is bij de beroemde schatkamer, een uit roze-
rode rotsen gehouwen ruimte. Daar zitten de meeste bezoekers voor een
veld met nog veel meer van die kaarsen. We krijgen bekertjes met zoete
thee en een lichtshow met muziek op een traditionele rababah. Duur, maar
zeer de moeite waard!
Petra, eerste dag
Dinsdag 18 november. De eerste ochtend waarbij we vroeg moeten opstaan.
Om kwart over zes zitten we al aan het ontbijtbuffet. Een goede keuze,
want Jordanië doet niet aan de wintertijd en het is dus al vroeg licht
en ook vroeg donker. Wel fris, dat komt met name door de hoogte.
Petra is meer dan twee eeuwen geleden door Nabateeërs gebouwd.
Een Arabisch volk dat zich hier vestigde op een belangrijk knooppunt
voor zijde, kruiden en andere handelsroutes die China, India en Arabië
verbond met Egypte, Griekenland en Rome.
In het zuidwesten van Jordanië, 225 kilometer van Amman. Een schitterende
stad verborgen in rotsen, grotendeels uitgehouwen in die rotsen. Eén van
de nieuwe zeven wereldwonderen.
In het gebied rond Petra zijn opgravingen gevonden van circa 11000 v.Chr.
Het was waarschijnlijk de hoofdstad van het koninkrijk van de Edomieten
dat ongeveer duurde van de 13e tot de 6e eeuw v. Chr.
In de 6 eeuw vestigden Nabateese stammen zich in het gebied en maakten
Petra tot hun hoofdstad zoals wij die nu kennen. Nabateeërs waren zeer
bedreven handelaren en hun invloed strekte zich dan ook uit over een
enorm gebied, wat zijn sporen naliet in hun cultuur. Zij waren meesters
in architectuur, rotsbewerking en polijsten.
Hun koninkrijk besloeg delen van het huidige Jordanië, Syrië, Saoedi-
Arabië en Israël. Zij dreven handel via de verschillende karavaanroutes.
Onder andere de handel in wierook naar Jemen was belangrijk voor hen.
Centraal stond de verering van rotsen.
Daarnaast hadden zij verschillende goden. Ze hebben ondergrondse water-
kanalen aangelegd, die van bronnen in de bergen via tunnels naar droge
landbouwgronden leiden. Zij bewoonden Petra tot de dood van hun laatste
koning in 106 na Chr. waarna het gebied een Romeinse provincie werd
onder leiding van keizer Trajanus.
Na een aantal zeer verwoestende aardbevingen was de stad min of meer door
iedereen achtergelaten. Het is nog wel bekend dat er in de tijd van de
kruisvaarders in de 12e en 13e eeuw mensen in Petra woonden, toen heette
de stad Li Vaux Moise (de Mozesvallei). Li Vaux Moise werd in 1189 over-
wonnen door het leger van Saladin. Hierna raakte de stad in de vergetel-
heid tot dat de stad herontdekt werd door de Zwitserse ontdekkingsreiziger
Johann Ludwig Burckhardt. Petra werd toen slechts bewoond door een aantal
bedoeïenen stammen.
Burckhardt, geboren in een rijke familie in 1784, was een student en
ontdekkingsreiziger met een onverzadigbare drang om te reizen.
Hij ontdekte Petra op 22 augustus 1812. Het was eeuwen voor westerse ogen
verborgen gebleven. Dit doet me een denken aan de late ontdekking van de
Khmer-tempels in Cambodja. Bewoners hebben de regio bewaakt en indringers
waren niet welkom.
Talal haalt de tickets. Ik heb één voor twee dagen. Voor maar liefst 55
dinar! Op http://petranationaltrust.org staat een niet zo duidelijk
stukje over Where the money goes:
JD 21 of the total cost of the ticket is paid to the Ministry of
Finance; the balance goes to the government authority that manages
the Region of Petra, the Petra Development Tourism Regional Authority
(PDTRA). 25% of moneys sent to the Ministry of Finance accrued from
entrance fees, are allocated in the annual budget to the PDTRA
and 10% to the Petra Archaeological Park (PAP) for conservation
activities.
Talal leidt ons langs de sites. Naast kamelen, ezels en paarden zie ik
ook al een paar golfkarretjes. Het is maar een kwartiertje lopen naar
het begin van de Siq.
Petra is niet alleen een historisch juweel, de stad ligt ook in een
prachtig natuurgebied. Dat blijkt al direct je langs het bezoekerscentrum
gaat en begint aan de wandeling naar de ingang van de vallei. Behalve
bergen en schitterende rotsen is dan nog absoluut niets te zien van de
stad die geheel verborgen ligt. Tijdens de wandeling passeren we drie
grote blokken van steen, de "Djinn-blokken" en het Obelisk Graf, zo
genoemd omdat het wordt gekroond door vier obelisken. Vermoedelijk werd
dit in de rotsen uitgehouwen monument gebruikt voor begrafenisrituelen.
De bedoeïenen dachten dat er geesten in woonden (Djinn = geest) maar
waarschijnlijk zijn ze gebouwd in de 1e eeuw na Chr. als graven.
Tegenover de Djinn-blokken staat het Slangengraf. Het is een grafkamer
met 12 nissen. Iets verderop, vlak voor de ingang van de Siq staat het
Obelisk Graf van Bab al-Siq Triclinium. Dit was een zaal waar banketten
en symposia werden gehouden. Bab al-Siq betekent poort van de Siq.
Even verderop zijn de overblijfselen te zien van een dam waarmee de
watervoorziening werd geregeld. Petra lag en ligt midden in de woestijn
en de Nabateeërs hadden een ingenieus systeem om regenwater in de rotsen
op te vangen en via ondergrondse tunnels naar de stad te voeren.
Het pad gaat vervolgens over in de Siq. De Siq is een natuurlijke, nauwe
canyon of kloof tussen de rotsen. De kloof is ongeveer 1200 meter lang
en de rotsen aan beide kanten zijn 90 tot 180 meter hoog. Op sommige
plaatsen is de afstand tussen beide wanden slechts 3 meter. Op sommige
plekken ligt nog het plaveisel van vroeger. Na elke bocht sta je weer
vol verbazing te kijken naar het prachtige natuurschoon en de prachtige
kleuren van de rotswanden. Het zonlicht komt hier nauwelijks en het is
hier dan ook wat koeler. De kloof is een werkelijk schitterend stuk
natuur met prachtige rode kleuren.
Ineens het beroemde plaatje: aan het einde van de Siq is de Schatkamer
van Petra te zien. Dit beeld met de nauwe kloof en de Schatkamer aan
het eind werd bekender door de film Indiana Jones and the Last Crusade
(1989, Steven Spielberg) die in Petra werd opgenomen. De Schatkamer of
"Al-Khazneh" is het beroemdste monument van Petra, geheel uitgehouwen
in de rozerode rotsen en een echt kunstwerk. Het werd waarschijnlijk
gebouwd als graf voor koning Aretas III in de eerste eeuw voor Christus.
De façade is ongeveer 40 meter hoog en 28 meter breed. Het bovenste
gedeelte bestaat uit twee rotstorens met standbeelden en in het midden
een ronde vorm, de Tholos, die de Urn ondersteunt. Deze Urn zou een
schat bevatten. Het onderste gedeelte van de voorgevel is een poort
naar een grote hal.
Daarna lopen we de buitenste Siq in. Door de straat der Façaden met
haar vele graven, waaronder het Graf van Uneishu en een verzameling
Nabateese huizen. Vanaf deze plaats hebben we een mooi zicht op het
theater. De zetels hiervan zijn geheel uit de rotsen gehouwen.
Links van de Façadenstraat bij de Tombe van 17 graven zijn enkele
voorbeelden te zien van opvallend mooi gekleurd zandsteen. Verderop
in een huis van de Nabateeërs zijn prachtige kleuren te zien in de
rotsen veroorzaakt door de aanwezigheid van metalen en zwavel in
het gesteente.
Bij het Romeins theater zijn mannen aan het werk. Deze is met 7000
zitplaatsen groter dan die in Amman. Het oorspronkelijk door Naba-
teeërs gebouwde theater is later de de Romeinen vergroot en er zijn nog
speciale gelegenheden waarbij ze het gebruiken. We krijgen te zien hoe
een zandkunstenaar flesjes met gekleurd zand vult en ze voorziet van
plaatjes, zoals een kameel of een naam.
Dan pauzeren we bij een restaurantje voor koffie en thee met nette
toiletgebouwen. Overal zijn kamelen, paarden en ezels. Er zijn ook
kinderen in Petra. Officieel moeten ze 's ochtends en laat in de middag
tot de avond naar school. 's Middags zijn zij dan vrij om met toeristen
in Petra om te gaan en met hun ouders wat geld te verdienen, op deze
manier leren ze Engels en andere talen en dingen over ander culturen
wat ook als zeer leerzaam wordt beschouwd. En de kinderen vinden het
leuk om met de toeristen om te gaan. Daarom heeft de Koning besloten
de schooltijden aan te passen, want hij wilde wel dat deze kinderen
ook naar school gingen.
Aan de Weg der Zuilen lagen winkels en de Grote Tempel. Aan het einde
van de zuilenstraat komen we door de Temenos-Poort en langs het Qasr
al Bint. Dit gebouw is nog in een goede staat, maar zo lelijk dat de
velen het alleen passeren. Het is een tempel waarvan de muren nog
overeind staan. In de buurt hebben we om elf uur al een lunchbuffet.
Zeer redelijk eten.
Na de lunch gaan we op onze gids en drie van de groep na, de prachtige
wandeling naar het klooster doen. Halverwege is een splitsing naar een
korte nauwe kloof van Triclinium der Leeuwen. In mijn eigen tempo loop
ik al snel vooraan. Soms ingehaald door ezeltjes, die mensen naar boven
vervoeren. Ik stop na de zoveelste 'smeekbede' van verkoopsters om bij
hun te gaan zitten voor een glaasjes zoete thee. De gescheiden jonge
vrouw Rosa heeft twaalf zussen en twee moeders. Moslims mogen maximaal
vier vrouwen hebben, onder de voorwaarde dat ze die evengoed behandelen.
Na meer dan 800 treden bereik ik het hooggelegen klooster El Deir, dat
50 m breed en 45 m hoog is. Het werd niet als klooster gebouwd en ook
niet als graf. Wel gebruikt als kerk in het Byzantijnse tijdperk, maar
nooit als klooster. Het vermoeden is dat het een soort tempel is
geweest. Op El Deir staat een enorme Tholos met een voet met een
doorsnede van wel 11 meter. Daarmee et grootste monument in Petra en
dateert uit de eerste eeuw. Het interieur is teleurstelling ten
opzichte van de façade, maar wel een prachtige wandelroute om hier
te komen!
Het klooster is ook weer helemaal uitgehouwen in de rotsen. Langs het
klooster loop ik verder met mijn kamergenoot en de arts naar eindpunten
van de berg met magnifieke uitzichten over het schitterende landschap
met enorme hoogteverschillen en indrukwekkende bergen.
Op de terugweg zit de achttienjarige Sarah die ik eerder heb ontmoet
bij Rosa en haar twee moeders. Ze willen morgen wel mijn gids zijn naar
High place of Sacrifice. We onderhandelen over een prijs. Rosa wil 80
dinar, maar ik ga niet verder dan 10 per persoon. En ik beloof dat ik
chocolade voor hen mee zal nemen. Ik laat een halve dinar achter voor
de mierzoete thee. Ik sta op het punt om weer af te dalen wanneer een
oudere verkoopster vraagt of ik vijf euro wil wisselen voor 5 dinar.
Omdat ik haar een bezoekje aan de bank kan besparen, vind ik dat prima.
Bovendien denk ik dat ik te veel heb gewisseld.
Weer op ´het vlakke´ loop ik over het terrein van de grote tempel.
Veel mensen lijken dit over te slaan. Zonde. Het uitzicht over de
omgeving is ook weer zeer fraai.
Verder lopend kom ik langs de Koninklijke Graven, en een Byzantijnse
kerk uit de 5e of 6e eeuw. De kerk heeft een mooie mozaïekvloer met
afbeeldingen van mensen en dieren.
Een stukje terug voor de Koninklijke Graven aan de voet van de
Al-Khubtha berg. Deze dateren uit de 1e en 2e eeuw. Als eerste het Zijden
Graf met prachtige kleuren in de rotsen. Verder zijn hier zijn het
Paleis Graf, het Korinthische Graf en diverse andere graven te vinden.
Ik neem plaats bij een moeder met een dochtertje. Ze geeft haar borst-
voeding. Ik vraag hoeveel kinderen ze heeft. Vijf, waarvan twee meisjes.
Ik krijg thee en laat ook hier een halve dinar achter.
Het Urn Graf ligt het hoogst en is bereikbaar met grote brede trappen.
Door de hoogte, maar ook de diepte indrukwekkend. De enorme binnenkamer
is vrij kaal, maar valt op door de mooi gekleurde rotsen. Vooral het
prachtige plafond van de zaal is fraai. De Urn tombe deed achtereen-
volgens dienst als koninklijke graftombe, rechtsgebouw en kerk. In de
tijd dat het de plaats van de Rechtspraak was, werden de catacomben
gebruikt als gevangenis.
De koningsgraven worden vanwege de omvang aan koningen toegeschreven,
maar het is onduidelijk voor wie ze precies zijn gemaakt. Vanaf de
Koninklijke Graven loop ik langzaam terug richting de Siq, waarbij ik
nog een keer de majestueuze Schatkamer passeer, die nu in de schaduw
veel meer roze lijkt dan aan het begin van de dag.
De zon staat inmiddels laag. Er komt een einde aan iets wat je gezien
moet hebben om te geloven. Moe maar enorm voldaan loop ik terug naar
Wadi Musa. Om vier uur ben ik bij de uitgang. Nina heeft ons uitgenodigd
om bij de Cave bar van het guesthouse bij de toegangspoort iets te gaan
drinken. Op de jonge belg en mij na zit ze daar op het terras met de
groep. We krijgen een terraskachel.
Petra, dag 2
Woensdag 19 november. De volgende dag ontbijt ik weer om kwart over
zes en sta weer om zeven uur bij de ingang. Voor de tweede en eventueel
derde dag wanneer je meerdaagse tickets hebt, moet je je paspoort laten
zien. Entree voor 1 dag is 50 dinar, voor 2 dagen 55 dinar.
Aantrekkelijk dus om voor het toch al dure kaartje voor de tweede optie
te kiezen.
Het is erg rustig. Toch vallen paardrijders me al lastig. Geen Rosa te
bekennen. Misschien kom ik haar onderweg nog tegen. Maar om half acht
begin ik in mijn eentje aan de wandeling naar de High Place of Sacrifice
op de plek waar we gisteren een drinkpauze hielden. Deze tocht is
steiler dan naar het klooster en ik krijg het al snel warm. Op de offer-
laats werden dieren geofferd en rituelen uitgevoerd.
Bij verlaten souvenirstalletjes ga ik ik eerst naar links en volg zwarte
graffiti-pijlen. Ik kom uit bij een grote tent met een auto. Een auto!
Die komt van de andere kant. Ik vind een plekje met een beter zicht op de
twee obelisken. Het pad vervolgend kom ik weer bij een grotere tent.
Rechts staat een bord naar het altaar. Daar loop ik eerst aan voorbij tot
een eindpunt met een schitterend zich over de vallei. Ook hier souvenirs
zonder verkoper. Het waait flink. Pas wanneer ik een stukje terugloop,
zie ik de laatste stenen trap naar het hoogste punt waar pas op het
laatste moment het altaar zichtbaar wordt. Er is een plat vlak van 14,5
bij 6,5 m. En dat op deze hoogte.
Op de terugweg kom ik nog enkelen uit mijn groep tegen en vertel hun over
mijn ervaringen. Een kat die me op de heenweg zo miauwend begroette is
inmiddels een stukje hoger meegelopen met andere wandelaars.
Omdat ik nog tijd over heb, volg ik een groep Amerikanen die naar de
tombes klimmen. Daar hebben ik gisteren weinig van gezien en een deel is
nog nieuw voor mij. Je hebt er een mooi zicht op het theater en er zijn
nog een paar grotten met mooi geërodeerd gesteente. Nu is het bij de
schatkamer weer druk met groepen. "Die doen Petra in 2 uur", zegt Nina
later. Petra moet je niet in vogelvlucht bekijken. Petra moet je voelen
en beleven. Ik besluit dat het wel genoeg is geweest en loop terug naar
de ingang. Om half twaalf zit ik opgefrist in de lobby. Nina raadt de
boekjes van Joris Luyendijk aan.
Om half één vertrekken we uit Wadi Musa. Na een flinke klim stopt de
bus al snel net buiten het stadje bij een zeer fraai uitzichtpunt over
de omgeving. Links Petra, in de achtergrond het dorp voor de bedoeïenen
en rechts Wadi Musa. Een zoekplaatje om iets van de bezienswaardigheden
van Petra te vinden, want die zijn grotendeels in de rotsen opgenomen.
Achterin de bus liggen schuimbakjes met onze lunch. Patat, een wrap met
kip en augurken en tomaat. Een flinke maaltijd! Het zonnetje schijnt
weer heerlijk.
Zodra we op de grote weg zitten, is het druk met vrachtverkeer. Een zeer
groot deel van de vrachtwagens is Mercedes. Volgens Nina zijn er tijdens
de reizen in de zomer meer zieken, want dan is het voedsel sneller
bedorven. Dit is dus een ideaal seizoen.
Wadi Rum
We verlaten de snelweg weer en passeren even later het Wadi Rum trein-
station. Het spoor is onderdeel van de Hidjaz-spoorlijn die in 1908 werd
voltooid. Deze liep van Damascus naar Medina. Het was de bedoeling om 'm
door te trekken naar Mekka, maar door het uitbreken van de Tweede Wereld-
oorlog is dat plan nooit uitgevoerd.
Bij het visitor center is hooguit tijd voor een sanitaire stop.
De verkoopsters van de winkel zijn behoorlijk bedekt gekleed. Wanneer je
meer tijd hebt, dan kun je in het bezoekerscentrum een film zien over de
woestijn. Mooie rotsformaties en fijn zand van diverse kleuren zijn
ingrediënten van dit natuurgebied van Jordanië: de woestijn van Wadi Rum.
Erosie door de wind heeft hier het prachtige landschap gevormd.
In Rum Village wisselen we de bus om voor twee Japanse Jeeps. De grote
bagage laten we in een huis achter. We rijden vervolgens enkele kilometers
door de woestijn naar een bedoeïenentent met een huisjes waar een badruimte
en keukentje in zit. Bij aankomst maak ik direct mijn bed op. Dat kan nu
nog met daglicht. We zitten in de bedoeïenentent van Sultan. Ik begreep
dat Sawadee goede ervaringen heeft met deze familie.
De tenten staan in een U-vorm. Het rechter deel voor het personeel.
Achterin ligt een stapel met matrassen en kussens. Ik ben blij dat ik
ergens in een verslag heb gelezen dat het verstandig was om een kussen-
sloop mee te nemen. De kussen zijn lekker dik en de dekens warm, maar
een eigen slaapzak en kussensloop is wel zo verstandig. Een lakenzak zou
in de zomer toereikend kunnen zijn. Een eenvoudige slaapzak is nu
voldoende, want er zijn genoeg dekens om bij te warmen. Het eten is
prima verzorgd.
Het is vroeg donker. De zandzakkaarsjes gaan sneller uit dan gewenst.
Talal en de mannen van het kamp houden het kampuur wel brandend.
We schrikken wanneer het nog vroeg blijkt te zijn. Om de tijd te doden
doen we een paar spelletjes. Ik heb moeite om in slaap te vallen.
Mijn neus is koud.
Donderdag 20 november. Rond zes uur zie ik licht. Anderen zijn dan ook
net wakker. We krijgen een eenvoudig ontbijtbuffet. Vier reisgenoten en
de Nina kozen er voor om buiten te slapen. Dat leek mij te koud. Bovendien
weet je niet wat voor ongedierte er rondloopt. Wel een belevenis uiteraard
met die schitterend sterrenhemel, vallende sterren en enkele vliegtuigen.
Jan blijkt ondanks een waarschuwing toch in autosporen te hebben geslapen.
Ik vraag aan Talal om mijn hoofddoek om te doen. Hij vraagt dat vervolgens
aan Sultan, want die weet een 'special way'.
We doen vandaag een Jeep tour. Onze eerste stop is bij het filmhuis van
Lawrence of Arabia. De beroemde film Lawrence of Arabia uit 1962 is groten-
deels in deze woestijn opgenomen. Deze gaat over Britse luitenant T.E.
Lawrence (16 augustus 1888 - 19 mei 1935), oftewel Lawrence of Arabia.
Hier werd tijdens de Eerste Wereldoorlog door Thomas Edward Lawrence en
Prins Feisal de slag bij Aqaba voorbereid, tussen de Arabieren en de
Ottomanen, die gewonnen werd door de Arabieren. Talal bagatelliseert de
roem van T.E. Lawrence en hemelt Faisal op, Nina schudt haar hoofd.
Naschrift: op 15 en 16 februari heb ik de film nogmaals gezien. Eigenlijk
zou dat in een bioscoop moeten, vanwege de grootse beelden. Maar ook op
DVD maakt de film nog een ijzersterke indruk en is terecht een gigantische
klassieker. Op imdb.com las ik enigszins teleursgesteld dat de meeste
opnames
in Spanje en Marokko gemaakt zijn en maar weinig in Jordanië.
Met de jeeps trekken we door het schitterende landschap. We wandelen door
een kloof, aan de andere kant wachten de auto´s ons op. De volgende stop
is bij een rost in de vorm van een paddenstoel. De natuur heeft een aantal
rotsbruggen gevormd. Bij de eerste natuurlijk brug zijn katten. Je ziet ze
hier overal. Deze keer een moeder met drie kleintjes. Eén katertje is iets
dikker omdat hij altijd eet aldus de eigenaar. Alleen de mannen uit de
groep klimmen op de brug. Een steile klim en een beetje eng. Bovenop heb
je geen zicht op of je boven de opening staat, dus dat is een gok.
Een springfoto is te riskant, want ik ben bang dat ik er dan af mieter.
De volgende stop is weer bij een natuurlijke brug. Een deel blijft bij de
auto's. Talal klimt dit keer ook mee. In de buurt van de jeeps zie ik drie
mestkevers de liefde bedrijven.
Daarna bezoeken we een kloof met eeuwenoude rotstekeningen. Maar eerst weer
zoete thee. Vanaf deze plek lopen we binnendoor naar onze lunchplek.
Een picknicklunch met warm eten! Na de lunch stoppen we bij een steile
zandduin die tegen een rots ligt. Mijn kamergenoot is als eerste boven.
Ik als tweede en daarna de twee ziekenhuisdames. Het uitzicht is magnifiek!
Als laatste bezoeken we de bedoeïenentent van de eigenaar van ons verblijf.
Vanmorgen vroeg had ik zijn dochters al gezien. Die wuifden en riepen:
'Hello!'. De eigenaar heeft twee vrouwen. Beiden zijn op dit moment
zwanger.
De kleintjes komen bij ons in het bezoekersdeel waar we thee krijgen.
Aqaba
Na ongeveer een uur rijden komen we in Aqaba. Talal brengen we naar het
bus-
station. Die gaat direct terug naar Amman. Dan een kleine oriënterende tour
met onze bus door het centrum. We overnachten in het Aquavista Hotel.
In de buurt van restaurants en het uitgaansleven. Een prima locatie.
De kamer is ruim. Ook nu had de badkamer iets schoner gekund. We slapen op
de derde verdieping aan de oostzijde, met uitzicht op een lager gelegen
balkon. Ik was de kleding die ik in de woestijn heb gebruikt. Er zit nog
veel zand in mijn schoenen en sokken... Geen raar idee om daar op sandalen
te lopen, zoals de bedoeïenen zelf meestal doen.
Aqaba ligt 16 meter onder zeeniveau. In 1965 ruilde Jordanië een stuk grond
met Saoedi-Arabië en kreeg zo 12 km extra kustlijn aan de Rode Zee. Aqaba
groeit de laatste jaren explosief. Het is een aardige badplaats geworden.
Aan de overkant van de Rode Zee ligt Eilat op slechts 6 km afstand.
In Eilat zijn heel veel grote toeristenresorts. In Aqaba een paar en er
zijn een aantal in aanbouw. Als er in Amman sneeuw ligt is het in Aqaba
nog mooi weer. Aqaba is populair voor boottochten met een 'glass boat' en
snorkelen. Ik heb het er met Nina over gehad dat ze hier veel meer zouden
kunnen bieden om de stad aantrekkelijker te maken. Want het klimaat is
tijdens de winter heerlijk.
Het schemert al wanneer ik de straat op ga. Er is veel herrie van rally-
auto's. Terrassen zitten vol. De kledingmarkt voorbij het postkantoor in
het winkeldeel van het centrum is druk. Morgen begint hier het weekend.
Een dag eerder dan bij ons. Het blijft 's avonds lekker warm. Ik zie
ergens 23 graden staan. Tegenover het Hilton is een bakker waar ik gevulde
broodjes haal. Die eet ik in het parkje in de middenberm in de buurt van
een kunstmatige waterval.
Er is een opstootje op straat, een paar jongens rennen weg. Er is weinig
politie. Toch loopt het met een sisser af. Ik haal een chocolade-ijsje met
amandels en een blikje soda uit een supermarkt en ga in op de uitnodiging
van een groepje jongeren op een terras tegenover het Hilton. Midden in de
nacht ben ik even wakker van luide muziek.
Vrijdag 21 november. In de ontbijtzaal krijgen we koffie en thee geser-
veerd door een super slanke Filipijnse, en de kok bakt ter plekke pan-
nenkoekjes. Helaas is er geen fruit.
Mijn kamergenoot en ik zijn vroeg. Tot onze verbazing zijn alle dranghekken
verdwenen. Nina vertelt later dat de rally is afgelast. Gisteravond heeft
bij een test een auto een paard aangereden. Het paard was ongedeerd, maar
van de twee jongens die het dier bereden is één overleden en de andere
gewond.
Voor het hotel staat nog dezelfde rallyauto als gisteren bij aankomst.
De bestuurder is één van de gasten tijdens het ontbijt. Regelmatig lopen
groepjes jongens langs zijn auto, of beter gezegd: ze moeten even voelen
aan
de spiegels, spoilers en proberen zelfs of de deur los is! Best brutaal.
Ik zie ook enkele mannen in korte broek en besluit definitief om vandaag
ook mijn enige korte broek die ik bij me heb te gaan dragen.
Met één van de Belgische dames die ook niet mee zal gaan met een boottocht
op de Rode Zee, spreek ik af dat om half één bij Ali Baba te gaan lunchen.
Ze heeft geen geld meer. Ik krijg mijn dinars waarschijnlijk niet op.
Ze kan 20 dinar voor 20 euro van mijn krijgen.
Mijn keuze valt op fettuccine met kip, mango juice en een potje thee na.
Mijn tafelgenote heeft veel in Afrika en het Midden-Oosten gereisd. Ik ben
vooral geïnteresseerd in Iran en Ethiopië.
Om vier uur vertrekken we uit Aqaba. Jammer dat we niet een dagje extra
kunnen blijven in zo'n aangenaam klimaat. Buiten de stad is een controle
waar locals al hun bagage uit bussen moeten halen. Aqaba is een Special
Economic Zone en aantrekkelijk om inkopen te doen. Onderweg stoppen we
bij een afslag met Saudi-Arabië en Irak op het verkeersbord. Halverwege
is nog een stop bij een groot restaurant annex souvenirhal waar meer
bussen stoppen. Het middelste deel van de route heeft een matig wegdek.
Iedereen blijft het liefste op de linker rijstrook rijden. Het laatste
uur hebben we regen.
Amman
Net voor Amman passeren we een IKEA. Vervolgens komen we door een moder-
ner deel van de stad. Het hotel ligt direct naast de weg. We checken
rond negen uur in en nemen afscheid van chauffeur Firaz. Mijn laatste 40
dinar wissel ik bij Nina om voor 40 euro. Onze kamer zit aan de achterkant
van het gebouw. Het hotel ligt verder van het vliegveld dan Madaba, maar
ik denk dat het lokale agentschap liever heeft dat we in Amman overnachten,
zodat hun personeel uit Amman ons makkelijker naar het vliegveld kan
brengen.
Ook nu ben ik moe genoeg om vroeg en snel in slaap te vallen. In alle
hotels
stond een televisie, maar helemaal geen tijd en energie gehad om te kijken.
Al leek het me wel interessant om Arabische kanalen af te struinen.
Zaterdag 22 november. Om kwart voor vier gaat de wekker en even later een
wake up call. Niet eens de omgeving van het hotel verkend, ik had nog wel
een plattegrondje van GoogleMaps geprint. We krijgen een stukje cake en
koffie/thee in de ontbijtzaal. Het is te vroeg voor het buffet. Om half
vijf in twee busjes naar het vliegveld. De vriendelijke chauffeur zet
ondanks zijn dikke jas de verwarming erg hoog. Dus een T-shirt is
voldoende.
De bagagecontrole op Amman is niet zo streng. Dat valt me tegen. Gelukkig
had ik in Aqaba iets van de bakker meegenomen om op het vliegveld te eten
bij een grote beker thee. Van het laatste geld uit pot is namelijk koffie
en thee bij Starbucks gekocht.
Terugvlucht
Ik probeer een Franse en een Chinese film, maar haak in beide gevallen af.
Mijn volgende keuze is: The Monuments Men (2014). Een beetje een onsamen-
hangende film met een sterbezetting. De romance tussen Cate Blanchett en
Matt Damon komt ook al niet echt uit de verf. De scenes met kunstvondsten
in de mijnen zijn wel indrukwekkend.
London
Het is grijs en regenachtig op Londen Heathrow. Al snel staan we in een
lange rij. Door een enigszins krappe overstaptijd mogen we een snelle
route nemen. Eerst controle van paspoort en boardingkaart, vervolgens
krijgen we ook bij security voorrang. Mijn fotorugzak gaat echter op een
zijspoor voor een extra controle. Ik heb pech dat reizigers voor mij
flesjes water en medicijnen in hun bagage hebben. Maar uiteindelijk ben
ik nog mooi op tijd voor het boarden.
Op Schiphol is het weer veel beter. Weiwei staat me met een nieuw kapsel
op te wachten bij de deur bij bagageband 4. Door werkzaamheden aan het
spoor rijden we via Leiden.
Jordanië is een zeer droog land. Volgens Talal nummer één in de wereld
wat betreft schaarste aan drinkwater. Hoogtepunten zoals Jerash, de Dode
Zee, Petra en Wadi Rum maken het een prachtige bestemming! Alhoewel de
(jongere) bevolking over het algemeen Engels spreekt, heb ik weinig
contact gehad.
In Jordanië doen ze niet aan zomer- en wintertijd. Mede daarom was het
vroeg donker. Verstandig dus om de dag vroeg te beginnen. Een voordeel
van de late herfst en winter is dat het voedsel minder snel bedorven
raakt. Op hoger gelegen plekken koelt het wel flink af, dus alle uurtjes
zon zijn zeer welkom. Voor wandelingen waren minder hoge temperaturen
juist een groot voordeel.
Jordanië is een duur land. De huur, het voedsel, maar ook de hotels
waar ik kamerprijzen van heb gezien, zitten aan de dure kant. Vooral
vergeleken met bijvoorbeeld Azië.
Mijn Arabisch is niet verder gekomen dan:
Shokran = dankjewel
Salaam Aleikum = vrede over u.
Soms ving ik een woord op dat ze uit een andere taal hebben geleend,
zoals moderne woorden uit de laatste decennia.
Talal heeft ons bij zijn afscheidsspeech gevraagd om een ambassadeur
voor zijn land te zijn. Ik kan hem alleen maar beamen dat het een mooi
en veilig land is en mocht je in de herfst of vroege lente een volle
week over hebben, dan is Jordanië een aanrader! En Talal zelf was meer
dan uitstekend!
Johan (29 januari 2015)
Naschrift: Op 9 november 2018 is bij Petra een ernstige overstroming.
Je kunt in november dus ook behoorlijk pech hebben.