Jordanië 2014
    
    
    Oorspronkelijke wilde ik graag de gecombineerde reis Egypte & Jordanië van Djoser doen. Maar na verder bestuderen ontdekte ik dat beide landen meer tijd verdienen. Een andere rol voor het separaat kiezen van Jordanië, is dat er in Egypte kans is op aanslagen in de Sinaï. En die reisroute loopt daar juist door. Voor het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië zou ruim een week voldoende moeten zijn. De wens om Petra te zien wil ik niet langer meer uitstellen. Het is wel zo dat er juist nu veel onrust is in omringende landen. Dat heeft ook invloed hebben op het toerisme in Jordanië. Maar minder drukte maakt het voor mij juist aantrekkelijker. Op 9 juli boek ik bij Sawadee een negendaagse hoogtepuntenreis. Weer bij Sawadee, vanwege goede ervaringen. Maar ook omdat Djoser via Istanboel vliegt en Fox op maandag of woensdag vertrekt. In de tussentijd heb ik ruim de tijd om de reis voor te bereiden. Ik lees informatie van Wikivoyage, reisverslagen en vind gedetailleerde plattegronden. Zo is het niet eens nodig om een reisgids aan te schaffen. Deze keer weer een groepsreis, zodat ik er minder energie in hoef te steken. Ik lees me wel goed in, want de reis is maar kort en waarschijn- lijk eenmalig. Dus het liefste wil ik dat alles in één keer slaagt. Egypte blijft op mijn wenslijstje staan. Op 24 oktober krijg ik een mail van Sawadee waarin staat dat Royal Jordanian haar directe vlucht van Amsterdam naar Amman heeft geannuleerd en Sawadee tickets bij Britisch Airways heeft geboekt. Daar ben ik niet blij mee, want dat betekent een overstap op London Heathrow en dus een langere vliegreis en extra stress door een overstap. Maar dat soort dingen heb je helaas niet in de hand.
    Eerst wat achtergrondinformatie over Jordanië. Samengevat van Wikipedia. Jordanië was tot 1917 een deel van het Ottomaanse Rijk, toen Turkije in de Eerste Wereldoorlog door de geallieerde troepen werd verslagen. Jordanië maakte in 1922 kortstondig deel uit van het Britse Mandaatgebied Palestina. Maar in 1923 werd Abdoellah I tot Emir van Transjordanië verklaard. Op 1 maart 1946 werd het land formeel onafhankelijk; het bleef Transjordanië heten. In 1947 - na het beëindigen van het Britse mandaat - werd besloten Palestina op te delen in een Joodse en een Arabische staat en kwam de Palestijnse bevolking in opstand. Koning Abdoellah sloot daarop een geheime overeenkomst met het Joods Agentschap om Palestina te verdelen tussen de toekomstige Joodse staat en Transjordanië. Hij beloofde bij een eventuele oorlog de grenzen, zoals beschreven in het verdelingsplan, te zullen respecteren. Toen na het vertrek van de Britse mandaattroepen oorlog uitbrak tussen de zojuist uitgeroepen staat Israël en de Arabische Liga slaagde het Jordaanse leger erin heel het Arabische gebied aangrenzend aan het koninkrijk te bezetten. Na zware gevechten kwam Oost-Jeruzalem, waaronder de oude stad, in Jordaanse handen, terwijl de Israëliërs het westelijke gedeelte bezetten. Door de strijd vluchtten vele Palestijnen naar Transjordanië, waar zij een belangrijke bevolkingsgroep werden. Op 3 april 1949 tekenden Israël en Transjordanië een bestand en op 24 april 1950 annexeerde het koninkrijk formeel het bezette gebied (de Westelijke Jordaanoever) en veranderde zijn naam in Jordanië. Slechts het Verenigd Koninkrijk en Pakistan erkenden deze annexatie, terwijl de meeste Arabische landen haar sterk afkeurden. Op 20 juli 1951 werd koning Abdoellah I bij het betreden van de Rostkoepel- moskee in Jeruzalem door een Palestijnse nationalist gedood. Ook zijn kleinzoon, de latere koning Hoessein werd door een kogel geraakt, maar overleefde de aanslag. In 1951, gedurende het korte leiderschap van Koning Talal, werd een liberale grondwet ingevoerd. Talal moest echter om gezond- heidsredenen het koningschap in mei 1953 overdragen aan zijn zoon Hoessein. Tegen die tijd was er veel waardering opgekomen voor de Egyptische president Nasser, die in de Koude Oorlog een neutrale positie zag weggelegd voor de Arabische wereld, die hij politiek wilde verenigen. Jordanië belandde eind 1955 in crisis toen het weifelde om deel te nemen aan het Bagdadpact, een Brits-Amerikaans bondgenootschap om de Sovjet-Unie in te sluiten in het kader van de Koude Oorlog, maar ook om de Britse greep op het oostelijk gedeelte van de Arabische wereld te verstevigen. Nasser instigeerde in december 1955 en maart 1956 twee volksoproeren in de Jordaanse hoofdstad Amman tegen toetreding tot het pact, en koning Hoessein ontsloeg daardoor de pro-Britse premier. Nasser profiteerde van deze Britse nederlaag, en nationaliseerde op 26 juli het Suezkanaal (voor 80% in Brits-Franse handen) en blokkeerde de Golf van Aqaba tegen Israëlische schepen, wat leidde tot de Suezcrisis. Eind 1956 bezette Israël daarop de Egyptische Sinaï-woestijn en de Jordaanse stad Aqaba. Begin 1957 verliet het Israëlische leger Jordanië en de Sinaï weer. Na een staatsgreep in april 1957 ontbond koning Hoessein (1953-1999) het parlement. Daarna regeerde hij vrijwel als alleenheerser. In februari 1958 sloten de Hasjemitische koningen van Jordanië en Irak samen de Arabische Federatie, die echter weer uiteenviel nadat op 14 juli 1958 een staatsgreep in Irak de monarchie ten val bracht. Hoessein vroeg in deze noodsituatie Britse parachutisten om militaire en de Amerikanen om economische hulp, die hij kreeg. De pro-westerse koerswijziging vervreemdde hem van Nasser en deed Palestijnse groeperingen in Jordanië zich tegen hem keren. Pas toen in mei 1967 spanningen met Israël toenamen, verzoenden Hoessein en Nasser zich weer. Bij de Zesdaagse Oorlog in juni 1967 werd de Westelijke Jordaanoever door Israël op Jordanië veroverd, en tot bezet gebied gemaakt. Zo'n 200.000 Palestijnen vluchtten naar Jordanië. De Palestijnse strijders en Jordaanse regeringstroepen vielen hierna herhaaldelijk de Westelijke Jordaanoever binnen. Israëlische vergeldingsacties en aanvallen op Jordanië ondermijnden de stabiliteit van het land. In 1970 kaapte het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina drie westerse vliegtuigen, waarna de vliegtuigen in Jordanië landden. Na acht dagen van gevechten tussen regeringstroepen en Palestijnse guerrillero's, die de kapers beschermden, werd een bestand getekend. De stabiliteit van het land kwam echter direct in gevaar en de koning besloot de militante Palestijnen uit zijn land te verwijderen. In 1993 hield Jordanië, voor het eerst sinds 1956, verkiezingen waar meerdere partijen aan meededen. In 1994 werd een vredesverdrag getekend met Israël. Na de dood van Koning Hoessein werd Abdoellah II (1962) op 7 februari 1999 koning. In 1993 trouwde hij met Rania (1972), in Koeweit geboren uit Palestijnse ouders. Jordanië is één van de weinige landen in het Midden-Oosten waar je ook eenvoudig individueel met een huurauto kunt rondtrekken. De infrastructuur is goed, benzine goedkoop, en het meest belangrijke: het is veilig. Jordaniërs zijn zeer vriendelijk en spreken bijna allemaal wel Engels. De bewegwijzering staat ook in het Engels. Naast Arabisch krijgen alle Jordaanse kinderen namelijk Engels op school aangeboden. Het is een zeer stabiel land. Voormalige Koning Hoessein heeft er alles aan gedaan om de vrede te bewaren. Hij streed ook voor de vrede in de omliggende landen. Zijn zoon Abdullah is nu Hasjemitische koning, directe afstammeling van de profeet Mohammed, namelijk Hashim ibn 'Abd Manaf, de overgrootvader van de Profeet. Het is duidelijk dat Jordaniërs trots zijn op hun land en op hun koning, overal zie je afbeeldingen van de koning en zijn familie. Koning Hoessein had vier vrouwen. Dina was de eerste, een Egyptische docente, ze kregen één dochter. Dina bemoeide zich te veel met politieke zaken, waarop Hoessein besloot te scheiden. De Britse Muna was zijn tweede vrouw, hiermee kreeg Hoessein 2 zonen (waaronder de huidige koning) en twee dochters. Hij trouwt vervolgens met Alia. Een zeer geliefde Palestijnse vrouw die Hoessein twee dochters en twee zonen schenkt en helaas bij een vliegtuigongeluk ten zuiden van Amman om het leven komt. De plek van de ramp is nu de plaats van Queen Alia International Airport. Als laatste valt Hoessein voor de Syrisch/Amerikaanse Noor, die hem twee zonen en twee dochters schenkt. Koningin Noor is nog steeds zeer geliefd en leeft de helft van het jaar in Jordanië en de andere in de Verenigde Staten. Voor deze reis heb ik `Een leven in het teken van vrede` van Koningin Noor gelezen. Koning Hussein Jordanië werd wereldwijd gerespecteerd. Het boek geeft een ander perspectief aan de vaak eenzijdige blik op de agressieve rol van Israël en de Verenigde Staten in het Midden-Oosten. Jordanië heeft circa vijf miljoen inwoners en bestaat voor 90% uit woestijn. Het gebied ten oosten van de Jordaan, is de regio waar een aantal verhalen uit de bijbel zich afspeelden. Het was het woongebied van de vijanden van de Israëlieten, namelijk de Ammonieten, Moabieten en Edomieten. Men vindt hier ook de berg Nebo en waarschijnlijk lagen hier de steden Sodom en Gomorra. In de geschiedenis speelde Jordanië nooit een hoofdrol, maar het land was altijd wel een belangrijke corridor voor handel tussen volken en beschavingen.
    Heenreis via Londen Vrijdag 14 november. Mijn laatste vlucht was uit China in mei 2013. Sindsdien hebben Weiwei en ik alleen tripjes per trein en huurauto´s door Europa gedaan. Anderhalf jaar geen verre reis is een beproeving geweest, hoewel ik veel tijd heb besteedt aan het voorbereiden van toekomstige reizen (met name Canada en Indonesië). Maar nu ben ik eindelijk weer op Schiphol voor een eigen reis. Tijdens de korte vlucht naar Londen krijgen we fris en een zakje chips. Het is helder boven Londen. De Tower Bridge is zeer duidelijk zichtbaar. Heathrow ligt aan de westkant van de stad. Het vliegveld heeft kennelijk nog geen shuttletrein. Er rijden bussen van Terminal 5 via 2 naar 1. Om half twee zit ik daar te wachten met een yoghurtbiscuit en snicker tot op de schermen verschijnt dat de vlucht naar Amman van gate 5C vertrekt. Na een doolhof aan gangen, is daar dan eindelijk die ver weggestopte gate. Op London Heathrow herken ik een paar gezichten die ik ook op Schiphol zag. Zouden dat mijn reisgenoten zijn? Tijdens de tweede vlucht kan ik al redelijk inschatten wie het zijn, want we zitten hoogstwaarschijnlijk bij elkaar in de buurt. Maar ik zoek nog geen contact. Ik vermaak me door te kijken naar A Most Wanted Man (2014) van Anton Corbijn en Fading Gigolo (2013). In het begin is er wat turbulentie. Ik kies bief met curry, met salade, chocomousse en een broodje. Best een goede maaltijd. Amman Queen Alia International Airport. Lange tijd was de groep heel klein, maar in de laatste weken hebben zich nog een paar aangemeld en zijn we uiteindelijk met z´n tienen. De koers op het vliegveld is 82,0 dinar cent voor een euro. Een mannetje neemt onze paspoorten in voor het groepsvisum. Wij kunnen zo langs de douane lopen. Bij de bagageband krijgen we de paspoorten terug, voorzien van een stickertje achterin en twee stempels. Madaba Een Toyota Coaster bus brengt ons in het donker naar Madaba. Deze rustige stad ligt ten zuiden van Amman en is door Sawadee bewust gekozen om in het noorden van Jordanië als uitvalsbasis te gebruiken. Soms zie ik tenten met schaarse verlichting in het landschap. We zitten in het Mariam Hotel en hebben een prima kamer aan de straatzijde op de derde verdieping. De badkamer zou iets schoner kunnen. 's Avonds bij terugkomst stond de airco steeds aan om de kamer te verwarmen. Dat had van mij niet gehoeven, want ik slaap graag in een koude kamer. Maar ik heb er ook geen last van gehad. Er is een mooi zwembad bij, helaas iets te koud nu, want het hotel zelf geeft veel schaduw. Een moderne bar en zitruimte met dvd's. In de lobby is een verzameling boeken waar ook oude Arabische tijdschriften tussen zitten; al bladerend kom ik informatief werk over Jordanië tegen. Bijvoorbeeld een verslag over het ondersteunen van arme dorpen.   Zaterdag 15 november. Heel vroeg in de ochtend heb ik de eerste oproep voor het gebed gehoord, maar de dichtstbijzijnde moskee staat kennelijk niet in de buurt, want het was een sereen geluid en ik ben direct weer in slaap gevallen. Het Jordaanse ontbijt bestaat vaak uit eieren, platte taboonbrood, falafel, hummus (van kikkererwten), mutabel (van aubergine en yoghurt) en labneh (van zachte geitenkaas met olie, peper en tijm), halawa, een soort kruimelige substantie van notenboter, sesamzaadyoghurt met honing en salades. En uiteraard muntthee en Turkse koffie. Soms is er rode karkade thee (hibiscus). En fruit. Na het uitgebreide ontbijt beginnen we met een briefing naast het zwembad door reisbegeleidster Nina. Ze woont al tien jaar in Luxor, Egypte. Een visum voor een jaar kost haar verrassend genoeg minder dan een toeristenvisum. Mijn reisgenoten zijn 3 Belgische dames uit Mechelen, een West-Vlaming uit de buurt van Brugge, een stel bij mij uit de buurt, een weduwnaar met een harde koffer (daar zal hij nog vaak op aangesproken worden omdat Sawadee dat liever niet heeft) en grote fototas, een arts en een verpleegster die beiden in ziekenhuizen werken. Nina raadt ons aan om bij de Housing Bank geld op te nemen. Volgens haar is de koers op het vliegveld slecht. Er gaat direct 60 dinar per persoon in de fooienpot. Het hotel zit een paar minuten buiten het centrum. Voor mij geen bezwaar. In de straat van het hotel zijn souvenirwinkeltjes, supermarktjes en aan de overkant de Hangover liquor store, vooral handig voor de Belgische dames in de groep.
     De belangrijkste bezienswaardigheid van Madaba is de oosters-orthodoxe Sint Joriskerk met vloermozaïek uit de 6de eeuw welke een kaart van de streek voorstelt. Deze kaart diende ooit als hulp voor pelgrims op weg naar het Heilige Land. Het mozaïek is niet meer compleet, maar onder andere Jeruzalem, Betlehem, Jericho, de Jordaan en de Dode Zee zijn nog goed te herkennen. Het originele formaat was vijfentwintig bij vijf meter! Wat er in de kerk aan de muren hangt is ook zeker de moeite waard! In een winkeltje naast de kerk willen ze entree, vermoedelijk voor een museale tentoonstelling. Ik koop ook een paar matige ansichtkaarten, zodat ik in ieder geval wat plaatjes van Mount Nebo heb. Met mijn Vlaamse kamergenoot loop ik nog door het centrum. De winkel- straatjes zijn aardig. Bij een bakker haal ik vier gevulde broodjes voor 1,1 dinar. En anderhalve liter water voor een halve dinar in de buurt van het hotel. Nebo Het is erg rustig tijdens ons bezoek aan Mount Nebo. Wanneer Mozes bij het Beloofde Land aankomt vertrouwt het volk niet op hem en weigert het Beloofde Land binnen te gaan uit angst. God straft hen voor hun gebrek aan vertrouwen in Hem door hen 40 jaar door de woestijn te laten zwerven alvorens zij opnieuw het Beloofde Land binnen zullen mogen treden. Na veertig jaar ziet Mozes vanaf Mount Nebo, vanaf de top op ongeveer 817 meter boven zeeniveau, het Beloofde Land. Het volk Israël heeft honger en dorst. God zegt dat als Mozes water aan een rots zal vragen, de rots hem water zal schenken. Mozes is echter eigenwijs en gebruikt zijn staf om water uit de rots te krijgen. Hij tikt twee keer met zijn staf tegen de rots en er verschijnt water. Het volk is blij, maar God niet. God straft Mozes, omdat hij geen vertrouwen in Hem had. Mozes mag het Beloofde Land niet in en zal daar op de berg sterven. Op 120 jarige leeftijd. God begraaft Mozes zelf en leidt hem de weg naar de hemel. Tot op de dag van vandaag weet men de exacte plek van het graf van Mozes niet. De Paus heeft de berg een aantal jaren geleden tot heilige plek uitgeroepen.
    Her en der staan monumenten. De kerk is door langdurige restauratie- werkzaamheden helaas niet te bezichtigen, wel zijn er informatieborden met foto's van wat er in de kerk te zien is. In een tent is een mozaïek- vloer bewaard die oorspronkelijk op een plek in de buurt is gevonden. Lokaal noemen ze de berg Siyagha. Op deze hoogte zijn prachtige ver- gezichten over de Jordaanvallei. Bij helder weer kun je zelfs Jeruzalem zien liggen, maar vandaag is het zicht naar het westen een beetje heiig. Dode Zee Tussen Nebo en de Dode Zee rijden we door een woestijnlandschap en overbruggen een hoogteverschil van ruim 800 meter boven zee naar 400 meter onder zeeniveau. Het laagste punt op het aardoppervlak! Op een strategisch punt is een militaire post. In het dorre landschap staan regelmatig tenten van bedoeïenen. Met tankwagens krijgen ze water. Jochies lopen langs de weg met geiten en ezels. Langs de grote weg bij de zee zien we voor het eerst een kameel. Het zoutgehalte van de Dode Zee is ongeveer tien keer zo groot als dat van de Middellandse Zee: 332 versus 38 gram per liter! Ik merk dat direct al wanneer ik er een stukje in wil lopen. Aanleiding waarom men hier graag met een krantje in het water wil drijven. Een groep Fransen doet dat met een blad. Ook locals zoeken het water op. Sommige vrouwen in speciale badpakken, jonge meiden in korte broek en T-shirt. Het water dat in deze binnenzee stroomt is omsloten door land en kan alleen verdampen en laat een rijke cocktail van zout en mineralen achter. De Dode Zee is 76 km lang en heeft een maximale breedte van 18 km. Eén van de redenen waarom de Dode Zee zo'n hoge concentratie van mineralen heeft is dat de zee het water niet afvoeren kan. De belangrijkste producten die hieruit gewonnen worden zijn potas en bromide. Kali- en bromide-exploitatie vindt plaats aan de zuidkust van de Dode Zee. Het soortelijk gewicht van het water is 1.166, waardoor het menselijk lichaam niet kan zinken. Vanwege de zuurstofrijke, stuifmeelvrije lucht, maar vooral door de genezende werking van het mineraalrijke water bij huidziekten (psoriasis), reumatiek en artritis hebben de plaatsen En Gedi en En Boqeq zich ontwikkeld tot badplaatsen met geneeskrachtige bronnen en moderne kuur- inrichtingen. In de acht grote, dure hotels komen veel mensen die er om gezondheids- redenen verblijven. De heilzame werking is al duizenden jaren bekend. David, Salomon en de koningin van Sheba hebben kuurpaleizen op de oevers gesticht. Cleopatra verkreeg, voor veel geld, de exclusieve rechten van de Dode Zee regio. Zij gaf opdracht farmaceutische en cosmetische fabrieken te bouwen, waarbij de benodigde grondstoffen uit de Dode Zee werden gehaald. 's Avonds eten we in het veel geprezen restaurant Haret Jdoudna dat aan de hoofdstraat in het oude centrum is gevestigd in een fraai Ottomaans huis. Ze bieden ook shisha´s of hookahs, waterpijpen. Omdat er veel christenen in Madaba wonen, is alcohol hier in tegenstelling tot veel andere plekken goed verkrijgbaar. We zitten in de open midden- ruimte. Het personeel bestaat alleen uit mannen. Het kamertje achter mij is zo te zien gereserveerd voor de rokers. Een jong stel, waarvan de vrouw fel rode lippen heeft en een rode trui draagt, zit eerst tegenover elkaar, maar later zie ik hun onderuit tegen elkaar hangen. Verbazing bij mij dat zoiets in een moslimland kan. We eten voor een royale 18 dinar (!) per persoon gerechten uit deze regio. Veel eten. Hummus met tahina (verpulverd sesamzaad), citroen en knoflook, fattoushsalade, pitabrood gecombineerd met een mix van groenten zoals tomaten, komkommers, sla, rode ui, radijs, groene peper, peterselie, munt, op smaak gebracht met olijfolie, citroensap, zout en gemalen zwarte peper. Bij de niet-wijndrinkers is 'asri limon nana' (letterlijk citroen mint) populair. Ik houd het bij muntthee voor 2 dinar per glas. Westerse prijzen. Het koelt aardig af. Rond de eet- tafel komen straatkachels. Er is live muziek van een eenmansorkest. Het vlees wat er gegeten wordt moet halal geslacht zijn. Dhabiha in het Arabisch. Degene die het dier slacht moet moslim zijn. De slachtplek en het dier moeten rein zijn. Er moet zorg worden gedragen voor het dier dat geslacht wordt, het dier moet zo fijn mogelijk sterven en met het hoofd in de richting van Mekka. Voorafgaand aan het slachten moeten de woorden Bismillah, Allahoe Akbar worden uitgesproken, in de naam van Allah, Allah is de grootste. Hierna wordt het dier in één haal gedood middels het doorsnijden van de keel of de halsslagader. Daarna moet het vlees goed uitbloeden, voordat het bereid kan orden. Jerash Zondag 16 november. Rond half negen zitten we in de bus. Bij Amman is het bewolkt en er vallen zelfs een paar druppen. Er zijn verkeersopstop- pingen. Op een bord staat dat ze hier ook een Carrefour hebben. We stoppen even bij een bord waar "Syria" op staat. Voor Talal, Firaz, Nina en één van de Belgische dames weer een gelegenheid om te roken. Talal zegt dat hij Talal de Tweede is, vernoemd naar Koning Talal. Om de tijd te doden, mogen we de leeftijden van hem en de chauffeur raden. De arts en ik zitten het dichtst in de buurt. Wij krijgen elk een hoofddoek. Hij legt ons uit hoe we die kunnen dragen. Er zijn verschillende manieren. Zo naast elkaar zittend, worden we door Talal omgedoopt tot Mustafa en Fatima. Jerash, of Gerasa, is één van de best bewaarde Romeinse provinciesteden. Ooit woonden hier 20.000 mensen, maar de stad werd in 747 tijdens een aardbeving grotendeels met zand bedekt. Rond 1920 werd er begonnen met opgravingen en restauraties, welke tegenwoordig nog plaatsvinden. Ongeveer 50 kilometer ten noorden van Amman en was vroeger een welvarende stad in de heuvels van Gilead. Rond het jaar 70 veroverden de Romeinen Jerash en maakten het onderdeel van de Romeinse provincie Syrië. Rond deze tijd werd ook het stadsplan van Jerash gelegd in een typisch Romeinse schema.
        Bij de ingang is een koffie- en theepauze in een souvenirhal. Tijdens ons bezoek aan de Romeinse nederzetting wordt het weer steeds beter. Op een gegeven moment is er genoeg zon voor een T-shirt. Jerash heeft veel moois te bieden. Het wordt jaarlijks gebruikt voor een festival, beide theaters zijn mooi gerestaureerd. We starten bij een 'Arc de Triumph', een enorme ingang opgericht ter gelegenheid van het bezoek van keizer Hadrianus aan Jerash in de winter van 129-130 en daarom Poort van Hadrianus genoemd. Jerash was een favoriete stad van de Romeinse keizer. In de derde eeuw begon het verval, het werd een Christelijke stad onder het bewind van het Byzantijnse Rijk. Moslims namen het in 635 over. De genadeklap kwam in1112 door Boudewijn II van Jeruzalem tijdens de kruistochten. De Poort van Hadrianus en het hippodroom liggen buiten de kern en zijn gratis te bezoeken. Het hippodroom van slechts 245 bij 52 meter, is het kleinste binnen het Romeinse Rijk. Er worden soms voorstellingen gegeven om zodoende een idee te geven van wat zich hier zoveel jaren terug afspeelde: met gladiatoren en strijdwagens. Een Zweedse organisator houdt hier gepensioneerde politiemannen en militairen aan het werk om zo hun karige pensioen aan te vullen. Het Forum, ook wel Oval Plaza, is een ongewoon groot en asymmetrisch plein aan het begin van de Cardo Maximus, gebouwd in het begin van de eerste eeuw. Het plein is 80 bij 90 meter en omringd door 160 ionische kolommen. De Cardo is een 600 meter lange straat die in de lengterichting van de stad loopt. Ooit was het vol met belangrijke gebouwen, winkels en huizen. Er ligt een drainagesysteem onder de bestrating. De Cardo Maximus was vroeger geheel omgeven door kolommen waarvan er nu nog veel staan. Het Agora is de hoofdmarkt met een centrale fontein. Het Numphaeum is een publieke fontein gedecoreerd met leeuwenhoofden en gewijd aan nimfen. Dit bijzonder mooie en intacte gebouw uit het eind van de 2e eeuw was opgedragen aan de dochters van Zeus. In de nissen die nog te zien zijn, hebben standbeelden gestaan die vazen vasthielden waaruit het water stroomde. Het noordelijke theater is prachtige gerestaureerd. De indrukwekkende tempel van van Artemis is geweid aan de beschermheilige van de stad Artemis, de dochter van Zeus. Met mooi gedecoreerde Korinthische kolommen. Binnen is een terras met openluchtaltaar. Iets voor de tempel liggen de Propyleeën van de Tempel van Artemis, oftewel de vroegere toegangspoort. Even verder komen we bij de overblijfselen van een aantal Byzantijnse kerken, zoals die van Cosmas and Damian. Gebouwd rond 533, met nog een groot deel van de mozaïekvloer intact. Tweelingbroers, beroemde doktoren die geen honorarium vroegen van hun patiënten en later martelaren werden. Op het mozaïek zijn complexe decoraties te zien met symbolische figuren, diamanten en vierkanten met geometrische ontwerpen, vogels, dieren en portretten van donors. Het zuidelijke theater is een amfitheater met 32 rijen voor 3000 zit- plaatsen. In de kolommen, zitten Griekse inscripties. Het theater was daarnaast zo gebouwd dat het orkestgedeelte ook als zwembad gebruikt kon worden. Na al die indrukken rijden we slechts een klein stukje naar een duur uitziend Libanees restaurant (www.lebanese-house.com). Het eten is zelfs nog iets royaler dan gisteravond. Op de terugweg nemen we een andere route, door een heuvelachtig landschap met olijf- en sinaasappel- bomen. Amman is best een grote stad. Bijna de helft van de populatie woont in deze regio, mede door een gematigd klimaat. Amman down town De hoofdstad ligt 710 meter boven zeeniveau. Ooit gebouwd op 7 heuvelen. Inmiddels zijn het er veel meer. Veel buitenlanders komen werken in Jordanië. Ook werken er veel Jordaniërs in de Verenigde Arabische Emiraten, omdat ze daar meer kunnen verdienen. Helaas heeft Jordanië geen olie, zoals buurlanden Irak en Saudi-Arabië, anders zou Jordanië rijker zijn geweest. Gebouwen met appartementen worden zelden hoger dan vier verdiepingen, omdat men dan problemen krijgt met de waterdruk. Water is een schaars goed in Jordanië. Ook zijn veel huizen niet af. Er steken uit het dak ijzeren of betonnen palen, vergelijkbaar met Azië en Zuid-Amerika. Dit wordt expres zo gedaan, zodat de oudste zoon later een woning op het dak kan bouwen als hij een gezin gaat stichten. Amman heeft niet die oosterse en exotische sfeer als bijvoorbeeld Caïro en geen allure die veel hoofdsteden hebben. Het vroeger Philadelphia dankt haar huidige naam aan de Ammonieten die hier vroeger heersten. We gaan naar het oude deel van de stad. Sommige auto´s hebben duidelijk zichtbaar een eerder leven in onder andere Duitsland gehad. We rijden door een deel waar volgens Talal 60% Palestijn is. We bezoeken de citadel, in het Arabisch: Jabal al-Qal'a. Deze heuvel werd rond 1800 v. Chr. ommuurd en als fort gebruikt. Met een prachtig uitzicht over de stad.
        In het dal ligt een romeins theater met 6000 zitplaatsen. Als eerste komen we langs de Tempel van Hercules. Vervolgens gaan we in een hoog tempo door het niet zo interessante museum. Hier bevinden zich wel enkele interessante voorwerpen, zoals kunst van de Nabateeërs, terracotta sarcofagen uit circa 1000 voor Chr. Enkele fragmenten van de beroemde Dode Zee rollen met de vaten waarin zij gevonden werden, zijn naar het Nationale Museum overgebracht. Achter het museum is een groot gebouw waar met behulp van Italianen een nieuw koepeldak op is gebouwd, het Ummayad Paleis. En restanten van een Byzantijnse kerk. We zijn net op tijd om daar nog iets van te zien, door een vroege zonsondergang sluit de Citadel al voor vier uur. Daarna lopen we door het centrum, eten een zeer zoete snack en bezoeken een markt. Het valt me op dat trouwjurken in etalages wel decolletés hebben. In de bar van het hotel zie ik videoclips die ook best uitdagend zijn. Maandag 17 november Om kwart over acht vertrekt de bus. Vandaag een lange rit naar het zuiden via de Kings Highway, een historische route langs Jordaniës mooiste landschappen en diverse historische plaatsen. Deze weg is al zeer oud en werd in het verleden gebruikt door legers, handelaren, kruisvaarders en pelgrims en zij allen lieten hun sporen na. Het was vroeger één van de belangrijkste handelsroutes in het Midden-Oosten. Jordanië heeft van alle landen in deze omgeving de langste grens met Israël. Talal heeft tijd om wat meer over Jordanië en moslims te vertellen. Bijvoorbeeld over het vinden van een partner. Een moslim mag overigens een neef of nicht trouwen. De eerste ontmoeting is bij hem thuis. Moeder en zussen doen mee aan de keuring van de potentiële bruid. Ze draagt bij een eerst ontmoeting minder kleding dan gebruikelijk, om haar huid en lichaamsvormen beter te tonen. Het huis van haar aanbidder is speciaal schoon gemaakt. Banen en opleidingen worden besproken. Bij de tweede ontmoeting gaat hij met zijn familie bij haar op bezoek. Zij maakt Turkse koffie. Ze kijkt hem als laatste aan. Soms zitten ze tegenover elkaar en bij moderne families zitten ze zelfs al naast elkaar en kunnen ook onder vier ogen praten. Vervolgens wordt zijn omgeving gekeurd door bijvoorbeeld buren te bevragen. Een bruidsschat in Jordanië is ongeveer 5000 a 8000 dinar. Het geld is afkomstig van de familie. De bruid zet dat geld om in gouden sieraden en kleding. Het is normaal dat ze binnen een paar maanden trouwen. In Talal zijn geval al na elf dagen. Indien er geen goede match is, dan kan de ring terug worden gegeven. Talal is niet te spreken over Saudiërs. Die zijn volgens hem hypocriet. In hun eigen land houden ze zich aan de regels, maar ze misdragen zich in Caïro. Wadi Al Mujib Al snel komen we door Wadi Al Mujib. Een diepe kloof et een geweldig uitzicht over het dorre landschap. De rivier Wadi Mujib, in de oudheid Arnon genoemd, loopt hier en komt uiteindelijk uit in de Dode Zee. Het wordt hier ook wel de Grand Canyon van Jordanië genoemd en dat is niet verwonderlijk. De King's Highway daalt 400 meter in de diepte om vervolgens weer die 400 meter te stijgen. Enkele jaren geleden is hier een stuwdam aangelegd. De stuwdam heeft een ander microklimaat doen ontstaan met vogels en planten die hier eerder niet voorkwamen. Er leven bedoeïenen die van het beetje vruchtbare grond proberen rond te komen. Ze leven in tenten. Na de kloof stoppen we bij een restaurant voor koffie, thee en baklava. Femke, de arts, heeft die gewonnen door de leeftijd Nina te raden. (Ik heb bewust een veel lagere leeftijd gekozen, omdat ik anders met die doos moet rondsjouwen.) Talal wijst steeds aan welke hij de lekkerste vindt, om die vervolgens ook zelf te nemen. De zoetekauw. Karak Kort na elf uur zijn we in Karak waar een kasteel op een strategische heuvel op 900 meter boven zeeniveau ligt. Talal geeft een beetje geschiedenis. Het kruisvaarderskasteel dateert uit 1142 en bestaat uit zeven verdiepingen. Het is gebouwd op een losstaande heuvel. Op deze manier was het kasteel goed te beschermen. Het kasteel is opgebouwd uit stenen die men van andere gebouwen roofde. Op die manier kon men heel snel een groot gebouw neerzetten. Talal heeft gekozen om het kasteel niet te bezoeken, maar vanaf een mooi punt te bewonderen. Gevangenen werd overigens gedood door hen over de muren honderden meters naar beneden te gooien. Uit de bouw van het kasteel en de locatie hoog op de rotsen, blijkt dat dit al-Kerak kasteel voor de kruisvaarders met name als bescherming gold. Zij bouwden snel en functioneel, grof zonder veel versieringen. Tafila Bij een tweede kloof hebben we een fotostop. Hier groeien tomaten. We lunchen in de studentenstad Tafila. Volgens Nina is het een technische universiteit. Toch zitten er aardig wat meiden in het restaurant. Na een bezoek aan de wc vraagt één van hen waar ik vandaan kom. Ze zegt: Welcome in Jordan. Ik vraag haar vervolgens wat ze studeert. Business management is haar antwoord. Jammer dat we weer verder moeten, ik had wel meer informatie willen uitwisselen. Dat is soms het nadeel van een groepsreis. Vijf zuilen van de Islam Het bidden hoort bij één van de vijf zuilen van de Islam. Vijf keer per dag bidden in de richting van Mekka. Het ritueel van het bidden, het knielen voor Allah wordt ook vijf keer per sessie uitgevoerd. Dit zorgt voor een duidelijk dagritme en houdt de ouderen goed in beweging. De tweede van de vijf zuilen is de ramadan, de vastenmaand. De derde is de bedevaart naar Mekka, de hadj, eens in het leven. Alleen voor mensen die het zich kunnen veroorloven, want het is belangrijker om bijvoorbeeld je kinderen te voeden. Een visum voor Mekka kost tegenwoordig 1200 Jordaanse dinar, meer dan 1200 euro. Saoedi-Arabië vraagt daar zoveel voor, omdat het anders veel te druk wordt in Mekka. Je kunt deze bedevaart namelijk niet het hele jaar maken, maar slechts een maand per jaar. In Islamitische landen is er vastgesteld welke jaargang de mensen mogen gaan. Voor Moslims buiten deze landen is dat niet zo. De vierde zuil is het zorgen voor een ander door het afstaan van een deel van je spaargeld. In Jordanië is dat bedrag vastgesteld op 2,5 % van het spaargeld. Als je halal wilt bankieren mag je geen geld over geld maken. Er is dan een optie om je geld zonder rente te ontvangen op de bank te zetten. Hoe komt de bank dan aan winst? Ze doen niet aan hypotheken, maar kopen voor de klant een huis en verkopen het huis aan de klant voor een hoger bedrag, dit bedrag is de klant de bank dan schuldig. Geen geld over geld dus, maar gewoon een zakelijke verkoop met winst. De laatste zuil is het afleggen van de geloofsbelijdenis: Er is één god en dat is Allah en Mohammed is zijn profeet. Net als bij de Christenen houden niet alle Moslims zich aan al deze zuilen van hun geloof. Datzelfde geld voor de vrouwen die zich volgens bepaalde denkwijzen in de Islam zouden moeten bedekken om geen andere mannen dan haar eigen in verleiding te brengen. De één loopt hier over straat zonder hoofddoek en in gewone kleren, de ander draagt een djellaba of slechts een hoofd- doek en weer een ander loopt compleet verscholen onder een boerka met nikab. Bij mannen is er ook verschil in kleding, de één loopt in moderne kleding, de ander in traditionele gewaden, al dan niet met de keffiyeh sjaal om het hoofd. Montreal Bij de afslag naar Dana rijden we in de mist. Het is tien over twee en nog 55 kilometer naar Petra. We stoppen bij een plek met uitzicht op het Ash-Shawbak Montreal kasteel. Een ruïne die minder fraai lijkt dan Karak. Ook dit is een kruisvaarderskasteel. Aan de oostzijde van de Atabah, op een rotsachtige conische berg, uitkijkend over fruitbomen. De ruïne wordt in het Arabisch Shoubak or Shawbak genoemd. In 1115 gebouwd door Boudewijn de Eerste van Jeruzalem tijdens zijn expeditie naar deze regio waar hij Aqaba en de Rode Zee in 1116 innam. Oorspronkelijk werd het 'Krak de Montreal' of 'Mons Regalis' genoemd. Het ligt strategisch op de hoogvlakte van Edom, langs de pelgrimage- en karavaanroutes van Syrië naar Arabië. Op deze manier kon Boudewijn de handel controleren. Het bleef tot 1142 eigendom van de koninklijke familie van Jeruzalem tot ze verhuisden naar Kerak, waar een sterker kasteel werd gebouwd. Van het origineel is weinig overgebleven. Een Italiaans team van archeologen van de Universiteit van Florence doet hier onderzoek. Little Petra Net voor Petra rijden we naar Little Petra. Overigens zou Little Petra heel wat minder indruk maken wanneer we eerst Petra zelf hadden bezocht. Dus dit is de ideale volgorde. Het is namelijk een klein versie van Petra en een leuk voorproefje op de volgende dagen. De entree is gratis. We beginnen met thee in een tent bij de ingang. Little Petra heeft een kleine kloof en door de Nabateeërs uit de rotsen gehakte gebouwen. De officiële naam is Siq al-Barid en ligt 9 km ten noorden Petra. De naam betekend 'Koude Siq' en is slechts 350 meter lang. Hoewel hier ook bussen komen, heeft de plek een stille en atmosfeer behouden. Ook het landschap in de directe omgeving is fraai. Dit gebied is net als Petra een levendige gemeenschap geweest van de Nabateeërs. Bijna iedere grot heeft een functie gehad. Overal zijn trappen en paden in de rotsen. Achtereenvolgens vermoedelijk een tempel, huis en triclinium (restaurant). Eén van de huizen is beschilderd. Op het plafond is een gevleugelde cupido met pijl en boog en daarboven een vogel, links een figuurtje dat een fluit bespeeld. En Talal wijst ons op een naakte buikdanseres op het plafond. De laatste open 'ruimte' eindigt met een trap waar je met het nodige klimmen mooie uitzichten zou hebben, maar het is bewolkt en Talal zijn woorden moedigen ook niemand uit de groep aan. We rijden door Umm Sayhoon, het dorp waar de meeste bedoeïenen wonen die in Petra werken. Vroeger woonden veel van de Bdoul-stam in de grotten van Petra. Die woonden eeuwen in Petra, en zijn trots op hun geclaimde voorouders, de Nabateeërs. Vanaf 1985 mag dat echter niet meer. De koning liet toen special voor de bedoeïenen een kleine neder- zetting net buiten Petra bouwen. Nog altijd slapen sommige bedoeïenen af en toe in Petra zelf, maar er mag officieel niet meer in Petra gewoond worden. Ook wonen een aantal bedoeïenen nog liever in een tent dan in een huis. Wadi Musa Door niet te lang bij de kastelen te stoppen, kunnen we op ons gemak even bijkomen van de reisdag en gereed maken voor Petra by Night. We verblijven in het La Maison Hotel in Wadi Musa, een hotelstad naast Petra. We krijgen een welkomstdrankje in een nette lobby. Er is veel personeel, mannen. Jammer dat er geen douchecabine was, want het water blijft niet in de douchebak en de vloer wordt dus nat. Ik eet met een groot deel van de groep in Red Cave. Eén van de duurder uitziende restaurants. Ik heb uiensoep en mango juice. Langs de muur hangen foto's van beroemdheden uit de regio. Maar de namen zijn in het Arabisch, daar kan ik helaas geen kaas van maken. Op een televisiescherm worden voortduren beelden getoond van paarden- races in Dubai.
        Petra by Night Om kwart over acht staan we bij de ingang voor Petra by Night. Nina maakt zich boos over een recente prijsverhoging van 12 naar 17 dinar. Op advies van haar blijf ik net als mijn kamergenoot een beetje achter. Daardoor ervaren wij veel meer de rust en het mysterieuze van de omgeving, die schaars door kaarsen in zandzakken is belicht. De gehele route is een onvergetelijke belevenis, niet alleen de 1,2km lange Siq, een smalle en hoge kloof. Het eindpunt van deze avond is bij de beroemde schatkamer, een uit roze- rode rotsen gehouwen ruimte. Daar zitten de meeste bezoekers voor een veld met nog veel meer van die kaarsen. We krijgen bekertjes met zoete thee en een lichtshow met muziek op een traditionele rababah. Duur, maar zeer de moeite waard! Petra, eerste dag Dinsdag 18 november. De eerste ochtend waarbij we vroeg moeten opstaan. Om kwart over zes zitten we al aan het ontbijtbuffet. Een goede keuze, want Jordanië doet niet aan de wintertijd en het is dus al vroeg licht en ook vroeg donker. Wel fris, dat komt met name door de hoogte. Petra is meer dan twee eeuwen geleden door Nabateeërs gebouwd. Een Arabisch volk dat zich hier vestigde op een belangrijk knooppunt voor zijde, kruiden en andere handelsroutes die China, India en Arabië verbond met Egypte, Griekenland en Rome. In het zuidwesten van Jordanië, 225 kilometer van Amman. Een schitterende stad verborgen in rotsen, grotendeels uitgehouwen in die rotsen. Eén van de nieuwe zeven wereldwonderen. In het gebied rond Petra zijn opgravingen gevonden van circa 11000 v.Chr. Het was waarschijnlijk de hoofdstad van het koninkrijk van de Edomieten dat ongeveer duurde van de 13e tot de 6e eeuw v. Chr. In de 6 eeuw vestigden Nabateese stammen zich in het gebied en maakten Petra tot hun hoofdstad zoals wij die nu kennen. Nabateeërs waren zeer bedreven handelaren en hun invloed strekte zich dan ook uit over een enorm gebied, wat zijn sporen naliet in hun cultuur. Zij waren meesters in architectuur, rotsbewerking en polijsten. Hun koninkrijk besloeg delen van het huidige Jordanië, Syrië, Saoedi- Arabië en Israël. Zij dreven handel via de verschillende karavaanroutes. Onder andere de handel in wierook naar Jemen was belangrijk voor hen. Centraal stond de verering van rotsen. Daarnaast hadden zij verschillende goden. Ze hebben ondergrondse water- kanalen aangelegd, die van bronnen in de bergen via tunnels naar droge landbouwgronden leiden. Zij bewoonden Petra tot de dood van hun laatste koning in 106 na Chr. waarna het gebied een Romeinse provincie werd onder leiding van keizer Trajanus. Na een aantal zeer verwoestende aardbevingen was de stad min of meer door iedereen achtergelaten. Het is nog wel bekend dat er in de tijd van de kruisvaarders in de 12e en 13e eeuw mensen in Petra woonden, toen heette de stad Li Vaux Moise (de Mozesvallei). Li Vaux Moise werd in 1189 over- wonnen door het leger van Saladin. Hierna raakte de stad in de vergetel- heid tot dat de stad herontdekt werd door de Zwitserse ontdekkingsreiziger Johann Ludwig Burckhardt. Petra werd toen slechts bewoond door een aantal bedoeïenen stammen. Burckhardt, geboren in een rijke familie in 1784, was een student en ontdekkingsreiziger met een onverzadigbare drang om te reizen. Hij ontdekte Petra op 22 augustus 1812. Het was eeuwen voor westerse ogen verborgen gebleven. Dit doet me een denken aan de late ontdekking van de Khmer-tempels in Cambodja. Bewoners hebben de regio bewaakt en indringers waren niet welkom. Talal haalt de tickets. Ik heb één voor twee dagen. Voor maar liefst 55 dinar! Op http://petranationaltrust.org staat een niet zo duidelijk stukje over Where the money goes:
          JD 21 of the total cost of the ticket is paid to the Ministry of Finance; the balance goes to the government authority that manages the Region of Petra, the Petra Development Tourism Regional Authority (PDTRA). 25% of moneys sent to the Ministry of Finance accrued from entrance fees, are allocated in the annual budget to the PDTRA and 10% to the Petra Archaeological Park (PAP) for conservation activities.
         Talal leidt ons langs de sites. Naast kamelen, ezels en paarden zie ik ook al een paar golfkarretjes. Het is maar een kwartiertje lopen naar het begin van de Siq. Petra is niet alleen een historisch juweel, de stad ligt ook in een prachtig natuurgebied. Dat blijkt al direct je langs het bezoekerscentrum gaat en begint aan de wandeling naar de ingang van de vallei. Behalve bergen en schitterende rotsen is dan nog absoluut niets te zien van de stad die geheel verborgen ligt. Tijdens de wandeling passeren we drie grote blokken van steen, de "Djinn-blokken" en het Obelisk Graf, zo genoemd omdat het wordt gekroond door vier obelisken. Vermoedelijk werd dit in de rotsen uitgehouwen monument gebruikt voor begrafenisrituelen. De bedoeïenen dachten dat er geesten in woonden (Djinn = geest) maar waarschijnlijk zijn ze gebouwd in de 1e eeuw na Chr. als graven. Tegenover de Djinn-blokken staat het Slangengraf. Het is een grafkamer met 12 nissen. Iets verderop, vlak voor de ingang van de Siq staat het Obelisk Graf van Bab al-Siq Triclinium. Dit was een zaal waar banketten en symposia werden gehouden. Bab al-Siq betekent poort van de Siq. Even verderop zijn de overblijfselen te zien van een dam waarmee de watervoorziening werd geregeld. Petra lag en ligt midden in de woestijn en de Nabateeërs hadden een ingenieus systeem om regenwater in de rotsen op te vangen en via ondergrondse tunnels naar de stad te voeren. Het pad gaat vervolgens over in de Siq. De Siq is een natuurlijke, nauwe canyon of kloof tussen de rotsen. De kloof is ongeveer 1200 meter lang en de rotsen aan beide kanten zijn 90 tot 180 meter hoog. Op sommige plaatsen is de afstand tussen beide wanden slechts 3 meter. Op sommige plekken ligt nog het plaveisel van vroeger. Na elke bocht sta je weer vol verbazing te kijken naar het prachtige natuurschoon en de prachtige kleuren van de rotswanden. Het zonlicht komt hier nauwelijks en het is hier dan ook wat koeler. De kloof is een werkelijk schitterend stuk natuur met prachtige rode kleuren. Ineens het beroemde plaatje: aan het einde van de Siq is de Schatkamer van Petra te zien. Dit beeld met de nauwe kloof en de Schatkamer aan het eind werd bekender door de film Indiana Jones and the Last Crusade (1989, Steven Spielberg) die in Petra werd opgenomen. De Schatkamer of "Al-Khazneh" is het beroemdste monument van Petra, geheel uitgehouwen in de rozerode rotsen en een echt kunstwerk. Het werd waarschijnlijk gebouwd als graf voor koning Aretas III in de eerste eeuw voor Christus. De façade is ongeveer 40 meter hoog en 28 meter breed. Het bovenste gedeelte bestaat uit twee rotstorens met standbeelden en in het midden een ronde vorm, de Tholos, die de Urn ondersteunt. Deze Urn zou een schat bevatten. Het onderste gedeelte van de voorgevel is een poort naar een grote hal. Daarna lopen we de buitenste Siq in. Door de straat der Façaden met haar vele graven, waaronder het Graf van Uneishu en een verzameling Nabateese huizen. Vanaf deze plaats hebben we een mooi zicht op het theater. De zetels hiervan zijn geheel uit de rotsen gehouwen. Links van de Façadenstraat bij de Tombe van 17 graven zijn enkele voorbeelden te zien van opvallend mooi gekleurd zandsteen. Verderop in een huis van de Nabateeërs zijn prachtige kleuren te zien in de rotsen veroorzaakt door de aanwezigheid van metalen en zwavel in het gesteente. Bij het Romeins theater zijn mannen aan het werk. Deze is met 7000 zitplaatsen groter dan die in Amman. Het oorspronkelijk door Naba- teeërs gebouwde theater is later de de Romeinen vergroot en er zijn nog speciale gelegenheden waarbij ze het gebruiken. We krijgen te zien hoe een zandkunstenaar flesjes met gekleurd zand vult en ze voorziet van plaatjes, zoals een kameel of een naam. Dan pauzeren we bij een restaurantje voor koffie en thee met nette toiletgebouwen. Overal zijn kamelen, paarden en ezels. Er zijn ook kinderen in Petra. Officieel moeten ze 's ochtends en laat in de middag tot de avond naar school. 's Middags zijn zij dan vrij om met toeristen in Petra om te gaan en met hun ouders wat geld te verdienen, op deze manier leren ze Engels en andere talen en dingen over ander culturen wat ook als zeer leerzaam wordt beschouwd. En de kinderen vinden het leuk om met de toeristen om te gaan. Daarom heeft de Koning besloten de schooltijden aan te passen, want hij wilde wel dat deze kinderen ook naar school gingen. Aan de Weg der Zuilen lagen winkels en de Grote Tempel. Aan het einde van de zuilenstraat komen we door de Temenos-Poort en langs het Qasr al Bint. Dit gebouw is nog in een goede staat, maar zo lelijk dat de velen het alleen passeren. Het is een tempel waarvan de muren nog overeind staan. In de buurt hebben we om elf uur al een lunchbuffet. Zeer redelijk eten. Na de lunch gaan we op onze gids en drie van de groep na, de prachtige wandeling naar het klooster doen. Halverwege is een splitsing naar een korte nauwe kloof van Triclinium der Leeuwen. In mijn eigen tempo loop ik al snel vooraan. Soms ingehaald door ezeltjes, die mensen naar boven vervoeren. Ik stop na de zoveelste 'smeekbede' van verkoopsters om bij hun te gaan zitten voor een glaasjes zoete thee. De gescheiden jonge vrouw Rosa heeft twaalf zussen en twee moeders. Moslims mogen maximaal vier vrouwen hebben, onder de voorwaarde dat ze die evengoed behandelen. Na meer dan 800 treden bereik ik het hooggelegen klooster El Deir, dat 50 m breed en 45 m hoog is. Het werd niet als klooster gebouwd en ook niet als graf. Wel gebruikt als kerk in het Byzantijnse tijdperk, maar nooit als klooster. Het vermoeden is dat het een soort tempel is geweest. Op El Deir staat een enorme Tholos met een voet met een doorsnede van wel 11 meter. Daarmee et grootste monument in Petra en dateert uit de eerste eeuw. Het interieur is teleurstelling ten opzichte van de façade, maar wel een prachtige wandelroute om hier te komen! Het klooster is ook weer helemaal uitgehouwen in de rotsen. Langs het klooster loop ik verder met mijn kamergenoot en de arts naar eindpunten van de berg met magnifieke uitzichten over het schitterende landschap met enorme hoogteverschillen en indrukwekkende bergen. Op de terugweg zit de achttienjarige Sarah die ik eerder heb ontmoet bij Rosa en haar twee moeders. Ze willen morgen wel mijn gids zijn naar High place of Sacrifice. We onderhandelen over een prijs. Rosa wil 80 dinar, maar ik ga niet verder dan 10 per persoon. En ik beloof dat ik chocolade voor hen mee zal nemen. Ik laat een halve dinar achter voor de mierzoete thee. Ik sta op het punt om weer af te dalen wanneer een oudere verkoopster vraagt of ik vijf euro wil wisselen voor 5 dinar. Omdat ik haar een bezoekje aan de bank kan besparen, vind ik dat prima. Bovendien denk ik dat ik te veel heb gewisseld. Weer op ´het vlakke´ loop ik over het terrein van de grote tempel. Veel mensen lijken dit over te slaan. Zonde. Het uitzicht over de omgeving is ook weer zeer fraai. Verder lopend kom ik langs de Koninklijke Graven, en een Byzantijnse kerk uit de 5e of 6e eeuw. De kerk heeft een mooie mozaïekvloer met afbeeldingen van mensen en dieren. Een stukje terug voor de Koninklijke Graven aan de voet van de Al-Khubtha berg. Deze dateren uit de 1e en 2e eeuw. Als eerste het Zijden Graf met prachtige kleuren in de rotsen. Verder zijn hier zijn het Paleis Graf, het Korinthische Graf en diverse andere graven te vinden. Ik neem plaats bij een moeder met een dochtertje. Ze geeft haar borst- voeding. Ik vraag hoeveel kinderen ze heeft. Vijf, waarvan twee meisjes. Ik krijg thee en laat ook hier een halve dinar achter. Het Urn Graf ligt het hoogst en is bereikbaar met grote brede trappen. Door de hoogte, maar ook de diepte indrukwekkend. De enorme binnenkamer is vrij kaal, maar valt op door de mooi gekleurde rotsen. Vooral het prachtige plafond van de zaal is fraai. De Urn tombe deed achtereen- volgens dienst als koninklijke graftombe, rechtsgebouw en kerk. In de tijd dat het de plaats van de Rechtspraak was, werden de catacomben gebruikt als gevangenis. De koningsgraven worden vanwege de omvang aan koningen toegeschreven, maar het is onduidelijk voor wie ze precies zijn gemaakt. Vanaf de Koninklijke Graven loop ik langzaam terug richting de Siq, waarbij ik nog een keer de majestueuze Schatkamer passeer, die nu in de schaduw veel meer roze lijkt dan aan het begin van de dag. De zon staat inmiddels laag. Er komt een einde aan iets wat je gezien moet hebben om te geloven. Moe maar enorm voldaan loop ik terug naar Wadi Musa. Om vier uur ben ik bij de uitgang. Nina heeft ons uitgenodigd om bij de Cave bar van het guesthouse bij de toegangspoort iets te gaan drinken. Op de jonge belg en mij na zit ze daar op het terras met de groep. We krijgen een terraskachel. Petra, dag 2 Woensdag 19 november. De volgende dag ontbijt ik weer om kwart over zes en sta weer om zeven uur bij de ingang. Voor de tweede en eventueel derde dag wanneer je meerdaagse tickets hebt, moet je je paspoort laten zien. Entree voor 1 dag is 50 dinar, voor 2 dagen 55 dinar. Aantrekkelijk dus om voor het toch al dure kaartje voor de tweede optie te kiezen. Het is erg rustig. Toch vallen paardrijders me al lastig. Geen Rosa te bekennen. Misschien kom ik haar onderweg nog tegen. Maar om half acht begin ik in mijn eentje aan de wandeling naar de High Place of Sacrifice op de plek waar we gisteren een drinkpauze hielden. Deze tocht is steiler dan naar het klooster en ik krijg het al snel warm. Op de offer- laats werden dieren geofferd en rituelen uitgevoerd. Bij verlaten souvenirstalletjes ga ik ik eerst naar links en volg zwarte graffiti-pijlen. Ik kom uit bij een grote tent met een auto. Een auto! Die komt van de andere kant. Ik vind een plekje met een beter zicht op de twee obelisken. Het pad vervolgend kom ik weer bij een grotere tent. Rechts staat een bord naar het altaar. Daar loop ik eerst aan voorbij tot een eindpunt met een schitterend zich over de vallei. Ook hier souvenirs zonder verkoper. Het waait flink. Pas wanneer ik een stukje terugloop, zie ik de laatste stenen trap naar het hoogste punt waar pas op het laatste moment het altaar zichtbaar wordt. Er is een plat vlak van 14,5 bij 6,5 m. En dat op deze hoogte. Op de terugweg kom ik nog enkelen uit mijn groep tegen en vertel hun over mijn ervaringen. Een kat die me op de heenweg zo miauwend begroette is inmiddels een stukje hoger meegelopen met andere wandelaars. Omdat ik nog tijd over heb, volg ik een groep Amerikanen die naar de tombes klimmen. Daar hebben ik gisteren weinig van gezien en een deel is nog nieuw voor mij. Je hebt er een mooi zicht op het theater en er zijn nog een paar grotten met mooi geërodeerd gesteente. Nu is het bij de schatkamer weer druk met groepen. "Die doen Petra in 2 uur", zegt Nina later. Petra moet je niet in vogelvlucht bekijken. Petra moet je voelen en beleven. Ik besluit dat het wel genoeg is geweest en loop terug naar de ingang. Om half twaalf zit ik opgefrist in de lobby. Nina raadt de boekjes van Joris Luyendijk aan. Om half één vertrekken we uit Wadi Musa. Na een flinke klim stopt de bus al snel net buiten het stadje bij een zeer fraai uitzichtpunt over de omgeving. Links Petra, in de achtergrond het dorp voor de bedoeïenen en rechts Wadi Musa. Een zoekplaatje om iets van de bezienswaardigheden van Petra te vinden, want die zijn grotendeels in de rotsen opgenomen. Achterin de bus liggen schuimbakjes met onze lunch. Patat, een wrap met kip en augurken en tomaat. Een flinke maaltijd! Het zonnetje schijnt weer heerlijk. Zodra we op de grote weg zitten, is het druk met vrachtverkeer. Een zeer groot deel van de vrachtwagens is Mercedes. Volgens Nina zijn er tijdens de reizen in de zomer meer zieken, want dan is het voedsel sneller bedorven. Dit is dus een ideaal seizoen. Wadi Rum We verlaten de snelweg weer en passeren even later het Wadi Rum trein- station. Het spoor is onderdeel van de Hidjaz-spoorlijn die in 1908 werd voltooid. Deze liep van Damascus naar Medina. Het was de bedoeling om 'm door te trekken naar Mekka, maar door het uitbreken van de Tweede Wereld- oorlog is dat plan nooit uitgevoerd. Bij het visitor center is hooguit tijd voor een sanitaire stop. De verkoopsters van de winkel zijn behoorlijk bedekt gekleed. Wanneer je meer tijd hebt, dan kun je in het bezoekerscentrum een film zien over de woestijn. Mooie rotsformaties en fijn zand van diverse kleuren zijn ingrediënten van dit natuurgebied van Jordanië: de woestijn van Wadi Rum. Erosie door de wind heeft hier het prachtige landschap gevormd. In Rum Village wisselen we de bus om voor twee Japanse Jeeps. De grote bagage laten we in een huis achter. We rijden vervolgens enkele kilometers door de woestijn naar een bedoeïenentent met een huisjes waar een badruimte en keukentje in zit. Bij aankomst maak ik direct mijn bed op. Dat kan nu nog met daglicht. We zitten in de bedoeïenentent van Sultan. Ik begreep dat Sawadee goede ervaringen heeft met deze familie. De tenten staan in een U-vorm. Het rechter deel voor het personeel. Achterin ligt een stapel met matrassen en kussens. Ik ben blij dat ik ergens in een verslag heb gelezen dat het verstandig was om een kussen- sloop mee te nemen. De kussen zijn lekker dik en de dekens warm, maar een eigen slaapzak en kussensloop is wel zo verstandig. Een lakenzak zou in de zomer toereikend kunnen zijn. Een eenvoudige slaapzak is nu voldoende, want er zijn genoeg dekens om bij te warmen. Het eten is prima verzorgd. Het is vroeg donker. De zandzakkaarsjes gaan sneller uit dan gewenst. Talal en de mannen van het kamp houden het kampuur wel brandend. We schrikken wanneer het nog vroeg blijkt te zijn. Om de tijd te doden doen we een paar spelletjes. Ik heb moeite om in slaap te vallen. Mijn neus is koud. Donderdag 20 november. Rond zes uur zie ik licht. Anderen zijn dan ook net wakker. We krijgen een eenvoudig ontbijtbuffet. Vier reisgenoten en de Nina kozen er voor om buiten te slapen. Dat leek mij te koud. Bovendien weet je niet wat voor ongedierte er rondloopt. Wel een belevenis uiteraard met die schitterend sterrenhemel, vallende sterren en enkele vliegtuigen. Jan blijkt ondanks een waarschuwing toch in autosporen te hebben geslapen. Ik vraag aan Talal om mijn hoofddoek om te doen. Hij vraagt dat vervolgens aan Sultan, want die weet een 'special way'. We doen vandaag een Jeep tour. Onze eerste stop is bij het filmhuis van Lawrence of Arabia. De beroemde film Lawrence of Arabia uit 1962 is groten- deels in deze woestijn opgenomen. Deze gaat over Britse luitenant T.E. Lawrence (16 augustus 1888 - 19 mei 1935), oftewel Lawrence of Arabia. Hier werd tijdens de Eerste Wereldoorlog door Thomas Edward Lawrence en Prins Feisal de slag bij Aqaba voorbereid, tussen de Arabieren en de Ottomanen, die gewonnen werd door de Arabieren. Talal bagatelliseert de roem van T.E. Lawrence en hemelt Faisal op, Nina schudt haar hoofd. Naschrift: op 15 en 16 februari heb ik de film nogmaals gezien. Eigenlijk zou dat in een bioscoop moeten, vanwege de grootse beelden. Maar ook op DVD maakt de film nog een ijzersterke indruk en is terecht een gigantische klassieker. Op imdb.com las ik enigszins teleursgesteld dat de meeste opnames in Spanje en Marokko gemaakt zijn en maar weinig in Jordanië.
        Met de jeeps trekken we door het schitterende landschap. We wandelen door een kloof, aan de andere kant wachten de auto´s ons op. De volgende stop is bij een rost in de vorm van een paddenstoel. De natuur heeft een aantal rotsbruggen gevormd. Bij de eerste natuurlijk brug zijn katten. Je ziet ze hier overal. Deze keer een moeder met drie kleintjes. Eén katertje is iets dikker omdat hij altijd eet aldus de eigenaar. Alleen de mannen uit de groep klimmen op de brug. Een steile klim en een beetje eng. Bovenop heb je geen zicht op of je boven de opening staat, dus dat is een gok. Een springfoto is te riskant, want ik ben bang dat ik er dan af mieter. De volgende stop is weer bij een natuurlijke brug. Een deel blijft bij de auto's. Talal klimt dit keer ook mee. In de buurt van de jeeps zie ik drie mestkevers de liefde bedrijven. Daarna bezoeken we een kloof met eeuwenoude rotstekeningen. Maar eerst weer zoete thee. Vanaf deze plek lopen we binnendoor naar onze lunchplek. Een picknicklunch met warm eten! Na de lunch stoppen we bij een steile zandduin die tegen een rots ligt. Mijn kamergenoot is als eerste boven. Ik als tweede en daarna de twee ziekenhuisdames. Het uitzicht is magnifiek! Als laatste bezoeken we de bedoeïenentent van de eigenaar van ons verblijf. Vanmorgen vroeg had ik zijn dochters al gezien. Die wuifden en riepen: 'Hello!'. De eigenaar heeft twee vrouwen. Beiden zijn op dit moment zwanger. De kleintjes komen bij ons in het bezoekersdeel waar we thee krijgen. Aqaba Na ongeveer een uur rijden komen we in Aqaba. Talal brengen we naar het bus- station. Die gaat direct terug naar Amman. Dan een kleine oriënterende tour met onze bus door het centrum. We overnachten in het Aquavista Hotel. In de buurt van restaurants en het uitgaansleven. Een prima locatie. De kamer is ruim. Ook nu had de badkamer iets schoner gekund. We slapen op de derde verdieping aan de oostzijde, met uitzicht op een lager gelegen balkon. Ik was de kleding die ik in de woestijn heb gebruikt. Er zit nog veel zand in mijn schoenen en sokken... Geen raar idee om daar op sandalen te lopen, zoals de bedoeïenen zelf meestal doen. Aqaba ligt 16 meter onder zeeniveau. In 1965 ruilde Jordanië een stuk grond met Saoedi-Arabië en kreeg zo 12 km extra kustlijn aan de Rode Zee. Aqaba groeit de laatste jaren explosief. Het is een aardige badplaats geworden. Aan de overkant van de Rode Zee ligt Eilat op slechts 6 km afstand. In Eilat zijn heel veel grote toeristenresorts. In Aqaba een paar en er zijn een aantal in aanbouw. Als er in Amman sneeuw ligt is het in Aqaba nog mooi weer. Aqaba is populair voor boottochten met een 'glass boat' en snorkelen. Ik heb het er met Nina over gehad dat ze hier veel meer zouden kunnen bieden om de stad aantrekkelijker te maken. Want het klimaat is tijdens de winter heerlijk. Het schemert al wanneer ik de straat op ga. Er is veel herrie van rally- auto's. Terrassen zitten vol. De kledingmarkt voorbij het postkantoor in het winkeldeel van het centrum is druk. Morgen begint hier het weekend. Een dag eerder dan bij ons. Het blijft 's avonds lekker warm. Ik zie ergens 23 graden staan. Tegenover het Hilton is een bakker waar ik gevulde broodjes haal. Die eet ik in het parkje in de middenberm in de buurt van een kunstmatige waterval. Er is een opstootje op straat, een paar jongens rennen weg. Er is weinig politie. Toch loopt het met een sisser af. Ik haal een chocolade-ijsje met amandels en een blikje soda uit een supermarkt en ga in op de uitnodiging van een groepje jongeren op een terras tegenover het Hilton. Midden in de nacht ben ik even wakker van luide muziek.  Vrijdag 21 november. In de ontbijtzaal krijgen we koffie en thee geser- veerd door een super slanke Filipijnse, en de kok bakt ter plekke pan- nenkoekjes. Helaas is er geen fruit. Mijn kamergenoot en ik zijn vroeg. Tot onze verbazing zijn alle dranghekken verdwenen. Nina vertelt later dat de rally is afgelast. Gisteravond heeft bij een test een auto een paard aangereden. Het paard was ongedeerd, maar van de twee jongens die het dier bereden is één overleden en de andere gewond. Voor het hotel staat nog dezelfde rallyauto als gisteren bij aankomst. De bestuurder is één van de gasten tijdens het ontbijt. Regelmatig lopen groepjes jongens langs zijn auto, of beter gezegd: ze moeten even voelen aan de spiegels, spoilers en proberen zelfs of de deur los is! Best brutaal. Ik zie ook enkele mannen in korte broek en besluit definitief om vandaag ook mijn enige korte broek die ik bij me heb te gaan dragen.
        Met één van de Belgische dames die ook niet mee zal gaan met een boottocht op de Rode Zee, spreek ik af dat om half één bij Ali Baba te gaan lunchen. Ze heeft geen geld meer. Ik krijg mijn dinars waarschijnlijk niet op. Ze kan 20 dinar voor 20 euro van mijn krijgen. Mijn keuze valt op fettuccine met kip, mango juice en een potje thee na. Mijn tafelgenote heeft veel in Afrika en het Midden-Oosten gereisd. Ik ben vooral geïnteresseerd in Iran en Ethiopië. Om vier uur vertrekken we uit Aqaba. Jammer dat we niet een dagje extra kunnen blijven in zo'n aangenaam klimaat. Buiten de stad is een controle waar locals al hun bagage uit bussen moeten halen. Aqaba is een Special Economic Zone en aantrekkelijk om inkopen te doen. Onderweg stoppen we bij een afslag met Saudi-Arabië en Irak op het verkeersbord. Halverwege is nog een stop bij een groot restaurant annex souvenirhal waar meer bussen stoppen. Het middelste deel van de route heeft een matig wegdek. Iedereen blijft het liefste op de linker rijstrook rijden. Het laatste uur hebben we regen. Amman Net voor Amman passeren we een IKEA. Vervolgens komen we door een moder- ner deel van de stad. Het hotel ligt direct naast de weg. We checken rond negen uur in en nemen afscheid van chauffeur Firaz. Mijn laatste 40 dinar wissel ik bij Nina om voor 40 euro. Onze kamer zit aan de achterkant van het gebouw. Het hotel ligt verder van het vliegveld dan Madaba, maar ik denk dat het lokale agentschap liever heeft dat we in Amman overnachten, zodat hun personeel uit Amman ons makkelijker naar het vliegveld kan brengen. Ook nu ben ik moe genoeg om vroeg en snel in slaap te vallen. In alle hotels stond een televisie, maar helemaal geen tijd en energie gehad om te kijken. Al leek het me wel interessant om Arabische kanalen af te struinen. Zaterdag 22 november. Om kwart voor vier gaat de wekker en even later een wake up call. Niet eens de omgeving van het hotel verkend, ik had nog wel een plattegrondje van GoogleMaps geprint. We krijgen een stukje cake en koffie/thee in de ontbijtzaal. Het is te vroeg voor het buffet. Om half vijf in twee busjes naar het vliegveld. De vriendelijke chauffeur zet ondanks zijn dikke jas de verwarming erg hoog. Dus een T-shirt is voldoende. De bagagecontrole op Amman is niet zo streng. Dat valt me tegen. Gelukkig had ik in Aqaba iets van de bakker meegenomen om op het vliegveld te eten bij een grote beker thee. Van het laatste geld uit pot is namelijk koffie en thee bij Starbucks gekocht. Terugvlucht Ik probeer een Franse en een Chinese film, maar haak in beide gevallen af. Mijn volgende keuze is: The Monuments Men (2014). Een beetje een onsamen- hangende film met een sterbezetting. De romance tussen Cate Blanchett en Matt Damon komt ook al niet echt uit de verf. De scenes met kunstvondsten in de mijnen zijn wel indrukwekkend. London Het is grijs en regenachtig op Londen Heathrow. Al snel staan we in een lange rij. Door een enigszins krappe overstaptijd mogen we een snelle route nemen. Eerst controle van paspoort en boardingkaart, vervolgens krijgen we ook bij security voorrang. Mijn fotorugzak gaat echter op een zijspoor voor een extra controle. Ik heb pech dat reizigers voor mij flesjes water en medicijnen in hun bagage hebben. Maar uiteindelijk ben ik nog mooi op tijd voor het boarden. Op Schiphol is het weer veel beter. Weiwei staat me met een nieuw kapsel op te wachten bij de deur bij bagageband 4. Door werkzaamheden aan het spoor rijden we via Leiden.
        Jordanië is een zeer droog land. Volgens Talal nummer één in de wereld wat betreft schaarste aan drinkwater. Hoogtepunten zoals Jerash, de Dode Zee, Petra en Wadi Rum maken het een prachtige bestemming! Alhoewel de (jongere) bevolking over het algemeen Engels spreekt, heb ik weinig contact gehad. In Jordanië doen ze niet aan zomer- en wintertijd. Mede daarom was het vroeg donker. Verstandig dus om de dag vroeg te beginnen. Een voordeel van de late herfst en winter is dat het voedsel minder snel bedorven raakt. Op hoger gelegen plekken koelt het wel flink af, dus alle uurtjes zon zijn zeer welkom. Voor wandelingen waren minder hoge temperaturen juist een groot voordeel. Jordanië is een duur land. De huur, het voedsel, maar ook de hotels waar ik kamerprijzen van heb gezien, zitten aan de dure kant. Vooral vergeleken met bijvoorbeeld Azië. Mijn Arabisch is niet verder gekomen dan: Shokran = dankjewel Salaam Aleikum = vrede over u. Soms ving ik een woord op dat ze uit een andere taal hebben geleend, zoals moderne woorden uit de laatste decennia. Talal heeft ons bij zijn afscheidsspeech gevraagd om een ambassadeur voor zijn land te zijn. Ik kan hem alleen maar beamen dat het een mooi en veilig land is en mocht je in de herfst of vroege lente een volle week over hebben, dan is Jordanië een aanrader! En Talal zelf was meer dan uitstekend! Johan (29 januari 2015) Naschrift: Op 9 november 2018 is bij Petra een ernstige overstroming. Je kunt in november dus ook behoorlijk pech hebben.