Egypte 2014
    
    
    Oorspronkelijke wilde ik graag de gecombineerde reis Egypte & Jordanië van Djoser doen. Maar na verder bestuderen ontdekte ik dat beide landen meer tijd verdienen. Egypte is op dit moment vrij stabiel, alleen in de Sinaï is af en toe een aanslag. Ik altijd maar denken: die piramides wel blijven staan en dus geen haast is om Egypte te bezoeken. Achteraf gezien had ik misschien beter wel eerder kunnen gaan. Een andere reden was dat Egypte samen met India de reputatie heeft een aanslag op je maag- en darmsysteem te zijn. Ik hoor en lees bijna alleen maar verhalen van mensen die er ziek zijn geworden, zoals ook mijn ouders overkwam. Maar ik heb ontdekt dat tijdens de winter anders dan in de hete maanden het eten niet snel bederft. De kerstdagen vallen op donderdag en vrijdag, en door parttime dagen te verschuiven lukt het om tien dagen weg te zijn ten koste van maar 4 werkdagen! Samen met het feit dat het nu minder druk is, genoeg redenen om juist wel te gaan. Op 20 oktober boek ik bij EgyptAir de retourvlucht Caïro, 21 december heen en de 31ste terug. Eigenlijk ben ik net een paar weken te laat om goedkope tickets te scoren, maar ik zet wel door. EgyptAir heeft aantrek- kelijke vliegtijden door 's ochtends niet te vroeg naar Nederland te vliegen en na een uur op Schiphol weer terug, zodat het toestel niet al te laat op de avond arriveert. De Nederlandse reisbegeleidster die ik in november in Jordanië had, woont in Luxor en heeft me daar al aangeboden om voor een appartement te zorgen in een huis van een familie waar ze veel mee samenwerkt. Ik ga daar graag op in. Op tripadvisor.com vind ik een lijst met entreeprijzen die vanaf juli 2013 gelden. Die neem ik mee, zodat ze me niet kunnen besodemieteren. Want de indruk die ik na het lezen van reisverslagen heb gekregen is niet gunstig. Toppunt is misschien wel hoe Lex Harding in "De reis van mijn leven" beschrijft wat ze allemaal moeten doen om hun naar Alexandrië verscheepte auto rijklaar te krijgen: ieder mannetje moet er iets aan verdienen.
    Een beknopte geschiedenis van Egypte Het Oude Egypte was een beschaving die rond 3300 v.Chr. is ontstaan langs de Nijl. Archeologisch bewijsmateriaal wijst er niettemin op dat ontwikkelde culturen hier al veel eerder bestonden. De oude beschaving ging ten onder in 332 v.Chr., na de verovering van Egypte door Alexander de Grote. De essentiële factor in het overleven was de irrigatie van een landbouwgebied rond de Nijl. Hoe gestructureerd deze maatschappij was, wordt duidelijk door de tempels, mastaba's en piramides die deze grootse beschaving naliet. Nadat de Beneden-Egyptische prinses Neith-hotep huwde met de Boven- Egyptische veldheer-koning Narmer was hun zoon Menes de eerste heerser van het verenigde Egypte, die aan het begin staat van de 31 faraonische dynastieën waarin de oude geschiedenis van Egypte verdeeld wordt: het Oude Rijk, het Middenrijk, het Nieuwe Rijk, en de Late Periode. In aantal overvleugelen de farao´s zelfs de keizers van China. De 18e Dynastie (1550-1292 v.Chr.) is misschien wel de bekendste. Naast een aantal van Egypte haar machtigste farao's, kende deze dynastie ook zwakkere figuren, zoals Toetanchamon. Ahmose en haar dochter Hatsjepsoet regeerden tijdens deze periode, net zoals Achnaton (ook bekend als Amenophis IV), de "ketterse farao" die samen met zijn vrouw Nefertiti trachtte de macht te breken van de machtige priesters van Amon-Ra door Aton de nieuwe oppergod te maken. Amenhotep IV, Achnaton, was nauwelijks geïnteresseerd in politiek en handel. Hierdoor raakte het Egyptische rijk in economisch verval. Achnaton hield zich vooral bezig met religieuze vraagstukken. Hij brak met het idee dat er meer goden zouden. Volgens Achnaton was er slechts één god: de zon. De zonnegod noemde hij Aton. Nadat deze gedachte zich bij hem had geopenbaard, veranderde hij zijn naam in Achnaton. Vanaf 525 v.Chr. werd de Egyptische samenleving steeds vaker bezet door afwisselend Assyriërs, Perzen en Macedonische Grieken. Alexander de Grote veroverde Egypte in 332 v.Chr. Na de dood van Alexander nam Ptolemaeus I Soter de macht over in het Nijlgebied. Alexandrië werd de hoofdstad. In 30 v.Chr. werd het Egyptische rijk ingelijfd bij het Romeinse Rijk en werd keizer Augustus de eerste Romeinse farao in Egypte. Vervolgens de Byzantijnse (330-619), Arabische (639-1517) en Ottomaanse tijd (1517-1867), Britse overheersing (1882-1952) en een enkele decennia onder de zogenaamde Vrije Officieren en Nasser (1952-1970). Van 1970-1981 was Sadat president. In 1971 prees hij de Sovjet-bijdragen aan de ontwikkeling van Egypte en in mei 1971 sloot hij een vriendschaps- verdrag met de Sovjet-Unie, en nodigde de Sovjet-president uit voor feestelijkheden bij de inwijding van de Hoge Aswandam. Hij zocht echter ook nieuwe toenadering tot het Westen, uit angst voor een communistische machtsovername, wegens de anticommunistische houding van Saoedi-Arabië, en behoefte aan wapens. De Russen hadden reeds militaire bases in Egypte, weigerden daar echter hoge Egyptische officieren de toegang. Uit ergernis wees Sadat in juli 1972 19.000 van de 20.000 Russische militairen en de meeste Russische technici het land uit, en vroeg voorzichtig bij Westerse landen om wapens. Op de Olympische Spelen in München in 1972 doodden Palestijnen elf Israëlische atleten. Daarna nam het anti-Arabische sentiment in Europa en Noord-Amerika toe, en kon Egypte Westerse wapens voorlopig wel vergeten. Sadat hernieuwde de banden met de Sovjets, liet hun technici terugkeren en breidde hun marinefaciliteiten uit. Nu bleken de Sovjets bereid tot aanzienlijke wapenleveranties. Uit angst voor moordaanslagen kondigde Sadat op 5 september 1981 aan 1500 opposanten, onder wie vele religieuze en intellectuele leiders, achter de tralies te zetten. De welbespraakte burgerij reageerde furieus. De 24-jarige luitenant en al-Jihad-activist Khalid al-Islambuli, wiens broer een recent slachtoffer van Sadat was, zag deelname aan de jaarlijkse parade op 6 oktober 1981 ter herinnering aan het begin van de Oktoberoorlog als unieke kans om de president te doden en zo een algemene opstand te ontketenen. Met een groepje bondgenoten opende hij het vuur, Sadat en vijf anderen vielen dood neer. Vicepresident Mubarak werd president en bleef bijna dertig jaar aan de macht, tot begin 2011 grootschalige protesten uitbraken. Een revolutie waar het land nog wel even mee zal worstelen.
    Zondag 21 december. Weiwei gaat mee naar het vliegveld. Zonder vertraging zijn we mooi op tijd. Na de geautomatiseerde paspoortcontrole zoek ik gate G6 op. EgyptAir vliegt dagelijks op en neer tussen Caïro en Schiphol, het toestel is nog onderweg. We stijgen al wanneer de Engelstalige instructievideo nog draait. Overigens begon die met een Arabisch gebed en afbeelding van een moskee, wellicht Mekka. De stewardessen dragen opvallend veel make-up. We krijgen al vroeg een aankomstformuliertje. De bief met pasta smaakt prima. Er zitten geen schermpjes in de stoelen, dus kijk ik af en toe naar flarden van twee films die op de gemeenschappelijke schermen spelen. Naast mij zit een gemengd Nederlands-Egyptisch echtpaar waarvan de man hooguit eens in de 5 a 7 jaar in zijn geboorteland komt. Caïro Zonder noemenswaardige vertraging landen we op Caïro. Het is nog een flink stuk taxiën voor we overstappen in vliegveldbussen. Het vliegveld ligt bij Heliopolis, een rijkere buitenwijk of voorstad ten oosten van Caïro. Binnen is het een chaos met mannetjes van reisorganisaties. Bij de afslag naar de transfer-afdeling zie ik een eenzame ATM staan waar ik 2900 Egyptische ponden uit haal. Vervolgens bij een bankbalie aan de rechterkant voor $25 een visumsticker, die ik zelf in mijn paspoort moet plakken. De wachtrijen bij de douane zijn aardig lang. In de hal is vervolgens niemand om mij op te halen. Een leurder belt voor mij naar het nummer dat ik onder een mail van het hostel heb staan. Hij wijst me naar de meest linkse uitgang en daar staat inderdaad iemand met mijn naam en die van het hostel op papier. Een lange jonge vent in een oude auto. Als eerste valt het veelvuldig claxonneren op. We slalommen door het chaotische en gevaarlijke lijkende verkeer, via een tunnel komen we in down town uit en dan al snel bij het One Season hostel. Ik betaal alvast voor de overnachtingen, pick-up, en een tour voor morgen naar de piramides. 's Nachts ben ik een paar keer wakker door muggen. Waar kom ze toch vandaan? Dit hoog aangeschreven hostel valt me tegen. Het laken waar ik op lig is versleten, de badkamer is op zich schoon, maar over het algemeen kan er wel wat worden opgeknapt. Maandag 22 december. Een jonge Japanner die naast me zit bij de receptie vraagt wanneer er ontbijt is. 'Half negen', is een botte reactie. Ze serveren het eenvoudige ontbijt aan de lange sofa in de lobby. De enige mogelijkheid, want er zijn geen stoelen en tafels! Ik heb ook geen stoel op mijn kamer. Twee lange witte broodjes met smeerkaas, jam en een glas thee. Dat is alles. Asim is vandaag mijn chauffeur. In een Renault Logan. Hij is snipverkouden. Ik maak me een beetje zorgen over de lucht, maar kennelijk hangt de bewolking vooral boven Caïro en in het westen is het veel beter. Asim wil graag gids worden. Langs de weg zijn veel bakstenen gebouwen die volgens hem zo sober blijven, want je hoeft geen belasting te betalen wanneer je huis nog in aanbouw is. Soms hangt er was aan balkons. Pyramides van Gizeh Gizeh zelf ziet er chaotisch uit, maar op een andere manier dan het stadscentrum van Caïro. Hier wordt een kanaaltje als vuilstort gebruikt, paarden, ezelwagens en oude volkswagenbusjes bepalen het straatbeeld. Hij rijdt een doodlopend zandstraatje in. Daar is een kantoortje met een gladde prater die een simpele plattegrond van hout van de omgeving voor me houdt en me in een calèche (koetsje) wil praten. Ik heb geen interesse, maar er zit niks anders op dan hun gesmeek een tijdje aan te horen. Ondertussen drink ik mierzoete thee. Drie backpackers van mijn hostel zijn me voorgegaan; ze glimlachen naar me. In de auto komt de koetsier nog naast mijn raam zeuren, maar ik wil gewoon naar de piramides.  (L.E. staat voor livre égyptienne en betekent Egyptische pond.) Daar arriveren we door deze vertraging pas om half tien. Ik krijg drie uur de tijd om de piramides en sfinx te bezoeken. Mijn tas moet door een scanner en ik ga zelf door een poortje. Zoals voortaan bijna bij alle bezienswaardigheden in Egypte zal gebeuren. Naast groepjes studenten en Chinezen lijkt het mee te vallen met de drukte. Nadeel is dat er weinig te verdienen valt. Meneer kameel me blijft volgen. Alles is echter makkelijk te voet te doen. Eerst bezoek ik uitgebreid de sfinx, dan de grote piramide, waar ik tot bij de ingang kijk en dan om de rechter piramide, een uitzichtpunt over Gizeh en terug. De beroemde sfinx stamt uit ongeveer 2500 v. Chr. en houdt de wacht bij de processieweg naar de piramide. In de tijd dat de piramides gebouwd werden lagen ze aan de Nijl. Gizeh ligt zo´n 25 kilometer te westen van het centrum van Caïro. Maar wat opvalt is hoe dicht ze bij bewoonde gebieden liggen. De piramides zijn van Cheops (Khufu), Chefren (Khafre) en Mycerinus (Menkaure). Ze zijn gebouwd om deze farao´s in te begraven. Die van Cheops is 146 meter hoog en de grootste. De piramide bestaat uit circa 2.3 miljoen blokken steen, elk 2,5 tot 15 ton wegend. Ongeveer 30.000 mensen hebben ze in een periode van 80 jaar gemaakt. Geen slaven, maar betaalde arbeiders. Bijzonder indrukwekkend. Het plateau van Gizeh is het enige van de zeven oude Wereldwonderen die nog steeds bestaat. Naast de drie piramides zijn hier ook diverse kleinere piramiden gevonden voor koninginnen en een groot aantal mastaba's voor belangrijke hovelingen van de farao's. Tip voor het bezoek aan de piramides: plan dit 's ochtends in, want dan heb je mooier fotolicht. Ik heb nog tijd om een bakker op te zoeken. In de winkelstraat koop ik een blikje cola en dan zie ik in een grote souvenirwinkel van een ouder echtpaar een set mooie beeldjes. Helaas lukt het me niet om meer van de prijs af te halen. 18 euro per beeldje is toch echt veel te veel! Het is tijd om terug te lopen en mijn chauffeur op te zoeken. Die wacht al op me. Ik vraag hem om mee te gaan naar de winkel, maar met behulp van hem gaat er ook nauwelijks meer iets van de prijs af af. De kwaliteit is goed. En ze hebben een ruime keuze, van sommige beeldjes kan ik het mooiste exemplaar uitzoeken. Ze zijn zo vriendelijk om me plofbroodjes met kaas te geven. "Bonita", zegt de vrouw. Ze is in Mexico geweest en had een transfer op Schiphol. Maar jammer wat de beeldjes betreft. Ik heb nog steeds hoop op een lager prijs wanneer ik in de auto stap, maar ze roepen me niet terug. Sakkara / Djoser We rijden naar het zuiden, naar Sakkara. Naast de entree betaal ik ook 2 pond voor het parkeren. In de heuvel waar we langsrijden zitten volgens de chauffeur tombes. Op het hoogste punt staat de Djoser trappiramide. Daarnaast een tempel en gigantisch gat in de grond. Ik zie een bord van de Leidse Universiteit (Egyptologie). Je wordt hier veel minder lastig gevallen, maar er zijn wel een paar mannen te paard en een ezel. De omgeving lijkt hier luxer met veel vrijstaande huizen van een flinke omvang met veel groen.  De piramide van Djoser die 2750 voor Chr. gebouwd is, staat al lang in de steigers. Deze steigerbouw is nog helemaal van hout is en met touwen vastgeknoopt. Hij is door de hogepriester Imhotep gebouwd voor koning Djoser. Bij de meeste piramides loopt de gang van de noordkant schuin naar benenen naar de grafkamer. Bij deze gaat de ´gang´ loodrecht naar beneden. Op een diepte van ongeveer 28 meter is een enorm gangenstelstel met gangen en schachten van in totaal meer dan 6 kilometer. Naast de piramide van Djoser ligt de piramide van Oenas. Deze bevat de oudste geschreven versies van grafgebeden en instructies, de zogenaamde Piramideteksten of het Dodenboek, en is daarmee van groot historisch belang. Een kilometer lange vroeger geheel overdekte processieweg voert van de piramide langs diverse mastaba's (graven) van familieleden van koning Oenas. In Sakkara is ook de piramide van Teti (6e dynastie). Van buiten ziet deze eruit als een berg puin, de binnenkant is echter nog in goede staat. Teti was een hoveling/opzichter uit 5e dynastie. Zijn graf is één van de mooiste van Sakkara met prachtige muurschilderingen, onder andere over de jacht. Memphis Vervolgens rijden we een stuk terug aan de oostkant van de oever naar Memphis. De hoofdstad van Egypte tijdens het Oude Rijk en daarna. Destijds een belangrijk bestuurs- en handelscentrum. Helaas is daar weinig meer van terug te vinden en is bijna alle oude glorie verloren gegaan. Wat rest is een openluchtmuseum met als pronkstuk een enorm kalkstenen beeld van Ramses II.  Een andere belangrijke bezienswaardigheid is een sfinx van 80 ton calciet uit het Nieuwe rijk, uit de 18e dynastie. De grootste attractie is de liggende Ramses in een gebouw, wat me aan boeddha's in Zuidoost Azië doet denken. En een staande Ramses achteraan in een parktuin. De souvenirwinkels zijn hier erg primitief, maar de mensen zeer vriendelijk. Een groep Chinezen heeft een vrouwelijke Egyptische gids die Chinees spreekt. Overal wordt ik door mannen aangesproken met: 'He, my friend!'. Terug in Caïro Wanneer we in het centrum van Caïro arriveren, is het inmiddels na vieren en druk. Vooral het laatste stuk door de winkelstraten schiet niet op. Ik zou lopend sneller zijn. Af en toe duwt iemand een pakje of een doos met tissues naar binnen. Kennelijk valt er iets aan te verdienen, want ik zie meer die dat doen. Ook vrouwen. Wanneer ik na een bezoekje aan mijn kamer weer op straat kom, spreekt een kleine, glad pratende man met een pet me aan en lokt me naar een shop. Helaas voor hun heb ik in Gizeh bijzonder mooie beeldjes gezien, waar hun spullen niet aan kunnen tippen. Ik krijg wel weer thee en weet inmiddels dat een klein beeldje niet meer dan 50 pond hoeft te kosten. Uiteindelijk is het massaproductie, want overal zie je beeldjes in dezelfde vorm. Het verschil zit 'm vaak in kwaliteit en kleuren van de beschilderingen. Hij betaalt een broodje falafel voor me in een fastfoodrestaurantje. Daarna wil hij me nog naar een cafe brengen, maar ik koop hem met een briefje van 5 pond af. De kledingwinkels in de buurt van mijn hostel zien er net uit. En overal is kerstversiering. Even later spreekt een jonge vent me aan die ook in de automatisering werkt. We lopen naar een bakker. Hij kiest een pizzabroodje, ik nog twee andere broodjes met chocolade- vulling. Helaas geen kaas, zoals in Jordanië. In totaal ben ik maar 5 pond kwijt. We drinken thee bij een Nubian shop in een rustig straatje. Het terras is populair bij jonge Egyptenaren. En enkele backpackers. Hij herkent een jonge Duitse waar hij gisteren contact mee had. Het is een vlotte prater, maar in woordgebruik soms een beetje te grof. En duidelijk uit op een avontuurtje met die Duitse. Achter ons komt een bloedmooie lokale meid zitten. Een jonge vent neemt naast haar plaats. Hij heeft zichzelf een gebroken neus bezorgd door zijn hoofd tegen een muur te slaan. Ik heb steeds meer twijfels bij mijn nieuwe ´vriend´. Is dat echt zo, of heeft hij klappen gekregen? Toch ga ik op zijn aanbod in om naar de beroemde markt te gaan. Die is volgens hem vierentwintig uur per dag open. De taxirit kost 20 pond. We stoppen bij de moskee van al-Hussein. Via een tunnel onder de weg door komen we bij de grote bazaar van Khan el-Khalili met zijn vele kraampjes en winkeltjes. Het lijkt steeds meer een beproeving voor hem te zijn om mee te lopen op jacht naar mooie beeldjes. Maar ik zeg hem dat hij vrij is om te gaan. We bezoeken diverse kraampjes. Elke keer zeggen ze dat ze hebben wat ik zoek, desnoods laten ze ons wachten en halen het bij een ander kraampje. Maar dan zoek ik liever zelf. Ik weet wat ik wil. Uiteindelijk lukt het me om beeldjes van Toet, zijn schoonmoeder Nefertiti en de godin Isis te kopen. Stug vasthouden aan de prijs die ik in gedachten heb. In totaal ben ik 220 pond kwijt. Ongetwijfeld nog te veel, ook al kijken ze teleurgesteld. Terug nemen we weer een taxi, nu iets minder ver en voor 10 pond. Het laatste stuk lopen we. Het is inmiddels bedtijd voor mij. Mijn nieuwe vriend verwacht dat ik hem geld geef, maar ik zeg dat ik vanavond al alles heb betaald. Alles draait hier om baksheesh: een fooi, aalmoes of smeergeld. Hij druipt af en ik verdwijn in de grote trappenhal van een gebouw waarvan mijn hostel op de derde verdieping zit. Op de begane grond is de opslag van de populairste patisserie van Egypte. Die zit om de hoek en heeft altijd veel klandizie. Een grote fles water kost vijf pond in het hostel. Ik heb in de directe omgeving nog geen supermarkt gezien. Wel een kraampje in een zijstraatje waar een flesje cola drie pond was. Ondanks het doodslaan van enkele muggen, ben ik ook deze nacht een paar keer wakker van agressief gezoem rond mijn hoofd. Ze blijven maar komen. Dinsdag 23 december. Na nog een slechte nacht blijft voor de laatste dag in Caïro het Egyptisch museum nog over. De Citadel schijnt niet zo bijzonder te zijn, verder heb ik hier geen wensen. Na het ontbijt loop ik naar het museum, een taxi is niet nodig. Het museum zit bijna aan het Tahrirplein, het hart van de revolutie. Een overheidsgebouw naast het museum is zwartgeblakerd. In de straat voorbij het museum staat een colonne militaire voertuigen, paraat om in te grijpen. Op het plein zelf is geen spoor van een opstand te zien, of het moeten afzetlinten en vernieuwde grasveldjes zijn. In zijstraten is revolutionaire graffiti te vinden. De Zweedse fotojournaliste Mia Gröndahl heeft hier veel aandacht aan besteed. Helaas is er op dit uur van de dag een lange rij bij de ingang van het museum, dus besluit ik om mijn bezoek uit te stellen tot na de lunch. Ik loop door de stad en verken een paar andere straten. Ook zoek ik plekken op waar ik gisteravond was. De jonge Japanner zit nu met een jonge Chinese backpackster op een terrasje. Ondanks een aantal hostels en budgethotels is het aanbod aan goede restaurants zeer mager. Ik kies voor de zekerheid de grote gele M, zodat ik een flink stuk vlees binnen krijg: de McRoyale met friet en sprite smaakt prima (35 pond). Eén van de gezette jonge dames aan het tafeltje naast me heeft haar handen volledig versiert met henna en om bijna iedere vinger één of meerdere ringen. Egyptisch Museum 's Middags zijn er gelukkig geen rijen en het museum zelf is ook redelijk rustig. Er is veel te zien, niet alles is even goed voorzien van teksten, maar toch is dit museum een must. De grafkisten, de beelden van godinnen, het masker van Toet en nog veel meer, maken het een plek om makkelijk een paar uur door te brengen. Helaas mag je binnen geen foto's maken. Mijn camera heb ik bij een loket bij de ingang afgegeven. Telefoons mogen wel naar binnen.  Ik loop eerst linksom door ruimtes op de begane grond, dan de eerste verdieping, vervolgens het middendeel op de begane grond naar achteren, linksachter is de uitgang. Ik ben vooral onder de indruk van de vier godinnen: Isis, Nepthys, Selket en Neith. De geschiedenis van de Egyptische Oudheid is bijzonder fascinerend. Op de eerste verdieping ligt het indrukwekkende dodenmasker en de rest van een overweldigende hoeveelheid schatten uit het graf van Toetanchamon. Het dodenmasker weegt 11 kilo en is gemaakt van puur goud, heeft een vergelijkbare status als de Mona Lisa in het Louvre. Daarnaast twee kleine zalen met koninklijke mummies, zoals de grote Ramses II, ondanks duizenden jaren nog steeds in goede staat zijn. Achnaton was de vader van Koning Toet. De moeder van de jonge koning werd gevonden door middel van DNA-onderzoek. Ze lag naast Koningin Tiye in de nis. Haar DNA bewees dat, net als zijn vader, ze een kind van Amenhotep III en Teje was. Dus, Toetanchamon´s ouders waren broer en zus. Toetanchamon was geen opvallende farao. Zijn beroemdheid is vooral te danken aan het zeldzame feit dat zijn tombe, toen het in 1922 door Howard Carter werd gevonden, vrijwel ongeschonden bleek te zijn. Het voor een farao kleine graf bevatte meer dan 3500 kunstvoorwerpen die nog zeer intact waren. De tombes werden tijdens het bewind van de betreffende farao gebouwd. In het geval van Toet van zijn negende tot zijn negentiende. Toetanchamon was gehuwd met zijn halfzuster Anchesenamon en was de opvolger van Achnaton, hoewel er tussen hen beiden mogelijk nog een farao geregeerd heeft: Smenchkare. Toetanchamon was slechts negen jaar oud toen hij farao werd en ook nog erg jong toen hij stierf (19 jaar oud). Hij groeide op in de stad Tell el-Amarna. Onder de regering van Toetanchamon keerde Egypte terug naar de traditionele religie; de verering van alle oude goden werd in ere hersteld en Toetanchaton nam de naam Toetanchamon aan. Lange tijd was niet helemaal duidelijk waarom hij zo jong gestorven is. Op basis van tweedimensionale röntgenopnamen suggereerde een Brits team in de jaren zestig een schedelbreuk, wat de hypothese zou staven dat Toetanchamon was vermoord door een klap op het achterhoofd. Latere onderzoeken spreken dit tegen en geven aan dat dit gat tijdens het mummificeren is ontstaan. Het is wel duidelijk dat er in zijn tijd grote spanningen waren in Egypte, nadat het religieuze beleid van zijn voorganger Achnaton tot een grote chaos geleid had. Bovendien waren er oorlogen, onder andere met de Nubiërs en de Hettieten. Een paleisrevolutie viel ook niet uit te sluiten. Een recente schouwing van Toetanchamon's skelet heeft uitgewezen dat hij 19 was toen hij stierf en ongeveer 1,68 m lang was. Er zat 1 cm verschil tussen de lengte van zijn be"nen en hij had een ietwat scheve ruggengraat. Daarnaast had hij een klompvoet en miste een teen aan de andere voet. Hij liep met een stok, wat mede ondersteund wordt door de vondst van 130 stokken in zijn graf. Hij leed ook aan een ontsteking in zijn knie, veroorzaakt door een breuk. De breuk zou veroorzaakt kunnen zijn door een val van een strijdwagen, waar- schijnlijk gedurende een jachtpartij, een geliefde bezigheid van de jonge farao. In 2009 heeft men de mummie gescand. Uit dit onderzoek is gebleken dat Toetanchamon naar alle waarschijnlijkheid gestorven is aan de gevolgen van de ontsteking in zijn knie, gecombineerd met malaria. Studies suggereren dat een van de gemummificeerde foetussen gevonden in het graf van Toetanchamon de dochter van Toetanchamon zelf is, en de andere foetus is waarschijnlijk ook zijn kind en kan hun moeder Toetanchamon's vrouw, Anchesenamon zijn. Het is bekend uit de geschiedenis dat zij was de dochter was van Achnaton en Nefertiti, en dus waarschijnlijk een halfzus. Genetische afwijkingen kunnen een gevolg van inteelt zijn. Nefertiti was koningin van de 18e Dynastie en heerste als grote koninklijke vrouw aan de zijde van Achnaton aan het begin van het Nieuwe Rijk van 1352 v.Chr. tot 1338 v.Chr., tijdens de Amarna periode. Haar naam Nefertiti betekent "De mooie is gekomen. Nefertiti dankt een groot deel van haar bekendheid aan haar buste die bewaard wordt in het Neues Museum in Berlijn. Anchesenpaaten, later bekend als Anchesenamon was een Egyptische koningin. Zij was de derde dochter van farao Achnaton en diens vrouw Nefertiti, en vrouw van vier verschillende, achtereenvolgende farao’s. Het eerst getrouwd met farao Achnaton (haar vader) en gaf zij, als koningin, op twaalfjarige leeftijd het leven aan prinses Anchesenpaaten Tasherit. Na de dood van Achnaton was zij kortstondig getrouwd met farao Smenchkare, waarop ze de vrouw werd van Toetanchaton. Na hun huwelijk besloot het echtpaar om de goden van het Huis van Amon te eren door hun namen te veranderen in Toetanchamon en Anchesenamon. Na de dood van Toetanchamon kwam de troon in handen van de hogepriester Ay, die Anchesenamons vierde echtgenoot werd. Anchesenamon stierf kort na het einde van de regeerperiode van Ay. Anchesenamon is vooral bekend om een brief die van haar hand zou zijn, gericht aan koning Suppiluliuma I van de Hettieten. Deze brief is terug- gevonden in de hoofdstad van de Hettieten Hattusa, en verzoekt Suppiluliuma om een zoon te sturen om het bewind van Egypte over te nemen. Letterlijk: Mijn man is gestorven en ik heb geen zoons. Van u wordt gezegd dat u veel zonen hebt. U zou mij een van uw zoons kunnen schenken als echtgenoot. Ik zou niet met een van mijn onderdanen willen trouwen. De museumshop bij de uitgang is vermoedelijk helemaal overhoop gehaald tijdens de revolutie. En nog niet hersteld. Helaas.
    Naschrift 1: in Aswan koop ik het boek 'The complete Egyptian Museum' met meer dan uitstekende foto's en documentatie over het museum. Een absolute aanrader! Naschrift 2: Bij Gizeh is het nieuwe Grand Egyptian Museum (GEM), in aanbouw. Dit zou in augustus 2015 gereed zijn. Het oude museum zou wel blijven bestaan. Rest nog een paar broodjes halen bij de bakkerij in de straat rechts van Cafe Gröli. Ik kom de man met de pet van gisteren weer tegen. Ik vertel hem dat ik beeldjes op de markt heb gevonden. Dit keer valt hij me niet meer lastig. Bij de receptie zit een Japans gezin met twee prachtige dochtertjes. Ze hebben een kamer aan de voorkant. De vrouw controleert tripadvisor op haar iPad. Rond zes uur volgt weer een chaotische rit naar het vliegveld. Dit keer met opstoppingen, maar ik heb gevraagd om op tijd te vertrekken ook al gaat het om een binnenlandse vlucht. Een nette auto en een oudere chauffeur die uit het raam gaat hangen wanneer hij rookt, want ik heb gezegd niet te roken. Op een gegeven moment kiest hij een sluiproute waarbij we over een rotonde komen met een kerk in het midden. De rit is geen fooi waard, want met 85 pond al hoog genoeg. Op het vliegveld zelf is het erg rustig. Ik eet mijn broodjes bij de gate. We worden met bussen naar het toestel van EgyptAir Express gebracht. Luxor Vanuit het vliegtuig zie ik kort voor Luxor ook al een stad, maar heb naast de plekken die ik ga bezoeken eigenlijk geen idee welke steden er in dit land zijn. Luxor ligt bijna 700 kilometer naar het zuiden. Ook in Luxor een bus om naar de kleine terminal te rijden. Na een bezoek aan de wc zie ik Nina staan. Nina was vorige maand in Jordanië reisbegeleidster. Ze woont al tien jaar in Egypte. Mijn bagage verschijnt snel en kort daarop zitten Nina en ik in een Toyotabusje via een brug over de Nijl onderweg naar een dorpje op de Westbank bij Luxor: Gazirat el-Bairat (of Geziret el-Beirat). Daar woont ze zelf ook. Nina heeft voor mij geregeld dat ik kan slapen bij een familie waar ze veel mee samenwerkt. Ik maak ook even kennis met Emad, de zoon die mij de komende dagen zal rondtoeren, hij is net terug uit Hurghada. Hij was daar vanwege problemen met een zwager. Ik zeg dat hij zijn rust moet nemen. De familie heeft twee huizen van vier verdiepingen met een binnenplaats. Ik krijg een prachtig appartement op de bovenste verdieping, met een mooi dakterras. Een grote slaapkamer met een Nubisch koepeldak, keukentje en badkamer. En dat voor maar 200 pond per nacht. Woensdag 24 december. Het was een koele nacht. Ik heb de moskee niet gehoord. Ik geniet van het uitzicht over Thebe vanaf mijn dakterras. Wanneer ik Nina hoor, is het tijd om naar beneden te gaan voor het ontbijt op de binnenplaats. Eerst nog een beetje fris. Hamid, de oude baas eet mee. Zijn vrouw Zeynep en twee schoondochters Duah en Nasra verzorgen het ontbijt. De oudste schoondochter is bijzonder mooi en elegant. Maar de andere schoondochter kan haar ogen niet van mij af houden. Ik loop met Nina mee naar de Nijl. Een paar minuten lopen. Bijna iedereen kent haar. Eerst lopen we naar haar appartement. Het gebouw is ook van de familie. Ik ben aangenaam verrast. Een grote woonkamer met een enorme jaloersmakende boekenkast en prachtig uitzicht over de Nijl. Meubels die ze heeft laten maken en kussens die ze zelf heeft bekleedt. Op een redelijk rustige locatie. Er zijn twee slaap- kamers, maar ze slaapt graag buiten. Ik scan snel langs de boeken. Veel Nederlandse literatuur. Couperus en Hella Haasse. Enkele boeken over China, waarvan ik er ook een paar heb. ´s Zomers begeleidt ze familiereizen in China. We lopen naar de ferry. Ik heb me goed ingelezen, veel van wat Nina vertelt herken ik uit wat ik op internet heb gevonden. Voor één pond stap ik aan boord. En daar zit ik dan tussen de Egyptenaren op de ferry. Aan de overkant word ik direct aangesproken door mannen die iets aan me willen verdienen. Met zoveel tempels en tombes is het geen verrassing dat Luxor de eer heeft het grootste openluchtmuseum ter wereld te worden genoemd.  Luxor tempel Ik loop naar de Luxor tempel en raak in verwarring wanneer iemand me zegt dat de ingang links is. Ik ga naar rechts en loop langs de zuid- kant van de tempel, omdat daar nu aardig fotolicht. Naast de tempel is een plein waar kinderen spelen. En hier is de ingang, zoals ik al dacht. De entree is 60 pond. Ik moet lachen wanneer ik twee kaartjes van 30 krijg. Ze hebben de prijs verdubbeld, maar kennelijk nog een grote hoeveelheid oude tickets. Luxor heeft ook Christelijke wijken en diverse kerken.   Al snel spreekt een forse jonge vrouw me aan. Ze heet Ester en is gids. Een koptische, ze laat me een kleine kruistatoeage zien op haar pols. Haar service kost 50 pond bij deze tempel en 80 bij Karnak. Ik wil graag alleen de tempel verkennen en heb even genoeg van mensen die iets van me willen. Ze vertelt me dat kopten op 7 januari kerst vieren. Een kleine vrouw helpt een jochie met zijn wiskunde. Twee gezette meiden zitten bij een pilaar. Ik vraag hoe ze heten: Warta en Zeynep. Ze noemen links en rechts in het Arabisch, wanneer ik wil dat ze dat herhalen, zeggen ze het alleen nog maar in het Engels. Kennelijk is hun Engels te beperkt en begrijpen ze me niet. Ik wil juist een paar woordjes van hun taal leren! Maar lachen kunnen ze wel. Ali, een jonge vent, wil me met een koets naar de Karnak brengen, maar ik zeg ik het tijd is om te lunchen. Hij rijdt nog een stukje met me mee, maar ik heb geen interesse. Ondanks een flink ontbijt is dat wel zo verstandig. Ik kom door een gang van een toeristenmarktje waar minstens de helft van de winkeltjes gesloten is. Het aantal beeldjes valt tegen. Luxor lijkt snel in verval te zijn geraakt nu er veel minder buitenlanders komen. Volgens het plattegrondje van www.luxortraveltips.com ben ik nu in de buurt van restaurant Oasis, waar ik in een Nederlands reisverslag over heb gelezen. Het ziet er een beetje duur uit, maar ik heb wel trek in een grote salade. Eerst drink ik aan de overkant bij een koptische man een flesje cola in zijn stampvolle winkeltje en kijk naar beelden op een kleine televisie. Iets religieus. Bij zijn geloof horend, net als de plaatjes die aan de muur hangen. Enfin, op naar die salade. Het duurt even voor die samen met brood en saus op tafel komt, maar zo kan ik even rusten en het eten smaakt voortreffelijk! De manager wil me uitnodigen voor een uitgebreid kerstdiner met een magische voorstelling. Ik luister beleefd, maar weet dat ik bij de familie ga eten. Want dat zit bij mijn overnacht- ingen inbegrepen. Het restaurant lijdt ook aan een gebrek aan buiten- landers. Wanneer ik op straat sta, is er in geen velden of wegen vrij koetsje te bekennen. Maar gelukkig vind ik er snel één wanneer ik een stukje terugloop richting Luxor tempel. Voor tien pond wil die me wel naar Karnak brengen. We passeren enkele kerken, een kleine moskee en groepjes studenten. Karnak complex Bij de ingang van Karnak leidt een verkoper me om de hal waar de scanner staat, want volgens hem kan ik het kaartje aan de achterkant van het gebouw kopen. Dat doet hij omdat de winkeltjes juist rondom het gebouw zitten. Meer dan de helft is overigens gesloten. In een hoog tempo probeer ik ze af te scannen op beeldjes, maar geen succes.  Ik koop mijn kaartje en negeer een man die mijn gids wil spelen. Eenmaal een groot plein overgestoken ben ik bij de ingang. Lex Harding vermeldt in "De reis van mijn leven" dat Karnak het grootste religieuze gebouwd ter wereld is. Qua tempelterrein wint Angkor Wat, maar in beide gevallen is het gebied groter dan de werkelijke gebouwen. En hoe meet je dan? Van bovenaf en op plattegronden kun je zien dat het eigenlijke terrein nog groter is dan wat er nu 'bovengronds' zichtbaar is. Karnak bestaat uit de grote Amun-Ra tempel met daarnaast de veel kleinere Montoe tempel en iets meer naar het oosten de Moet tempel. Het aantal toeristen valt gelukkig mee. Wat dat betreft heb ik echt mazzel. Het zijn met name groepen Chinezen en veel te schaars geklede russen. Die hebben echt totaal geen respect voor een andere cultuur. Het hart van de stad, wat destijds een spectaculair religieus complex moet zijn geweest. Stad van de god Amun-Ra. Karnak is verdeeld in vier delen waarvan alleen het grootste open is voor bezoekers. Een grote hal met massieve zuilen gevuld met hiërogliefen, tot 22 meters hoog. Omhoog kijken dus om die te bewonderen. Ik zie de Chinese backpackster die met de Japanner op een terras zat in Caïro. Ze heeft een zeer zachte en vriendelijke uitstraling. Ik loop verder naar de obelisk van Hatsheput, de grootste in Egypte, gewijd aan de vrouwelijke farao en naar het heilige meer. Karnak is over meer dan anderhalve eeuw gebouwd door opeenvolgende farao's. Die her en der wat veranderden of toevoegden. Na de glorietijd verschoof de macht naar Memphis in het noorden en verloor deze regio haar glorie. Na de Grieks-Romeinse invasie en uiteindelijk de Arabische verovering van Egypte, verdween Karnak helemaal uit beeld en was bijna opgeslokt door zand tot expedities in de achttiende eeuw van Napoleon Bonaparte haar herontdekte. Een geschiedenis die in dat opzicht weinig verschilt met die van Petra in Jordanië. Na mijn bezoek loop ik nog snel langs de winkeltjes aan de andere kant van het gebouw bij de ingang. Maar de souvenirs zijn hier zeer matig. Mijn koetsier heeft mij al gevonden voor ik naar hem op zoek ga. Maar één van de jonge verkopers is volhardend en komt ons met een andere koets inhalen. Eerst is mijn koetsier boos, maar even later zit de jonge verkoper naast mij. Ik denk dat ze al onderhandeld hebben over wat ze mijn kunnen aftroggelen. We gaan in de richting van de Luxor tempel. Dat is een goed teken. Eerst brengen ze me naar een grote winkel met drie verdiepingen op de hoek van een straat. Op de tweede zijn onder andere beeldjes. Maar niet wat ik zoek. Onderweg zie ik een blondine die iets naar me roept. Dan brengen ze me naar de souk. Eerst proberen ze me kraampjes aan te wijzen waar ik beeldjes kan vinden, maar ik ben het inmiddels wel zat en zeg dat ik goede ogen heb en zelf wel op zoek ga. Ik betaal mijn koetsier volgens afspraak nog een keer tien pond. Hij moppert, maar ik ben niet bereid om meer te geven. Sommige winkeltjes hebben mooie beeldjes, maar ik vind niet wat ik graag wil. De winkel in Gizeh was simpelweg niet te evenaren. Ik krijg geen moment de gelegenheid om even rustig over de markt te lopen. Voortdurend spreekt iemand me aan. Wanneer ik antwoord dat ik uit Nederland kom, reageren ze met: "Allemachtig prachtig!" Plotseling komt er een brommer naast me stoppen met het blonde meisje achterop. Een vrolijke meid met een Russisch accent, achterop bij twee Egyptische broers. Ik kan in haar decolleté kijken en vind dat voor Egypte verdacht. Aan de andere kant, waren er vandaag bij Karnak ook veel te schaars geklede meiden. Ze verdwijnen ook weer. Maar op het einde van markt wacht één van de broers me op. Hij klinkt iets te agressief wanneer hij me op een terras aan de overkant wil hebben. Ik zeg dat en probeer hem af te schudden. Dat lukt gelukkig ook. Ik loop langs de Luxor tempel naar de ferry. Nu is de tempel mooi verlicht. Het is inmiddels donker geworden. De familie is verrast dat ik het zo lang heb volgehouden. Maar ik red me prima in mijn eentje. Ze hebben vanmorgen gevraagd of Nina komt eten. Ze zullen niet vaak maar één gast hebben en anders zit ik alleen met de baas aan tafel. Weiwei wilde niet mee. Die heeft een druk jaar gehad en wilde rust en kerst vieren met mijn familie. We hebben het over Jordanië, China, Egypte en Vietnam. Over reizen kan ik eindeloos praten. Nina vertelt meer over de familie. De zoon die me zou helpen is te moe om met mij op pad te gaan. Dat had ik al verwacht. De familie heeft ook een mannetje in dienst die ballonvaarten doet. De piloot komt ook even langs. Wanneer ik hoor dat het maar 300 pond kost, wil ik graag mee. Bij andere gelegenheden was het veel te duur, zoals in Bagan. Ik heb vandaag opvallend veel vrouwelijke gidsen gezien. Volgens Nina werken die per dag, want ze kunnen niet met een groep mee en zonder partner in een hotel overnachten. De Nederlandse Mirjam van Kingfisher Tours is een goede vriendin van haar. Ze bewondert haar voor de up-to-date informatie op Facebook. En ze hebben een mooie website. De familie ook, aldus Nina. Ik krijg een kaartje met het adres van hun website.  En ze kent Karin uit Nederland die met een Egyptenaar is getrouwd en het Nile Valley Hotel runt. Ze heeft er zelfs gewerkt. De baas probeert zijn vrouw en schoondochters iets duidelijk te maken. Hij heeft vorig jaar een beroerte gehad en is daar grotendeels van hersteld en hij loopt goed, maar zijn spraak is helaas nog niet helemaal terug. Ik denk dat zenuwen of spieren bij zijn tong niet goed functioneren. Dat is bijzonder frustrerend. Na een prachtige dag kan ik moe en voldaan gaan slapen. Ik hoor een ezel van de buren balken. Donderdag 25 december. Eerste Kerstdag. Honing, jam, gebakken ei, falafel en brood. Een overvloed aan eten. Nina heeft haar fiets gebracht. Daar ga ik vandaag mee op pad. Een mountainbike. Het zadel zit mij te hoog. De dames van de familie komen met gereedschap. Het lukt me uiteindelijk met een tang om het zadel te verlagen. De baas loopt met mij mee, hij staat er op om mij de weg naar Thebe aan te wijzen. Dat hoeft niet, maar ik zeg dat niet want dat kon wel eens een belediging zijn. Ik fiets rustig naar het ticketkantoortje voor de tombes en tempels. Je ziet toch veel meer dan wanneer je hier in een auto langs snelt. Onderweg stop ik regelmatig bij winkeltjes en muur- schilderingen. Soms zie ik ezels of paarden die wagens trekken. Je gaat hier op het platteland ver terug in de tijd. Mijn eerste echte stop is bij de Memnon Colossus, twee imposante beelden van bijna 20 meter hoog. Ooit vormden ze de toegang tot het grafmonument van Amenhotep III. Naast de pilaren met beelden zijn kleine beelden bij de voeten en gravures op de zijkanten. Er zijn een paar souvenirstalletjes, mannen met beeldjes in hun handen spreken me aan. Gelukkig komt er net een bus met russen die hun wel even bezighoudt. Habu tempel  Mijn volgende stop is bij de splitsing waar het ticketkantoortje  is en ik een kaartje koop voor de Habu tempel. De mannen die in deze hokjes werken zijn zó traag en doen alsof ze simpel zijn, ik verdenk hun ervan dat ze hopen dat je vergeet om op het wisselgeld te wachten. En het zou me niks verwonderen wanneer dat voorkomt met lange rijen of met een gebrek aan concentratie door de hitte De indruk die ik krijg is dat ze nogal sneaky zijn. Habu is slechts een paar honderd meter verder en direct al een juweel van een bezienswaardigheid. Tijdens mijn bezoek komen er steeds meer jonge studenten die vaak met mij op de foto willen. Ik neem daar alle tijd voor; soms worden ze door leraren terechtgewezen.  Bij het ticketkantoor staat een oude auto in het woestijnlandschap. Dat doet me aan het zuidwesten van de Verenigde Staten denken en ik voel me even helemaal thuis. Ramses tempel Vervolgens koop ik een kaartje voor de Ramses tempel die ook in de buurt ligt. Daar is een Frans team van archeologen aan het werk, met hulp van Egyptenaren.  Wanneer ik bij de familie terug kom, ontmoet ik daar een Nederlands stel dat hier vaker is geweest. Ze gebruiken internationale namen omdat ze denken dat hun Nederlandse namen niet zo makkelijk zijn. Beiden zijn hun baan kwijt geraakt. Ze blijven hier drie maanden en willen een woestijnreis doen. Ik heb mazzel want ze hebben vanmorgen op de markt een kalkoen gekocht en er volgt een groot ´kerstmaal´. Ik krijg een groot stuk borst. De vrouw speelt yahtzee met de jongste dochter (16) van de familie. Aan het einde van de middag loop ik met Nina naar de Nijl en drinken we thee en een mintdrankje op een terras. Het avondlicht maakt Luxor en de felucca's op het water fotogeniek. Ze houdt niet van de Duitse dames met jonge Egyptische mannen die bij de volgende tafel zitten. Volgens haar zijn ze naïef en zijn de mannen alleen op geld uit. Net als Thaise vrouwen die oudere westerse mannen uitmelken, merk ik op. Er komen ook vrachtschepen voorbij. Zij betaalt voor het drinken (24 pond). Eerst krijg ik een telefoontje dat de ballonvaart morgen niet doorgaat en ik eventueel zaterdag mee zou kunnen. Ondanks dat ik die dag de rit naar Aswan wil doen, zou dat toch mogelijk zijn omdat we rond half negen weer terug kunnen zijn. Maar na een kleine avondmaaltijd komt er nog een telefoontje van Mohammed. Ik kan morgen mee! Ballonvaart Vrijdag 26 december. Om kwart voor vijf gaat het alarm van mijn telefoon. De deur aan de binnenplaats is al open. De baas en zijn vrouw zijn al wakker. Een busje komt me ophalen. We halen iets verderop in een zijstraat een gezin uit India op. Ik vertel dat ik hun gisteren bij de Ramses tempel heb gezien. Ze komen uit Bombay. Eén van de dochters spreekt Amerikaans Engels. We rijden naar de rivier. Daar staan nog een paar busjes. Moeder van de familie uit India is een beetje kribbig omdat we langer wachten dan verwacht. We rijden naar een veldje iets verder dan de Ramses tempel. Het is fris. Er gaan al drie ballonnen de lucht in. Onze ballon is de vijfde. We krijgen instructies voor de landing. Heel rustig gaan we omhoog. We klimmen tot ongeveer 500 meter. Wat is dit mooi! Onze piloot wijst de meest belangrijke plekken aan. De zon komt op en beschijnt de heuvels waar vele tombes in zitten. Ik zie silhouetten van de ballon- nen tegen het gebergte. Inmiddels begint het warm te worden, door de zon en het vuur van de ballon. Vier mandjes met elk vier personen. In het midden onze piloot met vier gastanks. In plaats van richting Luxor te drijven, blijven we langs Thebe en komen zo precies over de Ramses en Habu tempel. Schitterend, want daar ben ik juist gisteren geweest, dus ik herken de hele omgeving. De dorpjes en groene velden zijn ook mooi, in contrast met het droge woestijnlandschap. We dreigen op de Habu te landen, maar de piloot weet ons net een stukje terug te manoeuvreren. De grond manschappen slepen ons een stukje terug richting de weg. Ze houden een pilon op voor een fooi. Daar had ik niet op gerekend, maar vanwege de lage prijs voor de vaart, krijgen ze wel wat. De piloot deelt certificaten uit.  Deir el-Medina Om acht uur ben ik al terug voor het ontbijt. Wanneer we de Nijl waren overgestoken, dan had het langer geduurd. Maar er stond nauwelijks wind. Vervolgens ga ik weer op Nina haar fiets op pad. Nu naar Deir el-Medina.  Het dorp waar de tombebouwers woonden. Het laatste stukje is bergop, ik voel verzuurde benen van de tocht van gisteren. Allereerst bezoek ik twee tombes, die van Sennedjem en Inherkhau, waarvan beheerders sleutels hebben. De entree zit bij de ticket inbegrepen. Via stijle trappen en nauwe doorgangen kom ik in warme ruimtes onder de grond. De mannen komen mee en wijzen me op mooie muurschilderingen. Ondanks het "No photo" bordje bij de ingang, moedigen ze me aan dat ik wel foto's kan maken. Niemand anders ziet dat immers. Omdat ze op die manier iets bij kunnen verdienen. Maar ik respecteer het verbod. Bovendien zitten de mooiste beschilderingen achter plexiglas. De verrassing is een tempel tussen lemen muren. Een beheerder doet het hek voor me open. Hier kunnen wel foto's worden gemaakt. Er liggen lampen op de vloer die de fraaie muren beschijnen. Buiten de tempel, een stukje naar het noorden, is een groot ´kratergat´.  Ik heb ook een kaartje voor het Carter House. Eigenlijk is het een kaartje voor de Valley of the Queens, maar die is ook 50 pond en voor het huis hebben ze kennelijk geen aparte kaartjes. Onderweg passeer ik vele albastwinkels en werkplaatsjes. Ik probeer een paar om te kijken of ze nog mooie beeldjes hebben. Helaas moet je over binnen komen of tenminste thee drinken. Voordeel is dat ik nergens drinken hoef te kopen. Bij één ervan vind ik een mooi Isis-beeldje voor 70 pond. Ze kennen de familie waar ik verblijf. Er zit zelfs een foto van Emad onder glas op het bureau.  Carter House Het Carter House is bij de splitsing naar de Valley of the Kings. Ik ga de vallei niet in omdat je er geen foto's mag maken. Het huis van Carter is volgens Nina wel bijzonder. Ik krijg een persoonlijke rondleiding door het huis van één van de beheerders. Heel aardig hoe het is ingericht. Bij de prijs inbegrepen zit een bezoek aan een replica van de tombe van Toet. Met uitleg over de kamers. Op een video wordt ingezoomd op de muurschilderingen. De Vallei der koning ligt verscholen achter de heuvels. Er zijn 63 tombes ontdekt. Door de eeuwen heen zijn ze grotendeels geplunderd, behalve die van Toetanchamon die nagenoeg intact was toen Carter hem in 1922 ontdekte. Maar zijn de tombes dan zo leeg? De inhoud is verwijderd, maar ze hebben wel mooie hiërogliefen. Met scenes uit het Book of the Dead, Book of Gates, Litany of Ra en andere oude Egyptische geschriften. Fascinerend om te zien hoe de gedetailleerde beschilderingen en reliëfs op de muren en in gangen nog zo zichtbaar zijn na ongeveer 3,000 years. Bij de tempels zijn de kleuren soms nog vaag zichtbaar. Ook die moeten kleur- rijk zijn geweest. De originele tombe van Toet kost bovendien extra om te bezichtigen en na wat ik er over heb gelezen is dat niet de moeite waard. De inhoud heb ik al in het museum in Caïro gezien. Uit een verslag heb ik gelezen dat de volgende drie wel de moeite waard zijn: KV6 (Ramses IX), KV11 (Ramses III) and KV16 (Ramses I).
    Naschrift: In Aswan koop ik het voortreffelijke boek 'The Illustrated guide to Luxor, tombs temples and museums'. Daarna ga ik nog naar een paar andere albastwinkels. Ik maak veel foto's van de kleurrijk beschilderde gevels. En ga terug voor een late lunch bij de familie. Dit keer net als gisteren in de ontvangstkamer op de vloer, met een groot deel van de familie. Het eten is overvloedig. Wel een beetje te zout. Thuis gebruik ik zelden zout. Nina stelt voor om naar de boot te gaat. De familie heeft de huizen waar ze een deel van verhuren, een auto, busje, boot, ballon en verzorgt woestijnreizen. Emad rijdt ons, de baas wil ook mee. De boot ligt een stukje naar het zuiden op een rustige plek aan de oever. De bemanning maakt haar gereed voor een tocht van een paar dagen met Zwitsers. Nina gaat mee voor de slaapkamers en het serveren. Ze laat me de dahabiya zien. Een tweemaster in een stijl die gebruikelijk was in Egypte in de dagen van de monarchie (1920-'40) toen aristocraten en verfijnde reizigers graag een cruise de Nijl deden. Er is veel aandacht besteed aan versierde deurhandels, spiegels, twee luxe slaapkamers achterop en lampen. We drinken zoete thee op het dek. Daarna brengt een kleinere boot ons naar de overkant. Tegenover het beroemde Winter Palace Hotel stappen we aan wal. Dit hotel is gebouwd in 1886 tijdens de regeerperiode van Queen Victoria. Ik moet pinnen, dat kan in de buurt van hotel. Daarna lopen we langs de Corniche naar het noorden. Het Luxor museum is gesloten. Het mummificatiemuseum heb ik geen interesse in. We belanden op een terrasje en praten gezellig, persoonlijke onderwerpen en gemeenschap- pelijke favorieten zoals literatuur, reizen en Zomergasten. Ze kan niet zo makkelijk diepgaande gesprekken voeren met de familie. We zitten heerlijk in de zon. Wanneer de zon bijna onder gaat, nemen we de ferry naar terug naar de Westbank. Dit keer betaal ik. Nina moet inpakken voor de boottocht, dus nemen we afscheid. Bij de familie op de binnenplaats is vanmiddag een jonge blonde Nederlandse gearriveerd, Naomi. Een studente toerisme. Het Egypte-virus heeft ze van haar moeder gekregen. Inmiddels is ze hier misschien al voor de tiende keer. Haar moeder is buikdanseres en Naomi ook. Ze onderhoudt de Facebook-site van de familie en wil hier graag met hun samenwerken. Alle spaargeld besteedt ze aan reisjes naar dit land. Helemaal verslaafd. Volgens Naomi gaat het beter met Egypte dankzij generaal Sisi. Hij is nu in China en er gaan investeringen naar ziekenhuizen, onderwijs en het verbeteren van vliegvelden. Ze heeft ook wel in de Nijl gezwommen. Bij de boot zag ik vanmiddag jongeren in het water spelen. Ze kent iedereen van de familie. Door de uitgebreide lunch vraag ik om een kleinere maaltijd. We krijgen zeer zoute patat, broccoli, lekkere tomaten en gekookte eieren. Zes stuks! Op mijn verzoek gekookt, omdat ik hier alleen gebakken ei heb gehad. Ik reken af bij de bazin. Ze heeft het zwaar, en dat komt met name doordat haar man nog niet helemaal hersteld is. Ze kijkt somber. Nina hoefde niks voor de fietshuur, "ben je gek". 27 december. Bij het ontbijt weer gebakken ei. Ik wordt hier helemaal 'eiig'. Om kwart over acht neem ik afscheid. Van de baas, bazin en de mooie schoondochter, kleinzoon Hamid en de kleindochter met grote oor- ringen welke ik van de kinderen ik het vaakst heb gezien. Hassan is mijn chauffeur in de Hyundai. Hij heeft me dinsdag van het vliegveld gehaald met het Toyotabusje. Edfu Via de Nijlbrug rijden we naar de oostkant van de Nijl en over de gewone weg naar Edfu, 115 km ten zuiden van Luxor en 105 km ten noorden van Aswan. Edfu is een stadje dat het middelpunt is van de rietsuiker- handel. Daar steken we de Nijl weer over en bezoeken de Tempel van Horus, welke na Karnak de grootste tempel van Egypte is. Rond half elf arriveren we in Edfu. Ik neem anderhalf uur voor het bezoek aan de tempel.  Vooral de buitenmuren en de kamers achterin zijn mooi. Er is veel te zien. Ik zie een mooi jurkje voor Weiwei bij de ingang, maar er zit helaas een gaatje in. Ik denk een brandplek van een sigaret. Maar de eigenaar van het winkeltje zegt dat een mier dat gedaan heeft. Kom Ombo Bij Kom Ombo moet Hassan in de remmen voor een tuktuk die bij een drukke kruising plots oversteekt. Een andere tuktuk knalt bij ons achterop. Er wordt wat geschreeuwd, maar ondanks dat hij in Nederland niet schuldig zou zijn, kiest Hassan toch voor het hazenpad. De man van de tuktuk heeft hier veel te veel vrienden. Daar wint Hassan het nooit van: "Crazy tuktuk!". Er zijn veel tracktors die rietsuiker naar een fabriek brengen. De beste suiker is bestemd voor export, aldus Hassan. Kom Ombo ligt 48 km ten noorden van Aswan. Hier brengen we een bezoek aan de mooi aan de Nijl gelegen Tempel Kom Ombo, Tempel van Horus en Sobek. Hassan koopt een zak met kleine bananen en mandarijnen. De tempel van Kom Ombo ligt naast de Nijl. Er zijn ook bezoekers die van cruiseboten komen. Dit is een fraai klein tempeltje met mooie (gerestaureerde) muren en kolommen.  Ik bezoek ook een klein krokodillenmuseum bij de uitgang. Zelfs die hebben ze gemummificeerd. Bij één van de kraampjes langs de kade koop ik een T-shirt voor 35 pond en een blikje cola bij de ingang van de tempel van een verkoper waar ik wat langer mee praat. Hij is docent, maar heeft dit winkeltjes omdat hij anders niet rond komt. Na ruim een uur vertrekken we. Aswan We rijden langs de Corniche van Aswan. Hassan rijdt tot mijn verbazing in één keer naar hotel Keylany. Ik dacht dat hij niet wist waar het was, omdat hij een paar keer zo onzeker vroeg naar de naam van mijn hotel. Ik geef hem op aanraden van Nina een fooi, ondanks dat ik 600 pond voor de rit van vandaag te hoog vind. Op internet kwam ik prijzen tegen van hooguit 450 pond en zelfs 250 wanneer het om een non-stop rit zou gaan. Ze rekenden ook meer voor het ophalen van het vliegveld dan prijzen die ik op internet tegen ben gekomen. Anderzijds moet de familie ook inkomsten hebben. Wat opviel aan de rit van vandaag was dat er heel veel verkeersdrempels zijn in Egypte. Mijn chauffeur ging daar heel langzaam over, soms zij- waards. En regelmatig checkpoint. Waar vaak mannen met kogelvrije vesten en soms in uitkijktorentjes met geweren in de aanslag. Het landschap is droog, maar wel gevarieerd. Keylany schijnt het beste budgethotel van Aswan te zijn. En voor Egypte valt het mee. De Sharia as-Souq (markt) zit op slechts een paar minuten lopen. Dit is een zeer lange souk. Verrassend. En hoewel ik weinig tijd aan die van Luxor heb besteed lijkt deze veel gevarieerder. Het is een charmante wandelstraat met heel veel kraampjes. En relatief weinig westerlingen. Wel toeristen uit Marokko en landen in de regio. Er zijn maar weinig winkels met beeldjes. Ik maak een praatje met een eigenaar van een Peugeot 504. Egypte is een walhalla voor de peugeotfreak, want overal zie je nog oudjes. Een andere verkoper heeft een motorfiets waar "Jesus" op staat. Ik heb ook een lang gesprek met een eigenaar van een kraampje met kleding. Hij werkt drie dagen per week op een highschool. Er is ook een universiteit in Aswan met faculteiten voor talen en medicijnen. Hij heeft winkels in Edfu, Kom Ombo en Luxor. En een eigen werkplaats. De winkel is van elf tot elf open. Hij vertelt dat hier Koreanen zijn om te helpen in een sulfaat- fabriek. Net als Chinezen worden Koreanen aangetrokken tot arme landen die grondstoffen te bieden hebben. Op het einde van de souk, in de buurt van het treinstation, is een fraaie boekwinkel. Met boeken in diverse talen. Ik heb interesse in een serie over Egyptische Museum, goden en tempels. Wanneer ik de manager vraag over de prijs en wil afdingen, is hij een beetje verontwaardigd. Hij ziet er sowieso chagrijnig uit. Maar verre van dom. Hij zegt dat hij een Nederlandse kent die hier vijf maanden per jaar woont en belt haar. Een vrouw uit Apeldoorn. Ik kan morgen met haar iets drinken. Ze komt om elf uur in de lobby van mijn hotel. Aan het begin van de souk raak ik in gesprek met een koptische christen die stoffen verkoopt. Ook zwarte djellaba´s. Naast hem zit een Nubische verkoopster van jeugdige kleding. Hij grapt dat ze een oogje op me heeft. Maar ze spreekt nagenoeg geen woord Engels. Ze heet Azza. Hij heeft drie kinderen: Oliver, Armin en Priscilla. Kort na negen uur ben ik op mijn kamer. Langdurig hoor ik een man op straat schreeuwen. Volgens mij iemand met een psychisch probleem. Zondag 28 december. Het ontbijt is op het dakterras: pannenkoekjes, toast met zeer hard geworden jam en honing, fruit en thee. Nu zie ik ook meer gasten. Alleen westerlingen, zoals vijf jonge Fransen. Bij de receptie boek ik voor 115 pond een ochtendtour naar Abu Simbel voor morgen. Daarna loop ik langs de Corniche om foto´s te maken van de Nijl. Op de top van de heuvel op de Westbank staat het graf van de lokale sheikh Sidi Ali Bin el-Hawa, Qubbet al-Hawa, een soort koepel en letterlijk: 'dome of the wind'. En er zijn Nubische dorpen aan de westkant van de Nijl. Om elf uur ben ik terug bij het hotel. Een oudere Nederlandse vrouw zit in de lobby. Ze stelt zich voor als Jeltsje. Een Fries! We schakelen snel over op het Fries. Haar haar zit in de stijl van Cleopatra. We gaan aan de Corniche bij Aswan Moon zitten. Het weer is opnieuw fantastisch. Weiwei had me al een sms gestuurd dat er een vliegtuig van AirAsia Indonesia was neergestort. Jeltsje heeft het daar ook over. Ze vertelt over een ongeluk met een auto met daktent met vrienden onderweg vanuit Zuid-Afrika naar Namibië. De partner van haar vriendin is daar bij omgekomen. Jeltjes is ervaren reiziger in Afrika en zelfs in Timboektoe geweest. Ze is met een vriend in Thailand geweest, maar niet zo verslaafd aan Azië geraakt als ik. Jeltjes heeft problemen met haar rug en gaat naar de sportschool. We nemen afscheid. Ik heb moussaka (15 pond) op de menukaart gezien en nadat zij is vertrokken, zoek ik een andere plekje op en bestel eten, met yoghurt salade en nogmaals muntthee. In de buurt van mijn hotel vind ik nog een driedelig beeldje van de jonge Ramses en weet af te dingen tot 120 pond.
    De mannen van de familie in het winkeltje kijken naar voetbal op een oude televisie. Op straat spelen kinderen met een stok, een tol of knikkers. Minstens vijftig jaar terug in de tijd. De verkoper kent Jeltsje. Hier heet ze Leila. We hebben om acht uur afgesproken in de boekwinkel. Samen met de verkoper zitten we in de zaak en ik zoek de boeken op waar ik interesse in heb. Ik besluit drie te kopen wanneer hij me de beste exemplaren geeft. Ik krijg er een tas en wat promotiemateriaal bij. Er valt weer veel te bepraten en de tijd gaat snel. Maar morgen moet ik vroeg op.
        (Dit laatste boek heb ik na thuiskomst besteld.)
    Abu Simbel Maandag 29 december. Om kwart voor drie gaat het alarm van mijn telefoon. Eén minuut over drie een wake up call. Om tien over drie zit ik al in een bus met een kartonnen ontbijtdoosjes van het hotel. Die pikt nog anderen op bij diverse hotels. In totaal zijn we met tien personen in een bus waar met klapstoeltjes wel twintig in kunnen. We stoppen in een straat waar we worden gecontroleerd. Zelfs de onderkant van de bus met spiegels. Aan het einde van de straat keert de bus tot het begin. Op een zelfde manier volgen nog veel bussen en een paar personenauto´s. Om acht over vier start de colonne. Die na het passeren van de oude Aswandam al snel geen echte colonne meer is. Wij halen in en worden ingehaald. Er kan vaart worden gemaakt op lange rechte stukken woestijn- weg, met bij splitsingen controles. Ik doe mijn ogen maar weer dicht. De zon komt op en ik maak het doosje open: drie broodjes, minicroissant- jes en een pakje vruchtensap. Net voor Abu Simbel komen we in een woestijndorp. Daar tanken we. De meeste passagiers gaan hier ook naar het toilet. We arriveren om vijf voor half acht. Bij de entree krijg ik 5 pond in kwartjes terug bij het betalen van een ticket van 115 pond. Gekke briefjes, het lijken wel bonnen.  Wat de piramides in het noorden zijn, is Abu Simbel in het zuiden en hoofdreden om zo ver te reizen. In een rechte lijn 230 kilometer, maar over de weg ongeveer 290 kilometer, drie uur enkele reis door de woestijn of een dure half uur durende vlucht vanuit Aswan. Er staan hier twee tempels gebouwd 1250 v.Chr. door de machtigste der farao's: Ramses II. De grootste is gewijd aan de goden Re-Harachte, Amon en Ptah en de kleinere aan Hathor gewijde tempel is bijna net zo fraai. Abu Simbel werd in maart 1813 half onder het zand herontdekt door de Zwitser Johann Ludwig Burckhardt. Meer over hem in het reis- verslag van Jordanië van afgelopen november. Uiteindelijk was het Giovanni Battista Belzoni die op 1 augustus 1817, na meer dan een maand bezig te zijn geweest het zand te verwijderen, de tempel na eeuwen als eerste kon betreden. Ramses II of Ramses de Grote (ca. 1300 v.Chr. - 1213 v.Chr.) was derde farao van de 19e dynastie uit de Egyptische Oudheid. Hij regeerde van 1290 - 1224. In het 10e regeringsjaar gaf Ramses II opdracht aan zijn onderkoning van Nubië, Iöeny om twee tempels te bouwen die pas in het 24e regeringsjaar voltooid werden. Het ochtendlicht is mooi. De tempels van Abu Simbel liggen langs het water. Ik volg het pad tegen de wijzers van de klok in. Je ziet ze niet vanaf het parkeerterrein, maar moet eerst half rond een heuvel. De voorgevel is 38 m breed en 33 m hoog en 4 Ramses-beelden tot 20 meter. Bovenaan op de fries staat een rij bavianen die de zonsopgang begroeten. Op 21 februari en 21 oktober schijnt het zonlicht 63 meter diep tot achter in de tempel. Ramses heeft de kleinere tempel speciaal laten bouwen voor koningin Nefertari, een Nubische. Voor de tempel staan 6 beelden van 10 meter hoog, vier van Ramses II en twee van Nefertari. Een versteend bewijs van liefde. Aan hun voeten staan beelden van hun kinderen. De tempel is 35 meter diep in de rots uitgekapt en de reliëfs en tekeningen zijn goed bewaard gebleven. In de tempels mogen geen foto´s worden gemaakt. Dat doe ik dan ook niet. Toen in de jaren zestig de nieuw High Aswandam werd gebouw, dreigden de tempels te worden ondergedompeld in het Nassermeer, het grootste kunstmatige meer ter wereld. Een door UNESCO geleide internationale actie heeft tussen 1965 en 1968 de tempels gered. Stuk voor stuk werden ze in stukken gezaagd en in enorme blokken opnieuw in elkaar gezet op de nieuw plek 180 meter landinwaarts en 64 meter hoger, weg van het stijgende water. Net als bij de oorspronkelijke plek is gezorgd dat ze op een zelfde manier naar het oosten gericht zijn. De gehele verplaatsing koste meer dan vier jaar. Eén van de meest indrukwekkende operaties in de moderne tijd. Je voelt je een dwerg wanneer je voor de tempels staat. De massieve tempels maken nog steeds veel indruk ook al liggen ze meters hoger ten opzichte van de originele locatie. Op het einde van het traject zijn kraampjes. Die vanmorgen een beetje traag openen. Ik loop zo geruis- loos mogelijks voorbij. Om kwart voor tien vertrekt de bus weer. Je moet er wel twee lange ritten voor over hebben. Dit keer komen we over de nieuwe, hoge dam. De constructie van de dam zorgde ook voor politieke problemen. Het Nassermeer is enorm, en bijna de gehele Egyptische bevolking leeft in de Nijlvallei. Zou deze dam breken, dan zou een groot deel van Egypte overstromen. Tijdens de Jom Kipoeroorlog (oktober 1973) had de Israëlische luchtmacht dan ook plannen om in nood deze dam te vernietigen. Terug in Aswan In Aswan wil ik allereerst graag lunchen. Ik heb behoefte aan vlees en loop naar de Corniche waar ik bij de grote gele M een McRoyale haal. Het terras is in beslag genomen door zwerfkatten. Heel veel! Terug in het hotel krijg ik een briefkaartje van de receptionist met een berichtje van Jeltsje. We kunnen vanavond om acht uur afspreken. Ze nodigt me uit om bij haar te komen. Er staat een kerstboom in het hotel. Die blijf nog wel even staan want de koptische kerst is pas volgende maand. Ik doe eerst een dutje. Slapen lukt niet echt, maar ik krijg wel rust. In de buurt van het hotel is een nieuw bakker. Wanneer ze hier een winkel openen dan gaat dat met ballonnen en harde muziek. Toevallig dat ze de afgelopen dagen ook in Luxor was. En ook naar de Habu tempel waar veel studenten waren. Vroeger ging ze met haar gezin met auto en caravan in negen dagen naar Marokko. Zo ben ik ook eens met mijn ouders helemaal naar Marokko geweest. Nu woont ze hier al acht jaar elke winter in Aswan, in een appartement op de tiende en hoogste verdieping dat ze heeft overgenomen van een Duitse (of was het nu een Zwitserse?). Tien verdiepingen en geen lift... In haar woonkamer heeft ze een Nubische muurschilderij laten maken. Hiervoor had ze een plekje in Luxor, maar die stad werd haar te druk. Ze kent ook Karin van het Valley Guesthouse. Die is contactpersoon van de Nederlandse ambassade. Jeltsje kent meer westerse vrouwen. Enkel van die dames vormen de nefertiti-club. Sommigen hebben een Egyptische partner. Een Colombiaanse is zelfs moslima geworden. Ik vertel van de koptische christen. Een knappe vent met gluiperige oogjes. Hij vroeg of ik van 'bananas' hield. Kennelijk is de armoede hier aanleiding voor jochies om zich aan westerse mannen te verkopen. Jeltsje kent dat soort verhalen. Dat speelt al jaren. Wat dat betreft mag er wel meer politie langs de Corniche om dit soort praktijken uit te bannen. Ze heeft het morgen druk anders was ze eventueel met me op pad gegaan. Elephantine eiland Dinsdag 30 december. Ik heb besloten om het eiland Philae over te slaan. De tempels staan niet meer op de oorspronkelijke locatie. En het vervoer is een beetje duur. Want het eiland ligt een stukje ten zuiden van de stad. Philae is gebouwd om Isis te eren. De laatste oude tempel in de klassieke Egyptische bouwstijl, waar in ca. 690 v.Chr. aan werd begonnen. Door de aanleg van het Nassermeer werden de tempels door een groot multinationaal UNESCO-team van het Philae eiland naar het Agilkia eiland verplaatst. Om kwart voor tien neem ik voor 4 pond (terug inbegrepen) de kleine ferry naar het Elephantine eiland. Hier zijn twee Nubische dorpjes. Nubië was een naam voor het noorden van Soedan en zuiden van Egypte. Tot de Nasserdam werd gebouwd en het water hun land zou overspoelen. Nubiërs bezitten zowel negroïde als kaukasoïde trekken. Ze wachten niet tot het bootje vol is. Eerst loop ik richting het Mövenpick hotel. Een groot gebouw met een merkwaardige toren aan de noordkant van het eiland. Ik dwaal door smalle straatjes. Er hangt was, kinderen helpen om een huis schoon te maken. Een groot contrast met de stad aan de overkant. Er zijn een paar Nubische guesthouses met restaurantjes, maar die lijken geen gasten te hebben. Ik bezoek de school. Eén van de docenten heet mij welkom en leidt me rond. In de bibliotheek stelt hij me enkele vragen en wil graag dat ik iets voor hem op internet uitzoek. We oefenen een beetje Duits, want er komen hier regelmatig Duitsers. In één van de klassen zit een meisje uit Jamaica. Ik leer ook een paar woordjes: "Ismi Johan, min Holland". Vertaald: "Ik ben Johan uit Holland." Aan de zuidkant is een Duits team bezig om opgravingen te doen op een historisch terrein van het Aswan museum. Daar zie ik onder andere de kleine Kalabsha tempel. Via het zuiden kom ik op het terrein en verlaat het ook weer zo. Even later ontdek ik dat ik op die manier geen entree hoef te betalen (geen opzet). De natuur is fraaier dan de tempeltjes en andere restanten die te bezichtigen zijn. Iets na één uur neem ik het bootje terug om te lunchen aan de Corniche en vervolgens een flink stuk naar het noorden wandelen om een moskee op de foto te zetten die ik bij aankomst in Aswan heb gezien. Ook de terrassen langs het water zijn erg rustig. Terwijl het toch hoog- seizoen is. Van de enorme cruiseschepen, lelijke blokkendozen, heb ik de indruk dat het merendeel niet in gebruik is. Om half vier ben ik terug op de souk om iets bij een bakker te halen en neem afscheid van de mensen die ik heb leren kennen. Net voor vier uur brengt een kleine man me met een taxi naar het vliegveld. Het hotel rekent daar 85 pond voor. Te veel, want dat is gelijk aan de prijs in Caïro en daar hoorde ik nota bene op straat dat het 45 pond is, misschien voor Egyptenaren zelf. Ik weet er 5 pond af te krijgen. De chauffeur rijdt heel rustig, alsof hij nog maar net zijn rijbewijs heeft, al denk ik eerder om brandstof te besparen. We stoppen onderweg om te tanken. Voor het vliegveld wordt mijn paspoort en ticket al gecontroleerd. Bij de ingang van het vliegveldgebouw nogmaals. En alle bagage moet door een scanner. Mijn bagage is met de boeken en beeldjes inmiddels 18.2 kilo. Het inchecken gaat vlot. Er zijn zes gates, mijn vlucht gaat vanaf gate 5. We worden met een oude bus naar het toestel gebracht. Ik zit op de tweede rij na business class. We krijgen alleen een beetje drinken. Een aardige vlucht met een beetje turbulentie en mooie landing. Caïro vliegveld Op het vliegveld van Caïro eet ik mijn broodjes tijdens het wachten bij de bagageband. In de hal weer het gebruikelijke gezeur, maar ik loop naar de uitgang helemaal links en buiten helemaal naar rechts waar shuttlebussen voor de hotels staan. Een bus van de concurrent van Novotel brengt me er voor een tip, mijn laatst muntgeld. Er is een groot schuifhek bij de ingang van het terrein en scanner bij de ingang van de receptie. Via een binnentuin met terras en zwembad kom ik in het gebouw waar de kamers zijn. Ik heb 2125. Dit was de goedkoopste optie in de buurt van het vliegveld en met net geen 70 euro voor zo´n arm land nog steeds prijzig. Duur, maar wel veel aangenamer dan weer met een taxi naar het centrum en daar in een hostel overnachten. En de kamer is zeer net en modern, met een waterkoker voor thee. Voor het eerst kijk ik even televisie. Woensdag 31 december. Voor de zekerheid heb ik het alarm van mijn telefoon al op kwart voor zeven gezet en geniet van een uitgebreid ontbijtbuffet. Het restaurant is in kerstsfeer versierd. Ik moet wachten tot de shuttlebus om acht uur vertrekt. De chauffeur slooft zich uit voor een fooi, maar die krijgt hij niet. Op het vliegveld is heel veel personeel. Overal zijn mannetjes die willen helpen voor een fooi. De winkels zijn prijzig, maar voor mijn laatste ponden weet  ik nog een mooie schaal te kopen. Die past in het laptopvak van mijn rugzak. Mijn notebook heb ik thuis gelaten. Het toestel staat dit keer aan de gate en vertrekt om tien uur, op tijd. Er zijn veel lege plekken. Schiphol Ik ben één van de eersten waarvan de bagage verschijn. Weiwei staat me met een Hello Kitty ballon op te wachten.
    Einde van een mooie reisje met hoogtepunten van Egypte. Een land met een lange geschiedenis en heel veel bezienswaardigheden. Ook een arm land. Over het algemeen vriendelijke mensen, behalve dat ze je vaak lastigvallen en vrij hardnekkig zijn. Het hoort er kennelijk bij. Het verkeer rijdt kris kras door elkaar, regels lijken er niet te zijn, 's avonds rijdt men soms zonder licht of slechts met stadslicht. Overal wordt gerookt. De politiecontrole is erg groot. Egypte is het land van zwerfkatten, vrouwenbesnijdenis, incest, obesitas, mierzoete thee en slechte gebitten. Maar ook een must voor ware reizigers en liefhebbers van geschiedenis. De sfeer was rond Luxor en Aswan zeer gemoedelijk. Vooral in Luxor had ik wel een paar dagen langer willen blijven. De temperaturen waren eind december uitstekend om iets te ondernemen. De avonden en ochtenden soms wel frisjes. Ik heb nog een eenvoudige mobiele telefoon, sms´jes vanuit Egypte naar Nederland kostten met mijn abonnement bij Ben maar liefst 51 cent! Johan (14 maart)