Mexico, Guatemala & Honduras 2016
    
    
    Om de winter door te komen, heb ik een reis naar een warme regio nodig. Reizen door Midden-Amerika trok me nooit zo, het leek me minder dan Azië. Sommige landen schijnen bovendien gevaarlijk te zijn. Toch heb ik wel eens gekeken naar mogelijkheden voor een route. Bijvoorbeeld van Panama Stad naar Mexico Stad. Maar voor zo´n plan zou ik langer verlof nodig hebben, of met diverse continentale vluchten alleen enkele hoogtepunten selecteren. Omdat ik nauwelijks Spaans spreek, kies ik nog maar een keer voor een groepsreis. Veel zien in relatief weinig tijd. Mijn interesse gaat in eerste instantie uit naar koloniale steden en Mayaruïnes. Daar blijkt Djoser de mooiste route voor te hebben, want zij gaan naast Mexico en Guatemala ook nog naar Honduras. De beste reistijd voor deze regio is onze winter. Op 27 oktober boek ik de 24-daagse reis. De groep zal met twintig mensen helemaal volgeboekt raken. Op 30 januari vraag ik de ESTA (Electronic System for Travel Authorization) voor Amerika aan. De Mexicaanse peso heeft kort voor de reis een gunstiger koers gekregen. Toevallig dat ik in de plaatselijke boekwinkel twee oude reisgidsen over Mexico tegenkwam, voor twee euro per stuk. Daar heb ik veel uit kunnen halen over de geschiedenis. Daarnaast zo gedetailleerd mogelijke plattegrondjes van de ruïnesteden van internet gehaald en met Google Maps van stadscentra en routes vanuit de hotels. Elders vond ik tweedehands het boek Leesgids Mexico, met 24 zeer gevarieerde verhalen en fragmenten over Mexico van Nederlandse, Mexicaanse en internationale auteurs uit 2002. Met oude en nieuwere reisverslagen, veel geschiedenis, en hoofdstukken over kunstenaars Frida Kahlo (1907-1954), Diego Rivera (1886-1957) en fotografe van de Mexicaanse revolutie Tina Modotti (1896-1942). Voor de geschiedenis en archeologische informatie heb ik gebruik gemaakt van reisgidsen, Wikipedia, reisverslagen en plaatselijke gidsen. Soms kwamen jaartallen en beschrijven niet altijd overeen. Mogelijk door onnauwkeurigheden, nieuwe inzichten of hardnekkige mythes. Het kan dus zijn dat de lezer elders andere informatie tegen zal komen.
    Geschiedenis De eerste voorouders van de Maya's kwam vijftien- tot twintigduizend jaar geleden waarschijnlijk via de Beringstraat uit Azië. De Mayaculturen bestaan grofweg uit Olmeken, Zapoteken, Mixteken, Tolteken en Azteken. Teotihuacán bij Mexico Stad is van 200 v. tot 750 n.Chr. de eerste van de klassieke culturen. Tussen 500 v. en 900 n.Chr. ontstaan de eerste echte Mayasteden. De junglesteden Palenque, Yaxchilán en Tikal (Guatemala) waren tot de achtste eeuw bewoond. Om onbekende redenen trekken de bewoners dan naar onder andere Uxmal in de provincie Yucatan. De oorlogszuchtige Tolteken (950 - 1150 n.Chr.) stichten Tula in ca. 968. Ook ontstaat Chichén Itzá met van 1000 tot 1200 een bloeitijd. Na de Olmeken wordt Monte Albán het belangrijke culturele centrum van de Zapoteken (550 v.Chr. - 1000 n.Chr). Omstreeks 1200 n.Chr., nemen Mixteken (900 - 1521 n.Chr.) Monte Albán en Mitla over. Zij heersen over het dal van Oaxaca tot de verovering door de Azteken (1200 - 1521 n.Chr.) aan het eind van de 15de eeuw. Rond 1300 trekken ze de vallei van het huidige Mexico Stad binnen. Met een beeld van hun bloeddorstige god Huitzilopochtli, god van de zon en de oorlog. Tijdens het rijk van de Azteken van 1325 tot 1521 wordt de hoofdstad Tenochtitlán, Plaats van de Cactus, gebouwd. Tot de voortreffelijke prestaties van de Maya´s behoren een exacte kalenderberekening, de invoering van de nu voor wiskundige berekeningen, nauwkeurige kennis van astronomie en de ontwikkeling van een schrift, dat tot op heden niet geheel ontcijferd is. Ze noemen zichzelf Mexica en gaven uiteindelijke de moderne staat zijn naam. De Spanjaarden Op 21 april 1519 landt de Spaanse conquistador Hernán Cortés op de Golfkust. Zijn doel is de verovering van Midden-Amerika, het bekeren van Indianen en verwerven van goudschatten. Hij begint zijn opmars naar Tenochtitlán, want hij is nieuwsgierig naar de sprookjesachtige, rijke hoofdstad van de Azteken. Montezuma wendde een hartelijk ontvangst in het paleis voor met de bedoeling hen later te doden. Cortés neemt Montezuma in gijzeling wanneer hij hoort dat zes van zijn soldaten in Veracruz zijn gedood en trekt naar de kust. Voor hij vertrekt vernielt hij snel Azteekse religieuze beelden. Wanneer hij terugkeert, zijn de Azteken bezig de Spaanse troepen uit te hongeren. Montezuma wordt door zijn krijgshaftige broer Cuitlahuac vervangen en onder druk van de conquistadores moet Montezuma op de stadswal het volk overhalen om de wapens neer te leggen. Ze stenigen hem. Cortés vlucht. De Azteken laten de kans op een complete overwinning voorbijgaan. Tijdens een jaar aan de kust komt versterking. De Azteken vormen nog steeds een meerderheid, maar de Spanjaarden snijden de voedsel- en watertoevoer naar Tenochtitlán af. De nederlaag voor de Azteken is onvermijdelijk. De laatste keizer, Cuauhtémoc, wordt gevangen genomen. Op 13 augustus 1521 is Tenochtitlán na bittere, bloedige gevechten veroverd. Nieuw-Spanje is geboren. Cortés laat op de puinhopen de nieuwe hoofdstad Mexico bouwen. In 1524 arriveren de eerste missionarissen. Miljoenen Indianen sterven aan epidemieën, ziekten, bij massamoorden en onder dwangarbeid. Na de ontdekking van zilvermijnen rond 1550, nam de ontwikkeling van de nieuwe kolonie een hoge vlucht. Binnen een eeuw was Mexico de grootste zilverproducent van de wereld. In augustus 1790 werd in de buurt van het presidentiële paleis de beroemde kalender- en zonnesteen en een imponerend beeld van de onthoofde Coatlicue gevonden, moedergodin van de aarde, de godin van het vuur en de vruchtbaarheid en moeder van de zuidelijke sterren. Ze weegt twee ton. Ze is chaos en verdriet, schoonheid en verrukking. Beide werken kunnen in het antropologisch museum bewonderd worden. Systematische opgravingen kwamen er niet, want dan hadden koloniale gebouwen weg geruimd moeten worden. In 1808 valt Napoleon Spanje binnen en zet de Spaanse vorst van zijn troon. De zilverwinning neemt af. Tussen 1810 en 1821 heersen onafhankelijkheidsoorlogen. Tussen 1832 en 1848 verliest Mexico tijdens grensoorlog Texas, Californië, Nieuw-Mexico en Arizona aan de USA. De Fransen trekken in 1863 Mexico-Stad binnen en roepen de monarchie uit. Keizer wordt de Habsburgse aartshertog Maximiliaan, die in 1867 door liberale troepen wordt doorgeschoten. In 1910 vieren de Mexicanen een eeuw onafhankelijkheid. Onmiddellijk hierna breekt een revolutie uit door de grote ongelijkheid tussen de elite in hoofdstad en de armen en middenstand van de provincie. Na de revolutie ontstond een onafhankelijke cultuur. Het muralismo, de muurschilderkunst, is wel het belangrijkste voorbeeld: murales, die de strijd van de Indianen tegen onderdrukking hadden en tegelijkertijd als opvoeding van de massa moesten dienen, sieren de wanden van talrijke overheidsgebouwen in de hoofdstad en veel gemeentehuizen in de provincie. In 1978 stootten werknemers van de elektriciteitsmaatschappij op een harde ronde steen met een doorsnede van 3 met 25, dat de maangodin Coyolxauhqui voorstelde. Hoofd, armen en benen zijn van het lichaam gescheiden. Volgens de Azteekse legende raakte de godin Coatlicue - reeds moeder van 400 zoons en een dochter Coyolxauhqui - zwanger van een bal met veren. Ze zette haar broers aan om hun moeder te doden. Het ongeboren kind, de god Huitzilopochtli, hoorde van dit plan en bewapende zich met een schild en een slang van vuur, sprong uit de moederschoot tevoorschijn om haar en de meeste broers te doden. Het lichaam van Coyolxauhqui werd van de heilige berg van Coatepec geworpen en brak in stukken. Na deze spectaculaire vondst schenen alle bedenkingen tegen opgravingen op deze historische plaats verdwenen. Twee hele huizenblokken moesten wijken. De Templo Mayor is slechts een klein deel. Van de grote tempel is niets behouden gebleven. In de twee torens aanbeden de Azteken hun belangrijkste goden: de oorlogsgod Huitzilopochtli en de regengod Tlaloc. De rechte, zuidelijke tempel was aan de oorlogsgod gewijd. Een groot deel van de schatten - meer dan 7000 stuks! Mais Mexico is mais, en zonder mais is er geen land. Dat nemen de Mexicanen zeer letterlijk. Het gewas is niet alleen het hoofdingrediënt van de Mexicaanse keuken. Volgens het scheppingsverhaal van de Maya’s, waar menig Mexicaan nog heilig in gelooft, zijn de Mexicanen zelf ook gemaakt van mais. Maya's, mensen uit maïs. Zoals dat staat beschreven in het scheppingsverhaal in Popol Vuh, het heilige boek van de Maya's. Na poëtische beginwoorden verhaalt het hoe de Schepper en Vormgever de ruimte vult en de aarde laat verschijnen. Tot driemaal toe doet hij een poging wezens te maken die hun opdracht begrijpen. Driemaal is scheepsrecht. Met behulp van dieren worden witte en gele maïskolven verzameld. De maïs wordt gemalen en uit het deeg worden vlees en bloed gemaakt. Uit de krachtige drank van de maïs worden spieren gevormd. Uit de maïs, en uit maïs alleen, boetseert de Schepper en Vormgever de eerste mensen, vier mannen en vier vrouwen. Schitterende wezens zijn het, de eerste mensen. De mens is wat hij eet. Hoe dan ook, mais is overal. Op tafel, waar elke maaltijd vergezeld gaat van een mandje nog warme tortilla’s, of je nu bij een familie thuis bent of in een chic restaurant. Maar ook op straat, waar dezelfde tortilla’s figureren in alle mogelijke straatsnacks. Tieners lepelen na schooltijd een bekertje maiskorrels met mayo, limoen en chili leeg en op elke hoek ligt wel een rijtje kolven te blakeren op een vuur. Mexicaanse eetcultuur Voor het beste uit de Mexicaanse eetcultuur hoef je niet naar een fancy restaurant, maar bezoek je de lokale markt die in elke buurt of dorp te vinden is. De Mexicaanse keuken is als een perfect huwelijk tussen de Oude en Nieuwe Wereld in Latijns-Amerika. Precolumbiaanse ingrediënten als mais, bonen, pepers, avocado’s en cacao, werden sinds de komst van de Spaanse veroveraars aangevuld met de door hen meegebrachte voedingswaren. Al deze ingrediënten werden gecombineerd tot ingenieuze gerechten die vandaag nog steeds op de Mexicaanse tafels verschijnen. Neem chocolade, een Mexicaanse uitvinding. De Maya’s waren de eersten ter wereld om cacao te consumeren. Cacaobonen werden vermalen en verdund met water tot een zurige drank, die ze op smaak brachten met honing en peper. Misschien wel het beste voorbeeld van de Mexicaanse mestiezenkeuken is mole, simpelweg ‘saus met pepers’, in de taal van de Azteken. Sinds de landing van Columbus is mole geëvolueerd tot nationaal feestgerecht met soms wel twintig tot dertig ingrediënten. De mole gaat traditioneel over de kalkoen of kip. De kliekjes, een dag later, zijn geweldig om tortilla’s in te dopen.
    Donderdag 11 februari. De reis begint met een vlucht van United naar Houston. Toevallig net als bij mijn laatste reis naar Amerika. Voor het eerst vlieg ik met een Dreamliner. Ik heb een stoel in het midden. Na appelsap en crackers met smeerkaas volgt even later de lunch met cheese manicotti, salade, een broodje, ijsje en thee. Er zit een jonge blondine naast mij. Boven Amerikaans grondgebied praten we pas met elkaar. Zij blijkt bij mij in de groep te zitten! Rondom ons heb ik al van meer Nederlanders gehoord dat ze naar Mexico gaan, waarschijnlijk meer groepsgenoten. Achter elkaar zie ik drie films. Beginnend met de animatiefilm Inside Out. Mooi gemaakt, maar het verhaal valt een beetje tegen. Ik snap die hoge waardering op imdb.com niet. De volgende is Irrational Man van Woody Allen met Joaquim Phoenix. Het verhaal is niet volledig geloofwaardig, maar Allen weet er met een goede cast wel iets moois van de maken. Phoenix is dit keer misschien een beetje miscast, want de rol van professor met een buikje past niet zo bij hem. Allen heeft waarschijnlijk graag een film met hem willen maken. Als laatste Truth met Cate Blanchett en Robert Redford. Een gerechtigheidsdrama, met goed acteren, maar als geheel niet iets om echt van onder de indruk te raken. Houston Op het vliegveld van Houston zijn veel gangen en trappen. Bij de ESTA- machine moeten de vingers op een scanner, vervolgens op een schermpje de eigen gegevens bevestigen en enkele vragen beantwoorden. Er komt een bonnetje uit. De beambte even verderop vraagt naar mijn destination. "Mexico". Alle vingerafdrukken worden nu vastgelegd en een foto. Met een treintje kom ik bij de B-terminal. Daar is het wachten in een hal, want dertig minuten voor vertrek wordt de gate pas bekend gemaakt. Op de tweede vlucht serveren ze een turkey cheese sandwich. Het is een klein lawaaiig toestel, klinkend als een opgevoerde autobus. Mexico D.F. We krijgen vanuit de lucht een aardige indruk van de grote stad. Het vliegveld ligt in de buurt van het centrum en lijkt niet zo groot. De hoofdstad van Mexico ligt op 2200 meter boven zeeniveau. Ik heb dollarbriefjes mee. Bij de ATM is het teken voor peso´s tot mijn verbazing ook $. Verwarrend. Ik haal er 2900 uit. Reisbegeleidster Meike vangt ons op. Onze chauffeur heet Emilio. Hij brengt ons in ongeveer een half uur naar ons hotel in het centrum van Mexico Stad. Door het tijdsverschil heb ik geen zin meer om de straat op te gaan. Met een deel van de groep eet ik in het restaurant op een bovenverdieping van het hotel. Ik heb een panini mexicano en cola (55 + 20p). Op de kamer ligt een kaartje met instructies over wat doen bij een aardbeving. O ja, daar had ik niet eens aan gedacht, je zit hier in een risicogebied. Vrijdag 12 februari. Het ontbijt is in de zaal waar we gisteravond hebben gegeten. Een vaste prijs van 128 peso's en 30 extra voor verse wortelsap. Het ontbijt zit niet bij deze reis inbegrepen. Dan kan ik af en toe ook iets simpels buiten het hotel halen. Op het dakterras hebben we aansluitend een briefing. Direct maar het financiële deel: $20 voor de gidsen en nog 575 peso's (of $30) in de algemene fooienpot. Daarnaast krijgen we wat informatie over het land en de hoofdstad. In de spits is de voorste metro voor vrouwen en kinderen. Een taximeter heeft de bijnaam 'Maria', want die is eerlijk. Anita is de enige Belg; een oudere dame die zelf ook cultuurreizen begeleidt en graag musea bezoekt. Later zal blijken dat zij een prettige gesprekspartner is. Een grote fles water in de Oxxo om de hoek kost 12p. Vanmorgen doen we een stadswandeling met Ellen, een Nederlandse die hier al jaren woont en een vergunning heeft om rondleidingen te doen. Ellen leidt ons langs het Alameda Central park met het monument voor Hemiciclo A Juárez, die tussen 1858 en 1872 president van Mexico was. De volgende stop is bij het Palacio de Bellas Artes waar een metrostation in Parijse stijl naast ligt. Tussendoor krijgen we veel algemene informatie. We hebben pech dat de paus het land bezoekt, want het centrale plein, het Zócalo, is afgesloten. Laat dat nu net een rol hebben gespeeld in de openingsscène van de beste James Bond-film sinds jaren die ik onlangs zag: Spectre. Lunchen doen we aansluitend op het dakterras van El Mayor, met uitzicht over de niet zo indrukwekkende ruïnes van Templo Mayor, ook wel de Piramide van Huitzilopochtli, de belangrijkste tempelpiramide van de Azteekse hoofdstad Tenochtitlan. Mexico Stad werd in 1521 gesticht en op de ruïnes van deze oude Aztekenstad gebouwd. Antropologisch Museum Na de lunch neem ik met de alleenreizende mannen uit de groep een bus naar het veelgeprezen antropologisch museum. De rit kost 5,5 peso´s heen en 6 op de terugweg. Een behulpzame jonge vent en zijn nichtje zeggen waar we moeten uitstappen. Mijn kamergenoot Robin blijkt aardig wat Spaans te kunnen. Het fraai ontworpen museum bevindt zich in een park. Voor de ingang hangen een aantal mannen aan een paal, zogenaamde palo volador (paalvliegen). De entree is 65 peso´s. Op de binnenplaats staat een zeer kunstig ontworpen fontein. We beginnen een beetje te langzaam. Het blijkt een enorm museum te zijn. Achterin staan enkele belangrijke vondsten: de wereldberoemde Aztekenkalender met een doorsnede van 3,65 meter, de hoofdtooi van Montezuma, een Chac-Mool, een Cuauhxicalli van basalt om offers in te leggen. En de afbeeldingen van de volgende goden: regengod Tláloc met cirkels om de ogen (moeten slangen voorstellen) en opgerolde neus. De god van de lente Xipe Tótec. Ter ere van deze god vilden de priesters elk jaar in maart levende slachtoffers, waarna zij in hun huid rondliepen. De god van hemel en aarde Quetzalcóatl (gevederde slang), afgebeeld als een vogel (quetzal) en een slang (cóatl). En de moeder van de goden Coatlicue. Over het algemeen is het een schitterend museum. We drinken tussendoor wat in een inpandig café aan de zijkant van het museum voor we de laatste zalen bezoeken. Om half zeven hebben we afgesproken voor het avondeten met de hele groep in het mooie Café De Tacuba. Ik bestel kipsalade met soda 162 + 28 + 29 peso´s service kosten + 20 fooi voor de muziek van de gezellige mariachi-groep. Dat hoort er helemaal bij. Ze spelen enthousiast. "Mariachi's komen oorspronkelijk uit Guadalajara. Zo'n orkest bestaat uit een groep muzikanten die met trompetten, violen en gitaren vrolijke deuntjes spelen. Ze zijn meestal gekleed in een strakke, zwarte broek en kort versierd jasje, gecompleteerd met sombrero's en laarzen. Soms staan ze op een plek, maar vaker trekken ze van bar naar bar om daar te spelen en te zingen." Voor de deur van het restaurant wachten meisjes op een Chinese zanger die in het restaurant op de bovenverdieping zou zitten. In eerste instantie juichen ze uiteraard voor mij. Ze laten een foto van de Chinees op een mobieltje zien, maar ik heb geen idee wie het is. In het park zitten stelletjes elkaar in de schemer te zoenen. Anders dan de eerst nacht hoor ik nu wel snurken van mijn kamergenoot Robin. Zondag 14 februari. Vandaag gaan we de piramides bezichtigen. We vertrekken om acht uur. Met onze bus en gids Alejandro/Alex. Allereerst naar de Azteekse ruïnes van Tlatelolco in plaats van de Basiliek van Guadalupe omdat de paus die vandaag gaat bezoeken. Want dit is het belangrijkste bedevaartcentrum van Midden-Amerika. De stad zelf lijkt een beetje uitgestorven. "De Indiaan Juan Diego was het die de Heilige Maagd zag die verzocht de bisschop te vragen om voor haar een kapel te bouwen. De bisschop vroeg om een bewijs. Op 12 december 1531 bracht de Maagd een rozenstruik mee waarop het beeld van de Maagd in een stralenkrans verscheen. Haar wens om een kapel werd snel vervuld. In 1709 werd deze door de Basílica de Nuestra Señora de Guadalupe vervangen. Ieder jaar op 12 december komen de Indianen met duizenden uit alle delen van het land en leggen het laatste stuk op de knieën af." Teotihuacán De beroemde piramides van Teotihuacán liggen een stukje ten noordoosten van de stad. Entree is 65 peso´s. De plaats 'waar de mensen goden worden', verbergt een groot aantal geheimen. En geweldige piramides die aan de zon en de maan gewijd zijn. In de tijd van Cortés stond op de top van de grootste piramide een tempel met daarin een uit één blok steen gehouwen en naar het oosten kijkende reusachtige zuilvormig beeld van de zonnegod. De borst was voorzien van een plaat gepolijst goud en zilver, waarop de eerste stralen van zon vielen. Het beeld werd door bisschop Juan de Zumárraga verwoest. Teotihuacán was tussen 200 v.Chr. en 750 n.Chr. bewoond en ligt in een droog dal. Het moet een drukke stad geweest zijn met 200.000 mensen in die tijd de grootste stad van de wereld. Wie de bewoners waren, waar ze vandaan kwamen en waarheen ze gingen, is onduidelijk. De Azteken die de verlaten ruïnestad in de 14de eeuw aantroffen, gaven het de naam Teotihuacán. De bus rijdt achtereenvolgens naar drie parkeerterreinen rond het complex met tussendoor tijd om de belangrijkste plekken te bezoeken. We beginnen in het zuiden. Binnen de muren ligt het belangrijkste bouwwerk, de tempel van Quetzalcóatl, god van de schepping en wetenschap, vermoedelijk machtscentrum, ceremoniewijk en verblijf van de heerser. Een lage piramide van zes lagen. Iedere laag is afwisselend versierd. Uit de piramidewand steken stenen koppen van de 'gevederde slang' en de regengod Tlaloc. De piramide was oorspronkelijk in felle kleuren beschilderd. Sporen van een blauwe achtergrond zijn nog steeds zichtbaar. Dan krijgen we een voorstelling van paalvliegers, door mannen die op het parkeerterrein wachten. Na onderhandelen met Meike doen ze hun kunstje voor de groep. Indrukwekkend. Ze hebben ook miniatuurtjes van de voorstelling te koop. "Deze dans uit Veracruz is een traditie om een goede oogst te krijgen. De dansers klimmer in een met touwen omwonden paal. Boven aangekomen begint één van hen op een fluitje te spelen en de andere vier zakken met het hoofd omlaag, de armen gespreid langzaam naar beneden. De touwen wikkelden zich af in 52 omwentelingen. Na een salto komen ze weer op de grond." Aan het einde, westelijk van de maanpiramide, ligt het paleis van Quetzalpapalotl (vogelvlinder). Een patio is omgeven door twaalf rechthoekige zuilen met rijk versierde reliëfs. Onder het paleis, werd het paleis van de Jaguar gevonden met een wandschildering. Teotihuacán was de stad van de muurschilders. In totaal zouden er ongeveer 350 schilderingen gevonden zijn. De volgende bezienswaardigheid is de Maanpiramide (30 meter hoog). Daar kunnen we op klimmen. Vanaf hier is het totaal overzicht over de ruïnestad bijzonder fraai. De twee en een halve kilometer lange straat die de maanpiramide met de citadel in het zuidoosten verbindt noemende zij 'Straat der Doden'. Langs de muren van de citadel liggen dertien tempels. De straat wordt door piramides met drie of vier treden omgeven, waarschijnlijk paleizen. Dan is het een stukje lopen naar de Zonnepiramide. Deze 70 meter hoge en aan de basis 225 meter brede piramide is een echt wereldwonder. En de op twee na grootste piramide van de wereld. Hij werd rond het jaar 100 gebouwd, ongeveer een eeuw voor de maanpiramide. In 1971 werd via een gang in het lava onder de piramide een ruimte ontdekt. Dit kon wel eens de belangrijkste religieuze plaats zijn geweest. Hier is het drukker, halverwege ontstaan opstoppingen bij een smalle trap. De top is meer een bult van ruwe stenen. De piramides verschillen duidelijk van die van Egypte. Zij zijn hier gericht naar de zon. Iedere 52 jaar werd er een nieuwe piramide overheen gebouwd. Achter de piramide loopt een pad naar een parkeerterrein waar de bus ons oppikt. Het is dan nog een klein stukje rijden. Want pal achter de maanpiramide hebben we een iets tegenvallende buffetlunch, inclusief fooi en een voorstelling in klederdracht van het personeel voor 205 peso's. Ook de terugweg naar het hotel gaat vlot. Na een korte stop op de kamer loop ik met de drie andere alleenreizende mannen naar het centrum. Het Zócalo is nu vrij van mensen, maar er staan nog heel veel dranghekken en podia die het wandelen en maken van foto's belemmeren. Daardoor is het ook niet mogelijk om de beroemde muurschilderingen van Rivera in het Palacio Nacional te zien. Net als Anita heb ik het ook al uit mijn hoofd gezet om met een taxi het Blauwe Huis van Frida Kahlo te bezoeken. Door de Paus, het tijdsverschil en alle indrukken heb ik daar te weinig energie voor. Ik heb wel kort na de reis een boek over Rivera besteld, om een beeld te krijgen van zijn werk.
        Ancient Mexico - An Epic of the Mexican People, 1929-35 Mexico Today and Tomorrow - An Epic of the Mexican People, 1929-35
    History from the Conquest to 1930 - An Epic of the Mexican People, 1929-35 Met de mannen haal ik een milkshake (30p) in La Vasconia. Even later een sandwich en cola (105p) in de bar Cantina Buenos Aires. Serveerster Fabiola wil mij een tequila aanpraten, thee hebben ze niet. Er zit een man met drie vrouwen aan een tafel naast ons, op het einde van hun bezoek gaat hij met een hand onder de rok van de vrouw links van hem. Op de terugweg naar het hotel passeren we restaurant La Pagoda, dat ziet er leuk uit! Iets voor een volgende keer. Het centrum van de stad is dorps en vriendelijk. Maandag 15 februari. Gisteravond en vanochtend was het onrustig op de gang in het hotel. In de bus krijgen we een informatief praatje over het huidige Mexico door Meike. DF staat voor: Distrito Federal. De koffiepauze houden we op een parkeerplaats naast de weg met een Italian Company. Met uitzicht op de vulkanen Popocatépetl en Iztaccihuatl. De eerste is 5465 meter hoog en bij helder weer is het een geweldig gezicht. Naschrift: Vanaf 28 maart begon de vulkaan weer onrustig te worden. Op 4 april kwam het tot een eruptie. En op 18 april kwam het wederom tot een uitbarsting. Dit soort nieuws maakt extra indruk wanneer je er zelf bent geweest. De Belgische heeft niks met selfies: "Wanneer ik in de spiegel kijk schrik ik, boe". We houden een voorstelrondje door de bus. Annemieke, de blondine naast mij in het vliegtuig, blijkt voorouders uit Friesland te hebben en nu in Groningen te wonen. Voetbalvelden langs de route zijn druk bezocht. Na twaalf uur houden we een half uur pauze voor een snack. Onderweg krijgen we een kleine cursus Spaans: gracias, por fabor, buenos dias, buenos tardes, buenos noches. We komen door een mooie bergroute waarvan ook een deel met ´badlands´. Dan volgt een late lunch bij een wegrestaurant, ik heb een omelette del campo en bruiswater voor 60 en 15 peso´s. Oaxaca Na nog meer rijden door de bergen komen we aan in de zeer fraaie koloniale stad Oaxaca. Daar moet de bus een stukje gelegitimeerd links rijden om aan de eenrichtingsstraten van het koloniale hart van de stad te kunnen beginnen. Na het inchecken ga ik direct op pad met de alleenreizende mannen, nog net voor sluitingstijd van het Oaxaca Museo de las Culturas de Oaxaca, entree is 65 peso´s. Morgen gaan we naar Monte Alban, de schat van tombe 7 is hier deels tentoongesteld, in een schitterend kloostergebouw. Het is zondagavond, er zijn veel mensen op straat, slankere mensen, baby's worden gevoed, een non verkoopt koekjes. Het avondeten halen we aan het Zócalo op een toeristisch terras van Del Jardin. Ik heb chef salade, agua con gas en thee verde 66, 26 en 21 peso´s. Ik geniet van het straatleven met verkopers van ballonnen, slenterende stellen en families, baby´s in doeken op de rug. Ik doe de handwas op kamer, de komende twee nachten hoef ik geen kamer te delen. Monte Alban Dinsdag 16 februari. Ik haal yoghurt met muesli plus een grote fles water uit een supermarktje een blok naar oosten (27p). Om half negen gaan we met onze eigen bus naar Monte Alban. Deze ruïnestad ligt op een prachtige locatie, op slechts een paar kilometer van Oaxaca. Het laatst stuk loopt flink omhoog. Om kwart over negen zijn we bij de ingang, entree is 65 peso´s. We krijgen een andere gids dan naar gevraagd was. Het is Hector, een zeer rustig sprekende Maya met een cowboyhoed. Hij is nogal uitvoerig. Niet iedereen heeft daar geduld voor. Maar zijn verhaal is goed. Veel blijft raadselachtig, ook op Monte Albán. De Zapotekenpiramides op de witte berg ligt op negen kilometer ten oosten van de stad 400 meter boven de hoogvlakte van Oaxaca. Omstreeks 500 voor Chr. werd een berg op het punt waar drie armen van de vallei samenkomen afgevlakt waarna een begin werd gemaakt met de bouw van de stad. Voordat het omstreeks 700 na Chr. werd verlaten, had Monte Albán tijdens haar bloeitijd 25.000 inwoners op een oppervlakte van 6,6 vierkante kilometer. De bouwwerken op de top, bestemd voor heersers en priesters, zijn slechts een klein deel daarvan. Van hieruit zouden de Olmeken en later de Zapoteken de omloopbaan van de planeten hebben bepaald en hun kalender hebben vastgesteld. De bebouwing wordt in vijf periodes verdeeld. Tot de eerste periode behoren de danzantes, zeldzaam groteske figuren met babygezichten. De verdraaiing van de figuren leverde hen de naam dansers op. Na jaren van discussie schijnen archeologen het eens te zijn dat deze figuren, naakt, verkrampt en met bloedende geslachtsdelen, dode en verminkte koninklijke gevangen voorstellen. Ondergrondse grafkamers in de vorm van een kruis stammen uit de vroegste tijd. Zij werden later door de Mixteken (1200 - 1500) opnieuw gebruikt. Verbleekte muurschilderingen wijzen op invloed van de Teotihuacáncultuur. Het Gran Plaza was de voornaamste ceremoniële locatie. Aan de oostelijke zijde wordt het plein door het paleis begrensd, vermoedelijk het woongebied van de priesters. Buiten het centrale plein ontdekte Alfonse Caso in 1932 graf 7 met de kostbare Mixteekse sieraden: de rijkste goudschat die ooit in Mexico werd gevonden. Men vermoedt dat het hierbij om de schat van Montezuma kan gaan. Tombe 7 ligt even ten noorden van de parkeerplaats. Het graf is nu een lege ruimte. De rode fresco's zijn verbleekt. Maar de ingang heeft een uniek in de wand verzonken masker van een Zapoteekse godheid met een prachtige hoofdbedekking. De tombes zijn allemaal gesloten. Het balspeelveld heeft gaten in de hoeken, geen ringen zoals bij andere sites. Het is drukker geworden. Bij de ingang bezoek ik nog een klein museum en boekwinkel. Een deel van de groep wandelt terug naar stad. Later horen we dat Annemieke door een hond is aangevallen. Ze moet een tetanusprik hebben. Ik heb voor de bus gekozen, omdat er anders weinig tijd is voor het mooie stadje. Met Nico wandel ik vanaf het hotel naar het noorden, maar dat valt helaas tegen. We drinken thee aan het Zócalo op een terras (21p) en vervolgen onze wandeling door overvolle overdekte marketen en langs verkopers die de straatkant bezetten. In de boekwinkel Amate Books koop ik boekjes over de fotografen Tina Modotti (119p) en Edward Weston (130p) en een bundeltje met 22 ansichtkaarten (230p) met het bekendste werk van Frida Kahlo.
        "Modotti (1896 - 1942) werd geboren in Italië maar verhuisde in 1913 naar de Verenigde Staten. Ze huwde in 1918 Roubaix de l'Abrie Richey en verhuisde met hem naar Los Angeles om in de stommefilmindustrie te werken." "Ze ontmoette daar fotograaf Edward Weston (1886 - 1958) van wie ze model en later ook minnares werd. Dit was vermoedelijk een van de redenen waarom Richey naar Mexico-Stad verhuisde. In 1922 reisde zij hem achterna, maar kwam aan nadat hij twee dagen eerder aan de pokken was overleden. Een jaar later verhuisde Weston haar achterna." "Modotti en Weston kwamen terecht in het kunstenaarsleven van de stad, maakten onder andere kennis met Diego Rivera en Frida Kahlo en sympathiseerden met de Mexicaanse Revolutie." (Bron: Wikipedia)
    Bij Santander haal ik 4900 peso´s uit de muur, dit keer zitten er ook kleine coupures bij. Ik maak een praatje met een verveelde souvenirverkoopster in de lobby van het hotel, die blij is met de aandacht. Ze vraagt wat ik het mooiste vind. Uiteraard zeg ik: "jouw glimlach". Dan ga ik met een klein groepje op pad. Even na 17.30 aanschouwen we het strijken van de vlag door vier politiemensen, ook een vrouw. Dan drinken we op een terras aan het centrale plein. Twee groene thee (27p) en daarna taco bief (62p). Een mooi plekje om straatverkopers te observeren. Een jonge moeder met twee jochies ziet er wat treurig uit. Ze probeert sjaals te verkopen. Ze heeft een zeer klein postuur, net als de meeste Maja´s. Zo ze nog een meisje. Maar ze heeft al twee zoontjes. We horen dat de Belgische door kinderen is beroofd van een reisgids en aantekeningenboekje, gelukkig geen waardevolle zaken. Helaas maken sommige mensen uit mijn groep de verkopers en muzikanten in het Nederlands belachelijk. Ik ga eerder naar de kamer, want we moeten morgen vroeg op. Woensdag 17 februari. Ik haal ontbijt van de bakker in de straat van het hotel. We vertrekken om zeven uur, het zal de langste reisdag worden. Eerst een uur reizen naar Mitla. Maar nog eerder al een korte stop in Tula voor een boom van 42 meter omtrek en 35 hoog. Mezcal is het nationale drankje dat gemaakt wordt van agavewortels, van gerookte snippers. Er zijn veel plantages in deze regio. Het meer bekende tequila is een afgeleide van mezcal. Mitla "Tot de 'Dodenstad Mitla' behoren vijf groepen gebouwen. Mitla was in tegenstelling tot Monte Albán nooit vergeten of bedolven. De belangrijkste en best bewaard gebleven is de zuilengroep met unieke mozaïekornamenten. Hier resideerde de hogepriester. Of de Zapoteken of de Mixteken de scheppers zijn van de paleizen, daarover strijden de geleerden. Van de lange zuilenhal, droegen de zes zuilen eens het dak." Mitla heeft smalle straatjes, maar de bus komt tot bij de ruïnes. Er rijden ook een paar tuk tuks. De site heeft twee tombes die te bezoeken zijn, nauwe ondergrondse ruimtes. Ik vind vooral de mozaïekmuren fotogeniek. Er staan ook zes zuilen en aan de rand een aardig katholiek kerkje met een mooie Maria. Met Coosje uit de groep praat ik over Cambodja. Ze heeft het over een Cambodjaanse die met een Nederlander is getrouwd en in Steenwijk woont. Even na half tien zijn we weer onderweg. Scholen zijn van zes tot twaalf jaar gratis, maar boeken en kleding niet. Privéscholen zijn beter want er zijn nauwelijks geschoolde docenten voor de openbare scholen. Mexico is net als Spanje dol op 'reductors', dat zijn verkeersdrempels. We vervolgen met een bergroute. Om half twaalf hebben we een pauze, het is de eetpauze voor de chauffeur en plaspauze voor de rest. Je moet je behoefte met een emmer water wegspoelen. Ik koop een magnum-ijsje voor een exorbitante 30 peso's. We stoppen vervolgens bij een luxe restaurantterras ter hoogte van een meer. Voor de lunch in de terrastuin kies ik tortilla's met garnalen en salade (99p). En flesje soda plus serveerkosten totaal 135 peso's. De route is nu vlakker, we komen door een gebied met veel windmolens, en dat er wind staat merken we. Er is zelfs een Truck omgewaaid. Bij een tankstation pauzeren we even, ik haal een flesje water (8p). We zijn nu bij Tuxtla met aan de overkant een Walmart. Hier is het verkeer druk. Chiapa de Corzo De bus eindigt bij een plein in het hart van Chiapa de Corzo. De grote bagage komt achterin pick-ups, wij moeten lopen omdat het hotel in een smal straatje zit. Het avondeten is in het hotel in een zaal boven. Want het is te laat om nog het stadje in te gaan. Ik heb taco kip en groene thee (75 en 30p). Anita is ook in Japan geweest. Interessant om naar haar ervaringen te luisteren. Sumidero Canyon Donderdag 18 februari. In het hotel is een ontbijtbuffet voor 130 peso's. Het is een viersterrenhotel gerund door jongeren. De koffers worden om kwart voor negen opgehaald. We vertrekken om negen uur. Het is maar een klein stukje terugrijden naar het begin van de Sumidero Canyon. De bootvaart kost 200 peso´s per persoon, er zijn twee bootjes. Alleen Simone gaat niet mee, die vindt het te toeristisch en zit al vanaf het begin niet goed in haar vel. Ik geloof niet dat ze zo geschikt is voor groepsreizen. Eerst varen we nog rustig, onder een brug door. Al spoedig zien we zeearenden, spinapen, aalscholvers, witte reigers, leguanen, gieren en krokodillen. Toen de Spaanse conquistadores de provincie Chiapas innamen, verkozen de tegen hen strijdende Indianen de dood boven een leven als slaaf. Massaal trokken ze toen naar de canyon en stortten zich als lemmingen in de diepte! De route eindigt bij een rotsbegroeiing in de vorm van een kerstboom, zo wordt die ook genoemd. De terugweg gaat veel sneller. We ontdekken dan ook dat we één van de eerste boten zijn. Het was verstandig om vroeg te beginnen, want sommige dieren laten zich nu niet meer zien. We stoppen nog wel even heel dicht in de buurt van op de oever luierende krokodillen. Deze tocht was zeker de moeite waard. Ik hoop wel dat we het dierenleven niet te veel verstoren. San Cristóbal Onze volgende bestemming, San Cristóbal de las Casas, is dan niet zo ver meer. De bus eindigt op een parkeerterrein, wij lopen het laatste stuk. De grote bagage wordt gebracht. San Cristóbal is wederom een prachtig koloniaal stadje. Het is hier frisser. Ik heb een prima lunch met de mannen in Café bar Revoluzión, thee en een belegd broodje (20 en 48p). Op de markt hebben ze heel veel keuze. Jammer dat er weinig interesse voor lijkt te zijn. Ik koop twee T-shirts voor 50 peso´s. Nu de andere mannen de prijs weten, kopen zij ook. Ik heb ergens gelezen dat souvenirs hier het minst kosten. Maar hoe kunnen ze van deze prijzen rondkomen? Er zijn ook nog veel straatverkopers, die je aanspreken of zelfs in restaurants en cafés bij je tafeltje komen. Op straat staan dames met emmers gefrituurde sprinkhanen. Dan lopen we naar het Blom museum (45p) waar de Deens archeoloog Frans Blom (1893 - 1963) met zijn Zwitserse vrouw Gertrude (1901 - 1993) woonde. Het kaartje moet tegenover de ingang worden gehaald. Het museum is gelijktijdig ook een hotel en restaurant met een grote eettafel. Er zijn vooral veel foto's en diverse vertrekken die te bezichtigen zijn, met name de bijzondere bibliotheek. Ook de tuin is toegankelijk voor bezoekers. Op de terugweg nemen we een kijkje in een kerk met witte sluiers aan het plafond. De lokale markt is enorm en lijkt op enkele details na erg op Aziatische markten. In de moderne bar Praga drinken we wat, ik heb een soda (31p). Maar verveeld personeel en geen verse sap maken de sfeer er niet beter op. We vertrekken al snel. Het miezert een beetje. We gaan even rusten op de kamer. Om 19.30 heb ik afgesproken met de mannen voor het avondeten in restaurant Tuluc. Daar krijgen we meer dan uitstekend eten, ik heb enchiladas suizas (85p) en thee (25p). Op een hoek richting het hotel zit nog steeds een indianenvrouw met kinderen op het trottoir in de miezerige regen, ze gaan niet eens onder een boom zitten. Om negen uur zijn we op de kamer. Het beeld van die vrouw en kinderen op straat zit nog op mijn netvlies. Vrijdag 19 februari. Gisteravond op de kamer hoorden we harde knallen van vuurwerk. Vandaag bezoeken we minderheden in dorpjes in de buurt. Het is droog en zonnig maar fris. Eerst ga ik met Robin naar het postkantoor. Hij wil ansichtkaarten versturen. Robin kan af en toe wel wat hulp gebruiken. Hoewel hij een jonge uitstraling heeft, zich jeugdig kleedt, en als gepensioneerd docent Engels een prettige gesprekspartner is, blijkt hij al wat ouderdomskwaaltjes te hebben. Hij valt ook altijd snel in slaap. Het is ook een pittige reis. Daarna gaan we naar een supermarkt voor yoghurt met cereals, water plus wat te eten voor morgen (50,50p) en broodjes (28p) uit de naastgelegen bakkerij. Om half tien ontmoeten we de Vlaamse Christine, die hier woont, en de lokale jonge vrouw Anita bij onze bus. Zij gidsen voor ons voor 15 peso's per persoon naar dorpen van de Tzotzil indianen, die ook veel in de stad te zien zijn. San Lorenzo Zinacantán Het is twintig minuten rijden naar het eerste dorp, Zinacantán. Hier mogen geen foto's in de kerk worden gemaakt. Buiten het dorp zijn veel kassen met bloemen die veel worden geëxporteerd naar Yucatan. En ze hebben hier ook appels, peren, aardbeien en perziken. Jongens willen amber verkopen. Ze maken dat schoon met piepschuim. In de kerk staan veel beelden met klederdracht en spiegels. Er zijn ook heel veel bloemen in kerk. We bezoeken ook een huisjes waar geweven producten hangen en we een kijkje nemen in een rokerig keukentje. San Juan Chamula Dan een paar minuten rijden naar Chamula, hier leeft men meer van de landbouw. Maya indianen hebben 62 talen. De bus parkeert bij de begraafplaats. We lopen langs de begraafplaats naar het laagste deel van het dorp. Bij één van de huizen is een sauna aangebouwd. Die gebruiken ze om te zuiveren. Werkeloze minderheden krijgen 500 peso's per maand van de regering. We brengen een bezoek aan een huis met dennennaalden over de vloer, er staat een altaartje. Ik vind het een beetje hokus pokus. Dan bezoeken we de kerk, ook hier heel veel dennennaalden op de vloer, mensen drinken coca cola om te boeren, of nemen een kip mee die een ziekte over kan nemen. Daarna loop ik over het fotogenieke marktplein en de enigszins uitgestorven overdekte markt ernaast. Een deel van de groep drinkt wat op een terras, ik geniet van het straatleven. Om kwart voor twee lopen we terug naar bus. Terug in Las Casas loop ik met de mannen omhoog naar een gesloten kerkje voor het uitzicht over de stad. Ik koop mango licuados (29p), een soort smoothie, en een puddingbroodje met chocola (8p). Aan het centrale plein vind ik een opticien waar ze lensvloeistof hebben (168pesos), die van mij is op. Normaal neem ik een vol flesje mee, maar dat ben ik vergeten. In de commerciële autovrije straat richting de Guadalupe kerk zijn meer winkeltjes en plekken om te eten. In het boekwinkeltje Soluna koop ik veertien zeer kleurrijke ansichtkaarten over de zapatisten (168 peso´s). "Het Zapatistisch Nationaal Bevrijdingsleger is een deels gewapende revolutionaire beweging in Chiapas, een van de armste delen van Mexico. Het Bevrijdingsleger kwam in 1994 in opstand tegen de regering. Aanhangers van het EZLN worden zapatisten (Spaans: zapatistas) genoemd. Het is een antikapitalistische beweging die streeft naar autonomie van de indiaanse bevolking en zich verzet tegen neoliberale globalisering. Genoemd naar de Mexicaanse anarchistische opstandelingenleider Emiliano Zapata (1879-1919). Hoewel passend in de Latijns-Amerikaanse traditie van guerrillabewegingen, onderscheidt het EZLN zich hier tegelijkertijd van doordat, met uitzondering van de eerste opstand in 1994, de beweging veel gebruikmaakt van communicatie en veel minder van geweld om haar doelstellingen te verwezenlijken. Om deze en andere redenen wordt het EZLN wel de eerste postmoderne opstand genoemd." (Bron: Wikipedia) Om half acht heb ik met de drie mannen afgesproken voor het avondeten. We eten vanavond in TierrAdentro in Calle Real de Guadalupe. Ik heb taco's met kip en mole met bonen en bief, agua con gas, te verde, 69+14+16 plus 10. We krijg brood met sausje vooraf. Later nog live muziek met versterkers, dan is het helaas niet meer mogelijk om te praten. Zaterdag 20 februari. De wekker gaat om tien over vijf. Het hotel heeft een heerlijke douche. Rond zes uur lopen we naar de bus. We beginnen met een bergroute, soms in mist of wat lichte regen. Maar ook opklaringen. Dan wegwerkzaamheden. We pauzeren rond negen uur tegenover een Walmart. Ik haal Snickers en flan pudding (40,20p). Op de vlaktes verbouwen ze mais. Er gaat een envelop rond in de bus om een bedankje te schrijven voor onze uitstekende chauffeur Emilio. Er zit al $1 per persoon per dag in uit pot. De uitreisbelasting is 390 peso's. Maar eerst krijgen we een militaire controle. Twee mannen komen de bus inspecteren. Alleen bij de twee Limburgse mannen kijken ze even in de tas. Voor de bagage onderin nemen ze niet de moeite. We krijgen een immigratieformuliertje uitgedeeld en moeten daarmee door een kantoortje voor een stempel in het paspoort. Dan gaan we met vijf taxi´s vier kilometer heuvelopwaarts door niemandsland naar de volgende grens. Daar kunnen we het paspoort bij Meike inleveren.
    Guatemala Ik heb nog een exemplaar van de Wereldwijzer reisgids van Uitgeverij Elmar door Yvonne van der Bijl op de kop getikt. De laatste druk is uit 2008. Dit type reisgids heb ik ook van Bolivia. Ze zijn persoonlijker dan de meeste andere reisgidsen omdat één schrijver er met veel liefde aan heeft gewerkt. Nadeel is dat ze niet zo actueel zijn, maar daar kun je ook internet voor raadplegen. Guatemala heeft van alle Latijns-Amerikaanse landen de grootste indiaanse bevolkingsgroep. Eén op de twee in Guatemala is indigenas (inheems). De meeste mensen wonen in dalen tussen de 1500 en 2500 meter. Chiapas in het zuiden van Mexico hoorde ook bij Guatemala. In de koloniale tijd reikte Guatemala tot de grens van Panama. Guatemala werd in 1821 van de Spanjaarden bevrijd. Het verschil met Mexico is echter, dat Guatemala een met veel bloed besmeurde geschiedenis heeft. Door de ene na de andere coup waren er vaak generaals aan de macht. In 1954 werd er een coup uitgevoerd door de CIA die de democratisch gekozen president Jacobo Árbenz wegdreef en de Guatemalteekse revolutie beëindigde. Onder de codenaam PBSUCCESS werd een militair regime geïnstalleerd onder leiding van Carlos Castilla Armas, de eerste in een serie van door de VS gesteunde dictatorschap. De coup werd breed bekritiseerd en veroorzaakte een anti-VS sentiment in Latijns Amerika. Politieke partijen werden verboden, gevangen oppositieleden gemarteld en sociale hervormingen van de revolutie werden ongedaan gemaakt. Deze onderdrukking gaf aanleiding tot een burgeroorlog tussen regering en linkse guerrilla's waarbij het leger veel geweld gebruikte tegen de burgerbevolking. De belangrijkste guerrillabeweging is de URNG. Deze revolutionaire unie zet zich in voor de rechten van de Indianen. In december 1996 is een staakt- het-vuren getekend tussen de regering en het URNG. Sindsdien is de situatie enigszins stabiel. Het land staat er economisch gezien slecht voor.
    Bij deze grens betalen we 10 quetzal. Genoemd naar de legendarische, goddelijke vogel van de Maya's en symbool van de vrijheid. Deze vogel is echter nauwelijks te vinden en wordt in zijn bestaan bedreigd door aantasting van de nevelwouden. Dan kunnen we op twee pick-ups met onze bagage naar de bus voor de reis door Guatemala. We passeren veel winkeltjes, kraampjes, hotels en plekken om geld te wisselen. Onze bus is kleiner en ouder dan we gewend waren, maar eigenlijk hoort dat ook een beetje bij dit soort landen. Die vorige bus was wel erg luxueus en modern. Hij staat geparkeerd bij een dansclub met uitdagend geklede dames met iets teveel make-up. Onze chauffeur heet Juan Carlos. Guatemala is drie keer zo groot als Nederland. Ten opzichte van Mexico is het hier drukker, met meer markten en straatmuziek. En veel koffie. Maar ook veel drugscriminaliteit in met name de hoofdstad. Twee procent wordt veroordeeld, daarnaast bestaat er veel zelf recht. De route die we volgen loopt door een kloof. We worden door kamikazetrucks ingehaald. Zodra het landschap iets meer open is stoppen we voor een late lunch bij Luivi´s en pinnen in het naastgelegen tankstation. Lang niet iedereen kan zijn pasje gebruiken, maar ik krijg daar met mijn visa maximaal 2000 uit in alleen briefjes van 100. Mijn lunch bestaat uit een mango tango (smoothie) en salade caesar (51). Kort na half drie zijn we weer onderweg. Nu hebben we een bergroute. Er is wel vaak bebouwing en bijna altijd wel mensen te zien. En kleurrijke chickenbussen die ons wild claxonnerend inhalen. Veel woningen hebben wasbakken voor het huis. Ze koken vaak op hout. De koffieoogst is net voorbij, kinderen helpen dan tijdens hun vakantie mee. Er ligt veel vuil langs de weg. Bij tankstations zien we bewakers met stenguns. Langs de weg zijn veel kleuren en namen van politieke partijen op rotsen en palen geschilderd. Ik zie een Auto hotel Amor Secreto, voor heimelijke avontuurtjes. De kerken in het land zijn van veel verschillende stromingen. We hebben een snelle chauffeur, al heeft de bus maar weinig vermogen. Om zes uur arriveren we in Sololá, een bovenstad bij het Meer van Atitlan. De scholen zijn net uit. Er volgt een lange afdaling met haarspeldbochten. Panajachel Ons hotel in Panajachel ligt aan het water en heeft een mooie tuin. Morgen is hier een bruiloft. Op mijn kamer ontdek ik binnen een paar minuten twee kakkerlakken. Maar zeg daar niks over. Dat hoort bij zo´n land. Ook al is het hotel nog zo net, ik denk niet dat je dit kunt voorkopen. Ik denk dat ze onder de deur door kunnen kruipen. Het meer ligt op 1500 meter hoogte. Eén op de tien Guatemalteken werkt in Amerika. Hier komen ook veel Amerikanen, vanwege het klimaat en de lage kosten. Het water van het meer heeft door de wind vaak stromingen. De Maja's wonen hoger dan de locaties van de nieuwe hotels. Die lopen soms onder water. Het duurt lang voor de rest van de groep onder begeleiding van Meike geld uit een ATM heeft. Intussen raak ik aan de praat met Margarita. Ze is een lokale jonge vrouw in klederdracht met een kleurrijke omslagrok en wulpse blouse. Ze heeft een dochtertje die bij de vader in Zwitserland woont. Daar gaat ze in de zomer 3 maanden heen. Haar Engels is behoorlijk goed. Ze loopt op en neer door de hoofdstraat, Avenida Santander, met sjaaltjes op haar schouder. Een zachtaardige vrouw van begin dertig en mijn bron. Vervolgens eet ik met de mannen in de Circus Bar. Er speelt een live band. Wij zitten helemaal achteraan en genieten van de vrolijke dames in de keuken. Ik heb chocolate caliente (16) en een calzone colombaioni (92). Er staat een harde wind daarom is er volgens het personeel bij de receptie geen werkend wifi. Zondag 21 februari. Vandaag doen we een tour met Lola. Maar voor acht uur ga ik al Panajachel in en koop een kleurrijk tasje voor Weiwei voor omgerekend vijf euro. Plus een paar verpakte muffins als ontbijt. Bij veel lokale eettentjes staan jonge vrouwen torilla’s te klappen: het deeg wordt al klappend in de hand gekneed en tot een ronde schijf gevormd, die direct op de bakplaat wordt gelegd. De meiden hebben souplesse om zo’n maisschijf perfect te moduleren. Ik klap even mee, om mijn waardering uit te spreken. Het Meer van Atitlán Voor de tour van vandaag betalen we per persoon 175 quetzal, dat is circa 20 euro. Het Meer van Atitlán werd door de Duitse ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt één van de mooiste meren ter wereld genoemd. In een prachtige omgeving, met drie vulkanen aan de zuidelijke oever en aan de noordelijke oever een gebergte van ongeveer duizend meter hoogte. Santa Cruz Om te beginnen gaan we met een boot over het meer naar Santa Cruz om een stukje te wandelen. Dat blijkt best nog pittig te zijn voor de oudjes in de groep. Ik help af en toe door steun te geven. Lola legt de geneeskrachtige werking uit van de planten. Halverwege houden we een stop met door Lola meegebrachte ananas, bananen en sinaasappels. We komen uit bij het dorpje bij het water. San Pedro La Laguna Dan gaan we met de boot naar de overkant van het meer. In San Pedro La Laguna lopen we naar een café voor té verde (10) en wifi om even contact te hebben met het thuisfront. Het is een dorp van backpackers, hippies en marihuana. Oorspronkelijke bewoners zijn de Tz'utujil. Behalve een paar fraaie muurschilderingen zien we hier niet veel. Santiago Atitlán Dan nemen we de boot naar het volgende dorp, Santiago Atitlán. Bij aankomst is een vrouw met een zeer lange hoofdband te bewonderen. Het is een 'tocoyal' die meerdere keren per dag opnieuw omgebonden moet worden. In twee pick-ups rijden we naar de lokale god Maximón in een rookschuurtje. Een Maya-Indiaan is over het algemeen diep religieus, maar dit is gelijktijdig een commercieel instituut. Want je moet wel betalen. De god is een commercieel fabeltje. Met mijn nieuwsgierige neus ontdek ik een primitieve bar in de buurt van de rookschuur een aantal posters met uitdagende latino's in bikini. We gaan weer de pick-ups terug. Dames doen de was in het meer. Langs de weg lopen regelmatig houtdragers met een mandje op hun rug. Het is al bijna twee uur. Mijn lunch laat extra lang op zich wachten doordat er een fout is gemaakt bij de bestelling. Door het snelle eten stik ik bijna in mijn chicken sandwich met thee (40). Om drie uur stappen we in de boot voor de terugweg en zijn rond vier uur bij de aanlegsteiger van ons hotel. In de hoofdstraat koop ik een beker met ijs en fruit (20) voor Margarita, op de markt betaal ik een stuk kip (20) voor en haar moeder. Ze kent Lola en is niet zo positief over haar. Bij het meer geef ik een kleine oudere vriendin van haar 10 voor koffie en cake. Hun verkoop van sjaals is vandaag niet zo succesvol. Ik vraag me af hoe ze rond kunnen komen. Volgens Margarita kost een tuk tuk 40.000 quetzal, circa 5000 euro. Die zie ik namelijk splinternieuw te koop staan. Bij een eenvoudig winkeltje in de buurt van het hotel koop ik cakes, chocolademelk en water (20) voor het ontbijt. Voor het avondeten heb ik met de mannen afgesproken bij Valentino's: gegrilde kip met twee kaneelthee (60 en 16). Mijn neus is verkouden.
    Maandag 22 februari. We vertrekken om kwart voor acht. Er gaat $30 in de fooienpot (ik betaal met een briefje van $100 ook voor Robin, hij geeft mij 230q). Bij een rijdende chickenbus zien we iemand via de achterdeur en trap bagage op het dak brengen terwijl we een bochtig parcours afleggen. Chichicastenango Het beroemde stadje Chichicastenango ligt op ongeveer anderhalf uur rijden. Daar blijven we tot twintig voor twaalf. We worden tot de Santo Tomás-kerk gebracht. De kerk is door de dominicanen gebouwd op de ruïnes van een Maya- tempel. Op de trappen bij de ingang zitten veel mensen. De zijingang is voor ons, voor de andersgelovigen. Binnen vinden allerlei ceremonies plaats. In Chichicastenango is de Popol Vuh (bijbel van de Maya's) ontdekt. Achter de kraampjes zijn ook prachtige muurschilderingen te zien. Door de markt is het een drukte van belang. Er zijn heel veel dames in klederdracht. Ik koop een T-shirt voor 50q. En voor 5q een blikje cola terwijl ik langzaam terugloop richting de bus. Net voor we vertrekken komt er een processie langs. Vijfentwintig procent in Guatemala is analfabetisch. Kinderen kunnen zes jaar verplicht en gratis naar school. Maar je ziet ze ook veel als straatverkoper om een bijdrage te leveren aan het inkopen van de familie. Ik hoop dat ze dan toch een dagdeel naar school gaan. De vervolgroute heeft veel bochten. We lunchen tot ongeveer half drie in een groot wegrestaurant. Ik heb Agua con gas, warme chocolademelk en een stevig (voor)gerecht met stengels en gesmolten kaas (55q). Antigua "Aardbevingen hebben de voormalige hoofdstad Antigua de afgelopen eeuwen regelmatig verwoest. Na 1773 bouwde men een nieuwe hoofdstad, Guatemala City. Onder auspiciën van de UNESCO wordt Antigua nu langzaam maar zeker weer in glorie hersteld. Er resteren nog tientallen kerken en kloosters, welvarende landgoederen en andere monumenten uit de koloniale tijd." Om half vier arriveren we in het wonderschone Antigua. Het is hier warm, want lager gelegen. We hebben een hotel met een binnenplaats. Voor de ruïne van La Compania de Jesús is nog een restant van een textielmarkt gaande. Ons hotel zit daar schuin tegenover in het hart van de koloniale stad. De kathedraal is als gevolg van een aardbeving grotendeels een ruïne (8q). Maar het enorme beschadigde deel is fotogeniek. Aan de kant van het plein is de façade en twee kapellen gerestaureerd en nog in gebruik. Vanavond is er een processie voor Inez in het centrum, na half acht zijn we daar weer voor op centrale plein. Er heerst een enorme drukte. Tijdens het maken van een foto raak ik de mannen in de buurt van de boog van Santa Catalina, symbool van de stad, kwijt. Daar houdt een straatartiest het publiek bezig. Ik ben bang voor zakkenrollers en blijf een beetje in beweging. Het is wel prettig om even alleen te lopen. Ik koop een aardbeienmilkshake (15q) om even ergens te kunnen zitten. En later een blikje fris en een koek (8,5q). Ik heb niet veel trek meer, maar ga wel met de drie mannen mee naar Caldito real in la Fonda voor wat kleins (42q inclusief servicekosten). Terug bij het hotel is de deur dicht, maar er staat een luikje open met een baliebel. Alsof we in de middeleeuwen zijn beland. Dinsdag 23 februari. Mijn kamergenoot Wouter gaat vroeg met een klein deel van de groep naar een vulkaan. De nacht is een beetje rumoerig. Ik doe een handwasje. Op de binnenplaats heb ik fruit, yoghurt, cereals, brood, thee en vruchtensap met de ouderen uit de groep. Dan loop ik naar de lokale markt. Onderweg af en toe bedelaars, zoals een zeer klein oud vrouwtje. Ik koop een zwart T-shirt voor 45q. Het is een zeer grote markt met ernaast een klein toeristisch deel. Daar is het heel rustig. Achter de grote markt zit het busstation waar ik tijd neem om foto´s te maken van de chickenbussen, dit zijn oude Amerikaanse schoolbussen. Ze worden korter gemaakt en krijgen meer vermogen, de automaat wordt vervangen door een handgeschakelde versnellingsbak en er komt een origineel kleurtje op met de nodige chroom. Guatemala staat ook bekend om bendes die geld eisen van de chauffeurs, bij met name de grote steden. Ik haal een cinnamon roll en aardbeicake (11q) en tegenover de markt in een winkeltje bij een lief glimlachend meisje chocolademelk (5q). Ik lunch op het plein, dat gelijktijdig ook een park is. In het midden is de Fuente de las Sirenas, een fontein met wulpse dames. Scholieren komen voorbij in uniform. Eén van de meisjes loopt mank, vermoedelijk door polio. Er komen mensen langs om te collecteren voor de brandweer. Een opvallende verschijning is een gezette vrouw met een bril met een dik zwart montuur in een jurkje, ze draagt daarnaast een zwarte bontmuts, gedraagt zich een beetje maf. Ze spreekt de lokale mensen aan. Er komen jochies voorbij met een kruiwagen vol pinda's. Ik raak in gesprek met Elizabeth, een jonge moeder die bloemen maakt van blikjes. Ze komt uit Honduras en slaapt op straat. De jonge vent waar ik haar later mee zie is haar broer. Hij is illegaal in Amerika geweest en spreekt heel aardig Engels. Ze krijgen hier geen werk, omdat ze geen vergunning hebben. Ze is zelfs bereid haar lichaam te verkopen. In een uitzichtloze situatie waarbij zij slechts twee van vele gelukszoekers zijn. Een andere jonge moeder staat met een ijswagentje aan de rand van het park en een baby'tje op haar rug. Met Nico ga ik naar het luxe Café Condesa, we zitten op een binnenplaats aan de westzijde van het plein, ik heb een yoghurt smoothie met aardbeien, in een enorm glas voor 43q. We eten vanavond eerder dan gebruikelijk. Bij Las Palmas, dit restaurant kwam ik tegen in een reisverslag. Ik heb een groenteschotel en groene thee 56 + 10 + 10q servicekosten. We gaan vroeg slapen, want morgen moeten we zeer vroeg op! Woensdag 24 februari. Vandaag gaan we naar Honduras. Om vier uur gaat de wekker. Een half uur later vertrekken in het donker. Het verkeer is al druk want we gaan in de richting van de hoofdstad, het meest stedelijke gebied. Tegen zes uur houden we een korte stop. We zijn Guatemala Stad inmiddels voorbij. Ik koop chocolademelk (5,75q). Na de bochten van de afgelopen tijd hebben we nu meer rechte stukken weg die door een vallei lopen waar meloenen worden verbouwd. Even na acht uur houden we een ontbijtpauze bij het direct langs de weg gelegen Hotel el Atlantico. Ik heb thee, fruit en pannekakus (zo spreekt de serveerster ze het uit) voor 45q. Plotseling loper er allemaal mooie dames rond in zomerjurkjes en korte rokjes. Het lijkt wel een modeshow! Bij de grens moet 10q uitgaansbelasting worden betaald, dat komt uit de fooienpot. Om half elf houden we een korte pauze bij een tankstation, ik koop water en soda (5 + 4q).
    Honduras Om tien over elf rijden we Honduras binnen. Omdat we alleen naar Copán gaat, zijn de visumkosten slechts $3. En we krijgen nog geen uitreisstempel voor Guatemala. Hier zijn veel vrachtwagens van Belmonte en Chiquita. Grote bananenmerken. Tevens een muggengebied omdat we veel lager zitten. Honduras is het land van de jonge daklozen die ik gisteren sprak. Het is hier niet veilig. Voor weinig geld leggen ze je om. Wij blijven maar heel kort. "Honduras wordt ook wel een "bananenrepubliek" genoemd. Aan het einde van de 19e eeuw bood Honduras zijn grond en bodemschatten nog aan buitenlanders aan. Hier ligt dan ook de oorsprong van de steeds voortdurende afhankelijkheid van grote Amerikaanse bedrijven, die beslissen over de politiek en economie van dit land. Standard Fruit (nu Dole) en United Fruit (nu Chiquita) lieten grote bananenplantages aanleggen."
    Copán Om kwart voor twaalf zijn we bij Copán, althans de plek waar de ruïnes zijn en bij de ingang is een lunchplekje: Cafetaria Rosalila. Ik heb niet veel trek en koop Snickers 10q (want we hebben nog geen Hondurese lempira). Copán had 20.000 inwoners. Cópan is het meest zuidelijk gelegen Maya- centrum en hier bereikte de Maya-kunst haar hoogtepunt. In Copán bevinden zich meer hiërogliefen en gebeeldhouwde monumenten dan in alle andere Mayasteden. Dit werd in de 5e eeuw een van de belangrijkste Mayasteden. Tot aan de 9e eeuw werd het koninkrijk bestuurd door eenzelfde koninkrijk genaamd Xukpi, wat zoveel betekent als "Maisbundel". De vruchtbare bodem in het dal van de Copánrivier was uitermate geschikt voor maïs, de graansoort die de basis was van alle procolumbiaanse Midden-Amerikaanse culturen. Anders dan de meeste andere grote Mayasteden kampte Oxwitik met een gebrek aan kalksteen die voor de bouw kon worden gebruikt. Men maakte daarom gebruik van klei, en de weinige kalk die beschikbaar was werd gebruikt om een beschermende pleisterlaag aan te brengen op vloeren en exterieur. Vanaf het jaar 1000 begon het inwonersaantal sterk terug te lopen. De oorzaak daarvan is niet bekend. Een theorie die steeds algemener aanvaard wordt is dat extreme droogte de oorzaak was van het verval van de Maya. Copán was gelegen in een gebied waar geen grote rivieren stroomden, de rivier was afhankelijk van de regenval. Uit onderzoek van grondmonsters blijkt dat rond het jaar 900 een zeer droge periode plaatsvond. Het zou zo kunnen zijn dat de rivier daardoor droog viel en dat de waterreservoirs in Copán niet meer gevuld konden worden. Toen in de 16e eeuw de Spanjaarden voet aan land zetten was de vallei door nog maar een handjevol boeren bewoond. In 1839 werden deze ruïnes in de jungle herontdekt, want al in 1576 is de vindplaats door de Spanjaard Diego Garciá de Palacios beschreven. Ze waren compleet overwoekerd. In de jaren dertig werden alle bomen en planten weggehaald en werd de nabijgelegen rivier verlegd om eventuele overstromingen van dit opgravingsgebied te voorkomen. Het grote publiek maakte echter pas kennis van Cópan door de werken van Stephens en Catherwood. "John Lloyd Stephens (1805 - 1852) en Frederick Catherwood (1799 - 1854) besloten in 1839 naar Centraal-Amerika af te reizen. Tussen 1839 en 1843 bereisden zij uitgebreid het Mayagebied en bezochten 44 Mayasteden, waarvan zij er enkele als eerste westerlingen ontdekten. Ze worden gezien als de herontdekkers van de Maya's. Catherwood leverde bij de nauwkeurige beschrijvingen Stephens indrukwekkende illustraties." "Catherwood merkte de grote verschillen tussen de Mayabouwwerken en de architectuur van de Oude Wereld, en kwam tot de in die tijd baanbrekende conclusie dat de in de jungle verscholen steden niet door westerlingen maar door de voorouders van de inheemse bevolking waren gebouwd. Stephens en Catherwood publiceerden in 1841 Incidents of Travel in Central America, Chiapas, and Yucatan en twee jaar later Incidents of Travel in Yucatan die een wereldwijd succes werden." (Bron: Wikipedia) De leider kwam uit Tikal, waar we één van de volgende dagen nog komen. Entree is $15 en voor de geïnteresseerden nog $15 voor een reproductie van tunnels onder de piramides en replica van de Rosalila tempel. En $7 voor het museum. In totaal waren er vijfduizend gebouwen in deze regio. Met ondergrondse aquaducten. Onze gids spreekt uitstekende Amerikaans Engels, hij doet ´s ochtends vaak groepen uit de Verenigde Staten. We beginnen bij de akropolis met een plaatje van het piramidegraf van de eerste leider eronder. Een steen, de zogenaamde Stela p staat daar voor. Altaar q was voor de eerste en laatste koning, de vijftiende. Zeven van de twaalf koningsgraven zijn geopend. De begraafplaats ligt in het midden van de woongemeenschap. Tempel 22 heeft een poortje en versieringen. Op Stela N staat de geschiedenis van de koning. De oorbellen hebben een overdreven afmeting. Drie Stela's hebben reliëfs op de voorzijde en achterzijde. Deze Stela´s staan in noord zuidelijke richting, anderen oost west. De beroemde trap van 64 treden met inscripties vertelt hoogte en dieptepunten uit de geschiedenis, maar ook herschreven verhalen, door de gids omschreven als propaganda. Het is de langste tekst van het oud-Amerikaanse continent: meer dan 2000 hiërogliefen. De restauratie van deze trap heeft bijna een eeuw geduurd. Helaas voor foto's is er een doek boven de trap gespannen. Campo de Pelota, balspelplaats, ligt naast het centrale plein. Het is smal met schuine wanden. Aan de zijkanten staan zes papegaaienkoppen, in plaats van de ringen die bij andere balspeelvelden in Mayasteden werden aangetroffen. Het balspel was een viering tijdens de oogstseizoenen tussen de zonnetempel en maantempel. Dus geen sport, maar eerder een ceremonie. De exacte bedoeling en speelwijze zijn onbekend, maar men neemt aan dat de spelers een rubberen bal door een ring moesten werpen of op gemarkeerde stenen moesten gooien. Er bestaan afbeeldingen van spelers, die de bal werpen met hun schouder, elleboog of vanuit de heup, zoals we in het museum in de hoofdstad hebben gezien. Onze gids is voorzichtig over het verhaal of juist de winnaar in plaats van de verliezer werd geofferd. Omdat het namelijk een grote eer was. Dan komen we op het ceremoniële hof, een groot grasveld met nog een kleine piramide en meerdere Stela's en een altaar. De dertiende koning uit de dynastie, 18 Konijn, is de belangrijkste figuur die op de stèles voorkomt. Drie strepen en drie punten (het cijfer 18) staan voor de kop van een dier, waarvan het hiëroglief is ontcijferd als "konijn". De aarde was volgens de inwoners vlak en de hemel werd gedragen door goden. De tombes horen bij de onderwereld. Stela C is nog beetje rood, de originele kleur. De rondleiding duurt tot drie uur. Onze gids weet niet van ophouden, waardoor Meike hem uiteindelijk wat laat inkorten. Het is warm, dat gaat ten koste van de concentratie. Er komen overigens opvallend weinig bezoekers bij deze ruïnes. Vermoedelijk omdat het afgelegen is. Op het terrein zijn ook ara´s ('scarlet macaw'). Omdat deze kleurrijke vogels met uitsterven worden bedreigt, is er een speciaal beschermingsprogramma opgezet. Bij de ingang koop ik een flesje agua con gas (10q). Tot half vijf hadden we tijd om rond te kijken. Dan moeten we een klein stukje terugrijden naar het gelijknamige dorp, naar het Don Udo hotel met een eigenaar uit belgenland. We komen drie kamers te kort. Robin en ik gaan onder andere naar het buurhotel Copán Colonial, waar we een gigantische kamer hebben! Met Robin loop ik vervolgens een rondje door het centrum. We komen bij het centrale plein uit, er zitten veel vogels in de bomen die het hoogste woord voeren. Copán lijkt een modern westernstadje, met mannen met cowboyhoeden. Ik koop een blik Arizona fruit punch in een modern supermarktje (15q). Voor het avondeten ga ik met de mannen naar Café Via Via. Daar hebben ze nota bene gado gado (!), ik kies een versie met kip en drink chamomile thee, omgerekend voor 80q. De ventilator laten we vannacht draaien en voor het slapen gaat de airco even aan.
    Terug in Guatemala Donderdag 25 februari. Om zes uur gaat de wekker. Bij Don Udo neem ik een fruitontbijt (33q). Om half acht vertrekken we. Tijd om de tussentijdse evaluatie in te vullen. Tegen half tien pauze bij een tankstation (28q). Voor de chauffeurs staan er soms verkopers in het midden van een verkeersdrempel. Vandaag gaan we eerst naar Quirigua. Hemelsbreed ligt deze ruïnestad vijftig kilometer van Copán. Maar de bergen zorgen voor een omweg. Quirigua ligt in een groene vallei. Bij de grens hoeven we alleen een papierstrookje in te leveren om Guatemala weer in te komen. Heuvel op heeft onze bus niet zo veel vermogen. Weer passeren we een motel voor stelletjes: Autohotel Extasis, met hartjes en cupido op de muren. Tegen elf uur nog een stop. Ik koop ijs met witte chocolade (10q). Quiriguá Om kwart voor twaalf zijn we bij Quiriguá. Entree is 80 quetzal. Quirigua blijkt niet zo bijzonder te zijn. Het is behoorlijk warm. Ik koop een flesje water (20q).
    Quiriguá is gesitueerd aan de rivier Motagua. De eerste bewoners vestigden zich rond het jaar 200, en de stad werd weer verlaten rond 850. Tot de eerste helft van de achtste eeuw was Quiriguá ondergeschikt aan Copán, maar dat veranderde na de overwinning van 'Cauac-Hemel', koning van Quiriguá, op Copán in 738. 18 Konijn werd door Cauac-Hemel gevangengenomen en onthoofd, waardoor Quiriguá onafhankelijk werd. De Engelse schilder en tekenaar Frederick Catherwood is de ontdekker van de ruïnestad. De akropolis met vijf paleizen ligt ten zuiden van het Plaza. Stela A is een portret van heerser Cauac-Hemel. Ten zuiden van het balspeelveld ligt zoömorf P, 'de grote schildpad', het meest bekende monument. Op de noordkant zit de heerser in een open bek van een monster. Rond kwart voor één vertrekken we. Weer langs bananenplantages, nu moeten we stoppen vanwege een transportband die over de weg loopt. Let op: overstekende bananen! Er zijn kraampjes met bakbananen en later met ananas langs de weg. In een flauwe bocht is een ongeluk geweest met vrachtwagens, maar de vertraging valt mee en ik denk niet dat er zwaar gewonden waren. Even na twee uur arriveren we bij de Rio Dulce. Bij het haventje zit heel strategisch een winkeltje voor inkopen. Dan lopen we nog een stukje naar twee bootjes. Met de bagage worden we over de bootjes verdeeld en gaan op zichtbare afstand naar het Catamaran hotel op een eilandje. De eigenaar is een forse Amerikaan met een lokale vrouw. Er staan vele hutjes op die allemaal een naam hebben. Ik slaap vannacht alleen en doe allereerst een handwasje. Dan ga ik in lobby zitten om te skypen met Weiwei. In de buurt van mij zit een raar wijf uit Amerika die iedereen zomaar aanspreekt. Een aandachttrekker die ze niet helemaal op een rijtje heeft. Ik koop vier drankbonnen (20q). Daar kan ik twee keer een soda voor halen. Aan het einde van de middag komen serveersters en dames voor de keuken op het eiland. Daar zit een bijzonder leuke meid tussen. Voor het avondeten het ik vis besteld. Om zeven uur is het zover. Twee lange rijen met tafels voor twee groepsreizen worden bediend. Het mooie meisje werkt in de bediening, ze is nieuw hoor ik van de eigenaar. Haar Engels is beperkt. Bij het afrekenen betalen we alvast voor het ontbijt. Ik ben 184 quetzal kwijt voor de vis 85 + service 8 + thee 12 + ontbijt 72 + service 7. Voor ik inslaap hoor ik dat het begint te regenen. Livingston Vrijdag 26 februari. We beginnen vanmorgen met een excursie naar Livingston. Om zeven uur hebben we een chaotisch ontbijtbuffet, door de vele gasten is er onvoldoende yoghurt. En dat is voor mij als groot liefhebber een kleine ramp. Om kwart over acht stappen we in de boten. De excursie kost 190q (of $25). We beginnen met een snel stuk tijdens regen waarbij ik voorin de boot zit en onder een stuk plastic kruip. Eerst zijn er dure woningen langs het water, misschien van Amerikanen. Dan komen we door smalle mangroves met vogels, soms lopend over bladeren, zeilbootjes en veel simpeler huisjes. Om half tien stappen we even uit om lunch te bestellen bij restaurant El Viajero. Van kwart over tien tot kwart voor twaalf zijn we in Livingston. Op de onbemande bootjes in de haven zitten gigantisch veel vogels en bijhorende vogelpoep. We maken een wandeling door de doorgaande straten, komen bij een standbeeld en een strandje uit, via een andere straat bij een kerkje en verderop nog een begraafplaats. In Livingstone wonen voornamelijk donkere mensen, sommige huizen maken een armoedige indruk. Er zijn ook schooltjes. Er heerst in Livingstone een passende Caraïbische sfeer. Voor de lunch moeten we een klein stukje terugvaren. Ik heb gegrilde kip en thee (61q). Tegen één uur vertrekken we. De boot gaat nu snel en heeft geen schokbrekers. Binnen drie kwartier zijn we bij het eilandhotel. Met bagage moeten we vervolgens de rivier weer oversteken en om twee uur zitten de gringo´s in hun bus. Tegen vier uur houden we een pauze, ik koop chocolademelk en fris (11,50q). Kort daarna is een fruitcontrole, iedereen moet even uit de bus. De inspectie verloopt heel snel, een paar tassen worden vluchtig gecontroleerd, dat is alles. We rijden nu door het noordelijke deel van Guatemala. Eerst met hogere bomen en bergen, dan tot Santa Elena enkele rechte stukken. We passeren een vliegveld van gras en scholen want er is veel jeugd. Langs de weg protesterende meiden gillen het uit wanneer ze mij met de fotocamera uit het raam zien hangen. Flores Het stadje Flores bevindt zich in een meer op een schiereiland, door de ligging hebben ze lang stand gehouden tegen de Spanjaarden. Even na zes uur gaan we met een wiebelig bootje naar ons hotel. Tegenover het hotel kunnen we uitstappen. De bagage is met een pick-up gegaan. Om half zeven zijn we op onze kamer. Met de mannen ga ik eten in een restaurant aan zuidkant van het stadje. Ik heb kipsalade en een papajashake 45 + 20 + 10q fooi. In een supermarktje tegenover het hotel haal ik honingbiscuits, chocolademelk en water (25q). We zijn hier maar kort. Het is al donker en verder zien we weinig van het stadje. Tikal Zaterdag 27 februari. Om vijf uur vertrekken we, om vroeg bij Tikal te zijn en op tijd per boot de grens met Mexico over te steken. We gaan weer met het bootje terug naar de bus en de bagage komt weer in een pick-up. Een kwartier later zit iedereen. Gids Miguel gaat vanaf hier al mee. Om tien over zes zijn we bij de ingang van het park. Entree is 150q. Om kwart voor zeven start een rondleiding bij de Jungle Lodge. Tikal bestaat uit 120 vierkante kilometer en vierduizend gebouwen van voornamelijk Kalksteen en heeft 100.000 inwoners gehad. Daarmee is het de grootste van de klassieke Mayasteden. Onder de jungle liggen waarschijnlijk nog vele gebouwen uit verschillende bouwperioden. Rond het begin van de jaartelling werd de stad gebouwd en 900 jaar later was Tikal weer verlaten. De Petén was in die periode het meest dichtbevolkte gebied van Guatemala, terwijl het nu zeer schaars bevolkt is. De stad werd bewoond van ongeveer 400 v.Chr. tot 1000 n.Chr. en kende haar hoogtepunt tussen 300 en 850. De voortdurende oorlog tussen Tikal en Calakmul en hun bondgenoten had echter geleid tot een uitputting van grondstoffen en verwaarlozing van de grond, zodat na achthonderd de Mayabeschaving ineenstortte. Pas in 1848 werd zij herontdekt door een team Guatemalteekse ontdekkingsreizigers. Eerste grootschalige archeologische opgravingen begonnen in de jaren 50 van de 20e eeuw. Onder haar tempels en gebouwen bevinden zich de Piramide van de Grote Jaguar en het Paleis van de Edelen. Tot op heden is slecht 20% van de stad uitgegraven omdat het uitgraven van de bouwwerken erg kostbaar is. Boomwortels zijn tussen de stenen van de tempels en piramides ingegroeid en het is erg lastig om die te verwijderen zonder de gebouwen ernstig te beschadigen. Allereerst lopen we in circa veertig minuten naar tempel IV. In het begin passeren we q. Tempel IV heeft een dubbele slangenkop. Een deel van de groep gaat via vele houten trappen naar de top voor het overzicht over de jungle. We horen vogels en apen. Er zitten spinapen in de buurt van de trap. Maar ze zijn moeilijk op een foto te krijgen. Op 21 december staat tempel 3 in de zon. Op 1 november is tempel 2 belicht. Op 1 mei wordt de deur rood opgelicht. We bereiken het centrale deel. Bij tempel 1 is een agressieve kalkoen. Tempel 2 is te beklimmen. Beide tempels staan tegenover elkaar in het centrale deel. Miguel laat ons al snel vrij los. Je kunt hier makkelijk meer dan een dag doorbrengen wanneer je alles uitgebreid wil bekijken. Gelukkig is het bewolkt en niet zo heet. Helaas is er soms tegenlicht. Vooral tempel 1 komt daardoor niet goed in beeld. Bij de bus aangekomen breekt de zon meer door. Om twintig voor elf vertrekken we. Even na elven hebben we een stop om broodjes te bestellen. Dat duurt iets langer dan de bedoeling was. Ik heb broodjes met kaas, fruit en sap (40q). We leveren 20 peso's in voor Meike die morgen jarig is. Er volgt een vrij vlakke route met minder bochten. We komen door een paar stadjes. Paspoppen met dikke konten zijn hier in de mode. Om half twee stoppen we om geld op te maken. Ik raak 60q kwijt. Om kwart voor twee gaat de weg over in een onverhard pad met enkele Papajaplantages. Bij een eenvoudig gebouwtje worden de paspoorten verzameld. Hier kan gewisseld worden bij grensbewoners. Mannen en dames met flappen en calculator op een simpel mobieltje zijn wisselkantoren. Ik heb nog 12 quetzal over en krijg daar 22 peso's voor. (Een ongunstige koers, maar ik had nog maar weinig). Om kwart over drie kunnen we weer rijden. Onderweg nemen we afscheid van chauffeur Juan Carloz, hij krijgt een envelop met onze namen en inhoud. Bethel Ter hoogte van Bethel varen we een half uur de Usumacinta rivier af. Er staan al jonge mannen om de bagage naar de bootjes te dragen. Kort voor vier uur zijn we op Mexicaans grondgebied. In een paar minuten lopen we naar Community Escudo Jaguar. Er is onbeveiligde wifi, die helaas niet werkt. Robin en ik hebben een mooie kamer in een hutje met een rieten dak. Ik doe een rondje door de rustige omgeving tot het gebouw van de migratie voor Mexico. Mogelijk zitten we vannacht in niemandsland. Agua con gas in de winkel bij Jaguar is 15 peso's. Om zeven uur krijgen we het eerder bestelde avondeten voorgeschoteld. Ik heb quesadillas 46 en thee 12p. Zondag 28 februari. De rare geluiden in de nacht kwamen van brulapen. Die met name bij zonsopgang en zonsondergang herrie maken. Er is een piñata voor Meike haar verjaardag opgehangen. Ze wordt vandaag dertig, het is traditie om zo´n pop kapot te slaan, er zitten snoepjes in. Ik had gelukkig enkele ballonnen bij me. Ook met kerst gebruiken ze piñata's. Om zeven uur hebben we ontbijt met fruitsalade en toast. Yaxchilan Om acht uur vertrekken we met drie bootjes. Door een zeer groene omgeving, zo ziet een jungle er dus uit. Boomwortels hangen door de lage waterstand boven de rivier. Op de bootjes is het fris en nog bewolkt. Ruim drie kwartier later arriveren we met drie bootjes bij de ruïnes van Yaxchilan, de entree is 65 quetzal. Aan land is het warmer en soms breekt de zon even door. De overblijfselen van Yaxchilán zijn gelegen in een grote lus van de rivier de Usumacinta, die nu de grens tussen Mexico en Guatemala vormt. Yaxchilán betekent "Groene Stenen". De stad werd lange tijd geregeerd door de dynastie van Yat-B’alam. Hij stichtte zijn dynastie omstreeks het jaar 320 en de stad werd zo'n vijfhonderd jaar later verlaten. Achteraan de ruïnes zijn brulapen te horen, maar het is heel moeilijk om ze door het dichte bladerdak te zien. De site heeft veel fotogenieke ruïnes met ramen, deuren, gangen en trappen. Er zijn ook veel borden met informatie. Je hebt dus eigenlijk geen gids nodig. Het zijn prachtige ruïnes op een zeer bijzonder locatie! Jammer dat er niet meer hiërogliefen zijn. Om kwart voor elf gaan we met de bootjes terug. We zijn weer ongeveer drie kwartier onderweg. Terug naar Mexico Onze bus staat al klaar, met de nieuwe chauffeur José. Deze bus is net als de eerste oranje, want van hetzelfde bedrijf, maar nu een Mercedes en iets ouder. Om twaalf uur lunchen we nog. Ik heb drie yoghurtjes met fruit en cereals (25p). Iets na half één vertrekt de grote bus, de stoel van Meike is met ballonnen versierd. We stoppen al snel voor het inleveren van migratieformuliertjes en ontvangen van stempels in de paspoorten. We zijn nu officieel terug in Mexico. Om één uur zijn we echt op weg. Even later moeten we stoppen om 20 peso´s per persoon belasting af te dragen. Onderweg zijn feestjes in de dorpen, een bruiloft en een viering van quinceañera wanneer meisjes vijftien worden. Er zijn meer controles, want Hondurese vluchtelingen gebruiken deze route om naar Palenque te gaan en daar illegaal een trein te nemen naar het noorden. Het uiteindelijke doel is uiteraard Amerika. Palenque Zonder verdere stops zijn we rond vier uur bij ons hotel een paar kilometer buiten het moderne Palenque, in de buurt van de gelijknamige ruïnes. De naam betekent letterlijk: "Groot Water". Het hotel heeft huisjes in een schitterende tuin tegen een jungleheuvel. Eerst even skypen bij de receptie met Weiwei, want daar is alleen een bruikbaar signaal. Ze hebben ook een zwembad. Ik heb een groot huisje voor mij alleen, nummer 17. Tijd voor een handwasje. De eerste avond gaan we om half zeven met onze eigen bus naar het stadje voor het avondeten. Ik heb enchiladas palencanas, agua con gas, 149 inclusief fooi. Er is uiteraard een drankje voor de jarige. Restaurante Maya Cañada is een iets duurdere tent en trekt ook rijkere Mexicanen, vooral mooie mensen, met dure dames in strakke jurkjes. Onze chauffeur eet vis aan een tafeltje naast ons en doet daar heel veel groene saus op. Tegen negen uur rijden we terug via een tankstation met een Oxxo. Hier heeft iedereen de gelegenheid om iets voor het ontbijt te kopen. Net terug op kamer begint het te regenen. Wat een timing! Maandag 29 februari. Om kwart over acht vertrekken we. Het is niet ver rijden naar de ruïnes. Bij een poort betaalt Meike 31 peso's per persoon uit de pot. We passeren een museum en de uitgang. Want we starten dieper in het park, hoger. De entree is 65 peso´s. Er zijn wc´s achter het ticketloket. Bij de ingang is het een beetje een circus, veel drukker dan bij de vorige ruïnes omdat Palenque ook eenvoudig vanuit Cancun te bereiken is. Er staan ook Lacandon Indianen met lang zwart haar, gekleed in lange witte jurken. Zij leven geïsoleerd in het tropisch regenwoud en zijn nooit in aanraking gekomen met de Spanjaarden en spreken een taal die waarschijnlijk dicht bij de originele Maya-taal ligt. Verkopers proberen een middel aan te smeren tegen muskieten. Ik geloof het wel, die insecten zijn niet zo dol op mij. Eens aangeprezen als de mooiste ruïnestad van de Maya's in Mexico, met aan de ene kant het oerwoud en de ander kant de vlakke uiterwaarden. De harmonie van enkele bewaard gebleven en gerestaureerde gebouwen, de rijkdom aan kunstschatten, en de magische nabijheid van het oerwoud maken Palenque uniek. In 1922/1923 begon de Deens archeoloog Frans Blom in opdracht van de Mexicaanse regering met opgravingen. Inmiddels zijn de belangrijkste gebouwen gereconstrueerd en weet met ook iets over de geschiedenis. Haar bloei beleefde de stad tussen 615 en 800 n.Chr. De belangrijkste heerser was Pakal, die bijna 60 jaar regeerde. Zijn zoon en opvolger Chan Bahlum siert op talrijke reliëfs van drie tempels. Binnen zijn typische Mayabogen, spitse kraaigewelven, te herkennen. Een ideale slaapplaats voor vleermuizen. Onze gids Francisco blijkt zeer goed te zijn. Zijn Engels is uitstekend! Zijn felblauwe sportschoenen en een stoere spiegelbril zouden een verkeerde eerste indruk kunnen geven. Maar het is een vakman. Iedereen hangt aan zijn lippen. En hij heeft een map met plaatjes om diverse dingen uit te leggen. Om kwart voor negen beginnen we met de rondleiding. Eerst langs tempel 1, die is nog niet uitgegraven. Je ziet wel duidelijk aan de omgeving dat er iets is. Ik heb een kaartje van internet waarop te zien is dat in de omgeving nog veel meer ruïnes onder de jungle zitten verstopt. Die werden echter als minder belangrijk beschouwd en door de jungle heroverd. Slechts 34 van de geschatte 5000 bouwwerken zijn onderzocht en een tiental gerestaureerd. De tempel der inscripties ligt twee meter onder der grond, van de top van de tempel loopt een trap met 69 treden. In 1949 is gestart met het uitgraven, tijdens de volgende drie jaar zijn door de archeoloog Alberto Ruz Lhuillier zes lichamen gevonden. Francisco laat een foto uit 1891 zien van de overgroeide tempel. In de tempel zit de beroemde grote sarcofaag van koning Pakal. Die is van zandsteen en gesloten vanwege aantasting door zweet en zonnebrand. Pakal is beter bekend als Pacal de Grote (26 maart 605 - 31 augustus 683). De piramide is om de vier meter lange sarcofaag gebouwd. Het origineel zit er nog in en kan er ook niet uit. Hij werd gekroond door zijn moeder toen hij 12 jaar oud was en is 68 jaar leider geweest. Vroeger dacht men, dat hij ergens anders vandaan kwam, omdat hij zo groot was, hetgeen ook blijkt door de hoge treden bij de trappen van het paleis. De Maya's waren dat namelijk niet. DNA-onderzoek bracht echter aan het licht, dat hij oorspronkelijk hier wel vandaan kwam. Hij was vooral groot door goede voeding. Op drie panelen staan alle heersers van Palenque tot aan Pacal, de geschiedenis, rituele kleding en juwelen die hij droeg. In 1952 ontdekte de Mexicaanse archeoloog Alberto Ruz onder een vloerplaat een ruimte gevuld met skeletten van geofferde mensen. In een volgende ruimte stootte hij op de grafkamer van priesterkoning Pakal. Hij is hier precies 52 jaar geweest om alle aspecten van de zon mee te mogen maken. De Maya´s kenden cycli van 52 jaar. Het deksel van de sarcofaag toon zijn val in de gapende muil van het zonnemonster en een kruisvormige wereldboom vanuit zijn middenrif. Het skelet en de juwelen bevinden zich in Mexico-Stad. Pakal had meerdere kinderen en mogelijk een zoon bij zijn zus met zes vingers en tenen. In piramide 13 zit een lege sarcofaag voor een vrouw, naast die van Pacal. Botten van haar zijn rood gemaakt met kwik. Deze is wel te bezoeken. Er zijn drie kamers, in de middelste is de sarcofaag. Dan bezoeken we het paleis. Alle trappen zijn glad, door stukadoor. Ze bouwden met gesmolten zandsteen, zand en water. Net als bij de Romeinen waren ze hier ontwikkeld en hadden een wc, afvoer en aquaducten met water van rivieren uit de omgeving. Met lopend water. Het waren rijke mensen met goede voorzieningen. Er werd heel veel hout gebruikt om te vuur te maken voor de bouw, de jungle is daarmee deels afgebroken. Na een periode van droogte is er nu weer een nieuwe jungle. Het paleis links van de tempel is met 91 bij 72 meter het grootste gebouw. Een doolhof van tunnels, galerijen en binnenplaatsen. Het meest uniek is de vier verdiepingen hoge toren op de zuidwestelijke hoek. Op de patio aan de voet van de toren is een ovale plaat met de afbeelding van de moeder van Pacal, Zac-Kuk, te zien die hem bij zijn troonsbestijging de koninklijke hoofdtooi overhandigt. De patio en galerijmuren beelden hooggeplaatste Maya's uit. Op afbeelding van de kroning Pakal valt de lange vorm van het hoofd op. De schedels werden al als baby gevormd. Ook scheelzien was een schoonheidsideaal, dat bevorderd werd door baby's naar een bewegend balletje bij hun neus te laten kijken. Ze hadden piercings en vijlden tanden. Een kalenderjaar had 18 maanden van 20 dagen en 1 maand van 5. De toren is een observatorium. De kruistempel is het best bewaard gebleven. Van het piramideplatform van deze tempel is een mooi overzicht van een deel van het complex. Deze heeft afbeeldingen van Pacals’ zoon Chan-Bahlum na zijn troonsbestijging. De Kleine tempel van het Bladerkruis heeft nog meer afbeeldingen van de troonsbestijging van de zoon. De wereldboom symboliseert het leven. De zonnetempel is volgens onderzoekers gewijd aan de oorlog en niet aan de zon. Het schild in het midden van reliëfs met Pacal en Chan-Bahlum heeft het gezicht van de jaguar-god van de onderwereld, de god van de oorlog. Om twintig voor elf eindigt de rondleiding. Ik heb het wel gezien zo, meer indrukken opdoen heeft geen nut. Dus loop ik een stuk door het gras langs nog een piramide naar een pad dat naar beneden leidt, onderweg zijn kleine watervallen. Weer een prachtige omgeving. Bij de uitgang koop ik een set van zestien ansichtkaarten met illustraties van Frederick Catherwood voor 133,50 peso's.
    Dan is het een kwestie wachten op de rest. Een jonge inheemse moeder met twee kleine kinderen houdt die bezig door ze een ijsje te geven. Het duurt even voor de groep weer compleet is omdat kennelijk niet iedereen de weg kon vinden. Om tien over twaalf vertrekken we. In de stad Palenque doen we inkopen voor de Lunch in de grote en moderne Chedraui supermarkt (55,90p). Daarna gaan we naar het hotel om een deel van de groep achter te laten. Misol-Ha Ik ga met de rest mee naar de Misol-Ha watervallen. Daar arriveren we iets na half twee. Onderweg hebben we tijd om wat te eten. Ik loop achter de sprookjesachtige waterval langs. Daar is het nog mogelijk om met een te huren zaklantaarn (10p) een stuk in een grot over planken te lopen naar een kleinere waterval. Helaas is die in het donker en moet je goede apparatuur hebben om een foto te kunnen maken. Even voor drie uur vertrekken we voor de terugreis naar het hotel. Om vier uur heb ik nog even contact met Weiwei, voor die gaat slapen. Dan ga ik rusten op de kamer en alvast wat spullen inpakken. Voor het avondeten heb ik met de mannen afgesproken in het restaurant van het hotel, tussen de huisjes verscholen. Ik heb een prima ensalada de la casa, en thee (80 en 30p). We betalen ook alvast een ontbijtpakket voor morgen (85p). In mijn kamer ontdek ik een kakkerlak onder de wastafel. Dinsdag 1 maart. Vandaag rijden we via Uxmál naar Mérida. Het is niet goed duidelijk welk ontbijtpakket met ham en kaas of alleen kaas is. Om zes uur vertrekken we, voor de saaiste reisdag. Maar helaas wil de bus niet starten. Eerst moet de accu worden geladen. Met een vrachtwagentje en een tik met een hamer op een stoffige dynamo lukt dat om twintig voor zeven. Aan de rand van Palenque passeren we "bad girls" en "La Habana", beide 'clubs for men'. Na een uur komen we over over de flinke Usumacinta rivier. De wegen zijn nu breder met vlakke en rechte stukken. De lucht is afwisselend bewolkt en blauw. Om half tien houden we pauze bij een wegrestaurant met nog drie bussen van dezelfde maatschappij. Om kwart over elf zijn we bij de golf van Mexico. Iets na één uur hebben we een korte toiletpauze (6p). Uxmál Door het vertraagde vertrek, hebben we een late lunch bij de site van Uxmál. Een deel van de groep heeft zich al volgeladen met snacks. Het is dan al twee uur. Op een terras heb ik pasta primavera met echte Parmezaanse kaas en thee (155) en wifi om het thuisfront even op de hoogte te brengen. Uxmál is gemaakt van kalksteen. De entree is 65 plus 148 peso´s.
    Uxmal is een meesterlijk voorbeeld van de Puuc kunststijl. Het kenmerk van deze bouwstijl is: de onderste helft sober en kaal; het bovenste gedeelte rijk gedecoreerd met geometrische figuren. Versieringen van stenen mozaïek. Vierkanten, driehoeken, kruisen en rond motieven. En maskers die meestal de regengod Chac uitbeelden. Want die genoot op het schiereiland een bijzondere verering. Uxmál ("driemaal gebouwd"). "Volgens de legende werd Uxmál gebouwd door een dwerg met magische krachten. Een tovenares koesterde het ei van een leguaan, waaruit een jongen werd geboren, die op een dag tegen de verboden gong sloeg. Er was voorspeld dat als de gong klonk, de heerser plaats moest maken voor een jongen "die niet uit een vrouw was geboren". De heerser gaf opdracht de jongen te doden, doch deze mocht eerst proberen drie onmogelijk geachte taken te volbrengen. Een ervan was het bouwen van de Piramide van de Tovenaar in één nacht. De jongen volbracht zijn opdrachten, maar de heerser wenste hem nog steeds ter dood te brengen. Het kwam tot een krachtmeting, waarbij de heerser het leven verloor. Hierna werd de dwerg de koning van Uxmál." In Uxmal stikt het van de leguanen. De piramide van de tovenaar is de enige ronde piramide in het Mayarijk. Overal vind je afbeeldingen van de god Chakh, de regengod, omdat het gebied zo droog was. De Puuc-hoofdstad van 600 tot 900 n. Chr. Uxmal is in tegenstelling tot de meeste Mayasteden nooit in vergetelheid geraakt. Toch weet men over het leven in de stad bitter weinig. Dat is de schuld van een archeologie aan het begin van deze eeuw die vooral op herbouw van spectaculaire bouwwerken gericht was. Al in 1927 moest daarmee het toerisme gelokt worden. Eén van de mysteries is waar ze het water vandaan haalden, er zijn geen bronnen, rivieren of meren in de directe omgeving. Archeologen geloven dat Maya's water ondergrond opsloegen. De overweldigende piramide van de tovenaar is een bouwwerk van ongeveer 39 meter hoog, massief en kaal. Bij het ellipsvormig bouwwerk zijn vijf bouwlagen vastgesteld die tussen de zesde en tiende eeuw gedateerd worden. 115 smalle en steile treden voeren naar boven. Een ketting dient als leuning. Op ongeveer twee derde is een gat in de trap in de vorm van een Mayaboog, geflankeerd door twee zuilen en door zwaluwen bewoond, zoals heel Uxmal. De deur aan de westzijde bovenop is versierd met een monster-masker. De piramide heeft dergelijke versieringen op de 'rugzijde', de eigenlijke voorgevel, gelegen aan de westzijde in de richting van het nonnenvierkant. Het nonnenklooster, even ten westen van de piramide, behoort tot de allermooiste Puuc-bouwwerken. De naam nonnenvierkant stamt van de Spanjaarden, volgens wie een verzameling gebouw met vele vertrekken een klooster moest zijn. Maar een verklaring is er niet. Ieder gebouw stamt uit een andere periode en iedere voorgevel is anders versierd en toch is er een overweldigende harmonie. De mozaïekmotieven stellen miniatuur Maya-hutten en maskers van luchtslangen met lange haakneuzen voor, die je op bijna alle Puuc-tempels aantreft. Sculpturen van slangen, draaien zich gedeeltelijk in elkaar langs een fries. Uit de geopende bek steekt een mensenhoofd. Zuidelijk van het nonnenvierkant light het balspeelveld als een soort verbindingsweg met het huis van de schildpadden op een platvorm dat weer aan de voet van een volgend platform met het paleis van de gouverneur ligt. Casa de las Tortugas was vermoedelijk een waterreservoir, maar in ieder geval een tempel voor de watergod. Met stenen schildpadden die het bovenste deel van de fries sieren. Het balspeelveld is gedeeltelijk gerestaureerd. Het paleis van de gouverneur is het grootste en meest imponerend. Het is bijna 100 meter lang. Door twee hoge spitse Mayabogen in drieën verdeeld, feitelijk drie met elkaar verbonden gebouwen. Twee deuren met bogen geven toegang tot 24 vertrekken. De bogen waren oorspronkelijk doorgangen, maar zijn dichtgemetseld. Chac-maskers zijn het meest dominerend. In het midden valt een figuur op met een rijke hoofdversiering van veren. Het lijkt op het staatswapen van de heersers van Uxmal. Het diende vermoedelijk als bestuurscentrum. Nog een verlaten plein ligt achteraan het huis van de duiven. Alleen de voorgevel is nog in een goede staat. De puntige opbouw zorgde voor de naam. Onder het oerwoud verbergen zich nog meer ruïnes. Zoals de piramide van de oude vrouw, Pirámide de la Vieja, en de fallustempel, Templo de los Falos. Beide ruïnes zijn zwaar overwoekerd. Langzaam komt er meer bewolking, maar voor het fotolicht is dat niet eens zo vervelend. Ik ben één van de laatsten die op pad is. De ruïnes hebben gladde oppervlakken en veel trappen. Met enkele mooie doorkijkjes en decoraties die Uxmál zeer fotogeniek maken, al las ik ook over kritiek dat het iets te enthousiast is gerestaureerd. Om half vijf gaan we weer verder. Mérida Rond half zes arriveren we in Mérida bij ons hotel op de hoek van straat 59 en 68. Aan een drukke doorgaande straat, die de stad een minder goede indruk geeft dan verwacht. Mérida is de stad van hangmatten en koetsjes. Met de mannen doe ik een snelle tocht door centrum. We zijn hier namelijk maar één nacht. Vanaf de volgende reis zal dat twee nachten worden, dan heb je ook tijd om iets bij daglicht te zien en naar een gerenommeerd museum te gaan. De bewoners van het schiereiland noemen zich trots Yucatenos. De aanduiding 'Mexicanen' horen zij niet zo graag. Mérida is op de verwoeste Mayastad T'ho gesticht. Met stenen van de tempels en paleizen. Mérida, dat is Mexico's 'witte stad'. Ook wel het 'Parijs van Mexico', toen zij onder invloed stond van de levensstijl van miljonairs door export van agavevezels, een grondstof voor touwen, kabels en trossen uit de havenstad Sisal. Men bouwde villa's naar Frans voorbeeld. Het verwachte paradijs vonden de Spanjaarden hier niet. In 1821 werd Yucatan onafhankelijk van Spanje. In 1840 verklaarde het zich onafhankelijk van Mexico, waarmee de staat zich in een jarenlange oorlog verwikkeld met Mexico en vervolgens buurstaat Campeche. We bezoeken de kathedraal aan het Plaza Mayor en in de buurt het paleis met fraaie schilderijen van Fernando Castro Pacheco over de geschiedenis van Maya's, Spanjaarden en Mexicanen. Bijvoorbeeld een dreigende voorstelling van Diego de Landa. "Diego de Landa (1524 - 1579) was een controversieel Spaans missionaris, inquisiteur en Mayanist. Van 1572 tot aan zijn dood was hij bisschop van Yucatán. Door De Landa's werk is zowel veel informatie over de Maya's bewaard gebleven als verloren gegaan. Bisschop Diego de Landa nam zijn missieopdracht doodernstig. Wie zich tegen zijn bekering verzette, werd genadeloos afgeslacht. Duizenden Indianen vonden zo de dood. Om heidense rituele en tradities definitief uit te roeien, organiseerde hij in 1562 in Maní een grote publiekelijke verbranding waarbij alle documenten van de Maya's werden verbrand. Alleen drie codices ontkwamen. Zij bevinden zich nu in Europese musea. Bisschop De Landa zelf geldt als de belangrijkste kroniekschrijver. In 1566 begon hij zijn 'Relación de las Cosas en Yucatán' te schrijven. Het werk schildert gedetailleerd de zeden en gebruiken van de Maya's." Voor het avondeten heb ik tacos con queso y pollo en agua con gas (68 en 27p) in een klein restaurantje weer richting het hotel. Bij een bakker halen we iets voor het ontbijt (32p) en bij een Oxxo nog water en chocolademelk (22p). Woensdag 2 maart. Even na half zeven vertrekt de bus, die volgens anderen al om twintig voor zes stond te ronken. De drukke chauffeur van kleine formaat met snor is vandaag in pak! We komen door een brede straat met grote historische huizen, die nu kantoren en musea huisvesten. Chichén Itzá We zijn bewust vroeg, want dan zijn we voor de groepen die uit Cancun komen. Van ongeveer half negen tot half twaalf kunnen we Chichén Itzá bewonderen. Entree is maar liefst 232 peso's. Ook hier hebben we geen gids. Helaas is veel afgesloten. Ik heb een oudere reisgids waarin veel meer beschreven staat dan er nu te bezichtigen is. Maar het weer is voortreffelijk. Allereerst bezoek ik het centrale deel. Dit is de grootste en meest bezochte Zona Archeológica van Yucatan en tevens de best bewaarde Mayastad in Mexico. Het verleden van de stad blijft geheimzinnig. Tussen 800 en 900 werd een eerste bloeiperiode geconstateerd. Kort daarop hebben Tolteken samen met hun heerser die zij naar hun belangrijkste god Quetzalcóatl noemden, voor de grandioze bouwwerken gezorgd, die als noordelijke groep te bewonderen zijn. Halverwege de 12de eeuw stortte het Tolteekse rijk in als gevolg van droogte en onderlinge twist. Rond 1300 arriveerde hier een groep barbaren die zichzelf Azteken noemden. Ze aanbaden de afschrikwekkende god Huitzilopochtli, die mensenoffers nodig had om de dagelijks strijd van de zon met de nacht te kunnen winnen. De grote, 30 meter hoge piramide, El Castelillo, werd ter ere van Kukulcán gebouwd. Amerikaanse archeologen begonnen omstreeks 1920 aan een restauratie en ontdekten dat onder de grote piramide een kleine begraven lag. Een smalle steile trap leidt binnen naar boven met een rood beschilderd beeld van een jaguar, met ogen van jade en tanden van stukjes schelp. De Maya's hielden zich bezig met astronomie en wiskunde maar ook met architectuur dit vind je overal terug in de tempels. De getrapte constructie verwijst naar de Mayakalender: elk van de vier trappen naar de top heeft 91 treden, totaal 364 treden die samen met de hoofdingang van de tempel de dagen van het jaar voorstellen. Rond de Piramide zijn 52 stenen panelen aangebracht die de 52 weken voorstellen, de 18 terrassen corresponderen met de 18 maanden in het Maya-jaar. Deze piramide is 1 van de 7 met de hand gemaakte wereldwonderen! De tempel kan met astronomische waarnemingen in verband worden gebracht. Een fenomeen in dit verband lokt steeds op 21 maart en 22 september, de dagen waarop dag en nacht even lang zijn, grote aantallen bezoekers. Dan namelijk laat de schaduw van de ondergaande zon de slangenbeelden die langs de hoofdtrap in het noorden naar beneden lijken te glijden duidelijk tevoorschijn komen. Het licht- en geluidsspektakel laat dit effect iedere avond kunstmatig zien. Het fraaie balspeelveld is met 83 bij 30 meter de grootste in Mexico. Gidsen vertellen dat de overwinnaar van het rituele balspel er aan moesten geloven. De griezelige reliëfs op de 8 meter hoge muren langs het balspeelveld geven echter geen informatie over wie het zijn. Uit de hals van het knielende offer spuit bloed in de vorm van een slang, terwijl de tegenstander triomfantelijk diens afgeslagen hoofd in de hand houdt. Als 'hoofdtribune' verheft zich de tempel van de jaguar, genoemd naar de jaguar-fries langs de buitenmuur. In de grote ruimte boven zijn muurschilderingen te zien die vertellen over het dagelijks leven van de Maya's. De bovendorpel van het oeroud hout geldt als een meesterwerk van houtsnijkunst. Een aanbouw aan de achterzijde is geheel met reliëfs versierd. Tzompantli is het meest macabere gebouw op het terrein. Een T-vormig platform met afbeeldingen van doodshoofden: bewaarplaats van de schedels van de offers. Op het nabij gelegen Platform van de Jaguars en Adelaars zijn adelaars en jaguars afgebeeld met harten in hun klauwen. Het platform van Venus heeft vier trappen met aan weerskanten de gevederde slang. De tempel van de soldaten/krijgers is een van de meest fascinerende bouwwerken van de stad. De zuilen die het dak droegen zijn met platen bedekt en hebben voor een deel blauwe en rode kleurresten met soldaten in volle wapenuitrusting. Allen hebben verschillende uitdrukkingen en zijn verschillend gekleed. Chac-maskers versieren de zijmuren van de tempel. Deze tempel werd om een ouder bouwwerk, de Tempel van Chac-Mool heen gebouwd. "Chac-Mool betekent letterlijk: Rode jaguar. Regengod in diverse precolumbiaanse culturen, waaronder die van de Tolteken, Azteken en Maya´s. Voorgesteld als een menselijke gedaante, half achteroverleunend, met opgetrokken knieën, hoofd opzij en een schaal op zijn buik, die voor offergave bestemd zou zijn." Van de zuidelijke groep steken alleen de slakkenhuisvormige koepel van het observatorium en het gebouw van de nonnen boven het oerwoud uit. Het observatorium is een rond gebouw met twee verdiepingen op een vierkant platform. Stephens noemde het 'Caracol' omdat binnen een spiraalvormige trap zit. Vermoedelijk gebruikten de Maya's het voor het observeren van sterren. De muren hebben spleten, waardoor de zon, maan en sterren konden worden geobserveerd. Hier staat ook de Casa Colorada, 'Rode Huis', zo genoemd dankzij een muurschildering rondom de deuropening. En de Tombe van de Hogepriester, een bouwvallige ruïne waarin een skelet en de oudste inscriptie met een datum (20 juni 842) werden gevonden. Gestaag worden de paden voorzien van steeds meer kraampjes, de commercie heeft hier toegeslagen. Via weer een ander pad ga ik naar de tegenvallende cenote. De bijna cirkelvormige cenote met een doorsnede van ongeveer 60 en diepte van ongeveer 25 meter, was een bedevaartsoord en offerplaats. De archeoloog Edward Thompson heeft rond 1885 in de Heilige Bron waardevolle voorwerpen gevonden. Om de goden te behagen werden namelijk levende mensen, opgesierd met goud en juwelen, in de bron gegooid. Volgens een hardnekkige legende zouden hier maagden aan de god van de vruchtbaarheid en het water zijn geofferd door in de diepte te gooien. Tot de vondst behoorden wel schedels en beenderen, maar niet van jonge meisjes. "Een cenote of cenode is de naam voor een water bevattende grot of poel in Yucatán. Er zijn in Yucatán ruim 3000 cenotes." (Bron: Wikipedia) Anders dan in mijn oude reisgids mag je nergens op klimmen. Inmiddels zijn er heel veel verkopers, voornamelijk mannen. En het aantal bezoekers is enorm toegenomen. Om kwart voor elf ben ik bij de uitgang. Daar kijk ik nog rond in de boekwinkel en koop boekjes over Diego Landa en John Lloyd Stephens, voor slechts 29,90 per stuk.
    Om half twaalf zitten we in de bus om slechts tien minuten te rijden. Net tijd om een fooi voor Meike in een envelop te doen. We gaan naar Cenote Ik kil, een commerciële maar zeer fotogeniek cenote. Entree met buffetlunch is 70 plus 80 peso's. Daarnaast betaal ik nog 30 voor agua con gas. De inheemse serveersters zijn traditioneel gekleed en hebben felrode lippen. Even na half twee zijn we weer onderweg. Meike heeft een quiz met tien vragen over de reis, voor de mensen die goed naar haar hebben geluisterd. Zoals bijvoorbeeld de hoogte van de vulkaan Atitlan, de omvang van Guatemala ten opzichte van Nederland en de nationale vogel van Guatemala, de quetzal. Het uiterste oosten van het schiereiland Yucatan heeft tijdsverschil van een uur. Playa del Carmen Het is dus al een uur later wanneer we om vijf uur in Playa del Carmen arriveren. Vanuit de bus zie ik een Herbie (de beroemde Disney Volkswagen) geparkeerd staan, maar dat is helaas op meer dan een fatsoenlijke loopafstand van het hotel. Ik loop met de mannen mee naar het strand. We drinken daar wat bij Fusion: cola voor 35 peso's. Voor het avondeten gaan we in de buurt van het hotel naar het betaalbare Casa Tucan, in 1987 door Duitsers opgericht. Ik heb quesadillas met tomaat (65), bananasplit (45) en groene thee (22). En een flesje water uit een supermarktje onderweg naar het hotel (7,5p). Donderdag 3 maart. Mijn ontbijt haal ik uit de supermarkt van gisteravond: water, yoghurt en broodjes (35,50p). Ik dacht dat Maja's van mais gemaakt waren, maar het achterwerk van de meid die de receptievloer dweilt lijkt eerder van drilpudding te zijn. Het Playa del Carmen Hotel (Avenida 20) is een goed en mooi hotel, jammer dat de handdoeken wat versleten zijn. De locatie is uitstekend. Tulum Bij het hotel om de hoek gaat een minibus naar Tulum. Ik neem die van twintig over negen. Een modern Toyota met airco. Onderweg zijn borden naar cenotes, hotels, een golfbaan en adventure park. Om kwart over tien arriveer ik. De chauffeur vraagt 40 peso's. Dat bedrag had Meike al aangegeven. Dan is het nog 800 meter lopen richting zee. De entree is 65 peso's. Daar zie ik Anita die zit te lezen. De ruïnes zijn omringd door een muur en de ingang is door een klein poortje. "Tulum is één van de meest bezochte archeologische complexen van Mexico. De vele toeristen hebben het complex beschadigd. Deze ommuurde stad telde 500 tot 600 inwoners. De Tempel met de Fresco's is het belangrijkste gebouw. Met een ondersteboven hangend figuur, de 'neerdalende god' genoemd. Een kleine piramide, het Castillo, markeert het hoogste punt van Tulum. Even ten noorden ervan staat de Tempel van de neerdalende god met nog een beeltenis van deze godheid boven de ingang. Archeologen hebben de werkelijke naam nog niet weten op te sporen." Het drukbezochte Tulum is best fotogeniek, maar stelt gelijktijdig niet heel veel voor. Het trekt voor een groot deel een ander soort bezoekers, mensen die hier voor een strandvakantie zijn en toch iets van cultuur willen opsnuiven. Het strandje bij de ruïnes is wel zeer fotogeniek. Na de uitgang loop ik nog een stukje verder naar het zuidwesten. Daar kom ik weer op het strand. Hier kun je ook duiken. Enkele zonaanbidsters liggen toploos, dat is ongebruikelijk in Mexico. Ik dacht zelfs dat het niet toegestaan was. Wanneer ik terugloop naar de busstop kom ik door een commercieel kraampjescircus, met veel te hoge prijzen. Langs de toegangsweg staat een busje klaar. De terugweg gaat sneller. Op mijn kamer eerst het zand afspoelen. Dan een late lunch bij Mr. Dog, ik heb trek in een beef cheeseburger (75p) van een ober uit Vera Cruz, een forse vriendelijke vent die hier twee a drie keer zoveel verdient. De tweede avond hebben we om zeven uur het laatste avondmaal bij Zenzi op het strand. Een beetje een dure tent. Ik kies fish & chips en zwarte tea (110 en 30p). Er is livemuziek, afgewisseld met het afspelen van populaire nummers. We nemen ook afscheid van mensen die een dag eerder naar huis gaan of nog iets langer blijven.
    Vrijdag 4 maart. Ik ga naar het supermarktje voor yoghurt en broodjes (28p). Daarna naar een grote supermarkt voor broodjes en chocolademelk (40,5p). Het is loom weer, benauwd, grotendeels bewolkt. Ik heb lang geslapen en ben toch moe. Bij Casa Tucan haal ik een papaja shake en groene thee (30 en 22p). 's Middags regent het zelfs even. Daarna ga ik met Robin naar de Walmart. Robin verhuist naar de kamer van Wouter, want die vertrekt eerder. Er zijn jonge Scandinavische meiden bij het zwembad, zeer fraaie figuurtjes. Ook een Aziatische, maar ik weet niet of die er ook bij hoort. Voor het avondeten ga ik om half acht weer met de mannen naar Casa Tucan. Nu is de broodmagere kleine vrouw van gisteren in dienst als serveerster. Ze komt uit Canada, terwijl wij volgens mij allemaal op Duitsland hadden gegokt. Ze rookt als een ketter en lijkt op een beetje op een dunne versie van Jamie Lee Curtis. Gisteren was ze dronken. Ze trakteert ons op borrels, omdat we inmiddels vaste gasten zijn. Robin krijgt de mijne. Om tien uur ben ik op mijn kamer. Zaterdag 5 maart. Weer ontbijt uit het supermarktje (17,50p). De Scandinavische meiden gaan van kamer naar kamer in behaatjes en zeer korte broekjes. Zij vertrekken om acht uur naar hun Spaanse les. Ik trek mijn lange broek aan. Om negen uur vertrekken we naar het vliegveld van Cancun. Daar arriveren we binnen een uur. Via een grote weg, met rustig verkeer. Cancun Airport We worden naar terminal 3 van het moderne vliegveld van Cancun gebracht. Helemaal afgestemd op Amerikaanse eisen. De boardingpassen komen uit een automaat en hebben bestemming AMS. We moeten daarna een stempeltje halen op het immigratiekaartje bij een loket. Dan de bagage afgeven. Vervolgens de trap op voor de security en douane. Meike blijft onderaan in de hal, zij vertrekt vanavond pas. Ik ben de laatste die ze uitzwaait. Ze heeft het fantastische gedaan! De groep was ondanks de omvang niet lastig. Enkele reisgenootschap hebben nog drinken in hun handbagage. Ik zoek een rustig plekje op. De gate is nog niet bekend. Kleine meisjes zijn hier net zo schattig als in Azië. Een uur voor vertrek verschijnt gate C22 op de schermen. In het begin van de vlucht en ter hoogte van Florida is er een beetje turbulentie. We krijgen een klein zakje pretzels met drinken en later nog een bekertje water. Ik moet aan boord naar de wc ondanks drie keer op het vliegveld. Washington Dulles Airport In Washington is het zwaar bewolkt maar droog. Na de nodige gangen en trappen volgt een ESTA-machine voor een foto en vingerafdruk. Er komt bonnetje uit met foto. Dan een kleine balie met een beambte die vraagt hoe lang ik in Amerika blijf, mijn antwoord is: "transfer back home". Een volgend persoon neemt het bonnetje in ontvangst. De koffer staat al naast de band. Die kan verderop weer op een andere band worden gezet. Het label heeft al de opdruk AMS. Dan zelf door de beveiliging, dit keer moeten de schoenen uit en armen omhoog. Ik bestudeer de lange lijst met vluchten, gate C5 is in de buurt. Het is twintig over vier. Ruim op tijd. Ik eet mijn laatste Nederlandse mueslirepen en een brownie en maak gebruik van attwifi van AT&T. Vervolgens nog wat rondlopen, om een beetje beweging te krijgen. Voor we kunnen taxiën, moeten we wachten op een grote Airbus van British Airways die achter ons langs passeert. De man met seinlampjes danst om warm te blijven. Zonder lang te taxiën gaan we de lucht in. Ik zit weer naast Annemieke. Voor de terugweg hebben we helaas een veel oudere Boeing. Met een klein schermpje, waar ik niet eens naar kijk, want ik heb vooral geprobeerd om te rusten tijden korte nacht. Er zijn twee stewards aan onze kant, United heeft opvallend weinig vrouwen en wanneer ze dat wel zijn, dan zijn het meestal oudjes. In het begin is er een vervelende turbulentie. We krijgen toast met kaas. De hoofdmaaltijd bestaat uit spinazie manicotti. Zondag 6 maart. Kennelijk heb ik toch even gerust, want we krijgen plotseling een croissant met jam wanneer we al boven Dublin vliegen. De rest van de vlucht was veel aangenamer al sliep ik denk ik niet echt. Het toestel zakt door fraaie Nederlandse bewolking en er volgt een aangename landing op een verre baan. Dus lang taxiën. Na een zeer korte nacht ben ik weer in Nederland. Bij de bagageband neem ik snel afscheid de reisgenoten. Om kwart voor negen kom ik al door de deur in de aankomsthal. Ik moet zelfs even wachten op Weiwei. Mijn koffer rolt door de trein. Ik moet denken aan de bananen die aan een transportband de weg overstaken. Pas op voor overstekende bananen.
    Dit is de tekst die ik op de website van Djoser heb achtergelaten: "Schitterende, maar pittige reis met enkele lange reisdagen en soms zeer vroeg opstaan. Met als beloning juwelen zoals de piramiden van Teotihuacán, jungleruïnes Yaxchilan en Palenque, plus koloniale steden San Cristóbal en Antigua. Een zeer aantrekkelijke route. Verstandig om goed in te lezen." Vooral in Guatemala was het indrukwekkend om te zien hoe de inheemse inwoners vasthouden aan hun rituelen, omgangsvormen en traditionele klederdracht, ondanks alle moderniseringen. Guatemala is een bijzonder authentiek land. Yucatan viel door de hogere prijzen en het veel meer ontwikkelde toerisme een beetje tegen. Door het reizen in een groep, mijn minimale beheersing van het Spaans, en het relatief hoge reistempo, waren er weinig mogelijkheden om contact te maken met de bewoners van de bezochte landen. Ik ben regelmatig met de alleenreizende mannen op pad gegaan en koos er dan voor om met hen te gaan eten. Uit praktische overweging, maar ook omdat het geen slecht gezelschap was. Johan (15 januari 2017)