Mexico, Guatemala & Honduras 2016
Om de winter door te komen, heb ik een reis naar een warme regio nodig.
Reizen door Midden-Amerika trok me nooit zo, het leek me minder dan Azië.
Sommige landen schijnen bovendien gevaarlijk te zijn. Toch heb ik wel eens
gekeken naar mogelijkheden voor een route. Bijvoorbeeld van Panama Stad
naar Mexico Stad. Maar voor zo´n plan zou ik langer verlof nodig hebben, of
met diverse continentale vluchten alleen enkele hoogtepunten selecteren.
Omdat ik nauwelijks Spaans spreek, kies ik nog maar een keer voor een
groepsreis. Veel zien in relatief weinig tijd. Mijn interesse gaat in
eerste instantie uit naar koloniale steden en Mayaruïnes. Daar blijkt
Djoser de mooiste route voor te hebben, want zij gaan naast Mexico en
Guatemala ook nog naar Honduras. De beste reistijd voor deze regio is onze
winter.
Op 27 oktober boek ik de 24-daagse reis. De groep zal met twintig mensen
helemaal volgeboekt raken. Op 30 januari vraag ik de ESTA (Electronic
System for Travel Authorization) voor Amerika aan. De Mexicaanse peso heeft
kort voor de reis een gunstiger koers gekregen.
Toevallig dat ik in de plaatselijke boekwinkel twee oude reisgidsen over
Mexico tegenkwam, voor twee euro per stuk. Daar heb ik veel uit kunnen
halen over de geschiedenis. Daarnaast zo gedetailleerd mogelijke
plattegrondjes van de ruïnesteden van internet gehaald en met Google Maps
van stadscentra en routes vanuit de hotels.
Elders vond ik tweedehands het boek Leesgids Mexico, met 24 zeer
gevarieerde verhalen en fragmenten over Mexico van Nederlandse, Mexicaanse
en internationale auteurs uit 2002. Met oude en nieuwere reisverslagen,
veel geschiedenis, en hoofdstukken over kunstenaars Frida Kahlo
(1907-1954), Diego Rivera (1886-1957) en fotografe van de Mexicaanse
revolutie Tina Modotti (1896-1942).
Voor de geschiedenis en archeologische informatie heb ik gebruik gemaakt
van reisgidsen, Wikipedia, reisverslagen en plaatselijke gidsen. Soms
kwamen jaartallen en beschrijven niet altijd overeen. Mogelijk door
onnauwkeurigheden, nieuwe inzichten of hardnekkige mythes. Het kan dus zijn
dat de lezer elders andere informatie tegen zal komen.
Geschiedenis
De eerste voorouders van de Maya's kwam vijftien- tot twintigduizend jaar
geleden waarschijnlijk via de Beringstraat uit Azië. De Mayaculturen
bestaan grofweg uit Olmeken, Zapoteken, Mixteken, Tolteken en Azteken.
Teotihuacán bij Mexico Stad is van 200 v. tot 750 n.Chr. de eerste van de
klassieke culturen. Tussen 500 v. en 900 n.Chr. ontstaan de eerste echte
Mayasteden. De junglesteden Palenque, Yaxchilán en Tikal (Guatemala) waren
tot de achtste eeuw bewoond. Om onbekende redenen trekken de bewoners dan
naar onder andere Uxmal in de provincie Yucatan. De oorlogszuchtige
Tolteken (950 - 1150 n.Chr.) stichten Tula in ca. 968. Ook ontstaat Chichén
Itzá met van 1000 tot 1200 een bloeitijd.
Na de Olmeken wordt Monte Albán het belangrijke culturele centrum van de
Zapoteken (550 v.Chr. - 1000 n.Chr). Omstreeks 1200 n.Chr., nemen Mixteken
(900 - 1521 n.Chr.) Monte Albán en Mitla over. Zij heersen over het dal van
Oaxaca tot de verovering door de Azteken (1200 - 1521 n.Chr.) aan het eind
van de 15de eeuw.
Rond 1300 trekken ze de vallei van het huidige Mexico Stad binnen. Met een
beeld van hun bloeddorstige god Huitzilopochtli, god van de zon en de
oorlog. Tijdens het rijk van de Azteken van 1325 tot 1521 wordt de
hoofdstad Tenochtitlán, Plaats van de Cactus, gebouwd.
Tot de voortreffelijke prestaties van de Maya´s behoren een exacte
kalenderberekening, de invoering van de nu voor wiskundige berekeningen,
nauwkeurige kennis van astronomie en de ontwikkeling van een schrift, dat
tot op heden niet geheel ontcijferd is. Ze noemen zichzelf Mexica en gaven
uiteindelijke de moderne staat zijn naam.
De Spanjaarden
Op 21 april 1519 landt de Spaanse conquistador Hernán Cortés op de
Golfkust. Zijn doel is de verovering van Midden-Amerika, het bekeren van
Indianen en verwerven van goudschatten. Hij begint zijn opmars naar
Tenochtitlán, want hij is nieuwsgierig naar de sprookjesachtige, rijke
hoofdstad van de Azteken.
Montezuma wendde een hartelijk ontvangst in het paleis voor met de
bedoeling hen later te doden. Cortés neemt Montezuma in gijzeling wanneer
hij hoort dat zes van zijn soldaten in Veracruz zijn gedood en trekt naar
de kust. Voor hij vertrekt vernielt hij snel Azteekse religieuze beelden.
Wanneer hij terugkeert, zijn de Azteken bezig de Spaanse troepen uit te
hongeren.
Montezuma wordt door zijn krijgshaftige broer Cuitlahuac vervangen en onder
druk van de conquistadores moet Montezuma op de stadswal het volk overhalen
om de wapens neer te leggen. Ze stenigen hem. Cortés vlucht. De Azteken
laten de kans op een complete overwinning voorbijgaan. Tijdens een jaar aan
de kust komt versterking. De Azteken vormen nog steeds een meerderheid,
maar de Spanjaarden snijden de voedsel- en watertoevoer naar Tenochtitlán
af. De nederlaag voor de Azteken is onvermijdelijk. De laatste keizer,
Cuauhtémoc, wordt gevangen genomen. Op 13 augustus 1521 is Tenochtitlán na
bittere, bloedige gevechten veroverd.
Nieuw-Spanje is geboren. Cortés laat op de puinhopen de nieuwe hoofdstad
Mexico bouwen. In 1524 arriveren de eerste missionarissen. Miljoenen
Indianen sterven aan epidemieën, ziekten, bij massamoorden en onder
dwangarbeid. Na de ontdekking van zilvermijnen rond 1550, nam de
ontwikkeling van de nieuwe kolonie een hoge vlucht. Binnen een eeuw was
Mexico de grootste zilverproducent van de wereld.
In augustus 1790 werd in de buurt van het presidentiële paleis de beroemde
kalender- en zonnesteen en een imponerend beeld van de onthoofde Coatlicue
gevonden, moedergodin van de aarde, de godin van het vuur en de
vruchtbaarheid en moeder van de zuidelijke sterren. Ze weegt twee ton. Ze
is chaos en verdriet, schoonheid en verrukking. Beide werken kunnen in het
antropologisch museum bewonderd worden. Systematische opgravingen kwamen er
niet, want dan hadden koloniale gebouwen weg geruimd moeten worden.
In 1808 valt Napoleon Spanje binnen en zet de Spaanse vorst van zijn troon.
De zilverwinning neemt af. Tussen 1810 en 1821 heersen
onafhankelijkheidsoorlogen. Tussen 1832 en 1848 verliest Mexico tijdens
grensoorlog Texas, Californië, Nieuw-Mexico en Arizona aan de USA. De
Fransen trekken in 1863 Mexico-Stad binnen en roepen de monarchie uit.
Keizer wordt de Habsburgse aartshertog Maximiliaan, die in 1867 door
liberale troepen wordt doorgeschoten.
In 1910 vieren de Mexicanen een eeuw onafhankelijkheid. Onmiddellijk hierna
breekt een revolutie uit door de grote ongelijkheid tussen de elite in
hoofdstad en de armen en middenstand van de provincie. Na de revolutie
ontstond een onafhankelijke cultuur. Het muralismo, de muurschilderkunst,
is wel het belangrijkste voorbeeld: murales, die de strijd van de Indianen
tegen onderdrukking hadden en tegelijkertijd als opvoeding van de massa
moesten dienen, sieren de wanden van talrijke overheidsgebouwen in de
hoofdstad en veel gemeentehuizen in de provincie.
In 1978 stootten werknemers van de elektriciteitsmaatschappij op een harde
ronde steen met een doorsnede van 3 met 25, dat de maangodin Coyolxauhqui
voorstelde. Hoofd, armen en benen zijn van het lichaam gescheiden. Volgens
de Azteekse legende raakte de godin Coatlicue - reeds moeder van 400 zoons
en een dochter Coyolxauhqui - zwanger van een bal met veren. Ze zette haar
broers aan om hun moeder te doden. Het ongeboren kind, de god
Huitzilopochtli, hoorde van dit plan en bewapende zich met een schild en
een slang van vuur, sprong uit de moederschoot tevoorschijn om haar en de
meeste broers te doden. Het lichaam van Coyolxauhqui werd van de heilige
berg van Coatepec geworpen en brak in stukken.
Na deze spectaculaire vondst schenen alle bedenkingen tegen opgravingen op
deze historische plaats verdwenen. Twee hele huizenblokken moesten wijken.
De Templo Mayor is slechts een klein deel. Van de grote tempel is niets
behouden gebleven. In de twee torens aanbeden de Azteken hun belangrijkste
goden: de oorlogsgod Huitzilopochtli en de regengod Tlaloc. De rechte,
zuidelijke tempel was aan de oorlogsgod gewijd. Een groot deel van de
schatten - meer dan 7000 stuks!
Mais
Mexico is mais, en zonder mais is er geen land. Dat nemen de Mexicanen zeer
letterlijk. Het gewas is niet alleen het hoofdingrediënt van de Mexicaanse
keuken. Volgens het scheppingsverhaal van de Maya’s, waar menig Mexicaan
nog heilig in gelooft, zijn de Mexicanen zelf ook gemaakt van mais.
Maya's, mensen uit maïs. Zoals dat staat beschreven in het
scheppingsverhaal in Popol Vuh, het heilige boek van de Maya's. Na
poëtische beginwoorden verhaalt het hoe de Schepper en Vormgever de ruimte
vult en de aarde laat verschijnen. Tot driemaal toe doet hij een poging
wezens te maken die hun opdracht begrijpen. Driemaal is scheepsrecht.
Met behulp van dieren worden witte en gele maïskolven verzameld. De maïs
wordt gemalen en uit het deeg worden vlees en bloed gemaakt. Uit de
krachtige drank van de maïs worden spieren gevormd. Uit de maïs, en uit
maïs alleen, boetseert de Schepper en Vormgever de eerste mensen, vier
mannen en vier vrouwen. Schitterende wezens zijn het, de eerste mensen. De
mens is wat hij eet.
Hoe dan ook, mais is overal. Op tafel, waar elke maaltijd vergezeld gaat
van een mandje nog warme tortilla’s, of je nu bij een familie thuis bent of
in een chic restaurant. Maar ook op straat, waar dezelfde tortilla’s
figureren in alle mogelijke straatsnacks.
Tieners lepelen na schooltijd een bekertje maiskorrels met mayo, limoen en
chili leeg en op elke hoek ligt wel een rijtje kolven te blakeren op een
vuur.
Mexicaanse eetcultuur
Voor het beste uit de Mexicaanse eetcultuur hoef je niet naar een fancy
restaurant, maar bezoek je de lokale markt die in elke buurt of dorp te
vinden is. De Mexicaanse keuken is als een perfect huwelijk tussen de Oude
en Nieuwe Wereld in Latijns-Amerika. Precolumbiaanse ingrediënten als mais,
bonen, pepers, avocado’s en cacao, werden sinds de komst van de Spaanse
veroveraars aangevuld met de door hen meegebrachte voedingswaren. Al deze
ingrediënten werden gecombineerd tot ingenieuze gerechten die vandaag nog
steeds op de Mexicaanse tafels verschijnen.
Neem chocolade, een Mexicaanse uitvinding. De Maya’s waren de eersten ter
wereld om cacao te consumeren. Cacaobonen werden vermalen en verdund met
water tot een zurige drank, die ze op smaak brachten met honing en peper.
Misschien wel het beste voorbeeld van de Mexicaanse mestiezenkeuken is
mole, simpelweg ‘saus met pepers’, in de taal van de Azteken. Sinds de
landing van Columbus is mole geëvolueerd tot nationaal feestgerecht met
soms wel twintig tot dertig ingrediënten. De mole gaat traditioneel over de
kalkoen of kip. De kliekjes, een dag later, zijn geweldig om tortilla’s in
te dopen.
Donderdag 11 februari. De reis begint met een vlucht van United naar
Houston. Toevallig net als bij mijn laatste reis naar Amerika. Voor het
eerst vlieg ik met een Dreamliner. Ik heb een stoel in het midden. Na
appelsap en crackers met smeerkaas volgt even later de lunch met cheese
manicotti, salade, een broodje, ijsje en thee. Er zit een jonge blondine
naast mij. Boven Amerikaans grondgebied praten we pas met elkaar. Zij
blijkt bij mij in de groep te zitten! Rondom ons heb ik al van meer
Nederlanders gehoord dat ze naar Mexico gaan, waarschijnlijk meer
groepsgenoten.
Achter elkaar zie ik drie films. Beginnend met de animatiefilm Inside Out.
Mooi gemaakt, maar het verhaal valt een beetje tegen. Ik snap die hoge
waardering op imdb.com niet. De volgende is Irrational Man van Woody Allen
met Joaquim Phoenix. Het verhaal is niet volledig geloofwaardig, maar Allen
weet er met een goede cast wel iets moois van de maken. Phoenix is dit keer
misschien een beetje miscast, want de rol van professor met een buikje past
niet zo bij hem. Allen heeft waarschijnlijk graag een film met hem willen
maken. Als laatste Truth met Cate Blanchett en Robert Redford. Een
gerechtigheidsdrama, met goed acteren, maar als geheel niet iets om echt
van onder de indruk te raken.
Houston
Op het vliegveld van Houston zijn veel gangen en trappen. Bij de ESTA-
machine moeten de vingers op een scanner, vervolgens op een schermpje de
eigen gegevens bevestigen en enkele vragen beantwoorden. Er komt een
bonnetje uit. De beambte even verderop vraagt naar mijn destination.
"Mexico". Alle vingerafdrukken worden nu vastgelegd en een foto. Met een
treintje kom ik bij de B-terminal. Daar is het wachten in een hal, want
dertig minuten voor vertrek wordt de gate pas bekend gemaakt. Op de tweede
vlucht serveren ze een turkey cheese sandwich. Het is een klein lawaaiig
toestel, klinkend als een opgevoerde autobus.
Mexico D.F.
We krijgen vanuit de lucht een aardige indruk van de grote stad. Het
vliegveld ligt in de buurt van het centrum en lijkt niet zo groot. De
hoofdstad van Mexico ligt op 2200 meter boven zeeniveau. Ik heb
dollarbriefjes mee. Bij de ATM is het teken voor peso´s tot mijn verbazing
ook $. Verwarrend. Ik haal er 2900 uit. Reisbegeleidster Meike vangt ons
op. Onze chauffeur heet Emilio. Hij brengt ons in ongeveer een half uur
naar ons hotel in het centrum van Mexico Stad.
Door het tijdsverschil heb ik geen zin meer om de straat op te gaan. Met
een deel van de groep eet ik in het restaurant op een bovenverdieping van
het hotel. Ik heb een panini mexicano en cola (55 + 20p). Op de kamer ligt
een kaartje met instructies over wat doen bij een aardbeving. O ja, daar
had ik niet eens aan gedacht, je zit hier in een risicogebied.
Vrijdag 12 februari. Het ontbijt is in de zaal waar we gisteravond hebben
gegeten. Een vaste prijs van 128 peso's en 30 extra voor verse wortelsap.
Het ontbijt zit niet bij deze reis inbegrepen. Dan kan ik af en toe ook
iets simpels buiten het hotel halen.
Op het dakterras hebben we aansluitend een briefing. Direct maar het
financiële deel: $20 voor de gidsen en nog 575 peso's (of $30) in de
algemene fooienpot. Daarnaast krijgen we wat informatie over het land en de
hoofdstad. In de spits is de voorste metro voor vrouwen en kinderen. Een
taximeter heeft de bijnaam 'Maria', want die is eerlijk. Anita is de enige
Belg; een oudere dame die zelf ook cultuurreizen begeleidt en graag musea
bezoekt. Later zal blijken dat zij een prettige gesprekspartner is. Een
grote fles water in de Oxxo om de hoek kost 12p.
Vanmorgen doen we een stadswandeling met Ellen, een Nederlandse die hier al
jaren woont en een vergunning heeft om rondleidingen te doen. Ellen leidt
ons langs het Alameda Central park met het monument voor Hemiciclo A
Juárez, die tussen 1858 en 1872 president van Mexico was. De volgende stop
is bij het Palacio de Bellas Artes waar een metrostation in Parijse stijl
naast ligt. Tussendoor krijgen we veel algemene informatie.
We hebben pech dat de paus het land bezoekt, want het centrale plein, het
Zócalo, is afgesloten. Laat dat nu net een rol hebben gespeeld in de
openingsscène van de beste James Bond-film sinds jaren die ik onlangs zag:
Spectre.
Lunchen doen we aansluitend op het dakterras van El Mayor, met uitzicht
over de niet zo indrukwekkende ruïnes van Templo Mayor, ook wel de Piramide
van Huitzilopochtli, de belangrijkste tempelpiramide van de Azteekse
hoofdstad Tenochtitlan. Mexico Stad werd in 1521 gesticht en op de ruïnes
van deze oude Aztekenstad gebouwd.
Antropologisch Museum
Na de lunch neem ik met de alleenreizende mannen uit de groep een bus naar
het veelgeprezen antropologisch museum. De rit kost 5,5 peso´s heen en 6 op
de terugweg. Een behulpzame jonge vent en zijn nichtje zeggen waar we
moeten uitstappen. Mijn kamergenoot Robin blijkt aardig wat Spaans te
kunnen.
Het fraai ontworpen museum bevindt zich in een park. Voor de ingang hangen
een aantal mannen aan een paal, zogenaamde palo volador (paalvliegen). De
entree is 65 peso´s. Op de binnenplaats staat een zeer kunstig ontworpen
fontein. We beginnen een beetje te langzaam. Het blijkt een enorm museum te
zijn. Achterin staan enkele belangrijke vondsten: de wereldberoemde
Aztekenkalender met een doorsnede van 3,65 meter, de hoofdtooi van
Montezuma, een Chac-Mool, een Cuauhxicalli van basalt om offers in te
leggen.
En de afbeeldingen van de volgende goden: regengod Tláloc met cirkels om de
ogen (moeten slangen voorstellen) en opgerolde neus. De god van de lente
Xipe Tótec. Ter ere van deze god vilden de priesters elk jaar in maart
levende slachtoffers, waarna zij in hun huid rondliepen. De god van hemel
en aarde Quetzalcóatl (gevederde slang), afgebeeld als een vogel (quetzal)
en een slang (cóatl). En de moeder van de goden Coatlicue.
Over het algemeen is het een schitterend museum. We drinken tussendoor wat
in een inpandig café aan de zijkant van het museum voor we de laatste zalen
bezoeken.
Om half zeven hebben we afgesproken voor het avondeten met de hele groep in
het mooie Café De Tacuba. Ik bestel kipsalade met soda 162 + 28 + 29 peso´s
service kosten + 20 fooi voor de muziek van de gezellige mariachi-groep.
Dat hoort er helemaal bij. Ze spelen enthousiast.
"Mariachi's komen oorspronkelijk uit Guadalajara. Zo'n orkest bestaat uit
een groep muzikanten die met trompetten, violen en gitaren vrolijke
deuntjes spelen. Ze zijn meestal gekleed in een strakke, zwarte broek en
kort versierd jasje, gecompleteerd met sombrero's en laarzen. Soms staan ze
op een plek, maar vaker trekken ze van bar naar bar om daar te spelen en te
zingen."
Voor de deur van het restaurant wachten meisjes op een Chinese zanger die
in het restaurant op de bovenverdieping zou zitten. In eerste instantie
juichen ze uiteraard voor mij. Ze laten een foto van de Chinees op een
mobieltje zien, maar ik heb geen idee wie het is. In het park zitten
stelletjes elkaar in de schemer te zoenen. Anders dan de eerst nacht hoor
ik nu wel snurken van mijn kamergenoot Robin.
Zondag 14 februari. Vandaag gaan we de piramides bezichtigen. We vertrekken
om acht uur. Met onze bus en gids Alejandro/Alex. Allereerst naar de
Azteekse ruïnes van Tlatelolco in plaats van de Basiliek van Guadalupe
omdat de paus die vandaag gaat bezoeken. Want dit is het belangrijkste
bedevaartcentrum van Midden-Amerika. De stad zelf lijkt een beetje
uitgestorven.
"De Indiaan Juan Diego was het die de Heilige Maagd zag die verzocht de
bisschop te vragen om voor haar een kapel te bouwen. De bisschop vroeg om
een bewijs. Op 12 december 1531 bracht de Maagd een rozenstruik mee waarop
het beeld van de Maagd in een stralenkrans verscheen. Haar wens om een
kapel werd snel vervuld. In 1709 werd deze door de Basílica de Nuestra
Señora de Guadalupe vervangen. Ieder jaar op 12 december komen de Indianen
met duizenden uit alle delen van het land en leggen het laatste stuk op de
knieën af."
Teotihuacán
De beroemde piramides van Teotihuacán liggen een stukje ten noordoosten van
de stad. Entree is 65 peso´s. De plaats 'waar de mensen goden worden',
verbergt een groot aantal geheimen. En geweldige piramides die aan de zon
en de maan gewijd zijn. In de tijd van Cortés stond op de top van de
grootste piramide een tempel met daarin een uit één blok steen gehouwen en
naar het oosten kijkende reusachtige zuilvormig beeld van de zonnegod. De
borst was voorzien van een plaat gepolijst goud en zilver, waarop de eerste
stralen van zon vielen. Het beeld werd door bisschop Juan de Zumárraga
verwoest.
Teotihuacán was tussen 200 v.Chr. en 750 n.Chr. bewoond en ligt in een
droog dal. Het moet een drukke stad geweest zijn met 200.000 mensen in die
tijd de grootste stad van de wereld. Wie de bewoners waren, waar ze vandaan
kwamen en waarheen ze gingen, is onduidelijk. De Azteken die de verlaten
ruïnestad in de 14de eeuw aantroffen, gaven het de naam Teotihuacán.
De bus rijdt achtereenvolgens naar drie parkeerterreinen rond het complex
met tussendoor tijd om de belangrijkste plekken te bezoeken. We beginnen in
het zuiden. Binnen de muren ligt het belangrijkste bouwwerk, de tempel van
Quetzalcóatl, god van de schepping en wetenschap, vermoedelijk
machtscentrum, ceremoniewijk en verblijf van de heerser. Een lage piramide
van zes lagen. Iedere laag is afwisselend versierd. Uit de piramidewand
steken stenen koppen van de 'gevederde slang' en de regengod Tlaloc. De
piramide was oorspronkelijk in felle kleuren beschilderd. Sporen van een
blauwe achtergrond zijn nog steeds zichtbaar.
Dan krijgen we een voorstelling van paalvliegers, door mannen die op het
parkeerterrein wachten. Na onderhandelen met Meike doen ze hun kunstje voor
de groep. Indrukwekkend. Ze hebben ook miniatuurtjes van de voorstelling te
koop.
"Deze dans uit Veracruz is een traditie om een goede oogst te krijgen. De
dansers klimmer in een met touwen omwonden paal. Boven aangekomen begint
één van hen op een fluitje te spelen en de andere vier zakken met het hoofd
omlaag, de armen gespreid langzaam naar beneden. De touwen wikkelden zich
af in 52 omwentelingen. Na een salto komen ze weer op de grond."
Aan het einde, westelijk van de maanpiramide, ligt het paleis van
Quetzalpapalotl (vogelvlinder). Een patio is omgeven door twaalf
rechthoekige zuilen met rijk versierde reliëfs. Onder het paleis, werd het
paleis van de Jaguar gevonden met een wandschildering. Teotihuacán was de
stad van de muurschilders. In totaal zouden er ongeveer 350 schilderingen
gevonden zijn.
De volgende bezienswaardigheid is de Maanpiramide (30 meter hoog). Daar
kunnen we op klimmen. Vanaf hier is het totaal overzicht over de ruïnestad
bijzonder fraai. De twee en een halve kilometer lange straat die de
maanpiramide met de citadel in het zuidoosten verbindt noemende zij 'Straat
der Doden'. Langs de muren van de citadel liggen dertien tempels. De straat
wordt door piramides met drie of vier treden omgeven, waarschijnlijk
paleizen.
Dan is het een stukje lopen naar de Zonnepiramide. Deze 70 meter hoge en
aan de basis 225 meter brede piramide is een echt wereldwonder. En de op
twee na grootste piramide van de wereld. Hij werd rond het jaar 100
gebouwd, ongeveer een eeuw voor de maanpiramide. In 1971 werd via een gang
in het lava onder de piramide een ruimte ontdekt. Dit kon wel eens de
belangrijkste religieuze plaats zijn geweest.
Hier is het drukker, halverwege ontstaan opstoppingen bij een smalle trap.
De top is meer een bult van ruwe stenen. De piramides verschillen duidelijk
van die van Egypte. Zij zijn hier gericht naar de zon. Iedere 52 jaar werd
er een nieuwe piramide overheen gebouwd.
Achter de piramide loopt een pad naar een parkeerterrein waar de bus ons
oppikt. Het is dan nog een klein stukje rijden. Want pal achter de
maanpiramide hebben we een iets tegenvallende buffetlunch, inclusief fooi
en een voorstelling in klederdracht van het personeel voor 205 peso's.
Ook de terugweg naar het hotel gaat vlot. Na een korte stop op de kamer
loop ik met de drie andere alleenreizende mannen naar het centrum. Het
Zócalo is nu vrij van mensen, maar er staan nog heel veel dranghekken en
podia die het wandelen en maken van foto's belemmeren. Daardoor is het ook
niet mogelijk om de beroemde muurschilderingen van Rivera in het Palacio
Nacional te zien. Net als Anita heb ik het ook al uit mijn hoofd gezet om
met een taxi het Blauwe Huis van Frida Kahlo te bezoeken. Door de Paus, het
tijdsverschil en alle indrukken heb ik daar te weinig energie voor.
Ik heb wel kort na de reis een boek over Rivera besteld, om een beeld te
krijgen van zijn werk.
Ancient Mexico - An Epic of the Mexican People, 1929-35
Mexico Today and Tomorrow - An Epic of the Mexican People, 1929-35
History from the Conquest to 1930 - An Epic of the Mexican People, 1929-35
Met de mannen haal ik een milkshake (30p) in La Vasconia. Even later een
sandwich en cola (105p) in de bar Cantina Buenos Aires. Serveerster Fabiola
wil mij een tequila aanpraten, thee hebben ze niet. Er zit een man met drie
vrouwen aan een tafel naast ons, op het einde van hun bezoek gaat hij met
een hand onder de rok van de vrouw links van hem. Op de terugweg naar het
hotel passeren we restaurant La Pagoda, dat ziet er leuk uit! Iets voor een
volgende keer. Het centrum van de stad is dorps en vriendelijk.
Maandag 15 februari. Gisteravond en vanochtend was het onrustig op de gang
in het hotel. In de bus krijgen we een informatief praatje over het huidige
Mexico door Meike. DF staat voor: Distrito Federal. De koffiepauze houden
we op een parkeerplaats naast de weg met een Italian Company. Met uitzicht
op de vulkanen Popocatépetl en Iztaccihuatl. De eerste is 5465 meter hoog
en bij helder weer is het een geweldig gezicht.
Naschrift: Vanaf 28 maart begon de vulkaan weer onrustig te worden. Op 4
april kwam het tot een eruptie. En op 18 april kwam het wederom tot een
uitbarsting. Dit soort nieuws maakt extra indruk wanneer je er zelf bent
geweest.
De Belgische heeft niks met selfies: "Wanneer ik in de spiegel kijk schrik
ik, boe". We houden een voorstelrondje door de bus. Annemieke, de blondine
naast mij in het vliegtuig, blijkt voorouders uit Friesland te hebben en nu
in Groningen te wonen.
Voetbalvelden langs de route zijn druk bezocht. Na twaalf uur houden we een
half uur pauze voor een snack. Onderweg krijgen we een kleine cursus
Spaans: gracias, por fabor, buenos dias, buenos tardes, buenos noches. We
komen door een mooie bergroute waarvan ook een deel met ´badlands´. Dan
volgt een late lunch bij een wegrestaurant, ik heb een omelette del campo
en bruiswater voor 60 en 15 peso´s.
Oaxaca
Na nog meer rijden door de bergen komen we aan in de zeer fraaie koloniale
stad Oaxaca. Daar moet de bus een stukje gelegitimeerd links rijden om aan
de eenrichtingsstraten van het koloniale hart van de stad te kunnen
beginnen. Na het inchecken ga ik direct op pad met de alleenreizende
mannen, nog net voor sluitingstijd van het Oaxaca Museo de las Culturas de
Oaxaca, entree is 65 peso´s. Morgen gaan we naar Monte Alban, de schat van
tombe 7 is hier deels tentoongesteld, in een schitterend kloostergebouw.
Het is zondagavond, er zijn veel mensen op straat, slankere mensen, baby's
worden gevoed, een non verkoopt koekjes. Het avondeten halen we aan het
Zócalo op een toeristisch terras van Del Jardin. Ik heb chef salade, agua
con gas en thee verde 66, 26 en 21 peso´s. Ik geniet van het straatleven
met verkopers van ballonnen, slenterende stellen en families, baby´s in
doeken op de rug. Ik doe de handwas op kamer, de komende twee nachten hoef
ik geen kamer te delen.
Monte Alban
Dinsdag 16 februari. Ik haal yoghurt met muesli plus een grote fles water
uit een supermarktje een blok naar oosten (27p). Om half negen gaan we met
onze eigen bus naar Monte Alban. Deze ruïnestad ligt op een prachtige
locatie, op slechts een paar kilometer van Oaxaca. Het laatst stuk loopt
flink omhoog. Om kwart over negen zijn we bij de ingang, entree is 65
peso´s. We krijgen een andere gids dan naar gevraagd was. Het is Hector,
een zeer rustig sprekende Maya met een cowboyhoed. Hij is nogal uitvoerig.
Niet iedereen heeft daar geduld voor. Maar zijn verhaal is goed.
Veel blijft raadselachtig, ook op Monte Albán. De Zapotekenpiramides op de
witte berg ligt op negen kilometer ten oosten van de stad 400 meter boven
de hoogvlakte van Oaxaca. Omstreeks 500 voor Chr. werd een berg op het punt
waar drie armen van de vallei samenkomen afgevlakt waarna een begin werd
gemaakt met de bouw van de stad.
Voordat het omstreeks 700 na Chr. werd verlaten, had Monte Albán tijdens
haar bloeitijd 25.000 inwoners op een oppervlakte van 6,6 vierkante
kilometer. De bouwwerken op de top, bestemd voor heersers en priesters,
zijn slechts een klein deel daarvan. Van hieruit zouden de Olmeken en later
de Zapoteken de omloopbaan van de planeten hebben bepaald en hun kalender
hebben vastgesteld.
De bebouwing wordt in vijf periodes verdeeld. Tot de eerste periode behoren
de danzantes, zeldzaam groteske figuren met babygezichten. De verdraaiing
van de figuren leverde hen de naam dansers op. Na jaren van discussie
schijnen archeologen het eens te zijn dat deze figuren, naakt, verkrampt en
met bloedende geslachtsdelen, dode en verminkte koninklijke gevangen
voorstellen.
Ondergrondse grafkamers in de vorm van een kruis stammen uit de vroegste
tijd. Zij werden later door de Mixteken (1200 - 1500) opnieuw gebruikt.
Verbleekte muurschilderingen wijzen op invloed van de Teotihuacáncultuur.
Het Gran Plaza was de voornaamste ceremoniële locatie. Aan de oostelijke
zijde wordt het plein door het paleis begrensd, vermoedelijk het woongebied
van de priesters.
Buiten het centrale plein ontdekte Alfonse Caso in 1932 graf 7 met de
kostbare Mixteekse sieraden: de rijkste goudschat die ooit in Mexico werd
gevonden. Men vermoedt dat het hierbij om de schat van Montezuma kan gaan.
Tombe 7 ligt even ten noorden van de parkeerplaats. Het graf is nu een lege
ruimte. De rode fresco's zijn verbleekt. Maar de ingang heeft een uniek in
de wand verzonken masker van een Zapoteekse godheid met een prachtige
hoofdbedekking. De tombes zijn allemaal gesloten.
Het balspeelveld heeft gaten in de hoeken, geen ringen zoals bij andere
sites. Het is drukker geworden. Bij de ingang bezoek ik nog een klein
museum en boekwinkel. Een deel van de groep wandelt terug naar stad. Later
horen we dat Annemieke door een hond is aangevallen. Ze moet een
tetanusprik hebben. Ik heb voor de bus gekozen, omdat er anders weinig tijd
is voor het mooie stadje.
Met Nico wandel ik vanaf het hotel naar het noorden, maar dat valt helaas
tegen. We drinken thee aan het Zócalo op een terras (21p) en vervolgen onze
wandeling door overvolle overdekte marketen en langs verkopers die de
straatkant bezetten. In de boekwinkel Amate Books koop ik boekjes over de
fotografen Tina Modotti (119p) en Edward Weston (130p) en een bundeltje met
22 ansichtkaarten (230p) met het bekendste werk van Frida Kahlo.
"Modotti (1896 - 1942) werd geboren in Italië maar verhuisde
in 1913 naar de Verenigde Staten. Ze huwde in 1918 Roubaix
de l'Abrie Richey en verhuisde met hem naar Los Angeles om
in de stommefilmindustrie te werken."
"Ze ontmoette daar fotograaf Edward Weston (1886 - 1958) van
wie ze model en later ook minnares werd. Dit was vermoedelijk
een van de redenen waarom Richey naar Mexico-Stad verhuisde.
In 1922 reisde zij hem achterna, maar kwam aan nadat hij twee
dagen eerder aan de pokken was overleden. Een jaar later
verhuisde Weston haar achterna."
"Modotti en Weston kwamen terecht in het kunstenaarsleven
van de stad, maakten onder andere kennis met Diego Rivera en
Frida Kahlo en sympathiseerden met de Mexicaanse Revolutie."
(Bron: Wikipedia)
Bij Santander haal ik 4900 peso´s uit de muur, dit keer zitten er ook
kleine coupures bij.
Ik maak een praatje met een verveelde souvenirverkoopster in de lobby van
het hotel, die blij is met de aandacht. Ze vraagt wat ik het mooiste vind.
Uiteraard zeg ik: "jouw glimlach". Dan ga ik met een klein groepje op pad.
Even na 17.30 aanschouwen we het strijken van de vlag door vier
politiemensen, ook een vrouw.
Dan drinken we op een terras aan het centrale plein. Twee groene thee (27p)
en daarna taco bief (62p). Een mooi plekje om straatverkopers te
observeren. Een jonge moeder met twee jochies ziet er wat treurig uit. Ze
probeert sjaals te verkopen. Ze heeft een zeer klein postuur, net als de
meeste Maja´s. Zo ze nog een meisje. Maar ze heeft al twee zoontjes.
We horen dat de Belgische door kinderen is beroofd van een reisgids en
aantekeningenboekje, gelukkig geen waardevolle zaken. Helaas maken sommige
mensen uit mijn groep de verkopers en muzikanten in het Nederlands
belachelijk. Ik ga eerder naar de kamer, want we moeten morgen vroeg op.
Woensdag 17 februari. Ik haal ontbijt van de bakker in de straat van het
hotel. We vertrekken om zeven uur, het zal de langste reisdag worden. Eerst
een uur reizen naar Mitla. Maar nog eerder al een korte stop in Tula voor
een boom van 42 meter omtrek en 35 hoog. Mezcal is het nationale drankje
dat gemaakt wordt van agavewortels, van gerookte snippers. Er zijn veel
plantages in deze regio. Het meer bekende tequila is een afgeleide van
mezcal.
Mitla
"Tot de 'Dodenstad Mitla' behoren vijf groepen gebouwen. Mitla was in
tegenstelling tot Monte Albán nooit vergeten of bedolven. De belangrijkste
en best bewaard gebleven is de zuilengroep met unieke mozaïekornamenten.
Hier resideerde de hogepriester. Of de Zapoteken of de Mixteken de
scheppers zijn van de paleizen, daarover strijden de geleerden. Van de
lange zuilenhal, droegen de zes zuilen eens het dak."
Mitla heeft smalle straatjes, maar de bus komt tot bij de ruïnes. Er rijden
ook een paar tuk tuks. De site heeft twee tombes die te bezoeken zijn,
nauwe ondergrondse ruimtes. Ik vind vooral de mozaïekmuren fotogeniek. Er
staan ook zes zuilen en aan de rand een aardig katholiek kerkje met een
mooie Maria.
Met Coosje uit de groep praat ik over Cambodja. Ze heeft het over een
Cambodjaanse die met een Nederlander is getrouwd en in Steenwijk woont.
Even na half tien zijn we weer onderweg. Scholen zijn van zes tot twaalf
jaar gratis, maar boeken en kleding niet. Privéscholen zijn beter want er
zijn nauwelijks geschoolde docenten voor de openbare scholen. Mexico is net
als Spanje dol op 'reductors', dat zijn verkeersdrempels. We vervolgen met
een bergroute.
Om half twaalf hebben we een pauze, het is de eetpauze voor de chauffeur en
plaspauze voor de rest. Je moet je behoefte met een emmer water wegspoelen.
Ik koop een magnum-ijsje voor een exorbitante 30 peso's. We stoppen
vervolgens bij een luxe restaurantterras ter hoogte van een meer. Voor de
lunch in de terrastuin kies ik tortilla's met garnalen en salade (99p). En
flesje soda plus serveerkosten totaal 135 peso's. De route is nu vlakker,
we komen door een gebied met veel windmolens, en dat er wind staat merken
we. Er is zelfs een Truck omgewaaid. Bij een tankstation pauzeren we even,
ik haal een flesje water (8p). We zijn nu bij Tuxtla met aan de overkant
een Walmart. Hier is het verkeer druk.
Chiapa de Corzo
De bus eindigt bij een plein in het hart van Chiapa de Corzo. De grote
bagage komt achterin pick-ups, wij moeten lopen omdat het hotel in een smal
straatje zit. Het avondeten is in het hotel in een zaal boven. Want het is
te laat om nog het stadje in te gaan. Ik heb taco kip en groene thee (75 en
30p). Anita is ook in Japan geweest. Interessant om naar haar ervaringen te
luisteren.
Sumidero Canyon
Donderdag 18 februari. In het hotel is een ontbijtbuffet voor 130 peso's.
Het is een viersterrenhotel gerund door jongeren. De koffers worden om
kwart voor negen opgehaald. We vertrekken om negen uur. Het is maar een
klein stukje terugrijden naar het begin van de Sumidero Canyon. De
bootvaart kost 200 peso´s per persoon, er zijn twee bootjes. Alleen Simone
gaat niet mee, die vindt het te toeristisch en zit al vanaf het begin niet
goed in haar vel. Ik geloof niet dat ze zo geschikt is voor groepsreizen.
Eerst varen we nog rustig, onder een brug door. Al spoedig zien we
zeearenden, spinapen, aalscholvers, witte reigers, leguanen, gieren en
krokodillen. Toen de Spaanse conquistadores de provincie Chiapas innamen,
verkozen de tegen hen strijdende Indianen de dood boven een leven als
slaaf. Massaal trokken ze toen naar de canyon en stortten zich als
lemmingen in de diepte!
De route eindigt bij een rotsbegroeiing in de vorm van een kerstboom, zo
wordt die ook genoemd. De terugweg gaat veel sneller. We ontdekken dan ook
dat we één van de eerste boten zijn. Het was verstandig om vroeg te
beginnen, want sommige dieren laten zich nu niet meer zien. We stoppen nog
wel even heel dicht in de buurt van op de oever luierende krokodillen. Deze
tocht was zeker de moeite waard. Ik hoop wel dat we het dierenleven niet te
veel verstoren.
San Cristóbal
Onze volgende bestemming, San Cristóbal de las Casas, is dan niet zo ver
meer. De bus eindigt op een parkeerterrein, wij lopen het laatste stuk. De
grote bagage wordt gebracht. San Cristóbal is wederom een prachtig
koloniaal stadje. Het is hier frisser. Ik heb een prima lunch met de mannen
in Café bar Revoluzión, thee en een belegd broodje (20 en 48p).
Op de markt hebben ze heel veel keuze. Jammer dat er weinig interesse voor
lijkt te zijn. Ik koop twee T-shirts voor 50 peso´s. Nu de andere mannen de
prijs weten, kopen zij ook. Ik heb ergens gelezen dat souvenirs hier het
minst kosten. Maar hoe kunnen ze van deze prijzen rondkomen? Er zijn ook
nog veel straatverkopers, die je aanspreken of zelfs in restaurants en
cafés bij je tafeltje komen. Op straat staan dames met emmers gefrituurde
sprinkhanen.
Dan lopen we naar het Blom museum (45p) waar de Deens archeoloog Frans Blom
(1893 - 1963) met zijn Zwitserse vrouw Gertrude (1901 - 1993) woonde. Het
kaartje moet tegenover de ingang worden gehaald. Het museum is gelijktijdig
ook een hotel en restaurant met een grote eettafel. Er zijn vooral veel
foto's en diverse vertrekken die te bezichtigen zijn, met name de
bijzondere bibliotheek. Ook de tuin is toegankelijk voor bezoekers. Op de
terugweg nemen we een kijkje in een kerk met witte sluiers aan het plafond.
De lokale markt is enorm en lijkt op enkele details na erg op Aziatische
markten.
In de moderne bar Praga drinken we wat, ik heb een soda (31p). Maar
verveeld personeel en geen verse sap maken de sfeer er niet beter op. We
vertrekken al snel. Het miezert een beetje. We gaan even rusten op de
kamer. Om 19.30 heb ik afgesproken met de mannen voor het avondeten in
restaurant Tuluc. Daar krijgen we meer dan uitstekend eten, ik heb
enchiladas suizas (85p) en thee (25p). Op een hoek richting het hotel zit
nog steeds een indianenvrouw met kinderen op het trottoir in de miezerige
regen, ze gaan niet eens onder een boom zitten. Om negen uur zijn we op de
kamer. Het beeld van die vrouw en kinderen op straat zit nog op mijn
netvlies.
Vrijdag 19 februari. Gisteravond op de kamer hoorden we harde knallen van
vuurwerk. Vandaag bezoeken we minderheden in dorpjes in de buurt. Het is
droog en zonnig maar fris. Eerst ga ik met Robin naar het postkantoor. Hij
wil ansichtkaarten versturen. Robin kan af en toe wel wat hulp gebruiken.
Hoewel hij een jonge uitstraling heeft, zich jeugdig kleedt, en als
gepensioneerd docent Engels een prettige gesprekspartner is, blijkt hij al
wat ouderdomskwaaltjes te hebben. Hij valt ook altijd snel in slaap. Het is
ook een pittige reis.
Daarna gaan we naar een supermarkt voor yoghurt met cereals, water plus wat
te eten voor morgen (50,50p) en broodjes (28p) uit de naastgelegen
bakkerij. Om half tien ontmoeten we de Vlaamse Christine, die hier woont,
en de lokale jonge vrouw Anita bij onze bus. Zij gidsen voor ons voor 15
peso's per persoon naar dorpen van de Tzotzil indianen, die ook veel in de
stad te zien zijn.
San Lorenzo Zinacantán
Het is twintig minuten rijden naar het eerste dorp, Zinacantán. Hier mogen
geen foto's in de kerk worden gemaakt. Buiten het dorp zijn veel kassen met
bloemen die veel worden geëxporteerd naar Yucatan. En ze hebben hier ook
appels, peren, aardbeien en perziken.
Jongens willen amber verkopen. Ze maken dat schoon met piepschuim. In de
kerk staan veel beelden met klederdracht en spiegels. Er zijn ook heel veel
bloemen in kerk. We bezoeken ook een huisjes waar geweven producten hangen
en we een kijkje nemen in een rokerig keukentje.
San Juan Chamula
Dan een paar minuten rijden naar Chamula, hier leeft men meer van de
landbouw. Maya indianen hebben 62 talen. De bus parkeert bij de
begraafplaats. We lopen langs de begraafplaats naar het laagste deel van
het dorp. Bij één van de huizen is een sauna aangebouwd. Die gebruiken ze
om te zuiveren. Werkeloze minderheden krijgen 500 peso's per maand van de
regering.
We brengen een bezoek aan een huis met dennennaalden over de vloer, er
staat een altaartje. Ik vind het een beetje hokus pokus. Dan bezoeken we de
kerk, ook hier heel veel dennennaalden op de vloer, mensen drinken coca
cola om te boeren, of nemen een kip mee die een ziekte over kan nemen.
Daarna loop ik over het fotogenieke marktplein en de enigszins uitgestorven
overdekte markt ernaast. Een deel van de groep drinkt wat op een terras, ik
geniet van het straatleven. Om kwart voor twee lopen we terug naar bus.
Terug in Las Casas loop ik met de mannen omhoog naar een gesloten kerkje
voor het uitzicht over de stad. Ik koop mango licuados (29p), een soort
smoothie, en een puddingbroodje met chocola (8p). Aan het centrale plein
vind ik een opticien waar ze lensvloeistof hebben (168pesos), die van mij
is op. Normaal neem ik een vol flesje mee, maar dat ben ik vergeten. In de
commerciële autovrije straat richting de Guadalupe kerk zijn meer
winkeltjes en plekken om te eten. In het boekwinkeltje Soluna koop ik
veertien zeer kleurrijke ansichtkaarten over de zapatisten (168 peso´s).
"Het Zapatistisch Nationaal Bevrijdingsleger is een deels gewapende
revolutionaire beweging in Chiapas, een van de armste delen van Mexico. Het
Bevrijdingsleger kwam in 1994 in opstand tegen de regering. Aanhangers van
het EZLN worden zapatisten (Spaans: zapatistas) genoemd.
Het is een antikapitalistische beweging die streeft naar autonomie van
de indiaanse bevolking en zich verzet tegen neoliberale globalisering.
Genoemd naar de Mexicaanse anarchistische opstandelingenleider Emiliano
Zapata (1879-1919).
Hoewel passend in de Latijns-Amerikaanse traditie van guerrillabewegingen,
onderscheidt het EZLN zich hier tegelijkertijd van doordat, met
uitzondering van de eerste opstand in 1994, de beweging veel gebruikmaakt
van communicatie en veel minder van geweld om haar doelstellingen te
verwezenlijken. Om deze en andere redenen wordt het EZLN wel de eerste
postmoderne opstand genoemd." (Bron: Wikipedia)
Om half acht heb ik met de drie mannen afgesproken voor het avondeten. We
eten vanavond in TierrAdentro in Calle Real de Guadalupe. Ik heb taco's met
kip en mole met bonen en bief, agua con gas, te verde, 69+14+16 plus 10. We
krijg brood met sausje vooraf. Later nog live muziek met versterkers, dan
is het helaas niet meer mogelijk om te praten.
Zaterdag 20 februari. De wekker gaat om tien over vijf. Het hotel heeft een
heerlijke douche. Rond zes uur lopen we naar de bus. We beginnen met een
bergroute, soms in mist of wat lichte regen. Maar ook opklaringen.
Dan wegwerkzaamheden. We pauzeren rond negen uur tegenover een Walmart. Ik
haal Snickers en flan pudding (40,20p). Op de vlaktes verbouwen ze mais. Er
gaat een envelop rond in de bus om een bedankje te schrijven voor onze
uitstekende chauffeur Emilio. Er zit al $1 per persoon per dag in uit pot.
De uitreisbelasting is 390 peso's. Maar eerst krijgen we een militaire
controle. Twee mannen komen de bus inspecteren. Alleen bij de twee
Limburgse mannen kijken ze even in de tas. Voor de bagage onderin nemen ze
niet de moeite. We krijgen een immigratieformuliertje uitgedeeld en moeten
daarmee door een kantoortje voor een stempel in het paspoort. Dan gaan we
met vijf taxi´s vier kilometer heuvelopwaarts door niemandsland naar de
volgende grens. Daar kunnen we het paspoort bij Meike inleveren.
Guatemala
Ik heb nog een exemplaar van de Wereldwijzer reisgids van Uitgeverij Elmar
door Yvonne van der Bijl op de kop getikt. De laatste druk is uit 2008. Dit
type reisgids heb ik ook van Bolivia. Ze zijn persoonlijker dan de meeste
andere reisgidsen omdat één schrijver er met veel liefde aan heeft gewerkt.
Nadeel is dat ze niet zo actueel zijn, maar daar kun je ook internet voor
raadplegen.
Guatemala heeft van alle Latijns-Amerikaanse landen de grootste indiaanse
bevolkingsgroep. Eén op de twee in Guatemala is indigenas (inheems). De
meeste mensen wonen in dalen tussen de 1500 en 2500 meter. Chiapas in het
zuiden van Mexico hoorde ook bij Guatemala. In de koloniale tijd reikte
Guatemala tot de grens van Panama. Guatemala werd in 1821 van de
Spanjaarden bevrijd. Het verschil met Mexico is echter, dat Guatemala een
met veel bloed besmeurde geschiedenis heeft. Door de ene na de andere coup
waren er vaak generaals aan de macht.
In 1954 werd er een coup uitgevoerd door de CIA die de democratisch gekozen
president Jacobo Árbenz wegdreef en de Guatemalteekse revolutie beëindigde.
Onder de codenaam PBSUCCESS werd een militair regime geïnstalleerd onder
leiding van Carlos Castilla Armas, de eerste in een serie van door de VS
gesteunde dictatorschap.
De coup werd breed bekritiseerd en veroorzaakte een anti-VS sentiment in
Latijns Amerika. Politieke partijen werden verboden, gevangen
oppositieleden gemarteld en sociale hervormingen van de revolutie werden
ongedaan gemaakt. Deze onderdrukking gaf aanleiding tot een burgeroorlog
tussen regering en linkse guerrilla's waarbij het leger veel geweld
gebruikte tegen de burgerbevolking.
De belangrijkste guerrillabeweging is de URNG. Deze revolutionaire unie zet
zich in voor de rechten van de Indianen. In december 1996 is een staakt-
het-vuren getekend tussen de regering en het URNG. Sindsdien is de situatie
enigszins stabiel. Het land staat er economisch gezien slecht voor.
Bij deze grens betalen we 10 quetzal. Genoemd naar de legendarische,
goddelijke vogel van de Maya's en symbool van de vrijheid. Deze vogel is
echter nauwelijks te vinden en wordt in zijn bestaan bedreigd door
aantasting van de nevelwouden.
Dan kunnen we op twee pick-ups met onze bagage naar de bus voor de reis
door Guatemala. We passeren veel winkeltjes, kraampjes, hotels en plekken
om geld te wisselen. Onze bus is kleiner en ouder dan we gewend waren, maar
eigenlijk hoort dat ook een beetje bij dit soort landen. Die vorige bus was
wel erg luxueus en modern. Hij staat geparkeerd bij een dansclub met
uitdagend geklede dames met iets teveel make-up.
Onze chauffeur heet Juan Carlos. Guatemala is drie keer zo groot als
Nederland. Ten opzichte van Mexico is het hier drukker, met meer markten en
straatmuziek. En veel koffie. Maar ook veel drugscriminaliteit in met name
de hoofdstad. Twee procent wordt veroordeeld, daarnaast bestaat er veel
zelf recht.
De route die we volgen loopt door een kloof. We worden door kamikazetrucks
ingehaald. Zodra het landschap iets meer open is stoppen we voor een late
lunch bij Luivi´s en pinnen in het naastgelegen tankstation. Lang niet
iedereen kan zijn pasje gebruiken, maar ik krijg daar met mijn visa
maximaal 2000 uit in alleen briefjes van 100. Mijn lunch bestaat uit een
mango tango (smoothie) en salade caesar (51). Kort na half drie zijn we
weer onderweg. Nu hebben we een bergroute. Er is wel vaak bebouwing en
bijna altijd wel mensen te zien. En kleurrijke chickenbussen die ons wild
claxonnerend inhalen.
Veel woningen hebben wasbakken voor het huis. Ze koken vaak op hout. De
koffieoogst is net voorbij, kinderen helpen dan tijdens hun vakantie mee.
Er ligt veel vuil langs de weg. Bij tankstations zien we bewakers met
stenguns. Langs de weg zijn veel kleuren en namen van politieke partijen op
rotsen en palen geschilderd. Ik zie een Auto hotel Amor Secreto, voor
heimelijke avontuurtjes. De kerken in het land zijn van veel verschillende
stromingen.
We hebben een snelle chauffeur, al heeft de bus maar weinig vermogen. Om
zes uur arriveren we in Sololá, een bovenstad bij het Meer van Atitlan. De
scholen zijn net uit. Er volgt een lange afdaling met haarspeldbochten.
Panajachel
Ons hotel in Panajachel ligt aan het water en heeft een mooie tuin. Morgen
is hier een bruiloft. Op mijn kamer ontdek ik binnen een paar minuten twee
kakkerlakken. Maar zeg daar niks over. Dat hoort bij zo´n land. Ook al is
het hotel nog zo net, ik denk niet dat je dit kunt voorkopen. Ik denk dat
ze onder de deur door kunnen kruipen.
Het meer ligt op 1500 meter hoogte. Eén op de tien Guatemalteken werkt in
Amerika. Hier komen ook veel Amerikanen, vanwege het klimaat en de lage
kosten. Het water van het meer heeft door de wind vaak stromingen. De
Maja's wonen hoger dan de locaties van de nieuwe hotels. Die lopen soms
onder water.
Het duurt lang voor de rest van de groep onder begeleiding van Meike geld
uit een ATM heeft. Intussen raak ik aan de praat met Margarita. Ze is een
lokale jonge vrouw in klederdracht met een kleurrijke omslagrok en wulpse
blouse. Ze heeft een dochtertje die bij de vader in Zwitserland woont. Daar
gaat ze in de zomer 3 maanden heen. Haar Engels is behoorlijk goed. Ze
loopt op en neer door de hoofdstraat, Avenida Santander, met sjaaltjes op
haar schouder. Een zachtaardige vrouw van begin dertig en mijn bron.
Vervolgens eet ik met de mannen in de Circus Bar. Er speelt een live band.
Wij zitten helemaal achteraan en genieten van de vrolijke dames in de
keuken. Ik heb chocolate caliente (16) en een calzone colombaioni (92). Er
staat een harde wind daarom is er volgens het personeel bij de receptie
geen werkend wifi.
Zondag 21 februari. Vandaag doen we een tour met Lola. Maar voor acht uur
ga ik al Panajachel in en koop een kleurrijk tasje voor Weiwei voor
omgerekend vijf euro. Plus een paar verpakte muffins als ontbijt. Bij veel
lokale eettentjes staan jonge vrouwen torilla’s te klappen: het deeg wordt
al klappend in de hand gekneed en tot een ronde schijf gevormd, die direct
op de bakplaat wordt gelegd. De meiden hebben souplesse om zo’n maisschijf
perfect te moduleren. Ik klap even mee, om mijn waardering uit te spreken.
Het Meer van Atitlán
Voor de tour van vandaag betalen we per persoon 175 quetzal, dat is circa
20 euro. Het Meer van Atitlán werd door de Duitse ontdekkingsreiziger
Alexander von Humboldt één van de mooiste meren ter wereld genoemd. In een
prachtige omgeving, met drie vulkanen aan de zuidelijke oever en aan de
noordelijke oever een gebergte van ongeveer duizend meter hoogte.
Santa Cruz
Om te beginnen gaan we met een boot over het meer naar Santa Cruz om een
stukje te wandelen. Dat blijkt best nog pittig te zijn voor de oudjes in de
groep. Ik help af en toe door steun te geven. Lola legt de geneeskrachtige
werking uit van de planten. Halverwege houden we een stop met door Lola
meegebrachte ananas, bananen en sinaasappels. We komen uit bij het dorpje
bij het water.
San Pedro La Laguna
Dan gaan we met de boot naar de overkant van het meer. In San Pedro La
Laguna lopen we naar een café voor té verde (10) en wifi om even contact te
hebben met het thuisfront. Het is een dorp van backpackers, hippies en
marihuana. Oorspronkelijke bewoners zijn de Tz'utujil. Behalve een paar
fraaie muurschilderingen zien we hier niet veel.
Santiago Atitlán
Dan nemen we de boot naar het volgende dorp, Santiago Atitlán. Bij aankomst
is een vrouw met een zeer lange hoofdband te bewonderen. Het is een
'tocoyal' die meerdere keren per dag opnieuw omgebonden moet worden. In
twee pick-ups rijden we naar de lokale god Maximón in een rookschuurtje.
Een Maya-Indiaan is over het algemeen diep religieus, maar dit is
gelijktijdig een commercieel instituut. Want je moet wel betalen.
De god is een commercieel fabeltje. Met mijn nieuwsgierige neus ontdek ik
een primitieve bar in de buurt van de rookschuur een aantal posters met
uitdagende latino's in bikini.
We gaan weer de pick-ups terug. Dames doen de was in het meer. Langs de weg
lopen regelmatig houtdragers met een mandje op hun rug. Het is al bijna
twee uur. Mijn lunch laat extra lang op zich wachten doordat er een fout is
gemaakt bij de bestelling. Door het snelle eten stik ik bijna in mijn
chicken sandwich met thee (40).
Om drie uur stappen we in de boot voor de terugweg en zijn rond vier uur
bij de aanlegsteiger van ons hotel. In de hoofdstraat koop ik een beker met
ijs en fruit (20) voor Margarita, op de markt betaal ik een stuk kip (20)
voor en haar moeder. Ze kent Lola en is niet zo positief over haar. Bij het
meer geef ik een kleine oudere vriendin van haar 10 voor koffie en cake.
Hun verkoop van sjaals is vandaag niet zo succesvol. Ik vraag me af hoe ze
rond kunnen komen. Volgens Margarita kost een tuk tuk 40.000 quetzal, circa
5000 euro. Die zie ik namelijk splinternieuw te koop staan.
Bij een eenvoudig winkeltje in de buurt van het hotel koop ik cakes,
chocolademelk en water (20) voor het ontbijt. Voor het avondeten heb ik met
de mannen afgesproken bij Valentino's: gegrilde kip met twee kaneelthee (60
en 16). Mijn neus is verkouden.
Maandag 22 februari. We vertrekken om kwart voor acht. Er gaat $30 in de
fooienpot (ik betaal met een briefje van $100 ook voor Robin, hij geeft mij
230q). Bij een rijdende chickenbus zien we iemand via de achterdeur en trap
bagage op het dak brengen terwijl we een bochtig parcours afleggen.
Chichicastenango
Het beroemde stadje Chichicastenango ligt op ongeveer anderhalf uur rijden.
Daar blijven we tot twintig voor twaalf. We worden tot de Santo Tomás-kerk
gebracht. De kerk is door de dominicanen gebouwd op de ruïnes van een Maya-
tempel. Op de trappen bij de ingang zitten veel mensen. De zijingang is
voor ons, voor de andersgelovigen. Binnen vinden allerlei ceremonies
plaats. In Chichicastenango is de Popol Vuh (bijbel van de Maya's) ontdekt.
Achter de kraampjes zijn ook prachtige muurschilderingen te zien.
Door de markt is het een drukte van belang. Er zijn heel veel dames in
klederdracht. Ik koop een T-shirt voor 50q. En voor 5q een blikje cola
terwijl ik langzaam terugloop richting de bus. Net voor we vertrekken komt
er een processie langs.
Vijfentwintig procent in Guatemala is analfabetisch. Kinderen kunnen zes
jaar verplicht en gratis naar school. Maar je ziet ze ook veel als
straatverkoper om een bijdrage te leveren aan het inkopen van de familie.
Ik hoop dat ze dan toch een dagdeel naar school gaan.
De vervolgroute heeft veel bochten. We lunchen tot ongeveer half drie in
een groot wegrestaurant. Ik heb Agua con gas, warme chocolademelk en een
stevig (voor)gerecht met stengels en gesmolten kaas (55q).
Antigua
"Aardbevingen hebben de voormalige hoofdstad Antigua de afgelopen eeuwen
regelmatig verwoest. Na 1773 bouwde men een nieuwe hoofdstad, Guatemala
City. Onder auspiciën van de UNESCO wordt Antigua nu langzaam maar zeker
weer in glorie hersteld. Er resteren nog tientallen kerken en kloosters,
welvarende landgoederen en andere monumenten uit de koloniale tijd."
Om half vier arriveren we in het wonderschone Antigua. Het is hier warm,
want lager gelegen. We hebben een hotel met een binnenplaats. Voor de ruïne
van La Compania de Jesús is nog een restant van een textielmarkt gaande.
Ons hotel zit daar schuin tegenover in het hart van de koloniale stad.
De kathedraal is als gevolg van een aardbeving grotendeels een ruïne (8q).
Maar het enorme beschadigde deel is fotogeniek. Aan de kant van het plein
is de façade en twee kapellen gerestaureerd en nog in gebruik.
Vanavond is er een processie voor Inez in het centrum, na half acht zijn we
daar weer voor op centrale plein. Er heerst een enorme drukte. Tijdens het
maken van een foto raak ik de mannen in de buurt van de boog van Santa
Catalina, symbool van de stad, kwijt. Daar houdt een straatartiest het
publiek bezig. Ik ben bang voor zakkenrollers en blijf een beetje in
beweging. Het is wel prettig om even alleen te lopen.
Ik koop een aardbeienmilkshake (15q) om even ergens te kunnen zitten. En
later een blikje fris en een koek (8,5q). Ik heb niet veel trek meer, maar
ga wel met de drie mannen mee naar Caldito real in la Fonda voor wat kleins
(42q inclusief servicekosten). Terug bij het hotel is de deur dicht, maar
er staat een luikje open met een baliebel. Alsof we in de middeleeuwen zijn
beland.
Dinsdag 23 februari. Mijn kamergenoot Wouter gaat vroeg met een klein deel
van de groep naar een vulkaan. De nacht is een beetje rumoerig. Ik doe een
handwasje. Op de binnenplaats heb ik fruit, yoghurt, cereals, brood, thee
en vruchtensap met de ouderen uit de groep. Dan loop ik naar de lokale
markt. Onderweg af en toe bedelaars, zoals een zeer klein oud vrouwtje. Ik
koop een zwart T-shirt voor 45q. Het is een zeer grote markt met ernaast
een klein toeristisch deel. Daar is het heel rustig.
Achter de grote markt zit het busstation waar ik tijd neem om foto´s te
maken van de chickenbussen, dit zijn oude Amerikaanse schoolbussen. Ze
worden korter gemaakt en krijgen meer vermogen, de automaat wordt vervangen
door een handgeschakelde versnellingsbak en er komt een origineel kleurtje
op met de nodige chroom. Guatemala staat ook bekend om bendes die geld
eisen van de chauffeurs, bij met name de grote steden. Ik haal een cinnamon
roll en aardbeicake (11q) en tegenover de markt in een winkeltje bij een
lief glimlachend meisje chocolademelk (5q).
Ik lunch op het plein, dat gelijktijdig ook een park is. In het midden is
de Fuente de las Sirenas, een fontein met wulpse dames. Scholieren komen
voorbij in uniform. Eén van de meisjes loopt mank, vermoedelijk door polio.
Er komen mensen langs om te collecteren voor de brandweer. Een opvallende
verschijning is een gezette vrouw met een bril met een dik zwart montuur in
een jurkje, ze draagt daarnaast een zwarte bontmuts, gedraagt zich een
beetje maf. Ze spreekt de lokale mensen aan.
Er komen jochies voorbij met een kruiwagen vol pinda's. Ik raak in gesprek
met Elizabeth, een jonge moeder die bloemen maakt van blikjes. Ze komt uit
Honduras en slaapt op straat. De jonge vent waar ik haar later mee zie is
haar broer. Hij is illegaal in Amerika geweest en spreekt heel aardig
Engels. Ze krijgen hier geen werk, omdat ze geen vergunning hebben. Ze is
zelfs bereid haar lichaam te verkopen. In een uitzichtloze situatie waarbij
zij slechts twee van vele gelukszoekers zijn.
Een andere jonge moeder staat met een ijswagentje aan de rand van
het park en een baby'tje op haar rug.
Met Nico ga ik naar het luxe Café Condesa, we zitten op een binnenplaats
aan de westzijde van het plein, ik heb een yoghurt smoothie met aardbeien,
in een enorm glas voor 43q. We eten vanavond eerder dan gebruikelijk. Bij
Las Palmas, dit restaurant kwam ik tegen in een reisverslag. Ik heb een
groenteschotel en groene thee 56 + 10 + 10q servicekosten. We gaan vroeg
slapen, want morgen moeten we zeer vroeg op!
Woensdag 24 februari. Vandaag gaan we naar Honduras. Om vier uur gaat de
wekker. Een half uur later vertrekken in het donker. Het verkeer is al druk
want we gaan in de richting van de hoofdstad, het meest stedelijke gebied.
Tegen zes uur houden we een korte stop. We zijn Guatemala Stad inmiddels
voorbij. Ik koop chocolademelk (5,75q). Na de bochten van de afgelopen tijd
hebben we nu meer rechte stukken weg die door een vallei lopen waar
meloenen worden verbouwd.
Even na acht uur houden we een ontbijtpauze bij het direct langs de weg
gelegen Hotel el Atlantico. Ik heb thee, fruit en pannekakus (zo spreekt de
serveerster ze het uit) voor 45q. Plotseling loper er allemaal mooie dames
rond in zomerjurkjes en korte rokjes. Het lijkt wel een modeshow!
Bij de grens moet 10q uitgaansbelasting worden betaald, dat komt uit de
fooienpot. Om half elf houden we een korte pauze bij een tankstation, ik
koop water en soda (5 + 4q).
Honduras
Om tien over elf rijden we Honduras binnen. Omdat we alleen naar Copán
gaat, zijn de visumkosten slechts $3. En we krijgen nog geen uitreisstempel
voor Guatemala. Hier zijn veel vrachtwagens van Belmonte en Chiquita. Grote
bananenmerken. Tevens een muggengebied omdat we veel lager zitten. Honduras
is het land van de jonge daklozen die ik gisteren sprak. Het is hier niet
veilig. Voor weinig geld leggen ze je om. Wij blijven maar heel kort.
"Honduras wordt ook wel een "bananenrepubliek" genoemd. Aan het einde van
de 19e eeuw bood Honduras zijn grond en bodemschatten nog aan buitenlanders
aan. Hier ligt dan ook de oorsprong van de steeds voortdurende
afhankelijkheid van grote Amerikaanse bedrijven, die beslissen over de
politiek en economie van dit land. Standard Fruit (nu Dole) en United Fruit
(nu Chiquita) lieten grote bananenplantages aanleggen."
Copán
Om kwart voor twaalf zijn we bij Copán, althans de plek waar de ruïnes zijn
en bij de ingang is een lunchplekje: Cafetaria Rosalila. Ik heb niet veel
trek en koop Snickers 10q (want we hebben nog geen Hondurese lempira).
Copán had 20.000 inwoners. Cópan is het meest zuidelijk gelegen Maya-
centrum en hier bereikte de Maya-kunst haar hoogtepunt. In Copán bevinden
zich meer hiërogliefen en gebeeldhouwde monumenten dan in alle andere
Mayasteden.
Dit werd in de 5e eeuw een van de belangrijkste Mayasteden. Tot aan de 9e
eeuw werd het koninkrijk bestuurd door eenzelfde koninkrijk genaamd Xukpi,
wat zoveel betekent als "Maisbundel". De vruchtbare bodem in het dal van de
Copánrivier was uitermate geschikt voor maïs, de graansoort die de basis
was van alle procolumbiaanse Midden-Amerikaanse culturen.
Anders dan de meeste andere grote Mayasteden kampte Oxwitik met een gebrek
aan kalksteen die voor de bouw kon worden gebruikt. Men maakte daarom
gebruik van klei, en de weinige kalk die beschikbaar was werd gebruikt om
een beschermende pleisterlaag aan te brengen op vloeren en exterieur.
Vanaf het jaar 1000 begon het inwonersaantal sterk terug te lopen. De
oorzaak daarvan is niet bekend. Een theorie die steeds algemener aanvaard
wordt is dat extreme droogte de oorzaak was van het verval van de Maya.
Copán was gelegen in een gebied waar geen grote rivieren stroomden, de
rivier was afhankelijk van de regenval. Uit onderzoek van grondmonsters
blijkt dat rond het jaar 900 een zeer droge periode plaatsvond. Het zou zo
kunnen zijn dat de rivier daardoor droog viel en dat de waterreservoirs in
Copán niet meer gevuld konden worden. Toen in de 16e eeuw de Spanjaarden
voet aan land zetten was de vallei door nog maar een handjevol boeren
bewoond.
In 1839 werden deze ruïnes in de jungle herontdekt, want al in 1576 is de
vindplaats door de Spanjaard Diego Garciá de Palacios beschreven. Ze waren
compleet overwoekerd. In de jaren dertig werden alle bomen en planten
weggehaald en werd de nabijgelegen rivier verlegd om eventuele
overstromingen van dit opgravingsgebied te voorkomen. Het grote publiek
maakte echter pas kennis van Cópan door de werken van Stephens en
Catherwood.
"John Lloyd Stephens (1805 - 1852) en Frederick Catherwood (1799 - 1854)
besloten in 1839 naar Centraal-Amerika af te reizen. Tussen 1839 en 1843
bereisden zij uitgebreid het Mayagebied en bezochten 44 Mayasteden, waarvan
zij er enkele als eerste westerlingen ontdekten. Ze worden gezien als de
herontdekkers van de Maya's. Catherwood leverde bij de nauwkeurige
beschrijvingen Stephens indrukwekkende illustraties."
"Catherwood merkte de grote verschillen tussen de Mayabouwwerken en de
architectuur van de Oude Wereld, en kwam tot de in die tijd baanbrekende
conclusie dat de in de jungle verscholen steden niet door westerlingen maar
door de voorouders van de inheemse bevolking waren gebouwd. Stephens en
Catherwood publiceerden in 1841 Incidents of Travel in Central America,
Chiapas, and Yucatan en twee jaar later Incidents of Travel in Yucatan die
een wereldwijd succes werden." (Bron: Wikipedia)
De leider kwam uit Tikal, waar we één van de volgende dagen nog komen.
Entree is $15 en voor de geïnteresseerden nog $15 voor een reproductie van
tunnels onder de piramides en replica van de Rosalila tempel. En $7 voor
het museum. In totaal waren er vijfduizend gebouwen in deze regio. Met
ondergrondse aquaducten. Onze gids spreekt uitstekende Amerikaans Engels,
hij doet ´s ochtends vaak groepen uit de Verenigde Staten.
We beginnen bij de akropolis met een plaatje van het piramidegraf van de
eerste leider eronder. Een steen, de zogenaamde Stela p staat daar voor.
Altaar q was voor de eerste en laatste koning, de vijftiende. Zeven van de
twaalf koningsgraven zijn geopend. De begraafplaats ligt in het midden van
de woongemeenschap. Tempel 22 heeft een poortje en versieringen. Op Stela N
staat de geschiedenis van de koning. De oorbellen hebben een overdreven
afmeting.
Drie Stela's hebben reliëfs op de voorzijde en achterzijde. Deze Stela´s
staan in noord zuidelijke richting, anderen oost west. De beroemde trap van
64 treden met inscripties vertelt hoogte en dieptepunten uit de
geschiedenis, maar ook herschreven verhalen, door de gids omschreven als
propaganda. Het is de langste tekst van het oud-Amerikaanse continent: meer
dan 2000 hiërogliefen. De restauratie van deze trap heeft bijna een eeuw
geduurd. Helaas voor foto's is er een doek boven de trap gespannen.
Campo de Pelota, balspelplaats, ligt naast het centrale plein. Het is smal
met schuine wanden. Aan de zijkanten staan zes papegaaienkoppen, in plaats
van de ringen die bij andere balspeelvelden in Mayasteden werden
aangetroffen. Het balspel was een viering tijdens de oogstseizoenen tussen
de zonnetempel en maantempel. Dus geen sport, maar eerder een ceremonie.
De exacte bedoeling en speelwijze zijn onbekend, maar men neemt aan dat de
spelers een rubberen bal door een ring moesten werpen of op gemarkeerde
stenen moesten gooien. Er bestaan afbeeldingen van spelers, die de bal
werpen met hun schouder, elleboog of vanuit de heup, zoals we in het museum
in de hoofdstad hebben gezien. Onze gids is voorzichtig over het verhaal of
juist de winnaar in plaats van de verliezer werd geofferd. Omdat het
namelijk een grote eer was.
Dan komen we op het ceremoniële hof, een groot grasveld met nog een kleine
piramide en meerdere Stela's en een altaar. De dertiende koning uit de
dynastie, 18 Konijn, is de belangrijkste figuur die op de stèles voorkomt.
Drie strepen en drie punten (het cijfer 18) staan voor de kop van een dier,
waarvan het hiëroglief is ontcijferd als "konijn". De aarde was volgens de
inwoners vlak en de hemel werd gedragen door goden. De tombes horen bij de
onderwereld. Stela C is nog beetje rood, de originele kleur.
De rondleiding duurt tot drie uur. Onze gids weet niet van ophouden,
waardoor Meike hem uiteindelijk wat laat inkorten. Het is warm, dat gaat
ten koste van de concentratie. Er komen overigens opvallend weinig
bezoekers bij deze ruïnes. Vermoedelijk omdat het afgelegen is. Op het
terrein zijn ook ara´s ('scarlet macaw'). Omdat deze kleurrijke vogels met
uitsterven worden bedreigt, is er een speciaal beschermingsprogramma
opgezet.
Bij de ingang koop ik een flesje agua con gas (10q). Tot half vijf hadden
we tijd om rond te kijken. Dan moeten we een klein stukje terugrijden naar
het gelijknamige dorp, naar het Don Udo hotel met een eigenaar uit
belgenland. We komen drie kamers te kort. Robin en ik gaan onder andere
naar het buurhotel Copán Colonial, waar we een gigantische kamer hebben!
Met Robin loop ik vervolgens een rondje door het centrum. We komen bij het
centrale plein uit, er zitten veel vogels in de bomen die het hoogste woord
voeren. Copán lijkt een modern westernstadje, met mannen met cowboyhoeden.
Ik koop een blik Arizona fruit punch in een modern supermarktje (15q). Voor
het avondeten ga ik met de mannen naar Café Via Via. Daar hebben ze nota
bene gado gado (!), ik kies een versie met kip en drink chamomile thee,
omgerekend voor 80q. De ventilator laten we vannacht draaien en voor het
slapen gaat de airco even aan.
Terug in Guatemala
Donderdag 25 februari. Om zes uur gaat de wekker. Bij Don Udo neem ik een
fruitontbijt (33q). Om half acht vertrekken we. Tijd om de tussentijdse
evaluatie in te vullen. Tegen half tien pauze bij een tankstation (28q).
Voor de chauffeurs staan er soms verkopers in het midden van een
verkeersdrempel.
Vandaag gaan we eerst naar Quirigua. Hemelsbreed ligt deze ruïnestad
vijftig kilometer van Copán. Maar de bergen zorgen voor een omweg. Quirigua
ligt in een groene vallei. Bij de grens hoeven we alleen een papierstrookje
in te leveren om Guatemala weer in te komen. Heuvel op heeft onze bus niet
zo veel vermogen. Weer passeren we een motel voor stelletjes: Autohotel
Extasis, met hartjes en cupido op de muren. Tegen elf uur nog een stop. Ik
koop ijs met witte chocolade (10q).
Quiriguá
Om kwart voor twaalf zijn we bij Quiriguá. Entree is 80 quetzal. Quirigua
blijkt niet zo bijzonder te zijn. Het is behoorlijk warm. Ik koop een
flesje water (20q).
Quiriguá is gesitueerd aan de rivier Motagua. De eerste bewoners vestigden
zich rond het jaar 200, en de stad werd weer verlaten rond 850. Tot de
eerste helft van de achtste eeuw was Quiriguá ondergeschikt aan Copán, maar
dat veranderde na de overwinning van 'Cauac-Hemel', koning van Quiriguá, op
Copán in 738. 18 Konijn werd door Cauac-Hemel gevangengenomen en onthoofd,
waardoor Quiriguá onafhankelijk werd.
De Engelse schilder en tekenaar Frederick Catherwood is de ontdekker van de
ruïnestad.
De akropolis met vijf paleizen ligt ten zuiden van het Plaza. Stela A is
een portret van heerser Cauac-Hemel. Ten zuiden van het balspeelveld ligt
zoömorf P, 'de grote schildpad', het meest bekende monument. Op de
noordkant zit de heerser in een open bek van een monster.
Rond kwart voor één vertrekken we. Weer langs bananenplantages, nu moeten
we stoppen vanwege een transportband die over de weg loopt. Let op:
overstekende bananen! Er zijn kraampjes met bakbananen en later met ananas
langs de weg. In een flauwe bocht is een ongeluk geweest met vrachtwagens,
maar de vertraging valt mee en ik denk niet dat er zwaar gewonden waren.
Even na twee uur arriveren we bij de Rio Dulce. Bij het haventje zit heel
strategisch een winkeltje voor inkopen. Dan lopen we nog een stukje naar
twee bootjes. Met de bagage worden we over de bootjes verdeeld en gaan op
zichtbare afstand naar het Catamaran hotel op een eilandje. De eigenaar is
een forse Amerikaan met een lokale vrouw. Er staan vele hutjes op die
allemaal een naam hebben. Ik slaap vannacht alleen en doe allereerst een
handwasje.
Dan ga ik in lobby zitten om te skypen met Weiwei. In de buurt van mij zit
een raar wijf uit Amerika die iedereen zomaar aanspreekt. Een
aandachttrekker die ze niet helemaal op een rijtje heeft. Ik koop vier
drankbonnen (20q). Daar kan ik twee keer een soda voor halen. Aan het einde
van de middag komen serveersters en dames voor de keuken op het eiland.
Daar zit een bijzonder leuke meid tussen.
Voor het avondeten het ik vis besteld. Om zeven uur is het zover. Twee
lange rijen met tafels voor twee groepsreizen worden bediend. Het mooie
meisje werkt in de bediening, ze is nieuw hoor ik van de eigenaar. Haar
Engels is beperkt. Bij het afrekenen betalen we alvast voor het ontbijt. Ik
ben 184 quetzal kwijt voor de vis 85 + service 8 + thee 12 + ontbijt 72 +
service 7.
Voor ik inslaap hoor ik dat het begint te regenen.
Livingston
Vrijdag 26 februari. We beginnen vanmorgen met een excursie naar
Livingston. Om zeven uur hebben we een chaotisch ontbijtbuffet, door de
vele gasten is er onvoldoende yoghurt. En dat is voor mij als groot
liefhebber een kleine ramp. Om kwart over acht stappen we in de boten. De
excursie kost 190q (of $25).
We beginnen met een snel stuk tijdens regen waarbij ik voorin de boot zit
en onder een stuk plastic kruip. Eerst zijn er dure woningen langs het
water, misschien van Amerikanen. Dan komen we door smalle mangroves met
vogels, soms lopend over bladeren, zeilbootjes en veel simpeler huisjes. Om
half tien stappen we even uit om lunch te bestellen bij restaurant El
Viajero.
Van kwart over tien tot kwart voor twaalf zijn we in Livingston. Op de
onbemande bootjes in de haven zitten gigantisch veel vogels en bijhorende
vogelpoep. We maken een wandeling door de doorgaande straten, komen bij een
standbeeld en een strandje uit, via een andere straat bij een kerkje en
verderop nog een begraafplaats. In Livingstone wonen voornamelijk donkere
mensen, sommige huizen maken een armoedige indruk. Er zijn ook schooltjes.
Er heerst in Livingstone een passende Caraïbische sfeer.
Voor de lunch moeten we een klein stukje terugvaren. Ik heb gegrilde kip en
thee (61q). Tegen één uur vertrekken we. De boot gaat nu snel en heeft geen
schokbrekers. Binnen drie kwartier zijn we bij het eilandhotel. Met bagage
moeten we vervolgens de rivier weer oversteken en om twee uur zitten de
gringo´s in hun bus. Tegen vier uur houden we een pauze, ik koop
chocolademelk en fris (11,50q). Kort daarna is een fruitcontrole, iedereen
moet even uit de bus. De inspectie verloopt heel snel, een paar tassen
worden vluchtig gecontroleerd, dat is alles.
We rijden nu door het noordelijke deel van Guatemala. Eerst met hogere
bomen en bergen, dan tot Santa Elena enkele rechte stukken. We passeren een
vliegveld van gras en scholen want er is veel jeugd. Langs de weg
protesterende meiden gillen het uit wanneer ze mij met de fotocamera uit
het raam zien hangen.
Flores
Het stadje Flores bevindt zich in een meer op een schiereiland, door de
ligging hebben ze lang stand gehouden tegen de Spanjaarden. Even na zes uur
gaan we met een wiebelig bootje naar ons hotel. Tegenover het hotel kunnen
we uitstappen. De bagage is met een pick-up gegaan. Om half zeven zijn we
op onze kamer.
Met de mannen ga ik eten in een restaurant aan zuidkant van het stadje. Ik
heb kipsalade en een papajashake 45 + 20 + 10q fooi. In een supermarktje
tegenover het hotel haal ik honingbiscuits, chocolademelk en water (25q).
We zijn hier maar kort. Het is al donker en verder zien we weinig van het
stadje.
Tikal
Zaterdag 27 februari. Om vijf uur vertrekken we, om vroeg bij Tikal te zijn
en op tijd per boot de grens met Mexico over te steken. We gaan weer met
het bootje terug naar de bus en de bagage komt weer in een pick-up. Een
kwartier later zit iedereen. Gids Miguel gaat vanaf hier al mee.
Om tien over zes zijn we bij de ingang van het park. Entree is 150q. Om
kwart voor zeven start een rondleiding bij de Jungle Lodge. Tikal bestaat
uit 120 vierkante kilometer en vierduizend gebouwen van voornamelijk
Kalksteen en heeft 100.000 inwoners gehad. Daarmee is het de grootste van
de klassieke Mayasteden. Onder de jungle liggen waarschijnlijk nog vele
gebouwen uit verschillende bouwperioden.
Rond het begin van de jaartelling werd de stad gebouwd en 900 jaar later
was Tikal weer verlaten. De Petén was in die periode het meest
dichtbevolkte gebied van Guatemala, terwijl het nu zeer schaars bevolkt is.
De stad werd bewoond van ongeveer 400 v.Chr. tot 1000 n.Chr. en kende haar
hoogtepunt tussen 300 en 850. De voortdurende oorlog tussen Tikal en
Calakmul en hun bondgenoten had echter geleid tot een uitputting van
grondstoffen en verwaarlozing van de grond, zodat na achthonderd de
Mayabeschaving ineenstortte.
Pas in 1848 werd zij herontdekt door een team Guatemalteekse
ontdekkingsreizigers. Eerste grootschalige archeologische opgravingen
begonnen in de jaren 50 van de 20e eeuw. Onder haar tempels en gebouwen
bevinden zich de Piramide van de Grote Jaguar en het Paleis van de Edelen.
Tot op heden is slecht 20% van de stad uitgegraven omdat het uitgraven van
de bouwwerken erg kostbaar is. Boomwortels zijn tussen de stenen van de
tempels en piramides ingegroeid en het is erg lastig om die te verwijderen
zonder de gebouwen ernstig te beschadigen.
Allereerst lopen we in circa veertig minuten naar tempel IV. In het begin
passeren we q. Tempel IV heeft een dubbele slangenkop. Een deel van de
groep gaat via vele houten trappen naar de top voor het overzicht over de
jungle. We horen vogels en apen. Er zitten spinapen in de buurt van de
trap. Maar ze zijn moeilijk op een foto te krijgen.
Op 21 december staat tempel 3 in de zon.
Op 1 november is tempel 2 belicht.
Op 1 mei wordt de deur rood opgelicht.
We bereiken het centrale deel. Bij tempel 1 is een agressieve kalkoen.
Tempel 2 is te beklimmen. Beide tempels staan tegenover elkaar in het
centrale deel. Miguel laat ons al snel vrij los. Je kunt hier makkelijk
meer dan een dag doorbrengen wanneer je alles uitgebreid wil bekijken.
Gelukkig is het bewolkt en niet zo heet. Helaas is er soms tegenlicht.
Vooral tempel 1 komt daardoor niet goed in beeld.
Bij de bus aangekomen breekt de zon meer door. Om twintig voor elf
vertrekken we. Even na elven hebben we een stop om broodjes te bestellen.
Dat duurt iets langer dan de bedoeling was. Ik heb broodjes met kaas, fruit
en sap (40q). We leveren 20 peso's in voor Meike die morgen jarig is.
Er volgt een vrij vlakke route met minder bochten. We komen door een paar
stadjes. Paspoppen met dikke konten zijn hier in de mode. Om half twee
stoppen we om geld op te maken. Ik raak 60q kwijt. Om kwart voor twee gaat
de weg over in een onverhard pad met enkele Papajaplantages.
Bij een eenvoudig gebouwtje worden de paspoorten verzameld. Hier kan
gewisseld worden bij grensbewoners. Mannen en dames met flappen en
calculator op een simpel mobieltje zijn wisselkantoren. Ik heb nog 12
quetzal over en krijg daar 22 peso's voor. (Een ongunstige koers, maar ik
had nog maar weinig). Om kwart over drie kunnen we weer rijden. Onderweg
nemen we afscheid van chauffeur Juan Carloz, hij krijgt een envelop met
onze namen en inhoud.
Bethel
Ter hoogte van Bethel varen we een half uur de Usumacinta rivier af. Er
staan al jonge mannen om de bagage naar de bootjes te dragen. Kort voor
vier uur zijn we op Mexicaans grondgebied. In een paar minuten lopen we
naar Community Escudo Jaguar. Er is onbeveiligde wifi, die helaas niet
werkt. Robin en ik hebben een mooie kamer in een hutje met een rieten dak.
Ik doe een rondje door de rustige omgeving tot het gebouw van de migratie
voor Mexico. Mogelijk zitten we vannacht in niemandsland. Agua con gas in
de winkel bij Jaguar is 15 peso's. Om zeven uur krijgen we het eerder
bestelde avondeten voorgeschoteld. Ik heb quesadillas 46 en thee 12p.
Zondag 28 februari. De rare geluiden in de nacht kwamen van brulapen. Die
met name bij zonsopgang en zonsondergang herrie maken. Er is een piñata
voor Meike haar verjaardag opgehangen. Ze wordt vandaag dertig, het is
traditie om zo´n pop kapot te slaan, er zitten snoepjes in. Ik had gelukkig
enkele ballonnen bij me. Ook met kerst gebruiken ze piñata's. Om zeven uur
hebben we ontbijt met fruitsalade en toast.
Yaxchilan
Om acht uur vertrekken we met drie bootjes. Door een zeer groene omgeving,
zo ziet een jungle er dus uit. Boomwortels hangen door de lage waterstand
boven de rivier. Op de bootjes is het fris en nog bewolkt. Ruim drie
kwartier later arriveren we met drie bootjes bij de ruïnes van Yaxchilan,
de entree is 65 quetzal. Aan land is het warmer en soms breekt de zon even
door.
De overblijfselen van Yaxchilán zijn gelegen in een grote lus van de rivier
de Usumacinta, die nu de grens tussen Mexico en Guatemala vormt. Yaxchilán
betekent "Groene Stenen". De stad werd lange tijd geregeerd door de
dynastie van Yat-B’alam. Hij stichtte zijn dynastie omstreeks het jaar 320
en de stad werd zo'n vijfhonderd jaar later verlaten.
Achteraan de ruïnes zijn brulapen te horen, maar het is heel moeilijk om ze
door het dichte bladerdak te zien. De site heeft veel fotogenieke ruïnes
met ramen, deuren, gangen en trappen. Er zijn ook veel borden met
informatie. Je hebt dus eigenlijk geen gids nodig. Het zijn prachtige
ruïnes op een zeer bijzonder locatie! Jammer dat er niet meer hiërogliefen
zijn. Om kwart voor elf gaan we met de bootjes terug. We zijn weer
ongeveer drie kwartier onderweg.
Terug naar Mexico
Onze bus staat al klaar, met de nieuwe chauffeur José. Deze bus is net als
de eerste oranje, want van hetzelfde bedrijf, maar nu een Mercedes en iets
ouder. Om twaalf uur lunchen we nog. Ik heb drie yoghurtjes met fruit en
cereals (25p). Iets na half één vertrekt de grote bus, de stoel van Meike
is met ballonnen versierd. We stoppen al snel voor het inleveren van
migratieformuliertjes en ontvangen van stempels in de paspoorten.
We zijn nu officieel terug in Mexico. Om één uur zijn we echt op weg. Even
later moeten we stoppen om 20 peso´s per persoon belasting af te dragen.
Onderweg zijn feestjes in de dorpen, een bruiloft en een viering van
quinceañera wanneer meisjes vijftien worden. Er zijn meer controles, want
Hondurese vluchtelingen gebruiken deze route om naar Palenque te gaan en
daar illegaal een trein te nemen naar het noorden. Het uiteindelijke doel
is uiteraard Amerika.
Palenque
Zonder verdere stops zijn we rond vier uur bij ons hotel een paar kilometer
buiten het moderne Palenque, in de buurt van de gelijknamige ruïnes. De
naam betekent letterlijk: "Groot Water". Het hotel heeft huisjes in een
schitterende tuin tegen een jungleheuvel. Eerst even skypen bij de receptie
met Weiwei, want daar is alleen een bruikbaar signaal. Ze hebben ook een
zwembad. Ik heb een groot huisje voor mij alleen, nummer 17. Tijd voor een
handwasje.
De eerste avond gaan we om half zeven met onze eigen bus naar het stadje
voor het avondeten. Ik heb enchiladas palencanas, agua con gas, 149
inclusief fooi. Er is uiteraard een drankje voor de jarige. Restaurante
Maya Cañada is een iets duurdere tent en trekt ook rijkere Mexicanen,
vooral mooie mensen, met dure dames in strakke jurkjes. Onze chauffeur eet
vis aan een tafeltje naast ons en doet daar heel veel groene saus op. Tegen
negen uur rijden we terug via een tankstation met een Oxxo. Hier heeft
iedereen de gelegenheid om iets voor het ontbijt te kopen. Net terug op
kamer begint het te regenen. Wat een timing!
Maandag 29 februari. Om kwart over acht vertrekken we. Het is niet ver
rijden naar de ruïnes. Bij een poort betaalt Meike 31 peso's per persoon
uit de pot. We passeren een museum en de uitgang. Want we starten dieper in
het park, hoger. De entree is 65 peso´s. Er zijn wc´s achter het
ticketloket.
Bij de ingang is het een beetje een circus, veel drukker dan bij de vorige
ruïnes omdat Palenque ook eenvoudig vanuit Cancun te bereiken is. Er staan
ook Lacandon Indianen met lang zwart haar, gekleed in lange witte jurken.
Zij leven geïsoleerd in het tropisch regenwoud en zijn nooit in aanraking
gekomen met de Spanjaarden en spreken een taal die waarschijnlijk dicht bij
de originele Maya-taal ligt.
Verkopers proberen een middel aan te smeren tegen muskieten. Ik geloof het
wel, die insecten zijn niet zo dol op mij.
Eens aangeprezen als de mooiste ruïnestad van de Maya's in Mexico, met aan
de ene kant het oerwoud en de ander kant de vlakke uiterwaarden. De
harmonie van enkele bewaard gebleven en gerestaureerde gebouwen, de rijkdom
aan kunstschatten, en de magische nabijheid van het oerwoud maken Palenque
uniek.
In 1922/1923 begon de Deens archeoloog Frans Blom in opdracht van de
Mexicaanse regering met opgravingen. Inmiddels zijn de belangrijkste
gebouwen gereconstrueerd en weet met ook iets over de geschiedenis. Haar
bloei beleefde de stad tussen 615 en 800 n.Chr. De belangrijkste heerser
was Pakal, die bijna 60 jaar regeerde. Zijn zoon en opvolger Chan Bahlum
siert op talrijke reliëfs van drie tempels. Binnen zijn typische Mayabogen,
spitse kraaigewelven, te herkennen. Een ideale slaapplaats voor
vleermuizen.
Onze gids Francisco blijkt zeer goed te zijn. Zijn Engels is uitstekend!
Zijn felblauwe sportschoenen en een stoere spiegelbril zouden een verkeerde
eerste indruk kunnen geven. Maar het is een vakman. Iedereen hangt aan zijn
lippen. En hij heeft een map met plaatjes om diverse dingen uit te leggen.
Om kwart voor negen beginnen we met de rondleiding. Eerst langs tempel 1,
die is nog niet uitgegraven. Je ziet wel duidelijk aan de omgeving dat er
iets is. Ik heb een kaartje van internet waarop te zien is dat in de
omgeving nog veel meer ruïnes onder de jungle zitten verstopt. Die werden
echter als minder belangrijk beschouwd en door de jungle heroverd. Slechts
34 van de geschatte 5000 bouwwerken zijn onderzocht en een tiental
gerestaureerd.
De tempel der inscripties ligt twee meter onder der grond, van de top van
de tempel loopt een trap met 69 treden. In 1949 is gestart met het
uitgraven, tijdens de volgende drie jaar zijn door de archeoloog Alberto
Ruz Lhuillier zes lichamen gevonden. Francisco laat een foto uit 1891 zien
van de overgroeide tempel.
In de tempel zit de beroemde grote sarcofaag van koning Pakal. Die is van
zandsteen en gesloten vanwege aantasting door zweet en zonnebrand. Pakal is
beter bekend als Pacal de Grote (26 maart 605 - 31 augustus 683).
De piramide is om de vier meter lange sarcofaag gebouwd. Het origineel zit
er nog in en kan er ook niet uit. Hij werd gekroond door zijn moeder toen
hij 12 jaar oud was en is 68 jaar leider geweest. Vroeger dacht men, dat
hij ergens anders vandaan kwam, omdat hij zo groot was, hetgeen ook blijkt
door de hoge treden bij de trappen van het paleis. De Maya's waren dat
namelijk niet. DNA-onderzoek bracht echter aan het licht, dat hij
oorspronkelijk hier wel vandaan kwam. Hij was vooral groot door goede
voeding.
Op drie panelen staan alle heersers van Palenque tot aan Pacal, de
geschiedenis, rituele kleding en juwelen die hij droeg. In 1952 ontdekte de
Mexicaanse archeoloog Alberto Ruz onder een vloerplaat een ruimte gevuld
met skeletten van geofferde mensen. In een volgende ruimte stootte hij op
de grafkamer van priesterkoning Pakal. Hij is hier precies 52 jaar geweest
om alle aspecten van de zon mee te mogen maken. De Maya´s kenden cycli van
52 jaar. Het deksel van de sarcofaag toon zijn val in de gapende muil van
het zonnemonster en een kruisvormige wereldboom vanuit zijn middenrif. Het
skelet en de juwelen bevinden zich in Mexico-Stad.
Pakal had meerdere kinderen en mogelijk een zoon bij zijn zus met zes
vingers en tenen. In piramide 13 zit een lege sarcofaag voor een vrouw,
naast die van Pacal. Botten van haar zijn rood gemaakt met kwik. Deze is
wel te bezoeken. Er zijn drie kamers, in de middelste is de sarcofaag.
Dan bezoeken we het paleis. Alle trappen zijn glad, door stukadoor. Ze
bouwden met gesmolten zandsteen, zand en water. Net als bij de Romeinen
waren ze hier ontwikkeld en hadden een wc, afvoer en aquaducten met water
van rivieren uit de omgeving. Met lopend water. Het waren rijke mensen met
goede voorzieningen. Er werd heel veel hout gebruikt om te vuur te maken
voor de bouw, de jungle is daarmee deels afgebroken. Na een periode van
droogte is er nu weer een nieuwe jungle.
Het paleis links van de tempel is met 91 bij 72 meter het grootste gebouw.
Een doolhof van tunnels, galerijen en binnenplaatsen. Het meest uniek is de
vier verdiepingen hoge toren op de zuidwestelijke hoek. Op de patio aan de
voet van de toren is een ovale plaat met de afbeelding van de moeder van
Pacal, Zac-Kuk, te zien die hem bij zijn troonsbestijging de koninklijke
hoofdtooi overhandigt. De patio en galerijmuren beelden hooggeplaatste
Maya's uit.
Op afbeelding van de kroning Pakal valt de lange vorm van het hoofd op. De
schedels werden al als baby gevormd. Ook scheelzien was een
schoonheidsideaal, dat bevorderd werd door baby's naar een bewegend
balletje bij hun neus te laten kijken. Ze hadden piercings en vijlden
tanden. Een kalenderjaar had 18 maanden van 20 dagen en 1 maand van 5. De
toren is een observatorium.
De kruistempel is het best bewaard gebleven. Van het piramideplatform van
deze tempel is een mooi overzicht van een deel van het complex. Deze heeft
afbeeldingen van Pacals’ zoon Chan-Bahlum na zijn troonsbestijging. De
Kleine tempel van het Bladerkruis heeft nog meer afbeeldingen van de
troonsbestijging van de zoon. De wereldboom symboliseert het leven. De
zonnetempel is volgens onderzoekers gewijd aan de oorlog en niet aan de
zon. Het schild in het midden van reliëfs met Pacal en Chan-Bahlum heeft
het gezicht van de jaguar-god van de onderwereld, de god van de oorlog.
Om twintig voor elf eindigt de rondleiding. Ik heb het wel gezien zo, meer
indrukken opdoen heeft geen nut. Dus loop ik een stuk door het gras langs
nog een piramide naar een pad dat naar beneden leidt, onderweg zijn kleine
watervallen. Weer een prachtige omgeving. Bij de uitgang koop ik een set
van zestien ansichtkaarten met illustraties van Frederick Catherwood voor
133,50 peso's.
Dan is het een kwestie wachten op de rest. Een jonge inheemse moeder met
twee kleine kinderen houdt die bezig door ze een ijsje te geven. Het duurt
even voor de groep weer compleet is omdat kennelijk niet iedereen de weg
kon vinden. Om tien over twaalf vertrekken we. In de stad Palenque doen we
inkopen voor de Lunch in de grote en moderne Chedraui supermarkt (55,90p).
Daarna gaan we naar het hotel om een deel van de groep achter te laten.
Misol-Ha
Ik ga met de rest mee naar de Misol-Ha watervallen. Daar arriveren we iets
na half twee. Onderweg hebben we tijd om wat te eten. Ik loop achter de
sprookjesachtige waterval langs. Daar is het nog mogelijk om met een te
huren zaklantaarn (10p) een stuk in een grot over planken te lopen naar een
kleinere waterval. Helaas is die in het donker en moet je goede apparatuur
hebben om een foto te kunnen maken. Even voor drie uur vertrekken we voor
de terugreis naar het hotel.
Om vier uur heb ik nog even contact met Weiwei, voor die gaat slapen. Dan
ga ik rusten op de kamer en alvast wat spullen inpakken. Voor het avondeten
heb ik met de mannen afgesproken in het restaurant van het hotel, tussen de
huisjes verscholen. Ik heb een prima ensalada de la casa, en thee (80 en
30p). We betalen ook alvast een ontbijtpakket voor morgen (85p). In mijn
kamer ontdek ik een kakkerlak onder de wastafel.
Dinsdag 1 maart. Vandaag rijden we via Uxmál naar Mérida. Het is niet goed
duidelijk welk ontbijtpakket met ham en kaas of alleen kaas is. Om zes uur
vertrekken we, voor de saaiste reisdag. Maar helaas wil de bus niet
starten. Eerst moet de accu worden geladen. Met een vrachtwagentje en een
tik met een hamer op een stoffige dynamo lukt dat om twintig voor zeven.
Aan de rand van Palenque passeren we "bad girls" en "La Habana", beide
'clubs for men'. Na een uur komen we over over de flinke Usumacinta rivier.
De wegen zijn nu breder met vlakke en rechte stukken. De lucht is
afwisselend bewolkt en blauw. Om half tien houden we pauze bij een
wegrestaurant met nog drie bussen van dezelfde maatschappij. Om kwart over
elf zijn we bij de golf van Mexico. Iets na één uur hebben we een korte
toiletpauze (6p).
Uxmál
Door het vertraagde vertrek, hebben we een late lunch bij de site van
Uxmál. Een deel van de groep heeft zich al volgeladen met snacks. Het is
dan al twee uur. Op een terras heb ik pasta primavera met echte Parmezaanse
kaas en thee (155) en wifi om het thuisfront even op de hoogte te brengen.
Uxmál is gemaakt van kalksteen. De entree is 65 plus 148 peso´s.
Uxmal is een meesterlijk voorbeeld van de Puuc kunststijl. Het kenmerk van
deze bouwstijl is: de onderste helft sober en kaal; het bovenste gedeelte
rijk gedecoreerd met geometrische figuren. Versieringen van stenen mozaïek.
Vierkanten, driehoeken, kruisen en rond motieven. En maskers die meestal de
regengod Chac uitbeelden. Want die genoot op het schiereiland een
bijzondere verering. Uxmál ("driemaal gebouwd").
"Volgens de legende werd Uxmál gebouwd door een dwerg met magische
krachten. Een tovenares koesterde het ei van een leguaan, waaruit een
jongen werd geboren, die op een dag tegen de verboden gong sloeg. Er was
voorspeld dat als de gong klonk, de heerser plaats moest maken voor een
jongen "die niet uit een vrouw was geboren". De heerser gaf opdracht de
jongen te doden, doch deze mocht eerst proberen drie onmogelijk geachte
taken te volbrengen. Een ervan was het bouwen van de Piramide van de
Tovenaar in één nacht. De jongen volbracht zijn opdrachten, maar de heerser
wenste hem nog steeds ter dood te brengen. Het kwam tot een krachtmeting,
waarbij de heerser het leven verloor. Hierna werd de dwerg de koning van
Uxmál."
In Uxmal stikt het van de leguanen. De piramide van de tovenaar is de enige
ronde piramide in het Mayarijk. Overal vind je afbeeldingen van de god
Chakh, de regengod, omdat het gebied zo droog was.
De Puuc-hoofdstad van 600 tot 900 n. Chr. Uxmal is in tegenstelling tot de
meeste Mayasteden nooit in vergetelheid geraakt. Toch weet men over het
leven in de stad bitter weinig. Dat is de schuld van een archeologie aan
het begin van deze eeuw die vooral op herbouw van spectaculaire bouwwerken
gericht was. Al in 1927 moest daarmee het toerisme gelokt worden. Eén van
de mysteries is waar ze het water vandaan haalden, er zijn geen bronnen,
rivieren of meren in de directe omgeving. Archeologen geloven dat Maya's
water ondergrond opsloegen.
De overweldigende piramide van de tovenaar is een bouwwerk van ongeveer 39
meter hoog, massief en kaal. Bij het ellipsvormig bouwwerk zijn vijf
bouwlagen vastgesteld die tussen de zesde en tiende eeuw gedateerd worden.
115 smalle en steile treden voeren naar boven. Een ketting dient als
leuning. Op ongeveer twee derde is een gat in de trap in de vorm van een
Mayaboog, geflankeerd door twee zuilen en door zwaluwen bewoond, zoals heel
Uxmal. De deur aan de westzijde bovenop is versierd met een monster-masker.
De piramide heeft dergelijke versieringen op de 'rugzijde', de eigenlijke
voorgevel, gelegen aan de westzijde in de richting van het nonnenvierkant.
Het nonnenklooster, even ten westen van de piramide, behoort tot de
allermooiste Puuc-bouwwerken. De naam nonnenvierkant stamt van de
Spanjaarden, volgens wie een verzameling gebouw met vele vertrekken een
klooster moest zijn. Maar een verklaring is er niet. Ieder gebouw stamt uit
een andere periode en iedere voorgevel is anders versierd en toch is er een
overweldigende harmonie. De mozaïekmotieven stellen miniatuur Maya-hutten
en maskers van luchtslangen met lange haakneuzen voor, die je op bijna alle
Puuc-tempels aantreft. Sculpturen van slangen, draaien zich gedeeltelijk in
elkaar langs een fries. Uit de geopende bek steekt een mensenhoofd.
Zuidelijk van het nonnenvierkant light het balspeelveld als een soort
verbindingsweg met het huis van de schildpadden op een platvorm dat weer
aan de voet van een volgend platform met het paleis van de gouverneur ligt.
Casa de las Tortugas was vermoedelijk een waterreservoir, maar in ieder
geval een tempel voor de watergod. Met stenen schildpadden die het bovenste
deel van de fries sieren. Het balspeelveld is gedeeltelijk gerestaureerd.
Het paleis van de gouverneur is het grootste en meest imponerend. Het is
bijna 100 meter lang. Door twee hoge spitse Mayabogen in drieën verdeeld,
feitelijk drie met elkaar verbonden gebouwen. Twee deuren met bogen geven
toegang tot 24 vertrekken. De bogen waren oorspronkelijk doorgangen, maar
zijn dichtgemetseld. Chac-maskers zijn het meest dominerend. In het midden
valt een figuur op met een rijke hoofdversiering van veren. Het lijkt op
het staatswapen van de heersers van Uxmal. Het diende vermoedelijk als
bestuurscentrum.
Nog een verlaten plein ligt achteraan het huis van de duiven. Alleen de
voorgevel is nog in een goede staat. De puntige opbouw zorgde voor de naam.
Onder het oerwoud verbergen zich nog meer ruïnes. Zoals de piramide van de
oude vrouw, Pirámide de la Vieja, en de fallustempel, Templo de los Falos.
Beide ruïnes zijn zwaar overwoekerd.
Langzaam komt er meer bewolking, maar voor het fotolicht is dat niet eens
zo vervelend. Ik ben één van de laatsten die op pad is. De ruïnes hebben
gladde oppervlakken en veel trappen. Met enkele mooie doorkijkjes en
decoraties die Uxmál zeer fotogeniek maken, al las ik ook over kritiek dat
het iets te enthousiast is gerestaureerd. Om half vijf gaan we weer verder.
Mérida
Rond half zes arriveren we in Mérida bij ons hotel op de hoek van straat 59
en 68. Aan een drukke doorgaande straat, die de stad een minder goede
indruk geeft dan verwacht. Mérida is de stad van hangmatten en koetsjes.
Met de mannen doe ik een snelle tocht door centrum. We zijn hier namelijk
maar één nacht. Vanaf de volgende reis zal dat twee nachten worden, dan heb
je ook tijd om iets bij daglicht te zien en naar een gerenommeerd museum te
gaan.
De bewoners van het schiereiland noemen zich trots Yucatenos. De aanduiding
'Mexicanen' horen zij niet zo graag. Mérida is op de verwoeste Mayastad
T'ho gesticht. Met stenen van de tempels en paleizen. Mérida, dat is
Mexico's 'witte stad'. Ook wel het 'Parijs van Mexico', toen zij onder
invloed stond van de levensstijl van miljonairs door export van
agavevezels, een grondstof voor touwen, kabels en trossen uit de havenstad
Sisal. Men bouwde villa's naar Frans voorbeeld.
Het verwachte paradijs vonden de Spanjaarden hier niet. In 1821 werd
Yucatan onafhankelijk van Spanje. In 1840 verklaarde het zich onafhankelijk
van Mexico, waarmee de staat zich in een jarenlange oorlog verwikkeld met
Mexico en vervolgens buurstaat Campeche.
We bezoeken de kathedraal aan het Plaza Mayor en in de buurt het paleis met
fraaie schilderijen van Fernando Castro Pacheco over de geschiedenis van
Maya's, Spanjaarden en Mexicanen. Bijvoorbeeld een dreigende voorstelling
van Diego de Landa.
"Diego de Landa (1524 - 1579) was een controversieel Spaans missionaris,
inquisiteur en Mayanist. Van 1572 tot aan zijn dood was hij bisschop van
Yucatán. Door De Landa's werk is zowel veel informatie over de Maya's
bewaard gebleven als verloren gegaan. Bisschop Diego de Landa nam zijn
missieopdracht doodernstig. Wie zich tegen zijn bekering verzette, werd
genadeloos afgeslacht. Duizenden Indianen vonden zo de dood. Om heidense
rituele en tradities definitief uit te roeien, organiseerde hij in 1562 in
Maní een grote publiekelijke verbranding waarbij alle documenten van de
Maya's werden verbrand. Alleen drie codices ontkwamen. Zij bevinden zich nu
in Europese musea. Bisschop De Landa zelf geldt als de belangrijkste
kroniekschrijver. In 1566 begon hij zijn 'Relación de las Cosas en Yucatán'
te schrijven. Het werk schildert gedetailleerd de zeden en gebruiken van de
Maya's."
Voor het avondeten heb ik tacos con queso y pollo en agua con gas (68 en
27p) in een klein restaurantje weer richting het hotel. Bij een bakker
halen we iets voor het ontbijt (32p) en bij een Oxxo nog water en
chocolademelk (22p).
Woensdag 2 maart. Even na half zeven vertrekt de bus, die volgens anderen
al om twintig voor zes stond te ronken. De drukke chauffeur van kleine
formaat met snor is vandaag in pak! We komen door een brede straat met
grote historische huizen, die nu kantoren en musea huisvesten.
Chichén Itzá
We zijn bewust vroeg, want dan zijn we voor de groepen die uit Cancun
komen. Van ongeveer half negen tot half twaalf kunnen we Chichén Itzá
bewonderen. Entree is maar liefst 232 peso's. Ook hier hebben we geen gids.
Helaas is veel afgesloten. Ik heb een oudere reisgids waarin veel meer
beschreven staat dan er nu te bezichtigen is. Maar het weer is
voortreffelijk. Allereerst bezoek ik het centrale deel.
Dit is de grootste en meest bezochte Zona Archeológica van Yucatan en
tevens de best bewaarde Mayastad in Mexico. Het verleden van de stad blijft
geheimzinnig. Tussen 800 en 900 werd een eerste bloeiperiode geconstateerd.
Kort daarop hebben Tolteken samen met hun heerser die zij naar hun
belangrijkste god Quetzalcóatl noemden, voor de grandioze bouwwerken
gezorgd, die als noordelijke groep te bewonderen zijn. Halverwege de 12de
eeuw stortte het Tolteekse rijk in als gevolg van droogte en onderlinge
twist.
Rond 1300 arriveerde hier een groep barbaren die zichzelf Azteken noemden.
Ze aanbaden de afschrikwekkende god Huitzilopochtli, die mensenoffers nodig
had om de dagelijks strijd van de zon met de nacht te kunnen winnen.
De grote, 30 meter hoge piramide, El Castelillo, werd ter ere van Kukulcán
gebouwd. Amerikaanse archeologen begonnen omstreeks 1920 aan een
restauratie en ontdekten dat onder de grote piramide een kleine begraven
lag. Een smalle steile trap leidt binnen naar boven met een rood
beschilderd beeld van een jaguar, met ogen van jade en tanden van stukjes
schelp.
De Maya's hielden zich bezig met astronomie en wiskunde maar ook met
architectuur dit vind je overal terug in de tempels. De getrapte
constructie verwijst naar de Mayakalender: elk van de vier trappen naar de
top heeft 91 treden, totaal 364 treden die samen met de hoofdingang van de
tempel de dagen van het jaar voorstellen. Rond de Piramide zijn 52 stenen
panelen aangebracht die de 52 weken voorstellen, de 18 terrassen
corresponderen met de 18 maanden in het Maya-jaar. Deze piramide is 1 van
de 7 met de hand gemaakte wereldwonderen!
De tempel kan met astronomische waarnemingen in verband worden gebracht.
Een fenomeen in dit verband lokt steeds op 21 maart en 22 september, de
dagen waarop dag en nacht even lang zijn, grote aantallen bezoekers. Dan
namelijk laat de schaduw van de ondergaande zon de slangenbeelden die langs
de hoofdtrap in het noorden naar beneden lijken te glijden duidelijk
tevoorschijn komen. Het licht- en geluidsspektakel laat dit effect iedere
avond kunstmatig zien.
Het fraaie balspeelveld is met 83 bij 30 meter de grootste in Mexico.
Gidsen vertellen dat de overwinnaar van het rituele balspel er aan moesten
geloven. De griezelige reliëfs op de 8 meter hoge muren langs het
balspeelveld geven echter geen informatie over wie het zijn. Uit de hals
van het knielende offer spuit bloed in de vorm van een slang, terwijl de
tegenstander triomfantelijk diens afgeslagen hoofd in de hand houdt.
Als 'hoofdtribune' verheft zich de tempel van de jaguar, genoemd naar de
jaguar-fries langs de buitenmuur. In de grote ruimte boven zijn
muurschilderingen te zien die vertellen over het dagelijks leven van de
Maya's. De bovendorpel van het oeroud hout geldt als een meesterwerk van
houtsnijkunst. Een aanbouw aan de achterzijde is geheel met reliëfs
versierd.
Tzompantli is het meest macabere gebouw op het terrein. Een T-vormig
platform met afbeeldingen van doodshoofden: bewaarplaats van de schedels
van de offers. Op het nabij gelegen Platform van de Jaguars en Adelaars
zijn adelaars en jaguars afgebeeld met harten in hun klauwen. Het platform
van Venus heeft vier trappen met aan weerskanten de gevederde slang.
De tempel van de soldaten/krijgers is een van de meest fascinerende
bouwwerken van de stad. De zuilen die het dak droegen zijn met platen
bedekt en hebben voor een deel blauwe en rode kleurresten met soldaten in
volle wapenuitrusting. Allen hebben verschillende uitdrukkingen en zijn
verschillend gekleed. Chac-maskers versieren de zijmuren van de tempel.
Deze tempel werd om een ouder bouwwerk, de Tempel van Chac-Mool heen
gebouwd.
"Chac-Mool betekent letterlijk: Rode jaguar. Regengod in diverse
precolumbiaanse culturen, waaronder die van de Tolteken, Azteken en Maya´s.
Voorgesteld als een menselijke gedaante, half achteroverleunend, met
opgetrokken knieën, hoofd opzij en een schaal op zijn buik, die voor
offergave bestemd zou zijn."
Van de zuidelijke groep steken alleen de slakkenhuisvormige koepel van het
observatorium en het gebouw van de nonnen boven het oerwoud uit. Het
observatorium is een rond gebouw met twee verdiepingen op een vierkant
platform. Stephens noemde het 'Caracol' omdat binnen een spiraalvormige
trap zit. Vermoedelijk gebruikten de Maya's het voor het observeren van
sterren. De muren hebben spleten, waardoor de zon, maan en sterren konden
worden geobserveerd. Hier staat ook de Casa Colorada, 'Rode Huis', zo
genoemd dankzij een muurschildering rondom de deuropening. En de Tombe van
de Hogepriester, een bouwvallige ruïne waarin een skelet en de oudste
inscriptie met een datum (20 juni 842) werden gevonden.
Gestaag worden de paden voorzien van steeds meer kraampjes, de commercie
heeft hier toegeslagen. Via weer een ander pad ga ik naar de tegenvallende
cenote. De bijna cirkelvormige cenote met een doorsnede van ongeveer 60 en
diepte van ongeveer 25 meter, was een bedevaartsoord en offerplaats. De
archeoloog Edward Thompson heeft rond 1885 in de Heilige Bron waardevolle
voorwerpen gevonden. Om de goden te behagen werden namelijk levende mensen,
opgesierd met goud en juwelen, in de bron gegooid. Volgens een hardnekkige
legende zouden hier maagden aan de god van de vruchtbaarheid en het water
zijn geofferd door in de diepte te gooien. Tot de vondst behoorden wel
schedels en beenderen, maar niet van jonge meisjes.
"Een cenote of cenode is de naam voor een water bevattende grot of poel in
Yucatán. Er zijn in Yucatán ruim 3000 cenotes." (Bron: Wikipedia)
Anders dan in mijn oude reisgids mag je nergens op klimmen. Inmiddels zijn
er heel veel verkopers, voornamelijk mannen. En het aantal bezoekers is
enorm toegenomen. Om kwart voor elf ben ik bij de uitgang. Daar kijk ik
nog rond in de boekwinkel en koop boekjes over Diego Landa en John Lloyd
Stephens, voor slechts 29,90 per stuk.
Om half twaalf zitten we in de bus om slechts tien minuten te rijden. Net
tijd om een fooi voor Meike in een envelop te doen. We gaan naar Cenote Ik
kil, een commerciële maar zeer fotogeniek cenote. Entree met buffetlunch is
70 plus 80 peso's. Daarnaast betaal ik nog 30 voor agua con gas. De
inheemse serveersters zijn traditioneel gekleed en hebben felrode lippen.
Even na half twee zijn we weer onderweg. Meike heeft een quiz met tien
vragen over de reis, voor de mensen die goed naar haar hebben geluisterd.
Zoals bijvoorbeeld de hoogte van de vulkaan Atitlan, de omvang van
Guatemala ten opzichte van Nederland en de nationale vogel van Guatemala,
de quetzal. Het uiterste oosten van het schiereiland Yucatan heeft
tijdsverschil van een uur.
Playa del Carmen
Het is dus al een uur later wanneer we om vijf uur in Playa del Carmen
arriveren. Vanuit de bus zie ik een Herbie (de beroemde Disney Volkswagen)
geparkeerd staan, maar dat is helaas op meer dan een fatsoenlijke
loopafstand van het hotel. Ik loop met de mannen mee naar het strand. We
drinken daar wat bij Fusion: cola voor 35 peso's. Voor het avondeten gaan
we in de buurt van het hotel naar het betaalbare Casa Tucan, in 1987 door
Duitsers opgericht. Ik heb quesadillas met tomaat (65), bananasplit (45) en
groene thee (22). En een flesje water uit een supermarktje onderweg naar
het hotel (7,5p).
Donderdag 3 maart. Mijn ontbijt haal ik uit de supermarkt van gisteravond:
water, yoghurt en broodjes (35,50p). Ik dacht dat Maja's van mais gemaakt
waren, maar het achterwerk van de meid die de receptievloer dweilt lijkt
eerder van drilpudding te zijn. Het Playa del Carmen Hotel (Avenida 20) is
een goed en mooi hotel, jammer dat de handdoeken wat versleten zijn. De
locatie is uitstekend.
Tulum
Bij het hotel om de hoek gaat een minibus naar Tulum. Ik neem die van
twintig over negen. Een modern Toyota met airco. Onderweg zijn borden naar
cenotes, hotels, een golfbaan en adventure park. Om kwart over tien
arriveer ik. De chauffeur vraagt 40 peso's. Dat bedrag had Meike al
aangegeven. Dan is het nog 800 meter lopen richting zee. De entree is 65
peso's. Daar zie ik Anita die zit te lezen. De ruïnes zijn omringd door een
muur en de ingang is door een klein poortje.
"Tulum is één van de meest bezochte archeologische complexen van Mexico. De
vele toeristen hebben het complex beschadigd. Deze ommuurde stad telde 500
tot 600 inwoners. De Tempel met de Fresco's is het belangrijkste gebouw.
Met een ondersteboven hangend figuur, de 'neerdalende god' genoemd. Een
kleine piramide, het Castillo, markeert het hoogste punt van Tulum. Even
ten noorden ervan staat de Tempel van de neerdalende god met nog een
beeltenis van deze godheid boven de ingang. Archeologen hebben de
werkelijke naam nog niet weten op te sporen."
Het drukbezochte Tulum is best fotogeniek, maar stelt gelijktijdig niet
heel veel voor. Het trekt voor een groot deel een ander soort bezoekers,
mensen die hier voor een strandvakantie zijn en toch iets van cultuur
willen opsnuiven. Het strandje bij de ruïnes is wel zeer fotogeniek. Na de
uitgang loop ik nog een stukje verder naar het zuidwesten. Daar kom ik weer
op het strand. Hier kun je ook duiken. Enkele zonaanbidsters liggen
toploos, dat is ongebruikelijk in Mexico. Ik dacht zelfs dat het niet
toegestaan was. Wanneer ik terugloop naar de busstop kom ik door een
commercieel kraampjescircus, met veel te hoge prijzen.
Langs de toegangsweg staat een busje klaar. De terugweg gaat sneller. Op
mijn kamer eerst het zand afspoelen. Dan een late lunch bij Mr. Dog, ik heb
trek in een beef cheeseburger (75p) van een ober uit Vera Cruz, een forse
vriendelijke vent die hier twee a drie keer zoveel verdient.
De tweede avond hebben we om zeven uur het laatste avondmaal bij Zenzi op
het strand. Een beetje een dure tent. Ik kies fish & chips en zwarte tea
(110 en 30p). Er is livemuziek, afgewisseld met het afspelen van populaire
nummers. We nemen ook afscheid van mensen die een dag eerder naar huis gaan
of nog iets langer blijven.
Vrijdag 4 maart. Ik ga naar het supermarktje voor yoghurt en broodjes
(28p). Daarna naar een grote supermarkt voor broodjes en chocolademelk
(40,5p). Het is loom weer, benauwd, grotendeels bewolkt. Ik heb lang
geslapen en ben toch moe.
Bij Casa Tucan haal ik een papaja shake en groene thee (30 en 22p). 's
Middags regent het zelfs even. Daarna ga ik met Robin naar de Walmart.
Robin verhuist naar de kamer van Wouter, want die vertrekt eerder. Er zijn
jonge Scandinavische meiden bij het zwembad, zeer fraaie figuurtjes. Ook
een Aziatische, maar ik weet niet of die er ook bij hoort.
Voor het avondeten ga ik om half acht weer met de mannen naar Casa Tucan.
Nu is de broodmagere kleine vrouw van gisteren in dienst als serveerster.
Ze komt uit Canada, terwijl wij volgens mij allemaal op Duitsland hadden
gegokt. Ze rookt als een ketter en lijkt op een beetje op een dunne versie
van Jamie Lee Curtis. Gisteren was ze dronken. Ze trakteert ons op borrels,
omdat we inmiddels vaste gasten zijn. Robin krijgt de mijne. Om tien uur
ben ik op mijn kamer.
Zaterdag 5 maart. Weer ontbijt uit het supermarktje (17,50p). De
Scandinavische meiden gaan van kamer naar kamer in behaatjes en zeer korte
broekjes. Zij vertrekken om acht uur naar hun Spaanse les. Ik trek mijn
lange broek aan. Om negen uur vertrekken we naar het vliegveld van Cancun.
Daar arriveren we binnen een uur. Via een grote weg, met rustig verkeer.
Cancun Airport
We worden naar terminal 3 van het moderne vliegveld van Cancun gebracht.
Helemaal afgestemd op Amerikaanse eisen. De boardingpassen komen uit een
automaat en hebben bestemming AMS. We moeten daarna een stempeltje halen op
het immigratiekaartje bij een loket. Dan de bagage afgeven. Vervolgens de
trap op voor de security en douane. Meike blijft onderaan in de hal, zij
vertrekt vanavond pas. Ik ben de laatste die ze uitzwaait. Ze heeft het
fantastische gedaan! De groep was ondanks de omvang niet lastig.
Enkele reisgenootschap hebben nog drinken in hun handbagage. Ik zoek een
rustig plekje op. De gate is nog niet bekend. Kleine meisjes zijn hier net
zo schattig als in Azië. Een uur voor vertrek verschijnt gate C22 op de
schermen. In het begin van de vlucht en ter hoogte van Florida is er een
beetje turbulentie. We krijgen een klein zakje pretzels met drinken en
later nog een bekertje water. Ik moet aan boord naar de wc ondanks drie
keer op het vliegveld.
Washington Dulles Airport
In Washington is het zwaar bewolkt maar droog. Na de nodige gangen en
trappen volgt een ESTA-machine voor een foto en vingerafdruk. Er komt
bonnetje uit met foto. Dan een kleine balie met een beambte die vraagt hoe
lang ik in Amerika blijf, mijn antwoord is: "transfer back home". Een
volgend persoon neemt het bonnetje in ontvangst. De koffer staat al naast
de band. Die kan verderop weer op een andere band worden gezet. Het label
heeft al de opdruk AMS. Dan zelf door de beveiliging, dit keer moeten de
schoenen uit en armen omhoog. Ik bestudeer de lange lijst met vluchten,
gate C5 is in de buurt.
Het is twintig over vier. Ruim op tijd. Ik eet mijn laatste Nederlandse
mueslirepen en een brownie en maak gebruik van attwifi van AT&T. Vervolgens
nog wat rondlopen, om een beetje beweging te krijgen. Voor we kunnen
taxiën, moeten we wachten op een grote Airbus van British Airways die
achter ons langs passeert. De man met seinlampjes danst om warm te blijven.
Zonder lang te taxiën gaan we de lucht in. Ik zit weer naast Annemieke.
Voor de terugweg hebben we helaas een veel oudere Boeing. Met een klein
schermpje, waar ik niet eens naar kijk, want ik heb vooral geprobeerd om te
rusten tijden korte nacht. Er zijn twee stewards aan onze kant, United
heeft opvallend weinig vrouwen en wanneer ze dat wel zijn, dan zijn het
meestal oudjes. In het begin is er een vervelende turbulentie. We krijgen
toast met kaas. De hoofdmaaltijd bestaat uit spinazie manicotti.
Zondag 6 maart. Kennelijk heb ik toch even gerust, want we krijgen
plotseling een croissant met jam wanneer we al boven Dublin vliegen. De
rest van de vlucht was veel aangenamer al sliep ik denk ik niet echt. Het
toestel zakt door fraaie Nederlandse bewolking en er volgt een aangename
landing op een verre baan. Dus lang taxiën. Na een zeer korte nacht ben ik
weer in Nederland. Bij de bagageband neem ik snel afscheid de reisgenoten.
Om kwart voor negen kom ik al door de deur in de aankomsthal. Ik moet zelfs
even wachten op Weiwei.
Mijn koffer rolt door de trein. Ik moet denken aan de bananen die aan een
transportband de weg overstaken. Pas op voor overstekende bananen.
Dit is de tekst die ik op de website van Djoser heb achtergelaten:
"Schitterende, maar pittige reis met enkele lange reisdagen en soms zeer
vroeg opstaan. Met als beloning juwelen zoals de piramiden van Teotihuacán,
jungleruïnes Yaxchilan en Palenque, plus koloniale steden San Cristóbal en
Antigua. Een zeer aantrekkelijke route. Verstandig om goed in te lezen."
Vooral in Guatemala was het indrukwekkend om te zien hoe de inheemse
inwoners vasthouden aan hun rituelen, omgangsvormen en traditionele
klederdracht, ondanks alle moderniseringen. Guatemala is een bijzonder
authentiek land. Yucatan viel door de hogere prijzen en het veel
meer ontwikkelde toerisme een beetje tegen.
Door het reizen in een groep, mijn minimale beheersing van het Spaans, en
het relatief hoge reistempo, waren er weinig mogelijkheden om contact te
maken met de bewoners van de bezochte landen. Ik ben regelmatig met de
alleenreizende mannen op pad gegaan en koos er dan voor om met hen te gaan
eten. Uit praktische overweging, maar ook omdat het geen slecht gezelschap
was.
Johan (15 januari 2017)