Marokko 2016
In 1990 heb ik met mijn ouders vanuit Spanje een stukje door het uiterste
noorden van Marokko gereisd: van de Spaanse exclave Melilla naar Tanger.
Het land heeft inmiddels een aardig ontwikkeling doorgaan. Daarom werd het
tijd om terug te keren en meer te zien. Want zowel de koningssteden als
het landschap lijken mij zeer aantrekkelijk.
Op 8 april boek ik een vijftiendaagse reis bij Djoser. De route van Djoser
is precies wat ik wil en de groep is dan nog klein, ondanks dat de periode
rond de meivakantie valt. Ik ben de achtste die boekt en blijk daarmee
achteraf het minimum aantal boekers te hebben verzorgd.
Ik heb een paar boeken over Marokko gekocht. Het merendeel tweedehands.
Het meest interessante boek is "Het verboden dakterras" uit 1994 van de
vorig jaar overleden sociologe Fatima Mernissi (1940-2015).
Mernissi is opgegroeid in Fès en door de ogen van haar jongere ik
beschrijft: "Alle vrouwen droomden ervan vrij op straat rond te dolen [..]
'Als vrouwen vrij op straat mochten rondlopen', zei ze, 'dan zouden de
mannen ophouden met werken en plezier willen maken'. [..] Om hongersnood te
voorkomen moesten vrouwen dus thuisblijven. [..] 'De tijden worden beter
voor vrouwen, dochterlief", zei ze, 'Jij en je zusje krijgen een goede
opleiding, jullie kunnen straks vrij op straat lopen en de wereld
ontdekken. [..] Het zal je niet helpen als je je hoofd bedekt en je
verbergt. Je verbergen lost de problemen die je als vrouw hebt niet op. Het
maakt alleen maar duidelijk dat je een gemakkelijke slachtoffer bent.'"
Kort voor de reis heb ik een reisgids van "het land van de ondergaande zon"
gekocht. Ik heb gewacht, want de nieuwste Rough Guide is van april 2016 en
was een paar weken voor de reis pas leverbaar.
"Marokko was geen Franse kolonie, maar kwam in 1911 onder Frans bestuur.
Het Frans protectoraat eindigde al ruim een halve eeuw geleden, maar de
invloed van Frankrijk is niet verdwenen. Ook kinderen spreken nog Frans.
In de steden heten de taxi’s 'petit taxi' en straten worden behalve in
het Arabisch ook in het Frans aangegeven: Rue Colbert, Rue de Tours.
Je herkent zo de voetbalschool: École de Football, de apotheek: Pharmacie
en ook het menu in restaurants wordt op die manier leesbaar."
Kees Beekmans schrijft in "Marokko voor beginners" over de Marokkaanse
taal. Samengevat: "Marokkanen spreken dariezja, Marokkaans Arabisch. Hun
spreektaal wordt niet gebruikt om in te schrijven. Daar is het
Standaardarabisch voor, het Foesha. De taal van de koran, kranten,
schoolboeken en het onderwijs.
Een vaak gebruikt argument is: dan vergeten we Foesha, dan kunnen we de
koran niet meer lezen en raken we geïsoleerd van de Arabische wereld!"
Nog een citaat uit dat boek: "Dit is de armoede, begin ik zo langzamerhand
te leren, waar het overgrote deel van de Marokkanen onder lijdt. Iedereen
heeft te eten, maar de helft van de bevolking heeft ook niet veel meer dan
dat. [..] Zowel voor mannen als vrouwen is een Europese partner daardoor
aantrekkelijk."
Vrijdag 6 mei. Ik neem de trein van 7.02 naar Schiphol. Transavia verzorgt
de vlucht van ongeveer drie en een half uur. Aan boord moet je voor alles
betalen. Op de luchthaven heb ik mijn Dopper met water gevuld. Ik zit bij
de nooduitgang en heb dus extra beenruimte. We krijgen formuliertjes voor
de douane uitgedeeld.
Casablanca
Boven zee draait het toestel en is Casablanca goed te zien. Het is een
beetje bewolkt. In Marokko is het één uur vroeger. De douanier vraagt naar
mijn werk, of ik 'programmer' ben. Ik vul meestal 'software engineer' in.
De koffer kom pas op de band wanneer ik daar arriveer. Bij de deur naar de
hal is nog een scanner waar de bagage weer door moet. Ik ben de eerste van
het groepje. Tijdens het wachten op de rest haal ik alvast 1900 dirham uit
een ATM. Onze reisbegeleider Sjoerd komt uit Noord-Brabant. Hij heeft twee
spijkers in zijn oren.
Op het parkeerterrein staat een donkere, middelgrote bus van het merk
M.A.N. voor ons klaar, met chauffeur Mohammed. Het is net kwart voor twee
wanneer we vertrekken. Sjoerd deelt veel papierwerk uit met plattegronden
en informatie. We nemen alvast het programma voor morgen door. En hij heeft
voor iedereen een flesje water. Naast mij bestaat de groep uit twee
echtparen, waarvan één uit België, twee dames, en een oudere dame.
In Casablanca wonen vier van de veertig miljoen inwoners. De economische
hoofdstad, en betekent letterlijk "witte stad", zoals vanuit de lucht
duidelijk te zien was. Hier is vrijdag geen weekend. Het weekend is ten
bate van de economie gelijk getrokken met Europa. De medina van Casablanca
is in verhouding tot de andere steden minder interessant, want relatief
klein als gevolg van een aardbeving en bombardementen door de Portugezen.
Het land heeft haar ontwikkeling vooral te danken aan de Fransen.
We zitten in een origineel hotel, het Moroccan House. Veel fraaie decoratie
op de muren, plafonds en meubels. Alle kamers hebben weer andere bedden,
vaak hemelbedden. Op mijn kamer hangen schilderijen met buikdanseressen.
Het is schoon en ik heb een mooie badkamer.
Na op mijn kamer te zijn geïnstalleerd, ga ik pad. In mijn eentje wandelend
door de binnenstad tot de Cathédrale du Sacré Coeur, langs Marché Central
en de Rialto bioscoop met een affiche van de film Casablanca, over het
Place Mohammed V, met duiven en veel gezelligheid. Op de terrassen zitten
bijna alleen mannen.
In een boekwinkel koop ik een Michelinkaart van Marokko voor 102 dirham.
Maar krijg die voor 100, want ik heb nog geen kleingeld. Op het Place
Nations Unies is live muziek. Het is er levendig. Ik zie hier ook de
meeste jonge mensen. Mensen wachten keurig in een rij voor de taxi.
Bij de Acima supermarkt in de buurt van het hotel haal ik water, soda
en yoghurt (17.29dh). Dit is de Marokkaanse AH.
Abdelkader Benali schrijft in Munya: "Casablanca is een metropool, Zijn
bewoners doen waar ze zin in hebben. [..] gebouwd door de Fransen. Een
westerse stad aan zee om van daaruit de rijkdom van Marokko te exporteren."
Mijn eerste indrukken van de stad: een beetje tegenvallend.
Weinig minaretten, geen kronkelige straatjes of ezeltjes op straat.
Om zeven uur verzamelen we in de receptie van het hotel om te gaan eten,
op het dameskoppel na. Op een paar minuten lopen zijn we bij restaurant
Fleur. Een nette tent in een duurdere klasse. Ik heb couscous,
Marokkaanse salade en een grote fles soda (90dh).
"Couscous is een veelgebruikte basis voor de maaltijd van griesmeelachtige
korrels, gemaakt van harde tarwe en wordt gecombineerd met groenten en
meestal vlees. Het is zowel de naam voor het basisbestanddeel als voor het
complete gerecht."
Na het eten lopen we gezamenlijk nog een rondje door stad langs bars en
clubs. Het is rustig. Om tien uur hoor ik nog een oproep van moskee en
val snel in slaap.
Zaterdag 7 mei. De moskee heb ik vanmorgen niet gehoord. Mijn wekker
staat op zeven uur, een half uur later volgt nog een wake up call.
Het hotel biedt een prima ontbijtbuffet met van alles wat. Om half negen
vertrekken we met onze eigen bus naar de Hassan II moskee. De grootste
moskee van Marokko en de op vijf na grootste ter wereld. Daar hebben we
om negen uur een tour door assertieve Engelstalige gids, die ook een paar
woordje Nederlands spreekt. Samen met onder andere een grote groep uit
Estland, enkele Aziaten en een paar jongeren uit Nederland.
De moskee is deels boven zee gebouwd. De rondleiding (120dh) duurt tot
kwart voor tien. Schoenen moeten in een plastic tas, van enkel tot
elleboog moet de huid bedekt zijn. We lopen door een grote zaal met veel
decoratie. Met name het plafond. Boven is een zaal voor de vrouwen.
De zakjes kunnen uit wanneer we naar de wasruimte in kelder gaan.
Daarnaast zit een badhuis waar we via een trap bij entree komen.
Na afloop ga ik naar de wc en loop over het plein voor overzichtsfoto's.
Deze moskee wordt alleen op vrijdag en voor speciale momenten gebruikt.
Er kunnen 25.000 in en nog 80.000 buiten op het plein!
We vertrek om tien uur naar Rabat. Mellah betekend zout en is de Joodse
wijk in de steden waar we komen. Na een half uurtje rijden passeren we
een IKEA. De fooienpot wordt gevuld. Iets meer dan gebruikelijk omdat we
maar met een kleine groep zijn. In dit geval 449 dirham per persoon.
We pauzeren bij een wegrestaurant met een Afriquia tankstation. Voor de
koffieverslaafden is er een Oasis café. Ik haal pistache chocolade-ijs
(14dh). Het laatste nummer op kentekenplaten staat voor de regio, net
als bij het Franse systeem. In het winkeltje zie ik een blad met de
titel Caftan, met prachtige damesmode. Er werken opvallen veel vrouwen
in de tolhokjes.
Rabat
Rabat is de officiële hoofdstad en een koningsstad. Fès was voor Rabat
de hoofdstad. Rabat is rustiger, moderner en rijker, er wonen uiteraard
veel ambtenaren. "Rabat is een mild soort Marokko, alles is er, maar
niet in het extreme" (Kees Beekmans in Marokko voor beginners).
De medina tegenover het hotel is ommuurd. Daarachter is de Kasbah, een
fort, dat als springplank diende om Zuid-Europa te veroveren. Sjoerd
waarschuwt ons dat parken 's avonds populair zijn voor avontuurtjes.
Hij beschrijft dat enigszins smeuïg. Ik doe een handwasje en hang de
spullen bij het raam in de zon. Dan snel op pad.
Eerst naar de Hassan Toren die in de steigers staat, dus direct door
naar het zeer fraaie mausoleum van Mohammed V die in 1961 overleed.
Zijn zonen Hassan II en Moulay Abdellah liggen naast hem. Net als bij
de moskee vanmorgen, ook hier veel decoratie. Daarna loop ik door de
medina. Eerst naar rechts, met veel tweedehands spullen die aangeboden
worden, eerder afval dan verkoopgoed. Maar wel met zijn charme.
Ik zoek de route rechtdoor naar het fort en passeer mooie schilderijen,
maar hoe krijg je die mee? Bij de Bab Oudaïa, de poort van de Kasbah
des Oudaïas, het fort, spreken jongens mij aan die gids voor me willen
zijn. Ze doen een beetje opdringerig en zeggen waar ik langs moet
lopen. Maar ik vind zelf wel de route naar het uitzichtpunt. Daar zijn
veel meer jongeren en een fraai uitzicht over het strand.
Op de terugweg wandel ik langzaam door de Andalusische Tuin, die me
een beetje aan het Alhambra doet denken.
Dan terug naar de medina voor ander deel, nu met vooral nieuwe kleding
en schoenen. Ze zijn hier niet zo opdringerig als in Egypte. Ik wordt
aangesproken in het Frans, ze zeggen ´chef´ in plaats van 'my friend'.
Bij een poort kom ik op een plein uit waar moeders hun kinderen laten
spelen. Iets verderop doe ik inkopen bij een Carrefour (27,57dh) en
loop dan terug om langs de medina om op het terras te gaan zitten bij
Bahia. Voor een juice avocat (18dh). Met zicht op een trambaan en
langslopende mensen observerend.
Het wordt steeds drukker. Ik wandel naar het station. Marokkaanse
families slenteren en genieten van het weekend in de parken. Benali in
Munya: "Het station van Rabat was klein en knus. Het leek eerder op een
Italiaans station ergens in de provincie." Op de terugweg eet ik een
pizza met shoarma met nog een verse avocado juice (32dh). En in de buurt
van het hotel haal ik een grote fles water (6dh) bij een taxistation.
Rond half acht ben ik op mijn kamer, moe van het wandelen en alle
indrukken.
Rabat is een levendige steden. Er zijn veel winkels en dat lijkt een goed
teken voor de economie, maar die bieden veel meer aan dan er kopers zijn.
Langs populaire routes staan veel straatverkopers. Er zijn ook bedelaars,
vooral oudere vrouwen en gehandicapten. Op de terrassen zitten bijna alleen
mannen met zicht naar de straat, al zag ik ook twee vrouwen aan een
tafeltje naast het hotel toen we net arriveerden.
Over het algemeen zie ik kleurrijke mensen, ook hippe en modieuze jongeren.
Zelden zijn de vrouwen helemaal bedekt gekleed. Verkopers zijn meestal
mannen, maar in de medina af en toe ook een vrouw. De oudere witte
Mercedessen uit West-Europa dienen hier als 'grand taxi'. Soms zit er nog
een sticker met een ´D´ achterop. In Egypte waren dat vooral Peugeots uit
Frankrijk. Ik heb ook diverse kinderartikelen gezien met Hello Kitty, maar
veel minder dan in Azië.
Zondag 8 mei. Het is Moederdag, dus eerst een berichtje naar mem. Om zeven
uur een wake up call. In dit hotel is een beperkter ontbijt. Vooral veel
zoete baksels. Om achter uur vertrekken we. Het regent een beetje, maar al
snel wordt het droog. We hebben vandaag een lange reisdag voor de boeg met
diverse stops.
De mannen in wit/rode pakken behoren tot de koninklijke garde. De koning
heeft paleizen in alle grote steden. Hij reist continue door het land.
Anders dan in Nederland regeert de koning ook. Tijdens de Franse tijd was
Marokko een sultanaat. Het land was een protectoraat onder Frankrijk,
omdat kolonie uit de mode was.
Vanaf de jaren vijftig is Marokko een koninkrijk. Hassan was een autoritair
leider in jaren zeventig en tachtig. Tijdens zijn bewind zijn twee coup-
pogingen geweest, beide keren door een generaal. Het regeringstoestel werd
zelfs een keer beschoten op de weg terug uit Frankrijk. In de jaren
negentig
nam zijn zoon Mohammed VI het stokje over. Die is veel soepeler. Marokko
heeft een goede en lange relatie met Amerika en ook met het westen tijdens
koude oorlog.
De machthebbers zijn import. Vanaf de achtste eeuw is het land
geïslamiseerd. Berbers vormen de oorspronkelijke bevolking. Die zijn ook in
de meerderheid. Eigenlijk is 'berber' een verbastering van barbaar en
noemen ze zichzelf niet zo, het zijn Amazigh. Berbers vind je in Noord-
Afrika tot en met klein stukje Egypte. Inmiddels is de taal van de berbers
erkend en de tweede nationale taal, zodat er ook onderwijs in gegeven kan
worden.
Ik vraag of Chauffeur Mohammed een gezin heeft. Hij heeft een zoon en
dochter in Casablanca, maar komt uit de buurt van Ouarzazate. Daar komen we
later tijdens de reis. Hij is een Sousi, het negroïde type Marokkaan.
De huidige koning is een totaal ander persoon dan zijn vader. Hij lijkt
meer op zijn moeder. Zijn huwelijk was gearrangeerd. Voor de
troonsbestijging moest hij verplicht getrouwd zijn. Een jaar later werd dit
pas publiekelijk bekend. Hij is maar met één vrouw getrouwd: prinses Lalla
Salma. Lalla is een beleefdheidstitel voor belangrijke vrouwen. Ze is lang
en voluptueus, heeft rood haar en porseleinwitte huid. Hij is schuchter ten
opzichte van zijn dandy vader en houdt vermoedelijk meer van mannen. Toch
heeft hij twee kinderen. En een groot bezit, met diverse
investeringsmaatschappijen.
We komen langs de koninklijke paardenrennen. Links van de weg. De zus van
de koning deed mee aan de olympisch spelen in de paardensport. Er zijn hier
veel kurkbomen. Aan de overkant staat langs de weg een truck van Broersma!
We komen door een vruchtbaar gebied, met koren, sperziebonen, olijven,
aardbeien, bananen, appels. Genoeg voor export. Cannabis komt voornamelijk
uit het Rifgebergte. Bijna alle Marokkaanse Nederlanders komen uit die
regio.
Fatima Mernissi in Het verboden dakterras: "Heel Marokko bewonderde de
mensen uit de Rif, de enigen die, toen de rest van het land allang had
opgegeven, tegen de buitenlanders waren blijven vechten."
Net voor tien uur stoppen we bij het Complexe Touristique Rayhane voor een
half uur pauze. Moslims worden op hun rechter zij met het gezicht naar
Mekka begraven. Dat moet binnen een dag gebeuren. Even later hebben we een
fotostop met uitzicht op de ommuurde stad Meknès.
Volubilis
Maar eerst rijden we door naar de Pre-Romeinse ruïnes van Volubilis, op
25 kilometer ten noorden van Meknès, waar we om kwart over elf arriveren.
Entree is 10dh. Ik heb een plattegrondje bij me, met achtergrondinformatie.
"Anders dan in het geval van veel andere Romeinse steden werd Volubilis
niet verlaten nadat de Romeinen in de 3e eeuw hun steunpunten in dit deel
van Afrika waren kwijtgeraakt. Het Latijn bleef nog eeuwenlang in gebruik
en werd pas door de Arabische opmars aan het einde van de 7e eeuw
verdrongen.
Gedurende een periode van 1000 jaar bleven er mensen in Volubilis wonen.
De stad werd pas in de 18e eeuw verlaten om te worden afgebroken en
bouwmateriaal te leveren voor de constructie van de paleizen van Moulay
Ismail in het nabijgelegen Meknès. Als deze afbraak niet had plaats-
gevonden dan was Volubilis misschien een van de best bewaarde Romeinse
locaties geweest. Desondanks zijn de ruïnes in een aardig staat en
bevinden zo’n 30 mozaïeken van hoge kwaliteit zich nog op hun originele
plaats.
Kennelijk bleef er voor Martin Scorsese genoeg over om het als locatie
te gebruiken in "The Last Temptation of Christ". Het meest opvallend en
meest intact zijn de Capitoline tempel, de basiliek aan het forum, de
grote Caracalla triomfboog en kleinere Tingis/Tangier poort aan de
uiteinden van de Documanus Maximus, die van west naar oost loopt.
De tempel is gewijd aan de Romeinse goden Juno, Jupiter en Minerva.
Verder zijn het vooral de mozaïekvloeren die indruk maken. Beginnend bij
het huis van Orpheus met onder andere een wagen voortgetrokken door een
zeepaard en dolfijnen, die laatsten werden als geluksdier gezien.
Het tweede interessante huis is dat van de atleet of acrobaat die
achterstevoren op een ezel rijdt met een beker in zijn uitgestrekte
hand. Dan achter de Caracalla het huis van Ephebe met Bacchus op een
wagen voorgetrokken door luipaarden. Hoogtepunt is het huis van Venus,
hier is een mozaïek met Diana en een andere nimf die door Actaeon
worden verrast tijdens het baden.
In mijn eentje doe leg ik een efficiënte route af. Halverwege moet ik
schuilen voor de regen onder de Caracalla. Het lukte nog net om zonder
paraplu met een dun regenjasje in een uur alles te kunnen zien.
Aansluitend hebben we afgesproken in een simpel café bij de parkeerplaats.
Ik bestel daar een sandwich omelet en thee met munt en suiker (30+10dh)
op een terras met frisser uitziende katten dan gebruikelijk.
Moulay Idriss
Om één uur zijn we weer onderweg. Circa vier kilometer terug stoppen we
even bij het heilige dorp Moulay Idriss, het regent nu behoorlijk. Hier is
een mausoleum van Moulay Idriss, een budgetoptie voor mensen die zich
Mekka niet kunnen veroorloven. Hij was getrouwd met een berberdochter en
heeft Fès ontworpen. Niet-moslims mogen nagenoeg niks bezoeken.
De moskee is de enige met een ronde minaret. Die is groen en voorzien van
Arabische teksten. We passeren allerlei religieuze kraampjes, ezeltjes en
terrasjes. Het weer maakt het voor ons helaas een troosteloos bezoek.
Een half uur later zijn we weer onderweg. Door een gebied met vooral
olijfbomen, het hout gebruiken ze ook voor het verwarmen van water in
badhuizen. Die hebben ook een sociaal functie, het is heel gebruikelijk
om elkaar de rug te schrobben en te masseren.
Meknès
Om twee uur zijn we in Meknès. Door Tunesiërs in de negende eeuw gebouwd.
Meknès is tijdelijk de hoofdstad geweest. Er is enorm bijgebouwd met veel
minaretten. In die tijd werden zwarte slaven ingezet als lijfwachten, de
zogenaamde black guard. Nu horen die tot de koninklijke garde. Nazaten
werken in de bediening van het hof.
We steken het centrale plein over en bezoeken de medina, door smalle,
grotendeels overdekte straatjes naar de voormalige koranschool Medersa
Bou Inania (10dh). De lege school is een architectonisch meesterwerkje.
We kunnen zelfs tot op het dak komen. Een man wil me in winkeltjes
lokken, de T-shirts vind ik hier veel te duur.
Het valt me op dat hier meer vrouwen bij de kraampjes werken. Op de
markt naast het plein zijn zeer veel olijven en baklava, maar ook vlees
en khobz, dat zijn ronde broden. We hebben bij de beroemde Bab al-Mansour
poort afgesproken om weer te verzamelen. Even na half vier gaan we weer
verder, onderweg naar Fès. Dit gebied ligt tussen het Rifgebergte en de
Midden Atlas.
Fès
Deze koningsstad bestond eerst uit twee medina´s die later met elkaar
zijn verbonden. Fès is de religieuze hoofdstad van het land, met de oudste
universiteit ter wereld. Het is volgens velen de mooiste stad van het land.
Tevens is hier de grootste autovrije wijk ter wereld met smalle straten.
Je waant je in de middeleeuwen! De Fransen hebben een nieuw deel
toegevoegd, Ville Nouvelle, waarbij het oude deel beschermd is gebleven van
modernisering.
Net voor vijf uur zijn we bij ons hotel op loopafstand van de medina's.
Ik doe snel een handwasje op mijn kamer. Even na zes uur loop ik naar de
blauwe poort, Bab Bou Jeloud, en loop een eerste stukje door medina.
Mijn avondeten haal ik op een gezellig hoekterrasje bij restaurant Fassi
in de buurt van de poort: tajine kip 40 en mint thee 10, ze serveren de
maaltijd meestal met met olijven en brood. De zwarte olijven smaken een
beetje vreemd en geven een sterke nasmaak. Ik geef de voorkeur de groene.
De tajine brengen ze aan tafel met het deksel er nog op tot het gerecht
voor mijn neus getoond wordt.
"Tajine is zowel de naam voor het stoofgerecht als voor de karakteristieke
schotel van aardewerk met puntdeksel waarin het wordt bereid. Vaak een
combinatie van vlees, gevogelte of vis met groenten."
Dit is een prachtige locatie om mensen te observeren. In de buurt van het
hotel koop ik nog yoghurt en water tegenover postkantoor (16dh).
Maandag 9 mei. Mijn kamer zit aan de levendige straatkant, gisteren zat
ik nog aan een rustige binnenplaats. Toch heb ik goed geslapen. Het is
leuk om mensen naar hun werk te zien gaan en groepjes schoolkinderen
passeren. Het ontbijt is op de derde verdieping. De open haard is zelfs
aan. Ze hebben helaas weinig fruit. Om negen uur verzamelen we bij de
receptie.
Vandaag beginnen we met een stadsrondleiding door Ibrahim. Tussendoor
worden we met onze eigen bus naar diverse plekken vervoerd, zonder daar
extra voor te hoeven betalen. De gids spreekt aardig Engels en soms een
paar woordjes Nederlands.
Bij de paleispoort Dar el-Makhzen staan parapluverkopers. Ik gok op
zonder en draag een petje. We lopen de joodse wijk Mellah in voor één
van zeventien synagoges. Op zich is er geen entree, maar wel het verzoek
om 10dh te doneren voor de familie die het gebouw beheert. De synagoge
is niet meer in gebruik. Het is een monument en genoemd naar familie die
er woont. Na de onafhankelijkheid trokken de joden weg naar Casablanca,
Frankrijk en Israël.
Inmiddels is het droger geworden. De volgende stop is Borj Sud, een oud
fort voor het schitterende uitzicht over de stad, met name de fascinerende
medina's. Hier regent het weer. Snel een foto maken en weer verder.
Helaas. Daarna is het weer even droog. In de benedenstad hebben we
een koffiestop op een dakterras met muntthee en kleine flesje water (15dh).
De medina's beslaan 300 hectare en zijn omringd door 15 km muur. Er zijn
9000 straatjes, met veel markten. We we zien veel kleding, nieuw lijkende
gebouwen van cederhout zonder verf en een smal snel stromend riviertje.
We passeren een smederij en bekijken de oude koranschool (20dh) Medressa
Bou Inania. Het is er rustig, ook deze is helemaal leeg. Er zijn wel
toiletten. Het nadeel van de grote dichtheid van bebouwing, is dat je
nauwelijks een indruk krijgt hoe groot bijvoorbeeld de Kairaouine Moskee
is.
Ibrahim is een beetje ongeduldig, de medina's zijn voor ons boeiend terwijl
hij graag sneller wil zodat we waarschijnlijk minder kans hebben om foto's
te maken van mensen die niet op de foto willen, denk ik. Vandaar dat we in
een vrij hoog tempo gaan. Af en toe passeren muilezels of handkarren.
Het Place Seffarine met een fraaie deur en tegelfontein krijgt extra
aandacht.
Dan naar de beroemde leerlooierijen van Chouara. Via trappen en leerwinkel-
tjes komen we bij het uitzicht over de terrassen. Jonge mannen van de
winkels vervangen tijdelijk de gids. De zon breekt definitief door en het
blijft droog.
We lunchen in de buurt in een oud koopmanshuis. Best een luxe restaurant.
Ik heb: soda, salade, pastilla met kip en noten in bladerdeeg en
poedersuiker, fruit als toetje en muntthee (150dh).
In Het verboden dakterras wordt pastilla "de grootste lekkernij die Allah
ooit geschonken heeft" genoemd. De maaltijd smaakt prima. Ongetwijfeld met
provisie voor de gids. We nemen nog een kijkje in een zijdeweverij met een
winkel waar de gids mogelijk ook provisie van wil opstrijken. Niemand koopt
iets. Pech voor Ibrahim.
In recordtijd zijn we klaar met rondleiding, kort voor drieën zitten we in
de bus voor een kwartiertje rijden naar het hotel. Eigenlijk hadden we nu
beter naar het fort kunnen gaan, want de lucht is blauw. De gids krijgt
600/8=75 dirham per persoon.
Aansluitend loop ik direct langs de stadsmuren naar de plek waar beide
medina's aan elkaar zijn verbonden. Daar is een begraafplaats. Ik loop door
de souks. Het is inmiddels warm geworden. Ik koop twee paar schoentjes voor
Weiwei (100 en 50dh). Ook hier zijn ze niet zo opdringerig als in Egypte.
De schoentjes zijn van echt leer uit Fès en handgemaakt. Overal zijn katten
en kittens. Bij de slagerij wachten die met de koppies omhoog tot er een
stukje vlees komt. Door de late en uitgebreide lunch haal ik ´s avonds wat
eenvoudigs te eten.
Dinsdag 10 mei. Vanmiddag rijden we volgens Sjoerd in 4,5 uur naar Midelt.
Ik heb een lange nacht gehad. De ochtend zijn we nog in Fès. Het is droog
maar bewolkt. Na rustig ontbijten ga ik naar het Baghdadi plein in de buurt
van de Blauwe Poort waar studenten van het Lycée Moulay Idriss rondhangen
tijdens hun pauze. Iets na elf uur ga ik uitchecken en breng de bagage naar
de bagageriere. Ik lunch bij een fontein met twee gevulde broodjes (6dh).
Af en toe zie ik een paar mensen uit de groep. Kort na twaalf uur komen
kleinere schoolkinderen voorbij. Met veel geroep en uitbundigheid, ook iets
oudere meisjes die soms witte blouses dragen als uniform.
We vertrekken kort na één uur, na even wachten op een kleine
begrafenisstoet. Om half drie pauzeren we een half uurtje in Ifrane, het
Wassenaar van Marokko. Dit bergstadje is door de Fransen gesticht, met een
dure privé-universiteit. Het is een ski-oord. Alles is zeer net, groen,
maar ook behoorlijk fris. Ik drink met de anderen thee (20dh) in een hotel.
Er staat een poortje op straat voor Rallye du Maroc, die hier kennelijk
langskomt.
Een half uur later stoppen we op een parkeerplaats met berbermakaken in de
cederbossen. De apen op de rots van Gibraltar zijn van hetzelfde soort.
Op dit moment zien we maar eentje, er zijn meer wilde honden en mannen met
stenen, fossielen en versierde paarden en kampvuurtjes dan apen.
Veel schapen zijn bestemd voor het offerfeest, dat heeft te maken met het
verhaal over de profeet Abraham/Ibrahim. Elke familie slacht een schaap,
er is dan veel bloed op de straat met smerige vachten. Arme mensen krijgen
een deel van het schaap. De Byzantijnen hebben de dirham geïntroduceerd,
deze is afgeleid van de drachme. De noordkant van het Atlasgebergte is nat,
ten zuiden is het veel droger. In oktober 2014 waren er veel problemen
door hevige regenval waarbij ook een groep van Djoser een paar dagen vast
zat in de Dadèskloof, Vallée du Dàdes. Daar gaan wij één van de komende
dagen heen.
Grote supermarkten in Marokko zijn van Carrefour, de Marokkaanse Acima en
Marjana, of Bim uit Turkije, die laatste is een budgetsupermarkt. Er is
steeds minder analfabetisme in dit land. Naast het notoir slechte staats-
onderwijs is er veel privé-onderwijs, gemanaged vanuit Frankrijk of
Amerika.
De gezondheidszorg is er ook in een nationale versie en een duurdere privé.
We komen over een mooie gevarieerde bergroute met steppes en een paar
kleine stadjes, tot bijna 2000m boven zeeniveau.
Midelt
Dit is een regio met fruit, het appelcentrum. Ons hotel ligt vijf kilometer
voor het stadje Midelt. Een enorm pand! Mooi ingericht met zeer ruime
kamers.
We zitten hier op bijna 1500m. In de gang hoor ik de wind rond het gebouw
suizen. Ik eet met de groep mee in het hotel, geen zin om met een taxi naar
Midelt te gaan. We zitten in een grote zaal bij haardvuur. Ik heb warme
chocolademelk en tajine met groenten en muntthee (15+60+15dh).
Woensdag 11 mei. De wekker gaat om half acht. Het ontbijt is behoorlijk
zoet. Na Midelt gaan we weer de bergen in. Sjoerd houdt een verhaal over de
islam. Over Mohammed uit Mekka, die in Medina voet aan de grond kreeg.
Moslims hebben dezelfde profeten als de joden en christenen. Over de vijf
zuilen van de islam.
1.Allah is de god, er is maar één god
2.Moslims horen vijf keer per dag te bidden
3.Geld aan armen te geven
4.Vasten en rein zijn tijdens de ramadan, de Koran dicteren (de ramadan
schuift steeds 10 dagen naar voren)
5. Hadj, de pelgrimage naar Mekka, voor het offerfeest en circa twee
maanden na de ramadan.
Sjiieten zijn afstammelingen van de schoonzoon van Mohammed, die met zijn
favoriete dochter Fatima trouwde. In Iran, Irak, Syrië en Libanon zijn veel
Sjiieten. Maar Soennieten vormen de meerderheid in het Midden Oosten.
We maken een paar fotostops in het woestijnlandschap. Langs een rivier,
waar jonge mannen kameeltjes hebben gemaakt die ze willen verkopen. Er zijn
veel dadelbomen. We passeren een redelijk nieuw stuwmeer. Even na half
twaalf laten we het Atlasgebergte achter ons en komen uit op een vlakke
weg. Daar stoppen we al snel voor een koffiestop bij een Afriquia
tankstation (uit Libië).
Rachidia
Even verderop kunnen we in een Acima supermarkt in Rachidia inkopen voor de
lunch doen (34dh). Een deel haalt iets verderop vers brood van de markt.
Dit stadje is de Poort van de Sahara. Hier bestaat de Sahara voornamelijk
uit rotsen. In de stad zijn ook veel militairen omdat het bij de grens met
Algerije ligt. Door die militairen is het een rijke plaats.
Waarom kamelen zo geschikt zijn voor de woestijn? Ze hebben twee oogleden,
kunnen hun neus dichtknijpen, hebben een dikke vacht die in de zomer
lichter kleurt, hebben ovaal bloedlichaampjes, kunnen vet in bulten opslaan
en eten veel en snel.
Bij het verlaten van de bebouwde kom is het nog 108km naar Merzouga. Even
na één uur stoppen we voor het uitzicht over een vallei met dadelpalmen.
Erfoud
Om twee uur zijn we in Erfoud bij een hotel. Merzouga is dan volgens een
bord nog 58km. Ik loop even rond in het rustige stadje. Haal een ijsje en
maak gebruik van het toilet in het hotel. Om drie uur vervolgen we onze weg
met twee Jeeps. Eerst via een stuk asfalt. Daarna door de woestijn. We
stoppen bij een gebouwtje met fossielen en woestijnrozen, daarna nog bij
een dorp.
Erg Chebbi
We eindigen bij de kleine zandzee, dat is de betekenis van Erg Chebbi.
De grote bagage is in de bus achtergebleven. Voor nu heb ik dagbagage bij
me met toiletartikelen, een shirt met lange mouwen, zaklantaarn en
sandalen.
Er zijn zelfs een paar stopcontacten bij het Sahara hotel waar we iets na
vier uur arriveren. Vooraan is het hoofdgebouw met een zwembadje. Wij
logeren in tenten achteraan. Ik heb een tentje voor mezelf. Er zijn drie
douchen en drie wc's in een gebouwtje op het einde, met kikkers op de
vloer. Handdoek en beddengoed zijn aanwezig. Niet echt superschoon en fris,
maar het is maar voor één nacht. Eten en drinken is er ter plekke genoeg.
We krijgen zoete thee. De vliegen zijn gratis.
Om kwart over vijf start een kamelentocht naar de zandduinen. Ik loop met
de kamelen mee, maar hoef er niet op te rijden. Bij de duinen klim ik nog
een flink stuk hoger, hoe hoger, des te muller het zand is en het wandelen
zwaarder gaat. Terug bij de groep wachten we op de zonsondergang. Het is
een mooie locatie, de zon daalt helaas in een wolkenstormpje. Rond half
negen is er avondeten in een centrale tent met: salade, kip, couscous en
zelf te schillen fruit. Veel te veel eten.
Donderdag 12 mei. Ik word wakker met veel vogelgeluiden. Een Spaanse groep
die na ons arriveerde vertrekt vroeg. Ik neem snel een koude douche.
Het ontbijt is bij het hoofdgebouw aan de voorkant. Om acht uur vertrekken
we.
Net voor negen uur zijn we in Erfoud. Om direct met onze bus door te gaan
naar de Todrakloof. Onderweg dragen vrouwen in dorpen zwarte overjassen.
Wanneer ze naar Mekka gaan zijn moslims helemaal in het wit, ook de
vrouwen.
Deze dorpen liggen aan seizoensrivieren. We passeren duizenden tijdelijke
waterputten, waar we een kwartiertje rondkijken. De woorden zeep, algebra
en cijfers komen uit het Arabisch.
Todrakloof
Even voor elf uur hebben we een koffieshop van een half uur bij een Esso
tankstation. Daarna een fotostop bij een schitterend uitzicht over de
Todrakloof in Tinghir met eindeloze dadelplantages. Gids Rachid komt bij
ons in de bus. De scholen komen net uit. Er zijn meer kinderen dan scholen,
daarom gaan ze een halve dag naar school. Dat ken ik van Zuidoost-Azië. We
gaan naar de waterbron van de kloof, op 1540m hoogte, dit is in een veel
smallere deel van de kloof op ongeveer vijftien kilometer van Tinghir. Daar
gaan we nog een stukje wandelen.
Een stukje terug hebben we lunch in de tuin van een klein hotel aan het
water. Ik heb: omelette berbere en muntthee (85dh). Daarna doen we even
verderop een wandeling voor 200/8=25dh per persoon, met Rachid. Hier woont
een Amerikaanse vrouw van circa vijftig met een Marokkaanse man van dertig.
Ze hebben een guesthouse. Todra betekent leven. De families verdelen het
land in de groen vallei. Hij laat ons veel zien, zoals dadels, koriander,
klaver, koren, gerst, mais, tuinbonen, granaatappels, abrikoos, moerbei,
amandel, vijgen, mint, walnoot, aardappel, tomaat en olijfbomen die ze met
bamboestokken leegschudden en de olijven opvangen in kleden.
Dadèsvallei
Het is bijna half vier wanneer we verder gaan. Onderweg nog een paar
fotostops en een pinstop in Boumalne du Dàdes, mijn tweede (1400dh). Deze
stad ligt aan het begin van de Dadèsvallei. Het is inmiddels half vijf. Ook
in deze vallei weer enkele fotostops in een Indian Country-achtig landschap
zoals ik dat ken uit Utah en Arizona. Er zijn rotsen genaamd "Monkey's
fingers". Weer een uur later zijn we bij ons kleine familiehotel in de
Dadèsvallei. Deze is smaller en armer dan de Todra.
Het was een lange dag. Helaas hebben ze in Marokko geen flesjes water op de
kamers. Mijn kamer heeft uitzicht op de rivier. Het cijferslot van mijn
koffer wil niet open. Met hulp van Ben lukt het gelukkig om ´m open te
krijgen. Ik loop naar het buurdorp voor water en soda en een kleine avond-
maaltijd bestaande uit: yoghurt (25dh).
Langs de rivier groeit veel groente. Ik kom mensen tegen die van de velden
komen. In het buurdorp maak ik een praatje bij een winkeltje waar kaftans
worden verkocht en gemaakt. Met zussen en een vriendin. Sara is de oudste,
ze is bijna net zo oud als ik maar niet getrouwd. Misschien is ze
gescheiden.
Dan zijn er nog Rachida, Fatima en Aïsha. Vooral Rachida doet haar best om
informatie met mij uit te wisselen. Voor het donker wordt ga ik terug.
In het hotel is later op de avond muziek en dans door de gehele
berberfamilie.
De kinderen doen enthousiast mee.
Vrijdag 13 mei. We blijven een dag in de Dadèsvallei. Helaas is er weer
geen fruit bij het ontbijt, wel veel olijven. We hebben de keuze uit
wandelen met de zoon van de baas, met een minibus dieper in de vallei, of
zelf iets doen. Ik wil graag zelf op pad.
Ik wachten tot het iets warmer is, dan wandel ik via een primitief
bruggetje naar de overzijde van rivier. Daar ga ik een heuvel op voor het
weidse uitzicht over de omgeving. Langs deze kant van rivier loopt een pad
naar het dorp waar ik gisteravond was. Misschien loopt het pad nog wel veel
verder, maar ik loop tot er een paar gebouwtjes aan de rechterkant zijn.
Daar ligt een boom over het water die als brug dient. Her en der zijn
mensen op de veldjes aan het werk.
Door het dorp loop ik zigzaggen naar de asfaltweg, er is niet helemaal een
duidelijk pad. Maar ik kom er. Ik praat weer met Rachida en een vriend in
hun gebrekkige Engels en mijn minstens zo gebrekkige Frans. Sara is er
niet. Ze hebben een gezin van zes meisjes en drie jongens. Ik koop een
grote fles water (8dh). Het meisje van de winkel spreekt ook wat Engels.
Om half twee heb ik met een deel van de groep een uitgebreide lunch (165dh)
in het hotel: salade, brood, kip met couscous en patat en een zoet wortel-
toetje. Daarna blijf ik rusten op het dakterras van het hotel en was enkele
shirts.
Aan het einde van de middag ga ik weer naar het buurdorp. Enkele mannen
gaan even in hun djellaba naar de moskee aan de overkant van de weg. Sara
komt even later met andere familieleden in een taxi terug van inkopen doen.
Nu is inmiddels de hele familie zo´n beetje compleet bij de ingang van het
winkeltje. De vader is er ook. Een meisje met een tablet maakt een foto van
mij. Ze vinden mij interessant.
Om half acht krijgen we een kleine versie van de lunch als avondeten
(145dh) met diverse salades, omelet met friet, sinaasappel met kaneel en
een kannetje thee, helaas weer met veel suiker. Dan alvast afrekenen bij de
receptie voor alles. Het eten was goed en royaal, maar wel een beetje
prijzig. De familie is handig en commercieel ingesteld. Misschien ook wel
terecht, ze moeten er van leven en ik weet niet of ze vaak gasten hebben.
Zaterdag 14 mei. Om kwart voor acht ontbijten en om half negen vertrekken.
Door het vele eten van gisteren heb ik minder goed geslapen, in etappes.
De andere gasten in het hotel waren een groep Malinezen met een Duitse
vrouw,
die voor een ontwikkelingsorganisatie werken. Ze hadden veel ordners en
laptops met Excel-bestanden. De voertaal was Frans. Ze zitten in Marokko
vanwege visumgemak. De vrouw is Christine Harth van www.care.de
Sjoerd zit weer op de praatstoel. Een trouwerij duurt vaak drie dagen.
Met een ceremonie op vrijdag met de imam in moskee. Het feest is
aansluitend in het weekend. Donderdag is de dag om het bruidje te versieren
met henna en door te brengen in badhuizen met vrienden en vriendinnen. Vaak
is er sprake van een economische aangelegenheid in plaats van liefde. De
moeder leidt de zoektocht. Verplicht instemmen is een uitzondering. Eerst
gaat het stel bij haar familie koffiedrinken om af te tasten met een
chaperon. Vaak valt de keuze uit familie zelf, met een dochter van een
tante van moederskant. Ik heb een soortgelijk verhaal gehoord van de gids
in Jordanië.
In steden komt ook liefde op middelbare school of universiteit wel voor.
Tijdens het huwelijk leven man en vrouw aardig langs elkaar heen. Er zijn
ook volop scheidingen. Samenwonen is uit den boze. Eenmaal gescheiden
hebben vrouwen een lastig bestaan. Vaak gaan ze terug naar de eigen
familie. Er zijn tegenwoordig coöperatieven om vrouwen aan werk te helpen.
Daar zullen we later één van bezoeken.
Kinderhuwelijken komen ook nog voor. Officieel mag je sinds 2001 trouwen
vanaf 18 jaar. Islamitische mannen mogen nog wel met 4 vrouwen trouwen,
maar die moeten ze gelijk kunnen behandelen. Dit komt uit de tijd van
Arabische veroveringen waarbij veel mannen om het leven kwamen. Andere
vrouwen moeten het er ook mee eens zijn.
Bij het rozenstadje El Keela M'Gouna houden we een koffiestop. Er staan
hier mannen langs de weg met rozenblaadjes in de vorm van een hartje. En
uiteraard horen daar winkeltjes bij. Even verderop passeren we een
golfresort met villa's bij een stuwmeer. Dat lijkt een beetje op Lake Mead
bij Las Vegas.
Ouarzazate
In Ouarzazate is veel filmindustrie. Ze filmen hier ook vaak wanneer
locaties in het verhaal zich in het Midden-Oosten afspelen. Er zijn twee
grote filmstudio's met een agentschap in Los Angeles. Een groot deel van de
groep doet mee aan een rondleiding (50dh) bij de Atlas studio. Hier zijn
onder andere delen van Cleopatra en Lawrence of Arabia opgenomen. Ik loop
even rond en ga dan in het Oscar hotel binnen de studiomuren zitten, waar
ze internet hebben. We blijven hier tot kwart voor één.
Onderweg zag ik een paar keer een Berliet, dat blijkt een Frans
vrachtwagenmerk te zijn. Ik kan me niet herinneren dat ik die ooit eerder
heb gezien. We stoppen daarna bij de Taourirt Kasbah van Ouarzazate die
niet zo interessant schijnt te zijn. Een kasbah is een kleine fort, maar
soms ook een herberg voor transporteurs van kamelen en het overladen op
frisse ezels. Tot half drie lunchen we tegenover de kasbah in een mooi
restaurant met terrassen. Ik heb vegetarische couscous en Sprite (65 + 15dh
plus fooi) en haal daarna yoghurt en soda in een superette (14dh).
Dan is het nog een klein uurtje rijden met een paar fotostops. Het
landschap heeft een beetje 'painted desert'. Eén van de fotostops is bij
een groenere vallei. Even later zijn we al op de eindbestemming, Ait
Benhaddou, op circa 1300m. Met nog een laatste fotostop net voor Ait
Benhaddou. Schitterend!
Op het parkeerterreintje zijn uiteraard verkopers en een man die een slang
uit een zak haalt. We hebben een hotel in een traditionele Riad met een
zwembadje op de binnenplaats. Een prachtig plekje.
Ik haal eerst water en een ijsje uit de superette (26dh). Daarna ga ik de
ksar van het dorp bezichtigen, uit leembouw opgetrokken kashba´s die op een
heuvel zijn gebouwd. Dit is de meest iconisch van het land en gebruikt voor
talloze woestijnfilms, zoals Gladiator.
(Ik had Gladiator (2000) nog niet gezien Soms wel een stukje op een
commerciele zender, maar nooit uitgekeken omdat ik een hekel heb aan vele
reclame-onderbrekingen. In de zomer van 2021 heb ik 'm eindelijk gezien op
een dvd van de kringloop. Het is een epische film, in de stijl van Ben Hur
en Spartacus. Na ongeveer drie kwartier zijn de opnames in Marokko. Daarna
verplaatst het verhaal zich naar Rome, waarvan de opnames op Malta zijn
gemaakt.)
De meeste groepsgenoten gaan eerst in het zwembadje. Vanaf de oever is nu
het beste licht op de ksar. Het is nog te warm om aan de overkant omhoog te
klimmen. Ik wacht even op mijn kamer. Helaas weigert mijn fotocamera al
snel. Ik probeer van alles om die weer werkend te krijgen, maar kan geen
foto's maken of bekijken. Verdorie, wat een pech, juist nu!
(Na resetten zie ik Chinese tekst omdat ik 'm in China heb gekocht...)
Rond zes uur ga ik met de iPhone en een flesje water via een brug door de
ksar dwalend naar boven. In de ksar zijn allemaal souvenirwinkeltjes. Boven
bij het fort, de agadir, is meer wind. Je hebt hier een ongeëvenaard
uitzicht over gehele omgeving, met een riviervallei en andere dorpen, het
dorre landschap en bergen in de verte. Een slaperige jongen heeft een
leguaanachtig dier in een zak die hij ruw behandeld. Voor foto's uiteraard.
Daar wil hij aan verdienen. Ik negeer hem.
Een verkoper in de smalle straatjes vraagt 350 dirham voor twee petjes en
een T-shirt, veel te veel. Hij daalt ook nauwelijks in prijs. Ik bestel
thee (15) en een pizza Margarita (60) op het terras van het restaurant
naast ons hotel. Het is van dezelfde eigenaar. Sjoerd beaamt dat
Marokkaanse menu's wat eenzijdig zijn.
Zondag 15 mei. We zien geen andere gasten. Het ontbijt is vanaf zeven uur.
Om acht uur vertrekken we, om de Sahara te verlaten via het Hoge
Atlasgebergte. Er is zon aan rechterkant, dus rijden we nog een stuk naar
het noorden. Een ezeltje kost volgens Sjoerd ongeveer 2000dh. De bergweg is
door de Fransen aangelegd. Aan de andere kant van de bergen is het groener.
De gehele reis hebben we af en toe controles door politiemannen. Eén keer
lieten ze ons stoppen en vroegen het aantal passagiers en nationaliteit.
Col du Tichka op 2260m is de hoogste bergpas van de reis. Daar zijn we even
na half tien. In de afdaling houden we een korte stop om van de haarspeld-
bochten te genieten. Er zijn veel wegwerkzaamheden. Ze maken de weg breder.
Iets na elven een koffiestop. Daarna komt er een groep Nederlandse campers
en caravans van de andere richting. Het landschap is inmiddels minder foto-
geniek.
Marrakesh
Tegen één uur zijn we in Marrakesh. Ook een vroegere hoofdstad.
De naam Marokko is van de stad afgeleid. Nu is het de culturele hoofdstad.
Ze gebruiken water van de Hoge Atlas. En halen stenen uit de bergen, daarom
zijn de gebouwen rood/roze gekleurd. De meeste bestaande monumenten zijn
vanaf de zestiende eeuw.
Marrakesh is meer toeristisch en iets duurder dan wat we gewend zijn.
De internationale jetset zit hier sinds de jaren zestig. Het is een vrij-
plaats. Onder andere Madonna, Paris Hilton en Victoria Beckham hebben hier
huizen. Vanwege het aantrekkelijke winterklimaat. Het is een stad van
parken en tuinen. Veel toeristen komen hier ook voor de seks.
De stad heeft opvallend veel brommers. Ook van het merk Docker, een
afgeleide van de Donghong uit Chongqing. We komen eerst met bus door het
centrum, dat maakt een zeer levendige indruk. We hebben een modern hotel,
met een ruime kamer. In de buurt van ons hotel is het voormalige huis van
Yves Saint Laurent (1936-2008) in Jardin Majorelle, waar zijn as is
verstrooid.
Ik doe snel een handwasje en ga dan naar buiten voor een late lunch in het
café naast het hotel: muntthee 8, juice avocado 16, pain fromage 7, salade
fruit 20 (51 plus fooi). Max Verstappen wint de grand prix van Spanje!
Ik kan het laatste stuk nog zien. Dan wandel ik naar het Djemaa el-Fna.
Het beroemde plein. Oorspronkelijk een verzamelplaats voor overtreders,
letterlijk het centrale plein, maar dus ook een executieplein. Met name 's
avonds is het druk. Met optredens en veel energie. Aan de randen van de
medina zijn nog lokale markten, de rest is behoorlijk toeristisch.
Ik koop twee T-shirts voor 100dh. De prijs valt reuze mee, want de
kwaliteit is goed. Eén van de shirts is in de kleuren van de Marokkaanse
vlag. Daar zal ik later in Nederland nog veel leuke reacties mee ontlokken.
De zoektocht naar een nieuwe fotocamera is geen succes. Alle fotozaken
hebben nauwelijks iets op voorraad en ik wil alleen kwaliteit. Via Avenue
Mohammed VI loop ik naar het fotogenieke treinstation tegenover een
theater, passeer dure hotels en loop helemaal tot aan Menara Mall. Dat is
een commerciële teleurstelling. Door de wandeling ben ik flink moe
geworden. In de Carrefour in de buurt van het hotel haal ik water en
mangosap. Tijd voor een lekker bad en dan naar dromenland.
Maandag 16 mei. Het ontbijt is sober voor zo´n groot en modern hotel. Er
komen even later wel pannenkoeken. Om half negen gaan we met een kleinere
bus op pad, met Hassan als chauffeur. De stadsrondleiding van vanmorgen
kost 600/8=75dh per persoon. We hebben vandaag een merkwaardig type als
gids, een forse man met een aanstekelijke lach.
We beginnen bij de centrale Koutoubiamoskee met een stevige vierkante
minaret van 77 meter uit 1190, die symbool staat voor de stad en tevens het
hoogste gebouw is. Hij wijst ons op zendmasten die in namaakbomen zitten.
Een mooie
oplossing om de stad fraai te houden. Daarna gaan we naar de Saadische
graven (10dh) met mooie decoraties en aansluitend het gevarieerde Bahia
Paleis (10dh).
De gids woont zelf in de medina. Hij deelt steeds muntgeld uit aan oudere
mensen. We komen ook door de Joodse wijk. Ooievaars maken volgens hem
alleen vogelbaby's. Zomers zijn ze in Europa. De medina van Marrakesh heeft
20 kilometer muur. Er zitten duiven en zwaluwen in de muurgaten. De koning
is in China, daarom komt er geen water uit de fonteinen in het park. Hij is
hier minstens twee keer per jaar.
Om kwart voor twaalf houden we een koffiepauze bij Café France aan het
Djemaa el-Fna. Ik heb uiteraard thee (15dh), de ober vraagt om een grote
fooi, maar krijgt niks. In de souks zien we mannen metaal bewerken en
eindigen in een afgesloten hokje voor een kruidendemonstratie. De dames
kopen naar hartenlust middeltjes tegen kwaaltjes.
Om half twee eindigen we op het Djemaa el-Fna. De handen van enkele van de
dames worden met henna versierd. Ik ga direct alleen op pad. Het is
lunchtijd. In een druk zijstraatje van het plein ga ik op een terrasje
zitten bij Naim Food en bestel: pizza shoarma (35), en avocado juice (14),
en mixed juice (13) voor jonge bedelende vrouw in een rolstoel. Ze glimlach
lief om me te bedanken, maar wordt wel door de ober weggestuurd. Het plein
trekt veel bedelaars, straatverkopers en straatartiesten: vuurspuwers,
slangenbezweerders en acrobaten.
Op de terugweg haal ik drinken en yoghurt in de Carrefour en pauzeer in het
hotel. In de buurt zoek ik aan het einde van de middag een plekje om te
zitten tussen het winkelende publiek. De dames zijn modieus gekleed, hip en
soms behoorlijk sexy voor een moslimland. Net als gisteren neem ik een
uitgebreid bad. Zo´n grote stad is vermoeiend. Het is warm en druk.
Dinsdag 17 mei. Via een behoorlijk rechte weg rijden we naar Essaouira aan
de kust. Om kwart over tien houden we een koffiestop.
De tweedehands kermissen komen uit Europa, net als veel auto's. We komen
door een streek waar ze populaire agave-olie maken, onder andere goed voor
huidziektes en brandwonden. Er staan geiten in de bomen om de noten te
eten. Om het fabeltje in stand te houden dat geiten die olie produceren via
hun ontlasting. In werkelijkheid zet een commerciële boer er vijftien in
een boom langs de weg en voor 5 dirham mag je een foto maken!
Op zeventien kilometer voor Essaouira stoppen we bij een coöperatief voor
vrouwen, Afous Argan (agave). Hier maken ze de olie. De dames demonstreren
dat met uitleg in goed Engels. We krijgen een glaasje thee en stukjes brood
om in honing en pindakaas van de noten te dippen. De dames uit de groep
doen weer aardig inkopen. Het zegt mij niet zo veel, al vind ik het
initiatief uitstekend!
Essaouira
Onder Europeanen was deze havenstad bekend als Mogador. Het fort was
slechts vier jaar bij de Portugezen in bezit. In achttiende eeuw kwam er
meer Europese invloed, bijvoorbeeld in de architectuur en er zijn
Nederlandse kanonnen.
Essaouira heeft een redelijk constante temperatuur, het gehele jaar door
ongeveer 25 graden. Ze vangen hier veel sardines. Even voor één uur hebben
we een fotostop met zicht over de stad. Het is een beetje heiig. Ons hotel
zit in de medina. De bagage gaat mee met een handkar.
De Carrefour is te ver van het centrum, het strand heeft slechts een paar
vaste strandtenten en trekt niet zo. Mijn kamer is nog niet klaar, ik ga
direct op stap voor een lunch: lasagne en Sprite in kleine snackbar gerund
door twee vrouwen (35+5dh).
Ik rust daarna op mijn kamer tot het fotolicht beter is. Het hotel heeft
een dakterras. Daar ontmoet ik ook de anderen van de groep. De moskees
beginnen tegen elkaar op te schreeuwen. Ik doe een ronde door medina.
Kinderen spelen in fotogenieke straatjes. Een boekwinkeltje heeft helaas
vooral Franstalige boeken. In een smal straatje ontdek ik La Tolerance, een
gezellig ingericht door familie gerund restaurant, hoewel ik nog niet veel
trek heb, bestel ik: avocado juice en even later een potje thee en couscous
vegetarine 75dh. De fraaie dochter Sara is vanavond in de bediening, moeder
in de keuken en vader loopt onrustig heen en weer.
In de hoek van het restaurant zit een slanke Marokkaanse jongen met een dik
Brits meisje. Hij zit na een halve pastamaaltijd vol, zij eet enthousiast
door. Daarna ga ik verder met mijn wandeling door de authentieke
hoofdstraat van het stadje. Het is meer een open markt. Voor het eerst
tijdens de reis maken we mee dat er een moskee zo dichtbij en luid in de
buurt van het hotel zit.
Woensdag 18 mei. Om tien over acht is het nog donker in de ontbijtzaal. Er
is dit keer geen buffet, en geen yoghurt, maar wel voldoende brood in
mandjes. Een pittige dame serveert ons het eten. Vanuit de receptie komt
een enorme kakkerlak de ontbijtzaal binnen. Hij kruipt langs de voeten van
een groepje Amerikanen. Maar gegil blijft uit....
's Ochtends loop ik naar Skala du Port, de haven, waar ook Game of Thrones
is opgenomen. Ik probeer over de rotsen langs de stadsmuren te lopen. Dat
lukt aardig. Dan door de lokale souks, die deels overdekt zijn. Door
ruimtegebrek ging men op een gegeven moment ook boven de markt bouwen.
Essaouira was onderdeel van de 'hippie trail', met veel hasjgebruikers.
Zoals Jimi Hendrix, maar ook Winston Churchill. Maar veel hippies zie je
hier nauwelijks meer.
Om elf uur hebben we bij Patisserie Driss afgesproken voor koffie en thee
met gebak voor Yvonne haar verjaardag. Ik lunch uit een supermarktje met
yoghurt en water (34dh).
Na een siësta loop ik door de hoofdstraat. Er staat een frisse wind, het is
wel zonnig. Net voor een poort op het einde van de medina loop ik naar
links. Daar zijn afgebroken huizen en een onbebouwd plein in de Joodse wijk
Mellah. Via steegjes loop ik terug naar hoofdstraat. Net als in Fès zijn de
joden hier ook weggetrokken na de onafhankelijkheid. Onderweg passeer ik
vrouwen die in deuropeningen staan. Zijn dat prostituees?
Dan zoek ik bij het water een plekje op een muur om mensen te kijken op het
plein bij haven. Er zijn muzikanten die voor geld spelen en elektrische
auto´s waar kinderen in kunnen rijden. Ik heb vroeg avondeten op een terras
van het plein, bij La Mouette d'Essaouira: pizza vegetarisch 35, banana
juice 10, en potje thee 14. Essaouira is een fascinerend stadje! Vandaag
ben ik wel regelmatig aangesproken door jonge mannen voor hasj/weed.
Het straatleven varieert per deel van de dag. Er zijn veel bedelaars, ook
gehandicapten. Verkopers zijn over het algemeen niet zo opdringerig.
Marokkanen zijn vriendelijk en behulpzaam. Ik heb me nog warm weten te
houden in de zon op het plein tegen een muur, maar ga even na acht uur naar
mijn kamer.
Donderdag 19 mei. De afgelopen dagen was de imam tam en kort van stof.
Maar vanochtend om vijf uur had hij er zin in om ons flink WAKKER te
schreeuwen! Het nieuws van de dag is het neerstorten van een Airbus van
Egypt Air van Parijs naar Caïro.
Om kwart voor acht ontbijten en half negen vertrekken. We nemen de oude
route, dichter langs de kust, want de tolweg begint pas een flink stuk
terug richting Marrakesh. Nu komen we door een gebied met veel landbouw.
En paarden met wagens die de weg met ons delen. Na ruim twee uur houden
we een koffiestop met niet zulke schone wc's. Waarom houden we geen stop
bij een nieuw lijkend tankstation?
El Jadida
Tegen één uur stop we in het fraaie fotogenieke 16e-eeuws Portugese
vestingstadje El Jadida. Nu ook een zomerverblijf voor mensen uit
Casablanca. De Portugezen zijn na twee eeuwen naar Brazilië getrokken.
Eerst gaan we lunchen: ik heb een royale salade chef, en jus d'orange
(50 en 10 dh).
Het is mogelijk om bij het oude stadsdeel over de stadsmuren te wandelen.
Jochies zwemmen in het water tussen vuilnis. Er zijn weer eens jonge
katjes.
Aan de noordrand van het stadje ontmoet ik meiden waarvan één later met
een ambulance afgevoerd word. Ik heb geen idee wat er aan de hand was.
Ernaast ligt een Joodse begraafplaats. Om drie uur beginnen we aan het
laatste stuk naar Casablanca, nu wel via een tolweg.
Casablanca
In de buitenwijken van de stad komen we langs privé-scholen. Rijke vrouwen
dragen weinig hoofddoeken, net als actrices in televisieseries en reclames.
Om kwart voor vijf zijn we in het hotel waar we de reis ook begonnen.
De cirkel is rond!
Dit keer heb ik een kamer op de bovenste verdieping met zicht op een
binnenplaats en kamers van een ander hotel. De sprei en bank hebben een
tijgerprint waardoor het een kamer uit een bordeel lijkt... Ik ga de bagage
ordenen en zoek dan zonnige plekken op straat op om warm te blijven in mijn
T-shirt.
Er is veel drukte op straat. In de buurt van het hotel word ik eerst
aangeklampt door een moeder met een baby, omdat ik "Oooo, Baby" zei.
Haar baby'tje zag er zo vertederend uit. Even later door een niet zo frisse
man die wil weten waar ik vandaan kom. Van de maan, uiteraard! Ik twijfel
of ik ergens een snack zal eten, want de lunch was wel erg veel.
Uiteindelijk ga ik naar Acima voor wat eenvoudigs op mijn kamer en alvast
wat voor morgen (93dh). Op het Belgische koppel na, heb ik de rest van de
groep her en der gelokaliseerd. Na de supermarkt heb ik nog 152 dirham
over.
Vrijdag 20 mei. Net als aan het begin van de reis een gevarieerd ontbijt.
Ik maak 30dh aan muntgeld op bij Acima voor eten voor de lunch. Het laatste
briefgeld aangevuld met euro's is voor de fooi voor de reisbegeleider.
Om twintig voor elf rijden we naar het vliegveld. Daar arriveren we om half
twaalf. Officieel moeten we bij de bus afscheid nemen van Mohammed en
Sjoerd/short. Na de douane kunnen we niet meer met dirham betalen omdat je
dat geld niet mag uitvoeren. Wel met euro´s of een creditcard.
We komen binnen bij vertrekhal 2 waar de bagage door een scanner moet,
lopen vervolgens naar vertrekhal 1. Sjoerd loopt nog wel even mee tot de
vertrekhal. Het inchecken duurt lang. Er zijn weinig toiletten. Gate 10 en
9 boarden gelijktijdig. Toch valt de vertraging door de drukte mee.
De vlucht verloopt zonder turbulentie en weinig bewolking. Naast mij zit
een zeer aantrekkelijke jonge Marokkaanse. Haar broer woont in Almere. Met
zijn familie gaat ze op vakantie naar Turkije. Een andere broer woont in
Duitsland. En ze heeft nog een getrouwde zus in Marokko. Zij is de enige
die nog bij haar ouders woont. Het is moeilijk om een goede man te vinden
met een 'open mind'. Ze werkt voor een Franse bank. Door ons gesprek duurt
de vlucht niet zo lang.
Schiphol
Het toestel vliegt een stuk langs de kust. Rechts zijn Rotterdam, Den Haag
en Zandvoort goed te herkennen. Na een draai naar rechts volgt een prima
landing en applaus. We koppelen aan de nieuwe terminal F. Er zijn korte
rijen bij de douane en na een bezoek aan de wc heb ik al snel mijn koffer.
Ik neem snel afscheid van de groep en door de schuifdeuren staat Weiwei.
Spoedig zitten we in de trein van half acht naar huis. Het stel naast ons
is onderweg naar een jaloersmakend concert van Radiohead in de Heineken
Music Hall!
Marokko is allereerst een prachtig land. Het landschap, de architectuur en
boeiende straatleven maakt het absoluut de moeite waard! Het eten was soms
een beetje eentonig in vergelijking met het Midden-Oosten, maar ook weer
niet slecht.
Ik heb weinig contact kunnen maken, al probeerde ik wel af en toe alleen
op pad te gaan, zodat die mogelijkheid groter werd. Maar ik spreek geen
Frans en de mensen spreken je ook niet zo snel aan.
Casablanca vond ik niet zo aantrekkelijk. Misschien moet je er langer zijn
om de stad te kunnen waarderen. Rabat was juist een aangename verrassing.
Fès heeft terecht een reputatie als bijzondere stad. Marrakesh viel mij een
beetje tegen. Dat is vooral een modernere stad. De mensen lijken meer geld
te hebben, zijn westerser gekleed en alles lijkt minder authentiek.
Essaouira is een juweeltje. En over het algemeen is Marokko een fotogeniek
land. Ik heb van de reis genoten.
Johan (29 november 2016)