USA 2025
    
    
    Eindelijk weer een verre reis. Een jubileumreis met mijn zus naar Amerika, want de eerste keer samen naar “Het land van de onbegrensde mogelijkheden” was in 2000. Dit keer met bezoek aan familie. We kunnen dit niet uitstellen, want achternicht Eleanor in Colorado is 79, de zeer broze tante Marijke in Utah is net 89 geworden en tante Rudy wordt tijdens de reis 95. Daarnaast willen we nog één keer uitgebreid Death Valley bezoeken. Ons favoriete Nationale Park. Vandaar dat we eind april al gaan. Voor een deel gaan we tijdens deze reis naar plekken waar we allebei nog niet zijn geweest. Soms gaan we op herhaling. Het is niet voor niks een jublieumreis. Helaas mag ik maar twee weken weg, anders dus dan de voorgaande lange rondreizen door Amerika. Op 28 maart vraag ik de ESTA (Electronic System for Travel Authorization) aan (kosten $ 21). Al snel heeft die de status “Authorization Approved” gekregen. Na een paar maanden voorbereiden zijn we er helemaal klaar voor!
    Zondag 27 april. Vanmorgen heb ik mijn koffer ingepakt en accu’s opgeladen. Yfke heeft voor ons ingecheckt bij de KLM. De was heb ik nog een keer gedraaid en ik heb extra boodschappen voor het thuisfront gehaald. Maandag 28 april. Afgesproken dat we treinen nemen die rond half tien op Schiphol zijn en we elkaar boven bij de liften zullen ontmoeten. Zonder vertraging lukt het goed. Voor het afgeven van de koffers nog wat spulletjes die Yfke in haar rugzak heeft in mijn koffer overhevelen, want ik heb ruimte over. Ze heeft de boarding cards al geprint. We gaan de koffers inchecken. Haar koffer is 23,3 kg maar wordt gelukkig afgerond naar 23 kg. Mazzel. Bij de security gaat mijn camera in de rugzak probleemloos door, maar haar rugzak krijgt een extra controle vanwege een zakje met Amerikaans muntgeld. Een heel gedoe om dat onderuit de rugzak op te vissen. Het is opvallend dat heel veel bagage extra moet worden gecontroleerd. We zijn ruim op tijd en ik haal bij de gele M voor elk een milkshake. AMS - LAS We mogen vliegen met een mooie Dreamliner van de KLM. Er blijken aardig wat lege plekken over te zijn zodat onze buurvrouw op 36C al snel verkast. Eerst krijgen we kip of vegetarische pasta. Ik krijg de laatste kip. Yfke moet dus wel pasta nemen. Het toetje komt later in de vorm van een cakeje met koffie en thee. Later krijgen we nog een dubbele boterham. Aan eten geen gebrek. Boven Salt Lake City een focaccia met spekulaastoetje. Het is een lange dag. Ik zie Joker: Folie à Deux (2024), met een zwak begin en teleurstellend einde maar in het middendeel heel veel sterke momenten en sowieso heeft de film twee geweldige hoofdrollen door Joaquin Phoenix en Lady Gaga. Gatsby met DiCaprio vind ik waardeloos; het lijkt wel een langgerekte videoclip met veel nepdecors. Ik haak na een kwartietje af. Er is gelukkig weinig turbulentie tijdens de vlucht. Las Vegas Met negen uur tijdsverschil arriveren we rond twee uur in de middag zelfs eerder dan gepland op Las Vegas. Het laatste stuk hadden we links mooi uitzicht op het woeste landschap waar we plekken proberen te herkennen. We krijgen de laatste gate van terminal 3 en moeten voor onze koffers naar bagageband 29. Maar eerst lijkt het erg langzaam te gaan bij de douane omdat er maar weinig beambten zijn. Uiteindelijk valt dat toch nog mee, kijkend naar de vele mensen die nog achter ons in de rij staan. Yfke haar koffer is volgens haar open geweest omdat het slotje los zit. We moeten helemaal naar het einde van de terminal lopen voor de shuttlebus naar de autoverhuur. Weer in een rij staan, maar toch snel in de tweede bus die arriveert. Bij de verhuurbalie van Hertz zit het niet mee. Er werken maar twee mensen en er lijkt een storing te zijn, het schiet dus niet echt op. We moeten extra bijbetalen voor een tweede bestuurder. Dat hadden we niet verwacht, maar er zit niks anders op. Er staat een grijze Ford Explorer voor ons klaar. Ik had gehoopt op een andere kleur, want dat levert mooiere foto’s op. We zullen het met deze auto moeten doen. De sleutels zouden klaarliggen op het dashboard, maar toch even zoeken want ze liggen niet aan de bestuurderskant. We klappen de stoelen van de derde rij naar voren om onze koffers een plekje geven. Ik stel de spiegels in en moeten even zoeken naar hoe de stoel naar voren moet. De automaat heeft een draaiknop, maar dat went heel snel. Hij zet ‘m ook automatisch in P wanneer je stopt en de rem loslaat. We zijn onderweg! Ik probeer richting Las Vegas blvd aan te houden, maar ga dan naar het oosten in plaats van westen. Dus een stukje terug en dan krijgen we gelukkig al snel Mandalay Bay in het vizier, dan weet ik de route wel. Het vliegveld is veel groter geworden en Tropicana is verdwenen. Net voor ons hotel is een Grand Prix Experience, waar het nogal stil is. Bij het hotel (Ellis Island) werkt Yfke haar visa niet. Gelukkig die van mij wel. We lopen naar 7-Eleven in de buurt voor water en yoghurt en gaan naar de naastgelegen souvenirwinkel om een T-shirt voor Sven (9,99 plus tax). We gaan ook even naar het koude zwembad van ons hotel. Yfke durft dat wel aan, maar ik kan er niet tegen. Omdat we vaak genoeg in Las Vegas zijn geweest hebben we geen interesse om nu nog naar The Strip te gaan. Vanwege het tijdsvershil gaan we vroeg slapen. Kort na middernacht ben ik al wakker. Ik had gisteravond misschien toch een stuk moeten wandelen, denk ik, om beter te kunnen slapen. Dinsdag 29 april. Lichtjes geslapen en vaak wakker. De wekker gaat om zes uur, maar we zijn al eerder wakker. In de grote koffer van Yfke zit zelfs een waterkoker. Het koken duurt wel wat langer op het Amerikaanse spanningsnet. Pahrump Om kwart over zeven beginnen we zonder vertraging aan de bergachtige route naar de Walmart in Pahrump. Yfke heeft daar snel haar favoriete bananenbrood gevonden. Verder halen we een koelbox, koelelementen, mondwater, water, fruit, brood/bagels, kaas, bier, diepvriesmaaltijden, salades, cola, bier, wijn, Dr.Pepper en keukenpapier. Net voor Shoshone zien we een eenzijdig ongeluk. Er zijn al hulpdiensten. Dat ziet er slecht uit; een oudere auto is van de weg geraakt in een afdaling met een bocht. Yfke gaat in Shoshone naar de wc en ik maak wat foto’s van het plaatsje. We komen hier nog terug. Death Valley - Ashford Mill & Badwater Na Shoshone gaan we naar links naar Death Valley. Deze route hebben we nog nooit eerder gedaan en is verrassend afwisselend. Over de Salsberry/Salsbury Pass (3315 ft) en Jubilee Pass (1,293 feet). Zoals bijna alles in Death Valley indrukwekkend.
      Death Valley was al bewoond door natives, zoals nog steeds door de Timbisha Shoshone even ten zuiden van Furnace Creek. In 1849 raakte de vallei bekend door het avontuur van de ’49-ers. Een groep goudzoekers uit het oosten die in Salt Lake City gehoord had dat er een kortere route was naar Californië. Die groep splitste zich op in drie groepen waarvan sommigen het geluk hadden de vallei via het westen en zuiden te verlaten, maar er waren ook slachtoffers van dit barre avontuur. Een van de deelnemers nam een steen mee van bijna pure zilver. Mijnactiviteiten werden begin jaren 1860 uiteindelijk succesvol in de Panamints met significante vondsten in de Surpise Canyon waar Panamint City in 1873 werd opgericht, gevolgd door Darwin in 1874 en andere mijnplaatsen in die regio tot in het begin van 1900. Van Panamint City is door flooding (1876 en 1983) en brand helaas weinig meer van over. Met 4500 inwoners in 1877 had Darwin op dat moment een gelijk aantal als Los Angeles. Door drie grote branden (1879, 1917 en 1918) is er weinig over van de oorspronkelijke gebouwen. Na het sterk verminderen van de mijn- activiteiten trokken veel inwoners naar Bodie. Op dit moment wonen er nog ruim 70 mensen Darwin. De ontdekking van borax leidde tot commerciële productie bij de Harmony Borax Works (1881 - 1888) even ten noorden van Furnace Creek, met de beroemde 20-mule teams. Vervolgens in Ryan (waar nog steeds een groot mijncomplex is) met de komst van een spoorlijn ten oosten van Death Valley voor het transporteren van de vondsten. Ryan werd nog voorafgegaan door Lila C., die mijn lag zeven mijl te zuidwesten van Death Valley Junction. Na het sluiten van Lila C. werden de barakken verplaatst naar Ryan. Lila C. heeft alleen nog funderingen en voor de veiligheid afgesloten mijnschachten. In 1904 werd in het oosten van Death Valley goud gevonden bij Bullfrog (Montgomery Shoshone Mine), de grootste goudmijn in de regio Death Valley bij Rhyolite, en iets zuidelijker ontstonden de Big Bell Mine en Keane Wonder Mine. In 1926 werd een (tol)weg aangelegd van Darwin naar de Death Valley. Daar werd Bungalette City opgericht (nu Stovepipe Wells). Dat was de start van het toerisme. Daardoor was meer behoefte aan plekken om te overnachten en ontstonden: Furnace Creek Inn (1927), Furnace Creek Ranch (1933) en Panamint Springs (1937). Pacific Coast Borax Company bouwde in Ryan de onderkomens voor de mijn- werkers om tot hotel. Je kon daar met een tram (te bezichtigen in het Laws Railroad Museum bij Bishop, waar ik in 2012 was) vanuit Death Valley Junction komen. Afnemend mijnactiviteiten en de Tweede Wereldoorlog betekenden het einde van de spoorlijn ten oosten van Death Valley, die van Ludlow, via Shoshone, Death Valley Junction, Beatty en Goldfield naar Tonopah liep. Met nog veel meer (soms kleine) stopplaatsen, een afsplitsing van Death Valley Junction naar Ryan en ten zuiden van Beatty nog een afsplitsing naar de grootste plaats in Death Valley: Rhyolite, met in 1908 circa 8000 inwoners. De rails waren nodig voor de oorlogvoering. De bielzen zijn deels opgekocht voor de open haarden van Scotty’s Castle en liggen op het terrein achter het kasteel. En er is een grote opslagplaats helemaal bij het zuidelijke eindpunt van de lijn bij Ludlow.
    We stoppen bij Ashford Mill ruïnes. We zijn de enigen. Het waait daar flink.
      The Ashford Mine, located approximately 5 miles (8 km) east and 3,500 feet (1,067 m) above the mill, did produce gold ore but was not rich enough to justify the large amount of money needed to extract, process and transport that ore. The mine was worked intermittently between 1910 and 1941 by the Ashford brothers or individuals/companies they leased it to. One of the lessees, B.W. McCausland and his son Ross, supplied the capital to build the forty-ton capacity mill located on the valley floor. The mill once had wooden walls and windows as well as machinery including a jaw- crusher; now only the foundation and some debris remains. Visitors to the Ashford Mill site today will also see the crumbling concrete ruins of an office building.
    Badwater is dan nog een nog flink eind, verder dan verwacht. Daar maken we foto’s en lunchen we op 282 ft / 85,5 m onder zeeniveau! Natural Bridge Na Badwater is het nog vijf minuten rijden naar de afslag naar de Natural Bridge Trail. Via een onverharde en stoffige route een stukje omhoog, daar sandalen ruilen voor sportschoenen en ook de wandeling is geleidelijk omhoog in een canyon met de natuurlijk brug in de rotsen, waarna we nog een stukje verder in de canyon lopen en in de schaduw uitrusten. Er is ook een Nederlands gezin met een camper. We maken veel foto’s. Van een groepje met drie jonge mannen met een jonge vrouw, klimmen twee van de mannen aan de zijkant tot op de brug. Daar loopt een steil pad. Bij het Furnace Creek Visitor Center halen we de America the Beautiful parkpas ($ 80) die voor nationale parken en nationale monumenten geldig is. De grote thermometer naast het gebouw geeft 34 graden aan. We hebben hier wel warmer meegemaakt. Gelukkig konden we nog net onder een afdakje parkeren. Yfke maakt koffie. Ik loop even binnendoor naar het Borax museum waarvan ik heb gelezen dat daar locomotief nummer 2 staat. Die is gebruikt op de spoorlijn die ten oosten van Death Valley liep tijdens de hoogtijdagen van de mijnindustrie. Yfke neemt het stuur over tot Ridgecrest. Over de Towne Pass (4,956 ft) uit de vallei komen we een oudere man tegen die lopend met een bepakte fiets tegen een steil stuk moet. Maar hopen dat hij vandaag nog een mooie bestemming haalt. Trona & Ridgecrest In een redelijk vlakke vallei volgen we de Panamint Valley Road richting het zuiden, dit is ook een stukje route dat we nog niet eerder hebben gedaan. In 2008 zijn we vanaf Ridgecrest via Wildrose Charcoal Kilns en Aguereberry Point gereden, die weg is nu afgesloten:
      Lower Wildrose Road (aka Trona - Wildrose Road, connects Wildrose to Panamint Valley)- completely impassable due to a 9-foot deep cut across the road. Likely to remain closed until Summer 2026.
    Dan herkenbaar van de reis in 2008 een bergpasje met zwart asfalt. Yfke weet te melden dat hier een commercial voor Polestar is opgenomen. Even later een korte fotostop in Trona bij het museum en de mineraalfabriek. (Wikipedia: Searles Valley Minerals Inc. is a raw materials mining and production company. It has major operations in the Searles Valley centered in Trona, California where it is the town's largest employer. The company produces borax, boric acid, soda ash, salt cake, and salt. It also owns the Trona Railway.) Nog een half uur rijden naar Ridgecrest. Motel 6 is een half opgeknapt oudje. Niet zo schoon, maar wel te doen. Op het parkeerterrein staat een auto zonder motorkap, er loopt een jonge moeder met kindje en een oudere man is naast onze auto bezig met een wiel van zijn Subaru. We eten de kleine magnetronmaaltijden die inmiddels ontdooit zijn. Na het eten nog even naar de Dollar Tree lopen voor citroencakejes, die Yfke kent van haar vorige reis. We ruiken marihuana uit één van de andere kamers. Maar verder maakt het motel een aardige indruk en kunnen we ook goed slapen. Dinsdag 30 april. Eerst tanken. We hebben met de lange rit van gisteren ongeveer de helft van de tank verbruikt. Postcode invoeren gaat niet goed, want we zijn buitenlanders. Dus toch maar naar binnen en vragen om voor $ 41 te tanken, dat is ongeveer 9 gallon. Ik heb opgezocht dat de tank- inhoud 18 of 20 gallon is, afhankelijk van het type Ford Explorer. In Trona maken we weer een paar foto’s en vragen bij het tankstation naar schorpioen lolly’s. Die heb ik hier op foto’s van GoogleMaps gezien, maar hebben ze helaas niet meer. Mogelijk zijn ze nog wel bij Stovepipe Wells, volgens het meisje bij de kassa. Ballarat We rijden eerst naar Ballarat, een semi-spookstadje. Met niet meer dan een handvol gebouwen, opgericht in 1896 met voorzieningen voor de mijnen in de canyons van de Panamint Range. Tot Ballarat in 1917 grotendeels verlaten werd, had het een paar honderd inwoners, zeven saloons, drie hotels en een school. Het is te bereiken via een stuk onverharde weg. Een huurcamper die voor ons rijdt geeft de route halverwege op en keert. The Ballarat Store and Outpost, het hoofdgebouw van Ballarat, hangt vol met historie. Er zijn blikjes drinken in een koelkastje, boeken, petjes en T-shirts. Geld moet je in een bakje doen. We kopen er een blikje Cactus Cooler met sinaasappel- en ananassmaak. In de supermarkten hadden ze die alleen in verpakkingen met 12 stuks. Ik wil het blikje graag gebruiken als object voor foto’s. Buiten staan een paar autowrakken. We bekijken ook de fotogenieke begraafplaats, waarvan de meerderheid van de graven geen gegevens heeft. Er staat ook iemand met een tentje op de nogal kale camping, gelukkig zijn er een paar overdekte picknicktafels. Al met al maakt Ballarat een vrij opgeruimde indruk. Boven de ingang van The Outpost hangt een bordje dat de eerstvolgende show van naakt dansende ezels om negen uur is. Vanaf Ballarat heb je toegang tot de valleien in bergketen aan de westkant van Death Valley, de Panamint Range. Maar daar heb je een betere vierwielaangedreven auto voor nodig en hebben wij ook niet op ons programma staan. De meest zuidelijke route gaat naar de Barker Ranch.
      Barker Ranch werd gebouwd door "recreatieve ranchers" die naar de woestijn verhuisden om te genieten van de eenzaamheid en eenvoud van een leven ver van de bewoonde wereld. Bluch en Helen Thomason verhuisden eind jaren dertig naar het gebied om goudwinning uit te proberen. Rond 1940 bouwden ze een kleine stenen hut en bijgebouw, met elektriciteit geleverd door een windmolen en generator, en drinkwater uit een nabijgelegen bron. In 1955 werd de ranch verkocht aan Jim en Arlene Barker, die vanuit Oklahoma naar de woestijn verhuisden. Om hun familiebijeenkomsten mogelijk te maken, vergrootten de Barkers het huis en bouwden ze meer bijgebouwen. De ranch werd berucht in 1969 toen Charles Manson en leden van de "Manson Family" ter plaatse werden gevangengenomen. Ze trokken de aandacht van de lokale politie toen ze ervan verdacht werden wegenonderhoudsapparatuur in brand te steken. Rechercheurs ontdekten later dat de verdachten van vandalisme ook verantwoordelijk waren voor een reeks moorden in de omgeving van Los Angeles. Barker Ranch werd in 1994 onderdeel van Death Valley National Park. Tragisch genoeg werden het hoofdgebouw en de werkplaats in mei 2009 verwoest door een accidentele brand.
    Panamint Springs Resort & Stovepipe Wells We rijden naar Panamint Springs voor een vroege lunch: desert dog voor Yfke en fish & ships voor mij. We krijgen direct grote bekers met water, dus drinken bestellen is niet eens nodig. Er zijn kolibries bij de planten voor het restaurant, maar helaas zijn die lastig op de foto te krijgen. Ik heb na vier reizen door Death Valley nog niet in Panamint Springs overnacht of gegeten, dus was het een wens om hier eens te stoppen. Dan naar Stovepipe Wells (waar ik tijdens de reis van 2009 heb overnacht). Daar hebben ze de lolly’s helaas ook niet meer. We kopen er wel het boekje “Ghost Towns of Death Valley” uit de serie Images of America, waarvan ik al “Death Valley” en “Railroads of Death Valley” heb. Vervolgens zitten we ontspannen met ons drinken op de veranda van de General Store in schommelstoelen. Er stopt net een bus met Nederlanders. Keurig geklede mensen met bakjes sushi die aan de picknicktafels naast het pand gaan zitten. We zien ook Chinese toeristen. Keane Wonder Mine Yfke rijdt het stuk naar de Keane Wonder Mine. De laatste 3 mijl is smal en onverhard, minder goed dan ik had verwacht omdat het wel een officiële plek is om te bezichtigen. Dit was bij vorige reizen jarenlang afgesloten omdat ze maatregelen moesten nemen om het veilige genoeg te maken voor bezoekers. De fotogenieke ‘mill’ is redelijk goed te bereiken. De hoger gelegen ‘tramway’ (kabelbaantje) lastiger, daar doe ik verder ook niet moeite voor. Je hebt vanaf hier een weids overzicht over de vallei. We doen ook een poging om naar Keane Spring te lopen, maar dat is te zwaar voor Yfke dus keren we terug naar de auto. Ik had wel verder kunnen lopen, maar het is warm en de lucht is erg droog. Een jonge vrouwelijke ranger zagen we eerder wel in die richting gaan met nog een andere jonge vrouw.
      About 1903, Jack Keane, prospector, discovered gold in this area of the Funeral Mountains. The ore was of such high quality the mine sold for $150,000 before any development had started. Homer Wilson moved to the mine site with his family, and created two towns in the area called Keane Springs and Chloride City, California. Both towns failed within months of their founding in April, 1906. Despite the failure of the towns, the mine continued to be profitable throughout the Panic of 1907 and the subsequent depression. It was limited only by a lack of water and the extremely high heat in the valley, which forced Wilson to have the miners work at night. In late 1907, the Keane Wonder Mining Company completed construction on an ariel tramway and mill. The tramway, consisting of eleven wooden towers, transported ore from the mine to the mill, a distance of 1 mile (1,6 km) and a drop of 1,300 feet (396 m). The ore, carried in large buckets, moved by gravity down the tramway on cables which also provided mechanical power to operate the crusher up near the mine. At the mill, gold and silver were separated from the rock by a stamp milling process. The pulverized ore mixed with water flowed over silver-coated copper plates, an amalgamation, process which arrested the valuable particles and allowed the rest of the material to pass over the plates and out of the mill. The processed "waste" material was put through another chemical operation, a cyanide plant, which extracted more gold and silver. The gold, silver and some lead harvested from the mine and processed in the mill was hauled by wagon to Rhyolite, Nevada, the closet railhead. Even the famous steam tractor "Old Dinah" made a couple of trips pulling precious loads before breaking down on top of Daylight Pass. During the peak years, 1909 through 1911, 73,989 tons of ore were processed yielding $682,209.69 - and average of $9.22 per ton. The mine was reported to have ceased operation in 1916, when the developed ore bodies were worked out." The Keane Wonder Mine was among the most successful gold mines in the valley and followed the course of a rich vein of ore. The miners attempted to remove as much of the ore as possible, and as a result dug out large areas, with only a few pillars to keep the mine from collapsing. This has led to the instability of both the mine and the land above it, and has led the National Park Service to close the area to visitors. The presence of toxic chemicals, such as lead and mercury, which are by-products of processing, and the detection of cyanide, which was used to process gold ore, added to the park closing the mine area. In addition to the mine, a gravity-powered aerial tramway and a stamp mill were built on the site. Both of these structures were popular with tourists, but have suffered from neglect, but the National Park Service reopened the mill and mine site to visitors in November 2017.
    Beatty In de afdaling naar Beatty lopen enkele ezels langs de weg.
      Wild burros were recently removed from Death Valley National Park (officials made the call they were not endemic creatures and are no longer allowed in national park boundaries), so populations in and around Beatty have rapidly increased, meaning your chances of spotting one is higher than ever. Officials estimate there are more than 800 wild burros in the Beatty area, staying in and around town thanks to its close proximity to the headwaters of the Amargosa River - or their main drinking water source in an otherwise very arid Mojave Desert.
    Rond vier uur arriveren we in dit stadje waar we vaker zijn geweest. We lopen een verkenningsrondje, her en der liggen uitwerpselen van ezels. Er komt veel vrachtverkeer door Beatty. Het Exchange Club Motel is heel goed, met ruime kamers. We eten de salades van Walmart (uit Pahrump) die goed smaken. Met het citroencakeje als toetje. Inmiddels is het grotendeels bewolkt geraakt. In Beatty is het vaak wat koeler omdat het hoger ligt. Donderdag 1 mei. Naast het motel zit een tankstation en de prijs ligt hier in Nevada meer dan een dollar lager dan gisteren in Californië. Dus nog maar een keer tanken. Bij de kassa vraag ik om de lolly’s met de schorpioen. Volgens de bediende hebben ze die bij de Candy Store even verderop. Dat is ook zo (voor maar liefst $ 6 per stuk). We kopen van alle vier kleuren een exemplaar. Yfke rijdt in het noorden van Death Valley het stuk tot even voorbij Ubehebe Crater. We kunnen niet via Bonnie Claire en Scotty’s Castle het park binnen komen, want die weg is nog steeds afgesloten na een overstroming in oktober 2015:
      Bonnie Clare Road and Scotty’s Castle: due to flood recovery work. No access permitted. No foot, bicycle, motorcycle, vehicle, etc. use allowed. The reopening date is unknown at this time; it is dependent upon completion of projects.
    Teakettle Junction & Racetrack Playa We zijn onderweg naar Racetrack Playa in het noorden van Death Valley. Aan het begin van de route naar die bijzondere plek staat een waarschuwing voor scherpe stenen en de giga hoge wegsleepkosten. De afspraak is dat we keren wanneer de weg te slecht is. We rijden vervolgens gemiddeld ongeveer 20 mijl per uur. Ik ben hier bij mijn vorige reis geweest en toen was het wel mogelijk. De onverharde weg is wisselend van kwaliteit, maar uiteindelijk wel te doen. Vooral een kwestie van steeds goed opletten waar stenen liggen die schade aan de banden kunnen veroorzaken. Grofweg het middendeel gaat over een bergachtige deel met Joshua trees (Yucca brevifolia). Eindelijk komen we bij Teakettle Junction. Het is traditie om daar fluitketels op te hangen. Ik heb speciaal bij de HEMA een schattig fluitketeltje gekocht... Wanneer we het keteltje 'ceremonieel' hebben opgehangen stopt een Toyota Tacoma met een ouder echtpaar uit een andere regio in Californië naast ons waar we een praatje mee maken. Veel auto’s komen we in dit deel van Death Valley niet tegen. Nog minder dan ik in 2012 heb gezien. Net voor we verder rijden doe ik een geschud flesje Dr.Pepper open en spuit het hele interieur onder… Na het enigszins schoonmaken vervolgen we onze weg naar de Racetrack Playa. Daar zien we ook de auto uit Colorado met sportieve jonge vrouwen die gisteren op het parkeerterreintje van Keane Wonder Mine stond. We lunchen met bagels en kaas en maken foto’s op de prachtige playa. Met een tumbleweed en het blikje Cactus Cooler Soda. Inmiddels is de bewolking grotendeels weg. Enkele overgebleven wolken maken het juist fotogeniek. Dit is zo’n speciale plek waar maar weinig mensen komen. Met zogenaamde ‘moving rocks’ die zich door een combinatie van regen en harde wind heel langzaam over de vlakte verplaatsen. De playa ligt op 1.132 m en daardoor is het minder heet dat bij het visitor center. Op de terugweg durf ik iets sneller te rijden. Wel geconcentreerd op de stenen lettend. Sommige stukken kun je wel 30 mijl, andere stukken bijna stapsvoets. Wanneer we weer bij Ubehebe Crater zijn kunnen we opgelucht zeggen dat het is gelukt! We hebben Racetrack Playa bezocht! Onze Ford Explorer is de beste huurauto van alle reizen door Amerika. We hebben er goed aan gedaan om een grotere klasse dan gebruikerlijk te kiezen. Bij de krater houden we pauze en wisselen weer van plek. De weg vanaf de krater is spectaculair, namelijk een smalle eenrichtingsweg naar beneden. De lucht boven de oostkant van Death Valley is dreigend. Ter hoogte van Furnace Creek Inn zijn wegwerkzaamheden waar we even moeten wachten. Bij Zabriskie Point, een favoriet van ons, is het nog zonnig en warm voor een fotostop. Ter hoogte van de afslag naar Dante’s View regent het even en zien we twee bliksemschichten. Bij Death Valley Junction is het gelukkig weer droog. Longstreet Casino & Amargosa Opera House and Hotel We overnachten in Longstreet Inn & Casino. Je mag daar binnen zelfs roken! Bah! Ik ga snel de korte broek met Dr.Pepper wassen. Na een pauze rijden we in tien minuten een stukje terug naar het Amargosa Opera House and Hotel voor een rondleiding ($ 15 per volwassene), dagelijks om negen uur ’s ochtends en zes uur ’s avonds. Die wordt gegeven door Connie van de receptie. Er zijn drie oudere Amerikanen die ook aan de tour meedoen. Een echtpaar waarvan de vrouw in een eenvoudige rolstoel zit en nog een man waarvan niet helemaal duidelijk is of hij bij hun hoort. Zij wil de dvd en video die ze hier in een vitrinekast hebben. We zijn mooi op tijd om eerst nog wat rond te kijken. De ontbijtzaal en lobby ruiken muffig. Connie zegt dat beheerder Jesse de enige levende bewoner van Death Valley Junction is. Ze toont ons van de kamers de mooi gedecoreerde bruidskamer. Kamers, badkamers en andere ruimtes hebben lichtkoepels voor lichtinval uit de tijd dat er nog geen stroom was. Overal zijn muren door Marta Becket (1924 – 2017) beschilderd. Halverwege is de gang onderbroken met een spiegel tegen boze geesten. In het Opera House geeft ze met een zaklamp uitleg bij details op de beschilderde muren. Zoals een man met een wortelneus, dames van plezier, nonnen, katten en een Latijnse spreuk. Ik vertel dat ik hier in 2009 ben geweest en van dit gezelfschap de enige ben die Marta in levende lijve heeft meegemaakt toen ze op hoge leeftijd nog in staat was om de voorstelling “Sitting down” te geven, over haar levensgeschiedenis. Twee jaar geleden hebben ze hier een overstromingen gehad. Er liggen nog zandzakken en er is her en der schade. Vooral de buitenmuren kunnen wel onderhoud gebruiken. Jammer dat het verloren zou gaan. Voor Marta zelf staat een herinneringssteen voor het U-vorminge complex.
      Before the Amargosa Hotel and Opera House, all that existed at the Death Valley Junction was a mill and a train leading to a mine an hour away. Back then, the miners would sleep in tents by the train tracks. “In 1923, a famous author named Zane Gray came out, he saw the conditions the miners were living in, and he decided to write exposes on the Borax Mining Company and the conditions they allowed their miners to live in,” said hotel manager Emilee Brown. So the company built what’s now the Amargosa Hotel to house those miners, up until World War II, when the train tracks were destroyed. Borax operations ended in Death Valley in 1927 and moved to Boron. By 1950, Death Valley Junction was a ghost town. Until 1967, when Marta Becket showed up, a ballerina from New York. “She was on tour with her husband, who was also her manager, and they were on the west coast doing the tour, got a flat tire camping, and so she went to the service station just across the street, and that’s how she kind of stumbled across the place”. Marta decided to stay. For just a dollar down and $45 a month, she rented out the abandoned opera house, where she would perform ballets for the next 40 years. She later bought out the hotel and town and established her non-profit - bringing music, art, and life back to Death Valley Junction. The unincorporated community of Death Valley Junction is owned by Marta’s non-profit Amargosa Opera House Inc.
    In het restaurant van het casino eten we Jack Longstreet burgers. De service is snele efficiënt, het eten royaal. Op de bar slaapt een kat. De tuin achter het hotel is bijzonder gedecoreerd met kunstwerken. Er is een vijver en een zwembad, waar het helaas inmiddels een beetje te laat voor is. Vrijdag 2 mei. Weiwei heeft een filmpje gestuurd van Sven die voor haar verjaardag zingt. Eerst stoppen we bij de begraafplaats van Death Valley Junction, een stukje buiten het dorpje. We zijn hier voor de graven van Marta haar moeder en theaterpartner Thomas J. Willett, de clown. Een beetje vergelijkbaar met de begraafplaats van Ballarat. De volgende stop is Chappo Spring bij Shoshone. Maar daar komen we helaas niet ver als gevolg van vele diepe dips. Shoshone Dan maar terug naar Shoshone. Eerst nog langs de begraafplaats naar uitgehakte historische grotwoningen voor mijnwerkers. Het museum gaat om negen uur open. De beheerder is een vriendelijk en praatgrage man. Shoshone is oorspronkelijk gebouwd met gebouwen uit Greenwater (op de route binnendoor van Ryan naar Shoshone). Van Greenwater is nagenoeg niks meer over (ik ben er in 2012 geweest). De tentoonstellingen in het museum vertellen veel over de regio, er is een mooie voorraad aan boeken en een mammoetskelet. We kennen het museum uit een boek van Claire Vaye Watkins, die hier is opgegroeid. Hij raadt die boeken aan, ik zeg dat we ze in onze eigen taal hebben gelezen. We doneren $ 5. Hollywood Car Museum & The Writer’s Block, Las Vegas Op advies van de man van het museum tanken we in Pahrump, waar het inderdaad goedkoper is dan in Las Vegas. In totaal anderhalf uur rijden we naar het Hollywood Car Museum in Las Vegas. Hier hebben ze onder andere een Herbie, KITT (Knight Industries Two Thousand ) uit de serie Night Rider, General Lee uit The Dukes of Hazzard, de DeLorean uit Back to the Future, het busje van The A-team en de doorzeefde Ford van Bonnie & Clyde. Of het nu echte exemplaren of replica’s zijn, het is een aardig museum. Ze staan in een grote loods waar $ 20 per persoon voor vragen. We pauzeren bij The Writer’s Block met croissants en Fizzy Strawberry Lemonade zonder ijs. Een hippe zaak met veel decoraties. Ik had het uitgekozen omdat Claire Vaye Watkins hier een keer was (zoals ik op Facebook zag), maar voor boeken hadden we beter een Barnes & Noble kunnen uitzoeken. St.George, Utah Via de drukke I-15 rijden we naar St.George. De route is veel minder vlak dan ik me herinner, tot slot kronkelend door een smalle kloof langs de Virgin River. We gaan naar de Super 8, met een sterk loensende man uit India-regio bij de receptie. We hebben in eerste instantie moeite met inloggen op Wi-Fi. Daar moet je nogal wat gegevens voor invoeren. Dan even in een lekker warm bubbelbad bij het zwembad. Voor het avondeten gaan we zoals gebruikelijk in St.George naar Ocean Buffet. In mijn herinnering was die bij vorige reizen iets beter, ze hebben nu wel een behoorlijk ruime selectie aan sushi. Yant Flat Zaterdag 3 mei. We nemen de Cottonwood Springs Road tot de trailhead van Yant Flat. Ook zeker geen vlakke route. Er zijn onderweg meerdere trailheads. Soms passeren we mensen op mountain bikes of met buggy’s. Er zitten een paar bochtige en lastige stukjes. Bij de parkeerplaats staan al meerdere auto’s. Het is ruim een half uur wandelen naar Yant Flat, ook wel Candy Cliffs genaamd. Soms met schaduw van bomen en her en der enkele mooie cactussen. We lopen bij Yant Flat niet helemaal naar beneden naar de rotsformaties. Vanaf de plek waar we eindigen is het al zeer fotogeniek. Er zijn een tiental andere wandelaars, waaronder een jonge moeder met baby op haar buik. Terug hebben we even moeite om het pad weer te vinden. Het laatste stuk met de auto naar Leeds heeft nog meer hoogteverschillen en meer tegenliggers. Via een klein stukje I-15 rijden we naar de Walmart van Hurricane. Om boodschappen te doen voor de komende dagen. Kanab Yfke rijdt vervolgens het stuk naar Kanab door een stukje Arizona, weer regent het even. Het regent opvallend vaak wanneer zij gaat rijden. We arriveren rond half drie in Kanab. Eerst een foto maken bij Honey’s Market zoals ik die op Facebook zag van onze Utah-nichten. Dan tanken. Vervolgens naar Aiken’s Lodge waar we 25 jaar geleden ook hebben overnacht. Het is niet voor niks een jubileimreis. We kunnen bij de receptie van Best Western inchecken en daar ook van het warme bubbelbad gebruikmaken! Eerst naar de rode koets aan de doorgaande weg in het centrum, die we destijds ook op de foto hebben gezet. Plus even bij het visitor center kijken en in souvenirwinkels. Het bubbelbad is behoorlijk warm. Net als gisteren met een tijdschakelaar voor 15 minuten en er liggen ook weer handdoeken. Helaas heeft de kamer geen magnetron, dus de maaltijd kunnen we niet opwarmen (had vermoedelijk wel bij de receptie gekund) en daarom weer een lekkere salade buiten op de stoelen voor onze kamer. Het is hier redelijk hoog en niet zo heet. Na het eten loop ik nog naar het motel Bon-bon Inn waar ik in 2009 zat. Nu met de naam Canyons Lodge. En ik bekijk meer bordjes langs de doorgaande straat met foto’s en informatie over filmsterren die in westerns in deze regio hebben gespeeld, zoals Clint Eastwood en Anthony Quinn. De kamers van ons motel hebben filmposters en zijn dus ook in stijl gedecoreerd. Zondag 4 mei. Vandaag bewolkt weer. Zelfs een beetje regen. We rijden eerst een stukje uit de route naar The Belly of the Dragon. Een tip die ik gisteren via Messenger van nicht Louise heb gekregen. We zijn er vaak langsgereden, maar hebben het nooit eerder bezocht. Wel een bijzondere plek, een tunnel in de rotsen waar je helemaal doorheen kunt lopen. Een jood met aantrekkelijke partner uit Hongkong zet ons op de foto. Ik hun. Onderweg was een ongeluk gebeurd met een pick-up en een grote aanhanger in een bocht, maar dit keer gelukkig alleen schade. Smoky Mountain Road & Kelly Grade Dan terug naar Kanab en direct door naar Big Water waar we de Smoky Mountain Road nemen voor de Kelly Grade. Deze heb ik al eens gedaan, maar Yfke nog niet. Met onze huidige huurauto gaat dat heel goed. Er zitten wel enkele pittige stukjes tussen, de route van circa 5 mijl is soms steil en er is af en toe slickrock waar we stapvoets moeten rijden. We stoppen een paar keer om foto’s te maken. Het landschap is bovenaards. Helemaal boven pauzeren we even. Daar kun je verder naar Escalante, maar wij keren. Het waait er en is het koud! Terug breekt de zon goed door en op een mooi plekje bij gevallen rotsblokken gaan we lunchen. Met aardbeien! Het is inmiddels warm geworden. Stud Horse Point & Skylight Arch Vervolgens rijden we ter hoogte van de grens tussen Utah en Arizona bij Greenhaven een zandpad in naar het zuiden, voor de soms lastige route naar Stud Horse Point. Inmiddels is het schitterend fotoweer! Eerst bezoeken we de fotogenieke hoodoos van Stud Horse Point. Skylight Arch is nog een stuk verder. Thuis en op de motelkamer heb ik uitgebreid de route bestudeerd en beweerde het zonder beschrijving te kunnen vinden. Bij de laatste splitsing naar de trailhead van skylight Arch moet je een stukje omrijden richting het westen omdat de kortere route erg slecht is met veel slickrock. De bijna vlake wandeling duurt vervolgens ongeveer een half uur en is grotendeels goed te herkennen. In het begin is vanaf de mesa linksonder een duur Amangiri-resort te zien. De bijzondere arch zit aan de rechterkant van de rim met zicht op de 89. Ook een bijzonder fotogenieke plek. Op de terugweg komen een jonge vrouw in sport-bh tegen met een hondje aan de lijn. Haar auto is niet bij de onze geparkeerd, maar een stukje eerder. Zij heeft dus meer moeten lopen. Page, Arizona Dan rijden we naar Page, naar Quality Inn waar Yfke en Chris twee jaar geleden ook zaten. Grote kamers en lange gangen. Ik doe een handwasje en selecteer foto’s die ik komende nacht naar de familie stuur. Bijna elke nacht ben ik tussen één en drie een half uur wakker en stuur dan een berichtje met foto’s. Voor het tijdsverschil komt dat goed uit. Er lopen konijntjes in de tuin van het motel. Voor het zwembad waait het nogal veel en voelt het koud aan. Na de magnetronmaaltijden gaan we nog even wandelen door het centrum. Naar Yfke haar prieeltje langs de weg naast het hotel met mooi uitzicht over een golfterrein en in de verte de stuwdam en naar een winkel waar ze bij de vorige reis onderzetters heeft gekocht. We hebben het over de motels in Page waar we tijdens voorgaande reizen hebben overnacht. Monument Valley & Goulding Maandag 5 mei. Vandaag een koude dag en het gaat regenen. Dat komt op zich goed uit, want het begin is een saai stuk en de auto wordt zo enigszins schoon na die rit van gisteren. Op een hoogvlakte in Navajo-gebied is het nog maar 41 graden Fahrenheit (5 graden Celsius). Bij Monument Valley is een grote nieuwe rotonde en zijn meer gebouwen gekomen ten opzichte van vorige reizen. In Goulding gaan we bij de auto lunchen en bezoeken het aardige museum met foto’s over de oprichters en films die hier zijn opgenomen, met veel foto’s van het koppel Harry and Leone "Mike" Goulding. De dame bij de kassa vraagt om een donatie voor de high school. Yfke doet $ 5 in een bakje. We kijken ook even in de souvenirwinkel waar we naar de wc kunnen.
      In the early 1920s, Harry and his wife Leone, whose nickname was “Mike,” visited Monument Valley and were enamored with the area. Although Monument Valley had once been part of the Paiute Indian Reservation, the reservation relocated and areas of land opened up for sale. The Goulding’s jumped at the chance to purchase a substantial plot of land in Monument Valley and quickly set up a Trading Post. Starting out in tents, the Goulding’s conducted business with the local Navajo people, trading food and other goods for handcrafted items like rugs and jewelry. After several years living and working in tents, Harry and Mike constructed a permanent building, now the Goulding’s Trading Post Museum.
    De volgende stop is Forrest Gump Point bij mile marker 13, met gevaarlijke taferelen op de middellijn. Best wel lastig om een goede foto te maken met Monument Valley op de achtergrond. Dan stoppen we nog bij Twin Rocks cafe in Bluff. Daar even rondlopen en wat foto’s maken. Helaas is de “16 room cliff dwelling”, even buiten Bluff, niet vanaf de weg te zien. Daar ben ik bij de vorige reis geweest. Bij Aneth zijn ze met de weg bezig. Verder zien we her en der ja-knikkers in het landschap. Dan plotseling het bord Welcome to Colorful Colorado (nogal grijs in dit geval) langs de weg. Eleanor & Ron, Cortez, Colorado In Cortez gaan we direct naar de Super 8. Vanavond gaan we bij Ron en Eleanor dineren. Eleanor is een nicht van onze vader die naar haar vader is vernoemd. Omke Minne vertrok op 24 april 1923 van Rotterdam naar Amerika. Hij trouwde daar in 1925 met Harriet Karsies. We hebben om kwart voor vijf afgesproken, maar Eleanor heeft gemaild dat ze nog nieuwe banden voor de Jeep gaan halen. We moeten haar bellen voor een later tijdstip. Dat wordt tussen kwart over zes en half zeven. De lobby van de super 8 is opvallend groot met een luxe uitstraling, maar de kamer is klein en ook niet zo schoon. We gaan eerst tanken. De brandstof is in Colorado minder duur dan verwacht. We vinden het huis van Ron & Eleanor zonder moeite. Ze wonen een kwartiertje rijden buiten de stad in een glooiende omgeving met vrij uitzicht. Eleanor zit nog in haar auto te bellen, ze lijkt ook net te zijn gearriveerd. Mem heeft sokken voor hun gebreid, waar ze bijzonder blij mee zijn. Ze ontvangen ons hartelijk en we kunnen direct gaan eten. Ze stalt het uit in buffetvorm. Taco’s met kip en diversen uit bakjes met sour crème en weer een caloriebom: cinnamon chips met aardbeien- of chocoladesaus. Eleanor is druk bezig met de strijd tegen een zonnepark in het gebied achter hun huis. Ron zijn gezondheid lijkt te zijn verbeterd. Hij zit op de praatstoel en toont foto’s en filmpjes vanuit een vliegtuig gemaakt op een gigantische televisie. Hij is namelijk piloot geweest voor luxe jets. Vooral de landing met sneeuw op de landingsbaan van Telluride is mooi. Ook laat hij de landing zien op het vliegveld waar Eleanor op kantoor werkte. We krijgen van haar fotoboeken te zien van jeeptochten bij Moab en haar zelfgemaakte miniatuurhuisjes. De woonkamer hangt vol met foto’s van vliegtuigen en er staan schaalmodellen van Porsche-raceauto’s. Eleanor heeft namelijk ook geracet in Porsches. In het verleden stuurde ze rond elke jaarwisseling een brief met jaarlijkse belevenissen. Die zijn nog allemaal bewaard gebleven. Voor ons doen gaan we laat, namelijk rond tien uur slapen. Dinsdag 6 mei. Het ontbijt is nog niet aangevuld. We eten een wafel, mini-muffin met een zoete tang-achtige sap wanneer zodra die is bijgevuld. Ik neem thee en een vitamine C bruistablet op de kamer. We hebben om tien uur bij Ron en Eleanor afgesproken omdat Eleanor eerst pakketjes moet halen of versturen. De Jeep staat al voor hun huis. Ron is niet fit vandaag en blijft dus thuis. Ik had de slangetjes voor zuurstof wel zien liggen, maar bij ons bezoek aan hun hebben we hem die niet zien gebruiken. Ze neemt een tas met wat snacks voor onderweg mee. Hovenweep National Monument Heen rijden we via een noordelijke route binnendoor. Met hoogvlakte, landbouw en oliewinning. The CO2 is pumped into depleted oil wells to pressurize them and recover crude oil. Bij aankomst bij Hovenweep is er geen ranger, maar we mogen volgens een bordje door met een America de Beautiful Pass. Er is Wi-Fi bij het visitor center, dus kan ik alvast was foto’s en filmpjes naar Friesland sturen.
      Hovenweep preserves six prehistoric sites built between AD 1200 and 1300 which may have served as ceremonial centers.
    We doen een korte ronde door het park tot Hovenweep Castle. Torens zijn het handelsmerk van Hovenweep. De lange route kan Eleanor niet aan, zo jong is ze niet meer (bijna tachtig). Wij mogen verder lopen maar zijn solidair. Eleanor kent de naam van sommige planten zoals Mormon Tea. Bij het visitor center krijgen we zoute pindakaaskoekjes van het merk Ritz van haar. Bij de auto heeft ze nog bakjes cinnamon apple sauce met plastic lepeltjes. Ik heb onderweg al een mueslireep gegeten. Er zijn niet veel bezoekers, maar van de mensen die we tegenkomen heeft de meerderheid een hond. Eleanor belt Ron voor we aan de terugweg beginnen, met allerlei lieve woordjes. Nu via een mooiere route door een canyon in het zuiden. Eerst nog een stuk met schitterende wilde paarden met enkele veulens. De weg door de Canyon is berucht vanwege ongelukken met natives. Ze rijdt pittig en lachend snel over veeroosters, maar houdt in wanneer een sheriff achter ons aan blijft rijden. Ze maakt er grapjes over. Bij thuiskomst maakt ze brood met ham en kip van gisteren, cheddar kaas, augurk en sausjes naar keuze. Lekker en royaal. Met elk thee uit een Fryslân mok, twee jaar geleden als cadeautje gekregen. Ron zit achter de computer. Hij lijkt weer iets beter. Voor we vertrekken krijgen we shirts en petjes met zijn familienaam voor de ritten die ze met de Jeep doen. We moeten de Jeep nog in de garage bewonderen. Die is verhoogd en heeft in plaats van ruim 200 pk nu een V8 met meer dan 400 pk. In de regen nemen we afscheid. We moeten in een zomer (juli of september) terugkomen voor een rit in de bergen. Wanneer de gezondheid het toelaat, maar ik betwijfel of dat ooit gaat lukken. Wie weet. Op onze kamer drinken we koffie en thee. Het blijft nu langer regenen. Daarom om half zeven maar met de auto naar Pizza Hut voor twee ‘kleine’ pizza’s, cheese sticks en diet Pepsi en Dr.Pepper zonder ijs met tien procent fooi voor Isabella (‘I will bring it to your table’). Yfke heeft het niet helemaal staan op bezoekers die met hun hoofd op een tafel liggen te slapen, maar wel iets hebben besteld en hier waarschijnlijk vooral schuilen voor de regen. We waren van een vorige reis gewend om 10% fooi te geven, door een paar dollar op tafel te leggen. Maar we zagen nu tijdens het betalen met Visa dat er op het apparaat suggesties werden gedaan van 18, 20 of 22 % en de optie om zelf te bepalen. Ik denk dat we daarom over het algemeen te weinig fooi hebben gegeven. Telluride Woensdag 7 mei. Geleidelijk klimmen we via Dolores naar skioord Mountain Village. Onderweg ligt sneeuw langs de weg en we zien vaak besneeuwde bergtoppen. Helaas is de gondola vanwege onderhoud een paar weken uit roulatie tijdens dit laagseizoen. We gaan er wel even naar het toilet bij de town hall. Daar vinden we een plattegrond van Telluride en een tijdschrift met historische wandelroute. We hadden ons verheugd op de gratis kabelbaan, maar gaan nu met de auto naar een gratis parkeerplaats aan de rand van het stadje net over de rivier. Telluride is in trek bij de jetset.
      Homeowners include Jerry Seinfeld, Tom Cruise, singer Jewel, Darryl Hannah, Kelly Ripa, and even Oprah Winfrey. Well, if you’re the Oprah Winfrey, you go ahead and purchase another Telluride home—completely furnished—as your “temporary” slopeside stay. Yes, we’re not even talking about Oprah’s permanent-residence-to-be here. In addition to real estate in California, Chicago, Hawaii, and Tennesse - and, may we quickly remind you, 60 acres of land in Telluride, Colorado she spent nearly $11 million on—the famous talk show host and CEO of the Oprah Winfrey Network is now the proud OWNer of another Telluride property: a $14 million high-tech home formerly owned by businessman Bob Wall, who spent five years having it thoughtfully designed and built.
    We bewonderen de houten huizen. Mooie architectuur, vaak met veranda’s. We lunchen bij Baked in Telluride met een royale cinnamon roll. Iets te zoete lunch. Ik heb warme chocolademelk gekozen. Door de zon is het gelukkig aangenaam, want op deze hoogte kan het fris zijn. Daarna naar enkele plekken van een historische wandelroute zoals de popcorn huisjes, het voormalig red light district, en een kerkje. Yfke vindt nog een mooi ansichtkaart. Met de zon op de auto is het daar lekker warm in geworden. We rijden nog naar het begin van de haarspeldbochten waar de wandeling naar de Bridal Veil Falls start. Daar eten we de eveneens royale danish. De waterval tegen een steile wand hangt tussen sneeuw en ijs. Terug naar Cortez stoppen we op een hoge plek waar we makkelijk bij de sneeuw kunnen komen om daar even in te spelen. Onderweg gaat het een beetje sneeuwen en regenen. We zijn inmiddels erg moe, van de rit en de hoogte. In Cortez doen we inkopen in de Walmart. Ik vind een Colorado-petje voor mezelf en een Minecraft zonnebril voor Sven. In Colorado hebben ze papieren zakken; in vorige staten kregen we de boodschappen in plastic zakjes mee. Een paar uur op de kamer uitrusten en rommelen en dan aan het begin van de avond eten bij Denny’s. Dat restaurant in Cortez zit in een prachtig klassiek pand. De service aan tafel is voortreffelijk. Ik neem een zalmsalade met avocado, Yfke kippenborst met aardappels en broccoli. Plus elk een grote beker Coke Zero zonder ijs. Donderdag 8 mei. Eerst een stop voor koffie en thee bij de Silver Bean. Ik ben hier eerder geweest. Dit keer is er geen jonge vrouw maar een jonge man. Hij zegt dat het eigenaarsschap vaak wisselt. We bestellen een ‘small’ koffie en een ‘small’ groene thee, desondanks zijn het grote en hete bekers. Daarom blijven we niet zitten tot die een beetje drinkbaar zijn en rijden alvast verder. De reis gaat voorspoedig. We stoppen bij het bord met Welcome to Utah, de meeste andere plekken op dit stuk hebben we al tijdens vorige reizen gezien. Moab & UT-128 In Moab gaan we naar Toerist info aan de linkerkant van de weg, met een Laundry, waar we naar de wc kunnen. We kijken ook even bij het motel in het centrum waar we de vorige keer zaten: het kleine Kokopelli Lodge heet nu Atomic Motel. Dan rijden we de schitterend UT-128 op en neer tot de Dewey Bridge, met diverse fotostops en lunch bij een mooie overdekte picknicktafel. We hebben wel tijd voor zo’n omweg die absoluur de moeite waard is. Bijna op het einde zien we een dode ratelslang op de weg liggen waar een raaf van smult. Yfke loopt met een ruime boog om de slang terwijl ze er foto’s van maakt. Maar hij of zij is al zo dood als een pier. We gaan voor het eerst over een nieuwe (2015) houten brug voor fietsers en wandelaars helemaal aan het begin van de UT-128 bij Moab. Canyonlands National Park De volgende bestemming is in Canyonlands bij de zeer fraaie Mesa Arch. Via een korte en mooie wandeling komen we bij deze grote zandstenen boog waardoor in de verte besneeuwde bergen te zien zijn. De arch wordt druk bezocht. Hier blijven we een tijdje en eten zoute koekjes. De volgende stop is een stukje terug bij het overzicht over de Shafer Trail die naar beneden kronkelt; Yfke wil daar graag weer een foto zoals we bij een vorige reis hebben gemaakt. Tot slot nog een bezoek aan het visitor center voor een wc-stop en even rondneuzen. Net buiten het park is een motorrijder verongelukt bij een veeroosters. Daar moeten we een tijdje voor wachten. Er worden door de politie dronebeelden gemaakt en afstanden gemeten. Het slachtoffer ligt onder een kleed. Ieks, wat een raar einde van een heel mooi bezoek aan Canyonlands. Green River De laatste etappe is naar het rustige Green River. We zien een trein van “Rocky Mountaineer” ook richting het noorden rijden. (Prijzen voor tweedaagse Rocky Mountaineer-treinkaartjes voor de trein van Denver naar Moab bedragen in 2025 USD $1725 per persoon.) Na het eten van de meegebrachte salades wandelen we tot zonsondergang via het John Wesley Powell River History Museum tot net over de rivier. Zwaluwen vliegen boven het wild stromend water. Bij het museum staan buiten informatieve borden, bijvoorbeeld over het winnen van uranium en testen van raketten tussen 1964 en 1975. Vrijdag 9 mei. Vanmorgen om 7:44 stopt de Zephyr-trein van Chicago naar San Francisco in Green River. Voor we vertrekken videobellen we even met de familie in Wirdum. Die zitten op vrijdagmiddag aan de koffie bij beppe. Het is hoog tijd om weer te tanken. Na een klein stukje interstate slaan we bij de eerstvolgende afrit af richting Price en Salt Lake City via een mooie route. Het landschap is in het begin erg droog. De spoorlijn loopt grotendeels zichtbaar langs de weg. Waneer we in de afdaling van een bergroute even stoppen, komt de trein toevallig net langsrijden. We lunchen bij de Walmart van Spanish Fork, lekker zomers warm met op de achtergrond besneeuwde bergen. Ik heb online contact met Louise en we spreken af dat ik haar zal bellen wanneer we arriveren er klaar voor zijn om hun te ontmoeten. Zij zijn onderweg van een week Park City (UT) naar huis. De Interstate 15 langs Salt Lake City is erg druk, maar wel te doen. Soms wat langzamer bij op- en afritten en bij wegwerkzaamheden staan we even stil. Brigham City, familiebezoek Even na twee uur zijn we al bij de Best Western van Brigham City. We worden bij de receptie geholpen door Madilyn. We kunnen over een kwartier naar onze kamer en mogen alvast inchecken. De kamer is zeer ruim en de beste van de reis. We installeren ons en rond drie uur bel ik Louise. We spreken om kwart voor vier af bij haar moeder. Tante Marijke woont nog in haar eigen huis, maar alle drie dochters komen verspreid over de dag langs om voor haar te zorgen. Louise en Marc zijn bij haar; hun Cadillac Escalade staat voor de garage. Ze had eerder al een bericht gestuurd dat tante vorige week een MRSA-infectie had opgelopen en woensdag een teen is geamputeerd. Toen ze met een rolstoel uit het ziekenhuis werd gehaald ging de wond bloeden en kon ze direct weer in het ziekenhuis. Bij thuiskomst ging het nogmaals bloeden. Hadden ze maar iets gegeven om het bloeden te stoppen, zegt Louise. Tante Marijke zit in een voorkamertje in een makkelijke stoel onder een dekentje en drinkt Sprite met een rietje en houdt van milkshakes. Ze is blij met ons bezoek. Ik houd haar hand even vast. Ik zeg dat we van Minne en Afke zijn. Er hangen veel familiefoto’s en we bekijken twee kleine fotoalbums van beide kanten van de familie. Ze wil niet met ons op de foto, maar Louise dringt er op aan en dus komen we toch met haar op de foto. Tegen Louise zegt ze in het Nederlands ‘Wat heb je bruine benen’, wanneer ze haar benen ziet. Ze stellen voor om met hun auto naar stinky baths bij Corinne te gaan. Dat is een stukje onderweg richting het Golden Spike National Monument. We passeren Golden Spike Burgers, een door Marc aanbevolen restaurant. Zijn familie komt uit Ogden. Twee van hun zoons werken bij Procter & Gamble waarvan we in de verte de fabriek zien. Hij heeft in de IT gewerkt en is ook voor zijn werk in China geweest. Er liggen drie baden naast elkaar met heet zwavelhoudend water. We hebben de baden voor ons zelf. Ze verschillen iets van temperatuur, maar zijn alle drie behoorlijk warm. We gaat er alleen met de voeten in. Dan stoppen we nog bij een bird refugee maar dat is om vier uur al gesloten. We rijden nogmaals naar haar moeder. Die staat in de keuken en eet yoghurt. Er hangt een Zaanse klok in haar woonkamer, we zien haar poppenverzameling en het huis is spic en span. We krijgen een chocolaatje, dat moet van tante Marijke. Dan kunnen we achter hun aan naar hun huis rijden. Daar worden we verwelkomd door twee honden. Die zijn onrustig maar blaffen niet en springen ook niet bij je op. Het zijn labradoodles: Lucy en Fisher. Trent, de zoon die na een relatiebreuk weer bij hun in woont, heeft aangeboden om biefstukken te bakken. Het huis is royaal gedecoreerd. Ook hier weer veel familiefoto’s. Onderweg heeft Louise hem instructies gegeven om er aardappelen bij te bakken en we krijgen sla met geraspte kaas, dressing en croutons. Tegen ons praat ze bijna aan een stuk door. Louise bidt hardop voor het eten. Dochter Tiffany en haar man zijn gekomen om mee te eten. Die vertrekken weer direct omdat de kinderen thuis komen. Haar man is aan het vasten met water en houdt een uitgebreid relaas over zijn ervaring en het nut ervan. Zijn voorouders komen uit een van de Baltische Staten. Louise wil de stamboom die Yfke op papier heeft wel controleren en aanvullen. Nelson, de man van de jongste nicht Michelle, heeft een zoon uit een eerder huwelijk met een Filipijnse. De kinderen van hun samen hebben net als beide ouders rossig haar, maar de dochter heeft het zwart geverfd. We moeten de basement nog bekijken, dat lijkt wel een huis in hun huis. Met slaapkamers, diepe kasten, twee badkamers en een keuken met ruime eethoek, een ruimte met een biljarttafel en een kamer waar Louise pedicure doet. Tot haar pensioen hield ze aan huis een kinderopvang. Ze vertelt dat ze een kookwekker gebruikte om kinderen een time-out geven en dat ze soms aan opvoeden moest doen wanneer de ouders dat niet goed deden. Zij hebben vanmiddag al even geslapen na hun week vakantie en wij zijn inmiddels ook wel moe dus gaan we naar ons hotel. We hebben morgen om half elf afgesproken en gaan dan naar Tremonton om met hun zoon en nicht Yvonne en haar man in buggy’s de bergen in te gaan. We hebben het over familietrekjes. Yvonne is volgens Louise ook druk, maar meer zenuwachtig. Wanneer Yvonne, de middelste, ruzie had met haar moeder, dan kreeg ze te horen: ‘Smarrig kring’, of ‘Ouwehoer’. Michelle is ‘verlegen’ en meer huiselijk en werkt hard voor de maaltijdenservice in het ziekenhuis. Yvonne haar zoon heeft net een vijfde zoon gekregen. De baby ligt in het ziekenhuis met een afwijking aan de aorta. Begin volgende week is een operatie. Een spannende situatie dus voor de familie. Yvonne heeft ook nog zorgen over de schoonmoeder die al over de honderd is. Zaterdag 10 mei. Yfke heeft last van bed bugs. We hebben geen idee waar ze de bultjes heeft opgelopen. Was dat al in Cortez of Green River? Ik heb er geen last van. De Best Western heeft een uitgebreider ontbijt. Louise stuurt een bericht dat ze een lekke band hebben en ons een uur later komen ophalen. Wij gaan ondertussen naar het graf van omke Gerben (1932-2002). De begraafplaats is eenvoudig te vinden. Het graf iets moeilijker, maar dankzij iemand die op het terrein werkt ook nog relatief snel. Naast het graf ligt Leo(nardo), de broer van tante Marijke die uit het leven is gestapt na een mislukt huwelijk. De fraaie witte tempel is al vanaf de begraafplaats te zien en nog maar een paar blokken rijden. Daar is toevallig een fotoreportage gaande van een jong bruidspaar. Met de familie in buggy’s de bergen in Tegen half twaalf gaan we in de lobby zitten wachten. Louise stuurt een bericht dat ze onderweg zijn. Met de lange aanhanger en twee buggy’s gaat Marc liever niet het terrein van het hotel op, dus stappen we op straat in. We rijden eerst naar Tremonton voor een uitstekende lunch met Yvonne en haar man bij The Grille. We worden bediend door Heidi. Yvonne begint druk te praten over haar lesbische dochter, die tijdens haar stukgelopen relatie ingevroren ‘sperm’ heeft uitgezocht van een catalogusman. Beide zussen herhalen sperm een paar keer als een stelletje pubers, iedereen in het restaurant mag het horen. We hebben het ook over onze neef Bill uit de staat Washington en de familie van hun moeder die grotendeels in de buurt woont. Alleen oom Jan is terug naar Friesland gegaan na een vrouw zwanger te hebben gemaakt. Tot voor kort reed tante Marijke nog zelf. Maar toen haar auto schade had en ze niet kon vertellen wat er aan de hand was geweest, hebben ze haar auto en rijbewijs afgenomen. Ze hield erg van winkelen en werd ’s avonds soms nog door haar kleinkinderen in de Walmart gespot. Dat is ook maar een paar minuten rijden van haar huis. Elk ‘koppel’ betaalt zijn eigen rekening. We rijden naar het huis van Yvonne. Zij hebben een Nissan. Het huis is onderdeel van een cluster van familiewoningen, het eerste van de broer van haar man Corey, dan hun huis, dan het huis van zijn oude moeder Edith. Haar huis is bezeten en ruikt vreemd. Eerst mogen we hun huis nog van binnen bewonderen. Met een keurig opgemaakte slaapkamer. Zij hebben ook een labradoodle, Libby, dochter van Lucy. Ik vraag naar het graf, of ze daar jaarlijks voor moeten betalen zoals bij ons. Maar volgens Louise hebben ze eenmalig tweehonderd dollar betaald. Bij ons wordt een graf na 25 jaar geruimd, maar in Amerika dus niet. Marc heeft in de tussentijd de buggy’s van de aanhanger gereden. We krijgen sjaaltjes van Louise om over de neus en mond te trekken wanneer er veel stof is. Aan de westkant van de interstate rijden we eerst een stukje naar het noorden en gaan bij het dorpje Portage de bergen in. We halen eerst twee veetrucks in. Marc houdt wel van een beetje slippend door de bochten gaan. De buggy’s kunnen goed tegen de gaten en stenen. Tegen de top gaan Yfke en ik van plek wisselen. Later gaan we beide met die Yvonne mee, die de hond ook nog mee heeft. Ze drinken blikjes bier (Bud Light) en hun buggie maakt wat minder lawaai dan die van Marc, die heeft de muziek ook nog aan staan. We stoppen bij een oude mijn waar Corey vroeger met vrienden heenging. Bij een volgende stop heeft Louise brownies en vanmorgen zelfgebakken boterkoek voor ons. Wanneer ze naast ons stoppen klinkt “Another One Bites the Dust” van Queen. De laatste stop is op een plek waar we niet verder kunnen door sneeuw op het pad. Volgens Corey kan hij nog wel verder, maar gaat het alleen erger worden. Dus keren we hier (op een voor Yfke enge plek). Op de terugweg zien we bij een waterplek een eland. En we passeren een oude schuur waar Corey vroeger met vrienden bier in dronk. Yvonne zegt dat er mensen in hun buurt wonen die aan polygamie doen. Neven en nichten hebben seks met elkaar. Sommige kinderen hebben afwijkingen, andere zijn intelligent. Meisjes worden soms van school gehouden. Yvonne wil graag meer van ons weten en foto’s zien. Yvonne zegt dat ze aanhanger zijn van de huidige president, maar haar advies is: don’t talk politics. Terug bij hun huis laat Corey de waterbron achterop hun terrein zien en gaan we in de veranda nog verder praten en drinken en nog een groepsselfie maken. Beide nichten zijn ‘skinny’. Volgens hun komt dat door stress. De familie van tante Marijke is Mormoon. Onke Gerben was geen aanhanger van het Mormoons geloof. Maar wanneer er basketbal werd gespeeld, dan was hij wel van de partij.
      Mormoon zijn, betekent dat je lid bent van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, een christelijke religie die opgericht werd door Joseph Smith in 1830. Deze kerk heeft een aantal unieke leerstellingen en praktijken, waaronder het geloof in het Boek van Mormon, een ander boek dat ze naast de Bijbel beschouwen als goddelijk geïnspireerd. In 1820 wilde de toen 14-jarige Joseph Smith Jr. weten bij welke christelijk kerkgenootschap hij zich moest aansluiten. Hij besloot deze vraag aan God voor te leggen door te bidden. Smith verklaarde dat God en Jezus aan hem in een visioen waren verschenen, en Jezus zou hem vervolgens hebben verteld dat hij zich bij geen enkel kerkgenootschap moest aansluiten, aangezien allen ongelijk hadden. Volgelingen van Smith geloven dat hiermee de zogenaamde 'laatste bedeling' begon, en dat de leiding van God door profeten niet meer zal eindigen tot de wederkomst van Jezus Christus. In de volgende jaren kreeg Smith naar eigen zeggen instructies van verschillende hemelse boodschappers. Hij geloofde dat hij door God was uitgekozen om als profeet de oorspronkelijke vroegchristelijke Kerk opnieuw op aarde te vestigen. Op 6 april 1830 richtte hij de "Church of Christ" (Kerk van Christus) op die later werd hernoemd tot 'De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen'. Een van de hemelse boodschappers die aan Smith zou zijn verschenen, was Moroni. Volgens Smith had Moroni tijdens zijn leven op aarde een verslag begraven, waarin zijn vader Mormon de religieuze geschiedenis van vroegere bewoners van Amerika had samengevat. In de kroniek wordt gesproken over twee grote beschavingen. Een kwam in 600 v.Chr. vanuit Jeruzalem naar Amerika. De andere migreerde veel eerder naar het Amerikaanse continent na de taalverwarring bij de toren van Babel. De belangrijkste gebeurtenis in de kroniek zou de persoonlijke bediening van de Heer Jezus Christus op het Amerikaanse continent bevatten kort na zijn opstanding. Smith verklaarde dat hij de gouden platen waarop deze kroniek was geschreven op aanwijzing van Moroni had opgegraven en door de macht van God had vertaald naar het Engels. Smith publiceerde dit in maart 1830 als "Het Boek van Mormon". Eind 1830 had Smith zo'n 280 aanhangers, mede dankzij het uitsturen van zendelingen. In de daaropvolgende jaren groeide het ledental verder. Op 27 juni 1844 werden Smith en zijn broer Hyrum door een menigte vermoord, terwijl zij in een gevangenis in Carthage, Illinois verbleven. Na Joseph Smiths dood ontstond er binnen de Kerk (waarvan het merendeel van de leden zich inmiddels in de staat Illinois hadden gevestigd) enige verwarring over wie Joseph moest opvolgen als president van de Kerk. Het grootste deel van de leden schaarde zich achter Brigham Young, senior apostel in het Quorum der Twaalf. Door aanhoudende vervolgingen besloot de nieuwe president van de Kerk de gelovigen weg te leiden uit Illinois naar een veilige plaats in het Westen. Tussen 1846 en 1869 maakten zo'n 70.000 gelovigen de ca. 1500 kilometer lange tocht naar de Great Salt Lake Valley (in de huidige staat Utah) met huifkarren, handkarren, en soms zelfs te voet. Ook legden zij vaak delen van de tocht af over water. Van daaruit vestigden zij talloze nederzettingen in Utah en de omliggende staten. De Kerk vestigde haar hoofdzetel in Salt Lake City, Utah.
    Corey zijn vader is tijdens Operatie Market Garden als parachutist bij Nijmegen geland en hij wil graag naar het Vrijheidsmuseum in Groesbeek. Ik bied aan om hun naar die plekken en het War Museum van Overloon te rijden en zeg dat wij van de familie het dichts bij het vliegveld wonen. Er is bij ons ook een windmolen in de stad. Louise wil graag naar haar moeder voor die gaat slapen. Marc moet haar daar afzetten, dan ons, de buggy’s thuis achterlaten en een milkshake meebrengen voor haar moeder. Op onze hotelkamer bekijken we een lading foto’s en filmpjes van een prachtige dag! Golden Spike National Monument Zondag 11 mei. We gaan op tijd op pad zodat we rond negen uur bij de Golden Spike zijn. Dit weekend is een jubileum, dus het kan wel eens druk worden, aldus Marc. Maar de echte jubileumdag was gisteren en vanmorgen is het juist erg rustig. De national parkpas is hier ook geldig. Eerst neuzen we rond in het winkeltje. En we bekijken de video over de Golden Spike: op 10 mei 1969 kwam hier de spoorlijn gereed die het westen (Sacramento) met het oosten (Omoha) verbond.
      The Central Pacific Railroad Company of California (CPRR) constructed 690 miles (1,110 km) east from Sacramento to Promontory Summit, Utah Territory. The Union Pacific Railroad (UPRR) built 1,085 miles (1,746 km) from the road's eastern terminus at the Missouri River settlements of Council Bluffs and Omaha, Nebraska, westward to Promontory Summit. Receiving only $1 a day in salary and working 12 hour shifts six days a week, the Chinese lived in makeshift camps, sometimes in the tunnels they were blasting, and were often called upon to perform the most life- threatening construction duties.
    Om tien uur komt de locomotief Jupiter, achteruit uit het oosten en dan terug vanuit het westen. Een half uur later de 119 uit het oosten. Ze stoppen tegenover elkaar voor een podium waar een park ranger iets te langdradig uitleg geeft (hij kijkt ook steeds naar de grond in plaats van het publiek aan te kijken en er is nauwelijks interactie). Het grondwerk en de tunnels werden grotendeels door Chinese arbeiders gedaan en het leggen van de rails door Ieren. Op de terugweg rijden we de East Grade Auto Tour rond een bergje waar de zogenaamde Chinese Arch in zit. Slechts een kort stukje wandelen. We zijn daar de enigen. Je kunt door de arch lopen. Terug naar het hotel rijden we in plaats van via de Interstate door het ‘oude’ centrum van Brigham City om daar ook een indruk van te krijgen. Het is zondag, dus veel is dicht. Op de kamer gaan we lunchen, daar was het onderweg nog te vroeg voor. We hebben road runners en een fazant gezien. Yfke wil mijn vlucht voor morgen online inchecken. Ik heb helaas een stoel op de derde rij van achteren; het is niet mogelijk om die te veranderen. Het Familiediner Om vijf uur hebben we avondeten bij Louise en Marc met bijna al hun kinderen en kleinkinderen, zoals met thanksgiving in november. Met aardappelpuree, spruitjes, kalkoen, mais, brood, brownies en slagroom en speciaal flesjes diet Pepsi en Dr.Pepper voor Yfke en mij. Marc doet nu het bidden voor het eten. Een dochter van dochter Tiffanie heet Marijke, zo leuk. De jongste kleinzoon Charlie is twee. Ik krijg nog een chocoladeijsje, waar een blok pindakaas in zit verborgen. Weer een caloriebom! Volgens Marc heet hun gras Kentucky Bluegrass, dat is beter bestand tegen de zwaardere weersomstandigheden. Tiffanie en een schoondochter blijven bij ons in de buurt zitten om te praten. De kinderen spelen door en rond het huis, een deel van de familie vertrekt na het eten plotseling. De schoondochter, moeder van Charlie, is actrice en zangeres. Ik laat haar een foto zien van de lp die bij mem ligt: Beloved Choruses volume two van The Mormon Tabernacle Choir. Ze begint spontaan “Onward, Christian soldiers” te zingen. Prachtig. Jammer dat ik daar geen filmpje van heb gemaakt. Van Marc krijg ik een klein fossiel voor Sven. Met Google lens kan ik informatie achterhalen: Een trilobiet is een soort krabbetje dat in de prehistorie op de zeebodem leefde. Ze leefde in de periode van 521 tot 250 miljoen jaar geleden. Ter vergelijking: de dinosauriërs leefden van ongeveer 231 tot 66 miljoen jaar geleden. Trilobieten zijn dus veel ouder dan dinosauriërs. Ze hebben enige vergelijking met de hedendaagse pissebed en hadden een soortgelijk pantser of exoskelet. Louise onthult dat ze vroeger als tiener verliefd was op haar oom Leo. Ze ging veel met hem uit omdat ze van haar ouders niet alleen uit mocht. Ze wilden zelfs trouwen! Erg naief natuurlijk. Helaas hebben we helemaal geen Michelle gezien. Die had dit weekend dienst en was na haar werk moe. Maandag 12 mei. Rustig beginnen. Ik maak de boterkoek van Louise op. In de ontbijtzaal ontbijten, uitrusten en mijn koffer inpakken. Alles past gelukkig, ook de blauwe cowboy-hoed van de vorige reis. Rond tien uur rijden we richting het vliegveld. Met slechts een korte vertraging door wegwerkzaamheden. In ruim een uur zijn we een paar mijl voorbij het vliegveld bij Applebee’s. Het interieur is zeer vriendelijk met veel foto’s van jonge sporters en supporters. Yfke heeft goede herinneringen aan dat restaurant van onze reis in 2008. We nemen elk een salade en ik heb een heerlijke mango smoothie. Salt Lake City International Airport We rijden naar het vliegveld en parkeren in de parkeergarage ($ 5 per uur). De koffer afgeven moet boven. Boardingcard en label voor de koffer moet je zelf bij een zuiltje printen. Een oude man controleert of je dan verder mag. Het afgeven van de koffer kan bij Ellie, ook niet de jongste meer. Dan nog even wachten met Yfke voor ik door de security ga. Boarding van DL 56 start om 15:30 en de vlucht vertrekt om 16:25. We gaan nog naar de wc en nemen afscheid. Yfke gaat naar een motel in de buurt van het vliegveld en vliegt woensdagochtend naar Toronto voor nog meer familiebezoek. Er is een lang rij wanneer ik om de hoek naar rechts naar de security ga. Bij een balie moet ik de paspoort met fotopagina naar beneden in een vakje leggen en er wordt gelijktijdig een foto van mij gemaakt. (Boarding card hoef je dus niet te laten zien). Dan komt de scanner. Spullen in bakken leggen. Ook de schoenen. Ik leg voor de zekerheid de fotocamera in het bakje van de schoenen. De rugtas in een andere. Beide bakken gaan door en er is voor mijn spullen dus weer geen extra controle nodig. Dan staan er bruine banken waar je je schoenen weer aan kunt doen. Vervolgens wandel ik langs alle A-gates, om wat beweging te krijgen, en ga nog een keer naar de wc. Langzaam wordt het drukker bij gate A19. Het is een modern en mooi vliegveld met goede voorzieningen. SLC - AMS Het boarden gaat in 7 groepen, op mijn boarding card staat Zone 7, in dit geval de laatste grote groep. Wanneer Zone 6 aan de beurt is, ga ik nog een keer naar de wc. Dinsdag 13 mei. Ik was van plan om een film te kijken, dan te rusten en voor de landing nog een film te zien. Uiteindelijke heb ik alleen Presence (2024) met Lucy Liu gezien. Een matige film. Ik heb stoel 56G naast twee Nederlandse meiden die gelukkig klein zijn. Mooi aan het gangpad, dat bij 56 ook nog breder is omdat bij de laatste rijen het midden 3 in plaats van 4 stoelen heeft. Dus helemaal geen slechte plek. Het avondeten is een stevig op de maag liggende, pittige pasta met een broodje en koek. Het ontbijt wordt vrij laat geserveerd en is een nogal zoute calzone met kaas, spinazie en een bakje yoghurt. Delta heeft vrij veel mannelijk personeel en over het algemeen niet zo jong meer. Dat was bij United ook al zo. De laatste drie kwartier zijn ongemakkelijk. Ik weet niet meer hoe ik goed kan zitten en word onrustig. We vliegen boven de Noordzee langs Engeland. Er was meer turbulentie dan op de heenvlucht, maar gelukkig niet heftig. Schiphol Het toestel koppelt aan bij Terminal E. Op Schiphol is het een beetje chaotisch. In eerste instantie zijn er geen poortjes met zelfscan voor mensen met een EU-paspoort open, maar na een paar minuten gelukkig wel. Op bagageband 16 heb ik mijn gele koffer al gezien, maar eerst nog even naar de wc. Dan nog een paar minuten wachten op de trein van kwart voor elf naar huis. Zonder vertraging kom ik met prachtig weer thuis. Ik doe de was, rust ruim een uur en Weiwei en ik doen dan boodschappen. Nu was het de bedoeling dat ik het zoete drankje Dr.Pepper alleen in Amerika drink, maar tot mijn verbazing zie ik bij de eerste keer na terugkomst in Lidl blikjes Dr.Pepper van het assortiment van de Amerika-week. Dus kan ik nog even in de Amerika-sfeer blijven. Rond vijf uur haal ik een blije Sven van de BSO.
    Weer een prachtige reis, van in totaal 3809 km. Zeer goed voorbereid. We zijn ervaren Amerika-reizigers, hebben veel vooraf met GoogleMaps onderzocht, en wisten dat we op sommige dagen flinke afstanden moesten overbruggen en veel wilden zien en doen. Maar het is gelukt en we kunnen zeer tevreden zijn. Er was meer regen dan bij voorgaande Amerika-reizen, maar daar hebben we weinig last van gehad. Op de fotomomenten brak gelukkig meestal de zon weer door. Nog een overzichtje met hoogtes van de plekken die we hebben bezocht: Towne Pass,CA (4,956 ft 1.511 m) Badwater,CA (-282 ft -85,5 m) onder zeeniveau Ridgecrest,CA (2,290 ft 698 m) Beatty,NV (3,307 ft 1.008 m) Racetrack Playa,CA (3,714 ft 1.132 m) St.George,UT (2,530 ft 770 m) Page,AZ (4,300 ft 1.300 m) Kanab,UT (4,970 ft 1.515 m) Cortez,CO (6,181 ft 1.884 m) Telluride,CO (8,750 ft 2.667 m) Green River,UT (4,078 ft 1.243 m) Brigham City,UT (4,315 ft 1.315 m) Salt Lake City Airport (4,227 ft 1.288 m) Ik heb geen tijd/zin/energie gehad om het meegebrachte boek (Katherine Mansfield - Het tuinfeest en andere verhalen) te lezen. Liever hield ik de aandacht bij de reis. Over een paar jaar kan ik hopelijk met Sven een reis door Amerika maken. Johan (30 mei 2025)