DDR, Polen, CSSR en Oostenrijk
    
    (zomervakanties 1975,1976,1979,1980 en 1983
     en t/m 1984 diverse herfstvakanties)
    
    
    Begin jaren '70 ontmoeten mijn ouders tijdens een reis door Tsjecho-Slowakije de Oost-Duitse Karin Herklotz, die daar met haar ouders op vakantie is. Karin leert niet lang daarna Peter Beger kennen en trouwt met hem. Bij de eerste reis waarbij ikzelf mee naar de DDR ga, hebben ze ondertussen twee kinderen gekregen: Enrico, van mijn leeftijd, en de twee jaar jongere Annett. Peter is eerder getrouwd geweest, maar daar wordt zelden over gesproken. Annett was het kleine meisje met kort blond haar, waar Opa und Omi vaak op pasten. Want we zagen haar bijna nooit. Ze was nog te jong aan alle uitstapjes mee te doen. Peter is een energieke man, met een sterk Saksisch accent. De bescheiden Karin zorgt er op de achtergrond voor dat alles op orde is. En anders mag oma komen opdraven. Peter kan op enthousiaste wijze vertellen, hij is graag aan het woord en zijn stem buldert dan door de je trommelvliezen. Bijvoorbeeld over zijn tijd in de militaire dienst waarbij hij het ijzeren gordijn moest bewaken en een keer gealarmeerd werden door stekenvarkentjes die de grens wilden passeerden. Hausbuch Weinböhla Het Hausbuch waarin logerende bezoekers op het politiebureau werden geregistreerd. Peter en Karin, zoals ze bij ons thuis altijd worden genoemd, runnen lange tijd in Weinböhla een tuiniersbedrijf van circa twintig met kolen warm gestookte glazen huizen. En ze hebben aan de rand van het dorp nog een wijnberg met een echte bergtoren. Die wijnberg geeft per wijnjaar zo'n 600 flessen. Het tuiniersbedrijf van de Begers ligt midden tussen een woonwijk achter hun 'villa'. Want in vergelijking met onze ouderlijke woning is hun huis zeker een villa te noemen. De straten in de woonwijk zijn onverhard, en hebben verraderlijke kuilen. In Nederland is dat ondenkbaar. Westerse auto's zijn niet echt op die wegen gebouwd. Ook door de straten van Dresden met ontelbare kinderkopjes is het een en al gerammel. Vooral wanneer we er met de camper doorrijden. "Alles lijkt uit elkaar te rammelen", is een veelgebruikte uitspraak. En anders mietert er wel van alles uit de kastjes. Vergeleken bij de meeste andere inwoners van de DDR heeft de familie Beger het goed, vooral dankzij de inkomsten van het bedrijf en vele relaties in het bedrijfsleven. Ze hebben een groot vrijstaand huis dat niet gedeeld hoeft te worden met andere gezinnen. In de woning staan maar liefst drie televisietoestellen.
      met Enrico
    Boven de garage bevindt zich een prachtige Winzerzimmer. Een ware pronkkamer, want voor de rest is de inrichting maar sober. Typisch DDR. Boven die kamer nog een dakterras waar zomers een schommelbank staat. En een bandkamer met een echt ligbad. Aan de straatzijde zijn twee woonkamers, waarvan er 1 vaak als eetkamer gebruikt wordt. We kunnen met beide families rond een tafel zitten. In beide kamers staat een grote tegelkachel. De een met donkergroene geglazuurde tegels, de ander bruinoranje. Wanneer ze flink warm gestookt zijn, kun je binnenshuis het beste maar in een T-shirt gaan zitten. De maaltijden zijn vaak bijzonder royaal. Iedere dag een groot koud buffet met allerlei soorten vlees. Ik ben in het bijzonder dol op een zuurkruidige lichtvleeskleurige smeerworst. In Nederland heb ik nooit iets dergelijks in de winkels gezien. Uiteraard komen er ook altijd veel groenproducten uit de eigen kassen op tafel. (Peter mocht graag klagen over de kwaliteit van de tomaten uit Holland.) Wij bezoeken de DDR tijdens enkele zomervakanties, meestal op doorreis vanuit Berlijn of naar Polen of Tsjecho-Slowakije. Maar ook een paar keer tijdens Herfstvakanties, in het bijzonder voor de wijnfeesten. Albrechtsburg Meissen Albrechtsburg in Meissen. Tegenwoordig een museum voor onder andere de geschiedenis van de porseleinfabricage. (foto 10-2012) Zentralgasthof Weinböhla Zentralgasthof Weinböhla (foto 10-2012) Net als in andere delen in Duitsland, zijn ook in en rond Weinböhla wijnfeesten in de herfst een traditie. Weinböhla ligt in de buurt van Meissen, en ook Dresden is niet ver weg. Andere bezienswaardigheden zijn het slot bij Moritzburg, vooral mooi tijdens de herfst (door de bladeren slenteren in het nazomerlicht). We zijn ook een keer bij Kolditz geweest, waar op dat moment een gesticht in gevestigd was. Van mijn ouders weet ik dat ik in 1978, bijna 5 jaar oud, een schoentje verloor terwijl we over een brug in Liepzig liepen. Ik zat toen in een wandelwagentje. Er is een foto van die reis waarbij ik op een bankje speel met een plastieken speelgoed Trabant, mijn zussen naast me staan en op de achtergrond Russische militaire vrachtwagens rijden. Leipzig 1978 Het kostte in die tijd altijd een paar uur om bij Helmstedt de DDR in te komen. Vandaar dat we in het centrum van Helmstedt, aan het marktplein, vaak een kamer in een hotel namen. 's Avonds wandelden we dan nog door het winkelcentrum met overdadig westers gevulde etalages. Met het visum op zak passeren we in regel in circa 2 a 3 uur de grens. We moeten verplicht een vaste hoeveelheid geld per dag omwisselen en ons met onze gastheer in Meissen bij de politie (of het gemeentehuis?) aanmelden. Bij de terugreis moeten we in staat zijn om aan te tonen dat de spullen die we meenemen door ons zijn gekocht of dat het geschenken zijn. Een anekdote uit een herfstvakantie: We gaan uit eten met de familie Beger in een voor hun begrippen tamelijk luxe restaurant waar ook wild op het menu staat. Er staat een rij van ongeveer veertig mensen voor de deur te wachten. Omdat Beger een geschenk meebrengt en ons als speciale gasten introduceert, kunnen we via een zijdeur naar binnen en krijgen we de beste plaatsen toegewezen. Voor een feestelijke jubileummaaltijd (ik weet niet meer wat de aanleiding was), gaan Peter, mijn vader, Enrico en ik naar een boerderij om een feestvarken te halen. Het varken krijgt een klap met de hamer op haar kop en komt in een jutezak achter in de Wartburg stationuitvoering van Peter. Enrico en ik maar zenuwachtig gniffelen met in onze hoofdjes de gedachte dat het varken met haar snuit over de achterbank komt loeren. In oktober 1989 valt de muur. Tijdens de paasvakantie van 1990 komt de het gezin Beger met de trein naar Nederland. We halen hun in Groningen van het station. Karin was overigens eerder al eens in Nederland geweest, bij het vijfentwintigjarig huwelijk van mijn ouders in 1987. Een van de eerste dingen die ze vertellen is dat een lerares van Annett, een overtuigd communist in hart en nieren, is volledig ingestort. Want, zoals Cees Nooteboom in zijn roman Allerzielen (1998) schrijft: "Slachtoffers en soms medespelers van een macaber misverstand dat er als een echte wereld had uitgezien, een gecorrumpeerde utopie die geduurd had tot de pendule weer naar de andere kant was doorgeslagen, waarbij de beweging terug net zoveel pijn deed als die heen." En een verklaring voor houding van de West-Duitsers: "Het verwerken van hun eigen, ook al weer zo oude verleden leek hen volledig te hebben uitgeput, hier hadden ze niets mee te maken, dit kon er niet meer bij." We hebben Berlijn uiteraard als toerist bezocht. Met de dubbeldekker door de stad, langs de gouden engelen. Check Point Charlie ken ik overigens beter uit de videoclip van Elton John over Nikita dan van eigen herinneringen. Vanuit het westen is het oosten te bezien via houten uitkijktorentjes, waar bordjes bij staan met de waarschuwing om niet richting het oosten te fotograferen. Kort na die Wende hebben Peter en Karin hun bedrijfsterrein verkocht aan een projectontwikkelaar. Er zijn appartementen gekomen en Peter is daar de huismeester van geworden. Karin runt aan de straatzijde een nieuw gebouwd pension, genaamd "Reblaus". Hun oude woning is nog intact gebleven. Voor de rest heb ik vage herinneringen aan de reizen uit die tijd naar de DDR, soms gecombineerd met Tsjecho-Slowakije en een keer door Polen. Naar de waterbronnen van het kuuroord Marianske Lazne (Marienbad). We hebben ook een bezoek aan Praag gebracht, maar daar herinner ik me niks meer van. Wel van de Hoge Tatra. En ik herinner me ook het op de heuvels gesitueerde monument voor de Drie Keizersslag december 1805 bij Austerlitz (Slavkov bij Brno), waar ooit Napoleon zijn kannonen bulderden. Johan Roeiblaren, pretpark Vogelwiese (Dresden)