Parijs (1996)
    
    per trein, 2 t/m 9 juli 1996
    
    
    Op 2 juli ga ik per trein naar Parijs. Ik ben bijna 23 en eigenlijk is dit pas de eerste reis die ik alleen onderneem. Het zal nog een paar jaar duren voordat ik zelf ook de smaak te pakken krijg om iedere jaar het buitenland op te zoeken. Ik boek de reis bij de lange slanke blondine van het NS-reisbureau in Leeuwarden. Zwanette Spin genaamd. Een lange sprookjesdame met kunstnagels en goudblond haar tot de billen. Het eerste traject is dankzij mijn OV-studentenkaart gratis. Vanaf Rotterdam reis ik met de nog niet zo lang ook in Nederland komende hogesnelheidstrein Thalys. Deze trein rijdt vanaf de Belgisch-Franse grens met een snelheid van maar liefst 300 km/uur. In België en Nederland zijn de rails in 1996 nog niet geschikt gemaakt voor dat soort hoge snelheden. Thuis heb ik me voorbereid met behulp van het boekje "Neem nou Parijs" van Philip Freriks en een plattegrond van de stad. Ik heb de stad opgedeeld in vijf even grote delen. Voor iedere dag een deel. Met een reservedag voor het geval ik ergens te weinig tijd heb, of ik nog een foto moet maken op een plek waar ik eerder ben geweest. Ik heb namelijk zo'n drie weken voor de vakantie bij Dalsheim in Leeuwarden mijn allereerste fototoestel gekocht! Een Canon EOS 500 spiegelreflexcamera met standaardlens van 35-80 mm en een 80-200 mm zoomlens. Voorheen maakte mijn vader altijd de foto's en ik heb eigenlijk nooit eerder de behoefte gehad om zelf een toestel te hebben. Om te oefenen heb ik allereerst een paar herinneringsfoto's gemaakt: van de scholen waar ik op heb gezeten, en locaties uit mijn stagejaar, inclusief het kosthuis in Borne. Maar dan Parijs. Het geeft toch wel een erg onwennig gevoel om na die treinreis van een paar uur in een geheel andere wereld te komen. Zodra ik vanuit Gare du Nord op straat sta, overheerst de herrie van een ware wereldstad. Wat zien die gebouwen er allemaal groot uit, en wat zijn de straten druk! Stel je voor: een arbeiderszoon uit een Fries dorpje staat alleen in een wereldstad met en rugzak en een weekendtas. Eerst maar eens de plattegrond er tevoorschijn halen en mijn hotel opzoeken. De plekken die ik in 1996 heb bezocht, heb ik in een ander verslag beter beschreven. Daarom is dit verslag flink ingekort. De plekken die ik bij de volgende bezoeken niet meer heb bezocht, zal ik tot slot nog wel even noemen. Allereerst de metrobrug tussen Bir Hakeim en Passy. Deze brug vormt een locatie uit de film Last Tango in Paris. Niet echt een toeristische attractie en al helemaal niet eenvoudig om bij in de buurt te komen. In 1996 heb ik ook de begraafplaats Père Lachaise bezocht. Bij de ingang bij een bloemenwinkel schaf ik een plattegrond van de begraafplaats aan. Voor de ingang zitten allemaal 'hippies', die lang niet allemaal toegang krijgen om naar het graf van hun idool Jim Morissen te gaan. Omdat ze lawaai maken en/of alcohol bij zich hebben. Mijn rugzak word ook gecontroleerd: maar de inhoud bestaat uit twee onschuldige blikjes Fanta en een fototoestel. Iedere ochtend vraagt de vrouw in het hotel die het ontbijt rondbrengt of ik thee of koffie wil. Thee natuurlijk, want ik drink gene koffie. Maar dat weet zij niet. Met een paar stukjes stokbrood en een potje thee volg ik via de krant de Tour de France. De temperatuur ligt tijdens deze dagen iets boven de 20 graden. En dat is opmerkelijk koel voor deze periode van het jaar. Johan