Noordkaap & Finland (1989)
In 1989 gaat een grote wens in vervulling: naar de Noordkaap.
Lange tijd zal dit bovendien de mooiste reis zijn die ik heb
meegemaakt. Noorwegen is in mijn optiek het mooiste land van
Europa: een nagenoeg altijd schitterend natuur met
hoogvlaktes, fjorden, eilanden, bergen en eeuwige sneeuw.
We hebben tijdens deze vakantie bijzonder veel mazzel met het
weer. Want het weer kan in Noorwegen erg tegenzitten.
Direct na het behalen van mijn schooldiploma vertrekken we
naar het noorden. Op die manier is het dit jaar namelijk
mogelijk om vroeger dan voorheen de zomervakantie te beginnen
en rond de langste dag van het jaar in Scandinavië te zitten.
Het eerste traject leggen we met de boot af, vanuit de haven
van Amsterdam-West via IJmuiden naar Gotenborg. Een reis van
het 22 uur of 24 uur? Dat weet ik niet meer. (Inmiddels is
die veerroute overigens niet meer mogelijk.)
De reis gaat vervolgens vanuit Gotenborg via de E6 dwars door
Noorwegen naar de Noordkaap. Een bijzonder gevarieerde route.
Op de hoogvlakte richting Trondheim rijden we zelfs midden
in de zomer nog tussen sneeuwmuren. In Alta bivakeren we in
de camper, het is benauwd - de zon blijft lang op de camper
schijnen - en er zijn erg veel muggen...
Een week na het vertrek uit Nederland arriveren we op de
Noordkaap. We ontmoeten er een Limburger die in drie dagen
vanuit Nederland ruim 3600 kilometer over land heeft afgelegd.
Dat is in onze ogen geen vakantie houden meer. Maar hij is
vrachtwagenchauffeur van beroep, en dus wel gewend om veel
onderweg te zijn.
Helaas is het lichtbewolkt, dus we kunnen niet duidelijk zien
of de zon net boven de zeespiegel blijft. Het is wel
overduidelijk dat het deze nacht niet donker zal worden. Mijn
vader hangt met wasknijpers briefjes aan de vitrage waarmee
hij aangeeft waar de zon op welk moment was. Samen met een fles
wijn van kennissen maakt hij er een foto van:
"Herman & Meta, Proost!"
Gewürztraminer uit de Alcace.
In het informatiecentrum van de Noordkaap toont met een
prachtige film over het leven in het noorden, via drie
filmschermen en prima bij de beelden passende muziek.
We kopen een certificaat als bewijs voor het bereiken van
deze kaap (17 juni 1989).
Op de terugweg rijden we door Finland. Helaas zijn er zeer
veel muggen in het Finse deel van Lapland. We vluchten
daarom min of meer naar het zuiden van Finland, waar we nog
zo'n tien dagen verblijven op een aantal uitstekende
campings.
Zoals in Jyväskylä, met zicht op een ski-schans aan de
overkant van het meer. Hier maken we voor het eerst in ons
leven de midzomernachtfeesten mee. Alle Finnen lijken dan
wel dronken. Met name twee vrijgezelle mannen in een
VW busje met Coca Cola reclame. De volgende dag liggen ze
tot in de middag bewusteloos naast hun busje in de zon.
Zodra ze wakker worden beginnen ze weer alcohol naar binnen
te gieten. Overdag zwemmen we, of we wandelen naar het
stadje, en bijna iedere avond is het tijd voor barbecuen.
Met veel moeite verlaten we Jyväskylä, een stukje op de
weg terug naar huis.
Na ook nog een nacht op de camping van Tampere te hebben
gestaan, vertrekken we naar Turku. Vanaf de camping van
Turku nemen we de bus om het stadje te bezoeken. De camping
ligt op een schiereiland met unieke 'rotsstrandjes'.
Wederom (net als in 1981) hebben we de schitterende bootreis
van Turku naar Stockholm geboekt. Dat is een onvergetelijke
ervaring, zo tussen al die eilandjes doorvaren.
Vanuit Stockholm rijden we vervolgens de snelste route door
Zweden, Denemarken en Duitsland terug naar Friesland.
Johan (1989)