USA (2000)
    
    Van oost (Miami) naar west (Los Angeles): 14693 kilometer.
    
    
    Dit is het verslag van onze rondreis per huurauto door Amerika. Ondanks de vele afgelegde kilometers hebben we de reis nooit als lang of vervelend ervaren. Amerika is een fantastisch land om door te reizen. De meeste wegen waren uitstekend. En iedere week was een rustdag ingepland.
    Dinsdag 9 mei 2000. Het is vier uur in de ochtend. Heit wil ons via de afsluitdijk naar Schiphol brengen. Wanneer hij had geweten dat we helemaal via Sneek zouden worden omgeleid, had hij evengoed via Joure door de polders kunnen rijden. Hoe dan ook, om kwart voor zes - prima op tijd - arriveren we bij Schiphol. We kunnen direct inchecken. Om twintig over zes zijn we door de douanecontrole. In verband met de strenge veiligheid van Amerikaanse maatschappijen, stelt een Nederlandstalige donkerkleurige vrouw ons allerlei vragen. Onder andere wanneer en of we zelf onze bagage hebben ingepakt. We maken observerend kennis met de medepassagiers die ook zitten te wachten. En zijn een beetje teleurgesteld wanneer we na het inboeken horen dat we in een toestel van Northwest zitten en niet één van onze nationale trots, een direct gevolg van de nauwe samenwerking van de KLM met Northwest. Ik film een grotere Boeing van Northwest, omdat deze meer indruk maakt dan ons toestel. Want we moeten helaas in een slechts driemotorige DC10 plaatsnemen. Onze stoelen (35 a+b) bevinden zich links achter de vleugel. Een mooi plekje om te filmen. We kunnen ons al enigszins op onze bestemming instellen doordat het boardpersoneel Amerikaans is. Het is grappig hoe een al wat oudere stewardess "tea" uitspreekt en hoe ze haar lippen daarbij toont. "This morning eggs or pancakes for breakfast?" Natuurlijk maak je tijdens zo'n vlucht personen mee, die in je geheugen blijven gegrift. Zoals de met goud behangen Amerikaan, die telkens maar weer Whisky besteld. En ook de film die in het vliegtuig getoond wordt. In dit geval "Strange World" van David Lynch. Over een oude man die op z'n zitmaaier door Amerika trekt. Ik vlieg voor het eerst en vind het prachtig! Vooral het stijgen: de trilling in het vliegtuig bij het snelheid maken, het lawaai van de hoge toeren draaiende motoren, en uiteindelijk het loskomen van de aardbodem, waarbij we extra in onze stoelen worden gedrukt. We vliegen over het midden van Engeland en het noorden van Ierland. Boven de wolkendeken schijnt de zon. Het is net alsof er een sneeuwvlakte onder ons ligt. De blauwe lucht vormt een scherp contrast. Door het lange wachten op de koffers is de overstaptijd in Detroit erg krap. Snel worden we met een taxibusje naar gate D8 gebracht. De vlucht in toestel 754, niet veel groter dan een autobus - drie stoelen aan weerszijden van het gangpad - is leuk en 'lekker' wild. Het Italiaanse echtpaar voor ons slaat voor het opstijgen een kruisje, waarop Yfke zegt: "Dan zitten we wel goed". Miami De piloot laat ons uitgebreid de kustlijn van Florida zien. Vanaf zee draaien we twee keer een bocht van negentig graden, waarbij het vliegtuigje aan alle kanten kraakt. Maar het lijkt een nieuw toestel; dat helpt om vertrouwen te hebben in de vliegkunsten van onze jolige verhaaltjes vertellende piloot. Wanneer na deze drie en half uur durende vlucht lopende band nummer 13 in Miami stopt, en de bagage van Yfke nog niet te voorschijn is gekomen - van mij wel - blijken haar bange vermoedens te zijn uitgekomen. Haar bagage is kwijt. Na de nodige formulieren te hebben ingevuld bij de servicedesk, beloofd men ons dat wanneer ze de bagage vinden, dit meteen naar het hotel gebracht wordt. Bij de Hertz-desk van mollige Michelle gaat er nog wat mis wanneer ze per ongeluk onze huurauto inboekt op eindbestemming Louisiana in plaats van Los Angeles. Ze kan nu alleen nog maar een andere auto van een grotere categorie inboeken, zonder dat het ons overigens meer gaat kosten. Hetgeen wij natuurlijk niet erg vinden. Zolang die wagen maar niet veel meer zuipt. Bij de uitgang van het vliegveld realiseer ik me pas dat we in een totaal andere wereld zijn beland. Vooral de auto's en de temperatuur zijn een wereld van verschil. Met een busje worden we door een naar een Spaanstalige muziek luisterende chauffeur ruim 5 kilometer verderop naar de parkeergarage gebracht. Op P5 staat onze grijsmetallieke Chevrolet Malibu voor ons gereed. We verzekeren ons ervan dat de minimale schade op de splinternieuwe wagen niet op ons kan worden verhaald. Ik neem als eerste plaats achter het stuur. De automaat, de voethandrem en de bediening van de ruiten moeten eerst wennen. We zoeken hotel Maxima aan Collins Avenue op. Onderweg rijden we over bruggen waar onder achtervolgingsscènes met boten uit de serie Miami Vice zich afspeelden. De receptie van Maxima zit merkwaardig genoeg in het pand ernaast, hotel Catelania. We bestellen een ice tea in de McDonalds en moeten aan het geld wennen. Ondanks het advies niet te vroeg te gaan slapen, kan Yfke niet veel langer wachten en gaan we om half negen slapen. 's Nachts horen we pianomuziek in de lobby. Yfke leent de volgende ochtend een korte broek van mij. Bij de drugstore, waar bijna alles te koop is - zelfs hartpillen - kopen we ons ontbijt, aspirines en een telefoonkaart. Alleen is het even uitdokteren hoe die kaart werkt. Wanneer we bij de zoveelste telefoon geen gleuf voor het kaartje kunnen vinden, ontdekken we het systeem: eerst het nummer op de kaart bellen, je hoort vervolgens het saldo van een computerstem, en mag dan doorschakelen naar het gewenste nummer. We lopen naar het art-deco district met verscheidene pastel- kleurige panden. Aan de Ocean Drive waait een verfrissend windje. We wandelen over de boulevard met langs weerszijden palmen. Wet Willy's is een leuke openluchtbar. Hier worstelt een macho met z'n dakje van de cabriolet. Hij schaamt zich voor zijn gepruts. Er rijden 'blikken' auto's, die de lunch voor werklui rond- brengen. Overal op de straathoeken staan typisch Amerikaanse krantenbakken en brandkranen. En we zien veel jonge mensen skeeleren over de boulevard. Het gemis van de bagage mag de pret niet drukken wanneer we een eerste blik werpen op het prachtig witte strand en de helder blauwe zee van Miami Beach. Want deze twee dagen zijn bedoeld om bij te komen van de vliegreis. Het strand ligt achter de gebouwen aan de overzijde van de straat waar ons hotel aan ligt. Ondanks het angstige idee dat we de bagage misschien wel nooit terugzien, kunnen we ontspannen. Mooie zeilbootjes, mooie kontjes en meer moois. Een ideale plek om een zonvakantie te houden. Buiten het orkaanseizoen dan wel te verstaan. s' Avonds lopen we weer naar Ocean Drive. Om ongeveer negen uur gaat de zon onder. Limousines rijden af en aan bij de hotels. Er is live-muziek op de terrassen van de gezellige cafeetjes. Een buitenbar is rondom gedecoreerd met verlichte fonteinen. Ik waarschuw Yfke dat ze niet zo met haar armen moet zwaaien tijdens het praten, want straks stopt er nog een taxi. Er hangt een gemoedelijke sfeer. Yfke was al wat bruin van de zonnebank. Maar ik niet. Ze haalde me ook nog over om mijn T-shirt uit te doen, wat ik haar niet in dank heb afgenomen. Mijn flesje after sun hebben we binnen korte tijd bijna geheel op onze lichamen gesmeerd. Na de noodzaak in dezelfde onderkleding te lopen en in mijn korte broek - die haar nog wel leuk stond - word haar bagage op de tweede avond door een taxi gebracht. Ze is uitzonderlijk blij! Al blijkt later dat er dingen uit zijn gestolen. We zijn vroeg wakker. Helaas is de melk voor ons ontbijt zuur. We hebben geen ijskastje op de kamer en de kluis blijkt niet koel genoeg te zijn. De schoonmaakster klopt aan. "When do you leave?" Nu dus. Het is tien uur. Op straat slaat de hitte ons in het gezicht. Voor ons verbrande huidjes is dit eigenlijk te veel gevraagd. We vluchten in de auto en zetten de airco op de hoogste stand. Key West Vanaf Miami leggen we 265 kilometer af over de door bruggen verbonden eilandjes naar het zuidelijkste puntje van de staat Florida. Omgeven door het helderste blauwe water, een paradijs voor duikers en andere watersportliefhebbers. We passeren de afslag naar de Everglades (staat niet op ons programma). Opvallend op het eerste traject zijn de brievenbussen langs de weg: vermomd als dolfijnen, vissen, minihuisjes, etc. Om kwart over drie arriveren we bij het luxe Fairfield Inn. We hebben een mooie kamer, inclusief strijkplank. We horen de buurvrouw lampenknopjes uitproberen en moeten lachen, want ons lukte het ook niet om het licht aan te krijgen. We rijden nog even naar het centrum, dat dichterbij is dan we hadden verwacht. In het typische, in Victoriaanse stijl gebouwde stadje Key West, zijn alle bezienswaardigheden op loopafstand. Key West is doordrenkt van Caribische invloeden. We zien prachtige veranda's en balkons met schommelstoelen of hangmatten. Zelfs een kerstman op een schoorsteen. Onder een boom vinden we een grafmonumentje met daarop de tekst: "Little chicken, gedood 1999 tijdens het oversteken van de weg R.I.P" Tijdens het lezen horen we een haan op een tak boven ons in de boom kraaien. Op de vierde dag nuttigen we het ontbijt naast de pool bij de tikibar. Krantje erbij. Onder andere de schrijver Hemingway heeft in Key West gewoond. Zijn stamkroeg hier was Sloppy Joe's. Een van de gezelligste bars van Amerika. En een must! Met bijna altijd live muziek. We vragen ons af waarom de bardame aan een bel trekt en komen er achter dat ze dit elke keer doet wanneer ze een fooi heeft ontvangen. Bij de haven, waar de Fury Catamarans allemaal zijn uitgevaren, kunnen we een blik op zee werpen. Op ons gemak lopen we vervolgens door de beroemde Duvalstreet. Daarna rijden we via de zuidkant van het stadje terug en verpozen nog een tijdje op het strand, merendeels in de schaduw. Op de parkeerplaats bivakkeert iemand met een camper die z'n hele hebben en houwen er aan vast heeft gelast of getimmerd, inclusief een brievenbus. De pool bij het hotel vormt in de avond een aangename verfrissing. We passeren Miami weer wanneer we naar het Noorden rijden, over een groot deel van de tolweg 821. Tot Fort Pier, want daar gaat de weg over in de 95. Er vallen een paar spettertjes regen. Snelle vrachtwagens halen ons in, terwijl wij al 120 km p/u rijden. Je mag hier 65 miles/hour. Dat gaat ten koste van de banden, want overal op en langs de wegen zie je restanten van vrachtwagenbanden liggen. We willen thuis ook wel zo'n auto: stuurbekrachtiging, airco, cruise controle. Veel gaat automatisch, zelfs de lichten (zullen we later ontdekken). Rond vier uur zijn we in Titusville. We eten voor het eerst Chinees in buffetvorm en krijgen een fortune cookie na afloop. Een tafeltje verderop zit een agent tijdens zijn diensttijd te eten. Een meisje loopt met haar ouders langs het buffet en is overdreven popperig en volwassen gekleed voor haar leeftijd, met panty's en glitterschoentjes. Het is ontzettend warm op onze goedkope motelkamer van de Tree Oaks. We zitten 's avonds buiten af te koelen en worden om vijf uur door een vervelende steekmug gewekt. Kennedy Space Center De volgende ochtend ontbijten we bij Dunkin Donuts en rijden meteen door naar het Kennedy Space Center, waar het om tien uur al zeer warm is. We sturen een mailtje naar Nederland met een foto van onszelf. (Welke mislukt, omdat we steeds dichter bij de computer gaan staan, in plaats van afstand te nemen). We doen bijna alle attracties aan op dit grote schiereiland, waar tevens een soort reservaat is met krokodillen, schildpadden en vele vogels. We zien ook een adelaarsnest van wel 2 meter in doorsnee. We nemen een drie uur durende rondrit met een bus. De 'bejaardenbus'. Een oude vrouw voor ons heeft zakdoekjes in de oren tegen het lawaai. Ze wisselt met haar nog oudere vriendin van plaats bij het raam, die fanatiek aan het filmen slaat. Hoogtepunten deze dag zijn: het Apollo en Saturnus 5 center, de Imax film en een koud astronautenpilsje in een plastic beker (voor mijn zus dan, want ik drink geen alcohol). Daarna rijden we terug naar Titusville, waar we nu het Siësta Motel uitproberen. Al niet veel beter dan dat van de afgelopen nacht. Het zou gerund kunnen worden door de broer van het vorige. Deze deed het echter beter in zaken. Want hij belegde in Nederlandse aandelen. Voor z'n oude dag, aldus de beste man. Natuurlijk gaan we de volgende dag weer ontbijten bij Dunkin Donuts. We blijven de Atlantische kust naar het Noorden volgen, waar de omgeving opvallend groen is. Onderweg een paar buitjes. Savannah Om half twee rijden we Savannah binnen. De stad heeft mooie straten met living oaks (deze blijven in de winter groen), met merkwaardige slierten. Veel grote oude huizen met mooie entreetrappen en aantal typische squares met parkjes in het midden. Bij de rivierzijde zijn winkeltjes. Er zit een leuke Ierse Pub in een van de oude katoenpakhuizen. Savannah was ooit de grootste exporthaven van het witte goud: Katoen! Beaufort We rijden via een 'wildlife' gebied de staat South Carolina binnen naar het 300-jarige Beaufort. Een paradijselijke stadje met prachtige historische Antebellum huizen en overhangende eikenboomlaantjes. De boom voor een van de huizen doet ons denken aan die uit de film The Portrait of a Lady. Tegenover dit huis lopen twee dalmatiërs op de veranda te blaffen. In Beaufort is een wereldwijd kunstproject tentoongesteld met kleurrijke beschilderde beelden van koeien (schaal 1:1) die her en der in het stadje staan opgesteld. Veel van de 'mansions' zijn ingericht voor bed & breakfast. Beaufort heeft ook nog een mooi haventje. Bij Olly's (krokodil) eten we een salade op het terras. Er zijn steekmugjes, dus we blijven niet te lang zitten. Het is hier een nogal moerassig gebied. Na het eten gaan we snel naar de vuurtoren om de zonsondergang mee te kunnen maken. Maar dit mislukt wanneer op het laatste moment een grote wolk de zon doet verdwijnen. Maar de rit op zich was al een avontuur. Relaxed hebben we in de auto maar even genoten van de muziekzender met golden oldies. En dan is het meteen pikkernacht. Want schemering lijkt men hier niet te kennen. Week 1: afstand 1590km.
    We ontbijten in de bakkerij bij het visitor center in de zelfde straat als het motel. Er is een verzameling handgemaakte souvenirs, waaronder mooie mobielen. Een eekhoorntje hangt aan een maïskolf, die als molen is bevestigd in de bast van een boom. De molen draait zodra hij hier aan gaat hangen. Magnolia Plantation Vervolgens rijden we binnendoor richting Charleston, waarbij eerst nog Magnolia Plantation op onze route ligt. Via een oprijlaan door de 'swamp', tussen oude knoestige bomen rustend op kunstig slingerende wortels in het wateroppervlak, bereiken we de plantagewoning. Daar nemen een rondleiding door het huis. De eigenaar ontvluchtte zelf zomers deze plaats in verband met ziekten die er uitbraken. We zien het ons bekend voorkomende Meissner Porselein en een biologische en natuurwetenschappelijke boeken- verzameling. De eigenaar schreef ook een verzameling 'poems'. De tuin (oudste van het land) met 250 soorten Azalea's, magnolia's en camelia's zo hoog als bomen, en de bijbelse tuin, valt op zich wat tegen. Voornamelijk omdat niet alles bloeit, zoals op het plaatje in de folder wel te zien is. Charleston In Charleston, een vrij drukke en grote stad, vinden we vrij snel het historisch centrum. Hier is het eerste schot gelost van de Burgeroorlog, die vier jaar zou duren (1861-1865). We lopen over de Battery waar een heerlijk verkoelende wind vanuit de haven waait. Dit is een locatie uit Gone with the wind, waar Scarlett met haar tante liep toen ze hier logeerde. Langs de kade groeien allerlei roze/witte oleanders. Even buiten de stad verrijden we ons op dezelfde plaats als eerder vanmiddag. Eerst nog even een hotdog eten dan maar. We zijn van plan net buiten de stad een motel te zoeken. Maar zitten echter al op de 78 richting het Westen, waaraan nooit weer een motel lijkt te komen. Pas dichtbij waar de 78 de 95 kruist, vinden we een super 8 motel; in de buurt van St.George. Bij de McDonalds kopen we een Milkshake. Hier zit een jonge moeder luidruchtig te telefoneren. Haar naam staat op de nummerplaat van haar auto: Becca. De 78 is een vrij rustige weg die door een heuvelachtige en bosrijke omgeving loopt. Vergelijkbaar met sommige plekken in Zweden. De parkeerplaatsen zijn bijzonder fraai en verzorgd. Op de highway rijdt Yfke een schildpad dood. Tsja. We lunchen bij een Waffle House. Atlanta - Margareth Mitchell House In Atlanta vinden we vrij snel Peach Street, waaraan een replica van het door brand verwoeste Margareth Mitchell House staat. Het is plek waar de schrijfster de roman Gejaagd door de Wind schreef. Er is een leuke giftshop. De rondleiding slaan we over. We rijden vervolgens bewust zuidelijk, richting Jonesboro. Via Tara Boulevard, met zijstraten genaamd Tara Road en Scarlett Road, naar Fayetteville. Die straatnamen vielen me op, ik heb scherpe ogen voor dat soort 'afleidende' details. Bij de Flint Rivier bevindt zich de fictieve locatie van het huis Tara uit het boek. We hebben niet echt kunnen vinden wat de schrijfster heeft beschreven. De tijd en nieuwbouw hebben de omgeving zoals die toen was uitgewist. Langs het spoor in Douglasville vinden we een klein motel genaamd Bildo's motel. Wij geven het al snel de bijnaam Dildo's, omdat net voor ons twee vrouwen om een kamer voor twee uurtjes vragen (ze durven ook nog af te dingen). Naast het motel zit Kathy's Restaurant. Bij het binnenstappen komt ons een ranzige geur tegemoet. We steken er de draak nog mee. De vloer ligt bezaaid met etensresten. Maar we durven er ook niet meer uit te lopen. In dit familierestaurant bedienen de uit de kluiten gegroeide tienerkinderen van Kathy. We kopen twee cd's: een concertregistratie van E.L.O. en Jukebox hits. Want tot onze verbazing zat er een cd-speler in de auto. Bij een mooi verchroomde jaren 60 stijl drive-in bellen we naar Nederland. Op de grens naar Tennessee rijden we van de Eastern-timezone de Central-timezone binnen, zodat er zeven uur verschil is met het thuisfront. Het visitor center van de staat Mississippi is een prachtig gebouw, gerund door vriendelijke grijzende 55+ dames. Zo presenteert iedere staat zich met het beste beentje voor (in het oosten van de V.S. tenminste). Tupelo In Tupelo staat het geboortehuis van Elvis Presley. Achteraf vinden we dit nog interessanter dan het commerciële Graceland. Via de veranda, waar een schommelbank hangt, stap je de voordeur binnen. En na de twee kamers ben je reeds bij de achterdeur, van het huisje van ongeveer zes bij vier meter. Een oude vrouw somt gapend, omdat ze aan een middagdutje toe is, voor $1,- een verhaaltje op. Alsof ze een cassettebandje in een cassettespeler is. Het is nog 110 mijl naar Memphis, waar we om zes uur tijdens de spits arriveren. Onderweg zien we voor het eerst deze reis een ongeluk. Een auto tegen de vangrail. In het motel dichtbij de Elvis Presley Drive, gaat Yfke eerst het bed uitproberen door erop te trampolinespringen. Terzijde: we vervellen gigantisch! Graceland Het ontbijt staat ons wat tegen wanneer we in een niet al te schone eetzaal worden bediend door een big fat mamma met snor en baard. Vanmorgen gaan we de Mansion Tour doen van Graceland. Met busjes worden we naar Elvis zijn voormalige woning aan de overzijde van de weg vervoerd door het beroemde toegangshek met muzieknoten. Alles komt erg commercieel op ons over. Er mag helaas niet worden gefilmd en geflitst. We lopen met walkmans en een koptelefoontje op. De stem uit de cassettespeler is van Priscilla, die bij alle kamers vertelt wat voor prettige herinneringen zij er aan had. Geen enkel slecht woord dus. Allemaal erg kitscherig. In de bijgebouwen zijn Elvis zijn kostuums tentoongesteld. Een van die gebouwen is de zogenaamde Hall of Gold Records. We lopen in een lange rij langs de graven. De vader, Vernon Elvis, moeder Gladys Love, oma Minnie Mae en tweelingbroertje Jessie Vernon (8-1-35) liggen naast Elvis Aaron. Daarna doen we de Jetplain tour waarbij we een kijkje nemen in de Hound Dog II en de Lisa Marie. Zelfs de seatbelts zijn verguld. En natuurlijk eten we hotdogs in het Rock 'n roll café. Bij de kassa staan we gelijktijdig in de rij met de Jolly Club uit Ontario, Canada. Allemaal bejaarde fans. Een van de dames draagt een korte broek met blauwe pantykousen! Vicksburg We vervolgen ons route, op weg naar Vicksburg. Deze plaats hebben we op de planning omdat we in ieder geval een monument van de burgeroorlog wilden zien. Het Battlefield Monument (entree $4) is een rit van een paar mijl. Je mag er met de eigen auto over het terrein rijden. Langs beelden, sculpturen en kanonnen, die uit allerlei staten zijn verzameld. Er is een uitgebreid loopgravenstelsel, en zelfs een kanonnenschip genaamd Cairo. Ons was niet bekend dat er in die oorlog met schepen was gevochten. Het schip is van de bodem van de Mississippi gevist. Indrukwekkend. Wat ook onze aandacht trekt, zijn meisjes die een grote marmeren trapleuning als glijbaan gebruiken. Bovenaan het heuveltje staat een koepel waar allerlei plaquettes in hangen met namen van de legioenen. Een rood vogeltje, dat wij herkennen als de Red Cardinal, laat zich door ons achtervolgen. Maar het diertje op de film krijgen, ho maar. Natchez Het bellen naar huis. In Friesland heeft de extreme hitte plaatsgemaakt voor onweer. We rijden een stukje van de Natchez Trace Parkway. We hebben echter niet op tijd in de gaten dat dit een smalle weg is die af en toe naast de doorgaande weg ligt. Jammer. In Natchez kopen we een boek over plantages. Aan de rand van Natchez brengt een shuttle busje ons naar de oever, waar zich een casino in een paddlewheel boot bevindt. Luie mensen worden de steile helling op- en afgereden met een golfautootje. Er wonen hier in het zuiden veel donkergekleurde mensen. We rennen om te schuilen voor een zware regenbui. Nadat we bij het buffet veel te veel hebben gegeten, zijn we nog een eindje gaan wandelen. De beheerders zijn uiterst vriendelijk; als ontbijt serveren ze mierzoete donuts en vruchtensap. Het is die zondagochtend rustig in de straten. Men zit wellicht massaal in de kerk. We gaan vanmorgen 'huisjes' kijken: plantagehuizen in en rond Natchez. Zoals het achthoekige Dunleith. Een oud mannetje vertelt ons dat Stanton Hall beheerd wordt door Jean, de vrouw van Larry Hagman (J.R. uit de serie Dallas). Monroe Street is erg pittoresk met een oud vervallen spoorlijntje midden door de straat en armoedige negerhuisjes. Rosedown Plantation In St.Francisville bezoeken we Rosedown Plantation. Vooral de tuin is prachtig verzorgd. Mooier dan die van Magnolia Plantation. De oprijlaan is aan beide kanten overhangen met wilgen en er groeien talloze blauwe hortensia's. Hmmm, een heerlijk geurende rozentuin met prieeltjes. De hedrangea heeft een hele bijzondere geur. Het interieur van de mansion is door voorzetglazen te bekijken. We zien een grote hagedisachtige over het tuinpad wegglippen. Naast de parkeerplaats zit een echtpaar met een stijlvolle picknickkoffer; een romantisch plaatje. In Baton Rouge eten we bij China Moon. De neger aan het tafeltje achter ons eet kreeft als hoofdgerecht en oesters als toetje. Bij het motel zitten we op de late namiddag nog even aan de rand van het zwembad. Een asociale familie terroriseert hier echter de boel. Wanneer een man vervelend tegen ons begint te worden, vertrekken we zonder te reageren op z'n vragen maar naar onze kamer. We hebben een leuke serie op zender de HBO ontdekt, die we de hele vakantie zullen volgen: Sex and the City. New Orleans De highway van Baton Rouge naar New Orleans loopt grotendeels over pijlers. Het is een moerassig gebied. We rijden langs Lake Pontchartrain, met daarover de Causeway Bridge, de langste ter wereld - van maar liefst 24 mijl. We belanden in de meest opwindende en bruisende stad van het zuiden: New Orleans. Met gietijzeren balkons en veel straatmuzikanten. Waar je de sfeer van blues, jazz en dixieland proeft in Bourbon- en Toulousesstreet. Bij de Riverwalk ligt de Creole Queen, waarmee we van half elf tot een uur een rondvaart ($14) op de Mississippi maken. We leggen bij Battlefield Monument even aan. Hier staan grote oude eiken rond Destrehan Plantage uit 1787, de oudste plantage aan de benedenloop. Teruggekomen lopen we nog even een boekenwinkel binnen. We relaxen vervolgens in het parkje op Jackson Square. Op de achtergrond hoor je geluiden van een live-optreden via de open luiken van een bar. We genieten van het naar mensen kijken en ontdekken dat de zwervers hier voedsel gebracht wordt. Ons kleingeld om het parkeren te betalen is op. Gelukkig kunnen we met Visa betalen ($12). Op de terugweg naar Baton Rouge West houden we een wedstrijdje slalommen: wie weet van de ene naar de andere weghelft te rijden zonder de kattenogen te raken. Bobbie van de lobby belt ons in onze kamer of alles oké is. Vermoedelijk zag ze ons rondlopen op zoek naar de ijsblokjesmachine. 's Avonds bekijken we ons plantageboek. Ik zeg tegen Yfke: "Misschien wil jouw timmerman wel zo'n huis met pool en veranda voor je bouwen." Week 2: afstand 2389km, totaal 3979km.
    Chretien Point Plantation Bij Sunset (Lafayette) is de Chretien Point Plantation. Waar de oorspronkelijke trap, met classicistische West-Indische stijlelementen uit Gejaagd door de Wind (1939) zich in bevindt. Helaas blijkt het de trap uit Tara te zijn, waar Scarlett de Yankee neerschiet en niet die grootse trap uit Twelve Oaks. Een interessant detail is dat de echte bewoonster er een inbreker doodschoot. Later is dit in het filmscript verwerkt. Er hangen schilderijen waarop de mensen, vanuit welke hoek je ook kijkt, jou altijd aankijken. En er zit een kogelgat in de deur. Ooit is de benedenverdieping als stal en boven als hooizolder gebruikt - toen de zaken slecht gingen. In Texas, bij Orange, belanden we in de 'swamp'. We krijgen een dreun van de hitte, wanneer we uit de auto stappen. Er hangt een benauwde warmte. In St.George, Utah, zullen we later nog eens zo'n overmatige hitte meemaken. Achter het visitor center lopen we een eindje over houten vlonders het moeras in. Langs de kustweg, waar het landschap weer vlak is, zien we veel koeien en jaknikkers. Een hoge watertoren, met daarop de plaatsnaam geschilderd (die je hier bij alle stadjes ziet), spuit als een waterfontein over de weg. Langs de kust staan veel paalwoningen. Galveston We laten ons met de gratis veerpont - onderdeel van de doorgaande weg - overzetten naar Galveston. De zeemeeuwen vliegen voor ons uit. Ons oog valt op het meisje voorop de boot, wier lange rode haren in de wind wapperen. Terug bij de auto zien we dat er blokjes voor de wielen zijn geschoven. Dichtbij de Boulevard vinden we een Econolodge Motel plus zwembad. De vloerbedekking op ons kamer is klam. Waarschijnlijk door de overstroming die hier twee dagen terug was. Toevallig zagen we dat op het nieuws. Er is een McDonalds in de buurt voor een verfrissende milkshake. Na de milkshake gaan we bij het strand kijken. Er staat een klamme wind. Er zitten her en der zwerfkatten tussen de basaltblokken. En grote kakkerlakken die worden gevoerd door een alternatief vrouwtje met krulspelden in het haar. Ahum, zijn dat eigenlijk wel kakkerlakken? Even verderop zit een zwerver. Op het strand is een beachparty gaande, waar ze houden en keren hebben om geen zand in het eten te krijgen. Op de terugweg waait het zand ons in de ogen. We krijgen nu pas door hoe het zit met fooien geven. Je betaalt de rekening bij de kassa en laat 10% tipgeld achter op de tafel. Je mag het geld nooit rechtstreeks aan de bediende geven! Dat mogen ze niet accepteren. Een keer per week is een rustdag ingelast, waarop we de auto meestal niet gebruiken. Vandaag is dat een stranddag, al is het bewolkt. Ik verveel me een beetje, omdat hier weinig moois te zien is op het strand, en loopt helemaal tot Flag Ship hotel en terug. Yfke blijft op een plek in de buurt van het hotel liggen. 's Avonds lopen we nog even over de Boulevard en wachten op de zonsondergang. Er is een zeemeeuw aangereden. Hij spuugt een patatje uit. Dat is z'n soortgenoot fataal geworden, die ligt aan flarden op het wegdek. Een vrouw uit een pick-up komt de gewonde te hulp en weet hem weer aan het vliegen te krijgen. Oeps, toch weer verbrand. Yfke zit op het bed met ijsblokjes op haar gezicht. Ik houd die tegen mijn oren. Dallas De volgende dag vertrekken we richting Houston. Dit saaie traject neemt bijna vier uur in beslag, tot we eindelijk bij een rest area kunnen uitrusten. De zeelucht en de rit hebben ons moe gemaakt. Om half zes arriveren we even ten zuiden van Dallas. We betrappen de receptioniste twee keer terwijl ze met een aanbidder aan het telefoneren is. Ze vergeet door haar amoureuze telefoontjes de airco op onze kamer aan te zetten. Wanneer we weer bij de receptie binnen komen, legt ze snel met een rood kleurend hoofd de hoorn neer. Op zoek naar een telefooncel belanden we achter Wendy's en de McDonalds op een vrachtwagenparkeerplaats. Een pooier houdt z'n hoertjes in de gaten, die tussen de grote gevaartes doorlopen. We bellen met het nichtje van kennissen uit ons geboortedorp in Friesland. Zij woont in Dallas. Ze heeft hetzelfde grappige stemmetje als haar tante. Angela legt mij uit hoe we haar woning kunnen vinden. Uitslapen lukt niet, omdat we naast de HW20 zitten en al die vrachtwagens van de parkeerplaats hier optrekken. Om half twaalf rijden we Dallas binnen. Bij een winkelcentrum, waar we de lunch nuttigen, kunnen we het niet laten bij de gigantische boekenzaak Barnes & Noble naar binnen te lopen. Prachtig ingericht, met een mooie trap naar de eerste verdieping en relaxzitjes rond een vleugel. En overmatig veel lambrisering. Ik koop het fotoboek Women before 10 a.m. met foto's van Véronique Vial. Yfke koopt de roman Silas Marner van George Elliot. En we kiezen voor heit een cd uit van het Mormon Tabernacle Choir. Daarna rijden naar het appartement van Angela in de Williamsburg. We zijn ruim op tijd. Bij de receptie vragen we hoe we door het toegangshek kunnen, want de telefonisch doorgekregen code 06666 blijkt niet te werken. Angela woont in een van de laatste woonblokken op de tweede verdieping. Een cactusje in een Friese mok siert de portiek. We worden met een warm welkom ontvangen. Ze heeft haar ouders en een vriend (van Nederlands-Spaanse ouders) ook uitgenodigd, die even later verschijnen. We mailen op haar computer naar huis. Ik zet de gastgevers voor de haard op de foto. In haar appartement zien we veel Italiaanse afbeeldingen en boeken. Angela is professor in de Italiaanse renaissance. We praten gezellig over onze reis, Friesland, en hun geschiedenis in Amerika. Na het vertrek van haar ouders worden we meegenomen voor een sightseeing tour downtown Dallas. Waaronder West-end, waar Kennedy werd doodgeschoten. Verder zien we een kunstwerk over de Cattle Drive Trail en een station van Greyhound bussen. Het centrum is gezellig met muziekanten die aan het inspelen zijn. Haar vriend, die IT-medewerker en tennisleraar is, heeft intussen blaren gekregen, omdat hij Italiaanse lakschoenen draagt in plaats van goede loopschoenen. Het zweet staat op de rug, zo drukkend warm is het. Angela en Jaco nemen ons mee uit eten in een bijzonder populair Mexicaans eetcafé: Madrid. We drinken sangria en eten allerlei kleine Spaanse hapjes (tapas) en vlampudding als toetje. Na een bakje thee in haar appartement gaan we met haar vriend mee. We waren van plan in een motel te slapen, maar daar wilden ze niks van weten. Hij heeft een ruim huis met 5 slaapkamers en 3 badkamers in een rustige buitenwijk van Dallas. Onze gastheer verontschuldigt zich al snel, hij moet de volgende ochtend tennisles geven. Hopende dat het lesgeven gaat lukken met de blaren die hij vanavond heeft opgelopen. Zijn zus en broer wonen in Chicago. De ouders wonen in Spanje. Zijn broer wil graag terug naar Nederland. Hun Spaanse achternaam is in het Nederlands vertaald: komkommer. Om half negen vertrekken we richting het noordwesten. In deze omgeving rond Dallas zijn opnames voor de film Bonnie & Clyde gemaakt. Amarillo - Cadillac Ranch We rijden door een prairieachtig gebied waar veel ranches zijn. Van ver lijkt het alsof aan de horizon een brand woedt. Dichterbij zien we echter dat de wind met de rode aarde speelt en stofwolken veroorzaakt, die ook over de weg stuiven. Een ellenlange trein sjokt over het spoor rechts van de weg richting Sante Fe. Die komt uiteraard op de video, prachtig op tijd claxonneert de machinist! Thanx! We zien vervallen huisjes en een windmolen in een droog geel geblakerd veld. Het 'scenic' landschap is gevarieerd. Om half vijf arriveren we in Amarillo. Het is nog erg warm. We willen eerst ten westen van de stad de Cadillac Ranch bezoeken. Dat valt nog niet mee omdat het niet goed staat aangegeven. Men gaat er zeker van uit dat je ze vanaf de weg wel ziet staan: de tien rechtop in het zand gestoken Cady's. Midden in een kaal landbouwveld en versierd met graffiti. Na de Cadillac Ranche zoeken we in Amarillo de Route 66, wat ook niet eenvoudig blijkt. Jammer genoeg zijn de meeste winkels net gesloten. In een antique-store mogen we een handtekening op de muur zetten. De receptioniste van Motel 6 zegt dat zij voor het eerst Nederlanders incheckt. Dat vinden we maar merkwaardig. De lucht is helder en het is hier minder benauwd. We genieten van de sterrenhemel. En zitten nog even aan de rand van het zwembad aantekeningen voor dit verslag te maken. De volgende ochtend passeren we de grens met New Mexico, tevens de mountain-timezone. Hiermee zijn we nog een uur vroeger. Opvallend in deze omgeving zijn de groene velden in het verder vrij dorre landschap. De boeren besproeien het land met gigantische sproei-installaties. Groepen herten laten zich zien tussen de plateaubergen. We stoppen regelmatig voor foto- en videoshots. Een verlaten tankstation trekt daarbij ons cameraoog, evenals een windmolen waar rode koeien rondom grazen. Capulin Volcano Van ver rijst de Capulin Volcano uit het landschap op. De kraterrand is met de auto te bereiken. Je kunt tot 126m de diepte in de dode krater (10.000 jaar oud) afdalen. De vele irritante kleine vliegjes doen ons echter snel de auto in vluchten. Op een recht stuk weg hebben we plotseling een magnifiek zicht op de sneeuwtoppen van de Rockies. Onverwacht beginnen we in dit bergrijke landschap aan de steile klim van een bergpas, waarna we Trinidad bereiken. Onderweg naar het noorden van Colorado zien we een verscheidenheid aan luchten; van wolkjes boven de witte sneeuwtoppen tot donkere dreigende massa met weerlicht. We rijden wat langer door dan normaal tot we om kwart voor acht Denver bereiken. Bij Fort Collins nemen we een Motel 6. Op de parkeerplaats bij het Waffle House staat de volgende ochtend een prachtige antieken tweekleurige Chevrolet Bel Air (crème met mintgroen). De wafel met rijstepap vult goed. We rijden de staat Wyoming binnen. De heuvelachtige prairie- landschappen wordt afgewisseld met bergrichels waarop silhouetten van cowboys en bizons staan. Het is zeer rustig op de weg. De politie patrouilleert wel opvallend veel. Waarom? Zorgen de in armoedige omstandigheden levende Indianen voor overlast? Alcoholproblemen? Na Lush rijden we in oostelijke richting over de staatsgrens van South Dakota de Black Hills in. South Dakota is met nog maar één staat gescheiden van Canada en ligt centraal in de Verenigde Staten. We checken in bij een motel in Hot Springs, waarna we nog tijd hebben voor een tochtje. Beginnend bij Windcave (via wegnummer N8) waar veel prairiehondjes te zien zijn. Dat zijn schattige nieuwsgierige beestjes, die in ondergrondse holletjes verdwijnen zodra Yfke te dichtbij komt. Daarna komen we over veeroosters een aantrekkelijke route slingerend door Custer State Park, waar veel bizonkudden zijn. Hier grenst een bosgebied aan de prairie en het is er bergachtig. We zien ook de gevolgen van bosbranden. Mount Rushmore Een paar keer moeten we vaart minderen voor steenbokken en een ezel die op de vrij smalle weg lopen. Na de derde 'one lane' tunnel hebben we plotseling zicht op Mount Rushmore. Vier in de rotsen uitgehouwen hoofden van de presidenten: George Washington, Thomas Jefferson, Abraham Lincoln en Theodore Roosevelt. Jammer genoeg is het hier bewolkt en in de bergen is het bovendien flink wat kouder. Maar ja, we zitten vrij noordelijk en het schijnt dat boven de Black Hills snel bewolking hangt. Terug richting Hot Springs rijden we via Crazy Horse. Het is mistig en we kunnen het onafgemaakte natuurkunstwerk nog net vanaf de weg zien, maar vinden het met deze weersomstandig- heden de moeite niet waard door de entreepoort te gaan. We vervolgen onze weg. In Custer is een leuke westernstraat met winkeltjes. Er zijn poncho's te koop. Een saloon met klapdeurtjes. En een fotoatelier waar Yfke met een als cowboy verklede man op de foto komt. Ik mag z'n revolver even vasthouden. Gigantisch zwaar. Dat had ik niet gedacht. Door wegwerkzaamheden komt de auto behoorlijk onder het stof te zitten. Het laatste stuk nemen we een snellere weg (385) terug. Na 4 uur en drie kwartier zijn we weer bij het motel. Het onweert. Week 3: afstand 3193km, totaal 7173km.
    Wounded Knee Nog niet eerder hebben we de kachel in de auto aangehad. We hebben inmiddels zelfs een jas aangetrokken. We rijden verder naar Wounded Knee. Het miezert constant. Bij Historic Markers vind je informatie over dit gebied op grote borden. Het monument zelf - Masacre - stelt verder weinig voor. Bij een bonafide infoplaats komen we in gesprek met een indiaan die drie tanden mist. Hij wil ons liever een zogenaamde dreamcatcher verkopen, dan informatie geven over het slagveld dat hier plaatsvond. Big Foot en 350 anderen sneuvelden op deze plek. Hij zocht bescherming bij Red Cloud, (de opvolger van Sitting Bull, die generaal Custer versloeg) en was op weg naar Wounded Knee. In dit afgelegen gebied waar alleen maar Indianen wonen, voelen we ons niet echt op ons gemak. Het weer speelt daarbij ook een negatieve rol. We rijden de zuidelijke 'unit' van het nationale park Badlands binnen langs Sheap Mountain om bij Scenic te gaan lunchen. Ik bestel een PB&J Sandwich. Jakkie! Had ik eerst maar gevraagd waar dat voor stond. Peanutbutter & Jelly nota bene. Hoe kunnen ze die troep in een restaurant serveren. Yfke eet een corndog, een hotdog aan een stokje met een krokante laag erom.
    Badlands NP Intussen is het droog geworden, maar nog steeds bewolkt. In Badlands NP - een langgerekte duinachtige heuvelformatie gaan we eerst noordelijk naar de Windows. Een aanrader! Grappige holletjes in opgedroogde modderheuvels. In het voorjaar moet het prairiegras prachtig bloeien. Dances with Wolves werd hier enkele jaren geleden opgenomen. We stoppen bij diverse 'overlooks'. Bij Seabed Jungle zijn fraaie kleurschakeringen. Bij Wall verlaten we het park. In het Golden Corral Buffet in Rapid City verbazen we ons over het fooisysteem. We betalen met Visa en de caissière geeft ons de 'tip' aan contanten mee, om op tafel achter te laten. De regen en mist doet ons besluiten Devils Tower over te slaan. Tussen Custer en NewCastle zien we nog een huis met veranda langs de weg, volledig versierd in de kerstsfeer. Op een bord staat: Kerst gedurende het gehele jaar! Bij een antiekstore langs de weg stoppen we. De eigenaar, een Ier in overal met hoed, probeert te raden waar we vandaan komen. Hij heeft allemaal Nederlandse bierblikjes staan. "I've got empty, you can bring them full." Wat een rotzooi. Prachtig! Zelfs een miniatuurvrijheidsbeeld en een levende ezel. We moeten naar z'n wapen kijken. Voor de gein zet hij het grote vleesmes op de keel van mijn zus voor de videofilm. In Glendo breekt de zon door. We hebben inmiddels de Black Hills achter ons gelaten. Bij Fort Collins keert het prachtige weer terug. Aspen - Rocky Mountains Na Denver rijden we in westelijke richting the Rocky Mountains in. Beginnend met een behoorlijk klim. Vervolgens nemen we de 195 en hebben zicht op Mount Elbert, het hoogste punt van Colorado. Bij Twinns Lake gaan we picknicken op een strandje. We zien een stofwolk de lucht in verdwijnen. Yfke zegt dat het een Hemelvaart was. Via haarspeldbochtjes hebben we met regelmaat magnifieke uitzichten. We stoppen bij een plek waar we in de sneeuw kunnen lopen. En bij de waterval die uit de rotswand valt, neemt Yfke zogenaamd een douche. Even later bereiken we de Independence Pass (3628m). Deze is hoger dan de hoogste bereidbare bergpas in Europa. Hier ligt nog heel veel sneeuw. Er is zelfs iemand aan het snowboarden. In de afdaling komen we uit in Aspen, ons einddoel van vandaag. Aspen is een zeer geliefde wintersportplaats. Maar in de zomer is alles groen. We belanden in Mount Chalet, met een gezellige gezamenlijke zitkamer en gasten uit alle werelddelen. We brengen een tijdje in het stadspark door. Daarna verkennen we het gezellige plaatsje. Een groep Engelsen heeft allemaal dezelfde onderbroeken met opdruk "Aspen" gekocht, en loopt ze nu te showen (over hun andere kleding). Ze worden op verzoek bij elkaar op de foto gezet. We eten bij The Cantina, een Mexicaans restaurant met voortreffelijk eten: een grote tacoschelp met salade en bruine bonensoep met rijst en salade. Mijn favoriete maaltijd tijdens deze reis is overigens: Ceasar salad met een thousand islands dressing. Voor de eerste en laatste keer deze vakantie doen we de was. $1,25 voor 25 minuten wassen en $1 voor 52 minuten drogen. Dat is een koopje vergeleken bij Europese campings. Aspen is een luxe bedoening. Omringd door skipistes. Het is hier boven verwachting warm en zonnig. 's Avonds is het echter wel snel donker tussen de bergen. In het parkje tegenover ons chalet hangen plastic handschoenen om de hondendrollen op te ruimen. En iedereen weet hier wat zijn taak is, dus blijft het opvallend schoon. Daar mogen Nederlanders een voorbeeld aan nemen. We maken er een echte rustdag van. 's Middags ligt Yfke relaxed te zonnen bij het zwembad. Ik slenter door het centrum van Aspen. Colorado Rivier Bij ons vertrek mag ik de auto uit de parkeergarage onder ons motel rijden, want die bocht naar boven is toch wel erg krap. We laten de Rockies achter ons, maar rijden een minstens zo interessant gebied binnen. De grens van Colorado met Utah kruist de schitterende Highway 212 door een verlaten gebied. Een heuvelachtig rood stenen gebergte leidt ons nog voor Grand Junction langs de rode modderkleurige Colorado Rivier, via wegnummer 128. Een werkelijk prachtige route! Het doet ons voor het eerst echt een wild west gevoel geven. Waar twee fotografes de wildwater rafters vereeuwigen, is een leuk strandje, waar wij neerstrijken. Naast ons twee motormuizen en nog een alternatief stel. Hij - met dreadlocks - heeft al een duik genomen. De zwaarlijvige motormuizen maken hun shirts nat en kijken verlekkerd toe hoe het meisje inmiddels ook met ontbloot bovenlijf in het bruine water spartelt en gilt. Wij nuttigen intussen onze lunch. Arches National Park / Canyonlands National Park Voor Moab slaan we rechtsaf het Arches National Park in. Het is twee uur 's middags. We worden herinnerd aan een landschap uit de film Thelma & Louise. Wind en water hebben gezorgd voor de vorming van meer dan 200 gigantische natuurlijke bogen en venstervorming in het rode zandsteen. Na de Balanced Rock, een rotsblok van 3370 ton, nemen we de tweede afslag naar Delicate Arch, met de besneeuwde La Sal Mountains als achtergrond voor een fraai decor. Er lopen twee wandelpaden, wij kiezen voor de kortste. Een afstand van 0,9 mijl. Het is erg warm. We zijn niet gewend veel te drinken, geadviseerd wordt een gallon water per dag. We wandelen vervolgens in Devils Garden 1,2 mijl naar Landscape Arch. De tijd wordt krap wanneer we om vijf uur richting het noorden rijden en dan westelijk afslaan naar Canyonlands National Park. Dit is een van de ruigste parken. Ook hier zijn filmlocaties te vinden uit Thelma & Louise. De Islands in the Sky komen niet mooi op ons netvlies omdat we tegen de zon in moeten inkijken, die nu al vrij laag staat. Ondanks dit genieten we van het spectaculaire landschap. In Moab is een groot Super 8 Motel (iets duurder dan vorige motels). In het Restaurant ernaast eten we. 's Avonds blijft het heel lang warm, zodat we van negen tot elf in het bubbelbad en zwembad kunnen vertoeven en zo nu en dan met een badlaken bedekt op een ligbed rusten. Een relaxte avond. Op de route van Moab naar Monticello rijden we langs de natuurlijke boog Wilson Arch, deze ligt direct naast de weg. Omdat deze zo mooi dichtbij is beklimmen we 'm. Op blote voeten loopt het beter over het vrij gladde rode gesteente. Toch nog even slikken, zo hoog is dit! Mesa Verde Bij Cortez rijden we (na een telefoontje naar de familie in Friesland) richting Mesa Verde, waar vroeger de Indianen woningen in de rotsen bouwden, de zogenaamde cliffdwellers. We blijven bij de viewpoint, want we hebben geen zin om een rondleiding met een gids te doen. Rond half twee verlaten we het park, om een eindje om te rijden voor een bezoek aan de Four Courners. Het enige punt in Amerika waar vier staten, onder rechte hoeken, aan elkaar grenzen: Utah, Colorado, New Mexico en Arizona. Bluff (Twin Rocks) is het ontstaansplek van de Mormomen. Wij overnachten er in Motel Kokopelli. De naam Kokopelli is afkomstig van een mythisch figuur in deze regio. Een soort krekel met een fluit, die de boodschappen overbracht en een teken van voorspoed zou zijn. In het restaurant naast de Rocks gelegen, eten we terwijl de zus van Alissa Milano ons bedient en de boel schoonmaakt. Mexican Hat / Valley of the Gods De volgende ochtend is het lawaaiige touringcargezelschap uit ons motel al vertrokken. Als eerste bezoeken we deze dag de Valley of the Gods; dit moet een miniatuur versie van Monument Valley voorstellen. Zodra we rechts afslaan blijkt de weg onverhard en duiken we de diepte in door een flinke waterplas. He, kennelijk heeft het hier onlangs geregend. Eigenlijk is deze weg vooral geschikt voor terreinwagens. Maar wij hebben plezier in het kronkelige en hobbelige pad. Er trekt een stofwolk achter onze auto; ik film dat van binnenuit door de achterruit. We parkeren de auto bij een afgrond. Aan de bandensporen te zien een favoriete locatie voor een fotoshot. De lol is er snel van af, wanneer Yfke ontdek dat de route 17 mijl lang is. We rekenen uit dat we met dit slakkengangetje wel anderhalf uur onderweg zijn. Dus na ongeveer drie mijl besluiten we om terug te gaan. Want o.a. Mexican Hat staat ook nog op het programma. Een rots die als een sombrero oprijst uit het landschap met in de buurt daarvan nog een primitieve onbemande olieboorinstallatie. Monument Valley Daarna begint Monument Valley, het ideale decor voor talloze westerns. Een park met fantastische monolieten van roestkleurig zandsteen. Bekend uit vele westernfilms. Yfke laat een tumbleweed over de weg rollen, waarbij ik film. De stekelige bol heeft al een dag op de achterbank gelegen, wachtend op een geschikte locatie om door het beeld te laten rollen. Bij de trading post is Indian native art te koop, waar we geen tax over hoeven te betalen. We lunchen bij wat het enige schaduwplekje in Kayenta lijkt, een bosjes op een zanderige parkeerplaats bij een school. Daarna rijden we dwars door de Painted Desert. Prachtige kleurschakeringen in grote zandheuvels maken indruk op ons. De Little Colorado blijkt droog te staan. We vinden de reclame van de Indianen aan de weg vermakelijk. Gedurende een paar mijl lang zie je grote borden met de teksten: \ Koop bij Chief / \ Aardige Indianen / \ keer nu / \ Chief loves you / Grand Canyon Even later rijden we bij de oostentree het Grand Canyon National Park binnen. Het is twee uur en we ervaren ons eerste uitzicht over de Canyon bij Desert View, waar de Colorado prachtig blauw tussen de immens diepe kloof slingert. We rijden over de South Rim, waar we zo nu en dan dicht bij het ravijn komen. De route loopt grotendeels door een bosachtig gebied. Bij Centrum Village stappen we uiteraard door de lobby van Angel Lodge. Zoals een kennis uit Amerika in haar brief als de plek beschreef waar ze haar mooiste indruk van de Canyon beleefde. Squirrels trekken de aandacht van de mensen op het plateauterras. De Grand Canyon trein heeft in Centrum Village haar eindstation. Er is hier dus ook nog een treinverbinding. Bij Tusayan, even zuidelijk buiten het park, vinden we een motel: Moqui Lodge. Een kamer kost maar liefst $94 per nacht! In het park zelf is geen plaats meer en was een overnachting waarschijnlijk nog duurder geweest. Vervolgens sprinten we voor het zien van de zonsondergang naar Desert View. In plaats van om kwart voor acht, zoals men bij de lobby van het hotel zei, is de sunset wel een uur later (of zijn we weer een tijdsgrens gepasseerd...?...). De sfeer is hier onbeschrijfelijk. Iedereen gaat her en der verspreid een plekje zoeken op een rots langs de afgrond. Je hoort een geroezemoes van net zulke benieuwde mensen als wij. Het gaat hier vooral ook om de sfeer, waardoor we dit niet hadden willen missen. Prachtig! Terug naar het motel moeten we voor het eerst tijdens deze reis in het donker rijden. Al hebben we een duur motel; het plafond is van hout en het kraakt behoorlijk op de verdieping erboven. We hebben vanmiddag overigens weer een Hemelvaart meegemaakt toen er een stofpluim naar de hemel oprees. Dit fenomeen blijkt hier dus wel vaker voor te komen. Week 4: afstand 2983km, totaal 10156km.
    Het is erg fris wanneer we de volgende ochtend naar de ontbijtzaal lopen. Dit was vooralsnog de koelste nacht van de reis. Dat heeft met de hoogte te maken. Tijdens het ontbijt komt een ingehuurde gezelschapsheer ons lastig vallen. Erg vervelend wanneer je iets wil eten en zo vroeg op de dag geen gezeur aan je kop duldt. Vanmorgen weer naar het park. We constateren dat het zicht bij Bright Angel Lodge gisteren helderder was. Bij Moran Point en Dessert View stoppen we bij een 'outlook'. Opvallend is dat veel Amerikanen witte sokken en gympies dragen. Soms zien we zelfs pantysokjes. Bij de Indiaanse verkoopsstalletjes bekijken we vlaggen met Indianenkoppen en felgekleurde streepjesdekens. We rijden noordelijk door een bijzonder kleurige steenwoestijn. Na twee uur rijden bereiken we Page. Daar ligt Lake Powell, een stuwmeer dat helder blauw afsteekt tussen de rotsen. Er is een strandje waar we een paar uur zonnen. Om vijf uur arriveren we in Kanab. Een typisch Wild West stadjes met een roodgeverfde postkoets als decoratie in het centrum. We duiken in het zwembad bij het motel. Ons oog valt op de donkerkleurige Lincoln Town Car. Een bijzonder mooi model. En twee Oost- Europese sprekende meisjes die het zwembad met ons delen. Tsjechisch, denk ik. Bryce Canyon NP Net voor de aankomst in het Bryce Canyon NP blijkt de Visakaart bij het tanken niet meer te werken. We kunnen ons er op dit moment nog niet druk over maken en betalen met een travelcheque. In het park stoppen we als eerste bij Bryce Point. De lucht is hier ijl, vanwege de hoogte. We hebben dit pas in de gaten wanneer we de korte, maar behoorlijke zware klim maken naar Upperpoint. Het was ons al opgevallen dat bijna niemand dit deed. Je hebt het gevoel dat je longen veel minder lucht kunnen opnemen. De natuur is hier schitterend! Grillige torenhoge naaldformaties van rozerode en bruine tinten. Bij Sunrise Point moeten we lachen om de vele Japanners. Ze duwen je zomaar hun fototoestel in de handen. "Take picture", commanderen ze en maar glimlachen en giechelen. Op het uitzichtpunt staat echter een behoorlijke wind. De dames gillen allemaal en grijpen naar hun hoedjes wanneer deze dreigen weg te waaien. Bij Sunset dalen we af tussen de rotsspleten. De blauwe lucht geeft een prachtig contrast wanneer we omhoog kijken. Dit is de Navajoloop via Wall Street langs Tors Hammer. En is beslist de moeite waard! Naar boven is het weliswaar een zware klim. Met onze benen tot de knieën onder het rode stof, komen we na 1,5 mijl voldaan boven. Het is omdat de highway 9 door Zion National Park loopt, dat we hier ook nog wat van zien, want op zich stond dit park niet op ons programma. Weer een geheel andere natuurwereld. Rode granietbrokken afgewisseld door grijze bolle. En nog een lange tunnel. Het is erg warm, wanneer we het park uitrijden komen we in een warme zandstorm. In St.George slaat de hitte ons tegemoet wanneer we uit de auto stappen. Gelukkig is er een 'pool' bij de Travelodge. Yfke neemt om half zes een duik in het bad. In het chinees restaurant naast ons motel kiezen we voor een Cantonnees menu. Het valt ons op dat de mensen hier veel eten laten staan. Wij vinden dit onfatsoenlijk en scheppen alleen op wat we op denken te kunnen. Ook bij deze chinees krijgen we een fortune cookies bij de rekening. In die koekjes zit een briefje met een voorspelling en geluksgetallen. Las Vegas We passeren de pacific-timezone en hebben inmiddels - weer een uur vroeger - negen uur verschil met Nederland. De grens van Arizona met Nevada is boven verwachting berg- en rotsachtig. We arriveren vroeg in Las Vegas, een bonte vlek in de woestijn. De snelst groeiende stad van de USA. We rijden eerst door naar de Hooverdam. Het is er vreselijk druk. Veel traag manoeuvrerend vrachtverkeer. Het geheel is moeilijk op de foto te krijgen, omdat we aan de zuidkant niet mogen stoppen met de auto. Weer werkt de visakaart niet en we besluiten naar huis te bellen om dit te regelen met de bank. Anders redden we het de resterende dagen niet. Whisky Pete's blijkt niet aan de HW95 maar de HW15 te zitten, te ver om voor om te rijden. Anders hadden we de doorzeefde Ford kunnen zien, waarin de beroemde bankrovers Bonnie & Clyde aan hun einde kwamen. En het shirt dat Clyde droeg. We rijden zuidelijk Las Vegas binnen via The Strip. Bij de eerste de beste wedding chapel komt net een bruidspaar uit een limo stappen. We blijven wachten tot de trouwdienst is afgelopen om wat fragmentjes op de film te krijgen. Helemaal noordelijk aan deze straat, beroemd door z'n neon en vele extravagante hotels, boeken wij een kamer in een eenvoudig motel. Het verbaast ons dat op een gigantisch bord reclame wordt gemaakt voor VIAGRA. Ook worden er seksblaadjes uitgedeeld op straat. Amerikanen staan er immers om bekend preuts te zijn. Daar is hier geen sprake van. Om vijf uur beginnen we de westzijde van The Strip te bewandelen. We kijken onze ogen uit. Al die luxe hotels, waarvan ieder een thema uitbeeldt en bij elk wel een casino in de lobby aanwezig is. Bij Circus rijdt een complete achtbaan rondom het gelijknamige hotel. Een ander hotel heeft een piramide als ingang en een Egyptische sfinx (Luxor), een Disney kasteel, of prachtige fonteinen. Er staat een stevige wind. Terug naar het motel wandelen we via de oostzijde van de Strip. Hier vindt je Parijs, Venetië en een 'junglehotel' met echte leeuwen. Wat te denken van roltrappen op straat. Wanneer we na het diner buiten komen, is het donker en fris geworden. De Neonverlichting benadrukt die speciale sfeer waar Las Vegas om bekend staat. Dichter bij ons motel gekomen, voelen we aan onze benen dat we een flinke afstand hebben afgelegd. We zijn nog net op tijd voor de Stripteaseshow van half elf. Crazy girls in het Riviera. Met 8 professionele stripmeiden. En een comédienne om het erotische geheel aan elkaar te praten; middels grappen over sekseverschillen. We krijgen een gratis drankje, uiteraard al bij de toegangs- prijs is inbegrepen. In de hal, waar een neger soulband optreedt, is het gezellig druk. Maar we zijn afgepeigerd en zoeken onze bedjes op. Death Valley De volgende ochtend staat er minder wind. We vertrekken om kwart over negen met enige spijt uit Las Vegas. We hadden hier best een dag langer kunnen blijven. Voordat we Death Valley bij Beatty bereiken, is het toch nog een behoorlijk stuk rijden. Rhyolite, onze volgende stop, is een Ghosttown. Echt uitgestorven met nog enkele fundamenten of half afgebrokkelde muren. In ieder geval niet commercieel. Een kunstenaar heeft met witte spoken het laatste avondmaal uitgebeeld. Aan een telefoonpaal hangt het wilde westen: van cowboylaars tot koffiepot. De wegen zijn verlaten, totdat een rode cabriolet ons in het noordwesten inhaalt. Bij de ingang van Death Valley komen we ze weer tegen. Het blijkt een filmcrew te zijn, die hier opnamen maakt. Vast voor een B-film. We hebben vanaf hier een mooi overzicht op de dode vallei. Al is het zicht niet geheel helder. Dan komen we een bordje tegen waarop staat: 13 mijl afdaling. De weg voert ons letterlijk golvend de vallei in. Het enige groen in de Death Valley vinden we bij het Visitor Center, waar we de lunch nuttigen aan een picknicktafel. Bij Zabriski Point is een werkelijk schitterend uitzicht! Verschillende kleuren heuvels met daarachter de diepte van de valley, waar je zout op de bodem ziet zinderen. Via het 20 mule canyon weggetje rijden we tussen smalle zandduinen door. Bij de Sand Dunes rennen we de zandduinen op, voor zover de warmte dit toelaat. We verbranden onze voeten namelijk bijna, door het hete zand dat tussen de slippers kruipt. Dan klimmen we de Valley uit. Rechts zijn rotswanden in alle kleuren van de regenboog. Aan de oostzijde verlaten we het park en komen onderweg natuurlijk nooit een tankstation tegen. Terwijl we tevoren nog zo hadden gezegd hier aan te denken. Maar waar was dat tankstation dan welke op de kaart van de Death Valley stond aangegeven? Nooit gezien... Bij Owens Dry Lake slaken we een zucht van verlichting, want we vermoeden bij Lone Pine te kunnen tanken. En dat is ook zo. In verhouding wel erg dure brandstof hier in het westen. Even later hebben we een prachtig uitzicht op Mt.Witney (4418m). In Bishop vinden we een motel in een achterstraatje. Hier heeft ooit een oom van ons gewoond. Bij Cookies Restaurant moeten we wachten op een tafeltje. Dan moet het wel erg goed zijn. We kiezen de Aziatische Salade met kip. En die is inderdaad voortreffelijk. Mono Lake De ijsblokjesmachine bij ons motel is kapot. Dus halen we ijsblokjes voor de koelbox bij de supermarkt. Je kunt ze echter alleen in grote verpakkingen krijgen. Beter iets dan niets. De volgende bezienswaardigheid is Mono Lake bij Lee Vining. Het water in dit meer is bijna drie keer zo zout als dat van de zee en wordt omzoomd door bizarre kalksteenformaties die uit het water oprijzen. Langs de waterlijn bevinden zich duizenden mugjes. Yosemite National park Vervolgens nemen we westelijk de afslag naar het Yosemite National park. Een van de mooiste natuurparken van Amerika. De klim begint meteen, de automaat schakelt terug en we horen de motor een ongewoon hoog toerental maken. Dit gaat flink wat benzine kosten. Bij het Ellery Lake nuttigen we onze lunch op een rots met onze voeten boven het water bungelend. Het is fris. De sneeuwtoppen zijn zichtbaar op de achtergrond. We bereiken over een slingerende weg de 3031m hoge Tioga Pass. Deze bergpas kan van september tot juni besneeuwd zijn en is vaak ook tot in juni afgesloten maar wij hebben mazzel. Bij Tuolome Meadows Visiter Center hebben we een jas nodig. Er brandt een kachel in het gebouwtje, dat zijn we niet gewend. Op een steile rotswand bij Olmsted Point ontwaren we een romantisch tafereel: een zittend stel, zij tegen zijn borst aangeleund, kijkt uit op de vallei. Er zijn ook veel waaghalzen die de rotswand beklimmen. Gelukkig is het nog juni en niet al te druk. We rijden richting Big Flat Oak Road. In het oosten zien we El Capitan, een groot blok kaal graniet en de meest gefotografeerde watervallen tegenover elkaar in de vallei. Bij Sentinal Bridge hebben we een prachtzicht op Half Dome, met de rivier op de voorgrond. We wandelen naar Yosemite Falls. We wagen het de brug over te steken, die op instorten staat. Een bordje met de tekst "Do not Pass" weerhoudt ons niet van deze waaghalzerij. Jammer genoeg kun je vanaf hier niet zowel de upper en als down falls in één shot krijgen. En de Bridle Falls zijn van dichtbij niet te fotograferen door de bomen die het zicht ontnemen. De vlinders in Yosemite zijn opvallend groot. Bij Tunnelview hebben we volgens ons het beste uitzicht over Yosemite Valley, op Halve Dome, El Capitan én de Bridal Falls. Richting het zuiden lijken we in een langzaam rijdende file te zijn beland, wanneer iedereen gelijktijdig het park wil verlaten. Het Oakhurst Motel ligt 12 mijl buiten het park. In de lobby valt onze koeltas kapot. Alles over de vloer, onze hoofden kleuren rood. We kopen meteen een nieuwe koeltas bij een tankstation en zoeken een inmiddels - favoriet geworden - chinees restaurant. Zo komen we aan ons zoveelste fortune cookie. De volgende dag rijden we meteen het Yosemite National Park weer binnen. In één dag kun je het park niet bekijken en twee dagen zijn eigenlijk ook nog te weinig. In Mariposa Grove zijn gigantische sequoia's te vinden. Grizzly Giant spant de kroon. 2700 jaar oud. We overbruggen wandelend een hoogteverschil van 1000 feet. Een tocht van bijna 7 km, die ons van de ene gigantische boom naar de andere brengt. Van een holle boom waar je doorheen kunt lopen, tot een omgevallen gigant. Zo krijgen we een impressie van de beroemde boom waar vroeger auto's onderdoor konden rijden. Deze is echter in 1968 door zware sneeuwval bezweken. (Bron van internet: The hollow tree you can drive true is fallen down.) We ontwaren een heerlijke geur van dennen. Gele vlinders worden aangetrokken door mijn gele T-shirt. We rijden terug, alleen kunnen we bij de vallei eerder een dwarsweg linksaf nemen. Buiten het park rijden we in de noordelijke richting. We belanden in Bridgeport in een motel. Dit stadje ademt een vreemde afstandelijke sfeer uit. Hier wil je niet wonen! Voor een sportwinkel staat een vriezer op straat met de 'troffees' van de lokale visvangst. Het blijkt een schrikbarend duur stadje in de middle of nowhere te zijn waar de benzine $2,22 kost. Belachelijk! Ze durven hier wel. Het goedkoopste motel is $71,65. "We moeten het van het seizoen hebben", zegt de eigenaar. De kachel op de kamer staat gelukkig al aan. Bodie We ontdekken in een folder dat er een ghost town in de buurt is, Bodie genaamd. Bodie staat bekend om zijn authenticiteit zonder commercie. Precies wat wij zoeken! We moeten er wel 13 mijl voor terugrijden. De laatste 3 mijl zijn een fraai stuk 'dirt road'. De begraafplaats ligt op een heuvel tegenover het stadje, dat vroeger een mijnstad met 12.000 inwoners was. Er liggen veel kinderen. Vooral de grafsteen met het engeltje valt op. Veel Denen, Zwitsers en Ieren. Allemaal gelukszoekers. Het uitschot werd buiten het hek begraven, waaronder twee prostituees. Wanneer we het dorp in wandelen valt als eerste de kerk van de Methodisten van Zion op, met een sober authentiek interieur. We passeren een hotel met biljart en een taptelefooncentrale. Roestige auto's. De eerste lange afstandstroomvoorziening. Een General Store met een kluis, een museum met lijkkoetsen, Zaagfabriek, en een brandweerhokje. Bodie was de moeite van omrijden zeker waard! Lake Tahoe Daarna volgen we weg 389 tot Carson City. Dit zijn de High Sierra Mountains. De sneeuwtoppen rijzen op rondom Lake Tahoe, dat als een kom in de midden ligt. Het opvallend blauwe water tussen de groene bossen is indrukwekkend. Zo te zien een favoriete vakantiebestemming voor de rijkere Amerikanen, die hier 'optrekjes' rond het meer bezitten. We trekken over een gebergte langs het meer en vanaf een uitzichtpunt is een prachtige doorkijk. Vervolgens dalen we af om via de kustweg naar Tahoe Village te rijden. Het is zeer druk op deze route. We zien hier pas voor het eerst een zilverkleurige caravan, de zogenaamde Airstream. Die caravan moet op de foto, zoals ik thuis al in gedachten had. Bij Emerald Bay hebben we vanaf een hoogte een mooi zicht op de enige baai en een eilandje. De "mooiste binnenlandse haven van de wereld", volgens een bordje. We zijn inmiddels bijna het meer rond. Bij het noordelijke Kings Beach boeken we een kamer bij een Big 7 motel met een Griekse eigenaar. Dit is de eerste keer dat we eenpersoonsbedden in plaats van elk een tweepersoons bed hebben. Het strand is bijzonder aanlokkelijk. We zijn van plan om hier weer een rustdag te houden. Bij het restaurant aan het meer bestellen we een gigantisch voorgerecht, dat voor ons tweeën zelfs al teveel is. En Griekse Nachoocheese. Veel! En lekker! Week 5: afstand 2452km, totaal 12608km.
    We betalen die ochtend meteen de kamer voor een tweede nacht, ondanks dat we slecht hebben geslapen op het slappe matras. De Griek is aan het schuim op z'n gezicht te zien net bezig zich te scheren. "That's my 50 dollarbill." Hij doelt op het wisselgeld van gisteren, van de $100 travelercheque. "Geweldig dat jullie dat nog niet hebben uitgegeven!" Om elf uur lopen we naar het strand aan de overkant van de weg. We zonnebaden en genieten van de besneeuwde bergtoppen, de jetski's en het parazeilen. Ongelofelijk om op een strand te liggen in zo'n omgeving. Alleen is het water wel heel erg koud. IJzig tot op het bot. 's Middags gaan we weer naar het strand. Tegen de avond lopen we naar het kleine parkje aan de oever. Hier probeert zwerver Jesse Lee, die aan een ieder z'n hele levensverhaal uit de doeken doet, toeristen wat geld of eten af te troggelen. Wanneer we Lake Tahoe verlaten, blijven we nog vrij lang in een bebost en bergachtig gebied. Dit vloeit vervolgens over in een kaler heuvelachtiger omgeving. Sacramento zien we vanaf ver liggen, omdat er smog boven de stad hangt. We rijden door een wijngebied en langs olieraffinaderijen. Hier vond de 'goldrush' plaats in de richting van San Francisco. San Francisco Nog voor we een geschikte plek kunnen vinden voor de lunch, raken we bij een voorstad van San Francisco in de file. We komen automatisch op de tolbrug (Bay Bridge), vanwaar we zicht hebben op San Francisco. De eerste afslag na de brug naar rechts rijden we meteen het centrum in langs de pieren. Na veel moeite lukt het ons om een parkeerplaats te vinden. Een hippiestel ligt hier op een grasveldje tegen elkaar aan. Hij pingelt wat op een gitaar. Hun auto staat vol leuzen en is misschien ook wel hun huis. Langs het strandje staat het Maritiem Museum. Hier tegenover, bij pier 45, liggen oude schepen. We moeten een fikse klim maken tijdens onze stadswandeling. (zonder gebruik te maken van de beroemde 'cable cars'). Vanuit het hoger gelegen stadsdeel krijgen we een goed zicht op het vroegere gevangeniseiland Alcatraz. Na enkele minuten bereiken we Lombard Street, de kronkelende, met bloemen versierde straat vanaf Russian Hill is één van de beroemdste straten. Hierna lopen we terug naar de Fisherman's Wharf en Pier 39, langs de kade met haar vele winkeltjes. Een entertainer laat mensen op straat schrikken door achter een takkenbos te voorschijn te springen. Op het bordje bij hem staat "Bushman" geschreven. Het is puffend warm. We zoeken eerst aan de westkant van de stad naar een motel. Die is vol. Dan rijden we terug naar het centrum. Dichtbij de City Hall en de Opera proberen we twee hotels. Helaas. De eerstvolgende heeft pas een kamer voor ons. Oasis Inn's tarief is $104 per nacht. En die dure kamer heeft geen eens airco. Maar we krijgen bij de receptie wel een lekker gratis sojadrankje aangeboden. Op de hoek van de straat richting de Opera eten we een pizza. Vrijgezellen hebben hier kennelijk hun stamplek voor het avondeten. Tijdens de avondwandeling zien we veel zwervers. Terug op onze kamer gooien we de ramen wijd open en doen het licht uit. Zodat we ongezien, zoals in de film Rear Window met James Stewart, bij appartementen aan de overzijde naar binnen kunnen kijken. Waar de mensen thuiskomen van hun werkdag. Beneden ligt een junk op straat te spuiten. Dit zal zweterigste en de meest lawaaiige nacht van de reis worden. Midden in het stadsleven. Constant hoor je sirenes loeien. We worden 's nachts een keer wakker. Het is dan nog warm en we hebben dorst; van de pizza en de droge warme lucht. De volgende dag is het koeler. We rijden naar de kust waar zeemist opdoemt. De Golden Gate ligt daar grotendeels in verscholen. Samen met Japanse zakenlui in nette pakken kunnen we er nog hartelijk om lachen. Er staat een stevige zeewind. We lopen een stukje de brug op, waar ook veel fietsers en joggers gebruik van maken. Later vandaag of morgen nog maar eens proberen. We rijden naar de historische huizen op Alamo Square, de zogenaamde Pink Lady's. Die intussen in andere kleuren zijn geverfd dan op de afbeelding uit onze reisgids. Dit parkje ligt weer hogerop en hier schijnt de zon. Vervolgens bezoeken we Chinatown, waar het lastig parkeren is. De straatnamen in dit stadsdeel zijn tweetalig. De gevels van de bazaars en winkels bijzonder kleurrijk. Zelfs de straatlantaarns zijn in een Chinese stijl. We sneupen langs de snuisterijen. Van Krekeltjes in doosjes, rijstedrank romertjes, boeddhabeeldjes, lampions, parasols tot onschuldige XXX-rated artikelen. In een antiekzaak laat ik mijn oog vallen op een zwart gelakt kamerscherm met fraaie afbeeldingen. We informeren hoe duur het is deze te laten versturen/verschepen. Hm. Toch maar wachten tot in Nederland zoiets te vinden is. We eten chinees, inclusief een potje thee. De soep vooraf is helder en zeer hot. Voor een middaghap was de maaltijd te overdadig. We rijden nog een keer naar de brug. Terwijl in het centrum de zon schijnt, hangt daar alles nog in de zeemist. Jammer. Bij een volgende trip misschien meer geluk. We zoeken met de auto het cybercafe Brainwash op, even buiten het centrum. Hier kun je gelijktijdig de was doen, je drankje bij de bar halen en mailen. Een nep parkeeragent, met kapiteinspet, zonder ondergebit, probeert ons $5 af te troggelen. We geven hem $2 voor de moeite. En hij beloofd ons op de auto te passen. We checken de volgende ochtend uit, maar kunnen het niet laten nog even naar Chinatown te rijden. Gisteravond bedachten we dat we er nog wat wilden kopen. Ik word uitgenodigd bij een kapsalon. Achteraf heb ik spijt dat ik niet op de vriendelijke uitnodiging van het Chinese kapstertje ben ingegaan. Winchester Mistery House Via de 101 rijden we in Zuidelijke richting naar San José door Californië. Het eerste stuk is een vrij drukke en vervelende weg. We bezoeken het Winchester Mistery House. Het raadselachtigste huis ter de wereld. Het huis heeft een heel merkwaardige geschiedenis. Toen William Wirt Winchester, wapenfabrikant en uitvinder van het repeteergeweer, jong aan tbc stierf, erfde zijn weduwe 20 miljoen dollar. Omdat ze ook haar dochtertje had verloren, werd ze bang van geesten. En al die met Winchesters doodgeschoten mensen hadden het ook op haar voorzien. Deze kon ze op afstand houden door dag en nacht aan haar huis te laten bouwen. In 1884 kocht ze het 18 kamers tellende huis en tot haar dood in 1922 breide ze het uit tot 160 kamers, met 3 balzalen en 13 badkamers. Na de lunch in de tuin van het huis nemen we een één uur durende rondleiding: trappen eindigen tegen het plafond, geheime ramen hebben zicht op de keuken, kastdeuren met muren erachter. We zien ook schade als gevolg van de aardbeving in 1906. De beroemde kustweg "17 mijl drive" is helaas afgezet als gevolg van de US open golf bij Pebles Beach. Door de hardnekkige zeemist zouden we deze waarschijnlijk toch niet zijn gereden. Nog een bijkomstigheid hierdoor zijn de overvolle motels. Dus zijn we genoodzaakt door te rijden naar Gilroy, te bereiken over de smalle bergweg via Mt. Madonna. Pas het derde Motel in Gilroy heeft meer dan enkel nog een Kingsize bed over. We eten op de kamer de uit de supermarkt gehaalde kipsalade en yoghurt. Bij de Mission San Juan Baptiste gaan we op zoek naar het torentje uit de film Vertigo van Alfred Hitchcock met James Stewart. Maar het beroemde torentje uit de film ontbreekt in de werkelijkheid. De rest van de locatie is wel herkenbaar. Laat vanavond nu net die film op tv komen. Toeval? De volgende ochtend nemen we de weg langs de grillige en rotsachtige Pacific Coast. Ondanks de bewolking, met zo nu en dan een blauw stukje lucht, is dit een indrukwekkende route met bijna voortdurend zicht op zee. Bij Hearst Castle loopt een pier de zee in. Een lievelingsplekje voor vissers. Zwemmen hoef je hier niet te wagen, daar is het water veel te koud voor. We lunchen hier. Bij Thousand Oaks nemen we een Motel 6. We vinden het te laat worden om nog door te rijden naar ons volgende logeeradres bij familie in LA. We laten hen telefonisch weten dat ze ons morgenavond om zeven uur kunnen verwachten. Op de parkeerplaats bij ons motel staat een oud kampeerbusje. Een vader is met zijn kinderen - een moeder hebben we niet kunnen ontwaren - alle troep (veel kleding die uit de jaren zeventig en tachtig lijkt te komen) opnieuw aan het indelen. De spullen staan bijna allemaal uitgestald op straat. 's Avonds eten we op onze kamer afhaallasagne van het nabij gelegen winkelcentrum. Om de kunstmatige smaak van dit Italiaanse 'lekkernij' uit een foliebakje te compenseren strooi ik het gehele zakje pepers erover. En dát had ik niet moeten doen! De rest van de avond en de nacht heb ik nog nergens last van. Maar zo'n half uur na het wakker worden, krijg ik me toch maagkrampen! L.A. De begraafplaats Holy Cross staat vandaag als eerste op het programma. We rijden er gemakkelijk naartoe. Aan de hand van een artikeltje uit het filmtijdschrift SKOOP (bestaat niet meer) weten we dat we bij sector Grotto moeten zijn. Zodra ik uit de auto stap en in beweging kom, laten mijn darmen weten dat zij er ook nog zijn. Ai! Na een vruchteloze zoektocht vragen we toch maar een vrouw naar het graf van Sharon Tate. Tate is de op gruwelijke wijze vermoorde zwangere vrouw van filmregisseur Roman Polanski. Slachtoffer van de Manson-clan. De steen van Tate, zoals die op de foto uit het artikel is te zien, is vervangen omdat haar moeder inmiddels ook in het graf ligt. De begraafplaats is hier prachtig aangelegd. In het midden van het terrein is een mooi marmeren mausoleum. Memorial Park bij Westwood is de tweede begraafplaats die we inj L.A. bezoeken. Doordat het tussen de kantoorkolossen ligt, zien we het eerst over het hoofd. Hier ligt Marilyn Monroe in de Sanctury of Tranquility. Een muur met economisch boven elkaar liggende graven. De steen van de blonde filmgodin zit op kushoogte vol met lippenstiftafdrukken. Maar ik kan me nauwelijks op Monroe concentreren. Ik moet dringend naar het toilet! Mijn darmen staan in de fik! En wat een geluk dat er op zo'n moment een uiterst schone toilet is waar ik... Ahum. Al stoort Yfke me omdat ze ongerustig begint te worden over mijn langdurige toiletgang. Hoe dan ook, ik heb nog nooit zo nodig gemoeten als bij Marilyn Monroe. Daarna rijden we de Sunset Boulevard af. Van modale en luxe optrekjes tot hoogbouw waar Hollywood Boulevard begint. De beroemde witte Hollywood letters zijn nog te ver af voor een foto. Bij het Chinese Theater gaat de tweede "Mission Imposible" met Tom Cruise in première. Aan de Walk of Fame lopen we met de ogen op de stoep gericht over de sterren. Ons volgende bezoek is Echopark, een locatie uit de film Chinatown met Jack Nicholson. Dit park is bijzonder vanwege roeibootjes in de grote vijver, de palmen en waterlotussen als voorgrond tegen de skyline van Los Angeles. Onze aandacht wordt getrokken door een bijzondere kampeerbus. Een etalagepop met vlindervleugels siert de uitbundig beschilderde bus. Dit moet de berijdster van een motor voorstellen, die gedeeltelijk op de motorkap is gemonteerd. Een alternatieve hippie bewoont de bus met z'n drie buldogs. Vanwege de honden blijven we een beetje op afstand bij het maken van foto en video. Ons laatste uitstapje van vandaag is Huntington Beach. Met een prachtig strand, een lange pier en de typische Amerikaanse baywatch posten. Precies op tijd komen we aan bij ons logeeradres in Buena Park. Een stoffige donkergroene Mercedes, die wel zwart lijkt, staat op de oprit. Tot spijt van haar eigenaresse heeft de automotor echter het loodje gelegd. Hier in Amerika blijven veel afgedankte auto's en zelfs huizen op het erf staan tot ze wegroesten of rotten, lijkt het wel. We krijgen voor het eerst in bijna zes weken weer lekkere Hollandse pot. De zoon eet ook nog bij moeders en heeft z'n blonde lange lokken uit de tijd dat hij in een bandje speelde, ingeruild voor een kastanjebruin beatleskapsel. Hij deelt met z'n broer - vrachtwagenchauffeur - een appartement. Omdat we zoveel bij te praten hebben, is het zomaar laat. Joshua Tree National Park Het is maandag. Voor onze gastvrouw en gastheer een gewone werkdag. We hebben twee uur rijden om bij de entree van het Joshua Tree National Park te komen. Dit park ligt tussen de hoger gelegen Mojava Woestijn en de lager gelegen Colorado Woestijn. We komen door oasen met waaierpalmen en reusachtige Yuka's, die als biddende armen naar de hemel wijzen. Dat ze metershoog zijn, zie je pas wanneer je er met de auto naast parkeert. In Hidden Valley ontdekken we in het dorre landschap weer een 'Airstream', een zilveren caravan, op de perfecte locatie voor een foto. In Cholla Cactus Valley lopen we tussen metershoge cactussen door. Voor een foto loop Yfke iets te ver naar achteren, waarbij er cactusstekel in haar kuit dringt. Bij het Joshua Tree Visitor Center is een eenvoudige tentoonstelling. De weg terug naar Los Angeles, is dor en heuvelachtig. Er staan ontzettend veel windmolens in deze vallei. Om vijf uur zijn we terug en relaxen in de tuin van ons gastenverblijf. Mijn zus herinnert zich het restaurant "Pofolks" nog van een vorige keer. Daar loopt een miniatuurtreintje binnen over rails langs de muren. Daar willen we vanavond graag eten. Week 6: 1858km, totaal 14466km.
    Vandaag is het onze laatste dag om hier nog wat te ondernemen. Wanneer later iemand ons zal vragen wat we in Los Angeles hebben gezien, moeten we met enige schroom antwoorden: "Een begraafplaats, een begraafplaats en nog een begraafplaats." Onze derde en laatste begraafplaats is Glendale Forest Lawn. Kitscherige vormgegeven met zwanen in een vijver bij de ingang. Een babysector in hartvorm met de naam Lullaby, veel religieuze beelden, het laatste avondmaal in glas en lood, en enorme schilderijen met afbeeldingen van de Kruisiging en de Wederopstanding. Overweldigend! 's Avonds nemen we Chip en Tineke mee uit eten. De volgende ochtend besteden we aan het inpakken van de koffers. Voordat we naar het vliegveld rijden, willen we de werkplek van onze Chip bezoeken. Temidden van de LA haven, waar ooit veel jaknikkers stonden, vinden we hem in zijn 'yard': een sloperij. De metalen wanden rondom het terrein worden overeind gehouden door palmbomen en prachtig bloeiende cactussen. Het schroot is metershoog opgestapeld. Er tussendoor lopen is veelal niet meer mogelijk. Behalve naar de milieucontainers, die hij trost aan ons toont. In het kantoortje kun je nog net een stap binnen zetten. Het hangt er vol met notitievelletjes, waardoor door het raampje kijken bijna niet meer mogelijk is. Hij draagt een tropenhoed en zijn gezicht zit onder de zwarte olievegen. Een figuur voor televisieprogramma's zoals De stoel of Vreemde Vogels. Tot onze spijt moeten we onze fijne auto weer inleveren. Dat is lopende bandwerk bij het verhuurbedrijf van Herz. We nemen afscheid van een auto waar we probleemloos een enorme afstand mee hebben afgelegd. Even later staan we ook al in de vertrekhal, voor onze laatste uurtjes in de USA. Laatste dag: 227km, totaal 9126ml=14693km. Op het vliegveld hebben we ruim de tijd. Jongeren zitten te dommelen of te kaartspelen op de vloer. Dit keer nemen we wel plaats in een grote boeing van KLM. Ruim 11 uur later schuiven de deuren van de aankomsthal van Schiphol open. Als eerste zien we Alex en Affke, de kinderen van Yfke. Ze stralen van blijdschap en zijn wild enthousiast. Johan (26) en Yfke (33) 9 mei tot en met 22 juni 2000