USA (2000)
Van oost (Miami) naar west (Los Angeles): 14693 kilometer.
Dit is het verslag van onze rondreis per huurauto door Amerika.
Ondanks de vele afgelegde kilometers hebben we de reis nooit
als lang of vervelend ervaren. Amerika is een fantastisch land
om door te reizen. De meeste wegen waren uitstekend. En iedere
week was een rustdag ingepland.
Dinsdag 9 mei 2000. Het is vier uur in de ochtend. Heit wil ons
via de afsluitdijk naar Schiphol brengen. Wanneer hij had geweten
dat we helemaal via Sneek zouden worden omgeleid, had hij evengoed
via Joure door de polders kunnen rijden. Hoe dan ook, om kwart
voor zes - prima op tijd - arriveren we bij Schiphol.
We kunnen direct inchecken.
Om twintig over zes zijn we door de douanecontrole. In verband
met de strenge veiligheid van Amerikaanse maatschappijen, stelt
een Nederlandstalige donkerkleurige vrouw ons allerlei vragen.
Onder andere wanneer en of we zelf onze bagage hebben ingepakt.
We maken observerend kennis met de medepassagiers die ook
zitten te wachten. En zijn een beetje teleurgesteld wanneer
we na het inboeken horen dat we in een toestel van Northwest
zitten en niet één van onze nationale trots, een direct gevolg
van de nauwe samenwerking van de KLM met Northwest.
Ik film een grotere Boeing van Northwest, omdat deze meer indruk
maakt dan ons toestel. Want we moeten helaas in een slechts
driemotorige DC10 plaatsnemen. Onze stoelen (35 a+b) bevinden
zich links achter de vleugel. Een mooi plekje om te filmen.
We kunnen ons al enigszins op onze bestemming instellen
doordat het boardpersoneel Amerikaans is. Het is grappig hoe
een al wat oudere stewardess "tea" uitspreekt en hoe ze haar
lippen daarbij toont.
"This morning eggs or pancakes for breakfast?"
Natuurlijk maak je tijdens zo'n vlucht personen mee, die in
je geheugen blijven gegrift. Zoals de met goud behangen
Amerikaan, die telkens maar weer Whisky besteld. En ook de
film die in het vliegtuig getoond wordt. In dit geval "Strange
World" van David Lynch. Over een oude man die op z'n
zitmaaier door Amerika trekt.
Ik vlieg voor het eerst en vind het prachtig! Vooral het
stijgen: de trilling in het vliegtuig bij het snelheid
maken, het lawaai van de hoge toeren draaiende motoren, en
uiteindelijk het loskomen van de aardbodem, waarbij we extra
in onze stoelen worden gedrukt.
We vliegen over het midden van Engeland en het noorden van
Ierland. Boven de wolkendeken schijnt de zon. Het is net
alsof er een sneeuwvlakte onder ons ligt. De blauwe lucht
vormt een scherp contrast.
Door het lange wachten op de koffers is de overstaptijd in
Detroit erg krap. Snel worden we met een taxibusje naar gate
D8 gebracht. De vlucht in toestel 754, niet veel groter dan een
autobus - drie stoelen aan weerszijden van het gangpad - is leuk
en 'lekker' wild. Het Italiaanse echtpaar voor ons slaat voor
het opstijgen een kruisje, waarop Yfke zegt: "Dan zitten
we wel goed".
Miami
De piloot laat ons uitgebreid de kustlijn van Florida zien.
Vanaf zee draaien we twee keer een bocht van negentig graden,
waarbij het vliegtuigje aan alle kanten kraakt. Maar het lijkt
een nieuw toestel; dat helpt om vertrouwen te hebben in de
vliegkunsten van onze jolige verhaaltjes vertellende piloot.
Wanneer na deze drie en half uur durende vlucht lopende band
nummer 13 in Miami stopt, en de bagage van Yfke nog niet
te voorschijn is gekomen - van mij wel - blijken haar bange
vermoedens te zijn uitgekomen. Haar bagage is kwijt. Na de
nodige formulieren te hebben ingevuld bij de servicedesk,
beloofd men ons dat wanneer ze de bagage vinden, dit meteen
naar het hotel gebracht wordt.
Bij de Hertz-desk van mollige Michelle gaat er nog wat mis
wanneer ze per ongeluk onze huurauto inboekt op eindbestemming
Louisiana in plaats van Los Angeles. Ze kan nu alleen nog
maar een andere auto van een grotere categorie inboeken,
zonder dat het ons overigens meer gaat kosten. Hetgeen wij
natuurlijk niet erg vinden. Zolang die wagen maar niet veel
meer zuipt.
Bij de uitgang van het vliegveld realiseer ik me pas dat we
in een totaal andere wereld zijn beland. Vooral de auto's en
de temperatuur zijn een wereld van verschil.
Met een busje worden we door een naar een Spaanstalige muziek
luisterende chauffeur ruim 5 kilometer verderop naar de
parkeergarage gebracht. Op P5 staat onze grijsmetallieke
Chevrolet Malibu voor ons gereed. We verzekeren ons ervan dat
de minimale schade op de splinternieuwe wagen niet op ons kan
worden verhaald. Ik neem als eerste plaats achter het stuur.
De automaat, de voethandrem en de bediening van de ruiten
moeten eerst wennen.
We zoeken hotel Maxima aan Collins Avenue op. Onderweg rijden
we over bruggen waar onder achtervolgingsscènes met boten uit
de serie Miami Vice zich afspeelden. De receptie van Maxima
zit merkwaardig genoeg in het pand ernaast, hotel Catelania.
We bestellen een ice tea in de McDonalds en moeten aan het
geld wennen. Ondanks het advies niet te vroeg te gaan slapen,
kan Yfke niet veel langer wachten en gaan we om half negen
slapen. 's Nachts horen we pianomuziek in de lobby.
Yfke leent de volgende ochtend een korte broek van mij.
Bij de drugstore, waar bijna alles te koop is - zelfs
hartpillen - kopen we ons ontbijt, aspirines en een
telefoonkaart. Alleen is het even uitdokteren hoe die kaart
werkt. Wanneer we bij de zoveelste telefoon geen gleuf voor
het kaartje kunnen vinden, ontdekken we het systeem: eerst
het nummer op de kaart bellen, je hoort vervolgens het saldo
van een computerstem, en mag dan doorschakelen naar het
gewenste nummer.
We lopen naar het art-deco district met verscheidene pastel-
kleurige panden. Aan de Ocean Drive waait een verfrissend
windje. We wandelen over de boulevard met langs weerszijden
palmen. Wet Willy's is een leuke openluchtbar. Hier worstelt
een macho met z'n dakje van de cabriolet. Hij schaamt zich
voor zijn gepruts.
Er rijden 'blikken' auto's, die de lunch voor werklui rond-
brengen. Overal op de straathoeken staan typisch Amerikaanse
krantenbakken en brandkranen. En we zien veel jonge mensen
skeeleren over de boulevard.
Het gemis van de bagage mag de pret niet drukken wanneer we
een eerste blik werpen op het prachtig witte strand en de
helder blauwe zee van Miami Beach. Want deze twee dagen zijn
bedoeld om bij te komen van de vliegreis. Het strand ligt
achter de gebouwen aan de overzijde van de straat waar ons
hotel aan ligt. Ondanks het angstige idee dat we de bagage
misschien wel nooit terugzien, kunnen we ontspannen. Mooie
zeilbootjes, mooie kontjes en meer moois. Een ideale plek
om een zonvakantie te houden. Buiten het orkaanseizoen dan
wel te verstaan.
s' Avonds lopen we weer naar Ocean Drive. Om ongeveer negen
uur gaat de zon onder. Limousines rijden af en aan bij de
hotels. Er is live-muziek op de terrassen van de gezellige
cafeetjes. Een buitenbar is rondom gedecoreerd met verlichte
fonteinen. Ik waarschuw Yfke dat ze niet zo met haar
armen moet zwaaien tijdens het praten, want straks stopt er
nog een taxi. Er hangt een gemoedelijke sfeer.
Yfke was al wat bruin van de zonnebank. Maar ik niet.
Ze haalde me ook nog over om mijn T-shirt uit te doen, wat
ik haar niet in dank heb afgenomen. Mijn flesje after sun
hebben we binnen korte tijd bijna geheel op onze lichamen
gesmeerd. Na de noodzaak in dezelfde onderkleding te lopen
en in mijn korte broek - die haar nog wel leuk stond - word
haar bagage op de tweede avond door een taxi gebracht. Ze is
uitzonderlijk blij! Al blijkt later dat er dingen uit zijn
gestolen.
We zijn vroeg wakker. Helaas is de melk voor ons ontbijt
zuur. We hebben geen ijskastje op de kamer en de kluis
blijkt niet koel genoeg te zijn. De schoonmaakster klopt
aan. "When do you leave?" Nu dus. Het is tien uur. Op straat
slaat de hitte ons in het gezicht. Voor ons verbrande
huidjes is dit eigenlijk te veel gevraagd. We vluchten in
de auto en zetten de airco op de hoogste stand.
Key West
Vanaf Miami leggen we 265 kilometer af over de door bruggen
verbonden eilandjes naar het zuidelijkste puntje van de
staat Florida. Omgeven door het helderste blauwe water, een
paradijs voor duikers en andere watersportliefhebbers.
We passeren de afslag naar de Everglades (staat niet op ons
programma).
Opvallend op het eerste traject zijn de brievenbussen langs
de weg: vermomd als dolfijnen, vissen, minihuisjes, etc.
Om kwart over drie arriveren we bij het luxe Fairfield
Inn. We hebben een mooie kamer, inclusief strijkplank. We
horen de buurvrouw lampenknopjes uitproberen en moeten
lachen, want ons lukte het ook niet om het licht aan te
krijgen. We rijden nog even naar het centrum, dat dichterbij
is dan we hadden verwacht.
In het typische, in Victoriaanse stijl gebouwde stadje Key
West, zijn alle bezienswaardigheden op loopafstand. Key West
is doordrenkt van Caribische invloeden. We zien prachtige
veranda's en balkons met schommelstoelen of hangmatten.
Zelfs een kerstman op een schoorsteen. Onder een boom vinden
we een grafmonumentje met daarop de tekst: "Little chicken,
gedood 1999 tijdens het oversteken van de weg R.I.P"
Tijdens het lezen horen we een haan op een tak boven ons
in de boom kraaien.
Op de vierde dag nuttigen we het ontbijt naast de pool bij
de tikibar. Krantje erbij. Onder andere de schrijver
Hemingway heeft in Key West gewoond. Zijn stamkroeg hier was
Sloppy Joe's. Een van de gezelligste bars van Amerika. En een
must! Met bijna altijd live muziek. We vragen ons af waarom
de bardame aan een bel trekt en komen er achter dat ze dit
elke keer doet wanneer ze een fooi heeft ontvangen.
Bij de haven, waar de Fury Catamarans allemaal zijn
uitgevaren, kunnen we een blik op zee werpen. Op ons gemak
lopen we vervolgens door de beroemde Duvalstreet. Daarna
rijden we via de zuidkant van het stadje terug en verpozen
nog een tijdje op het strand, merendeels in de schaduw.
Op de parkeerplaats bivakkeert iemand met een camper die
z'n hele hebben en houwen er aan vast heeft gelast of
getimmerd, inclusief een brievenbus. De pool bij het hotel
vormt in de avond een aangename verfrissing.
We passeren Miami weer wanneer we naar het Noorden rijden,
over een groot deel van de tolweg 821. Tot Fort Pier, want
daar gaat de weg over in de 95. Er vallen een paar
spettertjes regen. Snelle vrachtwagens halen ons in, terwijl
wij al 120 km p/u rijden. Je mag hier 65 miles/hour.
Dat gaat ten koste van de banden, want overal op en langs
de wegen zie je restanten van vrachtwagenbanden liggen.
We willen thuis ook wel zo'n auto: stuurbekrachtiging,
airco, cruise controle. Veel gaat automatisch, zelfs de
lichten (zullen we later ontdekken).
Rond vier uur zijn we in Titusville. We eten voor het eerst
Chinees in buffetvorm en krijgen een fortune cookie na
afloop. Een tafeltje verderop zit een agent tijdens zijn
diensttijd te eten. Een meisje loopt met haar ouders langs
het buffet en is overdreven popperig en volwassen gekleed
voor haar leeftijd, met panty's en glitterschoentjes. Het
is ontzettend warm op onze goedkope motelkamer van de Tree
Oaks. We zitten 's avonds buiten af te koelen en worden om
vijf uur door een vervelende steekmug gewekt.
Kennedy Space Center
De volgende ochtend ontbijten we bij Dunkin Donuts en rijden
meteen door naar het Kennedy Space Center, waar het om tien
uur al zeer warm is. We sturen een mailtje naar Nederland
met een foto van onszelf. (Welke mislukt, omdat we steeds
dichter bij de computer gaan staan, in plaats van afstand
te nemen). We doen bijna alle attracties aan op dit grote
schiereiland, waar tevens een soort reservaat is met
krokodillen, schildpadden en vele vogels. We zien ook een
adelaarsnest van wel 2 meter in doorsnee.
We nemen een drie uur durende rondrit met een bus.
De 'bejaardenbus'. Een oude vrouw voor ons heeft zakdoekjes
in de oren tegen het lawaai. Ze wisselt met haar nog oudere
vriendin van plaats bij het raam, die fanatiek aan het
filmen slaat. Hoogtepunten deze dag zijn: het Apollo en
Saturnus 5 center, de Imax film en een koud astronautenpilsje
in een plastic beker (voor mijn zus dan, want ik drink geen
alcohol).
Daarna rijden we terug naar Titusville, waar we nu het
Siësta Motel uitproberen. Al niet veel beter dan dat van de
afgelopen nacht. Het zou gerund kunnen worden door de
broer van het vorige. Deze deed het echter beter in zaken.
Want hij belegde in Nederlandse aandelen. Voor z'n oude dag,
aldus de beste man.
Natuurlijk gaan we de volgende dag weer ontbijten bij Dunkin
Donuts. We blijven de Atlantische kust naar het Noorden
volgen, waar de omgeving opvallend groen is. Onderweg een
paar buitjes.
Savannah
Om half twee rijden we Savannah binnen.
De stad heeft mooie straten met living oaks (deze blijven
in de winter groen), met merkwaardige slierten. Veel grote
oude huizen met mooie entreetrappen en aantal typische
squares met parkjes in het midden. Bij de rivierzijde zijn
winkeltjes. Er zit een leuke Ierse Pub in een van de oude
katoenpakhuizen. Savannah was ooit de grootste exporthaven
van het witte goud: Katoen!
Beaufort
We rijden via een 'wildlife' gebied de staat South Carolina
binnen naar het 300-jarige Beaufort. Een paradijselijke
stadje met prachtige historische Antebellum huizen en
overhangende eikenboomlaantjes. De boom voor een van de
huizen doet ons denken aan die uit de film The Portrait
of a Lady. Tegenover dit huis lopen twee dalmatiërs op de
veranda te blaffen.
In Beaufort is een wereldwijd kunstproject tentoongesteld met
kleurrijke beschilderde beelden van koeien (schaal 1:1) die her
en der in het stadje staan opgesteld. Veel van de 'mansions'
zijn ingericht voor bed & breakfast. Beaufort heeft ook nog
een mooi haventje. Bij Olly's (krokodil) eten we een salade
op het terras. Er zijn steekmugjes, dus we blijven niet te
lang zitten. Het is hier een nogal moerassig gebied.
Na het eten gaan we snel naar de vuurtoren om de zonsondergang
mee te kunnen maken. Maar dit mislukt wanneer op het laatste
moment een grote wolk de zon doet verdwijnen. Maar de rit op
zich was al een avontuur. Relaxed hebben we in de auto maar
even genoten van de muziekzender met golden oldies.
En dan is het meteen pikkernacht. Want schemering lijkt men
hier niet te kennen.
Week 1: afstand 1590km.
We ontbijten in de bakkerij bij het visitor center in de
zelfde straat als het motel. Er is een verzameling
handgemaakte souvenirs, waaronder mooie mobielen.
Een eekhoorntje hangt aan een maïskolf, die als molen is
bevestigd in de bast van een boom. De molen draait zodra
hij hier aan gaat hangen.
Magnolia Plantation
Vervolgens rijden we binnendoor richting Charleston, waarbij
eerst nog Magnolia Plantation op onze route ligt. Via een
oprijlaan door de 'swamp', tussen oude knoestige bomen rustend
op kunstig slingerende wortels in het wateroppervlak, bereiken
we de plantagewoning.
Daar nemen een rondleiding door het huis. De eigenaar
ontvluchtte zelf zomers deze plaats in verband met ziekten
die er uitbraken. We zien het ons bekend voorkomende Meissner
Porselein en een biologische en natuurwetenschappelijke boeken-
verzameling. De eigenaar schreef ook een verzameling 'poems'.
De tuin (oudste van het land) met 250 soorten Azalea's,
magnolia's en camelia's zo hoog als bomen, en de bijbelse
tuin, valt op zich wat tegen. Voornamelijk omdat niet alles
bloeit, zoals op het plaatje in de folder wel te zien is.
Charleston
In Charleston, een vrij drukke en grote stad, vinden we vrij
snel het historisch centrum. Hier is het eerste schot gelost
van de Burgeroorlog, die vier jaar zou duren (1861-1865).
We lopen over de Battery waar een heerlijk verkoelende wind
vanuit de haven waait. Dit is een locatie uit Gone with the
wind, waar Scarlett met haar tante liep toen ze hier logeerde.
Langs de kade groeien allerlei roze/witte oleanders.
Even buiten de stad verrijden we ons op dezelfde plaats als
eerder vanmiddag. Eerst nog even een hotdog eten dan maar.
We zijn van plan net buiten de stad een motel te zoeken.
Maar zitten echter al op de 78 richting het Westen, waaraan
nooit weer een motel lijkt te komen. Pas dichtbij waar de
78 de 95 kruist, vinden we een super 8 motel; in de buurt
van St.George. Bij de McDonalds kopen we een Milkshake.
Hier zit een jonge moeder luidruchtig te telefoneren. Haar
naam staat op de nummerplaat van haar auto: Becca.
De 78 is een vrij rustige weg die door een heuvelachtige en
bosrijke omgeving loopt. Vergelijkbaar met sommige plekken
in Zweden. De parkeerplaatsen zijn bijzonder fraai en
verzorgd. Op de highway rijdt Yfke een schildpad dood.
Tsja. We lunchen bij een Waffle House.
Atlanta - Margareth Mitchell House
In Atlanta vinden we vrij snel Peach Street, waaraan een
replica van het door brand verwoeste Margareth Mitchell
House staat. Het is plek waar de schrijfster de roman Gejaagd
door de Wind schreef. Er is een leuke giftshop. De rondleiding
slaan we over. We rijden vervolgens bewust zuidelijk, richting
Jonesboro. Via Tara Boulevard, met zijstraten genaamd Tara
Road en Scarlett Road, naar Fayetteville.
Die straatnamen vielen me op, ik heb scherpe ogen voor dat
soort 'afleidende' details.
Bij de Flint Rivier bevindt zich de fictieve locatie van het
huis Tara uit het boek. We hebben niet echt kunnen vinden
wat de schrijfster heeft beschreven. De tijd en nieuwbouw
hebben de omgeving zoals die toen was uitgewist.
Langs het spoor in Douglasville vinden we een klein motel
genaamd Bildo's motel. Wij geven het al snel de bijnaam
Dildo's, omdat net voor ons twee vrouwen om een kamer voor
twee uurtjes vragen (ze durven ook nog af te dingen).
Naast het motel zit Kathy's Restaurant. Bij het binnenstappen
komt ons een ranzige geur tegemoet. We steken er de draak nog
mee. De vloer ligt bezaaid met etensresten. Maar we durven er
ook niet meer uit te lopen. In dit familierestaurant bedienen
de uit de kluiten gegroeide tienerkinderen van Kathy.
We kopen twee cd's: een concertregistratie van E.L.O. en
Jukebox hits. Want tot onze verbazing zat er een cd-speler in
de auto. Bij een mooi verchroomde jaren 60 stijl drive-in
bellen we naar Nederland. Op de grens naar Tennessee rijden
we van de Eastern-timezone de Central-timezone binnen, zodat
er zeven uur verschil is met het thuisfront. Het visitor
center van de staat Mississippi is een prachtig gebouw, gerund
door vriendelijke grijzende 55+ dames. Zo presenteert iedere
staat zich met het beste beentje voor (in het oosten van
de V.S. tenminste).
Tupelo
In Tupelo staat het geboortehuis van Elvis Presley. Achteraf
vinden we dit nog interessanter dan het commerciële Graceland.
Via de veranda, waar een schommelbank hangt, stap je de
voordeur binnen. En na de twee kamers ben je reeds bij de
achterdeur, van het huisje van ongeveer zes bij vier meter.
Een oude vrouw somt gapend, omdat ze aan een middagdutje toe
is, voor $1,- een verhaaltje op. Alsof ze een cassettebandje
in een cassettespeler is.
Het is nog 110 mijl naar Memphis, waar we om zes uur tijdens
de spits arriveren. Onderweg zien we voor het eerst deze reis
een ongeluk. Een auto tegen de vangrail.
In het motel dichtbij de Elvis Presley Drive, gaat Yfke eerst
het bed uitproberen door erop te trampolinespringen.
Terzijde: we vervellen gigantisch!
Graceland
Het ontbijt staat ons wat tegen wanneer we in een niet al te
schone eetzaal worden bediend door een big fat mamma met snor
en baard. Vanmorgen gaan we de Mansion Tour doen van
Graceland. Met busjes worden we naar Elvis zijn voormalige
woning aan de overzijde van de weg vervoerd door het beroemde
toegangshek met muzieknoten. Alles komt erg commercieel op
ons over. Er mag helaas niet worden gefilmd en geflitst.
We lopen met walkmans en een koptelefoontje op. De stem uit
de cassettespeler is van Priscilla, die bij alle kamers
vertelt wat voor prettige herinneringen zij er aan had.
Geen enkel slecht woord dus. Allemaal erg kitscherig.
In de bijgebouwen zijn Elvis zijn kostuums tentoongesteld.
Een van die gebouwen is de zogenaamde Hall of Gold Records.
We lopen in een lange rij langs de graven. De vader, Vernon
Elvis, moeder Gladys Love, oma Minnie Mae en tweelingbroertje
Jessie Vernon (8-1-35) liggen naast Elvis Aaron.
Daarna doen we de Jetplain tour waarbij we een kijkje nemen
in de Hound Dog II en de Lisa Marie. Zelfs de seatbelts zijn
verguld. En natuurlijk eten we hotdogs in het Rock 'n roll
café. Bij de kassa staan we gelijktijdig in de rij met de
Jolly Club uit Ontario, Canada. Allemaal bejaarde fans. Een
van de dames draagt een korte broek met blauwe pantykousen!
Vicksburg
We vervolgen ons route, op weg naar Vicksburg. Deze plaats
hebben we op de planning omdat we in ieder geval een
monument van de burgeroorlog wilden zien. Het Battlefield
Monument (entree $4) is een rit van een paar mijl. Je mag
er met de eigen auto over het terrein rijden. Langs beelden,
sculpturen en kanonnen, die uit allerlei staten zijn
verzameld. Er is een uitgebreid loopgravenstelsel, en zelfs
een kanonnenschip genaamd Cairo. Ons was niet bekend dat er
in die oorlog met schepen was gevochten. Het schip is van
de bodem van de Mississippi gevist. Indrukwekkend.
Wat ook onze aandacht trekt, zijn meisjes die een grote
marmeren trapleuning als glijbaan gebruiken. Bovenaan het
heuveltje staat een koepel waar allerlei plaquettes in
hangen met namen van de legioenen. Een rood vogeltje, dat
wij herkennen als de Red Cardinal, laat zich door ons
achtervolgen. Maar het diertje op de film krijgen, ho maar.
Natchez
Het bellen naar huis. In Friesland heeft de extreme hitte
plaatsgemaakt voor onweer. We rijden een stukje van de Natchez
Trace Parkway. We hebben echter niet op tijd in de gaten dat
dit een smalle weg is die af en toe naast de doorgaande weg
ligt. Jammer.
In Natchez kopen we een boek over plantages. Aan de rand van
Natchez brengt een shuttle busje ons naar de oever, waar
zich een casino in een paddlewheel boot bevindt. Luie mensen
worden de steile helling op- en afgereden met een
golfautootje. Er wonen hier in het zuiden veel donkergekleurde
mensen. We rennen om te schuilen voor een zware regenbui.
Nadat we bij het buffet veel te veel hebben gegeten, zijn we
nog een eindje gaan wandelen.
De beheerders zijn uiterst vriendelijk; als ontbijt serveren
ze mierzoete donuts en vruchtensap. Het is die zondagochtend
rustig in de straten. Men zit wellicht massaal in de kerk.
We gaan vanmorgen 'huisjes' kijken: plantagehuizen in en rond
Natchez. Zoals het achthoekige Dunleith. Een oud mannetje
vertelt ons dat Stanton Hall beheerd wordt door Jean, de
vrouw van Larry Hagman (J.R. uit de serie Dallas).
Monroe Street is erg pittoresk met een oud vervallen
spoorlijntje midden door de straat en armoedige negerhuisjes.
Rosedown Plantation
In St.Francisville bezoeken we Rosedown Plantation. Vooral
de tuin is prachtig verzorgd. Mooier dan die van Magnolia
Plantation. De oprijlaan is aan beide kanten overhangen met
wilgen en er groeien talloze blauwe hortensia's. Hmmm, een
heerlijk geurende rozentuin met prieeltjes. De hedrangea
heeft een hele bijzondere geur.
Het interieur van de mansion is door voorzetglazen te
bekijken. We zien een grote hagedisachtige over het tuinpad
wegglippen. Naast de parkeerplaats zit een echtpaar met een
stijlvolle picknickkoffer; een romantisch plaatje.
In Baton Rouge eten we bij China Moon. De neger aan het
tafeltje achter ons eet kreeft als hoofdgerecht en oesters
als toetje. Bij het motel zitten we op de late namiddag nog
even aan de rand van het zwembad. Een asociale familie
terroriseert hier echter de boel. Wanneer een man vervelend
tegen ons begint te worden, vertrekken we zonder te reageren
op z'n vragen maar naar onze kamer. We hebben een leuke
serie op zender de HBO ontdekt, die we de hele vakantie
zullen volgen: Sex and the City.
New Orleans
De highway van Baton Rouge naar New Orleans loopt grotendeels
over pijlers. Het is een moerassig gebied. We rijden langs
Lake Pontchartrain, met daarover de Causeway Bridge, de
langste ter wereld - van maar liefst 24 mijl.
We belanden in de meest opwindende en bruisende stad van het
zuiden: New Orleans. Met gietijzeren balkons en veel
straatmuzikanten. Waar je de sfeer van blues, jazz en
dixieland proeft in Bourbon- en Toulousesstreet.
Bij de Riverwalk ligt de Creole Queen, waarmee we van half
elf tot een uur een rondvaart ($14) op de Mississippi maken.
We leggen bij Battlefield Monument even aan. Hier staan
grote oude eiken rond Destrehan Plantage uit 1787, de oudste
plantage aan de benedenloop.
Teruggekomen lopen we nog even een boekenwinkel binnen. We
relaxen vervolgens in het parkje op Jackson Square. Op de
achtergrond hoor je geluiden van een live-optreden via de
open luiken van een bar. We genieten van het naar mensen
kijken en ontdekken dat de zwervers hier voedsel gebracht
wordt. Ons kleingeld om het parkeren te betalen is op.
Gelukkig kunnen we met Visa betalen ($12).
Op de terugweg naar Baton Rouge West houden we een wedstrijdje
slalommen: wie weet van de ene naar de andere weghelft te
rijden zonder de kattenogen te raken.
Bobbie van de lobby belt ons in onze kamer of alles oké is.
Vermoedelijk zag ze ons rondlopen op zoek naar de
ijsblokjesmachine. 's Avonds bekijken we ons plantageboek.
Ik zeg tegen Yfke: "Misschien wil jouw timmerman wel
zo'n huis met pool en veranda voor je bouwen."
Week 2: afstand 2389km, totaal 3979km.
Chretien Point Plantation
Bij Sunset (Lafayette) is de Chretien Point Plantation. Waar
de oorspronkelijke trap, met classicistische West-Indische
stijlelementen uit Gejaagd door de Wind (1939) zich in
bevindt. Helaas blijkt het de trap uit Tara te zijn, waar
Scarlett de Yankee neerschiet en niet die grootse trap uit
Twelve Oaks.
Een interessant detail is dat de echte bewoonster er een
inbreker doodschoot. Later is dit in het filmscript verwerkt.
Er hangen schilderijen waarop de mensen, vanuit welke hoek
je ook kijkt, jou altijd aankijken. En er zit een kogelgat
in de deur. Ooit is de benedenverdieping als stal en boven
als hooizolder gebruikt - toen de zaken slecht gingen.
In Texas, bij Orange, belanden we in de 'swamp'. We krijgen
een dreun van de hitte, wanneer we uit de auto stappen. Er
hangt een benauwde warmte. In St.George, Utah, zullen we
later nog eens zo'n overmatige hitte meemaken. Achter het
visitor center lopen we een eindje over houten vlonders het
moeras in. Langs de kustweg, waar het landschap weer vlak
is, zien we veel koeien en jaknikkers. Een hoge watertoren,
met daarop de plaatsnaam geschilderd (die je hier bij alle
stadjes ziet), spuit als een waterfontein over de weg.
Langs de kust staan veel paalwoningen.
Galveston
We laten ons met de gratis veerpont - onderdeel van de
doorgaande weg - overzetten naar Galveston. De zeemeeuwen
vliegen voor ons uit. Ons oog valt op het meisje voorop
de boot, wier lange rode haren in de wind wapperen. Terug
bij de auto zien we dat er blokjes voor de wielen zijn
geschoven. Dichtbij de Boulevard vinden we een Econolodge
Motel plus zwembad. De vloerbedekking op ons kamer is klam.
Waarschijnlijk door de overstroming die hier twee dagen
terug was. Toevallig zagen we dat op het nieuws. Er is
een McDonalds in de buurt voor een verfrissende milkshake.
Na de milkshake gaan we bij het strand kijken. Er staat een
klamme wind. Er zitten her en der zwerfkatten tussen de
basaltblokken. En grote kakkerlakken die worden gevoerd
door een alternatief vrouwtje met krulspelden in het haar.
Ahum, zijn dat eigenlijk wel kakkerlakken? Even verderop
zit een zwerver. Op het strand is een beachparty gaande,
waar ze houden en keren hebben om geen zand in het eten
te krijgen. Op de terugweg waait het zand ons in de ogen.
We krijgen nu pas door hoe het zit met fooien geven. Je
betaalt de rekening bij de kassa en laat 10% tipgeld
achter op de tafel. Je mag het geld nooit rechtstreeks
aan de bediende geven! Dat mogen ze niet accepteren.
Een keer per week is een rustdag ingelast, waarop we de
auto meestal niet gebruiken. Vandaag is dat een stranddag,
al is het bewolkt. Ik verveel me een beetje, omdat hier
weinig moois te zien is op het strand, en loopt helemaal
tot Flag Ship hotel en terug. Yfke blijft op een plek
in de buurt van het hotel liggen.
's Avonds lopen we nog even over de Boulevard en wachten
op de zonsondergang. Er is een zeemeeuw aangereden. Hij
spuugt een patatje uit. Dat is z'n soortgenoot fataal
geworden, die ligt aan flarden op het wegdek. Een vrouw
uit een pick-up komt de gewonde te hulp en weet hem weer
aan het vliegen te krijgen. Oeps, toch weer verbrand.
Yfke zit op het bed met ijsblokjes op haar gezicht. Ik houd
die tegen mijn oren.
Dallas
De volgende dag vertrekken we richting Houston. Dit saaie
traject neemt bijna vier uur in beslag, tot we eindelijk
bij een rest area kunnen uitrusten. De zeelucht en de rit
hebben ons moe gemaakt. Om half zes arriveren we even ten
zuiden van Dallas. We betrappen de receptioniste twee keer
terwijl ze met een aanbidder aan het telefoneren is. Ze
vergeet door haar amoureuze telefoontjes de airco op onze
kamer aan te zetten. Wanneer we weer bij de receptie binnen
komen, legt ze snel met een rood kleurend hoofd de hoorn
neer.
Op zoek naar een telefooncel belanden we achter Wendy's en
de McDonalds op een vrachtwagenparkeerplaats. Een pooier
houdt z'n hoertjes in de gaten, die tussen de grote
gevaartes doorlopen. We bellen met het nichtje van kennissen
uit ons geboortedorp in Friesland. Zij woont in Dallas.
Ze heeft hetzelfde grappige stemmetje als haar tante.
Angela legt mij uit hoe we haar woning kunnen vinden.
Uitslapen lukt niet, omdat we naast de HW20 zitten en al die
vrachtwagens van de parkeerplaats hier optrekken. Om half
twaalf rijden we Dallas binnen. Bij een winkelcentrum, waar
we de lunch nuttigen, kunnen we het niet laten bij de
gigantische boekenzaak Barnes & Noble naar binnen te lopen.
Prachtig ingericht, met een mooie trap naar de eerste
verdieping en relaxzitjes rond een vleugel. En overmatig veel
lambrisering. Ik koop het fotoboek Women before 10 a.m.
met foto's van Véronique Vial. Yfke koopt de roman Silas
Marner van George Elliot. En we kiezen voor heit een cd uit
van het Mormon Tabernacle Choir.
Daarna rijden naar het appartement van Angela in de
Williamsburg. We zijn ruim op tijd. Bij de receptie vragen
we hoe we door het toegangshek kunnen, want de telefonisch
doorgekregen code 06666 blijkt niet te werken. Angela woont
in een van de laatste woonblokken op de tweede verdieping.
Een cactusje in een Friese mok siert de portiek.
We worden met een warm welkom ontvangen. Ze heeft haar ouders
en een vriend (van Nederlands-Spaanse ouders) ook
uitgenodigd, die even later verschijnen. We mailen op haar
computer naar huis. Ik zet de gastgevers voor de haard op
de foto. In haar appartement zien we veel Italiaanse
afbeeldingen en boeken. Angela is professor in de Italiaanse
renaissance.
We praten gezellig over onze reis, Friesland, en hun
geschiedenis in Amerika.
Na het vertrek van haar ouders worden we meegenomen voor een
sightseeing tour downtown Dallas. Waaronder West-end, waar
Kennedy werd doodgeschoten.
Verder zien we een kunstwerk over de Cattle Drive Trail en
een station van Greyhound bussen. Het centrum is gezellig
met muziekanten die aan het inspelen zijn. Haar vriend, die
IT-medewerker en tennisleraar is, heeft intussen blaren
gekregen, omdat hij Italiaanse lakschoenen draagt in plaats
van goede loopschoenen.
Het zweet staat op de rug, zo drukkend warm is het. Angela
en Jaco nemen ons mee uit eten in een bijzonder populair
Mexicaans eetcafé: Madrid. We drinken sangria en eten
allerlei kleine Spaanse hapjes (tapas) en vlampudding als
toetje. Na een bakje thee in haar appartement gaan we met
haar vriend mee. We waren van plan in een motel te slapen,
maar daar wilden ze niks van weten. Hij heeft een ruim huis
met 5 slaapkamers en 3 badkamers in een rustige buitenwijk
van Dallas.
Onze gastheer verontschuldigt zich al snel, hij moet de
volgende ochtend tennisles geven. Hopende dat het lesgeven
gaat lukken met de blaren die hij vanavond heeft opgelopen.
Zijn zus en broer wonen in Chicago. De ouders wonen in
Spanje. Zijn broer wil graag terug naar Nederland. Hun
Spaanse achternaam is in het Nederlands vertaald: komkommer.
Om half negen vertrekken we richting het noordwesten.
In deze omgeving rond Dallas zijn opnames voor de film
Bonnie & Clyde gemaakt.
Amarillo - Cadillac Ranch
We rijden door een prairieachtig gebied waar veel ranches
zijn. Van ver lijkt het alsof aan de horizon een brand woedt.
Dichterbij zien we echter dat de wind met de rode aarde
speelt en stofwolken veroorzaakt, die ook over de weg
stuiven. Een ellenlange trein sjokt over het spoor rechts
van de weg richting Sante Fe. Die komt uiteraard op de
video, prachtig op tijd claxonneert de machinist! Thanx!
We zien vervallen huisjes en een windmolen in een droog
geel geblakerd veld. Het 'scenic' landschap is gevarieerd.
Om half vijf arriveren we in Amarillo. Het is nog erg
warm. We willen eerst ten westen van de stad de Cadillac
Ranch bezoeken. Dat valt nog niet mee omdat het niet goed
staat aangegeven. Men gaat er zeker van uit dat je ze vanaf
de weg wel ziet staan: de tien rechtop in het zand gestoken
Cady's. Midden in een kaal landbouwveld en versierd met
graffiti.
Na de Cadillac Ranche zoeken we in Amarillo de Route 66,
wat ook niet eenvoudig blijkt. Jammer genoeg zijn de
meeste winkels net gesloten. In een antique-store mogen we
een handtekening op de muur zetten. De receptioniste van
Motel 6 zegt dat zij voor het eerst Nederlanders incheckt.
Dat vinden we maar merkwaardig. De lucht is helder en het
is hier minder benauwd. We genieten van de sterrenhemel.
En zitten nog even aan de rand van het zwembad
aantekeningen voor dit verslag te maken.
De volgende ochtend passeren we de grens met New Mexico,
tevens de mountain-timezone. Hiermee zijn we nog een uur
vroeger. Opvallend in deze omgeving zijn de groene velden
in het verder vrij dorre landschap. De boeren besproeien
het land met gigantische sproei-installaties. Groepen
herten laten zich zien tussen de plateaubergen. We stoppen
regelmatig voor foto- en videoshots. Een verlaten
tankstation trekt daarbij ons cameraoog, evenals een
windmolen waar rode koeien rondom grazen.
Capulin Volcano
Van ver rijst de Capulin Volcano uit het landschap op.
De kraterrand is met de auto te bereiken. Je kunt tot 126m
de diepte in de dode krater (10.000 jaar oud) afdalen.
De vele irritante kleine vliegjes doen ons echter snel de
auto in vluchten.
Op een recht stuk weg hebben we plotseling een magnifiek
zicht op de sneeuwtoppen van de Rockies. Onverwacht beginnen
we in dit bergrijke landschap aan de steile klim van een
bergpas, waarna we Trinidad bereiken. Onderweg naar het
noorden van Colorado zien we een verscheidenheid aan
luchten; van wolkjes boven de witte sneeuwtoppen tot
donkere dreigende massa met weerlicht. We rijden wat langer
door dan normaal tot we om kwart voor acht Denver bereiken.
Bij Fort Collins nemen we een Motel 6.
Op de parkeerplaats bij het Waffle House staat de volgende
ochtend een prachtige antieken tweekleurige Chevrolet Bel Air
(crème met mintgroen). De wafel met rijstepap vult goed. We
rijden de staat Wyoming binnen. De heuvelachtige prairie-
landschappen wordt afgewisseld met bergrichels waarop
silhouetten van cowboys en bizons staan. Het is zeer rustig
op de weg.
De politie patrouilleert wel opvallend veel. Waarom? Zorgen
de in armoedige omstandigheden levende Indianen voor
overlast? Alcoholproblemen? Na Lush rijden we in oostelijke
richting over de staatsgrens van South Dakota de Black Hills
in. South Dakota is met nog maar één staat gescheiden van
Canada en ligt centraal in de Verenigde Staten.
We checken in bij een motel in Hot Springs, waarna we nog
tijd hebben voor een tochtje. Beginnend bij Windcave (via
wegnummer N8) waar veel prairiehondjes te zien zijn.
Dat zijn schattige nieuwsgierige beestjes, die in ondergrondse
holletjes verdwijnen zodra Yfke te dichtbij komt. Daarna
komen we over veeroosters een aantrekkelijke route slingerend
door Custer State Park, waar veel bizonkudden zijn. Hier grenst
een bosgebied aan de prairie en het is er bergachtig. We zien
ook de gevolgen van bosbranden.
Mount Rushmore
Een paar keer moeten we vaart minderen voor steenbokken en
een ezel die op de vrij smalle weg lopen. Na de derde 'one
lane' tunnel hebben we plotseling zicht op Mount Rushmore.
Vier in de rotsen uitgehouwen hoofden van de presidenten:
George Washington, Thomas Jefferson, Abraham Lincoln en
Theodore Roosevelt. Jammer genoeg is het hier bewolkt en in
de bergen is het bovendien flink wat kouder. Maar ja, we
zitten vrij noordelijk en het schijnt dat boven de Black
Hills snel bewolking hangt.
Terug richting Hot Springs rijden we via Crazy Horse. Het is
mistig en we kunnen het onafgemaakte natuurkunstwerk nog net
vanaf de weg zien, maar vinden het met deze weersomstandig-
heden de moeite niet waard door de entreepoort te gaan. We
vervolgen onze weg.
In Custer is een leuke westernstraat met winkeltjes. Er zijn
poncho's te koop. Een saloon met klapdeurtjes. En een
fotoatelier waar Yfke met een als cowboy verklede man op
de foto komt.
Ik mag z'n revolver even vasthouden. Gigantisch zwaar. Dat
had ik niet gedacht. Door wegwerkzaamheden komt de auto
behoorlijk onder het stof te zitten. Het laatste stuk nemen
we een snellere weg (385) terug. Na 4 uur en drie kwartier
zijn we weer bij het motel. Het onweert.
Week 3: afstand 3193km, totaal 7173km.
Wounded Knee
Nog niet eerder hebben we de kachel in de auto aangehad.
We hebben inmiddels zelfs een jas aangetrokken. We rijden
verder naar Wounded Knee. Het miezert constant. Bij Historic
Markers vind je informatie over dit gebied op grote borden.
Het monument zelf - Masacre - stelt verder weinig voor.
Bij een bonafide infoplaats komen we in gesprek met een
indiaan die drie tanden mist. Hij wil ons liever een
zogenaamde dreamcatcher verkopen, dan informatie geven over
het slagveld dat hier plaatsvond.
Big Foot en 350 anderen sneuvelden op deze plek.
Hij zocht bescherming bij Red Cloud, (de opvolger
van Sitting Bull, die generaal Custer versloeg) en was
op weg naar Wounded Knee.
In dit afgelegen gebied waar alleen maar Indianen wonen,
voelen we ons niet echt op ons gemak. Het weer speelt
daarbij ook een negatieve rol.
We rijden de zuidelijke 'unit' van het nationale park
Badlands binnen langs Sheap Mountain om bij Scenic te gaan
lunchen. Ik bestel een PB&J Sandwich. Jakkie! Had ik eerst
maar gevraagd waar dat voor stond. Peanutbutter & Jelly
nota bene. Hoe kunnen ze die troep in een restaurant
serveren. Yfke eet een corndog, een hotdog aan een
stokje met een krokante laag erom.
Badlands NP
Intussen is het droog geworden, maar nog steeds bewolkt.
In Badlands NP - een langgerekte duinachtige heuvelformatie
gaan we eerst noordelijk naar de Windows. Een aanrader!
Grappige holletjes in opgedroogde modderheuvels. In het
voorjaar moet het prairiegras prachtig bloeien.
Dances with Wolves werd hier enkele jaren geleden opgenomen.
We stoppen bij diverse 'overlooks'. Bij Seabed Jungle zijn
fraaie kleurschakeringen. Bij Wall verlaten we het park.
In het Golden Corral Buffet in Rapid City verbazen we ons
over het fooisysteem. We betalen met Visa en de caissière
geeft ons de 'tip' aan contanten mee, om op tafel achter
te laten.
De regen en mist doet ons besluiten Devils Tower over te
slaan. Tussen Custer en NewCastle zien we nog een huis met
veranda langs de weg, volledig versierd in de kerstsfeer.
Op een bord staat: Kerst gedurende het gehele jaar!
Bij een antiekstore langs de weg stoppen we. De eigenaar,
een Ier in overal met hoed, probeert te raden waar we
vandaan komen. Hij heeft allemaal Nederlandse bierblikjes
staan. "I've got empty, you can bring them full."
Wat een rotzooi. Prachtig! Zelfs een miniatuurvrijheidsbeeld
en een levende ezel. We moeten naar z'n wapen kijken.
Voor de gein zet hij het grote vleesmes op de keel van mijn
zus voor de videofilm. In Glendo breekt de zon door.
We hebben inmiddels de Black Hills achter ons gelaten.
Bij Fort Collins keert het prachtige weer terug.
Aspen - Rocky Mountains
Na Denver rijden we in westelijke richting the Rocky
Mountains in. Beginnend met een behoorlijk klim. Vervolgens
nemen we de 195 en hebben zicht op Mount Elbert, het hoogste
punt van Colorado. Bij Twinns Lake gaan we picknicken op een
strandje. We zien een stofwolk de lucht in verdwijnen. Yfke
zegt dat het een Hemelvaart was. Via haarspeldbochtjes
hebben we met regelmaat magnifieke uitzichten.
We stoppen bij een plek waar we in de sneeuw kunnen lopen.
En bij de waterval die uit de rotswand valt, neemt Yfke
zogenaamd een douche.
Even later bereiken we de Independence Pass (3628m). Deze is
hoger dan de hoogste bereidbare bergpas in Europa. Hier ligt
nog heel veel sneeuw. Er is zelfs iemand aan het snowboarden.
In de afdaling komen we uit in Aspen, ons einddoel van vandaag.
Aspen is een zeer geliefde wintersportplaats. Maar in de zomer
is alles groen. We belanden in Mount Chalet, met een gezellige
gezamenlijke zitkamer en gasten uit alle werelddelen.
We brengen een tijdje in het stadspark door. Daarna verkennen
we het gezellige plaatsje. Een groep Engelsen heeft allemaal
dezelfde onderbroeken met opdruk "Aspen" gekocht, en loopt ze
nu te showen (over hun andere kleding). Ze worden op verzoek
bij elkaar op de foto gezet.
We eten bij The Cantina, een Mexicaans restaurant met
voortreffelijk eten: een grote tacoschelp met salade en bruine
bonensoep met rijst en salade.
Mijn favoriete maaltijd tijdens deze reis is overigens: Ceasar
salad met een thousand islands dressing.
Voor de eerste en laatste keer deze vakantie doen we de was.
$1,25 voor 25 minuten wassen en $1 voor 52 minuten drogen.
Dat is een koopje vergeleken bij Europese campings. Aspen is
een luxe bedoening. Omringd door skipistes. Het is hier boven
verwachting warm en zonnig. 's Avonds is het echter wel snel
donker tussen de bergen.
In het parkje tegenover ons chalet hangen plastic handschoenen
om de hondendrollen op te ruimen. En iedereen weet hier wat
zijn taak is, dus blijft het opvallend schoon. Daar mogen
Nederlanders een voorbeeld aan nemen. We maken er een echte
rustdag van. 's Middags ligt Yfke relaxed te zonnen bij
het zwembad. Ik slenter door het centrum van Aspen.
Colorado Rivier
Bij ons vertrek mag ik de auto uit de parkeergarage onder ons
motel rijden, want die bocht naar boven is toch wel erg krap.
We laten de Rockies achter ons, maar rijden een minstens zo
interessant gebied binnen.
De grens van Colorado met Utah kruist de schitterende Highway
212 door een verlaten gebied. Een heuvelachtig rood stenen
gebergte leidt ons nog voor Grand Junction langs de rode
modderkleurige Colorado Rivier, via wegnummer 128.
Een werkelijk prachtige route!
Het doet ons voor het eerst echt een wild west gevoel geven.
Waar twee fotografes de wildwater rafters vereeuwigen, is een
leuk strandje, waar wij neerstrijken. Naast ons twee
motormuizen en nog een alternatief stel. Hij - met dreadlocks -
heeft al een duik genomen. De zwaarlijvige motormuizen maken
hun shirts nat en kijken verlekkerd toe hoe het meisje
inmiddels ook met ontbloot bovenlijf in het bruine water
spartelt en gilt. Wij nuttigen intussen onze lunch.
Arches National Park / Canyonlands National Park
Voor Moab slaan we rechtsaf het Arches National Park in. Het
is twee uur 's middags. We worden herinnerd aan een landschap
uit de film Thelma & Louise. Wind en water hebben gezorgd
voor de vorming van meer dan 200 gigantische natuurlijke
bogen en venstervorming in het rode zandsteen.
Na de Balanced Rock, een rotsblok van 3370 ton, nemen we de
tweede afslag naar Delicate Arch, met de besneeuwde La Sal
Mountains als achtergrond voor een fraai decor.
Er lopen twee wandelpaden, wij kiezen voor de kortste. Een
afstand van 0,9 mijl. Het is erg warm. We zijn niet gewend
veel te drinken, geadviseerd wordt een gallon water per dag.
We wandelen vervolgens in Devils Garden 1,2 mijl naar
Landscape Arch.
De tijd wordt krap wanneer we om vijf uur richting het
noorden rijden en dan westelijk afslaan naar Canyonlands
National Park. Dit is een van de ruigste parken. Ook hier
zijn filmlocaties te vinden uit Thelma & Louise.
De Islands in the Sky komen niet mooi op ons netvlies omdat
we tegen de zon in moeten inkijken, die nu al vrij laag
staat. Ondanks dit genieten we van het spectaculaire landschap.
In Moab is een groot Super 8 Motel (iets duurder dan vorige
motels). In het Restaurant ernaast eten we. 's Avonds blijft
het heel lang warm, zodat we van negen tot elf in het
bubbelbad en zwembad kunnen vertoeven en zo nu en dan met
een badlaken bedekt op een ligbed rusten. Een relaxte avond.
Op de route van Moab naar Monticello rijden we langs de
natuurlijke boog Wilson Arch, deze ligt direct naast de weg.
Omdat deze zo mooi dichtbij is beklimmen we 'm. Op blote
voeten loopt het beter over het vrij gladde rode gesteente.
Toch nog even slikken, zo hoog is dit!
Mesa Verde
Bij Cortez rijden we (na een telefoontje naar de familie in
Friesland) richting Mesa Verde, waar vroeger de Indianen
woningen in de rotsen bouwden, de zogenaamde cliffdwellers.
We blijven bij de viewpoint, want we hebben geen zin om
een rondleiding met een gids te doen.
Rond half twee verlaten we het park, om een eindje om te
rijden voor een bezoek aan de Four Courners. Het enige punt
in Amerika waar vier staten, onder rechte hoeken, aan elkaar
grenzen: Utah, Colorado, New Mexico en Arizona.
Bluff (Twin Rocks) is het ontstaansplek van de Mormomen.
Wij overnachten er in Motel Kokopelli. De naam Kokopelli is
afkomstig van een mythisch figuur in deze regio. Een soort
krekel met een fluit, die de boodschappen overbracht en een
teken van voorspoed zou zijn. In het restaurant naast de
Rocks gelegen, eten we terwijl de zus van Alissa Milano ons
bedient en de boel schoonmaakt.
Mexican Hat / Valley of the Gods
De volgende ochtend is het lawaaiige touringcargezelschap
uit ons motel al vertrokken. Als eerste bezoeken we deze dag
de Valley of the Gods; dit moet een miniatuur versie van
Monument Valley voorstellen. Zodra we rechts afslaan blijkt
de weg onverhard en duiken we de diepte in door een flinke
waterplas. He, kennelijk heeft het hier onlangs geregend.
Eigenlijk is deze weg vooral geschikt voor terreinwagens.
Maar wij hebben plezier in het kronkelige en hobbelige pad.
Er trekt een stofwolk achter onze auto; ik film dat van
binnenuit door de achterruit.
We parkeren de auto bij een afgrond. Aan de bandensporen te
zien een favoriete locatie voor een fotoshot. De lol is er
snel van af, wanneer Yfke ontdek dat de route 17 mijl
lang is. We rekenen uit dat we met dit slakkengangetje wel
anderhalf uur onderweg zijn. Dus na ongeveer drie mijl
besluiten we om terug te gaan. Want o.a. Mexican Hat staat ook
nog op het programma. Een rots die als een sombrero oprijst
uit het landschap met in de buurt daarvan nog een primitieve
onbemande olieboorinstallatie.
Monument Valley
Daarna begint Monument Valley, het ideale decor voor talloze
westerns. Een park met fantastische monolieten van roestkleurig
zandsteen. Bekend uit vele westernfilms. Yfke laat een
tumbleweed over de weg rollen, waarbij ik film. De stekelige
bol heeft al een dag op de achterbank gelegen, wachtend
op een geschikte locatie om door het beeld te laten rollen.
Bij de trading post is Indian native art te koop, waar we geen
tax over hoeven te betalen. We lunchen bij wat het enige
schaduwplekje in Kayenta lijkt, een bosjes op een zanderige
parkeerplaats bij een school.
Daarna rijden we dwars door de Painted Desert. Prachtige
kleurschakeringen in grote zandheuvels maken indruk op ons.
De Little Colorado blijkt droog te staan. We vinden de reclame
van de Indianen aan de weg vermakelijk. Gedurende een paar
mijl lang zie je grote borden met de teksten:
\ Koop bij Chief /
\ Aardige Indianen /
\ keer nu /
\ Chief loves you /
Grand Canyon
Even later rijden we bij de oostentree het Grand Canyon
National Park binnen. Het is twee uur en we ervaren ons
eerste uitzicht over de Canyon bij Desert View, waar de
Colorado prachtig blauw tussen de immens diepe kloof slingert.
We rijden over de South Rim, waar we zo nu en dan dicht bij
het ravijn komen. De route loopt grotendeels door een
bosachtig gebied.
Bij Centrum Village stappen we uiteraard door de lobby van
Angel Lodge. Zoals een kennis uit Amerika in haar brief als
de plek beschreef waar ze haar mooiste indruk van de Canyon
beleefde. Squirrels trekken de aandacht van de mensen op
het plateauterras.
De Grand Canyon trein heeft in Centrum Village haar
eindstation. Er is hier dus ook nog een treinverbinding.
Bij Tusayan, even zuidelijk buiten het park, vinden we
een motel: Moqui Lodge. Een kamer kost maar liefst $94
per nacht! In het park zelf is geen plaats meer en was
een overnachting waarschijnlijk nog duurder geweest.
Vervolgens sprinten we voor het zien van de zonsondergang
naar Desert View. In plaats van om kwart voor acht, zoals men
bij de lobby van het hotel zei, is de sunset wel een uur
later (of zijn we weer een tijdsgrens gepasseerd...?...).
De sfeer is hier onbeschrijfelijk. Iedereen gaat her en der
verspreid een plekje zoeken op een rots langs de afgrond.
Je hoort een geroezemoes van net zulke benieuwde mensen als
wij. Het gaat hier vooral ook om de sfeer, waardoor we dit
niet hadden willen missen.
Prachtig!
Terug naar het motel moeten we voor het eerst tijdens deze
reis in het donker rijden. Al hebben we een duur motel; het
plafond is van hout en het kraakt behoorlijk op de verdieping
erboven. We hebben vanmiddag overigens weer een Hemelvaart
meegemaakt toen er een stofpluim naar de hemel oprees.
Dit fenomeen blijkt hier dus wel vaker voor te komen.
Week 4: afstand 2983km, totaal 10156km.
Het is erg fris wanneer we de volgende ochtend naar de
ontbijtzaal lopen. Dit was vooralsnog de koelste nacht van
de reis. Dat heeft met de hoogte te maken.
Tijdens het ontbijt komt een ingehuurde gezelschapsheer ons
lastig vallen. Erg vervelend wanneer je iets wil eten en zo
vroeg op de dag geen gezeur aan je kop duldt. Vanmorgen
weer naar het park. We constateren dat het zicht bij Bright
Angel Lodge gisteren helderder was.
Bij Moran Point en Dessert View stoppen we bij een 'outlook'.
Opvallend is dat veel Amerikanen witte sokken en gympies
dragen. Soms zien we zelfs pantysokjes. Bij de Indiaanse
verkoopsstalletjes bekijken we vlaggen met Indianenkoppen
en felgekleurde streepjesdekens. We rijden noordelijk door
een bijzonder kleurige steenwoestijn. Na twee uur rijden
bereiken we Page.
Daar ligt Lake Powell, een stuwmeer dat helder blauw
afsteekt tussen de rotsen. Er is een strandje waar we
een paar uur zonnen. Om vijf uur arriveren we in Kanab.
Een typisch Wild West stadjes met een roodgeverfde
postkoets als decoratie in het centrum. We duiken in het
zwembad bij het motel. Ons oog valt op de donkerkleurige
Lincoln Town Car. Een bijzonder mooi model. En twee Oost-
Europese sprekende meisjes die het zwembad met ons delen.
Tsjechisch, denk ik.
Bryce Canyon NP
Net voor de aankomst in het Bryce Canyon NP blijkt de
Visakaart bij het tanken niet meer te werken. We kunnen ons
er op dit moment nog niet druk over maken en betalen met
een travelcheque. In het park stoppen we als eerste bij
Bryce Point. De lucht is hier ijl, vanwege de hoogte.
We hebben dit pas in de gaten wanneer we de korte, maar
behoorlijke zware klim maken naar Upperpoint. Het was ons
al opgevallen dat bijna niemand dit deed. Je hebt het
gevoel dat je longen veel minder lucht kunnen opnemen.
De natuur is hier schitterend!
Grillige torenhoge naaldformaties van rozerode en bruine
tinten. Bij Sunrise Point moeten we lachen om de vele
Japanners. Ze duwen je zomaar hun fototoestel in de handen.
"Take picture", commanderen ze en maar glimlachen en
giechelen. Op het uitzichtpunt staat echter een behoorlijke
wind. De dames gillen allemaal en grijpen naar hun hoedjes
wanneer deze dreigen weg te waaien.
Bij Sunset dalen we af tussen de rotsspleten. De blauwe lucht
geeft een prachtig contrast wanneer we omhoog kijken. Dit is
de Navajoloop via Wall Street langs Tors Hammer. En is
beslist de moeite waard! Naar boven is het weliswaar een
zware klim. Met onze benen tot de knieën onder het rode
stof, komen we na 1,5 mijl voldaan boven.
Het is omdat de highway 9 door Zion National Park loopt, dat
we hier ook nog wat van zien, want op zich stond dit park
niet op ons programma. Weer een geheel andere natuurwereld.
Rode granietbrokken afgewisseld door grijze bolle. En nog
een lange tunnel. Het is erg warm, wanneer we het park
uitrijden komen we in een warme zandstorm.
In St.George slaat de hitte ons tegemoet wanneer we uit de
auto stappen. Gelukkig is er een 'pool' bij de Travelodge.
Yfke neemt om half zes een duik in het bad. In het chinees
restaurant naast ons motel kiezen we voor een Cantonnees
menu. Het valt ons op dat de mensen hier veel eten laten
staan. Wij vinden dit onfatsoenlijk en scheppen alleen
op wat we op denken te kunnen. Ook bij deze chinees krijgen
we een fortune cookies bij de rekening. In die koekjes zit
een briefje met een voorspelling en geluksgetallen.
Las Vegas
We passeren de pacific-timezone en hebben inmiddels - weer
een uur vroeger - negen uur verschil met Nederland. De grens
van Arizona met Nevada is boven verwachting berg- en
rotsachtig. We arriveren vroeg in Las Vegas, een bonte vlek
in de woestijn. De snelst groeiende stad van de USA. We rijden
eerst door naar de Hooverdam. Het is er vreselijk druk. Veel
traag manoeuvrerend vrachtverkeer. Het geheel is moeilijk op
de foto te krijgen, omdat we aan de zuidkant niet mogen
stoppen met de auto.
Weer werkt de visakaart niet en we besluiten naar huis te
bellen om dit te regelen met de bank. Anders redden we het de
resterende dagen niet. Whisky Pete's blijkt niet aan de HW95
maar de HW15 te zitten, te ver om voor om te rijden. Anders
hadden we de doorzeefde Ford kunnen zien, waarin de beroemde
bankrovers Bonnie & Clyde aan hun einde kwamen. En het shirt
dat Clyde droeg.
We rijden zuidelijk Las Vegas binnen via The Strip. Bij de
eerste de beste wedding chapel komt net een bruidspaar uit
een limo stappen. We blijven wachten tot de trouwdienst is
afgelopen om wat fragmentjes op de film te krijgen. Helemaal
noordelijk aan deze straat, beroemd door z'n neon en vele
extravagante hotels, boeken wij een kamer in een eenvoudig
motel. Het verbaast ons dat op een gigantisch bord reclame
wordt gemaakt voor VIAGRA. Ook worden er seksblaadjes
uitgedeeld op straat. Amerikanen staan er immers om bekend
preuts te zijn. Daar is hier geen sprake van.
Om vijf uur beginnen we de westzijde van The Strip te
bewandelen. We kijken onze ogen uit. Al die luxe hotels,
waarvan ieder een thema uitbeeldt en bij elk wel een casino
in de lobby aanwezig is. Bij Circus rijdt een complete
achtbaan rondom het gelijknamige hotel. Een ander hotel
heeft een piramide als ingang en een Egyptische sfinx
(Luxor), een Disney kasteel, of prachtige fonteinen.
Er staat een stevige wind. Terug naar het motel wandelen
we via de oostzijde van de Strip. Hier vindt je Parijs,
Venetië en een 'junglehotel' met echte leeuwen.
Wat te denken van roltrappen op straat. Wanneer we na het
diner buiten komen, is het donker en fris geworden.
De Neonverlichting benadrukt die speciale sfeer waar Las
Vegas om bekend staat. Dichter bij ons motel gekomen,
voelen we aan onze benen dat we een flinke afstand hebben
afgelegd.
We zijn nog net op tijd voor de Stripteaseshow van half elf.
Crazy girls in het Riviera. Met 8 professionele stripmeiden.
En een comédienne om het erotische geheel aan elkaar te
praten; middels grappen over sekseverschillen.
We krijgen een gratis drankje, uiteraard al bij de toegangs-
prijs is inbegrepen. In de hal, waar een neger soulband
optreedt, is het gezellig druk. Maar we zijn afgepeigerd en
zoeken onze bedjes op.
Death Valley
De volgende ochtend staat er minder wind. We vertrekken om
kwart over negen met enige spijt uit Las Vegas. We hadden
hier best een dag langer kunnen blijven. Voordat we Death
Valley bij Beatty bereiken, is het toch nog een behoorlijk
stuk rijden. Rhyolite, onze volgende stop, is een Ghosttown.
Echt uitgestorven met nog enkele fundamenten of half
afgebrokkelde muren. In ieder geval niet commercieel.
Een kunstenaar heeft met witte spoken het laatste avondmaal
uitgebeeld. Aan een telefoonpaal hangt het wilde westen: van
cowboylaars tot koffiepot.
De wegen zijn verlaten, totdat een rode cabriolet ons in het
noordwesten inhaalt. Bij de ingang van Death Valley komen we
ze weer tegen. Het blijkt een filmcrew te zijn, die hier
opnamen maakt. Vast voor een B-film. We hebben vanaf hier
een mooi overzicht op de dode vallei. Al is het zicht niet
geheel helder. Dan komen we een bordje tegen waarop staat:
13 mijl afdaling.
De weg voert ons letterlijk golvend de vallei in. Het enige
groen in de Death Valley vinden we bij het Visitor Center,
waar we de lunch nuttigen aan een picknicktafel.
Bij Zabriski Point is een werkelijk schitterend uitzicht!
Verschillende kleuren heuvels met daarachter de diepte van
de valley, waar je zout op de bodem ziet zinderen. Via het
20 mule canyon weggetje rijden we tussen smalle zandduinen
door. Bij de Sand Dunes rennen we de zandduinen op, voor
zover de warmte dit toelaat. We verbranden onze voeten
namelijk bijna, door het hete zand dat tussen de slippers
kruipt.
Dan klimmen we de Valley uit. Rechts zijn rotswanden in
alle kleuren van de regenboog. Aan de oostzijde verlaten
we het park en komen onderweg natuurlijk nooit een
tankstation tegen. Terwijl we tevoren nog zo hadden gezegd
hier aan te denken. Maar waar was dat tankstation dan welke
op de kaart van de Death Valley stond aangegeven?
Nooit gezien...
Bij Owens Dry Lake slaken we een zucht van verlichting, want
we vermoeden bij Lone Pine te kunnen tanken. En dat is ook
zo. In verhouding wel erg dure brandstof hier in het westen.
Even later hebben we een prachtig uitzicht op Mt.Witney
(4418m).
In Bishop vinden we een motel in een achterstraatje. Hier
heeft ooit een oom van ons gewoond. Bij Cookies Restaurant
moeten we wachten op een tafeltje. Dan moet het wel erg goed
zijn. We kiezen de Aziatische Salade met kip. En die is
inderdaad voortreffelijk.
Mono Lake
De ijsblokjesmachine bij ons motel is kapot. Dus halen we
ijsblokjes voor de koelbox bij de supermarkt. Je kunt ze
echter alleen in grote verpakkingen krijgen. Beter iets dan
niets. De volgende bezienswaardigheid is Mono Lake bij Lee
Vining.
Het water in dit meer is bijna drie keer zo zout als dat
van de zee en wordt omzoomd door bizarre kalksteenformaties
die uit het water oprijzen. Langs de waterlijn bevinden
zich duizenden mugjes.
Yosemite National park
Vervolgens nemen we westelijk de afslag naar het Yosemite
National park. Een van de mooiste natuurparken van Amerika.
De klim begint meteen, de automaat schakelt terug en we
horen de motor een ongewoon hoog toerental maken. Dit gaat
flink wat benzine kosten. Bij het Ellery Lake nuttigen we
onze lunch op een rots met onze voeten boven het water
bungelend. Het is fris. De sneeuwtoppen zijn zichtbaar
op de achtergrond. We bereiken over een slingerende weg de
3031m hoge Tioga Pass. Deze bergpas kan van september tot
juni besneeuwd zijn en is vaak ook tot in juni afgesloten
maar wij hebben mazzel.
Bij Tuolome Meadows Visiter Center hebben we een jas nodig.
Er brandt een kachel in het gebouwtje, dat zijn we niet
gewend. Op een steile rotswand bij Olmsted Point ontwaren
we een romantisch tafereel: een zittend stel, zij tegen
zijn borst aangeleund, kijkt uit op de vallei. Er zijn ook
veel waaghalzen die de rotswand beklimmen.
Gelukkig is het nog juni en niet al te druk. We rijden
richting Big Flat Oak Road. In het oosten zien we El Capitan,
een groot blok kaal graniet en de meest gefotografeerde
watervallen tegenover elkaar in de vallei. Bij Sentinal
Bridge hebben we een prachtzicht op Half Dome, met de rivier
op de voorgrond.
We wandelen naar Yosemite Falls. We wagen het de brug over
te steken, die op instorten staat. Een bordje met de tekst
"Do not Pass" weerhoudt ons niet van deze waaghalzerij.
Jammer genoeg kun je vanaf hier niet zowel de upper en als
down falls in één shot krijgen. En de Bridle Falls zijn
van dichtbij niet te fotograferen door de bomen die het
zicht ontnemen. De vlinders in Yosemite zijn opvallend
groot.
Bij Tunnelview hebben we volgens ons het beste uitzicht over
Yosemite Valley, op Halve Dome, El Capitan én de Bridal
Falls. Richting het zuiden lijken we in een langzaam
rijdende file te zijn beland, wanneer iedereen gelijktijdig
het park wil verlaten. Het Oakhurst Motel ligt 12 mijl
buiten het park. In de lobby valt onze koeltas kapot. Alles
over de vloer, onze hoofden kleuren rood. We kopen meteen
een nieuwe koeltas bij een tankstation en zoeken een
inmiddels - favoriet geworden - chinees restaurant. Zo komen
we aan ons zoveelste fortune cookie.
De volgende dag rijden we meteen het Yosemite National Park
weer binnen. In één dag kun je het park niet bekijken en
twee dagen zijn eigenlijk ook nog te weinig. In Mariposa
Grove zijn gigantische sequoia's te vinden. Grizzly Giant
spant de kroon. 2700 jaar oud. We overbruggen wandelend een
hoogteverschil van 1000 feet. Een tocht van bijna 7 km, die
ons van de ene gigantische boom naar de andere brengt.
Van een holle boom waar je doorheen kunt lopen, tot een
omgevallen gigant. Zo krijgen we een impressie van de
beroemde boom waar vroeger auto's onderdoor konden rijden.
Deze is echter in 1968 door zware sneeuwval bezweken.
(Bron van internet: The hollow tree you can drive
true is fallen down.)
We ontwaren een heerlijke geur van dennen. Gele vlinders
worden aangetrokken door mijn gele T-shirt.
We rijden terug, alleen kunnen we bij de vallei eerder een
dwarsweg linksaf nemen. Buiten het park rijden we in de
noordelijke richting. We belanden in Bridgeport in een motel.
Dit stadje ademt een vreemde afstandelijke sfeer uit. Hier
wil je niet wonen! Voor een sportwinkel staat een vriezer op
straat met de 'troffees' van de lokale visvangst.
Het blijkt een schrikbarend duur stadje in de middle of
nowhere te zijn waar de benzine $2,22 kost. Belachelijk!
Ze durven hier wel. Het goedkoopste motel is $71,65.
"We moeten het van het seizoen hebben", zegt de eigenaar.
De kachel op de kamer staat gelukkig al aan.
Bodie
We ontdekken in een folder dat er een ghost town in de buurt
is, Bodie genaamd. Bodie staat bekend om zijn authenticiteit
zonder commercie. Precies wat wij zoeken! We moeten er wel
13 mijl voor terugrijden. De laatste 3 mijl zijn een fraai
stuk 'dirt road'. De begraafplaats ligt op een heuvel
tegenover het stadje, dat vroeger een mijnstad met 12.000
inwoners was. Er liggen veel kinderen. Vooral de grafsteen
met het engeltje valt op. Veel Denen, Zwitsers en Ieren.
Allemaal gelukszoekers. Het uitschot werd buiten het hek
begraven, waaronder twee prostituees.
Wanneer we het dorp in wandelen valt als eerste de kerk van
de Methodisten van Zion op, met een sober authentiek interieur.
We passeren een hotel met biljart en een taptelefooncentrale.
Roestige auto's. De eerste lange afstandstroomvoorziening.
Een General Store met een kluis, een museum met lijkkoetsen,
Zaagfabriek, en een brandweerhokje.
Bodie was de moeite van omrijden zeker waard!
Lake Tahoe
Daarna volgen we weg 389 tot Carson City. Dit zijn de High
Sierra Mountains. De sneeuwtoppen rijzen op rondom Lake
Tahoe, dat als een kom in de midden ligt. Het opvallend
blauwe water tussen de groene bossen is indrukwekkend.
Zo te zien een favoriete vakantiebestemming voor de rijkere
Amerikanen, die hier 'optrekjes' rond het meer bezitten.
We trekken over een gebergte langs het meer en vanaf een
uitzichtpunt is een prachtige doorkijk.
Vervolgens dalen we af om via de kustweg naar Tahoe Village
te rijden. Het is zeer druk op deze route. We zien hier pas
voor het eerst een zilverkleurige caravan, de zogenaamde
Airstream. Die caravan moet op de foto, zoals ik thuis al
in gedachten had. Bij Emerald Bay hebben we vanaf een
hoogte een mooi zicht op de enige baai en een eilandje.
De "mooiste binnenlandse haven van de wereld", volgens een
bordje. We zijn inmiddels bijna het meer rond.
Bij het noordelijke Kings Beach boeken we een kamer bij een
Big 7 motel met een Griekse eigenaar. Dit is de eerste keer
dat we eenpersoonsbedden in plaats van elk een
tweepersoons bed hebben.
Het strand is bijzonder aanlokkelijk. We zijn van plan om
hier weer een rustdag te houden. Bij het restaurant aan het
meer bestellen we een gigantisch voorgerecht, dat voor ons
tweeën zelfs al teveel is. En Griekse Nachoocheese. Veel!
En lekker!
Week 5: afstand 2452km, totaal 12608km.
We betalen die ochtend meteen de kamer voor een tweede nacht,
ondanks dat we slecht hebben geslapen op het slappe matras.
De Griek is aan het schuim op z'n gezicht te zien net bezig
zich te scheren.
"That's my 50 dollarbill." Hij doelt op het wisselgeld van
gisteren, van de $100 travelercheque.
"Geweldig dat jullie dat nog niet hebben uitgegeven!"
Om elf uur lopen we naar het strand aan de overkant van de weg.
We zonnebaden en genieten van de besneeuwde bergtoppen, de
jetski's en het parazeilen.
Ongelofelijk om op een strand te liggen in zo'n omgeving.
Alleen is het water wel heel erg koud. IJzig tot op het bot.
's Middags gaan we weer naar het strand. Tegen de avond lopen
we naar het kleine parkje aan de oever. Hier probeert zwerver
Jesse Lee, die aan een ieder z'n hele levensverhaal uit de
doeken doet, toeristen wat geld of eten af te troggelen.
Wanneer we Lake Tahoe verlaten, blijven we nog vrij lang in
een bebost en bergachtig gebied. Dit vloeit vervolgens over in
een kaler heuvelachtiger omgeving. Sacramento zien we vanaf
ver liggen, omdat er smog boven de stad hangt. We rijden door
een wijngebied en langs olieraffinaderijen. Hier vond de
'goldrush' plaats in de richting van San Francisco.
San Francisco
Nog voor we een geschikte plek kunnen vinden voor de lunch,
raken we bij een voorstad van San Francisco in de file.
We komen automatisch op de tolbrug (Bay Bridge), vanwaar we
zicht hebben op San Francisco. De eerste afslag na de brug naar
rechts rijden we meteen het centrum in langs de pieren.
Na veel moeite lukt het ons om een parkeerplaats te vinden.
Een hippiestel ligt hier op een grasveldje tegen elkaar aan.
Hij pingelt wat op een gitaar. Hun auto staat vol leuzen en
is misschien ook wel hun huis. Langs het strandje staat het
Maritiem Museum. Hier tegenover, bij pier 45, liggen oude
schepen.
We moeten een fikse klim maken tijdens onze stadswandeling.
(zonder gebruik te maken van de beroemde 'cable cars').
Vanuit het hoger gelegen stadsdeel krijgen we een goed zicht
op het vroegere gevangeniseiland Alcatraz.
Na enkele minuten bereiken we Lombard Street, de kronkelende,
met bloemen versierde straat vanaf Russian Hill is één van
de beroemdste straten.
Hierna lopen we terug naar de Fisherman's Wharf en Pier 39,
langs de kade met haar vele winkeltjes. Een entertainer laat
mensen op straat schrikken door achter een takkenbos te
voorschijn te springen. Op het bordje bij hem staat "Bushman"
geschreven.
Het is puffend warm.
We zoeken eerst aan de westkant van de stad naar een motel.
Die is vol. Dan rijden we terug naar het centrum. Dichtbij
de City Hall en de Opera proberen we twee hotels. Helaas.
De eerstvolgende heeft pas een kamer voor ons. Oasis Inn's
tarief is $104 per nacht. En die dure kamer heeft geen eens
airco. Maar we krijgen bij de receptie wel een lekker gratis
sojadrankje aangeboden.
Op de hoek van de straat richting de Opera eten we een pizza.
Vrijgezellen hebben hier kennelijk hun stamplek voor het
avondeten.
Tijdens de avondwandeling zien we veel zwervers. Terug op
onze kamer gooien we de ramen wijd open en doen het licht
uit. Zodat we ongezien, zoals in de film Rear Window met
James Stewart, bij appartementen aan de overzijde naar binnen
kunnen kijken. Waar de mensen thuiskomen van hun werkdag.
Beneden ligt een junk op straat te spuiten.
Dit zal zweterigste en de meest lawaaiige nacht van de reis
worden. Midden in het stadsleven. Constant hoor je sirenes
loeien. We worden 's nachts een keer wakker. Het is dan nog
warm en we hebben dorst; van de pizza en de droge warme
lucht.
De volgende dag is het koeler. We rijden naar de kust waar
zeemist opdoemt. De Golden Gate ligt daar grotendeels in
verscholen. Samen met Japanse zakenlui in nette pakken
kunnen we er nog hartelijk om lachen. Er staat een stevige
zeewind. We lopen een stukje de brug op, waar ook veel
fietsers en joggers gebruik van maken. Later vandaag of
morgen nog maar eens proberen.
We rijden naar de historische huizen op Alamo Square, de
zogenaamde Pink Lady's. Die intussen in andere kleuren zijn
geverfd dan op de afbeelding uit onze reisgids. Dit parkje
ligt weer hogerop en hier schijnt de zon.
Vervolgens bezoeken we Chinatown, waar het lastig parkeren
is. De straatnamen in dit stadsdeel zijn tweetalig.
De gevels van de bazaars en winkels bijzonder kleurrijk.
Zelfs de straatlantaarns zijn in een Chinese stijl.
We sneupen langs de snuisterijen. Van Krekeltjes in doosjes,
rijstedrank romertjes, boeddhabeeldjes, lampions, parasols
tot onschuldige XXX-rated artikelen. In een antiekzaak laat
ik mijn oog vallen op een zwart gelakt kamerscherm met
fraaie afbeeldingen. We informeren hoe duur het is deze te
laten versturen/verschepen. Hm. Toch maar wachten tot in
Nederland zoiets te vinden is.
We eten chinees, inclusief een potje thee. De soep vooraf is
helder en zeer hot. Voor een middaghap was de maaltijd te
overdadig. We rijden nog een keer naar de brug. Terwijl in
het centrum de zon schijnt, hangt daar alles nog in de
zeemist. Jammer. Bij een volgende trip misschien meer geluk.
We zoeken met de auto het cybercafe Brainwash op, even
buiten het centrum. Hier kun je gelijktijdig de was doen,
je drankje bij de bar halen en mailen.
Een nep parkeeragent, met kapiteinspet, zonder ondergebit,
probeert ons $5 af te troggelen. We geven hem $2 voor de
moeite. En hij beloofd ons op de auto te passen.
We checken de volgende ochtend uit, maar kunnen het niet
laten nog even naar Chinatown te rijden.
Gisteravond bedachten we dat we er nog wat wilden kopen.
Ik word uitgenodigd bij een kapsalon. Achteraf heb ik spijt
dat ik niet op de vriendelijke uitnodiging van het Chinese
kapstertje ben ingegaan.
Winchester Mistery House
Via de 101 rijden we in Zuidelijke richting naar San José
door Californië. Het eerste stuk is een vrij drukke en
vervelende weg. We bezoeken het Winchester Mistery House.
Het raadselachtigste huis ter de wereld. Het huis heeft
een heel merkwaardige geschiedenis. Toen William Wirt
Winchester, wapenfabrikant en uitvinder van het
repeteergeweer, jong aan tbc stierf, erfde zijn weduwe
20 miljoen dollar. Omdat ze ook haar dochtertje had
verloren, werd ze bang van geesten.
En al die met Winchesters doodgeschoten mensen hadden het
ook op haar voorzien. Deze kon ze op afstand houden door
dag en nacht aan haar huis te laten bouwen. In 1884 kocht
ze het 18 kamers tellende huis en tot haar dood in 1922
breide ze het uit tot 160 kamers, met 3 balzalen en 13
badkamers.
Na de lunch in de tuin van het huis nemen we een één uur
durende rondleiding: trappen eindigen tegen het plafond,
geheime ramen hebben zicht op de keuken, kastdeuren met
muren erachter. We zien ook schade als gevolg van de
aardbeving in 1906.
De beroemde kustweg "17 mijl drive" is helaas afgezet als
gevolg van de US open golf bij Pebles Beach. Door de
hardnekkige zeemist zouden we deze waarschijnlijk toch niet
zijn gereden. Nog een bijkomstigheid hierdoor zijn de
overvolle motels. Dus zijn we genoodzaakt door te rijden
naar Gilroy, te bereiken over de smalle bergweg via
Mt. Madonna. Pas het derde Motel in Gilroy heeft meer dan
enkel nog een Kingsize bed over. We eten op de kamer de
uit de supermarkt gehaalde kipsalade en yoghurt.
Bij de Mission San Juan Baptiste gaan we op zoek naar het
torentje uit de film Vertigo van Alfred Hitchcock met
James Stewart. Maar het beroemde torentje uit de film
ontbreekt in de werkelijkheid. De rest van de locatie is
wel herkenbaar. Laat vanavond nu net die film op tv komen.
Toeval?
De volgende ochtend nemen we de weg langs de grillige en
rotsachtige Pacific Coast. Ondanks de bewolking, met zo nu
en dan een blauw stukje lucht, is dit een indrukwekkende
route met bijna voortdurend zicht op zee. Bij Hearst Castle
loopt een pier de zee in. Een lievelingsplekje voor vissers.
Zwemmen hoef je hier niet te wagen, daar is het water veel
te koud voor. We lunchen hier.
Bij Thousand Oaks nemen we een Motel 6. We vinden het te
laat worden om nog door te rijden naar ons volgende
logeeradres bij familie in LA. We laten hen telefonisch weten
dat ze ons morgenavond om zeven uur kunnen verwachten.
Op de parkeerplaats bij ons motel staat een oud kampeerbusje.
Een vader is met zijn kinderen - een moeder hebben we niet
kunnen ontwaren - alle troep (veel kleding die uit de jaren
zeventig en tachtig lijkt te komen) opnieuw aan het indelen.
De spullen staan bijna allemaal uitgestald op straat.
's Avonds eten we op onze kamer afhaallasagne van het nabij
gelegen winkelcentrum. Om de kunstmatige smaak van dit
Italiaanse 'lekkernij' uit een foliebakje te compenseren
strooi ik het gehele zakje pepers erover. En dát had ik niet
moeten doen! De rest van de avond en de nacht heb ik nog
nergens last van. Maar zo'n half uur na het wakker worden,
krijg ik me toch maagkrampen!
L.A.
De begraafplaats Holy Cross staat vandaag als eerste op het
programma. We rijden er gemakkelijk naartoe. Aan de hand van
een artikeltje uit het filmtijdschrift SKOOP (bestaat niet
meer) weten we dat we bij sector Grotto moeten zijn. Zodra
ik uit de auto stap en in beweging kom, laten mijn darmen
weten dat zij er ook nog zijn. Ai!
Na een vruchteloze zoektocht vragen we toch maar een vrouw
naar het graf van Sharon Tate. Tate is de op gruwelijke wijze
vermoorde zwangere vrouw van filmregisseur Roman Polanski.
Slachtoffer van de Manson-clan. De steen van Tate, zoals die
op de foto uit het artikel is te zien, is vervangen omdat
haar moeder inmiddels ook in het graf ligt. De begraafplaats
is hier prachtig aangelegd. In het midden van het terrein
is een mooi marmeren mausoleum.
Memorial Park bij Westwood is de tweede begraafplaats die we
inj L.A. bezoeken. Doordat het tussen de kantoorkolossen ligt,
zien we het eerst over het hoofd. Hier ligt Marilyn Monroe in
de Sanctury of Tranquility. Een muur met economisch boven
elkaar liggende graven. De steen van de blonde filmgodin zit
op kushoogte vol met lippenstiftafdrukken.
Maar ik kan me nauwelijks op Monroe concentreren.
Ik moet dringend naar het toilet! Mijn darmen staan in de fik!
En wat een geluk dat er op zo'n moment een uiterst schone
toilet is waar ik... Ahum. Al stoort Yfke me omdat ze
ongerustig begint te worden over mijn langdurige toiletgang.
Hoe dan ook, ik heb nog nooit zo nodig gemoeten als bij
Marilyn Monroe.
Daarna rijden we de Sunset Boulevard af. Van modale en luxe
optrekjes tot hoogbouw waar Hollywood Boulevard begint.
De beroemde witte Hollywood letters zijn nog te ver af voor
een foto. Bij het Chinese Theater gaat de tweede "Mission
Imposible" met Tom Cruise in première. Aan de Walk of Fame
lopen we met de ogen op de stoep gericht over de sterren.
Ons volgende bezoek is Echopark, een locatie uit de film
Chinatown met Jack Nicholson. Dit park is bijzonder vanwege
roeibootjes in de grote vijver, de palmen en waterlotussen
als voorgrond tegen de skyline van Los Angeles.
Onze aandacht wordt getrokken door een bijzondere kampeerbus.
Een etalagepop met vlindervleugels siert de uitbundig
beschilderde bus. Dit moet de berijdster van een motor
voorstellen, die gedeeltelijk op de motorkap is gemonteerd.
Een alternatieve hippie bewoont de bus met z'n drie buldogs.
Vanwege de honden blijven we een beetje op afstand bij het
maken van foto en video.
Ons laatste uitstapje van vandaag is Huntington Beach. Met
een prachtig strand, een lange pier en de typische Amerikaanse
baywatch posten.
Precies op tijd komen we aan bij ons logeeradres in Buena
Park. Een stoffige donkergroene Mercedes, die wel zwart lijkt,
staat op de oprit. Tot spijt van haar eigenaresse heeft de
automotor echter het loodje gelegd.
Hier in Amerika blijven veel afgedankte auto's en zelfs huizen
op het erf staan tot ze wegroesten of rotten, lijkt het wel.
We krijgen voor het eerst in bijna zes weken weer lekkere
Hollandse pot. De zoon eet ook nog bij moeders en heeft z'n
blonde lange lokken uit de tijd dat hij in een bandje
speelde, ingeruild voor een kastanjebruin beatleskapsel.
Hij deelt met z'n broer - vrachtwagenchauffeur - een
appartement. Omdat we zoveel bij te praten hebben, is het
zomaar laat.
Joshua Tree National Park
Het is maandag. Voor onze gastvrouw en gastheer een gewone
werkdag. We hebben twee uur rijden om bij de entree van het
Joshua Tree National Park te komen. Dit park ligt tussen de
hoger gelegen Mojava Woestijn en de lager gelegen Colorado
Woestijn. We komen door oasen met waaierpalmen en reusachtige
Yuka's, die als biddende armen naar de hemel wijzen. Dat ze
metershoog zijn, zie je pas wanneer je er met de auto naast
parkeert. In Hidden Valley ontdekken we in het dorre landschap
weer een 'Airstream', een zilveren caravan, op de perfecte
locatie voor een foto.
In Cholla Cactus Valley lopen we tussen metershoge cactussen
door. Voor een foto loop Yfke iets te ver naar achteren,
waarbij er cactusstekel in haar kuit dringt. Bij het Joshua
Tree Visitor Center is een eenvoudige tentoonstelling. De weg
terug naar Los Angeles, is dor en heuvelachtig. Er staan
ontzettend veel windmolens in deze vallei. Om vijf uur zijn
we terug en relaxen in de tuin van ons gastenverblijf. Mijn
zus herinnert zich het restaurant "Pofolks" nog van een vorige
keer. Daar loopt een miniatuurtreintje binnen over rails
langs de muren. Daar willen we vanavond graag eten.
Week 6: 1858km, totaal 14466km.
Vandaag is het onze laatste dag om hier nog wat te ondernemen.
Wanneer later iemand ons zal vragen wat we in Los Angeles
hebben gezien, moeten we met enige schroom antwoorden: "Een
begraafplaats, een begraafplaats en nog een begraafplaats."
Onze derde en laatste begraafplaats is Glendale Forest Lawn.
Kitscherige vormgegeven met zwanen in een vijver bij de
ingang. Een babysector in hartvorm met de naam Lullaby, veel
religieuze beelden, het laatste avondmaal in glas en lood, en
enorme schilderijen met afbeeldingen van de Kruisiging
en de Wederopstanding. Overweldigend!
's Avonds nemen we Chip en Tineke mee uit eten.
De volgende ochtend besteden we aan het inpakken van de
koffers. Voordat we naar het vliegveld rijden, willen we de
werkplek van onze Chip bezoeken.
Temidden van de LA haven, waar ooit veel jaknikkers stonden,
vinden we hem in zijn 'yard': een sloperij. De metalen wanden
rondom het terrein worden overeind gehouden door palmbomen en
prachtig bloeiende cactussen. Het schroot is metershoog
opgestapeld. Er tussendoor lopen is veelal niet meer mogelijk.
Behalve naar de milieucontainers, die hij trost aan ons toont.
In het kantoortje kun je nog net een stap binnen zetten. Het
hangt er vol met notitievelletjes, waardoor door het raampje
kijken bijna niet meer mogelijk is. Hij draagt een tropenhoed
en zijn gezicht zit onder de zwarte olievegen. Een figuur voor
televisieprogramma's zoals De stoel of Vreemde Vogels.
Tot onze spijt moeten we onze fijne auto weer inleveren. Dat is
lopende bandwerk bij het verhuurbedrijf van Herz.
We nemen afscheid van een auto waar we probleemloos een enorme
afstand mee hebben afgelegd. Even later staan we ook al in de
vertrekhal, voor onze laatste uurtjes in de USA.
Laatste dag: 227km, totaal 9126ml=14693km.
Op het vliegveld hebben we ruim de tijd. Jongeren zitten te
dommelen of te kaartspelen op de vloer. Dit keer nemen we wel
plaats in een grote boeing van KLM. Ruim 11 uur later schuiven
de deuren van de aankomsthal van Schiphol open.
Als eerste zien we Alex en Affke, de kinderen van Yfke.
Ze stralen van blijdschap en zijn wild enthousiast.
Johan (26) en Yfke (33)
9 mei tot en met 22 juni 2000