Zuidwest-Europa & Marokko (1990)
    
    
    Via Frankrijk en Andorra, door Spanje, Portugal en Marokko. Pakweg 8000 kilometer.
    De eerste dag van de reis heeft mijn vader als doel gesteld om voorbij aan Parijs te komen. We zijn niet de enigen die een slaapplekje op een parkeerplaats langs de Franse tolweg zoeken. Er zijn vooral veel Marokkaanse Nederlanders op weg naar hun familieland; volgeladen mercedessen of busjes met dakbepakkingen onder plastic. Bij de laatste lunchstop in Frankrijk loop ik met slippers in een grasveldje. Een wespachtig insect heeft het voor elkaar gekregen om tussen de slipper en mijn grote teen te komen. Au! Ik heb een naald in mijn grote teen! Het oude Ford Transit campertje heeft het zwaar te verduren in de bergklim naar Andorra. Het pyreneeenlandschap is prachtig groen, met schapen in overvloed. De camping bij Andorra la Vella valt ons tegen. Gelukkig is het maar voor een nacht. Met een gezwollen teen strompel ik de 's avonds door Andorra la Vella. De prijzen van de artiekeln in de etalages geven niet echt de indruk dat Andorra een belastingparadijs is. Ik krijg niet echt een positief beeld van Andorra, behalve dan dat het landschap mooi groen is. We rijden de volgende dag via een fraaie lange afdaling Spanje binnen. Dit is de eerste keer dat ik in Spanje ben. Mijn ouders zijn hier voor hun trouwen al een keer geweest. We nemen de snelste route via Zaragoza naar Madrid, waarbij langs het laatste deel van het traject een autobahn aangelegd wordt. Noodgedwongen blijf ik op de camping van Madrid. Heit en mem bekijken de stad met het openbaar vervoer. Ik zit een lange hete dag in de schaduwplekjes rond de camper. En omdat het lopen zo moeizaam gaat, probeer ik minimaal naar het toillet te gaan. Een lange dag. Puf... Vanaf Madrid rijden we door het alsmaar heter wordende binnenland richting Portugal. Bij iedere stop zoeken we schaduwplekjes op. Af en toe verwennen we onszelf met een blikje cola welke een paar minuten in het vriesvakje heeft gezeten. In Merida drink ik voor het eerst van mijn leven een paar slokken Bitter Lemon. Bah! In Lissabon zitten we eindelijk weer in een omgeving met een aangenaam klimaat. Het is aangenaam vertoeven op het Praca de Comercia aan zee. We doen een touristische tramrit door smalle straatjes van de Portugese hoofdstad. De volgende dag blijkt het nogal moeizaam te zijn om de brug te bereiken waarmee we vanuit Lissabon naar het zuiden kunnen. We rijden meerdere keren over diverse wegen door de stad, maar het lukt maar niet om op de juiste rijbanen richting de brug te komen. Wanneer we daar uiteindelijk wel in slagen, zoeken we het meest zuidwestelijke puntje van Europa op: Sagres. Het waait er hard. Ik sta op een rots aan zee, leunend tegen de zeewind. De eerste camping aan de Algarve is op zich een leuk plekje tussen een bergkloof, maar het waait er te erg. Daarom rijden we de volgende dag verder naar Albufeira. Dit stadje heeft een aantrekkelijke camping, met een zwembad midden op een heuvel. We maken er kennis met een gezin uit Friesland, dat ook met een camper onderweg is. Met een enigszins zeeziekmakende oude veerboot varen we van Malaga naar Melilla, een Spaanse havenstad in Marokko. In de drukte van de stad komen zielig kijkende schoffies naast onze camper staan schooien. Het is ons afgeraden via rifgebergte te reizen, dus gaan we een eind het binnenland in tot langs plekken waar het mulle woestijnzand over de weg waait. Zodra we onderweg ergens stoppen om te lunchen, staan er binnen no-time nieuwsgierige kinderen rond de camper. Waar ze zo snel vandaan komen? Joost mag het weten. In Fez is een behulpzame Marokkaanse Nederlander in een Volkswagen busje die ons de weg naar camping wijst. Eerst probeert hij ons een hotel aan te smeren, maar wij hebben ons eigen hotel bij ons. Er rijden opvallend veel auto's met een Nederlandse kentekens in dit land. De camping is een veldje midden in de stad omringd door muren. In een bar drinken we, in vergelijking met Nederland, erg goed- kope Coca Cola uit flesjes. Het blijkt lastig te zijn om ergens melk te kopen. In plaats daarvan kopen we soja- toetjes, want helaas is er ook geen yoghurt te verkrijgen. Onderweg stoppen we bij een plek waar mannen water uit een waterput proberen te halen. Een van hen zit onderin de put (Benjamin?). Een andere man wil mijn moeder kopen in ruil voor 20 kamelen. Mijn vader dringt er op aan om maar snel te vertrekken. Wanneer we onderweg langs de weg fruit kopen, maken we foto's van de jonge verkopers. Heit vraagt hen om hun adres zodat we de foto naar hun kunnen opsturen. Op de camping van Tétouan ontmoeten we een Nederlandse man met zijn veel jongere Marokkaanse vrouw en twee kleine kinderen. Hij blijkt familie te zijn van reisgidsenmaker Dominicus. De camping heeft leuke primitieve witgeschilder- de sanitaire gebouwen met hooi op het dak. Heit belt zoals gewoonlijk eens in de week naar de familie. Daarbij krijgt hij te horen dat dat mijn zwaar demente beppe Wietske is overleden en inmiddels ook al begraven. De familie heeft ons niet meer kunnen bereiken alvorens we Spanje verlieten. We besluiten de vakantie voort te zetten, ondanks deze trieste gebeurtenis. In Tanger krijgen we een rondleiding van een jongeman, die voor een dag als gids voor ons fungeert. Naast de camping zit een paleis van de koning van Marokko zijn. De gids brengt ons naar de plek waar in een grot een rotsopening is in de vorm van Afrika. Wonderlijk! Op het parkeerterrein staan stalletjes waar mijn moeder kleine geitenwollen pantoffeltjes koopt. In de smalle straatjes van Tanger zien we dat er vliegen op het in de open lucht hangende vlees zitten. Daarmee is onze eetlust flink getemperd. We krijgen minthee in een winkel, waar men ons een tapijt proberen aan te smeren. Mem koopt na enig aandringen een koperen theepotje. Op de camping zien we de volgende ochtend jongeren in mummieslaapzaken onder de nachthemel hebben liggen slapen. Het wachten bij de grens van Tanger voor de overtocht naar Algeciras geeft enige spanning. Er moet altijd iemand in of in de buurt van de camper blijven om te voorkomen dat men drugs onder de auto stopt. De zelfbouwcamper zou daar een ideaal transportmiddel voor zijn. In Spanje bezoeken we Gibraltar. Gibraltar is Engels grond- gebied. Er is dus ook sprake van een grensovergang. We laten ons vanuit de stad met een taxi naar de apen op de rost van Gibraltar brengen. De apen zijn aan de mensen gewend en apenbrutaal. Vanwege het overlijden van beppe Wietske, besluiten we de terugreis sneller af te leggen dan oorspronkelijk de bedoeling was. Daarmee slaan we een bezoek aan Granada (uiteraard voor en bezoek aan het Alhambra) over. In Allicante slapen we op een parkeerterrein tussen de vrachtwagens langs de snelweg. Johan