Nieuw Zeeland (2006)
    6 - 24 februari
    
    
    Nieuw Zeeland stond al lang op mijn verlanglijstje, maar het land ligt zo ver weg, en ik wil zo'n verre reis niet in mijn eentje doen, waren de argumenten die mij weerhielden. En dan, zomaar, een beetje in een opwelling komt het idee om samen met mijn vader te gaan. Maar dan Australië én Nieuw Zeeland. Voor het te laat is. Want mijn vader is 68 en zegt: "Het is nu of nooit." Okay. Dan stel ik Zuid-Amerika uit en moeten we, ja moeten we, volgend voorjaar wel naar Australië en Nieuw Zeeland. Ik ga direct op internet op zoek naar Nederlandstalige reisverslagen van beide landen. Uitgebreid beschreven ervaringen zeggen mij vaak meer dan reisgidsen. Bij boekhandel Broese in Utrecht schaf ik de roadatlassen van beide landen aan. En in augustus 2005 heb ik een route op papier staan, dwars door beide landen, over zes weken verdeeld, waarbij we op een selectieve wijze zoveel mogelijk kunnen zien. Op 3 september 2005 zitten we bij de ANWB om de vluchten, huurauto's en een treinreis te bespreken. We starten met Nieuw Zeeland, direct na de schoolvakanties, op 6 februari 2006. Omdat februari vaak nog mooi nazomerweer biedt. En eindigen in het noorden van Australië wanneer daar het regenseizoen zowat eindigt, op 21 maart.
    Maandag 6 februari 2006. Aan het begin van de avond reizen mijn vader en ik voor 16 euro 30 per persoon met de trein naar Hoofddorp. De taxi vanaf het station naar het hotel kost nog eens 10 euro 80. Helaas staat de verwarming aan op de kamer, door de droge lucht is het - met de reiszenuwen - extra lastig om in slaap te vallen. De volgende ochtend om kwart voor zes brengt een shuttlebus ons gratis naar Schiphol. Omdat we met Qantas vliegen, moeten we eerst naar Londen. Met een overigens lang niet vol vliegtuig van KLM. In het toestel zitten vooral zakenmensen. In Londen stappen we bij gate 8 van terminal 4 wel in een vliegtuig van Qantas, met de slogan: "The Spirit of Australia". De vliegmaatschap- pij met de kangaroe op de vliegtuigstaart, om alvast in de stemming te komen. Al zullen we eerst indrukken opdoen in Singapore en Nieuw Zeeland. We zitten op stoel F + G van de vier stoelen in het midden van de 747. D en E worden bezet door een Australische vrouw en haar koortsig zieke dochtertje. Rechts van ons zitten Scandinaviërs (een Zweeds meisje en een Deens echtpaar). Het meisje slaapt gelukkig een groot deel van de vlucht. Bij mij lukt het niet om te slapen. Boven de Kaspische Zee doe ik de eerste vergeefse poging. We hebben net het ontbijt gekregen, of het rondbrengen van het voedsel moet worden onderbroken vanwege turbulentie. De rest van het de passagiers moet tot vlak voor de landing op Singapore wachten op hun ontbijt.
    Singapore Het is inmiddels woensdagochtend. We zijn door de immigratie- controle van Singapore. Een blanke man wijst mij op The Official Map of Singapore. Volgens hem 'The best".Voor we een taxi nemen naar de stad, stoppen we overbodige jasjes, een trui en shirt met lange mouw in de koffers. En we moeten even bijkomen van de vermoeiende vlucht en direct al indrukken in ons opnemen van Singapore. Met 200 Singapore dollar uit een geldautomaat op zak, nemen we voor 16 dollar een taxi naar ons hotel waar we de bagage achterlaten. We kunnen pas vanmiddag inchecken, maar het Golden Landmark hotel biedt de service om zolang op de koffers te passen. We wandelen zoveel mogelijk in de schaduw, langzaam richting Little India, de wijk die vlakbij het hotel is gelegen. Wennen aan de temperatuur die al snel richting de 32 graden gaat. Singapore heeft een saai klimaat: het gehele jaar iedere dag circa 32 graden, met af en toe wat regen. We komen langs zijstraatjes van Arab Street waar geen bebouwing is, en het arme deel van de bevolking rommel ter verkoop aanbiedt. Veel van wat bij ons op de vuilnisbelt komt, is voor deze mensen verkoopbaar. Allereerst kopen we in Little India een blikje frisdrank en zoeken een schaduwplekje onder een boom op een grasveld aan Belilios Lane. We zien dat ook andere toeristen in de Sri Veeramakaliamman Hindoe Temple gaan en doen dan maar zoals iedereen de schoenen uit, en spoelen de voeten schoon met water uit een daarvoor aanwezig kraantje en verwonderen ons over de heilige riten. Wat te denken van de versierselen op het dak van de tempel. Allemaal erg kleurrijk en rijk aan symbolisme: koeien en vrouwen met buikjes. We moeten wakker blijven om maar zo snel mogelijk aan het tijdsverschil te wennen. In het Tekka Centre eten we voor slechts 4 dollar per persoon een heerlijke maaltijd en voor 1 dollar een flesje water. Scholieren lopen keurig in uniform. (In Nieuw Zeeland zal dat ook nog het geval blijken te zijn.) Sommige vrouwen lopen met parasollen. En typisch voor Singapore, zijn de haaks aan het balkon hangende bamboestokken waar de was aan hangt te drogen. Dat schijnt in 15 minuten droog te zijn. Handelaren proberen ons goud, fotoapparatuur en maatkleding aan te smeren. Maar daar zijn we hier niet voor. We logeren op de 17de verdieping van het Golden Landmark. Een fraai uitzicht op de stad, onder andere op twee moskees. Singapore is een mengeling van culturen en religies. Na het opfrissen en omkleden in het hotel, wandelen we door een supermodern deel van de stad door Victoria Street. De stad is inmiddels helemaal tot leven gekomen. Aansluitend eten we nogmaals warm, dit keer bij het Raffles hospital. Patat en een lekkerbekje samen voor 14 dollar 60. Op de hotelkamer drinken we een bakje thee en om 20 uur is het slapen geblazen. Gisteravond heeft heit een stadsbustour gereserveerd om op een snelle manier nog wat meer van Singapore te kunnen zien. Vanaf kwart voor negen zijn we in de bus onderweg. De echte start van de tour is bij de Fountain of Wealth, vervolgens Little India (dat kennen we inmiddels), het standbeeld aan de Marina Bay symbool staand voor Singa (leeuw) en Pore (stad). Een beetje een saaie skyline, maar de meisjes met bloemen achter een oor en peuters die voor de foto poseren kleuren de boel leuk op. Er volgt een kort bezoek aan Chinatown, waar de Indiase Sri Mariamman Hindoe Temple aan South Bridge Road staat en we door de kleurrijke zijstraatjes wandelen. Na een saai bezoek aan een opaal fabriek krijgen we erg weinig tijd voor de botanische tuinen; mijn vader kan de hete koffie niet eens naar binnen werken zonder te laat te zijn voor de bus die ons terugbrengt naar het hotel. We hadden net zo goed zelf terug kunnen gaan per taxi. Het is overigens sowieso aan te raden om zelf een dagindeling te bedenken en per (goedkope) taxi van plek naar plek te gaan. Dan kun je tenminste zelf de tijdsbesteding bepalen, want met de bustour waren alle bezoekjes erg kort. Rond twee uur 's middags nemen we een taxi naar het vliegveld. Voor 12 dollar worden we door de spraakzame - informatief vertelende - en vrolijke chauffeur in een Toyota Crown vervoerd. Sommige collega taxi's hebben Sumoworstelaars op de zijkant afgebeeld. Grappig. Op de luchthaven eten we pasta en salade. Desondanks raken onze Singapore Dollars niet op.
    Nieuw Zeeland - noordereiland Auckland In de nachtvlucht naar Sydney zit links van mij een oude mopperende Fransman in z'n onderbroek onder een dekentje, voor zover ik kan beoordelen reizen er twee zoons met 'm mee. Gelukkig zit er nog een gangpad tussen ons. Ik negeer 'm maar, in de hoop geen gesprek aan te hoeven gaan. Doordat we vertraagd vertrekken missen we de aansluitende vlucht naar Auckland. Gelukkig is de eerst- volgende vlucht waar we meekunnen al na circa twee uur. We krijgen een tegoedbon van Qantas, maar zitten net vol met eten en drinken. Vanaf het vliegveld kunnen we de skyline van Sydney zien en we genieten van het stijgen en landen van - vooral - Qantas vliegtuigen, op deze zomerse ochtend. Leuk voor op de video. De snelle - niet geleidelijke - landing op Auckland is vervelende omdat de oren dicht gaan zitten. We moeten een vragenformulier invullen waarbij men vooral bang is dat je fruit invoert. Er lopen ook hondjes (hoe heten die?) rond om de bagage te controleren, wanneer we die van de lopende band halen. Een van de hondjes vind iets verdachts bij anderen. De eigenaresse van de rugzak zegt dat er een appel in heeft gezeten. Loos alarm dus. Na het flappentappen, regelen we bij autoverhuur Budget een beter dekkende verzekering voor de auto voor 15 dollar per dag. Maar voor we in de Toyota Camry 2.3 stappen, wil ik eerst weer even van de vlucht bekomen. We zijn erg moe en bij mij zit het rechteroor nog dicht. Ik moet direct maar aan het links rijden wennen en stap dus achter het stuur. Gelukkig is het een automaat (bewust voor gekozen), zodat ik nog niet linkshandig hoef te schakelen. Vooral het laatste stukje naar het hotel is lastig vanwege het eenrichtingverkeer in het centrum van Auckland. Dat kost veel tijd en energie. We mogen de auto parkeren in de parkeergarage van het Crown hotel. Ons hotel zit in het centrum van de stad op de hoek van Albert Street. Ook nu willen we niet te vroeg gaan slapen, dus we lopen naar de kade om een broodje tonijn te halen. Het uitgaansleven komt net op gang; dat ziet er gezellig zomers uit. In Queens Street zien we al boeken over de Nieuw Zeelandse schrijfster Janet Frame liggen, maar we besluiten pas op het zuidereiland iets van haar te kopen. Na het aanschaffen van nog een grote fles drinkwater zoeken we ons bed op. Auckland - Rotorua Zaterdag de elfde rijden we (na veel moeite, want waar moeten we langs?) over de brug naar het aangename Devonport. Mijn vader koopt er de eerste drie ansichtkaarten en we maken foto's van de Auckland skyline. De temperatuur is vandaag zeer aangenaam, rond de 25 graden. Ik had nog wel een extra dag in Devonport willen blijven. Maar we zijn redelijk fit na een goed nachtrust en rijden weer over de brug naar het zuiden. Het landschap ten zuiden van Auckland langs de autosnelweg is vrij saai, maar zodra we richting de oostkust rijden en ook hoe dichter we bij Rotorua komen, des te heuvelachtiger en mooier. Veel van die typische Nieuw Zeelandse bolvormige bergjes met veel schapen. Bij Katikati houden we lunch op een landtong aan de kust. Aan het einde van de middag bezoeken we Hell's Gate. Er loopt een steltvogel met een jong op de warme ondergrond bij "Map of Australia", een poel in de vorm van Australië. In Rotorua bezoeken we het Visitor Centre om uit te zoeken waar het Thermal Holiday Park zit. Daar huren we voor 50 dollar een cabin (nummer 20) met lakens en handdoeken. Tijdens een dutje van mijn vader ga ik naar het grote gebouw achterop het kampeerterrein om voor 2 dollar per 15 minuten te internetten. [fragmentjes uit de e-mail] Bericht uit Kiwiland. We zitten op dit moment in Rotorua. Deze omgeving staat bekend om thermale bronnen. Veelal grijs bubbelend warm water waar je op sommige plekken in kunt baden. Wanneer je tenminste tegen de stank kunt. Dat viel ons overigens reuze mee. Het vliegveld van Auckland ligt een aantal kilometer buiten de stad aan een meer. Eerst maar even buiten het vliegveld op een bankje bijkomen van de vlucht en daarna pas in de huurauto naar het hotel gereden. Waarbij ik voor 't eerst van mijn leven links moest rijden, want dat doen ze hier allemaal... Auckland is 's avond een bruisende stad (voor de liefhebbers). Onderweg hebben we bij Hell's Gate ook 'thermals' bekeken door een driekwartier durende rondwandeling tussen grijze borrelende watermassa's, rook, moddervulkanen en een warmwater waterval (Kakahi Falls). Entree is vrij prijzig, maar je krijgt dan weer wel een Nederlandse beschrijving bij voor de "walk through the volcanic area". Helemaal in het begin is een mogelijkheid om een bad te nemen. [einde mail] Centraal op de kampeerplaats zit een eetcafé "Fat Duck Cafe" waar je werkelijk voortreffelijk eten kunt krijgen. Alleen al de manier waarop het voedsel op je bord ligt is een verrukking! We eten vanavond salades. Rotorua - Tongariro De volgden ochtend gaan we weer naar het eetcafé voor een echt stevig Engels ontbijt. Bacon & Eggs. Heerlijk. Het warmwaterbad van de camping zijn ze net aan het schoonmaken, dus dat laten we maar voor wat het is. We bezoeken Whakarewarewa. Het is nog vroeg, want dit ligt niet zo ver van onze camping. Daar hebben we mazzel mee, want het is nog redelijk rustig. Hier is de hoogste geiser van Nieuw Zeeland, de Pohutu Geyser. Je krijgt er tevens een indruk van hoe de Maori's leefden. Er is zelfs een Maori begraafplaats. Soms een beetje te toeristisch, maar wel de moeite waard. Zeker wanneer je nagaat dat we hier onze enige Kiwi's te zien krijgen. Twee stuks in 'gevangenschap'. In een donker stilte hokje, omdat ze erg schuw zijn. Het is bovendien een beschermd dier. Veel indrukwekkender dan Whakarewarewa, zijn de natuur- verschijnselen van Wai-o-tapu Thermal Wonderland. Vooral Artist's Palette en het schitterende champagne pool: met oppervlaktetemperatuur 74 graden en een diameter van 65 meter. Kleurrijk en daardoor bijzonder fotogeniek. En het mooie weer werkt daarbij natuurlijk bijzonder mee (blauwe lucht met her en der wat wolkjes en af en toe een briesje wind). Verder bezienswaardig zijn onder andere het snot- groene sulfer water van Devil's Bath. De begroeiing langs het wandelpad is op zich al schitterend. Bij de entree eten we een broodje tonijn. Al zullen we voortaan vaak zelf de lunch samenstellen uit de supermarkt, want dit maakt de reis onnodig duur. De Huka Falls vallen tegen, mede omdat het inmiddels bewolkt is geworden. Huka Falls is combinatie van water- vallen en een stroomversnelling waar een brug over loopt. Tongariro In de beklimming van weg 47, bij het benaderen van Tongariro, begint het flink te regenen. De temperatuur neemt ook in rap tempo af. We besluiten in het Grand Chateau van Tongariro te overnachten. Voor 195 dollar. De wens van mijn vader, want ik had zelf voor een cabin in het goedkopere holiday park ernaast uitgekozen. De 's avonds rijden we naar het ski- station van Wakapapa. Het is droog, en we zijn benieuwd naar wat we boven zullen aantreffen. Bij de avondzon zijn er nog mooie foto's te maken. Een beetje mystiek in het donkergekleurde berglandschap. We eten in het Alpine Skotel. Zonder te reserveren weten we daar toch nog een tafeltje te bemachtigen. De zon schijnt nog volop wanneer we een drankje nemen. Na het eten nog een Irish coffee en hot chocolate met marshmallows in de lobby. Het luxe leven, zeg maar. Helaas zitten de bergen de volgende ochtend in de wolken. We rijden even naar het begin van de beroemde Tongariro Crossing, maar we hebben te weinig tijd om te wandelen. Met dit weer lijkt 't ons ook niet de moeite waard. Al zal later die dag richting het zuiden het weer steeds meer opklaren. We rijden via rustige en landelijke, soms heuvelachtig, of bochtrijke wegen naar kennissen in Greytown bij Wellington. In Fielding doen we inkopen voor de lunch. En rijden vervolgens binnendoor via Saddle Road (een bergpas met veel windmolens) naar Woodville en Greytown. Naar mensen die van oorsprong uit Wirdum, Friesland komen, en hier al 30 jaar wonen: Henk en Anneke Hiemstra. Voor het donker zoeken we hun onlangs gekochte woning op in een ruimere omgeving van het buurdorp Carterton. Henk heeft vanavond voor ons gebarbecued. Ik slaap in hun camper. Mijn vader in de kamer van de zoon. Mijn vader kon zich uitleven over de historie van Wirdum, zoals Henk en Anneke het kennen uit hun jeugd. We verwonderen ons over de heldere sterrenhemel: met name het in Europa niet zichtbare Zuiderkruis en een hel verlichte maan. De volgende ochtend leidt Henk ons over onder andere een bergpas waar veel wind over doorstroomt (die had ik op de kaart niet herkend) naar de veerboot in Wellington. Hij moet toch in de stad zijn voor zijn werk. Wellington - Picton We leveren de auto in (we hebben inmiddels 1001 kilometer afgelegd) en checken de bagage als een van de eersten in. We hebben bij de ANWB tickets gereserveerd voor 30 euro p.p. De overtocht van Wellington met de Arahura van Interislander naar Picton, op het zuidereiland, valt een beetje tegen. De reisgidsen hebben de tocht opgehemeld. Je kunt nauwelijks buiten zijn. Want het water spat je namelijk om de oren. Het uitzicht valt, op het begin het einde van de vaart na, ook tegen.
    Nieuw Zeeland - zuidereiland Het duurt erg lang voor onze koffers in Picton op de lopende band verschijnen. En we moeten ook nog in de rij staan bij de autoverhuur van Budget. Maar dan eindelijk: op nummer 1 van de parkeerplaats staat een zilvergrijze Mitsubishi 380 voor ons gereed - op pole... Dat rijdt lekker! Stil en zeer krachtig. Inmiddels vallen er een paar spettertjes regen. We kiezen uiteraard de weg binnendoor naar Nelson, direct rechtsaf via de fjordroute Queen Charlotte Sound. Bij Governors Bay is een mooi uitzicht over de baai met zandstrandjes. De zon breekt ook even door (voor de foto), maar niet voor lang. Tot Nelson regent het zelfs flink. Nelson zou de Rivièra van het zuidereiland moeten zijn. Wanneer we door de stad rijden is de zon weer tevoorschijn gekomen; aan de westzijde van de stad is men aan het watersporten bij een riant stuk strand. Abel Tasman Park Maar wij rijden door richting het Abel Tasman Park. Onverwacht volgt nog een bergpasje voor we bij het kleine Marahau een prachtige kust bereiken. Marahau is tevens beginpunt van het Abel Tasman Track. Het beach motor lodge heeft geen slaapplaats meer. Zeven panden terug klop ik bij B&Q aan. Hier is helaas net iemand ons voor geweest. De praatgrage Marjory is echter bijzonder enthousiast over ons bezoek en ze is zo behulpzaam om rond te bellen voor een slaapplekje. Bij het raam zit een meisje schaapjes te borduren op een kussen. Volgens Marjory zal het weer morgen heel mooi zijn. Zeker om de Abel Tasman Track te wandelen. Wij zagen het al somber in met de regen van vandaag. Dankzij haar komen we iets verderop (voor de brug links aanhouden en dan na de paardenstallen aan de linkerhand) bij het Pukeko Cottage van Will & Jenny Simes. Een werkelijk schitterende plek. Pukeko Cottage is een huisjes tegen de heuvels gebouwd, met op de voorgrond Pukeko's: Nieuw Zeelandse waterhoentjes met deels donkerblauwe veren. De Pukeko familie bewoont het eilandje in de vijver voor de Cottage. Voor 120 dollar hebben we een meer dan eenvoudig slaapplekje. Prijzig, maar daar krijg je dan ook een schitterend vakantiehuisje voor. Het huisje is in 2003 gerenoveerd. Binnenin draait alles om de Pukeko. Achter het huisje worden kiwi's verbouwd. Een wandeling van 5 minuten brengt ons bij het Park Café. Alle plekken binnen zijn gereserveerd, maar de meiden zijn wel bereid om ons op het terras te serveren. We zoeken het droogste plekje uit onder een parasol. Het drinken brengt de bedienster nog tijdens een bui, maar de buien trekken weg en maken plaats voor nog een mooi, koele, avond. Het eten is ook hier weer voortreffelijk. Bij Katie van het Park Café reserveren we na het eten een Aquataxi voor morgen, zodat we een deel van het Track kunnen wandelen. Om twintig voor negen halen we ontbijt bij de beach camp winkel. Om negen uur brengt de Aquataxi ons van Marahau naar Bark Bay. Vanwege de lage waterstand moet de boot op een aanhanger achter een tractor in het water worden gebracht. Om 14.25 komt die ons ophalen voor de terugreis vanaf Torrent Bay naar Marahau. Voor 48 dollar per persoon. Prijzig, maar op deze manier kost het weinig tijd om zo ongeveer het mooiste stuk van het Track te doen. Overigens vaart de Aquataxi eerst een stukje naar het zuiden om rond de beroemde Split Apple Rock te varen. Volgens de captain de meest gefotografeerde rots van Nieuw Zeeland. De auquataxi vaart al stotend en jumpend zeer snel over het wateroppervlak. Houd je vast! Na de snelle toch over het water arriveren we bij Bark Bay. Deze baai is een schitterend tropisch strand. Op het moment waarop wij arriveren zijn net grote groepen bezig zit gereed te maken voor een kayaktocht c.q. kanotocht. Tijdens de ruim twee uur durende wandeling genieten we van de varens, paddenstoelen, een touwbrug, het uitzicht op baaien met schitterende strandjes en azuurblauw water. Bij Torrent duikt mijn vader het water in. Ik heb direct last van larfjes die bloed zuigen op mijn voeten (en ik houd ook niet van zout water, al is het nog zo aanlokkelijk). De terugweg gaat via een stop op het strand van het nog zuidelijker gelegen Kaiteriteri. Een camping met een fraai stuk strand. We verlaten even later Marahau en proberen in Motueka een goedkoop overnachtingsplekje te vinden. Helaas is net de laatste cabin van het Top 10 Holiday Park bezet. Via het Info Centre krijgen we een Family Room in Bakers Lodge. Voor 110 dollar. Dan was het huisje van afgelopen nacht nog niet eens zo duur. In The Posties eten we Wiener Schnitzels. Terug in de Lodge mailen we naar huis (naast me zit een Zweeds meisje). En heit ontdekt folders van helikoptervluchten bij de gletsjers die we binnenkort gaan bezoeken. [fragmentjes uit de e-mail] Vooralsnog heb ik alleen gereden. Mijn vader vindt dat prima. Het eten is steeds erg lekker en zeer betaalbaar. Het vinden van een lodge/motel/cabin is soms wat lastig. Want het is nog steeds erg druk ondanks dat het hoogseizoen net achter de rug is. Het weer is over algemeen uitstekend. Vaak tegen de 25 graden en veel zon. Op het zuidereiland hebben we een deel van de Abel Tasman Track gedaan. Fantastisch! Veel baaien met prachtige zand- stranden en bijzondere bomen en planten. We zijn halverwege met een aquataxi gebracht en hebben terug een stuk van circa 2 en een half uur gewandeld. Met een pet op, want de zon brandde ook tussen de bomen. [einde mail] De supermarkt is al om zeven uur open. Voor het ontbijt haal ik er yoghurt en kaas. We eten in de gezellig gezamenlijke keuken van Bakers Lodge. Om kwart over acht vertrekken we richting het zuiden. Via de Motueka Highway. Onderweg stoppen we in het stadje Murchison (de spellingchecker wil hier morgenzon van maken) voor een plaspauze en een bezoekje aan een antiekwinkel (voor het overgrote deel rommel). Ik koop er een paar theelepeltjes, waaronder een uit Stockholm en een uit Sydney. Heit gaat onderuit door te struikelen over een stoeprand. Een paar schaafwonden zijn het gevolg. We lunchen (met onze eigen eten) op het parkeerterrein van een soort van wegrestaurant waar een gek roze bruin gestippeld varkentje ons begroet. Helaas wil hij of zij niet voor de foto poseren. De Buller Gorge is in vergelijking met gorges in Frankrijk niet echt spectaculair. De Lower Buller Gorge is het mooiste bij Kilkenny Lookout. Heit bezoekt de hangbrug Swing Bridge. Ik vind het afzetterij dat men voor zoiets ook weer geld vraagt en blijf bij de auto. Punakaiki (Pancake Rocks) Zodra we bij de westkust komen, maken we foto's en film- opnames van de branding. Schitterend! Rond half drie nemen we een cabin bij de Punakaiki Tavern. Oorspronkelijk was ik van plan om een paar kilometer eerder bij het Te Nikau Retreat te overnachten, maar die hadden alleen nog een very basic kamer met een tweepersoonsbed. Nu ben ik inmiddels toch wel erg nieuwsgierig geworden naar wat er onder de motorkap zit. Want wat reed het vandaag weer fijn in deze auto: maar liefst een 3.8 liter V6. De motor komt op de foto! Daarna rijden we even verderop naar de Pancake Rocks en de Blowholes. Prachtige plekken waar de zee tegen mooi gevormde rotsen spat. Via een prachtig aangelegd wandelpad val je van de ene verbazing in de andere: al dat moois zo dicht bij elkaar. En de begroeiing naast het wandelpad is ook alweer zo bijzonder: een mengeling van palmen, regenwoud. Bovendien geen entreegeld. Franz Jozef & Fox Glacier In de telefooncel bij het info centre boek ik alvast een standard cabin bij het Top 10 Holiday Park van Franz Jozef. Dat bespaart ons morgen het zoeken naar een betaalbaar slaap- plekje. In de Punakaiki Tavern eten we pasta, wijn en appelsap voor 40 dollar 70. Aan het plafond hangt allemaal briefgeld. Daarna is er tijd om rustig de folders en road- atlas te bestuderen en aantekeningen voor dit verslag bij te werken. Heit z'n hoofd is een tikkeltje verbrand door de zon. De volgende ochtend vervolgen we onze reis naar het zuiden. Onderweg boeken we in Greymouth een retourreis met de Tranz Alpine Express vanaf ons eindpunt in Nieuw Zeeland: Christchurch. Op de een na laatste dag van ons bezoek aan dit land zullen we Greymouth nog eenmaal voor een uurtje bezoeken, per trein. De treinreis staat hoog op ons verlanglijstje. Kosten zijn 326 dollar voor twee personen. Bij het treinstation is ook een supermarkt (Fresh Choise) aanwezig, dat komt goed uit voor onze lunch. Iets typisch Nieuw Zeelands, voor ik het vergeet, zijn de vele "one way bridges". Na Greymouth passeren we er zelfs een waarbij de spoorlijn ook over de brug voor het autoverkeer loopt. We lunchen in Harihari op het parkeerterrein van het Guy Menzies Memorial Park, een pionier in de vliegtuiggeschiedenis. Ieder dorp of stadje heeft in 't centrum bovendien nette openbare toiletten. [mailfragment] Op dit moment zit ik alleen te internetten in Franz Jozef. Mijn vader doet een gletsjervlucht met een helikopter. Erg duur, vandaar dat ie alleen gaat. Hij heeft de video- camera mee, dus zie ik na afloop wel wat hij heeft gezien. [einde mail] Heit zit voor 225 dollar in een helikopter waarbij hij de Franz Jozef en Fox Glacier bezoekt, met op de laatste zelfs een landing. En nog 10 dollar voor een polaroidfoto van heit in de sneeuw. Er is vandaag nog tijd over voor een bezoekje aan het een spiegelmeer genaamd Lake Methesen, in de buurt van Fox Glacier. Via een bergpas bereiken we Fox Glacier. Een stadje dat overigens vele malen minder gezellig is dan Franz Jozef. Helaas iets te veel wind voor een rimpelvrij meer. De berg- toppen zitten in de bewolking, dus we wandelen alleen rond het meer en maken er geen foto van. Een aangename wandeling, waarbij we zelfs even als Tarzan aan een liaan slingeren. Teruggekomen in Franz Jozef eten we in een restaurant waar Duitse jongeren de bediening verzorgen. Dat Duitse accent past wel bij de plaatsnaam. Twee keer chicken satay (helaas met kerry kruiden in plaats van pindasaus) met rijst en bier en water. Bij onze cabin nummer 21 aangekomen, blijkt de lucht geheel helder te zijn. De gletcher views van de Franz Jozef en de Fox laten we voor wat ze zijn. Haast - Lake Wanaka - Queenstown De volgende dag doen we lunchinkopen in Haast. Na de niet al te zware Haast bergpas (563 m) tanken en lunchen we in Makarora waar een roestige auto blikvanger is voor het tank- station. In Wanaka aan bellen we in een telefooncel om voor 20 dollar per persoon in Queenstown een bed in een lodge te huren bij een Top 10 Holiday Park. We rijden binnendoor via weg 84 en vertoeven een paar uur aan Lake Wanaka in de zon. De reis gaat zeer voorspoedig. Het weer is uitstekend! Een Catamaran cruiseboot land op 't strand. Her en der liggen mensen te zonnebaden. Het is ook mogelijk een wild tochtje te maken met een Clutha River Jet. Doen we overigens niet. We luieren wat. Voor we Wanaka verlaten, valt mijn oog op een origineel verkeersbord: overstekende eendenmoeder met een paar jonkies. Achter een heg bij dat bord val ik in de volgende verwondering: tientallen oudere heren in witte kleding, die op een superglad grasveld aan het bowlen zijn. We rijden door naar Queenstown via een prachtige route, bijna Spaans landschap. Een beetje op de kaalte lijkend van de omgeving bij Almeria. Erg droog. Bij Cardrona hangen allemaal bh's aan een hek. "Bras only Please." Tijd voor een foto! Voor het hotel van Cardrona staat, net als op de ansichtkaarten, een antieke Chrysler. Vervolgens rijden we over de hoogste geasfalteerde bergpas Crown Range Summit (1076m); in het jaar 2000 pas volledig geasfalteerd. Even ten noorden van Queenstown huren we voor 2 dollar per persoon handdoeken bij onze lodge (nummer 4) in het Shotover Top 10 Holiday Park. Bij de receptie werkt een meisje met een Frans accent. We moeten lachen om de manier waarop de deurcode werkt: de 2 plus de 4, vervolgens de 3 en dan de draaiknop. Ze verontschuldigt zich door te zeggen dat ze het zelf niet heeft bedacht. In de Lord of the Rings winkel van Queenstown kopen we speciale ansichtkaarten waarbij de postzegel op de voorzijde zit. De stad heeft veel restaurants en winkels, en zelf een strandje. We eten in Finz Down under, aan het water. Mexican Salad plus appelsap en Kip met patat en wijn voor 46 dollar. Tijdens het eten komt de T.S. Earnshaw aanmeren. Het is inmiddels zondag 19 februari. We doen allereerst een uitstapje naar Coronet Peak (1646m) voor het prachtige uitzicht over de valleien. Na Queenstown weer te hebben gepasseerd, nemen we weg 6 naar het zuiden. Maar wel eerst even wachten tot alle schapen zijn overgestoken. In Te Anau tanken we de auto vol en we lunchen op het gras aan het meer bij het visitor centre. Daar boek ik tevens een slaapplekje; al kost dat heel wat moeite. Het schijn hier nog hoogseizoen te zijn en er is bijna geen plek meer te vinden. Milford Sound De route naar Milford Sound is afwisselend en mooi. Eerst langs het water, maar ook door bossen, we passeren een paar primitieve campings om na ruim twee uur bij Milford Sound aan te komen; waar alleen een restaurant is, een camping en boten waarmee je een tochtje op de fjord kunt doen. We moeten wachten op de eerstvolgende boottour. Ik maak intussen een foto van Mitre Peak (1694m) zodra die geheel uit de wolken is gekomen. Vanaf kwart over vier varen we gedurende ruim twee uur voor 55 dollar per persoon (gratis thee en koffie) door de fjord, inclusief een stukje Tasman Zee bij The Lighthouse. Het blijft gelukkig droog, al is de lucht minstens half bewolkt. Direct in het begin is al een fraaie waterval te zien: Bowen Falls. De relatief kleine boot gaat onderweg een paar keer zeer dicht langs de rotsen om onder vallend water door te varen (niet zo goed voor de cameralenzen...) en de in de zon luierende zeehondjes te benaderen. Prachtig natuurlijk! Bij terugkomst in Milford Sound gaan we eerst avondeten in het restaurant, want de route naar Te Anua kost ons nog minstens 2 uur rijden, en dan is het misschien al donker en hebben we waarschijnlijk erge honger. Vanaf de Homer tunnel neemt de bewolking weer toe. Dat levert mooie beelden op van de zon die af en toe nog tevoorschijn komt en bergwanden beschijnt. Om 9 uur kunnen we slapen in de Steamers Lodge, waar we de kamer helaas moeten delen met nog 4 heren (waaronder twee Nederlanders). En naast de 50 dollar ook nog eens 3 dollar per gehuurde handdoek moeten betalen. Door de onrustige nacht staan we vroeg op. Iets na 6 uur namelijk. Heit draagt slippers van een van de andere slaapgasten. Die moeten stil weer in de kamer terug worden gebracht. We halen al onze spullen uit de kamer en gaan douchen en ontbijten. Halverwege de nacht is een van de slaapmaten vetrokken, misschien wel als gevolg van het gesnurk van mijn vader. Ik heb zelf best wel goed geslapen. Het vroege opstaan levert wel een schitterende zonsopgang op: met rode lucht beschenen wolken. De mooiste van de reis. Te Anau - Queenstown - Cromwell - Oamaru Om kwart voor acht zijn we weer onderweg. Het eerste traject naar Queenstown hebben we gisteren ook al afgelegd. Na Queenstown wisselen we van zitplek. De zenderontvangst op de radio is zoals in geheel het land erg slecht. Je kunt onderweg zelden een half uur lang een leuke zender ontvangen. Ander kenmerk van Nieuw Zeeland zijn de vele doodgereden (o)possums. We willen er graag een op de foto of film, maar ze zien er vaak niet bepaald compleet meer uit. In Cromwell doen we lunchinkopen en sturen we een vergeten cd met Friestalige liedjes naar de familie Hiemstra. Bij Bannockburn wil ik even van de hoofdweg, omdat ik vermoed dat de Clutha hier een fraai landschap heeft uitgeslepen. En dat blijkt inderdaad de moeite waarde te zijn. Het is een wijngebied en wederom lijken de rivier in de kale bergen met ook nog een waterkrachtcentrale bij Clyde erg op een Spaans landschap. Nieuw Zeeland had ik veel groener verwacht, maar vooral het binnenland is dat absoluut niet! We tanken in Clyde. Het historische deel van het stadje heeft een paar mooie panden. Ook de rode brug over de Clutha is zeer fraai. We lunchen (witte broodjes met aardbeien) bij de stuwdam en rijden door de buitenwijken van het stadje terug naar de hoofdweg. Het valt ons op dat hier erg veel grote vrijstaande huizen staan of in aanbouw zijn. Het gaat hier kennelijk goed met de economie. Richting de oostkust komen we - door het nog steeds schit- terende landschap - net voor het plaatsje Ranfurly (weg 85) een hek tegen waar schoenen aan hangen; een tegenhanger van het BH-hek. Verder zien we onderweg enkele geinige brieven- bussen, in de vorm van een kat of zelfs een roze olifant. Rond drie uur arriveren we in Palmerston aan de oostkust. Hiervandaan reserveer ik telefonisch alvast een cabin in Oamaru voor de komende nacht en het motel in Christchurch voor de laatste twee nachten. Dat motel heeft heit een paar dagen eerder al bladerend in een boekje gevonden en lijkt ons aantrekkelijk omdat het dichtbij het treinstation ligt. Oamaru - Janet Frame Oorspronkelijk stond Oamaru niet op het reisprogramma, maar de reis langs de westkust ging zo voorspoedig en het weer zat zo mee, dat het toch nog mogelijk is om voor we naar Mount Cook rijden nog een bezoek te brengen aan de westkust en het Oamaru van Janet Frame. Frame (1924 - 2004) was een Nieuw Zeelandse schrijfsters die in haar boeken veel van het stadje Oamaru heeft verwerkt. En een van de huisjes waar ze heeft gewoond is gerestaureerd en te bezichtigen. Dat hebben we na inchecken bij het Top 10 Holiday Park onder andere op foto gezet tijdens een wandeling, de zogenaamde Janet Frame Heritage Trail, een self-guided wandeling, waarvan je de routebeschrijving in het info centre kunt krijgen. Zus Yfke is net als mijn vader dankzij mij ook een fan van Frame. Halverwege de jaren negentig heb ik de verfilming van haar autobiografie op televisie gezien: An Angel At My Table. Een paar jaar na die tv-uitzending kwam ik de driedelige autobiografie in een Leeuwarder boekwinkel tegen; drie pockets, waarvan ik de laatste twee delen heb gekocht. Dat leverde één van de meest indrukwekkend leeservaringen op. Ik heb me zelden zo met een hoofdpersoon/auteur kunnen identificeren. Vaak las het boek alsof ik zelf Janet Frame was. Ze was verlegen, bescheiden, en trok zich soms terug. In het begin van haar leven had ze moeite om een plekje in de maatschappij te vinden. Door het enthousiasme over die boeken, heb ik vervolgens een deel aan mijn zus Yfke op d’r verjaardag gegeven. Die raakte vervolgens ook in de ban van Janet Frame, door haar persoon- lijke, zachtaardig en openhartige manier van schrijven. Begin dit jaar, in de weken voor de reis, heeft mijn vader de boeken gelezen. Hij was er ook diep van onder de indruk. We bezoeken: haar voormalige familiewoning op Eden Street 56, maar ook het op de trail ontbrekende Waitiki Girls' high school op de hoek van Trent Street en Thames. Het door haar beschreven favoriete plekje Willowglen is in de buurt van de camping aan Chelmer Street. Het park is overigens prachtig aangelegd. En wat te denken van de merkwaardige wandeling langs achter het zwembad en onder de weg door. Zo kan een op het eerste gezicht saai stadje, toch verrassend leuk zijn. Helemaal wanneer je daarbij aan de levensverhalen van Janet Frame denkt. (En voor de goede orde: we waren hier niet voor de pinguïnkolonie, maar speciaal voor Janet!) Na een bezoekje aan de lokale brandweer, waar we geheel spontaan het oude materiaal in de garage mogen bewonderen, eten we pizza bij Davincis in Thames Street. Een Meat Lover voor heit, Thai Chicken voor mij, een bier en een cola voor in totaal 25 dollar 50. De volgende dag begint bewolkt. Ik ga allereerst alleen met de auto naar een grote supermarkt in het centrum voor ontbijt en lunch inkopen. Na uitchecken bij de camping gaan we met de auto en videocamera nog langs een paar centrale plekken uit de Janet Heritage Frame Trail. Gistermiddag was onderweg de accu van de camera namelijk op een ongewenst moment leeg. Tevens schaffen we 3 boeken van en over Janet Frame aan. En ansichtkaarten van Oamaru, waarvan we 1 naar zus Yfke sturen en ik stuur 1 naar mezelf.  (Janet Frame's Kingdom by the Sea) Oamaru - Mount Cook Onderweg naar Omarama neemt de bewolking steeds meer af. En het landschap is landinwaarts weer veel fraaier geworden. Die oostkust is kennelijk niet zo bijzonder, concluderen we. In Omarama is de splitsing van de wegen vanuit Queenstown en Mount Cook. We lunchen en maken een foto van een schaap- monument ter ere van de beroemde Merino. Richting Mount Cook (Aoraki) zien we een paar wolkjes die de vorm hebben van boven gestapelde schoteltjes. Rond van vorm in ieder geval. Bij Peters Lookout maken we foto en video van Mount Cook, met op de voorgrond Lake Pukaki, in de angst dat hij voor we dichterbij zijn in de bewolking verdwijnt. Maar de eeuwige sneeuwtoppen komen steeds weer even tevoorschijn. De bewolking uit het westen dreigt wel steeds. Maar geduld = beloning. Het beste uitzicht op de hoogste berg van Nieuw Zeeland (3754 m) is volgens mij zo'n 10 kilometer voor Mount Cook Village. Het stikt in Mount Cook Village van de Japanse meiden, die groepsgewijs - op een grappige manier - ook voor mijn fotocamera poseren. Heit haalt een broodnodig bakje koffie. Eigenlijk had ik ook nog graag de Hooker Track willen wandelen, maar dat kost te veel tijd. We willen namelijk ook nog graag een slaapplekje bemachtigen. Lake Tekapo - Christchurch Voor vijf uur zijn we bij Lake Tekapo waar we een basic cabin (nummer 9) nemen voor 50 + 10 (sheets) en 10 (towels) dollar nemen. De 's avonds eten we in het Observatory Cafe Lake Tekapo. Waar ik voor twee keer een 2 dollar munt een half uur kan internetten. Aan een tafeltje naast ons zit een Zweedse vrouw met haar ouders en haar Engelstalige man. Zo komen we gedurende de gehele reizen veel Scandinaviers tegen. Op de camping moet er voor het douchen 2 dollar worden betaald. Dat hadden we nog niet meegemaakt (in Noorwegen is betalen voor douchen bijna standaard). De volgende ochtend ben ik erg benieuwd of het mogelijk is om naar het dichtbij gelegen Mount John University Observatory te rijden. Het bord bij de toegangsweg geeft gelukkig aan dat gasten welkom zijn. De beklimming via de smalle weg is steil en bochtig. Dit terrein is van de University of Canterbury, Department of Physics and Astromy. Vanaf Mount John hebben we een fraai uitzicht. Het centrum zelf lijkt vandaag niet open te zijn. Om tien uur, net na ons vertrek, opent het café (caravan) bij het parkeerterrein wel. Eigenlijk hadden we dit gister- middag direct moeten doen, bij mooi zonlicht. Voor we Lake Tekapo verlaten bezoeken we nog kort de Church of the Good Shepherd, omdat iedereen dat doet. Het is een erg klein kerkje met een riant uitzicht op het meer. We zijn inmiddels op weg naar Christchurch. In Geraldine doen we lunchinkopen en kiezen vervolgens voor de als toeristisch aangegeven route, weg 72. In Mayfield nuttigen we de lunch bij het parkje waarna we nog even een dutje in het gras doen. Bij de Rakaia Gorge (rond twee uur) is een Jet Boat de rivier op spectaculaire wijze onveilig aan het maken. Die boten heb je ook werkelijk op bijna iedere plek waar toeristen geconfronteerd worden met water. Christchurch Om half vier komen we aan in het Ana Court Motel aan de Blenheim Road 122. Eenvoudig en snel te bereiken via weg 73. Voor 2 munten van 50 cent draait de wasmachine en de droger doet zijn werk voor 2 dollar. Wisselgeld krijgen we van de eigenaresse met de rookstem. Het motel is een beetje ouderwets, maar wel schoon (op de stof onder het televisietoestel na). We verkennen direct de route naar het treinstation. Het is een (te) hypermodern station (heel anders dan dat van Greymouth), dichtbij een winkelcentrum in een industrie- achtige omgeving. Vanwege de hitte kiezen we voor een taxi naar het centrum. Onze taxichauffeuse, van oorsprong van Timor, laat haar fruit vallen om ons als klant te krijgen. Haar mannelijk collega was zo vriendelijk om er niet met ons vandoor te gaan en haar erop te wijzen dat ze klanten had (haar taxi stond vooraan). Ze woont al 35 jaar in Nieuw Zeeland. Helaas is het net avondspits, dat maakt de rit stressig. Voor 22 dollar 20 brengt ze ons naar Gloucester Street, waar ons oog direct valt op de historische City Tour tram die rondjes door het centrum rijdt. We wandelen een rondje door het centrum. Zetten de tram een paar keer op de foto, heit krijgt een gratis bril- reparatie van een neusstukje, we eten ijs en een shake. In de straat met de zacht kleurende gevels (New Regent Street) wenken twee vrouwen mij naar binnen om in hun kapsalon het schitterende ouderwets interieur op de foto te zetten. Ze zagen me toen ik van buitenaf door de ruit een foto probeerde te maken. Terugwandelend naar het motel kiezen we voor een de route door het Hagley Park, door de fraaie botanische tuinen. En op de sportvelden is men aan het tennissen of oefenen voor cricket. De wind is ondertussen flink toegenomen, en voelt zelf koud aan. Waarschijnlijk is het al minder dan 20 graden en ik loop nog in korte broek en T-shirt. In Clarence Street eten we voor 36 dollar 50 bij Robbie's Bar & Bistro beiden een Salmon Ceasar Salad met rode wijn en appelsap. Het gekke is dat je vooraf bij de bar een keuze moet maken uit het menu en je drinken al meekrijgt, en ook al moet betalen. Lijkt wel een beetje op het Amerikaanse buffetsysteem. Aan de grote tafel zit een familie waarvan de kleinste onder de tafels van de andere gasten doorkruipt. In de ruimte naast de eetzaal zitten gasten te drinken en te kijken haar de paardenraces op televisie. Het schijnt dat Nieuw Zeelanders, en ook vooral Australiërs, grotere gokkers zijn dan Amerikanen of Europeanen. Teruggekomen bij het motel haal ik de was uit de droger. Er zijn niet veel andere gasten gekomen, dus die telefonische reservering was niet eens nodig geweest. De was kan weer in de koffers, die we gelijktijdig beter kunnen inruimen. (Heit laat z'n pet uit San Francisco op de strijkplank in de laundry liggen.) Ik ben vroeg wakker gemaakt door het gesnurk van heit. Om de slaap te hervatten, maak ik het licht aan en zeg er wat van. Om kwart voor zeven gaat de wekker. Na het douchen rijd ik naar de supermarkt van het winkelcentrum in de buurt (Westfield Shopping Town in de wijk Riccarton) voor kaas en een kiwichocoladereep Tranzalpine Express Vanwege een hagelbui (waar komt die zo plotseling vandaan?) rijden we met de auto naar het treinstation. De trein vertrekt stipt om kwart over acht. Eerst valt er onderweg nog regen, minstens het traject waar we eergisteren ook met de auto langskwamen, maar in de verte is in het zuiden ook blauwe lucht te zien. Een stop in Springfield van een paar minuten waar we - volgens de omroepstem - een beperkt aantal overheerlijke beroemde versgebakken Muffins van de plaatselijke bakkerij in de trein worden gebracht. Kort hierna gaan we de bergen in; we hebben zicht op de Rakaia rivier en al snel volgt de eerste tunnel en een brug over een kreek. Op Arthur's Pass mogen we 5 minuten uit de trein. Net genoeg om een foto te maken van de locomotief en het bord met daarop de pashoogte (737m). Kort daarna volgt een lange dalende tunnel van 8 kilometer. Donker. Het traject Arthur's Pass - Greymouth is iets minder boeiend. Sommige passagiers doen dan al een dutje. Na 231 kilometer enkele reis in vier en een half uur komen we aan in Greymouth. Hier waren we een week geleden ook al. Aan de oostkust schijnt de zon volop. Maar er waait ook een koude zeewind. Allereerst gaan we naar de supermarkt voor kaas-bacon broodjes, flesjes melk en bananen. Op de terugweg met de trein zien bij het treinstation Otira twee emoes en een pauw (captain peacock). Voor de terugreis is een omroeper ingehuurd die met zeer droge humor de omgeving beschrijft. Als dit Nieuw Zeelandse humor is, dan wil ik wel blijven. Het weer is gelukkig vele malen beter dan op de heenreis, en we kunnen ons dan ook uitleven in het filmen van de natuur (we weten nu ongeveer wat we waar kunnen verwachten). In Christchurch willen we snel naar het motel, voor de file met treinreiziger sop gang komt. Maar net voor we wegrijden tikt de man van het echtpaar achter ons in de trein op de zijruit van de auto. Hij heeft een mobile telefoon op onze zitplek gevonden. Schrik! Ik doe snel mijn fototas open. En inderdaad! Het mobieltje ontbreekt! Iemand van de trein- maatschappij heeft 'm in bewaring genomen in het borstzakje van z'n uniform. Christchurch Vanavond eten we weer bij Robbie's Bar en Bistro. Nu met het kaartje van het motel waarbij we 10 procent korting krijgen en een gratis drankje. Vanavond mag het eten dus wel wat duurder uitvallen. Ha! Om het afscheid van Nieuw Zeeland te vieren. Al is dat dan weer verre van een vrolijk argument. In wezen een dieptreurige gebeurtenis. De mixed grill die we bestellen bestaat uit: een laag patat, daar bovenop bief, bacon, 2 gebakken eieren en nog twee schijven gebakken tomaat met gemende salade. We wandelen opzettelijk via een omweg (voor de vertering van de stevige hap) naar het motel door de wijk met opvallende veel vrijstaande woningen. De volgende ochtend bezoeken we nogmaals de botanische tuinen, in het bijzonder de rozentuin en Canterbury, in Rochester Street. We tanken de auto vol en leveren deze op het vliegveld in; die heerlijk rijdende Mitshubishi 380. [De laatste mail uit Nieuw Zeeland.] Vrijdag 24/02 12 uur 40. Vliegveld Christchurch, NZ Gisteren vanuit Christchurch met de trein Tranz Alpine naar de Westkust en terug via de Arthur's Pass. Schitterende reis door de bergen, met een tiental tunnels, waarvan een van 8 km. Onderweg nog emoes gezien bij een van de road- stations. Op dit moment zitten we op het vliegveld van Christchurch, aan de oostkust van het zuidereiland van Nieuw Zeeland. We vliegen vanmiddag van Christchurch naar Sydney en dan begint de grote reis door Australië. Nieuw Zeeland was in ieder geval al fantastisch! Inderdaad ook 'lamb' gegeten. Slices lamb met salad, maar ook bijvoorbeeld Mixed Grill. Het eten is ten opzichte van Nederland zeer betaalbaar. En de appelsap is vaak vers gemaakt, veel lekkerder dan die fabriekssap uit pakken. [Einde mail] Na het verkrijgen van de boarding pass moeten we naar een kantoortje van de Bank of New Zeeland voor de betaling van Departure Fee. Een 'exit tax' van 25 dollar per persoon. Merkwaardig wanneer je bedenkt dat dit geldt voor het verlaten van het land en voor zover ik weet ook al lucht- havenbelasting hebben betaald. Op de een of andere manier wil het land kennelijk nog wat geld innen; bang dat je niet genoeg hebt uitgegeven. Bij het inchecken stond een jong Friestalig stel achter ons. In de wachtruimte gaat heit met hen in gesprek. Altijd leuk om mensen in je moedertaal te spreken. In het vliegtuig hebben we keuze uit "chicken or lamb?". Ik kijk naar de film "Walk the line", over het leven van Johnny Cash en June Carter. Algemene indrukken: Bescheiden mensen. Tikkeltje afstandelijk, een beetje vergelijkbaar met Noren. Wel erg vriendelijk en ontspannen. Eigenlijk alleen sprake van drukte en files bij Wellington omdat die plaats op een staart van een schiereiland zit en maar 1 grote toegangsweg heeft. Uitstekend eten. Alles zeer betaalbaar, behalve dat voor bijna elk natuurverschijn- sel redelijk hoge entrees. Mocht ik ooit emigratieplannen hebben, dan moet ik Christchurch en omgeving in overweging nemen. Schitterend en erg gevarieerd land qua natuur. Een beetje Noorwegen, Frankrijk en Spanje en dan op z'n Nieuw Zeelands met eigen flora en fauna. Zie voor het vervolg van de reis het verslag van Australië. Johan