Australië (2006) deel 1
    25 februari - 6 maart
    
    
    Dit is een reisverslag van een rondreis die mijn vader en ik door Australië hebben gedaan. Voorafgaand aan Australië hebben we ruim twee weken door Nieuw Zeeland gereisd. In grote lijnen loopt de route, beginnend in Sydney, door het binnenland naar het zuiden, langs Melbourne, vervolgens via de zuidkust, in het bijzonder de Great Ocean Road, en daarna noordelijk naar Adelaide. Vanaf Adelaide nemen we de trein naar Alice Springs. In deel twee is de reis vanaf Alice Springs beschreven.
    Sydney De landing op het vliegveld van Sydney is aangenamer dan die op Auckland. Het is de tweede keer deze reis dat we hier arriveren, met het verschil dat we dit keer blijven. Net als voor de aankomst in Nieuw Zeeland, moeten we een formulier invullen waarbij in het bijzonder de invoer van fruitvliegjes, belastingvrije goederen en grote geld- bedragen onder de aandacht worden gebracht. Een kwestie van "no, no, no" op het formulier aankruisen. Bij Budget blijkt de boeking van de huurauto onder een ander nummer bekend te zijn dan op onze voucher staat. Dat kost enig heen en weer getelefoneer - en dus tijd - om geregeld te krijgen. Ook dit keer zorgen we voor een goed dekkende verzekering. In Sydney is het een paar graden warmer dan Christchurch, namelijk 28 graden. Bij de auto aangekomen, moet de lange broek het snel verliezen van de korte broek. In het vliegtuig blijven we overigens consequent kiezen voor het dragen van een lange broek. De auto die we krijgen, is een teleurstelling ten opzichte van de vorige twee. Namelijk een Hyunday Elantra. Lichtgewicht spul uit Korea met een 2.0 motor, en een automaat die op de meest onmogelijke momenten schakelt. Er zit niks anders op dan het daar de komende dagen mee te moeten doen. Ondanks de routebeschrijving van Budget, blijkt het lastig om bij het hotel in het centrum van Sydney te komen. Te lang rijden we in de richting van Bondi Beach, en komen vervolgens ook nog onnodig door een toltunnel. Het laatste stuk vanaf Market Street, gaat met aanwijzingen van een vriendelijke meneer gelukkig veel beter. Met een beetje mazzel sla ik op een gegeven moment een eenrichtingsstraat in die voor het Holiday Inn in Harbour Street uitkomt. Bingo! Het hotel biedt een prima service door de auto naar de parkeergarage, en de bagage naar de kamer te brengen. Maar is tevens duur genoeg om de hulpjes geen fooi te gunnen. De 's avonds wandelen we door de straatjes van Chinatown achter het hotel, in het bijzonder Plaza Street. Ik had op de site van het hotel al gelezen dat het in Chinatown lag. Vooral aan het Chinatown van San Francisco heb ik goede herinneringen. In Plaza Street is een reuze gezellige markt gaande. Bij de restaurants wil men maar al te graag dat je er komt eten; zelfs wanneer we er al hebben gegeten en nogmaals voorbij lopen, wil een van het personeel ons naar een tafeltje lokken, totdat ze ons herkent en sorry zegt, begeleid met een grote smile. Het eten gaat een beetje rommelig en snel, maar smaakt uitstekend! Een Engelsman die aan het tafeltje naast ons zit, geeft nog wat tips voor het bezoek aan de stad. Bij de Chinese poort staan onder veel belangstelling twee jonge mannen geroutineerd Disneyfiguren van ballonnen te maken. Wat is dit toch een gemoedelijke en ontspannen wijk. Rond tien uur gaan we slapen, terwijl de stad nog bruist van het leven. De volgende ochtend eten we voor 12 dollar per persoon een Engels ontbijt bij Bolle Cafe in Sussex Street, niet ver van ons hotel. Met dit stevige ontbijt achter de kiezen denken we een groot deel van de dag wel door te komen. De wandeling gaat vervolgens richting de AMP Tower, door afwisselend rechts en links af te slaan. Uiteindelijk komen we via Pitt Street bij de Circular Quay, waar het nog redelijk rustig is. Allereerst naar het Opera House, welke op dat moment mooi door de zon belicht wordt. Daarna doen we voor 22 dollar per persoon een highlights rondvaart met Thomas Cook. De boot gaat ondermeer onder de Harbour Bridge door. Vervolgens wandelen we richting de beroemde brug om voor 8 dollar 50 per persoon de dichtstbijzijnde pijler te beklimmen. Een wandeling over de brugboog is ons te duur en bovendien erg tijdrovend. En in de pijler hebben we ook al een schitteren uitzicht over de stad. Er draait bovendien een mooie documentaire in waarin de geschiedenis van de brug getoond wordt. Bij de markt in The Rocks eten we broodjes met worst en uien. Daarna is het tijd om terug te lopen naar Opera House om daar een dutje te doen in de Botanic Gardens. We krijgen bezoek van een rondstruinende ibis. Merkwaardig hoe die vogel met een kromme snavel water drinkt, namelijk door de snavel bijna up-site-down in het water (plas) te schuiven. Heit koopt ansichtkaarten en ijs aan de Quai. We genieten tijdens het eten van de ijs van de voorbij lopende mensen- menigte die naar de didgeridoo voorstelling met dans kijken en luisteren. Terugwandelend naar het hotel, zien ik een bruidspaar lopen wanneer we uit de Queen Victoria Building komen. Ze poseren op verzoek van hun fotograaf ook voor mijn camera. Het bruidje gaat daarbij dicht tegen de bruidegom staan. In het schitterende Queen Victoria Building, tussen Market Street en Town Hall, staan overigens een piano en vleugel die automatisch muziek spelen. Wanneer we op onze hotelkamer komen, ontdekken we dat de monorail vlak langs onze kamer blijkt te lopen. Vanavond eten we weer in Chinatown, dit keer het restaurant naast dat van gisteravond. Sydney - Blue Mountains - Rochester De volgende ochtend verlaten we rond 8 uur uit het hotel. Het is inmiddels zondag 26 februari. We rijden via highway 4 naar het westen, richting de Blue Mountains: een berggebied met een blauwe waas van de eucalyptusbomen. We lunchen in Bathurst, na inkopen te hebben gedaan in Penrith. Daarna rijden we binnendoor naar Katoomba, om van de Blue Mountains bij Echo Lookout de Three Sisters te mogen aanschouwen. Via een mooie natuurwandeling is het zelfs mogelijk om een van de zusters aan te raken. De hoofdweg door de Blue Mountains is niet echt mooi en redelijk druk. Onderweg vallen een paar spettertjes regen. De Olympic Highway is vervolgens een beetje eentonig - maar gelijktijdig ook heerlijk rustig. Gedurende het grootste deel van dit traject staan langs de kant van de weg hetzelfde type bomen. Er liggen veel dode takken onder. Die laten ze vallen om te overleven. Regelmatig zien we ook dode bomen. Je zou denken dat de droogte de oorzaak is, maar we horen later dat juist het water (flooding) de boosdoener is. Ze krijgen te 'natte voeten'. Af en toe komen we grote vrachtwagens tegen, maar de echte road trains verwacht ik pas vanaf Alice Springs. Kenmerk van de plaatsen waar we door rijden, zijn de enorme graansilo's langs het spoor. En auto's die allemaal schuin, werkelijk allemaal, met de neus naar de straat geparkeerd staan, met een achterwiel tegen de trottoirband. Na een dutje aan de Macquire River, vinden we aan het einde van de middag een motel in Wagga Wagga. We zijn vanmorgen tenslotte al om 8 uur op pad gegaan. Voor 110 dollar plus 10 voor het ontbijt. Een beetje prijzig, maar wel een keurig moderne kamer. In het Italiaanse restaurant Il Corso eten we voor 35 dollar pasta salmone. De volgende dag pauzeren we in een park in Albury. Daar zitten tot onze verrassing een aantal kaketoes in de bomen: witte vogels met een geel kuifje. Prachtig natuurlijk! Hier hadden we helemaal niet op gerekend. Op het gras liggen veel zaden van de Plane Tree (ook wel London Tree genoemd). We lunchen in Shepparton op een parkeerterrein in de ruime middenberm. Zo'n middenberm is ook erg typisch voor dit soort Australische stadjes. In het fruitgebied bij Shepparton bevinden zich veel Arabische en Italiaanse migranten. De eigenaren van de fruitplantages hebben enorme villa's. Rochester, Mansfield en Tolmie Om half drie arriveren we in Rochester. Rochester staat op het programma omdat we Bart en Mary bezoeken. Bart is van oorsprong Fries, Mary is hier in de buurt geboren. Verder zijn er nog Bobby de grey cat with curly tail, en de hond Ruby, een Australian Breed (met een licht rode vacht.) Bart is nog in z'n uniform van de zuivelfabriek van Rochester. Zijn voornaam pronkt op een borstzakje. Bart zijn broer Dirk woont in Fryslân. Via Dirk heeft heit vooraf al veel contact gehad met Bart. Na de thee neemt Bart ons mee voor korte rondrit in hun Toyota Prado ten oosten van Rochester. Bij het gehucht Carop zijn nog overblijfselen - zoals de schoorsteen - van een boerderij waar de familie lang geleden heeft gewoond. Vroeger stond die boerderij bekend onder de property name "Fords". In Nanneella staat een gebouw dat destijds de garage was van een zekere Neil Breckenbridge. Mary heeft heerlijk voor ons gekookt. Onder andere corned beef en een ovenschotel. We worden hier maar verwend! De 's avonds heb ik wat meer tijd voor de e-mail. [Een paar fragmentjes uit de e-mail] Vanavond zijn we naar de Campaspe River in Rochester gewandeld, waar de zeer lawaaiige Corella vogels de boomtoppen kaal vreten. Daar overnachten ze om de volgende ochtend weer met veel herrie te vertrekken. Heel bijzonder. In de afgelopen maanden is hier slechts 11 mm regen gevallen. Landbouw is echter wel mogelijk door middel van een ingenieus systeem waarbij eens in de tien dagen stukken land worden 'overvloed' met water uit kanalen. Daar moet de boer uiteraard wel voor betalen. Het is nu bijna tien uur. Het was weer een lange warme dag. Ik houd het hier even bij. [einde mail] 's Avonds op de slaapkamer hoor ik onder andere geluiden van opossums die op de golfplaten lopen. Maar ik ben zo moe, dat ik snel in slaap val. Mary was vergeten mij te waarschuwen, maar ik heb er geen last van gehad. Pelgrimage De volgende dag, 28 februari, nemen Bart en Mary ons mee voor een pelgrimagetoer. De wijlen broer van mijn vader, Lieuwe, heeft eind jaren vijftig namelijk in deze omgeving gewoond. Bij ons vertrek, geeft de autotemperatuur 17 graden aan. Om te beginnen passeren we de riante boerderij waar Mary is opgegroeid. In Lima, bij Mansfield, zoeken we tevergeefs naar het huisje tegen de heuvels waar alles begon. De familie Tolsma kwam daar bij hun komst in Australië eerst bij een oom en tante (Groeneveld uit Sint Jacob) inwonen. Met onder andere twee Nederlandse fietsen, die meegebracht waren in een zeecontainer. In Mansfield drinken we koffie en verse Apple Juice. We bevinden ons in "The Legendary High Country". Heit koopt ansichtkaarten van Mansfield waarvan er een naar Tjippie gaat. Tjippie heeft ongeveer gelijkertijd met Lieuwe een poging gedaan om zich hier te vestigen, maar is later net als Lieuwe naar Californië geëmigreerd. De dames van de News Agency zijn erg behulpzaam wanneer ze horen waar we naar op zoek zijn. Ik blader een paar historische boeken door op zoek naar afbeeldingen van garages. Specifiek van Tolmie, omdat Lieuwe destijds in Tolmie heeft gewerkt. Er is vrij veel informatie over de geschiedenis van Mansfield beschreven, maar helaas niet van Tolmie. Op het bankje voor de News Agency voorziet heit de ansichtkaarten van wat krabbeltjes, zodat ze hiervandaan gepost kunnen worden. Onderweg naar Tolmie, komen we een mooi bord tegen met een waarschuwing voor overstekend Wildlife. In de tavern van Tolmie informeren we naar mensen die meer kunnen weten van Tolmie, en dan specifiek eind jaren vijftig. We komen onder andere uit bij Mick Mason, die in de typische tavern op een foto staat afgebeeld als motorfietskampioen in 1960. We drinken wat in de tavern, en bij wijze van uitzondering krijgen we tosti's. Op dinsdag is normalerwijze de keuken namelijk gesloten. Ik koop voor 15 dollar een pet van de Tolmie Tavern; de gele tekst op de blauwe pet luidt: "Tolmie Tavern, Where nothing ever happens". Een groot deel van een muur in de tavern is gewijd aan Ned Kelly (1855 - 1880). Ned beschouwde zichzelf als de Robin Hood van deze regio, die de politie om de tuin wist te leiden en het opnam voor degenen die zich durfden te verzetten tegen de Engelse onderdrukkers. In de eetzaal hangt boven de deur een foto van de niet meer bestaande garage waar Lieuwe hoogstwaarschijnlijk heeft gewerkt. We mogen de foto even mee naar buiten nemen om te filmen en een fotoreproductie te maken. We vermoeden overigens sterk dat de foto in spiegelbeeld is afgedrukt. Bart weet nog het telefoonnummer van de zoons van de vroegere eigenaar van de garage te achterhalen. Helaas rijden we tevergeefs naar Mick Mason zijn woning, en ook een andere oudere bewoner van een huisje in de bossen bij Tolmie kunnen we niet thuistreffen. Onderweg komen we ook niemand meer tegen aan wie we iets kunnen vragen. De terugweg gaat via Rushworth. In het bijzonder de omgeving ten noorden van het dorp; ooit een goudzoekersplek, maar nu enigszins in verval. De landerijen en pachthuizen ten noorden van Rushworth waren van arbeiders van het Ministerie van Landbouw. De familie Tolsma heeft hier ook gewoond en gewerkt. Bart toont onder andere het gebouw waar vroeger de basisschool in zat. We bezoeken als laatste de begraafplaats waar de beide ouders van Bart en Mary liggen begraven. Bij thuiskomst geeft de auto een buitentemperatuur aan van 32 graden. Nadat we wat hebben gedronken, kunnen we voor het eten Rochester nog bekijken. Bart toont ons huizen waar ze hebben gewoond; sommige daarvan ook zelf gebouwd. We zien ook de garage waar Tjippie heeft gewerkt als grease monkey. En de roodstenen Rochester United Church, die hij trouw bezocht. Beide gebouwen staan in de buurt van de zuivel- fabriek. De 's avonds lukt het Bart nog om telefonisch contact te krijgen met een van de zoons van de garagehouder. Een man van 63 die zich helaas geen dutchman van circa 18 jaar kan herinneren - eind jaren vijftig. Het bedrijf van zijn vader had onder andere 8 houttrucks. Vermoedelijk was de garage bijzaak (service en tankstation). We hebben weinig kunnen vinden uit Lieuwe zijn tijd. Waarschijnlijk omdat de tijd waarin hij hier was te lang geleden is (circa 1955 - 1958). Desondanks was het een boeiende dag. Vanavond mailen we naar Dirk & Fokje en zus Wietske voor haar verjaardag, morgen. Bart geeft ons voor het vertrek nog wat tips mee over de plekken die we de komende tijd gaan bezoeken. Ze hebben zelf flink wat reiservaringen opgedaan in dit land. Rochester - Great Ocean Road - Adelaide Na het ontbijt (met yoghurt!) rijden we, met een tankstop in Bendigo, door naar Woodend om inkopen te doen voor een picknicklunch. Woodend heeft een aantal winkelpanden met mooie historische gevels. Na een bezoekje aan de supermarkt, rijden we naar Hanging Rock, een paar kilometer westelijk van Woodend.  Hanging Rock (entree 8 dollar voor een personenauto) is vooral bekend van de film "Picnic at Hanging Rock", naar een boek van Joan Lindsay. Hanging Rock bestaat grotendeels uit 'solvsbergite', verder alleen op aarde te vinden in Noorwegen en Zweden. De wandeling op het vulkanisch gebergte is minstens zo mysterieus als in de film. Er zijn heel weinig bezoekers. In de rare stille sfeer horen we af en toe stemmen van andere wandelaars, zonder dat je ze ziet. De dwaalwandeling is een belevenis. Je moet soms tussen nauwe rotsspleten door om verder te komen. En het uitzicht vanaf Dawson Lookout is overweldigend. Volgens de folder: magnificant. We picknicken onder aan de rots, waar de meisjes uit de film ook picknickten, lazen en een dutje deden. Na de lunch rijden we door naar het zuiden. De route is afwisselender dan de regio ten noorden van Woodend. Geografisch gezien rijden we bij Geelong ter hoogte van Melbourne. Melbourne staat niet op ons programma. In Torquay begint officieel The Great Ocean Road. Het information centre is net aan het sluiten wanneer we daar om vijf uur arriveren. Het eindpunt van vandaag is het Anglesea Beachfront Family Caravan Park in Anglesea. We krijgen voor 110 dollar een luxe cabin aangeboden. Twee slaapkamers, een badkamer, een ruime keuken, en zelfs een televisie met DVD-speler. De eenvoudige cabins waren helaas al bezet, want zoveel luxe hebben we helemaal niet nodig. We eten pizza in Anglesea en doen alvast inkopen voor het ontbijt van morgen. De buikjes vol met pizza, wandelen we over het campingterrein en ontdekken dat de camping aan een prachtig stuk kust ligt. Veel verder voorbij aan Anglesea dan ik dacht, rijden we de volgende dag onder het de Great Ocean Road Memorial Arch door. Naast de poort is een parkeerterrein waardoor we met gemak foto en video-opnames kunnen maken. Bij Eagle Rock en wandelen we naar de Split Point Lighthouse. Daar zijn kaketoes die wel erg mooi voor de foto poseren. En op duiven lijkende grijze vogels met een roodkleurige borst genaamd galah. Het uitzicht op de kust is een fraai voorproefje van wat nog gaat komen langs de Great Ocean Road. In Apollo Bay doen we inkopen voor de lunch. Het strand is hier redelijk druk. Men danst er met boards op de golven. De lunch nuttigen we bij Cape Otway. Deze kaap is een landtong met een vuurtoren, bereikbaar via een mooie bosweg. Entree is 11 dollar per persoon. Daar mag je ook nog voor in de vuurtoren. Bovenin gekomen, mag je rond de toren te lopen. Het uitzicht is prachtig. Alle gebouwen van Cape Otway zijn keurig gerenoveerd. De wandeling via het bos naar de World War II Radar Bunker is een aanrader! Namelijk een schitterend wandelpad door grijsbruine, ruige, niet al te hoge bomen. Je loopt er wel een eind om voor een niet zo'n bijzonder bunker. Maar de moeite waard! Na de wandeling doen we nog een dutje in het gras. De volgende stop is bij de 12 Apostels. Mooi gevormde rotsen in zee. Aan het einde van de middag staan helaas maar 2 van de 12 apostels in het zonlicht, de anderen zijn nauwelijks te zien door al dat tegenlicht. Desondanks is het er erg druk met bezoekers. In het zo op het eerste gezicht gezellige dorpje Port Campell zoeken we naar een slaapplaats. De camping heeft helaas net geen cabins meer beschikbaar. Via het info centre belanden we in het Great Ocean Road Motel in Peterburough, 11 kilometer verderop, net over de brug naar links richting zee. Het strand is hier erg breed. Een leuke plek voor strandwandelingen. Peterburough is een stadje waar voor de rest geen voorzieningen lijken te zijn, maar er blijkt toch nog een supermarkt (voor ons ontbijt) en een tankstation te zijn in een straat parallel aan de doorgaande weg. Voor we gaan eten, is er nog tijd om London Bridge, The Arch en The Grotto te bezichtigen. Daarvoor moeten we een paar kilometer terug. Alle drie de lookouts zijn vanaf parkeer- plaatsen en korte wandelpaden te bereiken. London Bridge is deels ingestort, maar desondanks de moeite waard om te bezichtigen. Maar The Grotto is toch wel het mooiste! We dalen via een mooi pad met trappen af naar de grot. Door de opening kun je de zee zien. En in de grot ligt rimpelvrij water waardoor er ook nog spiegeling optreedt. Prachtig! We eten in de bar en bistro van Schomberg Inn een Porterhouse (groot stuk vlees), bier en cola en onbeperkt buffet. Dat doen we rustig ondertussen de andere bezoekers observerend. Tot we realiseren dat we ons moeten haasten om de zonsondergang aan zee nog mee te maken. Heit vergeet door de haast z'n San Francisco pet. De man van het motel had ons aangeraden om naar de Bay of Islands te rijden, zo'n 4 kilometer verderop. We zijn net op tijd. De zonsondergang (rond 8 uur) valt als gevolg van de opkomende bewolking echter een beetje tegen. Voor we de volgende dag vertrekken, haal ik eerst een nieuwe voorraad water uit de supermarkt en heit doet een kaart voor Dirk & Fokje op de bus. En we halen heit z'n pet uit Schomberg Inn. Die lag nog mooi op de stoel. Daarna rijden we terug naar de 12 apostels, dit keer staat het merendeel van de rotsen in het zonlicht. Merkwaardig genoeg zijn er nu nauwelijks bezoekers. Om kwart over 10 vervolgens we onze weg langs de kust richting het westen. Even later rijden we naar het noorden. Lunchinkopen doen we in Penshurst. Voor de supermarkt zit een vakantiefietser met een erg bleke huid. Na de lunch passeren we die zelfde fietser. We zijn inmiddels in het Grampians National Park. In het info centre van Dunkeld informeert heit naar welke delen zijn aangetast door de bosbranden. Bart had ons afgeraden om dit park te bezoeken, vanwege die branden. Een paar kilometer na Dunkeld zien we eerst links van de weg verbrand bos, een paar kilometer verderop ook rechts van de weg. Dit moet dus allemaal in de fik hebben gestaan. Triest. Toch levert het een fotogenieke omgeving op. En je ziet al resultaten van dat de natuur om tussen de vernietiging door strijdend er weer bovenop te komen. We houden een dutjestop bij het stuwmeer Lake Bellfield. Hier zitten studenten met waterverf te schilderen. De volgende stop is bij Baroka Lookout, met een gigantisch uitzicht over het park. In de verte zien we Lake Bellfield. We tanken buiten het park in Hosham. Heit wil nog wel een uurtje rijden om alvast wat dichter bij Adelaide te komen. We besluiten te overnachten in Kaniva, net voor de grens met South Australia (waar overigens tegen mijn verwachting in geen fruitcontrole plaatsvindt). In Kaniva Midway Motel aan de A8 krijgen we voor 65 dollar een kamer bij de Duitser Harald (of was het eigenlijk een Tsjech?). We gaan op zijn aanbod in om ook bij hem te eten. Om zeven uur zijn we welkom voor een Scotsch Fillet, Victoria Bitter bier en appelsap, tezamen 35 dollar. Alles gaat een beetje primitief bij Harald, maar het blijkt met de beste bedoelingen te zijn. Zijn vrouw is nog niet terug, en hij moet in deze zweethitte het koken dus zelf doen. We krijgen een plekje in de voorkamer. Hij schotelt ons eerst via een muurvullend scherm televisiebeelden voor, waar we eigenlijk helemaal niet op zaten te wachten na zo'n lange reisdag. Ik twijfel of er überhaupt wel een mevrouw Harald is, want er is al in weken niet gestofzuigd, aan de etensresten op het vloerkleed te zien. De moteleigenaar vertelt ons van de magnetische kracht van een weg bij Hanging Rock, waar auto's een heuvel oprollen wanneer je ze van de handrem haalt. Dat wist ik helaas nog niet toen wij daar waren. Na het eten wandelen we nog door het stadje. We genieten van de enorme vrachtwagencombinaties die voorbij komen. Er staat een molen met de opdruk "Southern Cross" bij het Visitors Centre. De zonsondergang is prachtig. Dit is een van de heetste avonden en nachten. Harold zit de volgende ochtend samen met een vrouw voor de receptie te ontbijten. Er dus toch een mevrouw Harald! Hij noemt haar naam ook, maar die ben ik vergeten. Hij geeft ons een folder mee van een betaalbaar motel in Adelaide: Jacksons Inn. Volgens hem eenvoudig te vinden bij het binnenkomen van de stad, aan 373 Glen Osmond Road. Beheerd door de Griek Bruno. In Meningis pauzeren we aan de kust, er zijn Pukeko's met jonkies te zien. Tot Wellington rijden we een stuk langs de kust. We zien zoutmeren, komen over een gratis veerpont, en rijden door een mooie wijnroute bij Langhorne Creek in de buurt van Lake Alexandrina, om uiteindelijk in Strathalbyn te arriveren. In dit stadje zijn opnames gemaakt voor de film "Picnic at Hanging Rock". Strathalbyn staat in de film representatief voor Woodend. De filmmakers kozen voor Strathalbyn omdat Woodend er niet historisch genoeg uitzag voor een stadje van rond 1900. Daarvoor moest het asfalt van Albyn Terrace bedekt worden met 400 ton aarde. We bezoeken de goed gevulde antiekwinkels van Strathalbyn en lunchen in het schitterend aangelegde park onder een boom. In dit park stikt het van de mooiste vogels! Bij het Visitor Centre attendeert de praatgrage oude dame ons op het plaatsje Clare, ten noorden van Adelaide, waar Martindale Hall model stond voor het Appelyard College uit de film. Ook zeker de moeite waard om te bezoeken, ware het niet dat we vanaf Adelaide in de trein zitten (en daardoor wel meer moeten laten vallen ter faveure van een beroemde treinrit.) Adelaide Via een mooie toeristische bergroute en een lange afdaling komen we aan in Adelaide. Boven het motel zit een Italiaans restaurant, dat is handig voor vanavond. Tegenover het motel ligt een park waar eveneens bijzondere en kleurrijke vogels te zien zijn. Aan het einde van de middag houdt men er een cricketwedstrijd. Alle spelers zijn in het wit gekleed. Omdat we in het motel logeren, krijgen we 15 procent korting op het eten: zalmpasta, Toscaanse salade en Garlic Bread voor 31 dollar. De volgende ochtend nemen we een continental breakfast in het motel. Bruno zelf verzorgt het ontbijt. We zeggen niks over Harald uit Kaniva. Net voor het centrum tanken we de auto vol. We wandelen door de Botanic Gardens van Adelaide en bezoeken het treinstation bij het centrum. Dit station is overigens niet het vertrekpunt van onze trein, The Ghan. Omdat de treinsporen hier doodlopen en alleen voor lokale treinverkeer gebruikt worden. We kopen een ansichtkaart met een afbeelding van The Ghan in de kiosk. Op het station krijgen we nogmaals bevestigd dat we toch een half uur tijdsverschil hebben opgelopen. Merkwaardig dat ze hier een half in plaats van een heel uur tijdsverschil hanteren. We wandelen door de hoofdwinkelstraat - Rundel Street - terug naar de auto aan de oostzijde van het centrum. De bouwstijl van enkele gebouwen doet ons denken aan die van New Orleans: overdekte balkons die over de volle lengte van de eerste verdieping lopen. In de buurt van de auto is de kermis tot leven gekomen. We kijken naar enkele performers. Vervolgens doen we een dutje op het gras. Ik ontdek dat anderen parkeergeld betalen (op zondag). En inderdaad: we hebben een parkeerboete van 16 dollar. Dat is erg weinig wanneer je dat vergelijkt met Nederland (omgerekend circa 10 euro). Het inleveren van de auto bij Budget aan North Terrace mislukt omdat dit kantoor op zondagmiddag gesloten is. Dan zijn we wel genoodzaakt om de auto in te leveren bij het vliegveld. Met de Hyunday hebben we 2356 kilometer afgelegd. Vanaf het vliegveld nemen we voor 15 dollar 70 een taxi naar de Keswick Rail terminal. We checken de bagage in en kopen een paar betere ansichtkaarten van The Ghan. De trein staat er al, alleen lukt het me niet om in de hitte helemaal vooraan te komen om de locomotief op de foto en video te krijgen. De locomotief staat namelijk buiten het perron, zo lang is de trein! In de wachtruimte kijken we naar medepassagiers die hun bagage afgeven en inchecken. Adelaide - Alice Springs [The Ghan, Autralia's Great Train Journey] [Zondag 5 maart 17.15 - maandag 6 maart 11.55] Reservering bij de ANWB voor 412 euro p.p. Na het vertrek krijgen we instructies van Kerie Anne Reed over de trein en onze cabin van de Red Kangaroo Service. In de cabin zit een kleine uitklapbare wastafel. We bestellen dat ze om negen uur onze bedden gereed maakt (uitklapt). Het eerste stuk vanuit Adelaide gaat redelijk langzaam, en het uitzicht is niet echt bijzonder: veel industrie en graffiti. We eten in de restauratiewagon, waar je naar beide kanten van de trein uitzicht heb; dat is in onze cabin niet het geval. De omroeper meldt dat de klok 1 uur naar voren moet worden gezet. Dat wil zeggen: de plaatselijke tijd in Alice Springs (en Darwin). Het begin van de nacht is een beetje "heen en weer schudden" op het bed. We rijden dan relatief langzaam, waarschijnlijk door een heuvelachtige gebied. Ik heb oordopjes in en het lukt me zowaar om redelijk te slapen. We worden net voor de zonsopgang wakker. Het ontbijt bestaat uit toast, zoet beleg, yoghurt en thee met melk (dat laatste was niet echt de bedoeling, maar white thee is hier vrij gebruikelijk). We kijken ook even in de wagon met de salon, en een wagon met goedkope slaapplekken (slaapstoelen). Het landschap lijkt zo op het eerste gezicht eentonig. Maar ik vind het prachtig! Veel rode aarde, begroeiing in de vorm van groene struiken en af en toe kleine bomen. Soms ook heuvels, maar toch vooral een blauwe lucht en veel zon. Om half tien passeren we de Iron Man (een kunstwerk) en om kwart voor tien gaan we via een brug over de Finke River (een droge rivier). Om 5 voor twaalf arriveren we in Alice Springs. Daar verlaten we de trein, terwijl sommige passagiers aan het einde van de middag doorrijden richting Darwin (met nog een paar lange stops). Zie deel 2 van het verslag voor de reis vanaf Alice Springs. Johan