Opium
    
    Aan het einde van de middag haal ik een retourtje Amsterdam uit de automaat. Vandaag ga ik een uitzending van het radioprogramma Opium bijwonen op uitnodiging van internet- vriend DirkJan. De voorgeschiedenis: in september 2000 zocht DirkJan dankzij een berichtje van mij op eeuwig september contact met me via de e-mail. In de tussenliggende jaren hebben we met lange onderbrekingen een intensieve mailcorrespondentie gevoerd, maar we hebben elkaar nog nooit ontmoet. Alhoewel ik me moe voel, wil ik de afspraak graag nakomen. Ik zie wel hoe de avond verloopt. Iets na zessen kom ik aan in Amsterdam. Ik wandel via De Waag naar de Plantage Middenlaan 4A, waar studio Desmet zit. Nog geen DirkJan te bekennen. Ik verken de directe omgeving. De studio is nogal donker en zelf lijkt erg afgesloten. Een man gaat via de ‘artiesteningang’ naar binnen. Daar zitten ook deurbellen zie ik bij nadere inspectie. Nog steeds geen DirkJan. Wanneer er weer iemand aanstalten maakt om naar binnen te gaan, sluit ik direct aan. Nadat de man is binnengelaten, vraagt ‘De Portier’ aan mij waar ik voor kom. "Ik wil graag de uitzending bijwonen." "Van Opium?" "Ja." "O, Opium is vandaag niet voor publiek toegankelijk. Hier beneden is vanavond een feestje, vandaar." "Hm, jammer." "Je kunt het morgen nogmaals proberen. Bel maar even. Kom je van ver?" "Och, wat is ver? Maar morgen verwacht ik dat het te druk is, vanwege de jubileumuitzending. Ik zie wel." Ik neem aan de overzijde van het gebouw plaats op het trappetje van een woning. Een artistiek geklede man parkeert een Green Wheels voor de deur van Desmet. Hij komt even later terug met een ingepakte gitaar en vertrekt weer. Dan komt er van links een fietser die ik herken. Het is exact tien voor zeven. De man is Arjan Peters. Hij zet zijn fiets in het fietsenrek, doet er een extra slot op, en strijkt zijn wilde haarlokken een beetje netter. De column zit ongetwijfeld in de binnenzak van zijn colbertje. Hij blijft aarzelend voor het gebouw staan. Nog een sigaretje roken? Op dat moment komt een jonge vrouw uit de ‘artiesteningang’. Arjan sprint naar de nog net open zijnde deur. Gelukt! De deur achter me gaat open. Ik kijk niet om. Een meisje loopt langszij. Ze heeft me kennelijk gezien, anders was ze mogelijk over me gevallen. "Bonjour!" "Bonjour", antwoord ik. Ze glimlacht even naar me. Vertedering die om een weder- glimlach vraagt. Ze is in een trainingsbroek gekleed en draagt een sporttas. Strakke billen trainen, denk ik. Het meisje verdwijnt op een fiets die ze uit het beneden- huis heeft gehaald. Het is inmiddels schemerig aan het worden. Ik kijk met enige regelmaat de kant op vanwaar ik DirkJan verwacht, maar steeds maar geen man op een fiets die aan zijn signalement voldoet. Ik besluit een eindje in de richting van Artis te wandelen, tot ik op de hoek bij Café Koosje - dochter van Stevens, volgens het onderschrift - het nut daar niet meer van inzie, en de ontmoeting min of meer heb opgegeven. Ik heb zijn telefoonnummer ook niet. Wat kan ik nog doen om de avond meer voldoening te geven? Langzaam loop ik terug richting het centrum. Bij de AH staan veel fietsen van lui die nog boodschappen moeten doen. Ik wandel langs de Waag, kom uit bij Nam Kee, eet daar een sateetje met komkommer en geroosterd witbrood, en geniet van De Zeedijk, misschien wel de gezelligste straat van Amsterdam. [..] Enfin. Jij nam het initiatief van de week. Ik denk, jij zit bij Opium en ik kom na de column van Arjan Peters binnen. Pas om even voor zevenen heb ik de video's gepakt en in het tasje gedaan. Om even voor half acht de deur uit. Ik was niet erg opgewonden, maar wel gespannen. Ik had me niet voorbereid waar we het over zouden hebben. Kom ik bij Desmet. Deur dicht en lege zaal. Hoe kan dat nou? Ik had zojuist toch echt naar de live-uitzending geluisterd. Er kwam een vrouw uit de naastgelegen deur. "Nee, hier is de ingang." Ik ga naar binnen en vraag waar Opium is. "Dat is boven, zonder publiek. Waarom komt u?" "Ik had hier afgesproken met iemand, is er iemand gekomen vanavond?" "Ja, één persoon, een half uur geleden." Shit. Ik ga gelijk naar buiten, trek mijn mobiel en zoek het papiertje waar je nummer op staat. Misschien zit je al wel in de auto terug naar huis. Ik zou je dan vragen om toch rechts- omkeerd te maken en weer naar Amsterdam te komen. Het is nu of nooit. Ik bel, maar je neemt niet op. [..] Wanneer ik bijna zicht heb op het Centraal Station gaat mijn mobiel af. Zodra ik opneem, valt het toestel uit. Hm, zucht, net op zo’n moment. Nokia - connecting people - laat ons in de steek. Geen nummerherkenning, dus ik kan ook niet terugbellen. Zou hij nog een keer bellen? [..] Ik zie de avond nu in diggelen vallen, maar geef nog niet helemaal op. Misschien moet je je auto aan de kant zetten en ben je nog in de stad. Ik probeer het nog een keer en raak: je neemt op. [..] Een paar minuten later nogmaals telefoon. Het is DirkJan. Een vlotte, zelfbewust pratende man. Ik had een zwaardere stem verwacht. We spreken af bij De Waag. Wanneer ik een paar minuten later rechtsom langs De Waag loop, zie ik in de wat duistere flank van het gebouw een man onrustig in de richting van De Zeedijk turen. Hij heeft een tas bij zich. Dat moet DirkJan zijn die me van die kant verwacht, maar ik heb een alternatieve route genomen. Wanneer ik dichterbij ben gekomen, roep ik zijn naam. Hij reageert niet. Nog een keer; mijn stem is niet zo krachtig. Ja, hij heeft me gehoord en draait zich om. Na ruim zes jaar zien we elkaar in levende lijve! Hij stelt voor om ergens wat te gaan drinken. We wandelen over De Zeedijk op zoek naar een rustig plekje. DirkJan plaatst zijn fiets bij Casablanca; we loeren even naar binnen. Die tent is nog uitgestorven. Even verderop vinden we een geschiktere plek: Cafe Verhoeff. Aan de straatzijde zit een jong verliefd stel. Wij nemen aan de bar plaats. DirkJan blaast de rook van z'n sigaret keurig de ander kant op. Als openingsdrankje kiezen we het traditionele welkoms- drankje van eeuwig september: sjokomel, zonder rum weliswaar. Het gesprek gaat al snel over onderwerpen waar we het via de mail ook over hebben. Vertrouwd en bekend. Maar er komen ook nog een paar verrassingen uit de hoge hoed. Alhoewel, verrassingen: vooral antwoorden op nooit gestelde vragen. Zo is de avond toch nog op zijn pootjes terecht gekomen. De buit: vier VHS-banden die ik op DVD ga zetten, zoals afgesproken. In de frisse lucht nemen we afscheid. De Sprinter stroomt vol met jeugd die voor een groot deel uitstapt bij de Heineken Music Hall. Een enkeling stapt een station eerder uit, om, zoals ik opvang: "Even in te drinken." In Breukelen en Maarssen stapt een nieuwe voorraad jongeren op de trein, op weg naar de Utrechtse uitgaanswereld. Mobieltjes aan de oren, strakke kapsels, frisse rokjes, verse lippenstift. "Nou je weet wel. Ze had eerst blond haar. Toen rood, en nu zwart." "O, die!" Iets voor middernacht duw ik mijn voordeur open. Johan/DirkJan (zaterdag 14 oktober 2006)