Zwellingen
    
    Ondanks dat ik nog nooit als patiënt in een ziekenhuis ben geweest, ben ik nauwelijks zenuwachtig. Bij het onderzoek van een paar weken geleden werd gesuggereerd dat het een routineklusje zou zijn van een half uur. Van de mevrouw bij balie M mag ik naar kamer 1 & 2 in de hal lopen. Ik loop lichtelijk autistisch naar de plek die ze heeft beschreven. Daar staat een rij banken voor een muur met gekleurde deuren, elk een andere kleur, voorzien van nummers. Surrealistisch. Wie of wat zit er achter die deuren? En: moet ik nu door deur 1 of 2? Er zit verder niemand. Ik heb mogelijk al tien jaar twee zwellingen. Geen idee eigenlijk hoe lang al. Die op mijn heup heb ik toen het net verscheen al eens met een nagelknippertje proberen te verwijderen. Daarom ziet het er nu extra raar uit. Tijdens de lange reisperiode in de eerst helft van dit jaar heb ik besloten dat ze toch maar eens weg moeten worden gehaald. Maar ik ben geen huisartsbezoeker. En wanneer het kwaadaardige zwellingen waren dan was ik vast al lang dood geweest. Van het vetbultje op mijn linker voorheup heb ik helemaal nooit last. Het levert enkel soms een opmerking op wanneer ik met een dame in bed beland. Maar bovenop mijn achterhoofd, verborgen onder mijn haar, zit een talgklier die het afgelopen half jaar iets groter is geworden. Ook daar was ik in eerst instantie niet zo ongerust over, want ik heb nagenoeg nooit hoofdpijn, dus een hersentumor heb ik altijd uitgesloten. En ik slaap hoofdzakelijk op mijn zij, dus voel het ook bijna nooit. O ja, de kapsters zeggen er wel eens iets van. Maar dan reageer ik met: "O, daar zit een vetbultje". Wanneer ze mijn haar extra kort knippen, dan zal een oplettend iemand het hebben kunnen zien. Begin augustus heb ik voldoende moed verzameld om naar mijn huisarts te gaan. Ik woon hier al tien jaar maar heb die beste man nog nooit gezien. Hij roept er een collega-arts bij. Een jonge vrouw, in de zelfde huisartsenpraktijk, die ook bevoegd is om snijwerk te doen. Maar hier begint ze niet aan. "Dat kon wel eens zeer bloederig worden", zegt ze. Deur 1 gaat om kwart voor drie open. Er komt een mooie vrouw van middelbare leeftijd met een zeer vriendelijk gezicht tevoorschijn. "Meneer Hoekstra?" Ze blijkt de assistente te zijn van Dr. Merkx. De ruimte waar ze me naar binnen leidt is vrij groot en kaal. Ongeveer in het midden staat een smal bed bedekt met van die groene operatiekleden. Merkx heeft nog niks gezien, want het onderzoek eerder deze maand was bij een internist. Hij kijkt kort en stelt de vraag: "In welke volgorde?" "Eerst maar de heup, daarna het hoofd", is zijn conclusie. Ik mag mijn overhemd in het halletje ophangen en gaan liggen, de broek los en een beetje afgezakt. Ik krijg een plaatselijke verdoving die heel snel werkt. Of ik iets voel? "Nee." "Ik ben nu heel naar in jou aan het snijden." Ook van het hechten voel ik niks. Binnen een paar minuten heb ik een grote pleister op mijn linkerheup. Dan mag ik met mijn armen onder mijn kin op de buik gaan liggen en ik krijg twee verdovingen op mijn achterhoofd. Dit bultje is groter. Vandaar twee. Gaan mijn hersenen nu niet slapen, vraag ik me af. Rare vraag misschien. Hij maakt de hoofdhuid schoon met een sterk ruikende vloeistof. Hm, jee, wat is dat! Alleen al door die vloeistof zou ik buiten westen kunnen raken. Van het snijwerk voel ik niks. Ik voel wel dat hij mijn enkele haren trekt en ik verzet me om op de tafel te blijven liggen. Er loopt een vloeistof achter mijn oren langs de hals. Bloed! De assistente lette even niet op en komt met watten en ontsmettingsvloeistof aangesneld om alles "een beetje toonbaar" te maken. Ze verontschuldigt zich. Na het hechten komt er een ‘laklaagje’ op. Ik mag mijn haar twee dagen niet wassen. De klus is inderdaad binnen een half uur geklaard. Wanneer ik thuiskom, loop ik allereerst door naar de AH voor weekendboodschappen. Wanneer de verdovingen 's avonds echt uitgewerkt zijn, beginnen de wonden wat te kriebelen. Het slapen lukt goed en ik voel geen pijn. Ruim een week na het snijwerk mag ik bellen voor de uitslag van het onderzoek naar de stukjes huid. Dokter Merkx vertelt persoonlijk dat het onschuldige plekjes waren. Johan (vrijdagmiddag 28 augustus 2009)