Appeltje
    
    We komen in ons leven soms in aanraking met hele bijzonder mensen. Appeltje is zo iemand. Ruim tien jaar geleden schreef ik mijn eerste reactie op de nieuwsgroep nl.eeuwig.september, een groep die beter bekend stond onder de naam nes. Op nes trof ik een min of meer vaste groep aan van vooral hoger opgeleide mensen met ondermeer broodschrijvers, automatiseerders en transseksuelen. Over het algemeen met veel schrijftalent. Onzinnigheden, rariteiten, speelsheid, dagdagelijkse verhalen, verslagen van bezoekjes aan de therapeut. Alle mogelijke onderwerpen waren denkbaar. Soms waren er samenscholingen, of privébezoeken die tot levenslange vriendschappen hebben geleid. Er bestaat zelfs een heus copulogram. Op nes is humor een grote gemeenschappelijk deler. Want wanneer je naast creatieve woordenstrijd geen gevoel voor de humor hebt, dan heb je op nes eigenlijk weinig te zoeken. Drie keer heb ik samenscholingen/verjaardagen meegemaakt. Dat waren deels bijzondere ervaringen. Maar ook ontluisterend. Ik heb helaas net niet alle nessers van de 'harde kern' ontmoet, dan had ik ook de vredes-ss [TM] moeten bijwonen. Maar daar ben ik niet sociabel genoeg voor. Vroeger verschenen er op nes regelmatig rare snuiters en aandachtvragers. Ik denk dat forums, blogs en andere virtuele ontmoetingssites de rol van usenet voor een groot deel hebben overgenomen. Het is tegenwoordig namelijk vrij stil op nes. Nieuwe aanwas is er nauwelijks bijgekomen. Ik post er nog steeds. Sporadisch. Mijn hoogtijdagen waren tijdens rustige momenten op mijn werk. Nes is een groep waar ik enigszins mijn ei kwijt kon, al bleef ik bewust buitenstaander (ik ben geen meeloper) en heb ik me nooit emotioneel laten meeslepen. Anderen wel. Sommige persoonlijke discussies heb ik als leerzaam en waardevol ervaren. Ik ging de confrontatie nooit uit de weg. Een 'stevig spel' levert mijns inziens meer op dan laf terugtrekken. Kritische reacties kunnen nieuwe inzichten geven. ***** Ongeveer gelijktijdig met mij verscheen een zekere Appeltje. Of ze iets eerder of later kwam, dat doet er niet toe. Ze viel op door de hoogstaande kwaliteit van korte verhalen. De verhalen van Appeltje verschenen ook op een website die ze met hulp van ‘internetvrienden’ had gemaakt. Vaak reageerde ik wel op haar verhalen. En misschien heb ik haar 'gelokt' met het verhaaltje "Lelijke Appel" uit 26 juni 2000? Dat weet ik niet zeker, want ik heb niet alle e-mails bewaard. Ze was door mijn verhaaltje geraakt. Ik had het ook voor haar geschreven. Er ontstond een bijzondere, zeer persoonlijke, mailwisseling. Aftasten, zo noemt ze het in het begin. Wanneer onze correspondentie begint, is Appeltje 41 en ik 26. Ze woont dan in Groningen. We schrijven elkaar lange e-mails. Soms werken we samen aan een verhaal of redigeert ze mijn verhaaltjes. Ze is een geoefend en zeer talentvol schrijfster. We tasten elkaar af en geven ons bloot. Er zijn bewonderaars van haar verhalen, maar de aandacht voor haar verhalen valt niet altijd goed. Van enkele mondige nessers komt soms juist stevige kritiek op haar 'gedrag'. Ze krijgt heel wat over zich heen wanneer ze generaliserend en cynisch schrijft. Een koppig Appeltje reageert verbeten. De humor van nessers kan (wil) ze niet altijd begrijpen en waarderen. Volgens mij mede doordat ze de groep niet kent, misschien wel niet wil leren kennen. Ze denkt geheel te worden afgebrand. Terwijl het in werkelijkheid geen haatdragende of onvriendelijke mensen zijn. Ik heb een paar keer lang met haar op nes en via e-mail gediscussieerd om haar koppigheid te doorbreken. Tot op het scherpst van de snede. En altijd met veel geduld. Vaak verder dan veel anderen zouden gaan. Een vorm van hulp. Misschien stopte ik daar te veel energie in. Maar ik kreeg er ook iets voor terug. Op een gegeven moment moet ze naar Amsterdam voor een allergieonderzoek voor gewrichtspijn. Ze zoekt een logeeradresje, want ze ziet op tegen de lange rit vanuit het noorden. Iets weerhoudt haar om op mijn aanbod in te gaan. En ik woon ook niet echt in de buurt van Amsterdam. Eigenlijk zeg ik iets aan te bieden, maar vraag gelijkertijd. Ze heeft er wel waardering voor. Eind 2002, wanneer ze "Knuffeltherapie" heeft geschreven, is ze bereidwillig om mij te ontmoeten, maar het lukt nog niet om een afspraak te regelen. Maar op zaterdag 11 januari 2003 rijd ik naar het noorden van het land. Exact 200 kilometer. Bij een flatgebouw druk ik op de bel. Ik hoor geen stem via de intercom, maar een grote deur draait met luid gezoem open. Ik neem de lift naar de tweede verdieping en kom door brede gangen. Ze woont in een flat waar bejaarden en hulpbehoevenden wonen. Bij haar appartementje bel ik weer aan. Wanneer ze de deur opent, glimlachen we naar elkaar en stap ik direct naar binnen. Naderhand zal ze schrijven dat ik zomaar doorliep. Tja, ik had kunnen wachten dat ze me uitnodigde verder te komen, maar het was allemaal zo vertrouwd. Haar glimlach is stralend. Alsof ik een geschenk uit de hemel ben. Ik kom in een lange kamer met een open keuken. Appeltje lijkt een beetje op Sanne Wallis de Vries, vind ik. Ze krijgt al grijze haren. Op een grote tafel, waar haar computer op staat, zie ik een envelop liggen met haar achternaam. Eigenlijk had ik dat niet willen weten, ze blijft voor mij Appeltje. Ik zal haar altijd zo blijven aanspreken. Dat vindt ze grappig. Wanneer ik in de stoel tegenover haar zit - zij op een zelfde stoel - vertelt ze met een prachtige, vriendelijke stem over haar verleden. Ook over de mannen in haar leven. Daar schrijf ik later het plagerige en dubbelzinnige verhaaltje "Appeltje en haar mannen" over. Ze is op jonge leeftijd getrouwd is geweest met een Marokkaan. Die episode is moeilijk voor te stellen. Ze is ook weduwe. Een deel ken ik uit haar mails. Op een ‘verborgen’ plek op haar website staan foto’s van haar op verschillende leeftijden. Ze was ooit mooi slank. Er zijn ook foto’s waarbij ik psychische problemen in haar blik meen te ontwaren. Ze vertelt dat ze het derde meisje was en een jongen had moeten zijn. Na haar komt overigens wel een jongentje. Appeltje wil geen enkel contact meer met haar familie. Tot mijn verbazing toont ze wel een foto van haar ouders: een kleine man naast een iets grotere vrouw. Kennelijk is er nog wel een ‘binding’. Het schrijven van de verhalen is voor haar een manier van verwerken. Maar ze houdt het nare verleden op deze manier wel heel erg vast. De verhalen wekken bezorgdheid op. In haar verwerking van het verleden is "de laatste nacht" (10 augustus) steeds een zware beproeving. Niet alle verhalen hebben de intentie om anderen te plezieren, daar zijn de onderwerpen vaak te zwaar voor. Door onder een pseudoniem te schrijven kan ze wat afstand houden van de pijnlijke dingen en meer cynisme uitdragen. Tegenover mij zit één van de meest warme vrouw die ik ooit heb leren kennen: zacht en lief. Totaal niet zwaarmoedig zoals in sommige van haar verhalen. Want de vrouw achter Appeltje is geen zielig vrouwtje. Ze draagt een zwart vest met een merkwaardige rits die zowel van onderen als van boven kan worden geopend. Spannend. Appeltje heeft grote appeltjes. Op nes suggereert ze dat die klein zijn. De werkelijkheid is soms anders. Maar haar verhalen bevatten meer werkelijkheid dan je zou wensen. Het Appeltje tegenover mij is een roddeltante die andere vrouwen van nes zwart maakt en over enkele recente ontmoetingen met mannen vertelt. Ik leer door haar muziek kennen, zoals Yma Sumac en de soundtrack van Pat Garrett & Billy the Kid. Bij de volgende bezoeken heeft ze mp3-bestanden voor me gedownload met Spaanse en Zweedse muziek. Wanneer ze kookt, zit ze staand op een krukje omdat ze anders moe wordt. Ik ga achter haar staan en vorm een rugsteun. De meeste fysieke pijn lijkt ze in haar heup te hebben. Haar reumatische handen zijn ook een probleem. Ik houd ze lang in mijn handen en zou willen dat er geneeskrachtige energie overvloeit. Maar dat is een illusie. Ze ziet ook nog dubbel. Dat is volgens haar erg vermoeiend. Bij mijn eerste bezoek neem ik een Stokke kniestoel van Appeltje over. Ze kan er zelf niet meer op zitten en ik heb schouder- en nekklachten. Hij bevalt mij zeer goed.
    Eén van mijn bezoeken aan haar heb ik verwerkt in "Vliegende soep". Dat vond ze een prachtig verhaal. De discussies met haar op nes verergeren. Na een paar jaar zegt ze nes voorgoed vaarwel. In een woedebui verwijdert ze een lading recente reacties, en haar site is op een gegeven moment ook leeg. Kwam ze nog even terug voor een emotionele natrap? Ze heeft nes gebruikt en kan er moeilijk afscheid van nemen. Wanneer je een paar jaar ergens mee verbonden bent, dan is een breuk moeilijk. Daarna is Appeltje een tijdje minder intensief actief op andere groepen. En nog later schrijft ze onder de naam Appelvrouw van de Boomstam. Ze zet zich in om de loopfiets onder de aandacht te brengen. Voor haar is dat een zeer waardevol vervoersmiddel. In het begin zegt ze dat ze zich niet aan mij zal hechten. Ik ben echter overtuigd dat we vrienden voor het leven blijven. Maar ze heeft andere intenties en verbreekt helaas het contact. Dat vind ik nog steeds zeer spijtig. Een paar jaar later heb ik op een luchtig manier in een andere groep heel kort contact met haar. Ik zie dan op haar website een foto met een indirect beeld van een vrouw met rood geverfd haar. "Dag rood Appeltje." Onlangs zag ik dat haar verhalen op een nieuwe site gepubliceerd staan. Ook de oude verhalen. En ze schrijft tegenwoordig op een blog. Luisterend naar de nachtradio reed ik na elk bezoek in de nacht van zaterdag op zondag weer naar huis. De dagen daarna schreven we half fictieve verhalen over ons samenzijn. Dag lief kreukelrokje. Johan (20 augustus 2010)