Rear Window
    
    Van 28 november 1998 tot 1 april 2018 heb ik op een mooie locatie langs de
    Oude Rijn gewoond. Namelijk op de eerste verdieping van een voormalige
    directeurswoning van een meelfabriek. Dat pand is in 1998/1999 omgebouwd
    tot kapsalon met daarboven twee appartementen, waarbij het klassieke
    karakter en veel glas en lood in stand zijn gehouden.
    
    Op de plek van de meelfabriek zelf is net voor ik er kwam wonen een
    modern appartementencomplex van vier verdiepingen gebouwd.
    
    Vriend en collega Hans hoorde van mij dat ik op zoek was naar een grotere
    woonruimte. Ik woonde destijds in Veenendaal boven een ijssalon in een
    klein appartement van een huisjesmelker .
    
    Hans zou zelf het appartement op de tweede verdieping nemen. Voor de eerste
    verdieping was de eigenaar nog op zoek naar een gegadigde. Hans was
    enthousiast over het ontwerp van het pand, voornamelijk door het ronde
    zadeldak.
    
    
    
    Hij maakte een schets vanaf de straatzijde gezien.
    
    Ik heb direct met de eigenaar gebeld en kon al snel op een avond in
    september komen kijken. De verbouwing onder leiding van de vader van de
    eigenaar was volop gaande. Ook ik was snel enthousiast. Mijn appartement
    zou eind november klaar kunnen zijn. De kapsalon zou pas in februari
    openen.
    
    
    
    De tekeningen van de verbouwing heb ik nog bewaard. Dit is een scan met
    toegevoegde afmetingen in verband met het bestellen van vloerbedekking.
    
    Hoewel het een oud pand was, gehorig en met slechte isolatie, heb ik er met
    veel plezier gewoond. Het had twee slaapkamers, waarvan ik er 1 als
    werkkamer gebruikte, een ruime woonkamer aan de zonnige zijde en een
    aangenaam dakterras met uitzicht op de Oude Rijn.
    
    Voor de ramen aan de straatzijde van mijn slaapkamer en werkkamer had ik
    vaak de rolgordijnen dicht. En omdat de voordeur en brievenbussen van het
    pand aan de zijkant zaten, hebben veel mensen denk ik nooit in de gaten
    gehad dat er boven de kaperszaak twee appartementen zaten. Daardoor werd ik
    weinig lastig gevallen, dat beviel me uiteraard heel goed. Het heeft wel
    bijna jaarlijks gedoe met belastingen opgeleverd, want kapsalon en de
    appartement hadden 't zelfde adres.
    
    
    
    
    
    Een tijdje na mijn intrek ontdekte ik aan de andere kant van de Oude
    Rijn, verderop richting het centrum, precies zo’n pand! Maar dan nog als
    woonhuis in gebruik en enkele jaren later grondig gerenoveerd. Ik heb daar
    altijd graag eens binnen willen kijken, maar nooit gedurfd om aan te
    bellen.
    Onlangs is er in een nieuwe woonwijk een soortgelijke woning met rond
    zadeldak gebouwd; groter en met een tuin rondom. Het dak maakt dit
    soort woningen zo origineel.
    
    Het uitzicht vanuit mijn woonkamer en vanaf het dakterras was een zeer
    aantrekkelijke bijkomstigheid. Ik heb al die jaren heel wat voorbij zien
    komen, zoals intochten van Sinterklaas en 'levens' van buurtgenoten.
    
    Inbraken
    
    Enkele weken na de opening van de kapsalon werd ik op een nacht wakker van
    glasgerinkel. Ik heb direct 112 gebeld. De dieven hebben een kleine
    televisie uit de kinderhoek en nog wat kleinigheden buitgemaakt. Ze waren
    voor de politie kwam al verdwenen. Ramen van een zijdeur waren ingeslagen
    met stenen. Misschien hebben ze geweten dat er nog geen alarm was, maar
    geen rekening gehouden met iemand die boven de zaak woonde.
    
    Een paar maanden later was er weer een inbraak. Nu was er inmiddels alarm
    geïnstalleerd.
    Ik heb direct de politie gebeld. Toen die het pand omsingeld hadden,
    voelden de dieven zich in het nauw gedreven en hebben glas in lood van de
    deur naar de hal opengebroken. Vervolgens zijn ze naar boven gegaan. Eerst
    hebben ze bij mijn geprobeerd om binnen te komen.
    Met veel geweld hebben ze het slot van mijn deur geforceerd, maar het is
    hun niet gelukt om die open te krijgen.
    Tijdens het bonzen op de deur zat het hart in mijn keel, maar ik wilde niet
    laten merken dat ik binnen was.
    Nooit eerder ben ik zo bang geweest!
    Het lukte hun wel om in het bovenste appartement - van Hans - te komen,
    omdat daar een deur met glas in zat.
    Vanaf het dakterras heb ik de sleutels baar beneden gegooid zodat de
    politie met een hond naar boven kon gaan. Beide jonge mannen zaten klem en
    zijn opgepakt. Ik heb ze in het donker niet goed kunnen zien en had ook
    totaal geen behoefte om dat wel te doen.
    De politie moest mijn deur openbreken met een breekijzer omdat het slot
    niet meer werkte. Daarna heb ik bij mij binnen aan een agent verslag
    gedaan. Door de spanning kon ik de volgorde van de gebeurtenis niet meer
    met zekerheid aangeven. Dat kan zo'n gebeurtenis dus me je doen, want
    normaal ben ik wel iemand van de details en veel kunnen onthouden.
    
    Volgens Hans is later nog een poging gedaan om in te breken via het
    bijkeukenraam terwijl ik bij mijn familie in Friesland was. Dat is mislukt.
    
    Buren
    
    In het naastgelegen appartementencomplex had ik wel contact met een
    echtpaar van mijn ouders’ leeftijd. Kritische en precieze mensen, maar
    vriendelijk en altijd in voor een praatje. Ik ben een paar keer bij hun op
    bezoek geweest en ze zijn ook bij ons op het nieuwe adres geweest.
    De eerste zomer vroegen ze mij of ik de stoel op mijn terras wilde
    verschuiven, want anders belemmerde die het zicht vanuit hun keuken op de
    klapbrug even verderop.
    Met de kapsters van de benedenverdieping hadden ze geen goede relatie, want
    die maakten er in hun ogen naast het pand vaak een rommeltje van door
    spullen te dumpen en vervolgens niet af te voeren: "Het is hier geen
    achterbuurt!"
    
    Aan de overkant woonde onder meer een vrouw die er een paar jaar na mijn
    komst kwam wonen. Voor zover ik heb gezien kwamen daar alleen haar ouders
    en vriendinnen over de vloer. Ik heb me afgevraagd waarom ze geen partner
    had. Ze had wel een kat. En om de paar jaar een nieuwere grijze Alpha
    Romeo.
    
    Daar was ook een parkeerterreintje voor bewoners en enkele garagaboxen.
    In de meest rechtse was vaak een man aan het klussen. Hij maakte zelfs een
    stoombootje waarmee hij en zijn gezin tochtjes maakten.
    Zijn vrouw had rood krullend haar. Hun huis was wit geverfd en ze hadden
    een wit hondje en een witte kat. Dat hondje heette Tommy. De vrouw ging
    vaak aan het einde van de middag weg, volgens mij was ze kapster.
    Ze kregen een zoon die op een gegeven moment groter was dan de vader, met
    een enorme bos krullen.
    Daarna een dochter die wel op de moeder leek. Ik kan me nog herinneren dat
    de vrouw zwanger was. De jaren zijn verstreken, want dochterlief zwemt met
    warme dagen in de rivier en ligt in bikini te zonnebaden met haar beste
    vriendinnen.
    
    In de woningen daarnaast zijn de laatste jaren voor mijn vertrek veel
    wisselingen geweest. Oudere echtparen zijn verhuisd en jongere generaties
    hebben hun plaats ingenomen. Een oudere dame is nog een tijdje door een
    busje opgehaald voor dagopnames, maar dat kon op een gegeven moment denk ik
    niet meer. Misschien naar een verzorgingstehuis, dementie, of overleden?
    
    Ik zag zo levens van achterburen verstrijken terwijl ik nooit contact met
    ze had. Mijn observeren is ook een soort sociale controle. Tegenover ons
    nieuwe adres hebben we een straat, plantsoen, sloot, plantsoen en dan pas
    weer een straat met woningen waarvan we een groot deel kunnen zien. Ook
    verdachte situaties voor in de buurtapp.
    
    Rechts had ik zicht op een klapbrug. En direct naast mij op de tuinen en
    dakterrassen van een complex met drie woningen. In de dichtstbijzijnde
    woning woonde de eerste jaren een gezin met drie kinderen. Ik heb een keer
    water bij hun gehaald toen de boiler kapot was. Het gezin heeft een paar
    straten verderop een nieuwe woning betrokken. Ze hadden twee dochters en
    een zoon met Scandinavische namen: Birgit, Kirsten en Niels. Ik heb later
    nog wel eens contact met hun gehad.
    De laatste bewoners van dat huis was een jong rokend stel; de moeder en
    grootmoeder van de vrouw hadden ook constant een sigaret aan. Daar heb
    ik geen contact mee gehad.
    
    In het middelste van de drie woningen woonde een ouder echtpaar dat ik nog
    wel eens zie fietsen of in het cenrum tegenkom. Daar woonde in het begin
    een jong ruziend stel carrierejagers met lease-auto’s.
    
    In de derde woning woonde de vriendin van mijn vriend Hans waar hij eerste
    bij inwoonde. Toen die relatie eindigde kwam hij korte tijd boven mij
    wonen.
    
    Daarna woonde er een jonge vrouw boven mij. Annemarie. Vervolgens haar zus
    met partner. Die zijn vertrokken toen de vrouw hoogzwanger was.
    Vervolgens een kapster die van luidruchtige seks hield. En als laatste een
    vriendin van haar die kort voor mijn vertrek bij haar vriend is
    ingetrokken.
    
    Toevallig dat ik beide laatste bovenbuurvrouwen onlangs heb gezien. De
    laatste heb ik mee gesproken; ze was met haar man en een baby jongetje in
    het centrum. "Getrouwd en een kind, dat is snel gegaan!"
    Enkele weken eerder zag ik na controle bij de tandarts de vorige buurvrouw
    met een dochtertje op een moederfiets stappen.
    Beiden hebben dus ook een kindje.
    
    Meer over de woning waar Hans zijn vriendin woonde. Daar heeft vervolgens
    een paar jaar een forse man met vettig haar gewoond. Hij behoorde tot een
    familie die even verderop een metaalfabriek had. Op de plek van die fabriek
    is een enorm appartementencomplex met binnentuin gebouwd. Ik denk dat hij
    door de verkoop van het bedrijfspand veel geld had en daarom zijn huis
    nogal protserig verbouwde.
    
    Na hem kwam er een mooie meid te wonen met een Indische vader en blonde
    moeder. Zij was niet zo spraakzaam. In het begin had ze een oudere vriend
    die haar vader had kunnen zijn. De man reed in dure auto’s. Ik heb hem
    haar wel eens romantisch bij het station zien brengen of ophalen.
    Ze nam een periode bijna gelijktijdig met mij ’s ochtends een trein naar
    haar werk. Lopend naar het station, terwijl ik meestal op de fiets ging.
    Ze nam een trein in tegenovergestelde richting.
    De laatste jaren had ze een andere vriend; een gescheiden man met een
    dochter en zoon. Dat betekent dat ze zelf nooit kinderen heeft gekregen en
    denk ik ook niet meer gaat krijgen. Dat is wel jammer.
    Ik heb haar 1 van de laatste zomers een keer met familie in een sloep
    voorbij zien varen. Zij zat aan het roer en zag er meer dan ooit gelukkig
    uit.
    
    Verder heb ik natuurlijk heel veel bootjes en schepen voorbij zien komen.
    Dat is het leuke van aan het water wonen. Soms zo dicht langs mijn
    woonkamer; zoals enorme vrachtschepen die bij het industrieterrein hun
    lading hadden gelost of geladen en in de haven moesten keren.
    Zomers kwam een dagjesboot van Avifauna langs. ’s Ochtends vol gasten en ’s
    avonds nog een keer met de schoonmakers aan het werk onder begeleiding van
    luide muziek.
    
    Met echt hete dagen sprongen twee van de vaste kapsters na een dag werken
    wel eens in hun ondergoed in de rivier. Op vrijdagavond of zaterdagmiddag.
    
    Afscheid
    
    Het was een emotioneel moment om na zoveel jaar afscheid te nemen van een
    plekje waar ik aan verknocht was. Het afscheid heb ik in mijn eentje
    gedaan. Het appartement een  beetje schoon achtergelaten en op de vloer
    gezeten om herinneringen de revue te laten passeren.
    Uiteraard ook nog foto´s gemaakt.
    In een leeg appartement met alleen nog tapijt en gordijnen.
    Vervolgens de sleutels ingeleverd.
    
    Het appartement was als het ware voor mij gemaakt. Ik voelde me er
    bijzonder thuis. De vloer van de woonkamer laag vaak bezaaid met
    gedetailleerde landkaarten wanneer ik reizen aan het voorbereiden was.
    Posters van enkele van mijn favoriete films hingen aan de muren, zoals Pulp
    Fiction, Chinatown en The Piano.
    
    De laatste jaren met Weiwei hebben we nog gezellige - besloten - feestjes
    gehad met vrienden en studiegenoten van Weiwei. Verjaardagen,
    oudejaarsvieringen (ook Chinese) met lekker eten, chocolade en
    kaartspelletjes. In het bijzonder denk ik dan aan die met vriend Hans en
    vriendin Tirza.
    
    -
    
    Rear Window is voor mij de beste film van Alfred Hitchcock. Hij heeft
    meer goede films gemaakt, maar Rear Window wint het voor mij van Strangers
    on a train, Psycho en Vertigo. Die laatste vind ik bijvoorbeeld minder
    geloofwaardig (al scoort deze zeer hoog bij regisseurs en critici).
    
    Hoewel het uitzicht vanuit mijn appartement heel anders was dan in Rear
    Window, associeer ik de plek wel een beetje met die film.
    
    -
    
    Na een minutenlange intro met beelden van een binnenplaats op een zeer
    zomers dag, begint de hoofdpersoon. gespeeld door een geweldig acterende
    James Stewart, een telefoongesprek om het verhaal te introduceren:
    
    ‘Six weeks sitting in a two-room apartment with nothing to do but look out
    the window at the neighbours.’ (Jeff)
    
    ‘It’s about time you got married before you turn into a lonesome and bitter
    old man.’ (Gunnison to Jeff)
    
    Verder met Grace Kelly, mooier dan ooit.
    
    
    
    
    
    
    
    
    
    Johan (10 juni 2021)