25 jaar werk
    
    Op 1 december 2022 is het 25 jaar geleden dat ik mijn werkzame leven begon. Tijd voor een terugblik. Buiten een krantenwijk heb ik tijdens mijn schoolgaande jaren nooit een bijbaantje gehad. Het vooruitzicht om tot mijn 65ste te ‘moeten’ werken was juist een aanmoediging om te blijven leren en het lange traject LTS-MTS-HTS kwam dus goed van pas. Tijdens verre reizen heb ik pas ontdekt dat antropologie veel interessanter is dan informatica. Maar met de opleidingen die ik deed had ik wel een baangarantie. Toch raad ik aan om te studeren waar je passie voor op kunt brengen, dan maar een moeizaam traject voor het vinden van een baan. Of om laten scholen, maar dat heb ik nooit aangedurfd. Daar ben ik te behouden voor. Ambitieuze en avontuurlijke reizen durf ik wel aan, maar wat werk betreft heb ik minder behoefte aan uitdagingen. Na mijn studie heb ik eerst een paar maanden van een uitkering genoten. Vervolgens stuurde ik op 21 september 1997 vijf brieven naar bedrijven in De Meern, Veenendaal, Nieuwegein, Hilversum en Zeist. Twee sollicitaties en drie open sollicitaties, waarvan drie in een gesprek resulteerden. Ik kwam nota bene te laat voor het eerste gesprek, omdat ik helemaal vanuit Friesland naar Zeist moest rijden en het onderweg drukker was dan gedacht. Maar dat bleek geen probleem. Ik kreeg een uitnodiging voor een tweede gesprek. Om het beeld duidelijk te maken: eind jaren negentig was er een enorme behoefte aan ict-ers vanwege het naderende millennium en de komst van de euro, er werden bijvoorbeeld ook veel biologen omgeschoold, daar heb ik er een aantal van als collega (gehad). Eerste fase Na het tweede gesprek in Zeist werd ik aangenomen. Direct in de eerste maanden (proefperiode) moest ik al Oracle-opleidingen volgen in Utrecht. Een dure en lange opleiding die me een flinke studieschuld opleverde. Heel lang heb ik geen lease-auto maar een huurauto gehad, geen idee waarom ze dat deden. In het begin nam ik elk weekend de was nog mee naar mijn ouders. Ik huurde een kamer in Zeist bij oudere mensen (een verhaal apart). Door mijn verlegenheid en bescheidenheid heeft het me denk ik een paar maanden meer gekost voor ik begon op mijn eerste project. Dat was in een groot team in Apeldoorn. Daar heb ik vriend Hans leren kennen. We lunchten vaak samen. Ik had hem al ontmoet bij een interne cursus op ons eigen kantoor. Hij zat achter mij en was bezig met scheidingspapieren. Dat project heeft me direct al geleerd hoe moeizaam automatiseringsprojecten kunnen lopen. Onderlinge samenwerking liep moeizaam. Er was een grote afstand tussen management en het het team (de teams). Je werd niet goed ingewerkt. Terwijl er werk genoeg was. Voor dat project was kennis Oracle van belang, maar nog meer van Uniface. Ik deed dus ook een cursus Uniface bij Compuware in Amsterdam. Dat vond ik leuk. Ik keek al snel uit naar een project met een nieuwere versie van Uniface. Namelijk bij AEGON in Den Haag Mariahoeve, waar meerdere collega’s zaten. Het heeft tot mei 2000 geduurd voor ze daar een plekje voor me hadden. Bij AEGON heb ik veel meer geleerd. Omdat het team van twaalf mensen steeds kleiner werd, kreeg ik meer en meer verantwoordelijkheid. Het verkeer begon me wel steeds meer tegen te staan. Ik vertrok elk jaar een kwartier later en begon soms pas na tienen en kwam ’s avonds ook laat thuis en maakte ook nog meestal zelf mijn eten in plaats van af te halen. Mijn lijnmanager had destijds niet door dat ik steeds meer deed en daar ook waardering voor verdiende. Met succes heb ik de zwakke beoordeling aangevochten. Ik kon me daar totaal niet in herkennen en zowel directie als HR waren het met mij eens. De lijnmanager is enkele jaren later fietsenmaker geworden, heb ik gehoord. Helaas moest ik op een onprettige manier bij dat project vertrekken omdat het geen fulltime rol meer was. Een paar dagen voor een periode van onbetaald verlof moest ik in drie dagen een vervanger inwerken. Voor het project bij AEGON heb ik nog een half jaar in Zwolle gewerkt. Het was de bedoeling dat het project van Zwolle naar Zeist zou verhuizen, maar dat is nooit gebeurd. Ik heb ook al snel aangegeven dat ik graag een andere project zou willen. Wat mij betreft was Zwolle verloren tijd. Toch moest ik die tijd uitzitten. Dat was geen leuke tijd. Lange dagen, met veel reistijd en extreem saai kantoorwerk. Ik werd feitelijk nauwelijks ingewerkt. Een doelloze missie dus. Mijn lijnmanager in die tijd was Gemma Delsing. Ik vermeld haar naam hier omdat ik onlangs ontdekte dat ze na een kort ziekbed is overleden (1950-2015). Ik herinner me haar als een makkelijke praten, ze rookte veel en droeg altijd strakke mantelpakjes waar haar kleine en slanke figuur ook wel geschikt voor waren. Jammer dat ze zo jong is overleden. Tweede fase Door fusies en overnames werd de bedrijfscultuur steeds minder aantrekkelijk. Detachering werd een kwestie van interne opleidingen met nietszeggende certificaten en een verkooppraatje in plaats van ervaring. Zo’n certificeringsfabriek was geen aantrekkelijke werkgever meer. Tenzij ik op een leuk project gedetacheerd zat. Ik heb gelukkig nog wel een leuke tijd bij ING General Lease in Amsterdam (Bijlmer ArenA) gehad en ook bij Bouwfonds/SNS in Hoeveladen/Leusden met een echte maatwerk Uniface- applicatie en veel vrijheid. Helaas was dat laatste geen fulltime project. Door mijn ervaring met legacy-tools was ik volgens mijn werkgever moeilijk inzetbaar. Met name het jaar voor mijn laatste project (applicatiebeheerder bij PON Automotive in Leusden) was dat het geval. Terwijl ik dus was ingezet bij de klant werd een traject gestart om mij ‘weg te werken’. Na bijna veertien jaar in dienst volgden gesprekken met een naar HR-mannetje van Capgemini die gespecialiseerd was in ontslaggesprekken. Ik liet niet over me heen lopen en heb er een overeenkomst uit kunnen slepen met een redelijke ontslagvergoeding. Die ik heb ik direct volledig laten uitkeren. Tussenfase Toen ik me realiseerde dat het einde in zicht was, heb ik al snel vliegtickets naar Singapore gekocht. Ik ben vervolgens lange periodes in het buitenland geweest. Steeds liet ik mijn uitkering stoppenzetten voor een reis en vervolgens weer starten bij thuiskomst. Door lange tijd weinig inkomen te hebben, kreeg ik veel geld terug van de belasting (een tip!). Tijdens een reis door China liep ik in Yangshuo een oud-collega tegen het lijf die soortgelijke gesprekken had gehad waarmee ze hem uit het bedrijf hadden gewerkt. Die had weliswaar veel minder dienstjaren, maar bij mij betekenden trouwe dienstjaren ook al niks. Je bent uiteindelijk maar een nummer. Ik heb geprobeerd om iets totaal anders te gaan doen, omdat ik de automatiseringswereld en kantoorwerk wel zat was, bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn voor de Aziatische markt van een kaashandel. Of Engelse les geven in Azië. Met kleine kinderen was dat laatste geen succes (veel herhaling en weinig progressie), maar met tieners/studenten wel interessant. Ik heb in China een aanbod gehad voor een baan in de stad waar Mao vandaan komt en ook aan de kleine universiteit van Hoi An in Vietnam. Maar gelijktijdig had ik in die tijd ook nog de wens om meer te blijven reizen. En het werkzame leven nog even uit te stellen. Misschien had ik ook wel niet het lef om in het Azie te gaan wonen en werken. Derde fase Na ruim twee en een half jaar zonder werk kreeg ik op basis van mijn ervaring een baan bij mijn huidige werkgever. Voor een veel lager salaris, maar ook minder zwaar. Over het algemeen is de automatiseringswereld inefficiënt en onnodig duur. Er zijn te weinig mensen die werk voorbereiden, er zijn pieken en dalen in werkbelasting, te weinig analyse van wat er fout gaat en nauwelijks effectieve acties hoe het beter kan. Zelden worden projecten gestart volgens een degelijk vooropgezet plan. Toch zijn er wel leuke periodes, zolang ik een aardige werkvoorraad heb en er weinig bijzaken spelen, dan doe ik routineus en serieus mijn werk. Maar antropologie, verre landen en geschiedenis boeien mij veel meer. Uiteindelijk is werk voor mij voor een groot deel iets waarmee ik dromen zoals vele reizen kan realiseren. En laat ik duidelijk zijn: ik werk niet met tegenzin. Dat gevoel heb ik de eerste jaren soms wel gehad, maar later niet meer. Ik ging altijd trouw naar kantoor, terwijl kantoorwerk niet gezond is voor het lichaam. Van thuiswerken hield ik lange tijd niet. Inmiddels is de situatie veranderd en werk ik juist veel vanuit huis. Maar een dagje kantoor is zeker geen straf, het stukje met de trein vind ik leuk en lopen naar kantoor is gezond. Johan (14 augustus 2022)