Alain de Botton
    
    
    De romantische school (1994) "Relatie is een kluchtige aaneenschakeling van communicatie- stoornissen." "Vriendschap is slechts een vorm van lafheid, een ontsnapping aan de grotere verantwoordelijkheden en uitdagingen van de liefde." "Waarom leer je mensen niet gewoon accepteren, met alle gebreken, en hou je je niet bezig met wat belangrijk is in het leven?" "Ik kan niet begrijpen waarom mensen gezelligheid zoeken. Ik bedoel, ze gaan uit eten, en het is allemaal maar een belachelijk leeg ritueel." "Gisteravond had ik het gevoel dat we echt op ons gemak waren en vanavond is het net alsof we elkaar net hebben ontmoet." "Liefde heeft het vermogen om overigens nuchter ingestelde personen in paranoialijders te veranderen, geobsedeerd door rampspoedige, apocalyptische gedachten." "In sommige relaties, waarin beide partners warm, open of simpelweg behoeftig waren, zouden de pijlers heel dicht bij elkaar geplaatst zijn; er zouden voortdurend tekenen van genegenheid zijn. In andere relaties konden zich ongestut enorm afstanden uitstrekken." "Omdat liefde gericht is op communicatie en begrip, oefent degene die het proces blokkeert door van onderwerp te veranderen of een telefoontje twee uur te laat te beantwoorden meteen al moeiteloos een afschrikwekkende macht uit over degene die zwakker, betrouwbaarder, behoeftiger is." "Hij voelde zich bedreigd door een aspect van vrouwen dat een superieure emotionele rijpheid genoemd zou kunnen worden. Hij stoorde zich aan de indringendheid van de vragen van Alice, haar verlangen 'de dingen door te praten'." "'Ik verander met degene bij wie ik ben.' ze schroomde op te komen voor haar eigen liefhebberijen." "Om Wittgenstein te parafraseren: de grenzen van andermans begrip van onszelf markeren de grenzen van onze wereld. Wij kunnen slechts bestaan binnen de beperkingen van de waarneming van anderen - zij stellen ons in staat grappig te zijn door hun begrip voor onze humor, zij stellen ons door hun eigen intelligentie in staat intelligent te zijn, hun generositeit stelt ons in staat genereus te zijn, hun ironie om ironisch te zijn." "Zijn verlangen om de avond samen door te brengen was een fractie, maar wel beslissend zwakker dan het hare. Hij zou een avond alleen hebben kunnen verdragen, zij niet zo makkelijk - en vandaar dat zij degene was die moeite moest doen." "De pijn kwam voort uit verschillen in groei: hoe twee mensen die elkaar in een verenigbaar stadium ontmoeten mettertijd kunnen ontdekken dat ze in feite niet dezelfde richting opgingen." "Alleenstaand: Ze voelde zich zo vredig dat ze zich niet kon voorstellen dat iemand zo'n leven zou willen ruilen voor de emotionele beroering van een relatie."
    Hoe Proust je leven kan veranderen (1997) "Er zijn maar weinig dingen waar mensen zich zo toegewijd mee bezighouden als met ongelukkig zijn." "In feite is elke lezer bij het lezen de lezer van zijn eigen ik. Het werk van de schrijver is slechts een soort optisch instrument dat de lezer wordt aangereikt zodat deze kan onderscheiden wat hij zonder dit boek misschien nooit in zichzelf zou hebben ontdekt. Het feit dat de lezer zichzelf herkent in wat het boek hem vertelt toont aan hoe waar het boek is." "En niet te snel gaan heeft als voordeel dat de wereld er een stuk interessanter door kan worden. Langzaam aan doen kan leiden tot grotere gevoelens van medeleven." "Geluk is goed voor het lichaam,' aldus Proust, 'maar door leed ontstaat geestkracht.'" "Omdat het tempo waarin een gesprek wordt gevoerd geen ruimte laat voor deze stille perioden, aangezien de aanwezigheid van anderen voortdurend om reacties vraagt, kunnen we achteraf slechts de futiliteit betreuren van de dingen die we hebben gezegd, evenals de gemiste kans te zeggen wat we niet hebben gezegd." "Bovendien bieden gesprekken ons nauwelijks de gelegenheid onze uitlatingen te herzien, wat lastig is, aangezien we doorgaans niet weten wat we eigenlijk willen zeggen voordat we het minstens één keer hebben geprobeerd; terwijl schrijven, zich uitstekend leent voor en niet veel anders is dan herschrijven, waarbij oorspronkelijke gedachten - ruwe, onsamenhangende flarden - langzamerhand worden verrijkt en genuanceerd." "Een boek is het product van een ander zelf dan het zelf dat we in onze gewoonten, in het openbaar en in onze tekort- komingen laten zien." "Oprechte vriendschappen voor Proust zaten er helaas niet in. Al was het maar omdat hij veel te veel terechte maar onaardige gedachten ten aanzien van anderen koesterde." "Vriendschap was niet bedoeld om egoïstisch te kunnen uitwijden over dingen die je bezighielden, maar in de eerste plaats om warmte en genegenheid te delen. Hij kwam dan ook tot de conclusie dat híj de vragen moest stellen en moest ingaan op de dingen die jou bezighielden in plaats van het risico te lopen jou te vervelen met de dingen die hem bezig- hielden." "Het probleem dat langdurig samenleven met een geliefde vaak leidt tot verveling, tot het gevoel dat we iemand te goed kennen, kan ironisch genoeg voortkomen uit het feit dat we die persoon niet goed genoeg kennen." "..alleen vrouwen die het je een beetje lastig maken, die je niet meteen kunt bezitten, van wie je niet eens weet of je ze ooit wel zult bezitten, zijn de moeite waard." "De kern van Prousts ideeën over esthetiek terug te vinden is in de bedrieglijk eenvoudige doch gedenkwaardige bewering dat 'de schoonheid van een schilderij niet afhangt van de dingen die erop staan afgebeeld'." "We zijn niet meer in staat te schrijven na het lezen van een goed boek." [Illiers-Combray] "Onze pelgrimstocht is idolatrie omdat we daarmee een grotere waarde toekennen aan de plaats waar Proust toevallig opgroeide dan aan de manier waarop hij ertegenaan keek." "Als we werkelijk een hommage aan Proust willen brengen moeten we door zijn ogen naar onze wereld kijken en niet door onze ogen naar zijn wereld."
    De troost van de filosofie (2000) "Philo, liefde, sophia, wijsheid, - een groep mensen die als gemene deler heeft dat ze graag wat troostende, praktische dingen willen zeggen over de oorzaken van enkele van onze grootste kwellingen, Ik zou mijn toevlucht tot deze mensen zoeken." [De socratische denkwijze] "Een juiste bewering is een bewering die niet met logisch redeneren kan worden ondergraven." "Een stelling is pas echt waar, voor zover een mens ooit de waarheid weet te verkrijgen, als deze onmogelijk te weer- leggen lijkt. Door te ontdekken wat iets níet is komt men het dichtst bij het inzicht wat het dan wél is." "De vrucht van logisch redeneren is, wat Aristophanes ook mag insinueren, superieur aan de vrucht van intuïtie." "Het sociale leven is doordrenkt van het verschil tussen hoe anderen ons zien en hoe wij onszelf zien." [Epicurus] "We bestaan pas als iemand anders ons ziet bestaan, wat we zeggen krijgt pas betekenis als iemand het hoort, maar als we vrienden om ons heen hebben wordt onze identiteit voort- durend bevestigd. Hun kennis en genegenheid voor ons zijn in staat ons uit onze schulp te halen. Met terloopse, vaak plagerige opmerkingen maken ze duidelijk dat ze onze luimen kennen en accepteren, en wij zodoende een plek op deze wereld hebben." "Er is bijna geen betere remedie tegen angst dan goed nadenken. Door een probleem op te schrijven of er in een gesprek uiting aan te geven, zetten we de belangrijkste elementen ervan op een rijtje. En als we eenmaal de aard van het probleem kennen, helpen we misschien niet het probleem zelf uit de wereld maar wel de vervelende bijkomstigheden zoals verwarring, verdringing, verbazing." "Het had geen zin om je van te voren druk te maken over een situatie die je toch nooit mee zou maken." "Met verleidelijke plaatjes worden we niet bepaald aangemoedigd om het geluk te zoeken in de kleine genoegens - spelen met een kind, een gesprek met een vriend, een middag in de zon, een opgeruimd huis, vers brood met kaas." [Lucretius] "Voor ons is 't voldoende in 't mollige grasveld, naast elkaar uitgestrekt bij een beekje en onder de takken van een hoogopgaande boom, met weinig spijzen ons lichaam aangenaam voedsel te geven, vooral als het weder ons toelacht, 't jaargetijde de groenende kruiden besprenkeld met bloemen." [Seneca] "Volgens de Senecaanse opvatting wordt onze woede gewekt door gevaarlijk optimistische ideeën over hoe de wereld en andere mensen in elkaar zitten." [Montaigne] "Lezen was de troost van zijn leven. 'Ze troost me in mijn ouderdom. Verdrijft de verveling van het niets doen als ik daar last van heb, en kan me ieder moment bevrijden van gezelschap dat me niet bevalt. Om een aangename gedachte uit mijn hoofd te zetten, hoef ik slechts mijn toevlucht tot boeken te nemen.'" "Ook in de liefde zijn dieren ons vaak de baas. Montaigne had jaloers het verhaal gelezen over een olifant die verliefd was geworden op een bloemenmeisje in Alexandrië. Als hij over de markt werd meegevoerd, zag hij kans zijn gerimpelde slurf in haar kraag te steken om haar borsten behendiger dan welk mens ook te betasten." "Voor het overgrote deel waren we hysterische, gestoorde, vulgaire en opgejaagde zielen waarbij de dieren vergeleken een toonbeeld van gezondheid en deugd waren." "Ware wijsheid betekende ook dat we ons moesten verzoenen met onze basale kanten, dat we moesten inzien dat intelligentie en verheven cultuur slechts een bescheiden rol in het leven kunnen spelen en dat we moesten accepteren dat ons stoffelijk omhulsel dringende en soms zeer ontluisterende eisen stelt." "Nationaliteit en vertrouwdheid waren absurde criteria om goed van slecht te onderscheiden." "We studeren slechts om ons geheugen vol te proppen en laten ons verstand en geweten leeg." "Veel mensen zijn interessant, maar als ze onze tijdgenoot of onze naaste zijn, nemen we ze vaak niet zo serieus. Een merkwaardig vooroordeel tegen alles wat zich dicht bij huis bevindt." [Schopenhauer] "We kunnen ons leven beschouwen als een nodeloos storende episode in de gelukzalige rust van het niets." "Een genie kan eigenlijk geen gezelschapsmens zijn, want welke dialogen kunnen er nu net zo intelligent en onderhoudend zijn als zijn eigen monologen." "Trouwen betekent al het mogelijke doen om een voorwerp van weerzin voor elkaar te worden." "..de gelukkigste mens degene is die in staat is zichzelf oprecht te bewonderen, op welke manier ook." "Door de liefde op te vatten als biologisch onontkoombaar, als sleutel tot instandhouding van de soort, gaf Schopenhauers theorie van de wil ons grond om het vreemde gedrag waartoe de liefde ons zo vaak dwingt met een mildere blik te bezien." "De liefde is niets anders dan de bewuste manifestatie van het zoeken van de wil tot leven naar een ideale co-ouder." "Iemand die verliefd is kan zelfs de onuitstaanbare fouten in het temperament en in het karakter van zijn geliefde, die hem een leven vol kwellingen voorspellen, duidelijk onderkennen en zich er nochtans niet door laten afschrikken. Want in de grond genomen streeft hij niet zijn zaak na, maar die van een derde, die nog geboren moet worden." [Nietzsche] "Iedereen die op bevrediging van zijn behoeften uit is moet zich in de eerste plaats realiseren dat voldoening onmogelijk is, waarmee hij de kwellingen en angst vermijdt die er gewoonlijk mee gepaard gaan." "Alleen gedachten die bij je opkomen tijdens het wandelen zijn van waarde." "Elke negatieve wortel uitrukken betekent automatisch dat alle positieve elementen die hoger aan de stengel van de plant hadden kunnen ontstaan geen kans krijgen. We moeten ons niet schamen voor onze moeilijkheden, alleen voor ons verzuim er iets moois uit te laten groeien."
    Interview door Michaël Zeeman in het televisieprogramma "kamer met uitzicht" met Alain de Botton (1969) op 20 juli 1997.
    De Zwitsers-Britse schrijver Alain de Botton is de antropoloog van het dagelijks leven. In z'n eerste twee boeken Essays over de liefde en De Romantische School gebruikt hij zelfs diagrammen, tabellen en plattegronden om het objectieve karakter van z'n waarnemingen kracht bij te zetten. Dat ziet er zakelijk uit. Maar er spreekt ook een zeker mededogen uit. En het is geestig. Door die observaties van zijn omgeving heen loopt de literatuur. De Botton is belezen en dat zullen we weten. Zijn passie voor literatuur spreekt uit de talloze en openlijke verwijzingen naar andermans boeken. In z'n tot dusver laatste boek heeft hij dat zelf tot systeem geheven. How Proust can change your life is letterlijk wat de titel zegt een zelfhulp boek op basis van Proust. M: Alain de Botton, in een van uw romans komt 'n zeer opvallende zinsnede voor. Ik laat nog in 't midden of we het over 'romans' hebben. Op 'n gegeven moment citeert u Nabokov. 'Wie wil er nou iets leren van romans?' Romans zijn niet om van te leren. Toch is het zo dat er in uw boeken erg veel 'informatie' staat. U bent 't dus niet eens met Nabokov. A: Gedeeltelijk. Hij is tegen de ideeënroman. Waarin personages dingen voorstellen als De Dood of De Opkomst van de Bourgeoisie. Dik opgelegde ideeën. Daar hou ik niet van. Maar ik hou wel van het soort boeken waarin je via de personages iets leert over de wereld. Er bestaat dus zeker een verlangen naar informatie. Ik wil niet alleen personages beschrijven maar ook geschiedenis, filosofie, psychologie, in verband met 't personage. M: Maar de gemiddelde lezer die in de boekhandel 'n De Botton openslaat en zelfs de zeer ervaren romanlezer zal verbaasd zijn. Hij of zij ziet tekeningen, diagrammen, lijstjes, vergelijkingen... U heeft 'n hele nieuwe romanvorm uitgevonden. A: Ik hoop dat ze het boek daardoor niet onleesbaar vinden. Ik hoop dat ik alles vrij duidelijk maak. Wat de lezer met name in de eerste drie boeken aantreft is 'n gewoon verhaal met personages, zoals in de traditionele roman vermengd met 'n essayistische stijl. M: Op meerder niveaus. Allereerst is er de verwijzing naar Sterne. In Tristam Shandy zit 'n Zwarte Pagina, dat is letterlijk 'n zwarte pagina. Als in uw boek iemand 'n lijstje van ideeën of argumenten bedenkt zien wij ook 'n lijstje. Heeft u dat zelf bedacht? A: Ja, het is heel speels allemaal. Ik hou van die pagina in Tristam Shandy. En de gedachte erachter. Het boek is 'n voorwerp. Meer dan woorden op 'n bladzij. Het heeft ook visuele aspecten. Het heeft iets van 'n spelletje. Als 't personage niks denkt, drukken we niks af. M: Het verstoort het conventionele beeld van de roman. Soms weet je niet wat je leest. Een traktaat, 'n verhaal, of allebei. A: Naar mijn gevoel is het modernisme 'n doodlopende weg ingeslagen. Alles wat anders was, was meteen ook onbegrijpelijk. En heel moeilijk. Ik probeer het modernisme van die doodlopende weg af te houden. Ik laat zien dat het anders kan. Je hoeft niet perse in de 19de eeuwse romanstijl te schrijven. Een moderne stijl kan net zo amusant zijn als de traditionele roman. Met boeiende personages en 'n boeiend verhaal. Het inleven in mensen. Vermengd met 'n speelse, intellectuele, historische invalshoek. M: Hoe ver kun je gaan? Is er 'n moment tijdens het schrijven dat u denkt: Nu ga ik te ver. A: Als ik moet omschrijven wat volgens mij wél kan in mijn boeken dan is het criterium of we de situatie begrijpen. Mijn boeken, en zeker de eerste drie, onderzoeken relaties 'intermenselijke dynamica', om het interessant te doen. Zolang ik dat belicht of ik dat nu doe met 'n tekening, 'n foto, 'n verwijzing naar Hegel of met 'n naturalistische beschrijving van twee pratende mensen in bed het enige criterium is of het lezen bijdraagt tot het begrip. M: Maar in uw eerste twee romans Essays in love en Romantic Movement beschrijft u mensen die moeite hebben met liefde, relaties en hartstocht. Het verhaal ontwikkelt zich op 'n hedendaagse wijze. De mensen gedragen zich hedendaags. Moderne, jeugdige mensen, zoals wij tweeën. Af en toe legt u het verhaal stil. Om commentaar te leveren. Soms expliciet, soms impliciet. Iemand, binnen 'n relatie, is boos of geërgerd of eenzaam en dan gaat u dat analyseren. Drijft u dan de spot met uw personages of heeft u juist medelijden met ze? A: Geen van beide. Het is meer... Ik probeer te begrijpen wat er gebeurt. Ik vind dat alles altijd veel te snel gaat. En schrijven is voor mij 'n manier om ervaringen te verwerken. M: Ervaringen van uzelf? A: Ja, en algemene, politieke ervaringen, of van wat dan ook. Maar in deze boeken ervaringen van mezelf. Ik sta stil bij 'n bepaald moment. Ik sta stil bij schuldgevoel. Iemand voelt zich schuldig omdat hij het uit heeft gemaakt met z'n meisje. Ik probeer dat schuldgevoel nader te onderzoeken door te kijken naar wat andere mensen ervan vinden. Ik doe niet of er geen geschiedenis bestaat. Veel schrijvers doen alsof zij de wereld voor 't eerst hebben geschapen. In de meeste boeken bestaan geen andere boeken. De personages leven in 'n wereld zonder andere ideeën of boeken. Ik maak heel duidelijk dat, als iemand zich schuldig voelt dat niet uniek is. Er is al veel over geschreven. Dat betrekken we erbij: 'Zeg Plato, wat vind jij ervan?' 'Deze jongen hier zit in 'n koffiehuis...' M: We hebben 't straks over de hoeveelheid literaire informatie die verstrekt wordt. Maar dat commentaar op schuldgevoel of 'n kamer binnenkomen en zien hoe die is ingericht en wat dat over de bewoner vertelt is dat altijd licht ironisch? A: Nee, in essentie is het heel oprecht. Heel serieus. Maar het is gedaan op 'n enigszins ironische wijze. Anders wordt het zo plechtig. Ik vind het prettig om me op de grens van het ironische te begeven. M: Maar u bekijkt de dingen heel scherpzinnig. En ook ironisch. Ironie is 'n hulpmiddel. A: Ironie wordt verward met onoprechtheid. 'Hij meent het niet.' Maar je kunt ironisch zijn en toch ernstig. Ik ben altijd heel ernstig. Dat kan 'n gebrek lijken. Ik probeer altijd ironisch en met humor te schrijven maar tegelijk wil ik iets serieus onderzoeken. Wat er speelt, wat de personages doen. M: Waarom? A: Waarom ik zo serieus ben? U kunt me beter vragen waarom ik schrijf, waarom ik dat wil. Maar ten grondslag aan mijn verlangen om te schrijven ligt 'n verlangen om meer te weten te komen over mezelf en de wereld. M: Dus je leert niet zo zeer van literatuur lezen als wel van literatuur schrijven. A: Schrijven is zeker 'n manier om meer over van alles te weten te komen. Je gaat dieper over ervaringen nadenken. M: U bent 'n scherpzinnig waarnemer. A: Nu ziet iedereen mij meteen met 'n verrekijker. Liggend in het gras, wachtend op menselijke activiteit. M: U bent de Sherlock Holmes van moderne relaties. A: Zo zie ik het zelf niet. Mijn observatiemechanisme wordt op bepaalde momenten in werking gezet. Ik weet niet waarom juist op die momenten. Maar als iemand iets zegt of doet gaat er bij mij 'n rood lampje branden. Daar moet ik dan dieper over nadenken. M: Schrijft u dat dan op of onthoudt u dat? A: Meestal komt er snel 'n notitieboekje bij te pas. M: Waar begint dat in het leven van 'n mens? A: Het is nogal 'n neurotische bezigheid. Het is een manier om met angst om te gaan. Mensen onderscheiden zich door de manier waarop ze met de stress van het bestaan omgaan. Sommigen reageren door te drinken, anderen door te sporten. M: En sommigen maken notities. A: Ja, en sommigen werken heel hard. Die verdienen veel geld in het bedrijfsleven. Er zijn talloze manieren. Een ervan is de intellectuele manier. Dat doe je door de dingen die je overkomen te intellectualiseren. Dat klinkt negatief, alsof je teveel nadenkt, maar volgens mij zijn er genoeg mensen die als eerste reactie nadenken over zaken die ze dwarszitten. En dat heeft mij tot 'n schrijver gemaakt. M: We hadden het er al over dat u veel oudere literatuur in uw boeken verwerkt. Vooral Franse literatuur. Veel Proust. Daar hebben we het straks nog over. Rimbaud, die tegenwoordig in Engeland vaak Rambo genoemd wordt Stendhal, en veel Flaubert. Waarom zoveel nadruk op de grote Franse schrijvers? A: Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot Franse denkers. Franse denkers zijn heel suggestief. Ze produceren het soort ideeën waar je goed mee verder kan. Niet dat Dickens of Tolstoj die niet hebben maar die zijn moeilijker te distilleren en te manipuleren. M: Zij zijn meer uitgesproken: 'Het was de beste tijd' of 'het was de slechtste tijd'. Je kunt het uitwerken. A: Je kunt er wat mee. Ik hou van mensen die duidelijk stelling nemen. Je kunt het met ze eens zijn of oneens. Dat kunnen Fransen goed. M: En daar ergeren de Engelsen zich aan. A: Die absoluutheid. M: Het suggestieve ervan. Niet precies en nuchter maar heel suggestief. Waarom die ontsnapping? A: Aan het Engelse model? Misschien vanwege mijn onduidelijke achtergrond. Opgegroeid in Zwitserland en toen naar Engeland verhuisd. Ik voel veel voor Engeland en ik begrijp het land maar ik ben ook een buitenstaander. Daar heeft het wel mee te maken. M: Op welke leeftijd kwam u naar Engeland? A: Op m'n 12de. M: En daarvoor in Zwitserland. Duits- of Franstalig? A: Ik zat in Zürich op 'n Franse school. Thuis spraken we Frans. M: Zo kreeg u de Franse mentaliteit mee. A: Een beetje wel. Al zei niemand tegen me: Je moet Descartes lezen en Frans zijn. Ik kwam vanzelf bij de Franse denkers terecht. M: Draagt dat Franse trekje ertoe bij dat u zo scherp observeert? A: Alles waardoor je je 'n buitenstaander voelt helpt daarbij. Er zit iets van Proust in je. Je ziet alles wat anders is. En alles wat pijnlijk is. Het is 'n cliché, maar 'n ongelukkige jeugd helpt en het buitenstaander zijn helpt je om 'n goed observeerder te zijn. Ik zoek in mijn werk altijd naar algemene wetten van menselijk gedrag. Ik kijk meer naar overeenkomsten van mensen, algemene aspecten dan iets unieks. Als ik me dat zelf wil uitleggen, denk ik dat dat komt omdat ik tussen twee landen in heb gezeten. Daarom zoek ik meer naar wat mensen gemeen hebben dan naar wat de mensen van elkaar onderscheidt. Ik ben veel meer op zoek naar eenheid. M: U gebruikt citaten uit de grote werken van de literatuur. Uit verschillende culturen. Gewoon vanuit praktisch oogpunt: Die literatuur is er, dus gebruik ik 'm. Maar ook door u opvoeding. U heeft er kennis van genomen. Er is ook 'n derde reden: Een grote liefde voor deze schrijvers. A: Zeker, en het is 'n gelegenheid om iets over ze te zeggen. Om ze 'n hommage te brengen. M: Dat bent u zich bewust, al schrijvende. A: Ja, 'n beetje wel. Ik wil ze ook tot leven brengen. Ze worden vaak gezien als de grote, dode schrijvers. Het klinkt pretentieus, maar ik voel me heel dicht bij de grote denkers. In hele alledaagse situaties denk ik: Wat raar, dat lijkt op wat Plato zei. Ook als ik gewoon in 'n restaurant zit of in 'n vliegtuig. M: Plato in een vliegtuig. A: Dat klinkt op zich al grappig. Men denkt: Plato hoort niet in 'n vliegtuig maar in 'n bibliotheek. Maar waarom ook niet? De ideeën van Plato leven. Die mag je in 'n vliegtuig tot leven brengen. Ik heb de behoefte om mijn dagelijkse leven te mengen met mensen die ten onrechte gezien worden als dood. En 't soort dodelijke respect krijgen als van iemand bij wie je in slaap valt. M: U bent zich dus zeer bewust van wat u gelezen heeft. A: Ja, en ik probeer altijd vergelijkingen te trekken. En ben geneigd te denken: Dat idee lijkt 'n beetje daarop of deze stad lijkt op die stad. Zo zitten mijn hersens in elkaar. Dat heeft weer te maken met dat generaliseren van mij. Ik heb 'n synthetisch brein dat alles samen wil brengen. M: Een praktische opvatting van literatuur. U heeft Proust geëxtrapoleerd tot een doe-het-zelf handleiding. Hoe Proust je leven kan veranderen. A: Ik ben gecharmeerd van zelfhulpboeken. M: Die leest u ook. A: Ik heb 'n periode gehad dat ik ze kocht en las. Maar ze stellen allemaal zo teleur. Het idee om 'n boek te lezen dat je leven zal veranderen, heeft wel wat. Het geeft nuttige tips voor het leven. Dat wil ik ook met mijn boeken. Ik hou van boektitels als: Verbeter uw liefdesleven in 5 seconden. Wordt een vrolijk mens in een half uur. M: Zulke boeken leest u. A: Ik koop ze, maar ze zijn zo simplistisch en betuttelend en lachwekkend. Na twee seconden gooi ik ze weg. Toch moet je het idee serieus nemen. Het zit in sommige boeken. De werken van Epicurus zijn zelfhulpboeken. 'Hoe benader je het leven.' M: En Plato ook. A: Of de essays van Montaigne. Die vertellen hoe je het leven moet leven. Vandaar de aantrekkingskracht van het zelfhulpboek. Waarom, vroeg ik mij af, zou ik die benadering niet gebruiken voor 'n serieus boek, dat echt ideeën heeft voor het leven. Prousts A la Recherche. M: U nam A la Recherche du Temps Perdu en heeft daaruit uw eigen zelfhulpboek gebrouwen. Heeft hij u leven veranderd? A: Jazeker. M: In welk opzicht? A: Hij was 'n inspiratie omdat hij bepaalde dingen heel serieus nam die de meesten niet serieus nemen. M: Liefde en vriendschap. A: Ja, niet alleen dat, maar ook 'n bepaalde gevoeligheid. Hij beschrijft twintig bladzijden lang hoe wolken langs de hemel glijden. Dat maak je niet vaak mee. Dat vindt men maar vreemd. Het werk van Proust heeft 'n zeer gedetailleerde aandacht voor van alles wat onze aandacht maar kan trekken. Dat inspireerde mij enorm. Hij is 'n intieme schrijver. Hij gaat diep in op situaties die ik ook heb meegemaakt. Die beschrijft en analyseert hij prachtig. Vandaar. M: Dat is allemaal vrij abstract. Terwijl het boek heel praktisch is. 'Hoe neem je ergens de tijd voor.' 'Hoe doe je je ogen open.' A: Op 'n speelse manier praktisch. Al die hoofdstukken hoe je dit of dat doet. Dat is speels, maar toch ook ernstig. En sommige ideeën van Proust zijn heel nuttig. M: Het is 'n groot project. Studies naar het liefdesleven studies naar wat je met literatuur kunt doen. En hoe je 'n biografie kunt schrijven over iemand die niets bijzonders gedaan heeft. Een soort antropologisch, sociologisch, psycho-sociologisch onderzoek. Alleen om jezelf te leren hoe je het kunstje doet. A: Kiss & Tell gaat eigenlijk over hoe we mensen kunnen leren kennen. Een biografie is dé manier om 'n leven te leren kennen. De heersende literaire vorm. Om Napoleon te leren kennen, lees je zijn biografie. Biografen bepalen wat wij over mensen zouden moeten weten. Als ik dat gedaan zou hebben, had ik 'n heel beperkt boek geschreven. Dat is niet zo. Het heeft 'n veel algemenere waarde. De aanname in biografieën over wat je van iemand moet weten is niet anders dan die in het gewone leven. Wat moet je van iemand weten om hem te kennen. Die vraag geldt voor alle vriendschappen, relaties. Hoe vaak hoor je niet in 'n relatie: Je begrijpt me niet, je maakt me belachelijk. Dat staat ook vaak in 'n recensie van 'n slechte biografie. X heeft niets begrepen van... Wat betekent het om iemand niet te begrijpen? Je worstelt met enorme problemen als je iemand probeert te begrijpen. Als je iemand vraagt: Vertel 's wat over je achtergrond, dan begrijp ik je beter. Leer je zo iemand kennen? Misschien vertelt z'n ijskast meer over hem. Wat hij 's avonds eet. Misschien ligt daar zijn persoonlijkheid in. Hoeveel moeten we van iemand weten? Zijn gelaatstrekken belangrijk? Er zijn zoveel manieren. M: Er is 'n bekend citaat van Stendhal. 'Ideeën in 'n roman zijn als schoten in 'n concertzaal.' Hier vallen wel heel veel schoten in de concertzaal. A: Ik weet dat ik veel regels van de traditionele roman overtreed. M: Met opzet. A: Ja, ik weet dat ik dat doe. Je hoort niet ineens commentaar te leveren op wat het personage denkt. Je moet het verhaal vertellen en de rest aan de lezer overlaten. Stendhal vindt dat je moet laten zien, en niet vertellen. Je moet niet van alles vertellen. Zo zijn mijn romans niet, ook al respecteer ik dat en zie ik wat de voordelen zijn ten opzichte van vertellen. Op mijn hoogdravende momenten stel ik me voor dat, historisch gezien die traditie van laten zien z'n beste tijd gehad heeft. M: Dat is provocerend. Het is of u 'n lange neus maakt naar Stendhal, Proust en Flaubert. A: Nee hoor, want er is niks mis mee. Ik vind de boeken van Flaubert geweldig. Je kunt het vergelijken met 'n architect die respect heeft voor de Renaissance, maar zelf niet in die stijl bouwt maar dingen bouwt van glas, stalen balken en draad en noem maar op. M: Valt er ook, net als bij een architect iets te vertellen over waar dit project u nog heen voert? A: Daar ben ik zelf nog niet uit. Maar er zijn altijd dergelijke thema's. De algemene deler van alle boeken die ik nog zal schrijven zal het zoeken zijn naar nuttige ideeën om te leven. Op welk terrein dan ook. Op persoonlijk terrein, politiek, artistiek. Het zullen boeken zijn waar je iets aan hebt. Boeken met uitdagende ideeën. M: Thank you very much A: Thank you.