Sturm und Drang
    Uit Fear of Flying door Erica Jong. In het Nederlands
    uitgegeven onder de titel Het Ritsloze Nummer.
    
    
    Hoofdstuk 1. De rare wereld van Amerikanen en hun psychiaters: ".. het moment dat je geen beslissing meer kunt nemen zonder dat beide psychiaters overleg plegen op een denkbeeldige wolk boven je hoofd. Jij, hij, jouw psychiater, zijn psychiater. Vier in één bed." "Het was net of, anders dan voor mijn huwelijk, de wereld tjokvol beschikbare, boeiende mannen zat. [..]" En hoe moeilijk het is om als meisje op te groeien in Amerika: "Niemand nam de moeite je te vertellen wat het huwelijk precies inhield. Je kreeg niet eens, zoals Europese meisjes, een cynische, realistische levens- filosofie mee." "Het ristloze nummer is volslagen puur. Er kleven geen bijbedoelingen aan. Er komt geen machtsstrijd aan te pas. De man 'neemt' niet en de vrouw 'geeft' niet. Geen van beide partijen probeert een echtgenoot iets te bewijzen of iets van iemand gedaan te krijgen. Het ristloze nummer is het puurste dat er bestaat. En zeldzamer dan een eenhoorn. En ik heb het nog nooit meegemaakt." Hoofdstuk 3. "Eigenlijk, dacht ik, verlangde ik soms wel degelijk naar een kind. Een zeer wijs en geestig klein meisje dat zou opgroeien tot de vrouw die ik nooit zou kunnen zijn. Een erg onafhankelijk klein meisje zonder littekens aan haar verstand of haar psyche." Hoofdstuk 4. Heidelberg Hoofdpersoon Isadora is getrouwd met Bennett, die tijdens zijn militaire dienst in Duitsland is gestationeerd. Ze wonen in het Mark Twain Village (Mark Twain is in Heidelberg geweest.) "Heidelberg was zelf troosteloos. Een mooie stad waar het tien maanden per jaar regent." De hoofdpersoon werk er als redactrice om Engelstalige lezers te trekken voor "Heidelberg Alt und Neu". "In mijn snuffelpartijen in de stad op zoek naar spoken had ik een uiterst tastbaar spook ontdekt - een nazistisch amfitheater in de bergen boven Heidelberg. [..] Geen mens in Heidelberg scheen te willen erkennen dat het bestond en die ontkenning gaf het amfitheater een extra aantrekkings- kracht. [..] Het was in 1934 of '35 gebouwd door de Arbeitsdienst en lag in het kruis van de Heiligenberg waar volgens de overlevering een tempel van Odin had gestaan." "De weg kronkelde omhoog door de bossen, gezeefd licht viel neer tussen de zwartgroene naaldbomen. [..] Bovenop de Heiligenberg stond een tamelijk kleine toren van rode zandsteen, met een bochtige trap met bemoste, afgesleten treden naar de uitkijkpost [..] het uitzicht op de stad te bewonderen. Als ik weer naar beneden geklommen was liep ik het bos in, langs een klein restaurant dat Waldschenke heette. Daar moest ik de auto laten staan en verder te voet door het woud naar boven klimmen. Omdat de banken in de berg waren uitgehakt kwam je het amfitheater van bovenaf binnen. Ineens gaapte daar in de diepte het theater - bankenrij na bankenrij, begroeit met onkruid, bezaaid met glasscherven, condooms, zuurtjeswikkels. Beneden was een podium dat geflankeerd werd door vlaggenmasten." "Ik ging naar de openbare bibliotheek van Heidelberg en begon naslagwerken door te nemen. [..] Het jaar van verschijning was 1937 en zowat om de 10 bladzijden was er een alinea of een foto of een blokje tekst bedekt met een vierkantje bruin plakband. (Het waren net Victoriaanse vijgenbladen op Griekse beelden.) De vierkantjes waren zo stevig vastgeplakt dat je ze niet aan de hoekeinden kon lostrekken, maar zodra ik ze zag wist ik dat ik geen rust zou hebben voor ik ze allemaal had losgeweekt en wist wat eronder zat." "[..] wat de censor gemeend had te moeten censureren: Een foto van het amfitheater in volle glorie: vlaggen die zachtjes wapperen in de wind, handen die de nazi-groet brengen, honderden speldenknopjes van licht -Arische hoofden - of misschien wel Arische hersenen." "Het artikel werd precies zo afgedrukt als ik het had geschreven. Ik dacht dat de stad in rook zou opgaan maar schrijvers zijn geneigd de belangrijkheid van hun werk zeer te overdrijven. Er gebeurde helemaal niets. [..] Al die Sturm und Drang liep uit op een doodse stilte."
    Ik las dat boek in juli 1996. Op de terugweg van een reis door Frankrijk ben ik op 29 juli in 1998 de Heiligenberg in Heidelberg gaan opzoeken. Dat was op een miezerige dag in augustus. Ik heb de auto onderaan de berg geparkeerd en heb het door Jong beschreven traject bewandeld. Daar trof ik dit aan (excuses voor de matige kwaliteit, toen had ik nog niet zo'n goede camera): Ik ben slechts een uurtje in Heidelberg geweest omdat ik onderweg naar huis was en de volgende dag weer naar mijn werk moest. Maar wel volgens vooropgezet plan, want ik had een plattegrond van de stad bij me uit het reisarchief van heit. Het heeft maar liefst tot 1987 geduurd voor men er weer 'serieus' iets mee is gaan doen. Dat blijkt uit dit verhaal van een informatiebord: