Een literaire wandeling door het Groningen van
    Willem Frederik Hermans (1921 - 27/04/1995).
    
    Een boekje door Hermans-kenner bij uitstek Bob Polak.
    In 2005 uitgegeven bij Bas Lubberhuizen.
    
    
    Om tien uur twintig vertrekt de trein uit Utrecht voor de reis naar Groningen. Tijdens de heenreis heb ik net voldoende tijd om het boekje door de lezen. De plekken die ik wil zien die markeer ik. Toen ik tijdens mijn studietijd een OV-jaarkaart had, ben ik een paar keer naar Groningen afgereisd. En op mijn 18de moest ik in de studentenstad opdraven voor de dienstkeuring. Tijdens deze wandeling kom ik op plekken waar ik nog nooit eerder ben geweest. Het vernieuwde ruime en golvende stations- plein maakt indruk op me: praktisch en mooi, waar zie je dat - qua recente architectuur - nog in Nederland. Via de Herebrug, met het standbeeld van Blote Bet, loop ik door de Herestraat (een 12 in een dozijn winkelstraat) naar de Grote Markt. Dit plein is het fraaie centrale punt van de stad. Het meest in het oog springend is de Martinitoren, die model stond voor de Barbarossatoren in Hermans' roman Onder Professoren. In de tussentijd ben ik reeds enkele in het boekje genoemde panden gepasseerd. In de meeste gevallen is de functie van die gebouwen sinds de aanwezigheid (het vertrek) van Hermans veranderd en ze zijn daarom niet echt meer noemenswaardig. De studentensociëteit aan de Grote Markt zit in het lelijke gebouw met de gevelreclame Hooghoudt. Het is omdat dit gebouw in Onder Professoren voorkomt, en het nog in functie is, anders zou ik er geen foto van hebben gemaakt. Overigens spreek een eveneens fotograferende man me op de Markt aan. Ik vertel over mijn (literaire) fotoavonturen en hij geeft me enkele tips. Via de gezellige Poelstraat, de Schoolstraat en Singelstraat, wandel ik verder. Linksaf door de Kleine Snor naar het Martinikerkhof. Hier is de tijd stil blijven staan! Rechts in de hoek zit de Gardepoort, waarna de eveneens historische Turfstraat volgt. Op een deur prijken de 'typische' Groningse namen: Edo en Dina. Linksachter de rij woningen bevindt zich de Prinsentuin. Een prachtig aangelegde klassieke tuin met perkjes, bloemen en bankjes met lezende jongedames, kortom: een zeer fraai plekje om een bakje thee te kopen. Boven de ingang van de tuin, aan de Turfsingel, zit de mooiste zonnewijzer van Groningen. Ik loop terug via het Martinikerkhof naar de Martinitoren. Tegenover de toren staat een lelijk gebouw, dat van 1958 tot 1966 het Geografisch Instituut van de RuG was (Grote Markt 23). De werkkamer van Hermans lag aan de kant van de Kreupelstraat, onder de klok van de toren. Ik loop de Kreupelstraat af tot over de brug en sla linksaf op de Spilsluizen Noordzijde. Hermans heeft van 23 maart 1953 tot 24 augustus 1967 op de hoek van de Spilsluizen Noordzijde en de Ossenmarkt gewoond (nummer 13a). Hermans schreef hier onder andere twee van zijn beste werken: De donkere kamer van Damocles en Nooit meer slapen. Op de gevel zit nu een bordje met de tekst: Fotografie Video en TV+Film Noordfilm Produktie produktie Via de Oude Boteringstraat wandel ik richting het hart van de stad. Op nummer 44 werkte Hermans van 1952 tot 1958 in het Economisch-Geografisch instituut. Hierna verhuisde het Geografisch instituut naar de Grote Markt 23 (bij de Martini- toren, eerder in dit verslag al vermeld). Naar rechts de Boerstraat in. Centraal rechts staat het Academiegebouw van de universiteit. Hermans over dit gebouw: "Is 't een kasteel? Een stuk van het Rijksmuseum te Amsterdam? Een station?" Lastig trouwens om dit enorme 'kasteel' in z'n geheel op de foto te krijgen. Via 't Jatstraat naar de woonboten in het Lopende Diep en Noorderhaven, naar links tot de Visserbrug, dan naar rechts, om vervolgens een korte pauze te houden in het Noorderplantsoen (over de brug). Hier ben ik nog nooit eerder geweest. Het park is fraaier dan ik had verwacht. Het is prachtig aangelegd en veel van de bomen zijn schitterend! Het is een prachtige dag, dus veel studenten, of beter gezegd: studentes, die het terras nog even het terras laten, hebben een plekje in het park gezocht. Ik spot slechts twee ganzen (hoi aNa). Terug over de brug, sla ik iets verderop rechtsaf de Kraneweg in. Links is het Noorderpoortcollege (nieuwbouw), verbonden via een loopbrug met het 'klassieke' gebouw met daarin het Geologisch Instituut (Melkweg 1). Helaas omringd door veel bomen, dus maak ik er geen foto van. Hermans werkte hier aan het begin en einde van zijn wetenschappelijke carrière. Op nummer 74 in de Kraneweg zat van 1966 tot 1974 het Geografisch Instituut. Hermans is gedurende die periode naar Haren verhuisd (1967). Hij kwam met een witte Morgan - sportauto - naar zijn 'werk'. Via de Melkweg en Westersingel, en de A-weg, waar de 'merkwaardige' Aa-kerk in het vizier komt, richting het hart van de stad. Onderweg passeer ik het Nederlands stripmuseum. Vanaf de Vismarkt is de route naar de Grote Markt vanzelfsprekend. Op de Grote Markt is in de tussentijd live-muziek te horen en te bewonderen. Achter het stadhuis is een plekje ingeruimd voor tangomuziek; liefhebbers dansen gepassioneerd. Rond vier uur loop ik via de Vismarkt, Pelsterstraat, Nieuwstad, en langs de schoenendoos waar het stadsmuseum in is gevestigd, naar het station. Het is half vijf geweest wanneer de trein me terugbrengt naar de randstad. Hermans is vanuit Groningen rechtsreeks naar Parijs verhuisd. Na september 1973 is hij nooit meer in Groningen teruggeweest. Een nieuw leven voor Hermans ving aan op het moment waarop ik ter wereld kwam. Johan (Zondag 29 april 2007) - zie tevens fotoreportage Groningen april 2007