Michaël Zeeman (Marken, 12 september 1958 – Rotterdam, 27 juli 2009)
    
    Zondag 5 oktober 2025
    
    Eind augustus heb ik me aangemeld voor de presentatie van de biografie 
    van Michaël Zeeman bij Boekhandel Donner. Kort voor twee uur neem ik 
    de trein naar Rotterdam. Ik kom zelden in Rotterdam, die stad ligt me 
    niet. En dat merk ik ook weer wanneer ik vanaf het station door het 
    centrum loop. Een onbestemd gevoel en geen aangename sfeer, al zullen 
    velen het met me oneens zijn.
    
    Neem nu het kale stationsplein en winderige en onaantrekkelijk straten 
    zoals de Karel Doormanstraat en de Korte Lijnbaan met snackrestaurants 
    en terrassen die totaal geen uitstraling hebben. Het enige waar ik van 
    opvrolijk is het fraaie stadhuis aan de Coolsingel dat op deze buiige 
    dag vol in het zonlicht staat. Maar welke idioot heeft het vervolgens 
    toegestaan om een McDonalds op het trottoir voor het voormalige post-
    kantoor te plaatsen?
    
    Hoe dan ook, Boekhandel Donner is een grote en mooie zaak. Wel veel 
    spullen die niks met literatuur te maken hebben, ik zag zelfs porselein, 
    maar boekwinkels moeten geloof ik tegenwoordig een gevarieerd assortiment 
    hebben om te kunnen overleven. 
    De inloop is vanaf drie uur en het programma begint om half vier. 
    
    Bij de wc’s zie ik Kees ’t Hart (1944). Die had ik nog iets wel vragen 
    over Hotel Vertigo, een boek van hem dat zich in San Francisco afspeelt, 
    maar ik kom nu even niet meer op wat ik ook alweer wilde weten. Dat is 
    weggezakt. Een fascinerend boek, de ontknoping is uiteindelijk niet zo 
    sterk (want voorspelbaar), maar de personages, verwijzingen, humor en 
    verwikkelingen wel. Ik heb er bijzonder van genoten. 
    
    Biograaf Willem Otterspeer zit in het café aan een glas witte wijn.
    Onno Blom komt ook binnen, een beetje laat naar mijn idee. Om alvast een 
    mooi plekje te hebben, ga ik naar de theaterzaal. De voorste rijen zijn 
    gewone stoelen, ik neem een plekje op de eerste rij met theaterstoelen 
    (klapstoelen) aan het uiteinde in de buurt van de medewerker die het 
    geluid regelt. De vrouw van Kees ’t Hart zie ik nu ook. Ze zitten niet 
    ver voor mij.
    
    Er komen steeds meer mensen binnenstromen, maar de zaal komt net niet 
    helemaal vol. Ik zie Maxim Februari met een jongere vrouw. Is dat een 
    nieuwe partner? Dirk van Weelden zit vooraan, maar Maarten van Rossem, 
    Bas Beijne en Xandra Schutte heb ik niet ontwaard. Die zaten vaak bij 
    Zeeman met Boeken (1996-2002).
    
    Onno Blom en Willem Otterspeer hebben iets na half drie op het podium 
    plaatsgenomen. Job Lisman van uitgever Prometheus doet een formeel 
    woordje. Het eerste exemplaar wordt aangeboden aan de Vlaamse Annemie 
    Vanackere (1966, festivalcurator en theaterdirecteur, woonachtig te 
    Berlijn), zij was de laatste partner van Michaël. En zij was samen met 
    Otterspeer testamentair executeur. Otterspeer heeft het archief van 
    Zeeman tien jaar op zijn zolder mogen hebben voor het maken van dit 
    boek. Annemie maakt een zeer charmante indruk en is een goede spreekster.
    
    Michaël zijn vader was een gereformeerde dominee en zijn moeder vals 
    tot in het merg. Vooral dat laatste was bepalend voor verhouding met 
    vrouwen. 
    
    Hij verliet dankzij een studiebeurs (Universiteit Utrecht en Rijks-
    universiteit Groningen) het ouderlijke huis op zijn zeventiende en was 
    al vanaf zijn vijftiende in 1974 in dienst bij boekhandel De Tille in 
    Leeuwarden waar hij in oktober 1986 voor het eerst de landelijke pers 
    haalde (hij was toen nog geen dertig). Hij zou boeken hebben gestolen 
    en zat vier dagen in de politiecel. In mei 1987 werd de zaak geseponeerd. 
    Volgens Otterspeer had hij zichzelf uitbetaald. Medewerkers werden 
    namelijk uitbetaald met boeken en hij had nog steeds een zeer mager 
    salaris van een verkoper terwijl hij manager van de zaak was. 
    Ik zou hem in die laatste jaren in De Tille kunnen hebben meegemaakt, 
    maar heb er geen heldere herinneringen aan. 
    
    Ik ken hem vooral van de stukken uit de literatuurbijlage van de 
    Volkskrant en van het televisieprogramma Zeeman met Boeken (nog te zien 
    op YouTube). Zijn connectie met Friesland kwam doordat zijn vader 
    predikant is geweest en de familie in 1968 naar het noorden verhuisde 
    en vanaf 1981 schreef hij ook recensies voor de Leeuwarder Courant.
    
    Michaël Zeeman was een voorbijganger in vrouwenlevens. Relaties 
    hielden nooit lang stand. Hij was erg jaloers op vorige partners van 
    zijn vriendinnen. In 1990 trouwde hij met uitgeefster Eva Cossee, een 
    huwelijk dat na een jaar strandde. Hij woonde toen in Rotterdam.
    
    De rest van Michaëls leven voltrok zich in Amsterdam (1991-2002, 
    Nicolaas Witsenkade) en Rome (2002-2009, Via Aquileia) waar hij 
    freelancer/correspondent was. Hij overleed aan een hersentumor.
    
    Zeeman was veel, hij las veel, schreef en correspondeerde veel, was 
    erudiet, had een carrière als criticus en chef kunst bij de Volkskrant 
    en maakte vanaf 1994 programma’s voor televisie en radio. Hij wordt 
    door Otterspeer omschreven als “de meest geïnformeerde reisleider”. 
    Zijn vete met Joost Zwagerman wordt besproken. Zijn leven leest als 
    een schelmenroman. Hij was een theatraal mens. De biografie bevat geen 
    noten, volgens Otterspeer kon het geen wetenschappelijke biografie worden. 
    Het archief blijft ook gesloten.
    
    Vrienden Maarten Asscher en Maarten Doorman komen aanschuiven en lezen 
    anekdotes voor uit e-mails. Hoewel hij veel correspondeerde en dat heel 
    goed – en zeer geestig - kon, was hij op zijn best in zijn essays.
    
    Er is geen gelegenheid voor vragen uit het publiek. Bij het verlaten 
    van het theater krijgen we een consumptiebonnetje. Ik drink een Fritz-
    Kola zero in het café en kijk nog even rond in de winkel, bij de reis-
    afdeling, platen en cd’s en het antiquariaat. Dan houd ik het voor 
    gezien want wil graag vroeg thuis zijn. 
    
    Op de terugweg wordt eerst een zwartrijder betrapt die bij mij in de 
    buurt zit en vervolgens nog een jong stel op het uiteinde van de 
    sprinter in de eerste klas. Die worden uit de trein gezet wanneer ik 
    uitstap. Hij lacht naar de conductrice. Ze bakkeleien wanneer ze voor 
    me op de trap lopen en zij tot de ontdekking komt dat ze haar tasje 
    in de trein is vergeten.
    
    Johan 
    (6 oktober 2025)