Niet uit kwaadaardigheid (2005)
    De scherpste polemieken, samengesteld en ingeleid door Max Pam Een sectie van 45, in totaal 392 bladzijden. "Bij Hermans is zijn gevoel voor humor, hoe agressief ook, zijn grote kracht. [..] hij moest ook schoon schip maken door literaire tegenstanders en concurrenten literair uit de weg te ruimen [..]. Vrijwel alle slachtoffers van Hermans hebben twee verschillende gezichten. [..] Wat hij ondraaglijk vond, was dat je in de wereld zo veel succes kon hebben als je het ene zei en het andere deed. [..] Verschillende auteurs zijn in de tegenaanval gegaan [..] Dat zij ten slotte als ‘verliezer’ de geschiedenis zijn ingegaan, betekent niet per se dat zij ongelijk hadden, maar dat Hermans eenvoudig een veel grotere schrijver was. Een beter stilist, die met zijn snerpend gevoel voor humor zo kon formuleren dat de anderen zich ontwapend en machteloos voelden." "Zeker na de publicatie van het Weinrebrapport in 1976 heeft de faam van Hermans als notoire gelijkhebber bijna mythische proporties gekregen." "De Weinreb-affaire heeft langer dan een decennium de Nederlandse intellectuele elite in haar greep gehouden. Er zijn daarbij heel van vriendschappen kapotgegaan en reputaties gesneuveld. [..] Hij heeft wel eens gezegd dat als de affaire zich niet had voorgedaan, hij zeker drie romans meer had geschreven. De kwestie heeft hem verbitterd, hoewel hij ten slotte toch als een van de grote winnaars uit de strijd naar voren was gekomen." "[..] dat de mens de omstandigheden nooit in de hand heeft. De mens wordt geleefd en de grens tussen held en verrader, tussen goed en fout, wordt vaak meer bepaald door toeval en willekeur."
    "[..] de kunst van het sarcasme en de ironie hanteren [..]" "Wanneer men eenmaal besloten heeft te schrijven, dient men het schrijven als de enige levensfunctie te beschouwen waarvoor men verantwoordelijk is (en dan nog..) en de verantwoordelijkheid voor de rest van zich af te schuiven." "Daarom is over het geluk niets interessants te schrijven. Het is immers niets." "Het rooms-katholieke halfondergrondse culturele terreurorgaan dat de sterk aan spionagediensten herinnerende naam draagt van Informatie Dienst Inzake Lectuur [..] Een groot aantal uitgevers gehoorzamen en zenden hun manuscripten naar Idil, want doordat de rooms-katholieke boekhandel een groot commercieel belang vertegenwoordigt [..]" Idil: "De walgelijke levenszinloosheid walmt u tegen uit De tranen der acacia’s. [..] Voelt u hoe fijntjes Idil hier propaganda maakt voor niet-katholieke auteurs?" "De maatschappij zou eenvoudig exploderen wanneer alle mensen gingen proberen te begrijpen wát hun wordt voorgeschoteld." "Henri Albert Gomperts behoort tot de vergeten schrijvers. Daarom wijd ik van tijd tot tijd een herdenkingsartikel aan hem. [..] Twintig jaar gelden dachten zijn bewonderaars dat Gomperts een schrijver was, een denken. Alleen door te zwijgen kon hij deze illusie in leven houden. [..] Zodra ik vind dat mijn naam weer eens in de krant moet komen, trap ik op Gomperts." "Hij [J.B. Charles] heeft met de meeste academisch gevormde Nederlanders en magistraten gemeen, dat zijn algemene ontwikkeling op een aller-treurigst laag peil bevindt. [..] Hij heeft geen poging gedaan mijn argumenten te controleren. Hij had zijn mening. Hij houdt niet van lezen. Hij is een Nederlandse academicus [..]. Hij heeft lak aan feiten." "Dat is nu het voornaamste punt waar het mij bij het schrijven van De donkere kamer van Damokles om begonnen was. Het is niet uit te maken wie Dorbeck geweest is, of hij bestaan heeft of niet, aan wiens kant hij stond." "Maatschappelijke veranderingen zijn niet afhankelijk van het geloof, maar van de technische ontwikkeling. [..] is sinds een eeuw of twee zodanig dat het geloof zijn functies meer en meer verliest." "De vraag is wel gesteld of het Van het Reve is die de Kerk belachelijk maakt, dan wel de Kerk die zichzelf belachelijk gemaakt heeft door Van het Reve op te nemen in haar midden." "En Harry Mulisch, die leidt de wereldrevolutie vanaf het balkon van de sociëteit De Kring, aan het Kleine Gartmanplantsoen." "Kortom, iedereen die enige onzin over Weinreb of ter Braak wist te verzinnen, kon in Vrij Nederland terecht, werd door Van Amerongen in de gelegenheid gesteld te laten horen dat hij helemaal niet bang was." "Hermans vecht heden ten dage ‘kaboutervetes’ uit, stelt hij (V.A.) nu." "En ook nu nog vind ik een culturele boycot, die blanke en zwarte Afrikanen, voor - en tegenstanders van de apartheid gelijkelijk treft, nutteloos en schadelijk." "Zelfs taalkundig is mevrouw Noordervliet, lerares Nederlands, niet bij machte geweest zich naar de negentiende eeuw te verplaatsen." "[..] dat de kern van goede literatuur is: duidelijk zien en hardop benoemen wat door de meeste burgers over het hoofd gezien wordt." "[..] dat ik het maar moeilijk verdraag tegengesproken te worden als ik gelijk heb." "Mevrouw Kets had nogal wat kritiek op mijn editie, soms gerechtvaardigde [..] maar ook veel onbillijk gevit. [..] veel te veel stommiteiten van zijn studenten over het hoofd heeft gezien en mevrouw Kets met een doctorstitel heeft getooid. [..] Het is een kwelling, het is een diep treurig lot, als schrijver tot de literatuur te behoren van een gemeenschap die de tekst van een van zijn allergrootste schrijvers op de geschetste manier laat mishandelen door een werkloze mevrouw met behoefte aan subsidiecentjes." "Brandt Corstius, alias Vuilgrijs, of Battus, en weet ik veel, is een van de roestigste blikken dominees ooit in Nederland opgestaan - nou, dat zegt wat. [..] Je hebt de indruk dat hij nooit iets echt weet en eigenlijk ook nooit echt iets meent; dat hij zich alleen maar opwindt voor de vorm en dat hij zodoende niet eens beseft hoe lasterlijk zijn mededelingen meestal zijn." "[..] hij zijn zoontje opdracht gegeven te tellen hoe vaak er ‘dit’ en hoe vaak er ‘dat’ staat in Nederlands’ belangrijkste politieke roman. Het arme schaap." Johan (16 oktober 2010)