Conserve (1947)
In de lente van 2025 ga ik met mijn zus familie bezoeken in Utah. Ik herinnerde mij dat Willem Frederik Hermans zijn debuut Conserve (1947) over mormomen gaat. Conserve had ik nog niet gelezen, simpel- weg nog niet aan toegekomen. Het oeuvre van Hermans is immers zo omvangrijk. Conserve is opgenomen in een bundel onder de titel Drie melodrama's. Dat heb ik op 25 september 2010 gekocht, maar pas onlangs (maart 2025) gelezen.
Eerder las ik online een stuk uit het tijdschrift Tirade met een ver- wijzing naar het reisverslag ‘Twee families Smith’. Dat is opgenomen in Het sadistisch universum 2. Van Wittgenstein tot Weinreb, en dat is inmiddels weer opgenomen in Deel 11 van het Volledige Werken. Daar stonden genoeg interessante stukken om dat deel aan te schaffen. Hieronder fragmenten uit dat stuk uit Tirade door G.F.H. Raat, daarna verder met mijn bevindingen over het reisverslag en Conserve zelf.
https://www.dbnl.org/tekst/_tir001198101_01/_tir001198101_01_0069.php# Waarom de jonge Willem Frederik Hermans in de zomer van 1943 aan een roman ging schrijven die speelde in de kringen van de Amerikaanse Mormonen, valt na te lezen in zijn reisverslag ‘Twee families Smith’, opgenomen in Van Wittgenstein tot Weinreb. Zijn beweegredenen interesseren mij hier minder dan de problemen die hij zich daarmee op de hals haalde en, vooral, de wijze waarop hij ze heeft aangepakt. In 1947, toen de eerste druk van Conserve verscheen, en in 1957, toen de herziene versie in Drie melodrama's uitkwam, vormden De Heiligen der Laatste Dagen een veel onbekender geloofsgemeente dan, in weerwil van alle bekeringsijver, nu nog het geval is. Niet alleen de Mormoonse leer is de lezer van Conserve vreemd; steden als Salt Lake City, Memphis en New Orleans kent hij evenmin op zijn duimpje en met zijn kennis van de Indianen in Nicaragua is het niet beter gesteld. Naar het lijkt, zal Hermans in zijn roman dus veel feitenmateriaal dienen aan te dragen. Maar ook moet hij sfeer scheppen via saillante details en tenslotte een geloofwaardige romanwerkelijk- heid op papier brengen. Hoe wordt deze heksentoer volbracht? Inderdaad maakt Hermans de lezer deelgenoot van de kennis die hij putte uit zijn documentatie inzake de Mormonen. Van de voor de roman minder belangrijke Indiaanse cultuur maakt hij zich grijnslachend af en de steden nemen een tussenpositie in. Het belangrijkste is evenwel dat niet gemikt wordt op historische waarachtigheid. Door een dubbelzinnige presentatie van de roman- werkelijkheid wordt de pretentie van waarschijnlijkheid juist pgegeven. Weinig middelen laat Hermans onbeproefd om de lezer in een positie te manoeuvreren, waarin dit criterium ongeldig is. [..] De verteltechniek heeft ouderwetse, negentiende-eeuwse trekken be- houden. Vooral in de eerste elf hoofdstukken van de roman treedt een verteller op die anno 1947 en 1957 reeds lang dood werd gewaand. Hij heeft een almachtig geografisch overzicht, het gedachtenleven van zijn personages heeft voor hem geen geheimen en de afloop van het verhaal evenmin. Daarnaar verwijst hij diverse malen opzichtig vooruit. Uiteraard past het in deze verteltrant dat de verteller zich veel- vuldig tot de lezer richt. ‘Denk niet, lezer, dat het bleef bij deze gunst’, zo spreekt hij de lezer toe, na uiteengezet te hebben welk een bevoorrechte positie Ferdinand verwierf bij een groep van twaalf danseressen. Een andere hebbelijkheid van de verteller mag hier evenmin onvermeld blijven: het zich beroepen op documenten. Van Jerobeam wordt gezegd: ‘Hij schreef er ook zijn brieven aan Ferdinand, die hoe langer hoe uitvoeriger werden. Zij zijn later vrij volledig teruggevonden’. Hier wordt een (quasi-) illusie van authenticiteit opgeroepen: de ver- teller pretendeert verslag uit te brengen van gebeurtenissen die door schriftelijke bewijsstukken kunnen worden gestaafd. [..] Een ander voorbeeld. Een brief waarin Ferdinand in weinig oorspronke- lijke bewoordingen uiting geeft aan zijn liefde voor Onitah, breekt de verteller als volgt af. ‘Wij besparen de lezer het vervolg van Ferdinands proza’. Ook hier is er de bedrieglijke suggestie van bestaande geschriften waaruit de verteller citeert. De indruk wordt gewekt dat de verteller onderzoek heeft gedaan, alvorens zijn relaas op schrift te stellen. [..] Vestdijk deinst in zijn historische romans niet terug voor ‘aangeplakte baarden en met notensap bruingemaakte gezichten’, constateert Hermans in ‘Tegen de historische roman’. Maar de laatste weet in Conserve ook van wanten. M.b.t. deze roman heeft Hermans verklaard: ‘Mijn verhalen die niet in Nederland spelen zijn natuurlijk vermommingen (...)’. Vermommingen, maar geen onberispelijke, waardoor de valsheid van de wereld in Conserve eens te meer aan het daglicht komt. Niet alleen schaft Isabel ‘een Hollandse keeshond’ aan en verblijft Jerobeam in een krankzinnigengesticht met ‘oudhollandse trapgevels’, ook verraadt beider achternaam, Vanhagen, de Hollandse oorsprong van de roman. (In 1957 werd de achternaam gewijzigd in Arbuthnot. De Hollands ogende achternaam van een bijfiguur, Vandusen, werd gehandhaafd.) Stelselmatig wordt de lezer van Conserve verhinderd deze roman als realistisch, in de conventionele zin van het woord, op te vatten. Daaraan is de dubbelzinnige presentatie van de romanwerkelijkheid debet. De onechtheid van de realiteit in Conserve wordt keer op keer beklem- toond: door de situering in een gedateerd, romantisch kader, waartoe de aanwezigheid van een negentiende-eeuwse verteller veel bijdraagt; door het tonen van de romanconstructie; door het stipuleren van parallellen met om hun dubieuze realiteitsweergave beruchte genres; door de clichématigheid van de verhaalfiguren; door groteske, quasi- exotische details en door de suggestie dat de niet-Nederlandse werke- lijkheid eigenlijk een vermomde Nederlandse is. Aldus wordt een zo- danige verstandhouding met de lezer gekweekt, dat de mimetische waar- schijnlijkheid, door Hermans onrealiseerbaar geacht in de historische roman, als categorie niet toegepast kan worden op Conserve.
Twee families Smith is een reisverslag beginnend in casinostad Reno, Nevada, met een binnenlandse vlucht naar het sterk contrasterende Salt Lake City, Utah. Hermans bezoekt trekpleisters in de stad die met de mormonen te maken hebben. ‘Hoe kwam ik ertoe, in 1942, een roman te schrijven Conserve die onder de Mormonen speelt? Ik was nooit in Amerika geweest, zelfs nauwelijks ooit buiten Nederland. Antwoord: Omdat ik zekere overeenkomsten zag tussen Mormonen en de nationaalsocialisten. Net als Hitler verkondigen Mormonen een totali- taire wereldbeschouwing. Net als de nationaalsocialisten eist de Mormoonse Kerk de complete mens op. [..] Een systeem waarin de staat alles betekent en het individu niets. De wereldgeschiedenis toont dat dergelijke complete omwentelingen helemaal niet onmogelijk zijn. Ik had immers Oswald Spengler, Der Untergang des Abendlandes gelezen. [..] Mormonen menen dat de mens eeuwig leeft, niet alleen na zijn dood, maar ook voor zijn geboorte. [..] ‘This is the place’, zei Brigham Young op 24 juli 1847 en hij wees op de woestijn aan zijn voeten. Het Grote Zoutmeer herinnerde natuurlijk aan de Dode Zee in Palestina en er monde een riviertje in uit, dat dan ook prompt Jordan River is gedoopt. Sommige sociologen beweren dat Salt Lake City ten onder zou zijn gegaan als niet de goudvelden van Californië zouden zijn ontdekt. [..] De boeken van de het Boek van Mormonen bevatten zogenaamd de geschiedenis van de zogenaamde ‘verdwenen stammen Israëls. Ik ken, voor zover ik het dan gelezen heb, weinig boeken waarin met zoveel woorden zo totaal niets wordt verteld. [..] De Kerk bezit banken, ziekenhuizen, verzekeringsmaatschappijen, gebouwen, een univeristeit, een TV-station, radiostations en onder- nemingen van allerlei aard. [..] Niet alleen alcohol, pornografie en tabak worden afgekeurd door de Mormomen, maar ook koffie en thee. [..] De Kerk vraagt tien procent van zijn inkomen en het merendeel van zijn vrije tijd. Zij stuurt zonen, op kosten van de familie, naar alle uithoeken van de wereld om zending te verrichten. [..] Hoe komt het dat de Kerk van Jezus Christus en de Heiligen der Laatste Dagen een groeiende aanhang heeft? Omdat in onze tijd van onzekerheden, deze kerk zijn leden een grotere geborgenheid verschaft dan andere kerken. Zij houdt haar leden bezig van de wieg tot het graf met over- zichtelijke, concrete en veeleisende taken.’ Zowel in het reisverslag als in de roman noemt Hermans dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat er een volk de oceaan is overgestoken naar Amerika en als straf een getinte kleur heeft gekregen (indianen).
Het debuut zelf heeft elementen die doen denk aan De tranen der acacia’s. Zoals het wisselende perspectief per hoofdstuk, ontsporende personages en meegezogen worden in een verhaal waarvan je wil weten hoe het gaat aflopen. Met zeer beklemmende scènes. Soms wat slordig en krakkemikkig. Maar bedenk wel dat Hermans nog jong was wanneer het tijdens de oorlog is geschreven. Tot slot enkele citaten: ‘Te Saltair zou men zich in Oosteinde of Deauville kunnen wanen. Het is vanuit Salt Lake City gemakkelijk en snel te bereiken; vandaar dat er veel mensen komen. Op een soort kaap in het meer uitstekend, is een casino gebouwd met pseudo-Turkse koepels.’ (p.74) ‘Doordat Amerika de parvenu onder de landen is, daardoor heeft het altijd haast.’ ‘Omdat Abraham met zijn halfzuster getrouwd is geweest, moest Brigham Young het wel goed vinden dat een zekere G. D. Watt ook met zijn half- zuster trouwde.’ Al met al is Conserve veel beter dan verwacht.
Johan (7 april 2025)