Oostenwind (2010) Honderd jaar Chinezen in Nederland Inclusief DVD met documentaire door Karina Meeuwse
Een informatief boek over de geschiedenis van Chinezen in Nederland. Van de 334 pagina’s zijn de eerste 268 tien jaar eerder verschenen onder de titel "Het huis van Han". Oostenwind is een geactualiseerde editie, aangevuld met twee hoofdstukken (13 en 14) en een documentaire op dvd. Schrijfster en cineaste Karina Meeuwse krijgt door interviews veel persoonlijke verhalen te horen van verschillende generaties. In deze samenvatting zijn weinig citaten opgenomen. Ik mis in dit boek interviews met studenten en afgestudeerde jonge Chinezen die in het Nederlandse bedrijfsleven werken, en die ik op mijn werk en bij klanten (financiële instellingen) tegenkom. Wat dat betreft is het meer een boek over de geschiedenis dan over nu. Het richt zich ook voornamelijk op Amsterdam. Terwijl Den Haag een meer zichtbaar Chinatown heeft met drakenpoorten. In mijn woonplaats, met bijna 35.000 inwoners, zijn vijf Chinese restaurants. Daarnaast werken er ook Chinezen in snackbar bij mij in de straat en een Grieks specialiteiten cafetaria in de buurt. Johan (22 oktober 2010)
Hoofdstuk 1 Verspreid over het hele land leven zo’n vijfenzestigduizend door het Centraal Bureau van Statistiek geregistreerde Chinezen. Volgens schattingen gaat het in werkelijkheid om honderdduizend, van wie ongeveer tienduizend in Amsterdam wonen. Deze zijn niet allemaal afkomstig uit de Volksrepubliek maar ook uit Indonesië, Singapore, Vietnam, Maleisië en Suriname. Over ter wereld vind je Chinezen, en overal waar ze zich vestigden, zijn grotere of kleinere Chinatowns ontstaan. De meest bekende en tot de verbeelding sprekende zijn die in de Verenigde Staten. Voor met name oudere Nederlanders is de Binnen Bantammerstraat (Tong Yan Kai, straat van de Chinezen) in Amsterdam een straatje met een magische klank. In de jaren vijftig en zestig was de straat een aaneenschakeling van Chinese restaurants. Slechts twee hebben de tand des tijds overleefd: Lotus en Ling Nam. Amsterdams bescheiden Chinatown heeft zich verplaats naar de driehoek gevormd door de Geldersekade, Nieuwmarkt en de Zeedijk. De wijk ontwikkelde zich tot het grootste en belangrijkste centrum van Chinese handel in heel Europa. Er zijn winkels met Chinese uithangborden, een concentratie van Chinese eethuisjes en er lopen meer Chinezen rond dan elders in de stad. Maar wonen in deze buurt doen ze nauwelijks meer. Bij de Stichting helpt Elkaar, Wa Lai in het Kantonees, kunnen Chinezen terecht voor hulp bij bijvoorbeeld het invullen van een AOW-formulier, of voor advies over de schoolkeuze van hun kind. Toko Dun Yong op de hoek van de Stormsteeg telt vijf verdiepingen en domineert het beeld rond de Bantammerbrug. Eigenaar Hengko Dun onderhoudt contacten met de oudste generatie van de Chinese gemeenschap. Hij kent iedereen en iedereen kent hem. Voor de oorlog was het hele pand een confectieatelier van de Joodse familie Wöstmann. In 1959 werden goederen besteld bij passagiersschepen die op Singapore en Hongkong voeren, want Rood China zat potdicht. De onderbetaalde zeelieden konden met deze handel wat bijverdienen. Tout Europa koopt bij Hengko en doet bestellingen voor complete restaurantinrichtingen. Zelfs in IJsland hebben ze klanten. Tot halverwege de jaren tachtig was de literatuur over Chinezen in Nederland zeer beperkt. Er waren tabellen met cijfers en feiten, maar levensverhalen van de mensen zelf waren er nauwelijks. Dikwijls gingen artikelen alleen maar over drugsgebruik, geheime genootschappen en gokverslaving. Geen wonder dat de Chinezen zelf wantrouwend staan tegenover journalisten. De eerste Chinezen, tussen 1910 en 1930 naar Nederland gekomen, vormen een relatief kleine groep. Chinese kinderen die tussen 1920 en 1950 zijn geboren, hadden vaak een Chinese vader en een Nederlandse moeder. De eerste Chinese vrouw kwam pas in 1926 naar Nederland, afgezien van de vrouw van de consul. Tussen de eerste groep immigranten en de tweede stroom, die vanwege de restaurants op gang kwam, zat vijftig jaar. Gally speelt met het idee om terug te gaan, zoals veel ouderen van de Eerste Generatie deden, om er te sterven. De Chinese Vereniging Fa Yin, aan de Rechterboomsloot, op een donderdagmiddag. Wekelijks komen oudere Chinezen hier bij elkaar voor een paar uurtjes gezelligheid. Hier wordt de Chinese cultuur in ere gehouden. Dozen gebak van Hoi Tin gaan rond. De ruimte is versierd met vaandels in rode en gele zijde, met foto’s van het bestuur en twee enorme lampionnen. Hoofdstuk 2 Dankbaarheid jegens de ouders, eerbied voor de wijsheid van ouderen, respect voor de familie in het algemeen en gehoorzaamheid aan de vaderlijke autoriteit waren en zijn specifieke kenmerken van de Chinese ethiek. Het concept van lineage is van groot sociaal belang in Zuid-China, het is in feite een soort levensverzekering. Een lineage bestaat uit mensen met dezelfde familienaam, afstammelingen van een voorouder die een dorp heeft gesticht. Ze zijn met elkaar verbonden door een verwantschap maar ook door wederzijdse verplichtingen. Op hulp van je lineage kon je altijd rekenen. Je bent altijd verplicht om je familie te helpen, waar ter wereld je ook bent. Hoofdstuk 3 In 1910 staken havenarbeiders in Rotterdam en Amsterdam. De eerste 26 Chinese mannen kwamen in de havens van Rotterdam (met name Katendrecht). Ze waren aangeworven in het Londense Chinatown om het lamgelegde scheepsverkeer weer op gang te brengen. Er werden steeds meer Chinese zeelieden aangenomen om in machinekamers te werken. Ze kenden geen Nederlands, maar sommigen spraken een beetje Engels. Er ontstonden Chinese boarding houses en eethuisjes. En wasserijen. Ze zorgden helemaal voor zichzelf, slapen, eten en hun eigen goed wassen. Uiteindelijk brachten Nederlanders ook wasgoed naar de Chinezen. Hoofdstuk 4 Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) komen meer Chinezen vanuit Engeland naar Nederland en ook een klein groepje uit Shandong en Zhejiang via Frankrijk. Dat waren koloniale rekruten die in het Britse leger in Frankrijk hadden gediend. In maart 1919 waren nog tachtigduizend man van het Chinese arbeiderskorps bezig met het dichtgooien van loopgraven, oprollen van prikkeldraad en ruimen van mijnen en het bij elkaar zoeken van munitie. In de tweede helft van de jaren twintig kwam de repatriëring van Chinese arbeiders goed op gang. Degenen die erin slaagden aan de controle te ontsnappen, vestigden zich in Rue Reguinot en Passage Brunoy in Parijs. Hoofdstuk 5 In Amsterdam beconcurreerden genootschappen uit Hongkong en Kanton elkaar. In 1922 waren er zes boarding houses in Amsterdam. Er was vanaf het begin een machtstrijd. Af en toe was het bonje en soms vielen er een paar doden. De Tongoorlog was de culminatie van jaren durende strijd om werkgelegenheid. Op 19 augustus 1922 worden 207 Chinezen naar Hongkong teruggestuurd. In de Warmoesstraat zaten Hakka’s: leden van een Zuid-Chinese minderheidsgroep. Kleine marskramers van het platteland van Zhejiang vestigden zich in de steegjes rond de Burgwallen. Handelaren uit Shandong namen hun intrek in huizen op de Geldersekade. Zo ontstond een enclave van zo’n vijfhonderd zielen in het hart van de oude binnenstad van Amsterdam. Een paar Chinezen begonnen een tahoefabriekje op de Geldersekade. Het was heel klein allemaal. Maar het eten was heerlijk. De zusjes Moltini waren dochters van een Italiaanse hoedenmaker en een Nederlandse vrouw. De Chinese verloofdes van de zusjes brachten meer welvaart, want volgens de Chinese traditie kwamen ze nooit met lege handen op bezoek. Toen ze ouder werden, merken ze dat al die Chinezen in China getrouwd waren en daar een vrouw en kinderen hadden. Cornelia nam pas veel later kennis van het feit dat haar man een gezin in Hongkong had dat financieel onderhouden moest worden. Aan boord van de schepen raakten veel Chinese zeelieden verslaafd aan opium. Elk boarding house had als extra service een opiumkit. Een echte klap kwam met de economisch crisis in 1929. Massale werkeloosheid was het gevolg. Bij het bezoek van huisarts Bloch aan een zieke zeeman snoof hij exotische geuren op die uit de keuken kwamen. Hij informeerde of er een maaltijd aan huis bezorgd kon worden. De dokter kwam terug en deed meer bestellingen. Via vrienden van de dokter vond de Chinese keuken zijn weg naar een breder publiek. Tijdens de crisis in de jaren dertig openen enkele Chinese restaurants. Hoofdstuk 6 Andere zeelieden gaan noodgedwongen als pindaman aan het werk, zoals verkopers van pindakoekjes werden genoemd. Je mocht ze niet zomaar geld geven, dan leek het alsof ze bedelden. In boarding houses heerste weer bedrijvigheid: kilo’s pinda’s werden gepeld, men kookte een mengsel van suiker, pinda’s en een scheut azijn. Eenmaal afgekoeld werd de plak in stukjes gesneden en in papier verpakt. Tijdens de sombere jaren dertig verlieten de pindamannetjes de grote steden en verspreiden zich tot in de uithoeken van de provincies. Chinezen uit de provincie Fujian hadden een handelsnetwerk opgezet in Zuidoost-Azië. Ze toonden zich behulpzaam door te bemiddelen bij het aanschaffen van peper en andere koloniale waren. Chinezen hielpen ook bij de bouw van de toenmalige hoofdstad van Nederlands-Indië: Batavia (het huidige Jakarta). Het aantal in Nederland verblijvende Chinezen nam af tot ongeveer twaalfhonderd. In 1936 begon de scheepvaart weer aan te trekken. In juli 1937 verzocht de Chinese consul en de Chinese Vereniging van shipping masters de repatriëring stop te zetten in verband met de Japanse inval in China. Hoofdstuk 7 Ondanks het ontbreken van Chinese vrouwen, was het maar vijf procent van de in Nederland gevestigde Chinezen die voor de Tweede Wereldoorlog een relatie onderhield met een Nederlandse vrouw. Dat zou tijdens de oorlog veranderen omdat een groot deel van de zeelieden gedwongen vijf jaar aan wal bleef. Volgens het gedachtegoed van Confucius kan een Chinees geen ‘compleet’ leven leiden zonder getrouwd te zijn. Geen nakomelingen werd beschouwd als een misdaad jegens voorouders. Kinderen zijn een voorwaarde voor een vredig leven in het hiernamaals. In het aardse leven is het de taak van het kind om op een zeker moment de rollen om te draaien en de zorg voor ouders op zich te nemen. Aangezien in China meisjes vaak zonder inspraak of voorkennis door hun ouders aan een geschikte man werden uitgehuwelijkt, richtte een Chinese man zich allereerst tot de ouders van de uitverkorene. Hij bewees de ouders respect, en maakte daarmee diepe indruk. Papa en mama zagen geen kwaad in om hun dochter met zo’n vriendelijke, keurige man om te laten gaan. Door een huwelijk met een Chinese man zou het meisje automatisch de Chinese nationaliteit krijgen en haar Nederlandse burgerrechten verliezen. Daardoor beschouwden de Chinezen haar als een van hen en kon ze ook op steun rekenen. Chinezen aan de wal hadden het in die jaren niet uitgesproken slecht. Integendeel: eindelijk hadden ze een zekere bewegingsvrijheid, die ze heel goed wisten te benutten. Ze werkten hard, pakten alles aan wat ze konden krijgen en verhoogden op die manier hun levensstandaard. Hoofdstuk 8 In een Chinese familie is de vader-zoonrelatie zondermeer de belangrijkste, nog belangrijker dan die tussen man en vrouw. Het is een relatie die gekenmerkt wordt door een strenge, soms wat afstandelijke maar liefdevolle omgang. De macht ligt bij de vader en hij geniet respect van de zoon. In een soort windstilte tussen de bevrijding en het uitbreken van de burgeroorlog in China, wilden veel Chinezen met hun Nederlandse vrouwen en in Nederland geboren kinderen terugkeren. Deze mensen liepen regelrecht in de val. Ze werden beschouwd als vijanden van het volk, als kapitalisten, als verraders. Op 1 oktober 1949 riep Voorzitter Mao Zedong de Chinese Volkrepubliek uit. In de jaren vijftig was er geen Chinees die nog terug wilde naar China. Andersom vestigden zich na 1950 nog nauwelijks Chinezen uit de Volksrepubliek zich in Nederland. Tot 1966, het jaar van de Culturele Revolutie, was emigratie weliswaar mogelijk, maar heel erg moeilijk. Het aantal Chinese restaurants groeide al in het eerste jaar na de oorlog. De voornaamste oorzaak voor nog meer groei was de terugkeer van Indische repatrianten vanaf 1947 na de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië. Deze mensen waren gewend aan de Aziatische keuken. De woorden Chinees restaurant werden vervangen door Chinees-Indisch restaurant. In Frankrijk voert een andere combinatie, die van Chinees- Vietnamees, de boventoon. De overzeese Chinese keuken past zich aan de smaak van de plaatselijke bevolking. Ook werden Indische koks aangenomen. Omdat Nederland het communistische China niet erkende, moesten de Chinezen rond 1950 kiezen: wil je Nederlander worden of blijf je Chinees? In de jaren die volgende zouden Kantonezen Chinezen uit Hong Kong over laten komen om aan de groeiende vraag naar personeel te voldoen. Het gevolg is dat het aantal Kantonezen in Nederland, ooit de eerste en grootste groep, gaandeweg werd opgeslokt door Hong Kong-Chinezen. Hoofdstuk 9 Aan de andere kant van de Nieuwmarkt, op de Oudezijds Achterburgwal en de omringende stegen vestigde zich vanaf de jaren twintig een kleine groep Chinezen uit de provincie Zhejiang. Niet alleen spreken ze een andere taal dan Kantonezen, ze vinden ook van elkaar dat ze een totaal ander soort Chinezen zijn. Begin jaren dertig trokken veel mensen van mandarijnplantages in het district Wenzhou naar Europa om werk te zoeken toen de landbouw in hun streek onder druk kwam te staan van de opkomende industrialisatie. De ouders van Marie, een arbeidersdochter die midden jaren veertig met vader Ye trouwde, waren zo fel tegen op het huwelijk van hun dochter dat ze zelfs hun kleinkinderen niet accepteerden. Op 1 oktober was het feest in Krasnapolsky voor de communistische Chinezen. Er waren ook wel kinderen van nationalistische Chinezen die erheen gingen; een feest was een feest, tenslotte. Eén keer verwachtte vader Ye een verrassing. Een blond kindje. Eerst was hij woedend, maar later ging hij gewoon wandelen met dat blonde kindje aan zijn hand. Hij schaamde zich niet eens, tot verbazing van zijn Chinese vrienden. Che Fa, dochter uit een gemend huwelijk, een medewerkster van een reisbureau gespecialiseerd in reizen naar Azië, is in 1984 voor het eerst naar China. Het land was toen net een jaar open voor individuele reizigers. Vroeger was er bij haar thuis de hele dag eten. Als er ’s ochtends visite kwam, kreeg die al meteen een bord soep voor zijn neus gezet. De kinderen moesten allemaal op spraakles toen ze ouder werden. Vooral het uitspreken van de ‘r’ was een probleem. Dat hadden ze van hun vader overgenomen. In 1964 bezocht prinses Beatrix (sinds 1980 koningin van Nederland) hun huis incognito met een pruik op om niet herkend te worden. Een reis naar China kostte veel geld. Niet alleen de reis zelf, maar het hele dorp verwachtte te kunnen delen in het succes van de migrant. "Wat geweest is, is geweest. Chinezen houden niet van terugblikken in de tijd." Gokken is nog altijd een liefhebberij van Chinezen. Er worden speciale Chinese avonden georganiseerd in Holland Casino, meestal op maandag wanneer de restaurants gesloten zijn. Complete horeca-imperia worden soms vergokt. Kleine, besloten gokhuizen in de Nieuwmarktbuurt bestaan nog steeds. Nu mogen er ook vrouwen komen, en er komen er opvallend veel. Vaak is het de enige ontspanning die mensen uit de horeca hebben. In 1978 opende Deng Xiaoping de deuren voor emigratie. De nieuwe regering was tot de conclusie gekomen dat China een overschot aan arbeiders had en dat emigratie een van de oplossingen zou kunnen zijn. Hoofdstuk 10 Door de scheepvaart met Azië komen in de Nederlandse wateren ook wolhandkrabben voor. Thuis worden ze levend gestoomd, met een beetje sojasaus en verse gember. Kee Sok is erevoorzitter van de Chinese vereniging Fa Yin, die bijeenkomsten organiseert voor oudere Chinezen ten behoud en bevordering van de eigen - Kantonese - cultuur, is oprichter van een van de twee Chinese scholen die Amsterdam rijk is. Hij regelt met de eigenaar van Toko Dun Yong begrafenissen van landgenoten die sterven zonder dat er familie aan te pas komt, bemiddelt bij problemen en treft voorbereidingen voor Chinese feesten in de buurt. De eerste, kleine golf van ongehuwde Chinese bejaarden bestond uitsluitend uit mannen. Ze waren overgeleverd aan hun jonge landgenoten en sleten hun dagen vaak in een roes van opium. Ondanks het feit dat het gebruik daarvan bij de Nederlandse wet verboden was, kneep de politie bij de Chinezen een oogje dicht. Aan het begin van de jaren zeventig ging het mis. De Binnen Bantammerstraat werd het toneel van hevige agressie en bloederige moordpartijen. Deze jonge Chinezen kwamen niet uit de Volksrepubliek, maar uit Singapore, Hong Kong en Maleisië. Ze kwamen naar Amsterdam op Britse paspoorten van de kroonkolonie of illegaal. Ze hielden zich ook met drugshandel bezig. Dit viel samen met de introductie van heroïne. Op 3 maart 1975 en exact een jaar later werden Mon en zijn opvolger Chan Yuen Muk, twee belangrijke criminelen, vermoord. Korte tijd later brak een bittere drugsoorlog uit tussen Chinezen en een groep Surinamers. Hoofdstuk 11 Eén van de families uit Hong Kong is de familie Man. De overzeese Man hebben er voor gezorgd dat er scholen kwamen en wegen langs San Tin werden aangelegd. Sinds de eeuwwisseling wordt San Tin opgefleurd door de komst van een nieuwe groep bewoners. Het zijn afgestudeerde Chinese jongeren van overzee die aangetrokken worden door de goede verdiensten in het bedrijfsleven van Hong Kong. Dankzij de bloeiende economie is het dorp niet meer afhankelijk van buitenlandse geldzendingen. Sinds de jaren zestig was het mogelijk geworden om echtgenote en gezin over te laten komen naar Nederland. Daarnaast verschenen er steeds meer Chinese serveerstertjes, van wie de meeste beschikbaar waren voor de huwelijksmarkt. Tot halverwege de jaren vijftig waren Chinese vrouwen een zeldzaamheid. Trouwen met een Chinese partner leverde je meer status en waardering op binnen de gemeenschap. Elk jaar in oktober trekken duizenden Man naar het graf op een heuvel van de stichter van het dorp Chau Tau. Los van dit enorme feest wordt ook nog het schoonmaken van recentere familiegraven in ere gehouden. Tweemaal per jaar, in april en in oktober. Er wordt geofferd, wierook gebrand en vuurwerk afgestoken. Het keerpunt voor de Chinese horeca ontstond in 1978. De prijzen voor ingrediënten stegen, de economische recessie had invloed en concurrentie van andere uitheemse restaurants begon haar tol te eisen. Er verschenen negatieve berichten over de hygiëne van de Chinese horeca. De verkoop daalde met sprongen. En de belasting deed onderzoek naar zwarte inkoop. Chinezen maakten niet veel winst, de loonkosten waren wel laag, door de hele familie keihard te laten meewerken, maar de huur van een restaurant is relatief hoog. Er werden hulpinstanties door Chinezen voor Chinezen, zoals de Stichting Wa Lai (Helpt Elkaar) en ouderencentra opgericht, Chinese clubs en scholen krijgen subsidie en het rechtssysteem voor horecapersoneel is verbeterd. Tot een merkbare integratie van de Chinese gemeenschap heeft deze koers nog niet geleid. Sommige toevoegingen ‘Indisch’ werden van de gevel gehaald. En in ruim een kwart van de restaurants verscheen dim sum, pekingeend en krab in sojasaus op het menu. Veel restaurantjes van de ‘oude stempel’ leiden een kwijnend bestaan. Andere restaurateurs begonnen importexporthandel. De schrijfster houdt een interview met restauranthouder Toni Man in de plaats Nieuwkoop. Toni vermijdt bij het bestellen zorgvuldig kippenklauwen, varkensbloed en anderen voor westerlingen obscene traktaties. Wanneer ze wil betalen, hoeft dat niet. In tegenstelling tot Nederlanders, die aarzelend hun portemonnee trekken, vechten Chinezen om de rekening. Toni vindt het belangrijk dat zijn kinderen Chinees leren. Er zullen steeds meer Hong Kong Chinezen uit Europa vertrekken, voorspelt hij. In tegenstelling tot Chinezen uit de Volksrepubliek. Zijn oudste dochter werkt in de Nederlandse horeca. Ze komt vaak met adviezen. Nederlanders praten veel meer als iets hun niet bevalt. Wij zeggen niets, we houden het binnen. Dat is wel een nadeel aan Chinees zijn. Wat ook een nadeel is, is dat we geen nee kunnen zeggen. Hoofdstuk 12 Als je stilstaat op de kruising van de Zeedijk met de Stormsteeg, hoor je door de openstaande ramen van het hoekhuis geklik van mahjongstenen. Op de eerst verdieping is een klein gokhuis. De ruimte staat blauw van sigarettenrook. Aan de overkant van de straat kijk je recht in de keuken van restaurant Wing Kee, waar de kok pekingeenden uit een rookton haalt en voor het venster hangt. Een paar panden verderop staat apotheker Liu in haar jas in de deuropening met een tekst voor een medicijn tegen griep om westerse klanten te lokken. De kleine ondernemers in Amsterdams Chinatown hebben het zwaar. De huur is hoog. Parkeren is een probleem en ze worden afgeperst door Chinese bendes. Sinds de reisbeperkingen in China alweer twintig jaar geleden zijn opgeheven, neemt de stroom Chinese migranten nog altijd toe. Ze trekken naar kuststreken zoals Hong Kong en Shanghai in de hoop weg te kunnen komen. Daar vallen ze in handen van slangenkoppen, mensensmokkelaars die hen voor veel geld een overtocht aanbieden. Dikwijls gaan ze eerst naar de Oostbloklanden of Zuid-Europa. Van daaruit verder, want de meesten willen naar Amerika of Canada vanwege de grote Chinatowns. Het kan lang duren voordat de migranten hun doel hebben bereikt. Eenmaal in Nederland moeten ze hun paspoort afgeven aan de smokkelaars, zogenaamd om hun papieren in orde te maken. Maar die zien ze uiteraard nooit terug. Als er geen papieren bewijs is waarmee de identiteit kan worden vastgesteld, dan is er geen enkele reden waarom China hen weer terug zou nemen. In 1995 hebben 1173 Chinezen asiel aangevraagd in Nederland. Elk jaar neemt het aantal toe. Dat de omstandigheden in Nederland al lang niet meer gunstig zijn lijkt hen niet te weerhouden. Vroeger was het moeilijk om uit China te komen en makkelijk om Nederland binnen te gaan, nu is het precies andersom. Twee Chinese echtparen die twee etages huren op de Zeedijk, blijken er zevenentwintig onderhuurder op na te houden. Daarnaast is er een nieuw snelgroeiende probleemgroep: alleenstaande minderjarige asielzoekers. In de hoop dat ze meer kans maken dan een volwassene. Een illegaal moet niet alleen een deel van zijn loon afstaan aan de persoon die hem aan een baantje heeft geholpen, als hij pech heeft moet hij zelfs meewerken aan de overval of afpersing van het bedrijf. Een tweevoudige moord op een echtpaar in Den Haag heeft de hele Chinese gemeenschap geschokt. Er is nog steeds een levendige handel in heroïne. Terwijl de Chinatowns van Rotterdam en Den haag in de lift zitten, lijkt het in Amsterdam steeds meer op een Chinatown zonder Chinezen. De grootste toko richt zijn pijlen nu ook op de Japanse markt. Ondanks de problemen is er hoop. In 2000 opent de koningin een tempel op de Zeedijk. En er zijn plannen voor een nieuw Chinatown bij het centraal station. Het Chinatown van Vancouver is het grote voorbeeld. Tong, de tolk van de schrijfster, heeft haar moeder uit China gehaald en haar Nederlandse echtgenoot geconfronteerd met het feit dat haar moeder voortaan bij hun woont. Op haar bed liggen studieboeken van de Nederlandse taallessen die ze sinds kort volgt. Mama Tong is dertig jaar arts geweest in Binnen-Mongolië waar ze tijden de Culturele revolutie naartoe verbannen werd. Het gezin viel toen uit elkaar. Tong nam zich voor later voor haar moeder te zorgen. Mama Tong integreert in de Chinese gemeenschap en bezoekt de clubmiddagen van de Chinese Vereniging. Hoofdstuk 13 Het in 1984 geopende Chinese restaurant Sea Palace ligt stil op het inktzwarte water. Tien jaar geleden (in 2000) eindigde dit boek op deze plek. Een jonge generatie Chinezen, voor een deel in Nederland geboren, is zelfbewust, geïntegreerd en ambitieus. Inmiddels zijn de leden van de oude generatie Chinezen en hun Nederlandse vrouwen gestorven. De Stichting Wa Lai bestaat nog steeds. De schrijfster moet zich op de tweede generatie richten, kinderen van ouders die hier vanaf de jaren zeventig kwamen. Zij hebben niet alleen Chinese vaders, maar ook Chinese moeders. Die kinderen doen het goed. Grote groepen Chinese toeristen komen meestal ’s middags eten bij Sea Palace. Yuen, een duoraadslid van de VVD, is van Chinese afkomst. Hij vindt het zelf een rare combinatie: Chinezen houden van werken, niet van praten. Tien jaar geleden waren er nog twee Chinese restaurants in de Binnen Bantammerstraat. Nu is er geen een meer. Op nummer 21 zetelt de Stichting Familie Man in Europa (http://www.familieman.nl/), waar elk lid van de lineage met de achternaam Man terecht kan voor hulp of advies. Kleinzoon Kin Ping (34) en zijn vrouw Soesja hebben Toko Dun Yong van vader Hengko overgenomen, helemaal verbouwd en veel ruimer opgezet. Er is vers fruit en verse groenten. Net als tien jaar geleden komen buitenlandse klanten uit alle windstreken. Vooral de vraag naar Japanse en Thaise producten groeit. De Chinese horeca in Nederland doet het weer beter, mede dankzij de wokrestaurants. In Den Haag krijgen de Chinezen subsidie voor hun Chinatown en zijn in 2009/2010 in de Wagenstraat twee drakenpoorten gekomen. In Amsterdam zijn vijf Chinese straatnaambordjes. Illegale Chinezen zie je nauwelijks meer in Chinatown. Wat niet betekent dat ze niet meer bestaan. Wantoestanden zijn uitgewaaierd naar andere delen van de stad of dieper de provincie in. Tegenwoordig is Mandarijn dominant. Tot frustratie van de oude garde die Kantonees spreekt. Iedereen leert nu Mandarijn. Hoofdstuk 14 Eind 2009 vond er een gewelddadige overval plaats op het Sea Palace in Amsterdam, iets waar niemand het fijne van weet of over wil vertellen. Inmiddels weten ook andere criminelen dat Chinezen vaak cash in huis hebben. Tussen 1992 en 2007 werden 48 Chinezen in Nederland vermoord, vrijwel allemaal bij afrekeningen. Er zijn tragische voorbeelden van illegalen. Ze hebben grote schulden en kunnen niet meer terug naar China. Ooit zijn ze weggegaan om geld te verdienen. Ze reizen door Europa. Tijd en afstand zijn geen begrippen voor een Chinees. Nieuwkomers zijn ten eerste illegale vrouwen. Voornamelijk uit Wenzhou en omliggende dorpen. Als ze in Nederland een man hebben gevonden dan moeten ze tegenwoordig terug naar China om een inburgeringcursus te doen. Als ze slagen mogen ze terugkomen. Lang niet iedereen is in staat om zo’n examen te doen. Ze betalen dan iemand om het voor hun te doen. Bedrijfjes in China vragen daar soms 5000 euro voor. Meestal gaan die vrouwen na vijf jaar scheiden, dan mogen ze hier blijven. Ze werken vervolgens in een massagesalon of nagelstudio. Een tweede groep nieuwkomers zijn studenten. Maar er zijn er veel bij die slecht Engels spreken. Als de meisjes een man ontmoeten, hebben ze al een verblijfsvergunning. Dan mogen ze de inburgeringcursus hier doen. Er wordt weinig aandacht aan hen besteed omdat ze geen overlast bezorgen. Als een Kantonees zijn restaurant verkoopt, is het meestal een Wenzhou- Chinees die de zaak overneemt. Als je naar een bruiloftsfeest van een Wenzhou-Chinees gaat, moet je in het rode envelopje minstens honderd of tweehonderd euro stoppen. Jaarlijks komen ongeveer 900 kinderen ter wereld die behoren tot wat men noemt de tweede generatie Chinezen in Nederland. Er worden landelijke discoavonden georganiseerd in Bunnik. Het JONC organiseert voor jongeren tussen 18 en 35 dimsumavonden, vakantiekampen en filmvoorstellingen. Verder zijn er het CJO en voor iets oudere jongeren gelegenheden als de Dragon Business Club. In de praktijk blijken in Nederland opgegroeide Chinezen de Chinese achtergrond weer door te geven aan hun kinderen. Waarden als respect voor ouderen en een sterk ontwikkeld verantwoordelijkheidsgevoel worden op de kleinsten overgebracht. Sinologen die voor het eerst naar China gaan hebben zes jaar Chinees gestudeerd. Als ze hun mond opendoen verstaat niemand ze. Je kunt Chinees niet uit een boekje leren. De stroom uit Wenzhou wordt minder. De meesten die aankloppen voor een baantje komen uit Fujian. De website GoGoDutch bestaat om Chinezen die net in Nederland zijn wegwijs te maken in de Nederlandse samenleving. Chinezen komen massaal af op opleidingen in het westen. In Nederland zijn het vooral hogescholen die hen aantrekken, waar ze worden opgeleid tot moderne managers. Nederland heeft na de Angelsaksische landen het grootste Engelstalige aanbod in het hoger onderwijs. Wel 1200 opleidingen! Wie een studie wil volgen moet minstens over 15.000 euro beschikken. Daar komen kosten voor een jaar Nederland op neer. De studenten moeten eerst een taaltest doen, de IELTS, en een minimale score van 6.0 behalen. Het taalprobleem is groot. Velen spreken onvoldoende Engels. En dan is er nog iets wat onderschat wordt: ze krijgen hier een enorme culture shock. Ze weten ook te weinig over hun vak door een gebrek aan vooropleiding.
De documentaire bestaat vooral uit de interviews die ook in het boek zijn verwerkt. Afgewisseld met een voice over komt de hoofdlijn terug. Ten opzichte van het boek weinig nieuws dus. Je ziet nu wel de gezichten bij de mensen die de 'hoofdpersonen' zijn. De historische foto’s uit de docu zitten deels ook in het fotokatern van het boek. Daarnaast zijn er een paar historische filmbeelden in verwerkt. En een mooi beeld van hoe de Zeedijk nu is. Zoals een zaakje met vers exotisch voedsel en in de keuken van een Chinees restaurant hoe speen- varkens worden bereid. In de Binnen Bantammerstraat gaat de cineaste met kinderen van de eerste generatie op zoek naar gebouwen waar vroeger restaurants zaten. Er is ook gefilmd bij de Chinese Vereniging Fa Yin in de Recht Boomssloot. Wat me opviel was dat de meeste halfbloed vrouwen minder Chinees lijken dan de halfbloed mannen. De oude Nederlandse vrouwtjes, die met de eerst generatie Chinezen trouwden leken me zeer laaggeschoold. Ik ga de docu nog een keer bekijken. Misschien ontdek ik meer. Er is vast ook veel meer opgenomen. Jammer dat er geen bonusmateriaal op de dvd staat. Ik geloof dat de montage nu ongeveer 45 minuten is.